Ome Kees hef Deever lilluk opeknapt mit un dreeloek

In het christelijke weekblad De Spiegel verscheen op 6 juni 1956 het volgende door Koen Kappenburg geschreven artikel over het omstreden drieluik van kunstenares Dieuwke Aalbers-Kollewijn in het kerkgebouw van de hervormde gemeente an de brink van Deever. Een afbeelding van het drieluik is niet te vinden in het fotoalbum van de hervormde kerkgemeente van Deever/Dwingel.

Over het drieluik in de Nederlands Hervormde Kerk
De kunstenares Dieuwke Aalbers-Kollewijn maakte in opdracht van een kunstminnaar een schilderstuk, dat aan de kerk van Voorburg werd geschonken. De kerkvoogdij accepteerde het ‘drieluik’ niet. Het kreeg zolang een andere plaats, totdat de kerkvoogdij van Diever er wèl belangstelling voor toonde. Nu hangt het kunstwerk in de oude Drentse kerk en onwillekeurig vraagt men zich af:

Waarom accepteerde Diever het door Voorburg verstoten drieluik ?
Op opzienbarende wijze heeft de Hervormde Gemeente van Voorburg rond Kerstfeest 1957 een drieluik, geschilderd door de kunstenares Dieuwke Aalbers-Kollewijn verstoten. De kerkvoogdij heeft het werk (3 x 5 m) zelfs eigenhandig op straat gezet, omdat het een storend element tijdens de eredienst zou vormen.
Op minder opzienbarende wijze is datzelfde drieluik, vervaardigd in opdracht van een anonieme schenker, enkele maanden geleden in het Drentse dorp Diever terechtgekomen en opgehangen in de oude Hervormde Dingspilkerk, die de afgelopen jaren is gerestaureerd, maar sinds Pinksteren weer is geopend.
Vond de president-kerkvoogd van Voorburg, mr. H.L. ‘s Jacobs de oud-minister van oorlog, het schilderij een “afschuwelijk en onchristelijk onding”. Zijn Dieverse ambtsbroeder R. Fransen (Roelof Fransen, redactie), landbouwer van beroep, schreef zijn mede-kerkvoogden in het Drentse brinkdorp een briefje, waarin hij zei er “verrukt” over te zijn. Twee broeders in het ambt, twee mannen met geheel verschillende achtergronden, hielden er een geheel verschillende mening op na. Gevolg: Voorburg stootte een kunstwerk af, Diever accepteerde het. Waarom ?

Diever kreeg naam
Burgemeester J.C. Meyboom van Diever is een man, die in zijn pittoreske dorp al heel wat stof heeft doen opwaaien. “Een actief man, waaraan we veel te danken hebben”, zegt een deel van de circa 3500 zielen tellende bevolking. “Een doordrijver, die altijd wat nieuws aanhaalt”, zegt een ander deel. Maar hoe het ook zij, Diever, bezijden de rijksweg Meppel-Assen, dat eeuwenlang in een zoete rust sluimerde, heeft dankzij burgemeester Meyboom naam gekregen. Het heeft en indrukwekkende ontwikkeling doorgemaakt. Het kreeg een fraai gemeentehuis (“veel te duur”, menen de boeren uit de omtrek), het werd bekend door zijn openluchtspelen (Shakespeare), die jaarlijks duizenden belangstellenden trekken, het heeft thans een bijzonder fraaie Hervormde Kerk (anno 1400) met een sober, maar rustgevend interieur en een paar opmerkelijke kunstwerken.
“Ik zie deze kerk als Godshuis én als toeristisch trefpunt”, vertelde ons burgemeester Meyboom, terwijl hij ons de gerestaureerde kerk liet zien. “De toerist, die behoefte heeft aan rust en inkeer zal hier (als tenminste de kerkvoogden akkoord gaan met het plan om de deur van het kerkgebouw alle dagen open te zetten) terecht kunnen” is de mening van Dievers eerste burger. “Ik heb onze Rooms Katholieke broeders er altijd om benijd, dat ze in hun kerk terecht kunnen, wanneer ze daar behoefte aan hebben en niet, zoals bij ons protestanten, uitsluitend als de dominee er is.” Met deze uitspraak van burgemeester Meyboom is veel verklaard waarom het omstreden drieluik thans toch een plaats in een kerk heeft gekregen.

Wat stelt het drieluik voor ?
De geschiedenis begon in de zomer van 1956 toen de Voorburgse kunstenares Dieuwke Aalbers-Kollewijn van een anonieme schenker opdracht kreeg om voor de Hervormde Kerk in Voorburg een schilderstuk te maken. Kort tevoren, tijdens een reis naar Italië, had ze haar man al profetisch verteld, “Ik voel dat we binnenkort een grote opdracht krijgen.” Twee jaar lang werkte Dieuwke, die haar man, de schilder B.J. Aalbers, op de kunstacademie leerde kennen, aan het grote werk.
Op drie panelen (vandaar dat het de naam drieluik kreeg) vertelde ze in beelden en kleuren wat ze te vertellen had. Op het middenpaneel schilderde ze God de Vader, van boven gezien, Zijn handen uitgespreid over “de wereld en die daarin wonen”. Op het linker paneel werd in de loop van de twee jaren dat Dieuwke aan haar grote opdracht werkte, Christus zichtbaar, opgebouwd
uit mensen van alle rassen, “Christus is het hoofd, gij zijt de leden”. Hij laat de duivel, “de verstandige, die alles wil verklaren”, achter zich. Hij legt Zijn hand beschermend op allen, die zich opgesloten voelen in hokjes: de zieken, de armen, de gevangenen, de eenzamen. Op het rechterpaneel kreeg men de Heilige Geest (als duif) te zien. Uit de Vader, de Zoon en de Heilige Geest straalt het licht neder op de wereld, waaruit de gelovigen hand in hand opgaan. Uit Gods handen bruist de genade als een bergstroom neer.
In het drieluik verwerkte de kunstenares voorts vele symbolen en bijbelse voorstellingen. Langzamerhand ontstond een bont geheel dat de ene mens tot diep in zijn binnenste treft, waarop hij niet uitgekeken raakt, en de andere mens opstandig maakt, waardoor deze het werk gaat verafschuwen.

Uit de kerk ermee
In Voorburg, waar de kunstenares overleg pleegde met predikant en kerkeraad, maar waar een verkeerde procedure werd gevolgd, waardoor de kerkvoogdij niet officieel op de hoogte werd gesteld van de schenking, werd het schilderstuk in de kerk voltooid. Toen het klaar was, kreeg het echtpaar Aalbers van de kerkvoogdij evenwel de aanzegging, dat het werk moest verdwijnen. Nu berg je een paneel (het geheel bestaat uit zes platen) van vijf meter breedte en drie meter hoogte niet zo maar in  een kast weg. Het drieluik bleef dus nog enige tijd in het kerkgebouw staan, totdat de heer Aalbers in februari 1958 ontdekte, dat het werk uit het kerkgebouw was verdwenen. De president-kerkvoogd had het eigenhandig buiten de kerk gezet. De kerkvoogdij was van mening, dat het grote schilderstuk een storend element was tijdens de eredienst. Daarom verhuisde het drieluik (het werd in drie panelen geschilderd om de beide zijvlakken wat naar voren te kunnen draaien, opdat het wat vriendelijker zou aandoen, en het heeft dus, aldus de kunstenares, niets gemeen met een drieluik, zoals men dat wel in Rooms Katholieke kerken ziet) van Voorburg naar Leidschendam, waar het werd opgehangen in de kerkzaal van ‘Hulp en heil’, een inrichting voor geesteszieken. De patiënten daar bleken het werk best te kunnen waarderen.

In Diever enthousiast
Eind 1958 brak voor het drieluik een nieuwe periode aan, waarover burgemeester Meyboom ons meer kon vertellen. Hij kwam in die periode opnieuw in contact met het echtpaar Aalbers, dat vroeger al eens een wandkleed voor het gemeentehuis van Diever heeft gemaakt. Het gesprek kwam op het omstreden drieluik. De burgemeester kreeg te horen, dat het als het ware nog steeds te geef was.
Nu was burgemeester Meyboom voorzitter van de restauratiecommissie van de Hervormde Kerk van Diever. Met die restauratie is men in 1955 begonnen, toen de kerk bijna op instorten stond. Sindsdien is de kerk drastisch verbouwd en verfraaid, waarbij deskundigen zochten naar de oude vormen van het godshuis (dat uit rond 1400 dateert, daarvóór stonden op dezelfde plaats evenwel andere kerken, zo is uit een bodemkundig onderzoek gebleken).
Burgemeester Meyboom, die kwam praten over kunstwerken in de kerk had uiteraard wel oren naar het grote drieluik, vooral toen de anonieme opdrachtgever bereid bleek het ook wel aan Diever, dat hij wel kende vanwege de openluchtspelen, te willen schenken. Kort na het bezoek aan Voorburg reisde de burgemeester met de plaatselijke predikant, Ds. C. Smit (geboren 1922, in Diever sinds 1951) en de president-kerkvoogd R. Fransen naar Leidschendam. Het drietal bestudeerde het schilderstuk nog eens en kwam onder de bekoring ervan door de uitleg van de kunstenares en reisde enthousiast terug naar Drenthe om de anderen er warm voor te maken. Ze namen foto’s mee. Opdat de kerkeraad zich ook een mening kon vormen.

“Ik vind er niks aan”
“Het zat meteen goed”, aldus de burgemeester. Ds. Smit vertelde ons voorts, dat zijn kerkeraad ook met het plan ingenomen was (bovendien: men kreeg het immers gratis!). Kerkvoogd Fransen wist zijn enthousiasme over te brengen op zijn mede-kerkvoogden, zodat besloten werd het drieluik te accepteren. Men trok lering uit de les van Voorburg: het drieluik kwam niet op een in het oog vallende plaats te hangen, maar in een zijbeuk. Men moet er speciaal naar toe wandelen om het te kunnen zien. Door deze manoeuvre wist men eventuele georganiseerde tegenstand te omzeilen. Wie het stuk niet wil zien, behoeft het niet te zien. Al is burgemeester Meyboom er van overtuigd dat Hervormd Diever, als het aan het kunstwerk gewend is geraakt door af en toe eens op een bank in een der wandnissen te gaan zitten om naar het kunstwerk te kijken, het stellig zal accepteren.
Dominee Smit vertelde ons ervan overtuigd te zijn, dat de bevolking het werk beslist wel zal waarderen. Het merendeel van de bevolking is eerst door het openluchtspel met de kunst in aanraking gekomen. Men is er nog niet al te kritisch ingesteld, men is er nog open en onbevangen, al zal het nog wel geruimde tijd duren voordat de lof voor Dieuwke’s drieluik in Diever algemeen is.
De opvatting van een caféhoudster, toen ze ons koffie inschonk: “Ik snap er niets van en ik vind er niets aan”, is waarschijnlijk nog de opvatting van velen. Maar de Drent is een bedachtzaam en voorzichtig mens. Hij loopt niet gauw ergens warm voor, maar keert zich ook niet gauw ergens zonder meer van af. “’t Moet nog wat wennen”, vertelde ons een rechtgeaarde Drent, die met een onbegrijpende blik naar het (wel wat erg hoog opgehangen) schilderstuk tuurde. Daarna pakte hij een bezem en begon de kerkvloer aan te vegen, want de officiële opening stond als het ware voor de deur. Zo is men in Diever. Anders dan in Voorburg.

Afbeelding 1
Het door Voorburg afgewezen drieluik van Dieuwke Aalbers-Kollewijn is ongeveer vijf meter breed en ruim drie meter hoog. De beide zijpanelen zijn iets naar voren gedraaid. Op het linkerpaneel ziet men Christus. Naast hem het hoofd van de intelligentie zonder liefde: de duivel. De mensen, jong en oud, blank en bruin, vormen de ledematen van het lichaam van Christus. Het middenpaneel omvat tal van symbolische en bijbelse voorstellingen. Op het middenpaneel buigt God de Vader Zijn handen zegenend uit over de wereld (“Mijn genade is u genoeg”). Uit de handen Gods bruist een strooom van genade neder. Op het rechterpaneel ziet men de Heilige Geest afgebeeld als duif. Langs de hemelweg gaan velen, hand in hand, op naar het Licht.

Afbeelding 2
Aan de brink in Diever staat de fraai gerestaureerde hervormde kerk. Een bodemonderzoek heeft aangetoond dat op dezelfde plaats reeds kort na de eerste verkondiging van het Evangelie in Drente een kerkje werd gebouwd. Dat kerkje, zo is gebleken, is door vele andere gevolgd. De huidige toren dateert van 1100, de kerk zelf van omstreeks 1400. Het is nadien in 1621 door een grote brand zwaar beschadigd. De kerk werd evenwel hersteld, totdat in 1955 een nieuwe restauratie dringend noodzakelijk was. Men heeft de kerk toen zijn oude vorm teruggeven. Het houten plafond bijvoorbeeld werd vervangen door gotische gewelven. In de kerk van Diever is in een zijbreuk een kinderhoek ingericht. Jongens en meisjes kunnen daar het liturgische gedeelte van de kerkdienst volgen. Als de preek begint mogen ze een boek pakken en wat gaan zitten lezen of tekenen. De kinderhoek wordt ook gebruikt als zondagschool.

Afbeelding 3
“Ik vindt dat onze kerk maar wat mooi geworden is door de restauratie. Het schilderij stond me direct al aan. Ik was meteen enthousiast. Maar dat kwam ook door de verklaring die mevrouw Aalbers ons er bij gaf. Er komen straks op een oude kist boekjes met een verklaring van het schilderij te liggen. Nee, tegenstand hebben we hier niet ondervonden. Waarom ook. Het hangt niet te veel in het gezicht. Wie ‘t niet wil zien, ziet het niet. Wat me het meeste heeft getroffen ? De Christusfiguur, het lichaam opgebouwd uit mensen. Toen de burgemeester ons het schilderij in Leidschendam had laten zien en we naar huis terug gingen, waren we het er over eens dat het drieluik uitstekend in onze gerestaureerde kerk zou passen”. Aldus president kerkvoogd Fransen.

Afbeelding 4
Burgemeester Meyboom is van mening dat de kerk van Diever zowel Godshuis is als trefpunt voor toeristen, die behoefte hebben aan sfeer en inkeer. Daarom heeft hij er naar gestreefd, dat er over de Avondmaaltafel, die midden in het koor recht tegenover de gemeente staat opgesteld, een loper ligt met de symbolen van de periode van het kerkelijk jaar. Zo kwam er een loper voor de Adventstijd, voor Kerstfeest, voor de Lijdenstijd, voor Pinksteren en voor de “gewone” zondagen. Ook deze lopers werden vervaardigd door het echtpaar Aalbers-Kollewijn. “In het drieluik, dat ik zelf wel geslaagd vind, (misschien is er schilderkunstig wel wat op aan te merken, maar een preek beoordeel je ook niet op zijn literaire waarde en dit werk is een preek), heeft vooral de boog van de armen me getroffen.”

Afbeelding 5
Op dit gedeelte van het rechterluik ziet men de verlosten langs de hemelweg opgaan. Hun pad is omgeven door de bloemen en sterren. Een vrouwenfiguur houdt hen, die langs een ander pad willen gaan, tegen en wijst hen op hun zondig verleden.

Afbeelding 6
Ook van de heer Aalbers bevindt zich in de kerk van Diever een kunstwerk. Hij ontwierp namelijk een tapijt, dat een plaatsje kreeg in de trouwkapel. Het tapijt heeft een warm groene kleur en ligt op donkerrode tegels. De stoelen van bruid en bruidegom zijn op het tapijt geplaatst ter weerzijden van een daarin verwerkte vis, het oudste Christelijke symbool. Het tafeltje, waarop een door de heer Aalbers in zwijnsleer gebonden bijbel staat, is nagemaakt van een 18e eeuws model. Het is een geschenk van het Anjerfonds. Op tafel ligt een loper met huwelijkssymbolen.

Afbeelding 7
Het tapijt voor de huwelijkskapel werd naar het onderwerp van de heer Aalbers met de hand geknoopt door vrouwelijke gemeenteleden. Ze hebben er slechts zeven weken over gedaan. De dames werkten in ploegen, acht uur per dag.

Afbeelding 8

Vlak voor de restauratie heeft de kunstenares haar grote drieluik in Dievers kerk gevernist. Zij heeft twee jaar aan het schilderstuk gewerkt. In het midden ziet men Maria met het Kindeke Jezus. Het kind draagt de appel door Eva geplukt (rechts) en geeft de druiventros door.

Afbeelding 9
Evenals vroeger heeft de 84-jarige Geert Dekker (meer dan 45 jaar klokkeluider, nu op non-actief, omdat de geluidinstallatie elektrisch werkt) nu ook in de gerestaureerde kerk zijn eigen stoel. Hij voelt zich een beetje eigenaar van de kerk en is erg trots op zijn koninklijke onderscheiding, die hij vanwege zijn 40-jarig klokkeluidersjubileum heeft gekregen. “Wat ik van het schilderij denk ?” Geert kijkt nog eens even naar het grote werk en zegt dan resoluut: “Het is wel mooi, maar je moet er verstand van hebben. Maar er zullen vast wel veel kijkers komen”. Waarschijnlijk hoopt Geert van die kijkers een kleinigheid te ontvangen …

Afbeelding 10
In Diever bezochten we ook de bekende Friese schrijver Abe Brouwer (De Gouden Zweep, Marijke, de Nijboer van Lyclema-State), die hier stratenmaker is. “Voor mijn gevoel is het schilderij niet geworden wat het had moeten zijn. Het maakt de indruk van een gamma van kleuren. Ik kan er ook niet uitkomen. Het had zo moeten worden dat het direct aansprak. Bovendien vind ik dat een werk als dit niet in de kerk thuis hoort. Men komt er binnen met een open hart en een open geest. Een schilderij, dat een uitleg behoeft, werkt dan alleen maar storend. In een kerk moet alles waar zijn. Ik heb de indruk, dat men de kerk hier te kaal vond. Dat er versiering nodig was. Nee, mij ligt dit drieluik beslist niet.”

Afbeelding 11
Diever vindt het maar wat interessant om een zo veelbesproken schilderij is het kerkgebouw te hebben. Leden van de vrouwenverenigingen, die de kerk voor de officiële opening schoon maakten, luisterden geïnteresseerd naar de uitleg van Dieuwke Aalbers-Kollewijn. (redactie: maar wie herkent de dames en de heer op deze foto ?

Afbeelding 12
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto van het drieluik gemaakt op 28 juli 2016.

This entry was posted in Abe Brouwer, Alle Deeversen, Geert Dekker, Kaarke an de brink. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *