In de Hoogeveensche Courant van 4 februari 2022 verscheen van de amateurhistoricus Albert Metselaar het bijzonder goed geschreven en solide bericht ‘Dodelijke samenloop van omstandigheden’ over de op 7 en 8 februari 1945 gepleegde moord op de in Wittelte geboren Jan van der Helm en de jood Szaya Reiner.
Moscou, 7 en 8 februari 1945
Dodelijke samenloop van omstandigheden
Nieuw-Moscou – Wie een steen in de vijver gooit, krijgt kringen die zich van klein naar groot uitspreiden. Ligt er iets wat ze kan keren, kun ja rimpels op onverwachte manier terugkrijgen of iets op gang brengen waar je ook niet op had gerekend. In de zomer van 1943 was met name de KP-Nieuwlande actief met de brandstichtingen in en rond de gemeente Hoogeveen.
Geruchtmakend was de brand bij Jan Kist, boerenleider van de Landstand, een organisatie waarvan iedere landbouwer en veehouder verplicht lid moest worden. Brand was gemakkelijk te stichten en de effecten onder de bevolking groot. De bezetter heeft gedurende deze Tweede Wereldoorlog ingespeeld op de angst en ervaren terreur, waardoor het leven van de N.S.B.’ers en andere pro-Duitse Nederlanders onzeker werd. De N.S.B.’ers werden bewapend, voor wie dat wilde, en ingedeeld bij een afdeling van de Landwacht. Dat was een vorm van hulppolitie. Ze werden ingezet bij straatcontroles en huiszoekingen, in ieder geval tegen de Nederlandse bevolking die vasthield aan een vrij Nederland. Eén van hen was Derk Kist, een gekwetste zoon van Jan Kist. Bang en kwaad tegelijk. Dát is geen excuus voor wat er gebeurde, maar wel een verklaring voor wat er kon gebeuren, toen Derk in een onverwachte situatie terechtkwam. Het ontsloeg Derk niet van zijn verantwoordelijkheid voor zijn daad ….
Jan van der Helm en Jo Moes hadden onderduikers in hun woning. We kennen het pand nog steeds. Zuideropgaande 154. Het was de joodse familie Reiner, later Rinat genoemd, met een pleegzoon, en er waren enige tijd twee zussen, de dames Hoepelmans. De zussen gingen door naar de buurman, meester Pennings. Op 7 februari 1945 was Jo boodschappen aan het doen. Derk Kist kwam aan de deur van de boerderij, samen met zijn directe leidinggevende Landwachter, Jan Scholing. De deur zat op slot. Er klonk wel wat gestommel op de deel. Ze liepen om het pand. Jan van der Helm werkte achter zijn boerderij op het land, met zijn paard en had zijn oudste zoontje bij zich. Een kleine jongen, die voor zijn leeftijd veel te veel te zien en te horen kreeg. Derk Kist en Jan Scholing liepen naar het land bij de Riegshoogtendijk. Ze zeiden dat ze het paardentuig in beslag zouden nemen. Jan van der Helm weigerde dat niet, wat zou hem dat opleveren, hij had onderduikers te beschermen. Toen kwam de vraag hoe het kon dat er toch mensen in huis werden gehoord, terwijl de deur op slot zat.
Jan van der Helm wist dat er huiszoeking zou komen. Hij zette het op een lopen, westwaarts, naar de familie aan de nabijgelegen Wijdewijk. Aan die wijk haalde een kogel hem in. Derk Kist had hem doodgeschoten. Onder leiding van de S.S.ér Karl Robbertsen zorgde een flinke groep Landwachters voor doorzoeking van de boerderij. De familie Reiner werd gevonden, evenals de pleegzoon. Het ging er hard aan toe bij de verhoren. Er werd een radio gevonden. Het ging er nog harder aan toe. Vader Szaya Reiner werd in elkaar geslagen naast de achterdeur van de boerderij, op het ‘straotie’ tussen de boerderij en het stookhok. Daar werd hij uiteindelijk doodgeschoten, toen de S.S. niet meer verwachtte dat er wat informatie uit hem zou komen. De moordenaar had bekend, tegenover Offeringa van de Marechaussee en de Politieke Opsporings Dienst van Hoogeveen/Hollandscheveld. We lezen in een Zeeuwse Courant (daar is hij veroordeeld in 1949):
‘In burger gekleed en strak, bijna verbeten kijkend, verscheen woensdagmorgen de 45-jarige Karl Wilhelm Frans Klünner, verdacht van handelingen, in strijd met de wetten en gebruiken van de oorlog en de menselijkheid, voor het Bijzonder Gerechtshof te Middelburg. (….) De gedragingen van Klünner in Hoogeveen waren onderzocht door de opperwachtmeester der Koninklijke Mareschaussee, Offeringa. Verdachte had tegenover hem erkend, dat, toen op een boerderij in Hollandscheveld, een Joodse familie was ontdekt, hij -tezamen met zijn confrater Karl Lamm- de man (zekere Szaya Reiner) tegen de muur had gezet en hem van dichtbij met een pistool had doodgeschoten.’
De naam van de eigenaar van de radio stond erop geschreven. Zo kwam er op 8 februari 1945 een inval bij meester Pennings. Man en vrouw gingen mee voor verhoor, de onderduiksters werden niet gevonden, en een vrouw uit de buurt werd gevraagd om op de kinderen te passen. Ze vond de dames Hoepelman, toen ze een slaapkamer binnen ging. De vrouwen kregen geen bescherming van de oppas, een kraamverzorgster. Nee, deze meldde het bij de S.S.’er Karl Robbertsen, en dat leidde tot hun arrestatie.
Oorlog overleefdde
De familie Reiner, de pleegzoon en de dames Hoepelman hebben de oorlog overleefd in kamp Westerborg. Er gingen geen treinen meer naar de vernietigingskampen. Het late tijdstip in oorlogstijd was hun overlevingskans. Voor Jo Moes en de onderduikers hield de pijn van de oorlog eigenlijk nooit op, al wisten ze wel weer een draai te geven aan hun leven. Jo hertrouwde met Reinder van der Helm, de broer van haar eerste man. De daders werden veroordeeld. Bij de verhoren was uiteindelijk ook de S.S.’er Auke Pattist nog betrokken geweest. Hij ontsnapte en zat zijn levenstijd uit in Spanje, waar hij een talenbureau had.
Al vrij snel na de oorlog kreeg Jo Moes, de weduwe van Jan van der Helm, het eerste huldebetoon onder ogen, voor haar rol van vrouw in het verzet. In april 1946 zond het Joods Nationaal Fonds een briefje rond, waarin werd aangekondigd dat in het voormalige Palestina een boomplanting ’te Uwer ere’ zou plaatsvinden. ‘Het verheugd ons u te kunnen mede delen dat uw Joodse kennissen gemeend hebben, ook uw naam aan een deel van het woud te moeten verbinden, in herinnering aan de gezamenlijk doorstane moeilijkheden tijdens de bezetting van Nederland.’ Lea Reiner-Goldsberg plantte een boom voor Johanna van der Helm, zo toonde een bijbehorend diploma. Ze plantte ook een boom voor Jan van der Helm.
In 1967 is Jo op uitnodiging van de beide zonen van de familie Reiner op bezoek geweest in Israël. Het werd een onvergetelijke reis. Tijdens deze reis plantte ze ook zelf een boom voor Jan.
Hoogste eer
Op 27 mei 1969 viel Jo de hoogste eer ten dele die de staat Israël voor hulp aan onderduikers kan betonen. Ze kreeg met nog tien andere Nederlanders de Yad Vashem onderscheiding. De onderscheiding bestaat uit een oorkonde en een speciaal voor dat doel geslagen medaille, waarop symbolisch tot uitdrukking wordt gebracht de woorden uit de Talmoed: ‘Wie een enkel leven redt, redt de gehele wereld’. De plaats van redding is nog steeds in Moscou, nu Nieuw-Moscou, aanwezig. Hopelijk tot in lengte van dagen.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het gebeurde vaak dat ‘fouten in de oorlog’ werden wegeknooid door het verzet, dus de dwingende raad kregen de streek waar ze hun wandaden pleegden, te verlaten. Jan Kist is geboren op 30 juli 1887 in Avereest. Hij is overleden op 2 januari 1954 in Kerkrade in Limburg. Derk Kist is geboren op 10 maart 1914 in Thorne in Engeland. Hij is in 1977 op 62-jarige leeftijd overleden in Westerhaar in Overijssel.
Johanna (Jo) Moes is geboren op 12 februari 1918 in Zuidwolde. Zij is overleden op 14 april 2008 in Deever. Zij hertrouwde op 11 mei 1949 in Hoogeveen met Reinder van der Helm, broer van Jan van der Helm. Reinder van der Helm is geboren op 5 augustus 1924 in Oll’ndeever. Hij is overleden op 29 augustus 2012 op 88-jarige leeftijd in Ruinen. De redactie weet niet of zij zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever of elders of dat zij zijn gecremeerd.
Reinder van der Helm en Johanna (Jo) Moes hebben na de Tweede Wereldoorlog een boerderij gehad in Oll’ndeever. Na hun pensionering als boer en boerin hebben ze vele jaren an de Brinkstroate in Deever gewoond.