Category Archives: Amsterdamse huis

Trek oen jasse moar an, dan goa’w hen de netoaris

De redactie van ut Deevers Archief is bezig met het beetje bij beetje digitaliseren (papier scannen en vervolgens selectief in de oud-papier-bak gooien) van zijn vele A5-boekjes met aantekeningen die betrekking hebben op het verleden in de gemiente Deever en vindt daarbij veel aantekeningen die de redactie nog wil en moet en zal verwerken in berichten in ut Deevers Archief.
De redactie vond in één van de A5-boekjes uit 1999 aantekeningen van een gesprek dat de redactie op 21 oktober 1999 met dorpsfiguur Gerard Goettsch had. Gerard Goettsch is geboren op 18 september 1903 in Putten in Gelderland en is overleden op 13 juni 2000 op 96-jarige leeftijd in het Amsterdamse huis an de Dorpsstroate op Zorgvliet. Hij is begraven op de neeje kaarkhof aagter Obadja an de aandere kaant van de weg.

De redactie van ut Deevers Archief is de jaren 1998 en 1999 een aantal keren op bezoek geweest bij boer in ruste Gerard Goettsch in zijn woning met de naam het Amsterdamse Huis. Bij die bezoeken kwam het gesprek op allerlei zaken die betrekking hadden op Zorgvliet, Wateren en Oude Willem. En natuurlijk kwam bij één van die bezoeken het gesprek ook op zijn Amsterdamse Huis. Hij vertelde daarover het volgende.

Het Amsterdamse huis is in 1928 eigendom geworden van de evangelisatievereniging Obadja. In het Amsterdamse Huis hebben evangelisten gewoond. De eerste evangelist was Hendrik Betten, toen kwam evangelist Van Ginkel en toen evangelist Faber. Alle evangelisten zijn elders dominee geworden.
Het huis heeft anderhalf jaar leeg gestaan, nadat evangelist Faber was weggegaan. Nieuwe predikanten wilden niet meer in het oude huis wonen. In een vergadering van de kerkeraad werd toen besloten dat het beter was het huis te verhuren, dan leeg te laten staan. Ik heb het huis 5 jaren gehuurd. Het huis stond daar al 100 jaren, toen ik in het huis ging wonen.
Het Amsterdamse Huis was toen ik het huurde al bouwvallig en werd al gestut. In een storm waaide de zijkant met veranda en al van het huis. Wolter Smit en timmerman Sieme Houwer uit Diever kwamen naar Zorgvlied om de stormschade op te nemen. Het herstel zou vele duizenden gulden gaan kosten, maar de kerk had het benodigde geld niet. De kerkeraad wilde daarom het huis verkopen. Ik heb toen een zuinig bod gedaan. Maar de kerkeraad wilde 1000 gulden meer dan mijn bod. Toen heb ik mijn bod met 500 gulden verhoogd. En ik zei daarbij tegen de kerkeraad dat dit mijn laatste bod was en dat als ze meer geld wilden, dat ze het huis dan maar aan iemand anders moesten verkopen. Want de stormschade moest ook worden hersteld. De kerkeraad wilde geen napraat en besloot toen: Trek oen jasse moar an, dan goa’w hen de netoaris um ut te beskrie’m.’
Ik had een schoonzoon, die was timmerman en mijn zoons konden me ook helpen. Dus het herstel van de stormschade heeft me weinig geld gekost. Ik heb drie jaar geleden nog een nieuwe kap op het huis laten zetten.
Ik heb mijn hele leven gewerkt. Nadat ik gestopt was als boer en nadat ik gestopt was met werken op de melkfabriek in Wapse, heb ik meneer de Jongh nog geholpen met het bouwen van bungalows in De Gavere. Ik heb daar ook nog een keer een put gegraven, toen ik 78 jaar oud was. En tegenwoordig gaan ze op hun 55-ste met de V.U.T.

Afbeelding 1
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande kleurenfoto van het Amsterdamse huis gemaakt op 27 januari 2010.

Afbeelding 1
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande zwart-wit foto van het Amsterdamse huis gemaakt op 10 november 1999.

Posted in Amsterdamse huis, Dorpsfiguur, Zorgvliet | Leave a comment

Grös meej’n mit de sende in de Olde Willem

De redactie van ut Deevers Archief heeft in de periode 1999-2007 meegewerkt aan de totstandkoming van 40 nummers van het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. In het najaar van 1999 interviewde hij de bejaarde Gerard Goettsch weer in zijn Amsterdamse huis an de Dörpstroate op Zorgvliet. De redactie publiceerde het volgende bericht in Opaekelen 99/4 (december 1999).

Gerard Goettsch vertelt verder

De nu 96-jarige Gerard Goettsch sukkelt met een zwakke rug, maar is gelukkig geestelijk nog altijd heel scherp. Gerard had het bij mijn binnenkomst een beetje koud en draaide het gaskacheltje hoger. Al suizend bracht deze het woonkamertje in zijn Amsterdamse huis op Zorgvlied snel op een tropische temperatuur. Hij stopte een verse pruim tabak achter z’n kiezen, leunde achterover in zijn speciale stoel bij het raam en begon te vertellen onder meer over boerenwerk, zoals het gras maaien mit de sende.

Het werken op de boerderij was zwaar. Alles werd met de hand gedaan. Als jongen van zestien liep ik al aachter de sende. In de zomer als het warm was, dan gingen we ’s nachts al om twee uur naar het land in de Oude Willem om te maaien. Langs het land stonden geen bomen. Daarom gooiden we om twaalf uur een hoop gras over het hek om bij de schoft te schuilen voor de zon. Als we gegeten hadden, dan gingen we eerst anderhalf uur slapen. Na de schoft moesten we eerst de sende haèr’n (de zeis scherpen). Ik maaide in mijn beste jaren wel een halve bunder per dag.

In mijn jonge jaren heb ik anderhalf jaar verkering gehad met de knappe Trijntje Wolters. Zij was huishoudster bij Albert Benthem. Ze was de dochter van Egbert Wolters, die boer was op de Uilenhorst en ook in schapen handelde. De Uilenhorst was een apart oud huis. Dwars achter het huis stond een grote stal. Egbert Wolters had een heleboel schapen op half gewin. De helft van de opbrengst was voor de eigenaar van de schapen, de andere helft was voor hem. Het is toen niet wat tussen Trijntje en mij geworden.

Na wat andere verhalen vond Gerard het toch wat te warm geworden. Hij gaf de brander wat minder gas en stuurde voor hij verder vertelde eerst deskundig een straal sap van zijn pruim tabak naar de emmer naast zijn stoel.

Na de overdracht van de boerderij aan mijn zoon heb ik nog een paar jaar gewerkt op de zuivelfabriek in Wapse. Op mijn vijfenzestigste ben ik daar gestopt. Daarna heb ik nog allerlei lös waark gedaan. Bij Levert Haveman heb ik nog samen met jonge jongens vrachtwagens met aardappelen geladen. De oude pastoor kwam daar voorbij en vond het toch nodig om te zeggen dat de jongens wel net zo hard moesten werken als ik. Bij meneer de Jong van de Gavere heb ik nog geholpen met het bouwen van bungalows. Toen ik 78 jaar was heb ik daar nog een welput gegraven. En nu gaan ze al met 54 jaar met de V.U.T.

Ik kwam weer met Trijntje in contact toen ik 83 jaar was. Zij was het die mij opbelde. Mijn vrouw was toen al een tijdje overleden. Ik ben op de fiets naar haar toe gegaan. Mijn kinderen vonden het denk ik wel goed. Ik zeg maar zo: je moet toch leven met de levenden. Trijntje woonde in Westerbork. Ik wist eerst niet eens goed waar dat lag. Ik ben toen eerst door de ruilverkaveling van Lheebroek naar Beilen gefietst.

Onderweg moest ik een keer van de fiets af. In een groot stuk grasland zag ik mannen bezig met zo’n grote snelle cycloonmaaier. Toen ik klaar was met plassen dacht ik: Here mien tied, die machine heeft in dat ogenblikje dat ik hier sta al meer gemaaid dan ik in mijn beste tijd in een halve dag maaide.|

Ik ben op twaalfjarige leeftijd op Zorgvliet komen wonen en ik heb daar de twee wereldoorlogen meegemaakt. Ik heb daar altijd gewoond en dat kan je als je 83 jaar bent niet meer achter je laten. Ik wilde niet verhuizen naar Westerbork en zij wilde niet naar Zorgvlied komen. Zo is het gegaan. Trijntje en ik hebben toch nog drieëneenhalf jaar kennis aan elkaar gehad. Toen overleed ze. Ze was een door en door goed mens.

Na nog wat andere verhalen vond Gerard het tijd voor een verse pruim half zware midden snede tabak. Zijn merk is ‘Het wapen van Drente’ van de tabaksfabriek Fransiscus Lieftinck uit Groningen.

Ons land in de Olde Willem lag langs de Tillegröppe. Samen met andere boeren moesten we de Tillegröppe voor een goede afwatering open houden. Dat deden we gewoon als boeren onderling, maar we waren geen waterschap. Mijn vader Johan Goettsch en Jan Thijs Seinen uut Deever hadden daar het toezicht op.

Mijn kleinzoon liet daar nog niet zo lang geleden tien bunder gras maaien door een loonwerker en die deed het met zijn grote machines zelfs in één uur. Mijn lieve God in wat voor tijd leven we nu toch.

Nu heeft Staatsbosbeheer veertig bunder land bij het Friese broek onder water gezet en tweehonderd bunder bos gekapt. Staatsbosbeheer doet maar waar het zin in heeft en als wij een boom willen kappen, dan mag dat niet…..

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Gerard Goettsch is geboren op 18 september 1903 in Putten in Gelderland en is overleden op 13 juni 2000 in het Amsterdamse huis. Hij is begraven op het nieuwe kerkhof achter Obadja aan de andere kant van de weg. Zie afbeelding 3.

Afbeelding 1
Gerard Goettsch in zijn speciale leunstoel bij het raam in zijn Amsterdamse huis. (© Coen Broekema, 10 november 1999)

Afbeelding 2
Het Amsterdamse huis an de Dörpsstroate op Zorgvliet. (© Coen Broekema, 10 november 1999)

Afbeelding 3
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto gemaakt op woensdag 22 mei 2022.

Posted in Amsterdamse huis, Boer'nwaark, de Olde Willem | Leave a comment