Is de Deeverse kaarke in 830 ebaut op un hunnebed ?

In het Dagblad van het Noorden verscheen op 1 maart 2004 in de rubriek Drentsigheden het volgende geschrijfsel, beschrijfsel en verschrijfsel van wijlen Lammert Huizing over onder meer het ontstaan van de naam van het dorp Deever.

Diever afkomstig van De Ever ?
Tot het jaar 830 stond er in Diever een heidense tempel. Daaromheen was een steenkring met een gemiddelde straal van negen meter naar de kern. Op die plaats is later de Pancratiuskerk gebouwd, de huidige Nederlands Hervomde Kerk, die wel eens de kathedraal van Drenthe wordt genoemd. Diever was de hoofdplaats van het vroegere Westenveld. Dat was toen Drenthe nog in drieën was verdeeld, namelijk Noordenveld, Zuidenveld en Westenveld. Nog vóór het jaar 1000 is het Westenveld gesplitst in twee rechtsgebieden, het Beiler en het Dieverder dingspil.
Er zijn naamkundigen die beweren dat de naam Diever te maken heeft met ‘beduven’, wat ‘bedekt met water’ betekent. Maar Diever is nooit een waterrijk gebied geweest. In de Middeleeuwen sprak men van Devere, waarin sommigen een Keltische naam zien, een afleiding van ‘diavara’, wat ‘de goddelijke’ betekent. Maar de geleerden zeggen dat er in Drenthe geen Kelten hebben gewoond.
Of moeten we denken aan een heel simpele verklaring, namelijk aan een samenvoeging van ‘de’ en ‘ever’. De Ever, wat in de loop der eeuwen tot Diever is vervormd.
Het is leuk om je met speculaties over de vroegste geschiedenis van Diever bezig te houden. Het enige concrete punt in het vorenstaande is het jaartal 830. Maar je vindt dit in geen enkel geschiedenisboek. Bij opgravingen onder de vloer van de hervormde kerk zijn wel sporen ontdekt van een ‘heidense tempel’.
Het jaartal 830 is afkomstig van de bekende en omstreden historicus en publicist Wigholt Vleer, die jarenlang in Norg heeft gewoond. Met de wichelroede stelde hij de exacte plaats van de ‘tempel’ vast en ontdekte hij ook de steenkrans daaromheen. Langs paranormale weg kreeg hij daarbij het jaartal 830 door.
Wigholt Vleer schreef in 1992 een boek over tweehonderd heilige plaatsen in Nederland en Vlaardingen. Die heilige plaatsen beschreef hij aan de hand van leylijnen die hij ontdekte via de wichelroede. Leylijnen zijn energiebanen in de bodem. Leycentra zijn plaatsen van samengebalde energie, waarop de hunebedden, heidense tempels en de oude kerken zijn gebouwd.
Zowel de leylijnen als het lopen met een wichelroede behoren tot de taboes van de wetenschap. Ook Tjerk Vermaning had als praktijkarcheoloog daarmee te maken toen hij zijn visioenen wereldkundig maakte over nederzettingen uit de oude Steentijd.
Prana, tijdschrift voor spiritualiteit en wetenschappelijke randgebieden, zorgde voor een themanummer over taboes in de wetenschap. Het gaat over mensen bij wie iets doorklinkt van genialiteit in hun werk, die het aandurven een lawine van kritiek te trotseren, mensen die misschien een beetje gek zijn. Het eeuwenoude wichelroede lopen wordt besproken en ook de stelling van een gereformeerd theoloog dat bepaalde elementen in het christendom al dateren van ver vóór de christelijke jaartelling, dus uit het heidendom.
Wetenschappers kiezen vrijwel altijd partij en weinig onderzoekers hebben in de gaten dat meer benaderingen tegelijk mogelijk zijn. Dat geldt voor het lopen met de wichelroede en veel andere taboe-onderwerpen. Daarom is het goed dat dwarsliggers als Wigholt Vleer en anderen de samenleving wakker houden en de wetenschap prikkelen tot aandacht voor zaken die eingelijk niet kunnen bestaan.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie moet het in het Nederlands geschreven artikel van de Hoogevener Lammert Huizing nog vertalen in ut Deevers. 

Het door wichelroede-loper-fantast Wigholt Vleer bedachte jaar van 830 na Christus, als jaar waarin de eerste rooms katholieke kerk in Deever is gesticht, komt desalniettemin nochthans evenwel als ernstig en bijzonder geloofwaardig over.
Dat de fanatieke verspreiders van het rooms katholieke geloof daarbij de tactiek van de totaal verschroeide aarde, casu quo het vernielen van oude heiligdommen, ook in Drente toepasten, wekt bij de redactie geenszins enige verbazing, dat mag van de katholieken gevoeglijk worden aangenomen, het zou merkwaardig zijn als dat niet zou zijn gebeurd, dat deden de fanatieke verspreiders van het rooms katholieke geloof overal in de wereld.
Zo staat zelfs in Colan, in de kustwoestijn in het noorden van Perú, de Sint Lucas kerk, de eerste en oudste rooms-katholieke kerk van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, die is 1535 is gebouwd, op een grondig vernield heiligdom van een plaatselijke indianenstam.

De sporen die onder de vloer van de eerste rooms katholieke kerk van Deever zijn gevonden, zijn wellicht en bijzonder hopelijk afkomstig van een zeer groot hunnebed. Dat zou dan in de nummering van professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffen het hunnebed D52-b zijn geweest.
De redactie is van mening dat de foutieve naam van de gemeente Westerveld nu al gewijzigd kan worden in gemeente Westenveld. Daarmee wordt de naam duurzaam en toekomstbestendig, want dan kan na samenvoeging van de gemeente Westenveld met de gemeente Meppel de naam gemeente Westenveld gehandhaafd blijven.
In de nabije toekomt is in Drente slechts ten hoogste plaats voor vijf gemeenten: Noordenveld (hoofdplaats Assen), Middenveld (hoofdplaats Beilen), Westenveld (een gedwongen samenvoeging van de gemeenten Meppel en Westenveld, met als hoofdplaats Meppel), Oostenveld (hoofdplaats Emmen) en Zuidenveld (hoofdplaats Hoogeveen). Deever, wen er alvast maar aan dat het luxe Raadhuis aan de Gemeentehuislaan slechts een tijdelijk raadhuis is. Ech wè.
In het bericht van Lammert Huizing is een afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart van een deel van de Heufdstroate van Deever opgenomen.
De redactie heeft een afbeelding van een in 1909 verstuurd origineel exemplaar van deze fraaie ansichtkaart aan dit bericht toegevoegd.
Aan de rechterkant is te zien het boerderijtje van Hendrik Moes, hij was kuiper, dat wil zeggen maker van boterkuipjes. Daarnaast staat de woning van de gezusters Oostenbrink (de Pluumpies). Aan de linkerkant van de hier afgebeelde ansichtkaart is een stukje van het huis van het echtpaar Jan ter Heide en Wilhelmina (Mine) Merk te zien.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op zaterdag 16 juni 2018.


 

This entry was posted in Ansichtkoate, Brink, Heufdstroate, Kaarke an de brink, Oudheidkunde, Topstuk. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *