Category Archives: Snikke

De jeneverstüver gung hen en wièr over de Brogge

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van de 13 december 1978 stond het bericht Dieverbrug van de Dwingeler onderwijzer, schrijver en amateur-historicus Reinder Smit uit Lhee. In het bericht beschrijft hij aan de hand van een ansichtkaart de situatie an de Deeverbrogge in 1905.

Dieverbrug
Gezicht op Dieverbrug kort na 1900
We staan hier met onze rug naar Dwingelo en kijken we uit op de weg naar Diever. Links het wit geschilderde café-logement van Sjoert Benthem, dat als pleisterplaats diende voor de reizigers die met de snikke (trekschuit) reisden. De snikke voer tussen Meppel en Assen: voorts waren er nog de veerschepen, de marktschuiten en de pakschuiten, die een regelmatige dienst onderhielden tussen verschillende plaatsen. Nemen we daarbij nog de turfschepen en de vrachtschepen, dan zal duidelijk zijn, dat er sprake was van een druk scheepvaartverkeer op de Drentsche Hoofdvaart.
Later kwam de snellere tram, die een groot deel van het personenverkeer voor z’n rekening nam. De snikke was door deze vooruitgang gedoemd te verdwijnen.
Omstreeks de eeuwwisseling werden te Dieverbrug regelmatig maandmarkten gehouden, waar voornamelijk biggen werden verhandeld. Midden op de voorgrond zien we de ijzeren draaibrug. Rechts achter (in de gemeente Diever), de woning van de destijds zo bekende veearts Boerhave. Midden achter ligt tussen het geboomte de weg naar Diever verscholen. Geheel rechts is nog juist een hoge ‘vierkante, rechtop geplaatste houten balk te zien, waarvan een zelfde exemplaar zich aan de Dwingeler zijde van de Drentsche Hoofdvaart bevond: de functie van deze palen is ons niet duidelijk.
Tegenover het café-logement van Benthem stond aan de Dwingeler zijde het café van Warries. Van ‘de oude’ Sjoert Benthem en ‘de oude’ Warries is volgens overlevering bekend, dat beiden verzot waren op een borrel, en dat ze ‘de kunst’ verstonden, zich voor slechts één stuiver te bedrinken: zo kon het gebeuren dat op een goede dag Warries de brug overstak om bij Benthem een borrel te komen drinken: Warries betaalde zijn ‘consumptie’ met een stuiver, en keerde weer huiswaarts. Niet lang na zijn thuiskomst verscheen Benthem in de gelagkamer van Warries en bestelde een borrel, die met dezelfde stuiver werd betaald, waarmee Warries Benthem had betaald. Zo reisde de stuiver menigmaal per dag over de brug heen en weer. De geldbuidel bleef op die manier gesloten, maar de fles met jenever minderde wel van inhoud.
Wanneer de vorst inzette verschenen vele jonge lieden aan de kant van de Drentsche Hoofdvaart om te proberen of het ijs al wilde houden. Menigmaal moest een overmoedige waaghals de eerste schreden op het nog dunne ijs bekopen met een nat pak. Wie echter zonder kleerscheuren als eerste de overkant bereikte werd bij Warries ‘op de balk gescheven’: zijn naam werd dan met krijt op één der balken in de gelagkamer geschreven.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wijlen collega amateur-historicus Reinder Smit uut Lhee gebruikt in zijn bericht de naam Sjoerd Bentum: dit moet zijn Sjoert Benthem. De grote vraag is of Sjoert Benthem rond 1905 al eigenaar was van het café-logement of dat zijn vader dat nog was.
Reinder Smit zal het ongetwijfeld wel geweten hebben, maar hij vergat te vermelden dat de Drentsche Stoomboot Maatschappij (D.S.M.) in het begin van de twintigste eeuw met stoombootjes een dienst tussen Meppel en Assen onderhield. De redactie heeft in verschillende berichten aandacht besteed aan de D.S.M.
De redactie heeft in verschillende berichten ook aandacht besteed aan de stoomtramlijn van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (N.T.M.) tussen Meppel en Hijkersmilde langs de Drentse Hoofdvaart. De halte van de stoomtram an de Deeverbrogge was bij het café-logement.
Frederik Boerhave studeerde in 1888 af als veearts. Hij was veearts in Oosterwolde, maar vertrok in 1895 naar Staphorst en vandaar naar Dwingel en vestigde zich rond de eeuwwisseling an de Deeverbrogge in de gemiente Deever. Hij overleed op 14 juli 1913 op 47-jarige leeftijd an de Deeverbrogge.
Helemaal aan de rechterkant van de ansichtkaart is nog net de schoorsteen van de wolspinnerij van ondernemer Jan Frederik Hilkemeijer te zien.
De redactie kan zich niets anders voorstellen, dan dat de vijf kinderen op de brug de drie dochters en de twee zonen van Sjoert Benthem en Grietje Merk zijn.
De redactie is ook in het geheel niet bekend met de functie van de hoge vierkante, rechtop geplaatste houten balk, die aan de rechterkant van de ansichtkaart is te zien. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan hierover enige tekst en uitleg geven ?
De redactie heeft voor alle duidelijkheid een goede scan van een exemplaar van de in het bericht van Reinder Smit afgebeelde ansichtkaart toegevoegd aan dit bericht. 

Posted in An de Deeverbrogge, Café-Logement Sjoert Benthem, Snikke | Leave a comment

Ankomst van ut DSM-stoombotie an de Deeverbrogge

In het boekje An de Brogge – Geschiedenis van Dieverbrug in woord en beeld, dat de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever heeft uitgegeven ter gelegenheid van haar twintigjarige bestaan, wordt op bladzijde 75 summier aandacht besteed aan de Drentsche Stoomboot Maatschappij (D.S.M.).
De slordige vormgever van dit onvolprezen boekje heeft een grote kans laten liggen bijgaand afgebeelde prachtige zeldzame ansichtkaart van de aankomst van het stoombootje Assen II an de Deeverbrogge uit de richting van de Gowe in 1914 in zijn geheel op te nemen in het genoemde boekje.
An de Deeverbrogge werd aangelegd bij het café-logement van Sjoert Benthem. Hij staat helemaal aan de linker kant op de foto (de man mit ut sikkie). Het stoombootje uit de richting Assen arriveerde om ongeveer elf uur ’s morgens an de Deeverbrogge.
In plaats van de gehele afgebeelde prachtige zeldzame ansichtkaart (bij de verzamelaars zijn maar enige exemplaren bekend) in het boekje op te nemen, gebruikte de slordige vormgever een uitsnede uit deze ansichtkaart voor het vullen van de voorkant van dit boekje. De leden van de krimpende Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, is veel moois onthouden. De redactie van ut Deevers Archief wil de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief helemaal niets onthouden, integendeel.

Abracadabra-1513Abracadabra-1514Abracadabra-1515

Posted in An de Deeverbrogge, Ansichtkoate, Café-Logement Sjoert Benthem, D.S.M., Löswal, Snikke, Topstuk, Vervoer | Leave a comment

Wee goat mit de snikke hen de maarkt in Möppel

In het Nieuwsblad van het Noorden van 9 december 1896 verscheen het navolgende bericht over ervaringen met het vervoer per snikke van de Deeverbrogge hen Möppel.

Gemengd Nieuws.
Uit Drenthe’s Zuidwesthoek schrijft men aan de ‘Telegraaf’:
Drente is door natuur en menschen beide al zeer stiefmoederlijk bedeeld. De dorre heidevelden worden door een armoedige bevolking bewoond, die tracht van den schralen zandgrond nog te halen wat er van te halen is. En de noodige middelen om de producten van het land te vervoeren en het vee ter markt te brengen, zijn slechts in geringe mate aanwezig en vaak nog zeer primitief. In deze streken moet men zich nog behelpen met het vervoer per trekschuit, een vaartuig dat de bewoners van meer bevoorrechte oorden alleen nog uit de Camera Obscura kennen.
’t Is waar, er bestaat een dagelijksche stoombootdienst der Duitsche Stoomvaartmaatschappij. Hare booten, die geregeld vice-versa voorbij Smilde, Dieverbrug, Uffelte en Havelte tusschen Meppel en Assen varen, maken het mogelijk aan de bewoners deze streken iederen dag naar Assen of Meppel te komen en hunne goederen daarheen te zenden.
Maar wat voor het personenvervoer nogal lastig is, deze booten gaan zeer langzaam (moeten langzaam varen om de wallen der Drentsche Hoofdvaart niet te beschadigen) en, dit geldt ook voor het goederenvervoer, zijn erg duur. Onze boeren maken er dan ook zoo weinig mogelijk gebruik van. Wie op een niet-marktdag te Meppel moet wezen, en ieder onzer moet er zo nu en dan zijn, gaat per as (op een hortenden boerenwagen) of te voet.
Als het markt te Meppel is (Donderdag) echter gaan we met de trekschuit. We staan vroeg op, vroeg althans naar steedsche opvatting en hebben als we te Uffelte of Havelte wonen, keus uit vier trekschuiten, twee Dieversche en twee Uffelter ‘snikken’ (trekschuiten). Haasten we ons een goed plaatsje uit te zoeken, want als gewoonlijk zijn de ‘snikken’ meer dan vol, zoowel aan personen als goederen.
Wat ’n drukte in het vroege morgenuur. Boeren op klompen (de boer draagt altijd klompen, ’s zomers en ’s winters, op zon- en werkdagen), die varkens of geiten voortdrijven, boerinnen met oorijzers en witte muts, die manden met boter of eieren torsen, allen eenigszins gehaast om in de ‘snikke’ te komen. Als allen er op zijn, gaat het vooruit, natuurlijk bedaard, doodbedaard, zooals het ’n trekschuit past.
Laten we nu eens ’n kijkje in de schuit nemen. Op vier banken zitten de passagiers opeeengepakt. Geen wonder bij zo’n volte, dat het er na een half uur al benauwd wordt en dat veelen te Meppel met ‘heufdzeerte’ (hoofdpijn) aankomen. Men gaat er niet licht toe over een raampje open te zetten, want de plattelandbewoner vreest niets zoozeer als tocht. De meest verpestende atmosfeer is hem liever dan het gevaar van op den tocht te zitten. Opgeschoven ramen ziet men zelfs op snikheete zomerdagen slechts bij uitzondering.
Zo’n reisje per trekschuit is, vooral als men het reeds eenige malen meegemaakt heeft, verre van gezellig. Luister slechts waar die passagiers over redeneeren, die beide bejaarden in den hoek. De een beweert dat goede mest toch het ware is op het land, waarop zijn buurman bevestigend knikt.
Deze bewering is niet juist nieuw voor hem; vóór een halve eeuw was hij reeds van de waarheid ervan overtuigd. Een oud moedertje weidt lang en breed uit over de goedkoopte van de varkens, welke mededeeling voor hare toehoorders ook al geen nieuws bevat. Maar wie ter wereld zou in een trekschuit ook met wat nieuws voor den dag komen ? Toch heb ik eens een nieuwe stelling hooren te berde brengen, door een man met bakkebaardjes en laarzen. Hij was dus geen boer. Een boer heeft baard noch knevel en draagt geene laarzen. De man beweerde met kracht van woorden en gebaren (hij sloeg bij iederen zin met flinken slag op knie van zijn buurman), dat het liggen gaan van koren niet zooals de heerschende mening wil, het gevolg is van ‘geilheid’ (overmaat aan vruchtbaarheid), maar juist van gebrek aan voedsel. In de ‘snikke’ is men het altijd met elkaar eens, maar met iemand, die wat nieuws zegt, nooit. Een opgewekt debat volgde dan ook. Gelukkig, want dit verkortte den drie uren langen, anders eindeloos vervelende tocht.
Godsdienst-quaesties of politieke dito worden nooit besproken.  Eens hoorde ik ’n ouden boer beweren, dat die van Houten toch een flinke kerel was en dat de nieuwe kieswet … Maar de man praatte voor doove oren. Niemand interesseerde dit onderwerp. Er is maar ééne enkele zaak, die den boer belang inboezemt, dat is het boerenbedrijf. Al wat daar buiten ligt, is voor hem terra incognita en daar bemoeit hij zich niet mee.
Eindelijk zijn wij te Meppel, want zelfs een trekschuit komt ten slotte op de plaats harer bestemming.
Meppel is onze stad. Meppel is de plaats waar we onze producten en onze ‘diers’ (dieren) aan den man brengen. Meppel is ook de stad, waar we onze inkoopen doen. Veele huishoudelijke benodigdheden, kleederen, eetwaren (vleesch bijvoorbeeld) zijn op onze landbouwdorpen niet te krijgen of erg duur en slecht.
We zijn dan erg ingenomen met onze ‘snikken’, die ons den tocht naar Meppel mogelijk maken en zeer goedkoop zijn. Toch zouden we het oogenblik zegenen, dat we hier een tram kregen. Er is al eens over gepraat. En we hopen dus !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De schrijver van bovenstaand artikel probeert op enigszins negatieve manier de sfeer in de snikke te beschrijven tijdens het vervoer van mensen, dieren en goederen van de Deeverbrogge hen Möppel.
Desalniettemin nochthans evenwel had publicatie van dit verhaal in hoofdstuk 6 ‘Transport’ van het onvolprezen boekje ‘An de Brogge’, dat de heemkundige vereniging uut Deever in 2014 heeft uitgegeven ter gelegenheid van haar 20-jarig bestaan, niet misstaan.

In het artikel is sprake van Duitsche Stoomvaartmaatschappij, dit moet zijn Drentsche Stoomboot Maatschappij.
Op de afbeelding van de zwart-wit ansichtkaart uit 1906 ligt voor de löswal an de Deeverbrogge de snikke van waarschijnlijk Sjoert Benthem.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van ansichtkaarten op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 44 van het in 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige Gemeente Diever in oude ansichtkaarten, dat is samengesteld door een keur van vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maat de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Abracadabra-451

Abracadabra-449

Abracadabra-450

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Posted in An de Deeverbrogge, Ansichtkoate, Boek An de Brogge, Café-Logement Sjoert Benthem, Dreinse Heufdvoat, Snikke, Vervoer | Leave a comment

De snikke bee café-losement Sjoert Benthem

Dank zij het ondernemerschap van Sjoert Benthem, marktschipper, schipper, schuitenvoerder, tolgaarder, logementhouder en kroegbaas an de Deeverbrogge, zijn door hem in de tijd dat hij kroegbaas en logementhouder an de Deeverbrogge was een hele mooie serie ansichtkaarten van met name café-logement Dieverbrug en de omgeving daarvan uitgegeven.

Op deze ansichtkaart uit ongeveer 1914 is aan de linkerkant café-logement Dieverbrug te zien. In de vaart voor het logement ligt een snikke (die van Sjoert Benthem ?). Bij het logement staan twee vrouwen (Grietje Benthem-Merk en haar dochter Jantje Benthem ?). De brug is nog een draaibrug. In het rechts zichtbare huis woonde veearts Boerhave. In het rechts zichtbare huis heeft later een … Benthem gewoond. Roelof Stoker (Harrio) heeft hier ook gewoond. En ook zuster Broer heeft in het huis gewoond. Het huis is afgebroken, nadat zuster Broer met haar zoon Ludolf Wolter hen de Brinkstroate in Deever was verhuisd (in het jaar … ?).

Sjoert Benthem werd op 18 november 1864 geboren an de Deeverbrogge  (zoon van schipper Hendrik Benthem en Meika Roelfsema). Sjoert Benthem, toen van beroep marktschipper, trouwde op 5 mei 1886 op 21-jarige leeftijd met Grietje Merk, geboren te Zuidlaren; oud: 21 jaren; beroep: dienstmeid (dochter van Willem Richard Merk, beroep: rijksveldwachter, en Jantje Noorda, beroep: zonder). Sjoert Benthem overleed op 50-jarige leeftijd op 20 maart 1915 an de Deeverbrogge. Sjoert Benthem en Grietje Merk zijn begraven op de kaarhhof an de Grönnegerweg bee Deever.

De titel An de Deeverbrogge zou geen slechte titel zijn geweest voor het boekje dat een groepje Deeverbrogse dorpskrachten heeft samengesteld ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de heemkunduge vurening uut Deever. Het boekje kreeg echter de titel An de brogge – Geschiedenis van Dieverbrug in woord en beeld.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van mooie ansichtkaarten op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van het café-logement Dieverbrug ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 38 van het in september 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige gemeente Diever in oude ansichtkaarten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansichtkoate, Café-Logement Sjoert Benthem, Scheepvaart, Snikke | Leave a comment