Carbid schieten is nu een nationaal erfgoed

Op 30 juni 2014 verscheen in de Meppeler Courant het navolgende korte bericht over het kebid scheet’n (carbid schieten), dat op de lijst van zo genoemd immaterieel erfgoed is komen te staan.

Wapse – Carbid schieten krijgt een plaats op de nationale erfgoedlijst. De traditie waarbij een melkbus wordt gevuld met carbid die dan met veel kabaal moet ontploffen, komt als vijftigste op die lijst. Dat heeft Ineke Strouken, directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) bekend gemaakt. De zo genoemde Nationale Inventaris van Immaterieel Erfgoed in Nederland moet gemaakt worden, omdat Nederland de conventie van de VN-organisatie heeft ondertekend.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
Dit bericht is zeker de moeite waard in het Deevers Archief te worden opgenomen. Eindelijk is daar die nationale erkenning voor een breed over het Nederlandse platteland verspreide oudejaarsgebruik. Zie de webstee www.immaterieelerfgoed.nl.

Hebben de kebied scheeters in Deever en Wapse daar zo lang op zitten wachten ? Dat zal toch niet zo zijn ? Het nalaten van deze lawaaiige traditie aan komende generaties zal zonder die vijftigste plaats (en laatste ?) op die erfgoedlijst zeker ook wel lukken. Of zitten er voordelen aan om op zo’n lijst te staan ? Bijvoorbeeld stelt het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed uit een erfgoedfonds zo nu en dan geld beschikbaar voor het aanschaffen van nieuwe melkbussen (worden die nog wel gemaakt) ?

En waarom is de op sterven na dood zijnde prachtige traditie van bolderen niet, nog niet of nog steeds niet in die Nationale Inventaris Immateriaal Cultureel Erfgoed Koninkrijk Nederland opgenomen ? En waarom staat het ‘poasvuur sleep’m’ niet op die lijst ?.

De vraag wanneer het kebied scheet’n binnen de gemiente Deever is begonnen lijkt niet zo moeilijk te beantwoorden.
De vraag is meer wanneer Grote Frièrik Ofrein an ’t Kleine Brinkie, de Kloeze in de Heufdstroate, de Kloeze in Wittelte en Santing in Wapse daadwerkelijk zijn begonnen met autogeen lassen, want bij deze lasmethode wordt kebied gebruikt.
Het autogeen lassen dateert van na 1880. Voorstelbaar is dat deze lasmethode ongeveer 110 jaar geleden voor het eerst binnen de gemiente Deever werd toegepast. Omstreeks die tijd of later zal in de gemiente Deever met kebied scheet’n zijn begonnen. Dus deze traditie zal ongeveer een eeuw oud zijn. Voorstelbaar is ook dat het kebied scheet’n uit andere streken is overgenomen en niet in de gemiente Deever is uitgevonden..

In de naoorlogse periode van weinig geld en weinig vuurwerk kocht de jeugd tegen het oude jaar voor een paar kwartjes een klompe kebied bij de smid. Voor het gewone lichtere gebolder (geknal) maakten de jongens gebruik van goed afsluitbare blikken (bijvoorbeeld verfblikken), hoe beter het blik afsloot hoe harder de knal, maar een Buisman-blikje deed het ook wel een tijdje. Met een hamer en een spijker een gaatje in het midden van de onderkant van het blik slaan, een klontje kebied in het blikje, flink wat speeje (spuug) erbij, lid (deksel) op het blikje drukken, even schudden voor een goede gasontwikkeling, blikje onder de klomp, vuurtje bij het gaatje houden en boem. En dan doorgaan met het gebolder, totdat het blikje het begaf. Je was een soort van held voor tien minuten als je de grotere blikken vanuit de hand durfde te laten knallen.

Maar als de culturele verscheidenheid in Nederland mag worden vergeleken met de zeer rijke culturele verscheidenheid in een land, zoals Perú, dan is het in Nederland maar armoedig gesteld met het nog overgebleven immateriële culturele erfgoed.

This entry was posted in Aarfgood, Kebied skeet’n, Poasvuur sleep'm. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *