Category Archives: de Ruiter de Wildt

Johannes Franciscus was gien schout-bee-naacht

Op 20 september 1983 schreef een achterkleinzoon (!) van Johannes Franciscus De Ruiter de Wildt, de grondlegger van het dorp Zorgvliet een brief aan een kleinzoon (!) van Lodewijk Guillaume Verwer, de ontwikkelaar van het dorp Zorgvliet.

Aan de heer mr. L.G. Verwer
(straat en woonplaats hier weggelaten)

Zeer Geachte Heer Verwer,

Hiernevens zend ik U, onder dankzegging terug, de ansichtkaart van het door mijn overgrootvader gebouwde landhuis en de fotocopie van een ansichtkaart, waarop zijn afgebeeld de vier bejaardenwoningen op de plaats alwaar het landbouwinstituut van de Maatschappij van Weldadigheid heeft gestaan met daarnaast het eenvoudige kerkje.
De tekst onder deze kaart “Een bakermat van Neerlands Zeehelden” houdt waarschijnlijk verband met het feit, dat in de periode 1831 tot en met 1840 van de 145 vertrokken leerlingen van het Instituut niet minder dan 57 jongens beroepsmilitair [1] werden, terwijl wellicht de afstamming van Johannes Franciscus de Ruijter de Wildt daarbij ook een rol heeft gespeeld.
In uw toespraak op 2 september j.l. in Zorgvlied hebt u voorts gezegd, dat mijn overgrootvader een gepensioneerde schout-bij-nacht is geweest, doch dit is diens broer Johan Willem de Ruijter de Wildt geweest.
Het beroep van Johannes Franciscus de Ruijter de Wildt in Oost-Indië was employé bij het agentschap van de factorij te Semarang van de Nederlandse Handelsmaatschappij.
Uit het artikel in de “Landbouwcourant” van 21 oktober 1869 (overgenomen uit de Purmerender Courant van 25 augustus 1869) is mij gebleken dat mijn overgrootvader veel ontginningswerk heeft verricht.

Ik wens U met Uw echtgenote een mooie vakantie op Rhodos toe.

Met vriendelijke groeten, mede namens mijn vrouw,
H.O.J. de Ruijter de Wildt
(straat en woonplaats hier weggelaten)

[1] F.W. Fabius. De Maatschappij van Weldadigheid, in hare werking, strekking en geldelijken toestand. Amsterdam, 1841, bladzijden 59 en verder.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In deze brief zet de achterkleinzoon (!) van Johannes Franciscus de Ruijter de Wildt het -ook onder Zorgvlieders, Zorgvlieters, Zorgvliedenaren, Zorgvlietenaren- wijdverspreide misverstand recht dat niet zijn grootvader, maar de broer van zijn overgrootvader schout-bij-nacht was. Dus dorpskrachten, leden van het plaatselijke filiaal van de heemkundige vereniging uut Deever, let op: Johannes Franciscus de Ruiter de Wildt was geen schout-bij-nacht !!

Wie kan de redactie helpen aan een digitale kopie van het bedoelde artikel uit de ‘Landbouwkrant’ ?
Bijgaand is te zien een afbeelding van een oude ansichtkaart van het armoedig uitziende ‘kleine kerkje’, zoals genoemd in de brief. Deze ansichtkaart is op 23 maart 1917 verzonden.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 189 een nogal bijgeknipte afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart opgenomen.

Posted in Ansigtkoate, de Ruiter de Wildt, Kattelieke Kaarke, Lodewijk Guillaume Verwer, Sint Anthonij Gasthuis, Zorgvliet | Leave a comment

Johannes Franciscus wol in de poletiek

Op 18 januari 1868 verscheen in de Provinciale Drentsche en Asser Courant het volgende bericht over de kandidatuur voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt.

Voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, wenschen wij de aandacht onzer medekiezers in Drenthe te vestigen op den heer J.F. de Ruijter de Wildt, wonende op het landgoed “Zorgvlied” in de gemeente Diever; een begaafd man met veel talenten, die gedurende een twintigtal jaren in verschillende residentiën en vooral in de binnenlanden van Java, in de gelegenheid was, de Indische toestanden en belangen van nabij te leeren kennen en beoordeelen, en wiens braafheid en vaderlandsliefde boven onzen lof is verheven.
Eenige kiezers in Drenthe

Aantekeningen van de redactie ut Deevers Archief
De redactie moet nog uitzoeken of Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt inderdaad volksvertegenwoordiger is geweest. 
Wellicht was Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt in zijn koloniale periode assistent-resident of misschien wel resident op Java. Een assistent-resident was in Nederlands-Indië de hoogste Nederlandse ambtenaar in een afdeling (assistent-residentie) van het plaatselijk bestuur, dat viel onder het Binnenlands Bestuur. Enige afdelingen samen vormden een residentie, met aan het hoofd een resident. Boven de resident stond de gouverneur-generaal, die Nederlands-Indië regeerde.

Posted in de Ruiter de Wildt, Zorgvliet | Leave a comment

Jacobus Franciscus lig bee de kaarke in Buil

Op de hof van de kerk van Buil (Boijl) in de buurt van Zorgvliet ligt landbouwondernemer Jacobus Franciscus de Ruiter de Wildt (geboren in Nieuwer Amstel, 20 december 1800, overleden in Deever (op Woater’n), den 25 november 1870) en stichter van Zorgvliet al meer dan honderd en vijftig jaar in de buurt van de kerk en de apart staande houten klokkestoel onder een grote brede deksteen begraven. Ruimte voor twee personen zou je zo zeggen. Echter zijn echtgenote jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfeldt ligt niet onder de grote brede deksteen, die hebben ze ergens in Arnhem begraven.
De muurtjes die de deksteen dragen zijn nog niet zo heel lang geleden opnieuw opgemetseld (door wie en voor wiens rekening ?). Op de hof van de kerk in Buil (Boijl) worden nog steeds mensen begraven. Zo hoort het ook. Dat kom je niet veel meer tegen. De redactie van ut Deevers Archief heeft beide hier afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op 11 april 2013.

Posted in de Ruiter de Wildt, Zorgvliet | Leave a comment

Jacobus Franciscus bedaagt de nème Zorgvliet

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 15 juni 2015 verscheen het bericht ‘ Nazaat Michiel de Ruyter is naamgever Zorgvlied’, geschreven door Lourens Loyenga.

Nazaat Michiel de Ruyter is naamgever Zorgvlied
Zorgvlied – Michiel de Ruyter was een tijdgenoot van de Stellingwerfse beroemdheid Peter Stuyvesant uit Peperga, De Engelse vloot dwong gouverneur Peter Stuyvesant in 1664 tot capitulatie van ‘zijn’ Nieuw Amsterdam. Het gebied werd in bezit genomen voor de hertog van York. De naam werd veranderd in New York. De Ruyter had dat weer ongedaan kunnen maken. De Ruyter slaagde er wel in gebieden in West-Afrika te heroveren. Het lukte hem niet om de bezittingen in Noord-Amerika te ontzetten, waardoor ‘Nieuw Amsterdam’ voortaan ‘New York’ heette.
Bij de première van de film werd onlangs actie gevoerd. Volgens de betogers was De Ruyter geen held, maar ‘de beschermheer van de Nederlandse slavenhandel’ en daarmee een koloniale ‘zeeschurk’. Dat was Stuyvesant dan in feite ook. Toen Stuyvesant de macht had verloren, mocht hij van de Britten uiteindelijk gedurende de oorlog met de Engelsen ruim zes jaar in rust en vrede leven in New York. Hij woonde op zijn boerderij van 25 hectare even buiten de snel groeiende nederzetting, bijgestaan door niet minder dan vijftig negerslaven. Het heeft nooit een smet op zijn naam opgeleverd of het oprichten van een standbeeld in de weg gestaan. Ook niet dat hij Luthersen, Baptisten, Joden en Quakers zonder genade vervolgde.

Handel in suiker
Nederland verdiende in die tijd heel veel geld met de handel in suiker. Om suiker te maken had je heel veel arbeiders in het veld nodig. Daar werden slaven voor gebruikt. Deze dirty business past niet in het geromantiseerde en geïdealiseerde (film)beeld van De Ruyter en dus ook van Peter Stuyvesant. Overigens, toen De Ruyter in 1644 met Nederlandse slaven werd geconfronteerd, aarzelde hij niet hen vrij te kopen.
Eén van die nazaten van de beroemde admiraal, en nu ook filmheld. Michiel de Ruyter was de in Boyl begraven achter-achter-achter-achterkleinzoon Jacobus Franciscus de Ruyter de Wildt. Hij is een zoon van de gewezen priester en wijnkoper Jacobus de Wildt. De naam De Ruyter liep na drie huwelijken verder via de vrouwelijke lijn van zijn drie kleindochters, Jacobus is via Neeltje Engels, de tweede echtgenote van Michiel de Ruyter, een nazaat van hem.
Op 23 september 1817 werd bij Koninklijk Besluit van Willem I toestemming verleend om ‘De Ruyter’ toe te voegen aan de familienaam ‘De Wildt’. Ook De Ruyter’s wapen werd toegevoegd aan dat familiewapen.
Deze Amsterdammer Jacobus Franciscus de Ruyter de Wildt (1809-1870) was tientallen jaren als ambtenaar op Java werkzaam (employé bij het agentschap van de factorij te Semarang van de Nederlandse Handelsmaatschappij). Hij ontmoette daar ook Henriette Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt, met wie hij in 1837 trouwde. Hij had een broer, Johan Willem de Ruyter de Wildt (1812-1894) die -geheel in de familietraditie- schout-bij-nacht was. De broers zetten zich in 1841 samen in voor de oprichting van een standbeeld voor Michiel de Ruyter.
In 1860 kocht Jacobus Franciscus 860 bunder land in Klein Wateren van de Maatschappij van Weldadigheid, die in geldzorgen verkeerde. De Maatschappij had tussen 1823 en 1859 in Wateren het instituut voor de landbouw, één van de eerste landbouwscholen van ons land, bedoeld als een interne ‘kweekschool’. Het landbouwinstituut werd ook door De Ruyter de Wildt gekocht.
Op de nieuw aangekochte grond liet De Ruyter de Wildt een huis bouwen. Daarvoor werden 250.000 stenen van Willemsoord naar Zorgvlied gebracht, met paard en wagen over deels bijna onbegaanbare zandpaden. Niet alle paarden overleefden de krachtinspanning. De gronden rond de villa werden in 1862 door De Ruyter de Wildt in een advertentie al aangeduid met Landgoed Zorgvliet, zoals blijkt uit een advertentie in de Leeuwarder Courant van 18 september 1862.
Er kan dus geen discussie meer zijn over wie de naam Zorgvlied heeft ingevoerd. In 1862 betrok de familie ook nog een huize Zorgvliet bij Noordwolde. Dat imposante herenhuis werd slechts acht jaar door De Ruyter de Wildt bewoond. In die periode werd veel heide van zijn landgoed ontgonnen. Zelfs de Maatschappij van Weldadigheid was in het jaarverslag van 1866 diep onder de indruk over wat er in Zorgvlied ‘in weinigen jaren’ gepresteerd was en schreef over grasrijke weiden, vruchtbare akkers, aangename dreven en weelderige bossen op de plek waar eerst alleen heide was.

Ondernemingsgeest
Drenthe mocht volgens de Maatschappij trots zijn op de ondernemingsgeest van De Ruyter de Wildt, die kosten noch moeite had gespaard. Dat landgoed was volgens de Drentse en Asser Courant in 1869 nog zo’n 500 hectare: 70 hectare bos, 13 hectare bouwland, 30 hectare weidegrond en de rest heide. Volgens ditzelfde artikel waren in de villa ‘onderscheidende voorwerpen te zien die aan de admiraal hadden toebehoord’. Jacobus de Ruyter de Wildt bezat inderdaad familiepapieren, documenten, portretten, schilderijen, andere roerende goederen van de zeeheld Michiel de Ruyter, want die werden na zijn overlijden op 25 november 1870 door de notaris en erfgenamen toegewezen aan zijn broer Johan Willem. Die besloot schilderijen en portretten aan het rijk te verkopen vanwege de hoge kosten voor berging en restauratie.
De villa en de landgoederen Zorgvliet en Groot-Wateren werden door de familie voor samen zo’n 169.000 gulden op 14 september 1871 verkocht aan Gerardus Frederik Enger, geboren in 1830 in Semarang Oost-Indië, toen woonachtig in Arnhem. Deze was actief als landverhuurder. Het landgoed Zorgvlied (in de advertentie gespeld met een ‘d’) was 500 hectare groot en lag in de gemeenten Diever en Vledder. In april 1879 meldde de Javabode de terugkeer van Enger, die in 1880 op Java de suikerfabriek Tjebogan stichtte. Hij overleed in 1908 in Den Haag.

Lodewijk Guillaume Verwer
Op 1 juni 1879 kochten de rijke idealistische Leeuwarder advocaten Julius en Lodewijk Guillaume Verwer het landgoed Groot en Klein Wateren, alsmede Zorgvliet. Het is vooral Lodewijk Guillaume Verwer die het dorp van maar negen gezinnen (vijftig gezinsleden) onder de naam Zorgvlied verder ontwikkelde. Verwer haalde arme katholieken, speciaal uit Brabant en Limburg, over om  een beter bestaan op te bouwen in Zorgvlied. Een Roomse versie van het werk van de Maatschappij van Weldadigheid met vanaf 1880 kerkdiensten in een kapel in de villa. Daarom werd ook in 1884 de parochie door de aartsbisschop van Utrecht gesticht en een bijgebouw van de villa omgebouwd tot kerk. [De echte kerk komt er pas in 1923.] In 1887 volgende een Noordelijke Hypotheekbank (pand Aurora Dorpsstraat), een sigarenfabriek en stoomzuivelfabrieken in Elsloo en Steggerda.
Het liep echter allemaal anders dan de ondernemende Verwer zich had voorgesteld. Alleen wat kleine boeren toonden interesse. Friese boeren braken hun woningen in Friesland af en bouwden deze weer op in Zorgvlied en Wateren. Na een sukkelend bestaan vertrokken ze dan meestal weer na enige jaren. Met de industrie lukte het al evenmin. Hij zocht tabaksplanters met kinderrijke gezinnen. De sigaren- en klompenindustrie maakten een korte opgang en een snelle neergang mee. Er stond een veel te grote kerk en een veel te grote school. Tijd om van Zorgvlied een bloeiende parochie te maken, kreeg Verwer niet. Hij overleed op 8 november 1910. In de rouwadvertentie stond overigens weer ‘Zorgvliet’. Verwer liet een gehalveerd landgoed van 250 hectare na met drie villa’s, diverse boerderijen en huizen erop, weides en bouwlanden en wandelbossen.

Brand
In 1905 ging bij een enorme brand 40 hectare bos verloren en wisten soldaten nog net het dorp te redden. Van 1913 tot 1919 was ‘Castra Vetera’ onbewoond. Frederik Wilhelm Ackermann kocht het landgoed in 1919. In 1938 – na de dood van de echtgenote van Ackermann – werd het landgoed van nog maar 40 hectare (was dus ooit 860 hectare) onder de nieuwe naam ‘Castra Vetera’ voor ruim 17.000 gulden doorverkocht aan de familie Pasman uit Den Haag. Deze familie sloopte het vervallen herenhuis. Ackermann werd opzichter rijks werkverschaffing. De inboedel van Castra Vetera werd door Ackermann in 1942 geveild. Ackermann verkocht niettemin in 1952 nog hout uit ‘de bossen van Castra Vetera’.
De impact van Jacobus de Ruyter de Wildt als naamgever van het dorp Zorgvlied is dus relatief groot. En was de zeeheld Michiel Adriaanszoon de Ruyter nooit geboren, dan had het dorp Zorgvlied met die naam vermoedelijk nooit bestaan. Er is een laan naar Jacobus de Ruyter de Wildt vernoemd.
De vraag waarom hij in Boijl begraven ligt, is historisch gezien nog nooit beantwoord. Zorgvlied viel immers onder Diever. Misschien ging hij in Boijl naar de kerk. Zijn (jonk)vrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth is na haar overlijden in 1886 in Arnhem niet bijgezet in het imposante deels dus lege graf vlabbij de klokkenstoel. Ze lieten drie zonen na: Jacobus Nicolaas, Willem Jan en Alexander, de latere burgemeester van Smilde.
De twaalfde generatie na Michiel de Ruyter, marineofficier Frits de Ruyter de Wildt, hielp actief mee aan de speelfilm. Zo heeft hij vol trots georganiseerd, dat in de rouwstoet ruim 30 nazaten figureerden. Hij is voorzitter van de Stichting Michiel de Ruyter, die waakt over de nagedachtenis van de zeeheld. Het archief De Ruyter is via hem in 2013 in zijn geheel ondergebracht bij het Nationaal Archief, dat ook al het deel had dat eerder door de familie was verkocht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het artikel van Lourens Loyenga is sprake van een speelfilm.
De grote vraag is natuurlijk om welke speelfilm het gaat.
In de paragraaf ‘Brand’ staat de zin: Van 1913 tot 1919 was ‘Castra Vetera’ onbewoond.
De naam ‘Castra Vetera’ is niet juist, dit moet zijn ‘Huize Zorgvliet’. De nieuwe bewoner Frederik Wilhelm Ackermann gaf de villa de naam ‘Castra Vetera’.
De in het bericht getoonde afbeelding van Huize Zorgvlied/Castra Vetera is gekopieerd van een ansichtkaart die in het begin van de twintiger jaren van de vorige eeuw is uitgegeven

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds graag artikelen uut de gemiente Deever op papier leest, kan het hier opgenomen artikel ook ten zeerste lezen in hoofdstuk 4 Zorgvlied op de bladzijden 178, 179, 180 en 182 van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven boek Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever, het Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto van het graf van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt op de kaarkhof van Boijl (Buil) gemaakt op 4 april 2013.

Posted in de Ruiter de Wildt, Landgoed Groot en Klein Wateren, Landgoed Zorgvliet, Lodewijk Guillaume Verwer, Maatschappij van Weldadigheid | Leave a comment

De ièste boer op ut laandgood Zorgvliet op Woater’n

In de Leeuwarder Courant verscheen op 19 september 1862 de volgende advertentie (afbeelding 1).

Bedrijf-boer
Op zeer voordeelige voorwaarden wordt op het Landgoed Zorgvliet, te Wateren, gemeente Diever gevraagd: Een bedrijf-boer gevraagd, gehuwd, liefst zonder kinderen, van de P.G., geschikt om aan het hoofd eener aanzienlijke boerderij te staan en tevens bekwaam in al het werk, Landbouw, Veefokking en Melkerij betreffende, en de Vrouw de Zuivelbereiding ten volle verstaande, en zulks op zeer aannemelijke voorwaarden. Die hierop gading maken, gelieven zich, zoo spoedig mogelijk, liefst in persoon of wel bij vrachtvrije brieven, aan te melden, met overlegging der noodige bewijzen van eerlijkheid, vlijt en geschiktheid, bij den ondergeteekende eigenaar van bovengenoemd Landgoed, J.F. de Ruijter de Wildt.

In het Nieuw Dagblad van ‘s-Gravenhage verscheen op 1 oktober 1862 het volgende bericht (afbeelding 2)

Uit Diever, (Drenthe), berigt men ons, van 29 dezer:
Op het landgoed Zorgvliet, te Wateren, onder deze gemeente, werd door den eigenaar, den heer J.F. de Ruijter de Wildt, een bedrijf-boer gevraagd, gehuwd, liefst zonder kinderen, geschikt om aan het hoofd eener aanzienlijke boerderij te staan en tevens bekwaam in al het werk, landbouw, veeteelt en melkerij betreffende, de vrouw dei zuivelbereiding ten volle verstaande, en zulks op zeer aannemelijke voorwaarden. Er hebben zich hiervoor 134 sollicitanten (gehuwde paren) aangegeven, waaruit een 20tal is geformeerd, om daaruit eene keuze te doen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het mag duidelijk zijn dat voor de vacature van bedrijf-boer-en-boerin grote belangstelling was.
Wat de naam is van de eerste boer en de boerin op de eerste boerderij van het landgoed Zorgvliet is bij de redactie nog niet bekend. En waar de betreffende boerderij staat of stond, dat is bij de redactie ook nog niet bekend.
Het mag duidelijk dat Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt de bedenker is van de naam Zorgvliet. Of heeft hij de naam Zorgvliet overgenomen van Jacob Cats, die tweehonderd jaar eerder het Catshuis liet bouwen ? Of heeft mevrouw de hoogwelgeboren jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt de naam Zorgvliet bedacht ?
De naam Zorgvliet is later in gebruik geraakt als naam voor het deel van Wateren, dat nu het dorp Zorgvliet is.
Dus om Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt of mevrouw de hoogwelgeboren jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt niets te kort te doen, is de juiste schrijfwijze Zorgvliet en niet Zorgvlied.  

Afbeelding 1
In de Leeuwarder Courant verscheen op 19 september 1862 de volgende advertentie.

Afbeelding 2
In het Nieuw Dagblad van ‘s-Gravenhage verscheen op 1 oktober 1862 het volgende bericht.

Posted in de Ruiter de Wildt, Landgoed Zorgvliet | Leave a comment

Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth is overlee’n

In de Leeuwarder Courant van 7 december 1886 verscheen het volgende bericht van overlijden van jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt.

Op den 3en December 1886 overleed te Arnhem, in den ouderdom van 66 jaren, mijne geliefde Moeder Jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt, Weduwe van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt.
Arnhem, 6 December 1886. Mr. A. de Ruijter de Wildt. Volstrekt eenige en algemeene kennisgeving.

Aantekeningen van de redactie van ut Dievers Archief
De koloniaal Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt leerde zijn vrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt kennen in de kolonie Nederlands Indië. Zij werd geboren op 19 december 1819 in Semarang. Zij was een dochter van Jonkheer Otto Carel Holmberg de Beckfeldt (geboren op 8 juli 1794 te Culemborg, overleden in 1857) en Henriëtte Marie Claire Smissaert (geboren 20 januari 1802, overleden op 13 augustus 1832).
Bij Koninklijk Besluit van 31 december 1838 werd de uit lage Zweedse adel afstammende Otto Carel Holmberg de Beckfelt in de Nederlandse adelstand opgenomen.
Het overlijdensbericht werd geplaatst door haar zoon mr. Alexander de Ruijter de Wildt (geboren op 2 juni 1841 te Semarang, Nederlands Indië, overleden op 3 januari 1913 in Arnhem), die toen burgemeester op de Smilde was.
Jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt zal zo’n kleine tien jaar op Zorgvliet hebben 
gewoond. Na de verkoop van het landgoed Zorgvliet in 1871 verhuisde ze naar Arnhem.
Dat in het landhuis Zorgvliet een adellijke dame woonde, weliswaar niet afkomstig uit hoge landadel, maar uit laag stedelijk patriciaat, kan er toe hebben bijgedragen dat het statige landhuis in de volksmond de naam ‘het Kasteel’ kreeg.


Posted in de Ruiter de Wildt, Overlijdensbericht, Zorgvliet | Leave a comment

Un tiekening van ut huus Zorgvliet op Woater’n

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag afbeeldingen van schilderijen en tekeningen en etsen van objecten in de gemiente Deever. De redactie heeft al heel wat afbeeldingen van schilderijen en tekeningen en etsen opgenomen in ut Deevers Archief. Maar hoe meer afbeeldingen van schilderijen en tekeningen en etsen van objecten in de gemiente Deever de redactie in ut Deevers Archief kan tonen, hoe liever het hem is.
In de collectie met de naam ‘Collectie Topografische Foto’s’ van het Drents Museum en aanwezig in het Drents Archief  in Assen is bijgaand afgebeelde en begin 1900 gemaakte fotografische reproductie (nummer DM3202488) van een tekening van Huize Zorgvliet op Woater’n aanwezig. De redactie zou wel bijzonder graag willen weten of de originele tekening bewaard is gebleven en zo ja waar deze is.
De kunstenaar H.P.L.G. de Kruijff heeft deze tamelijk amateuristisch aandoende tekening in 1867 gemaakt. Wellicht deed hij dat in opdracht van Jacobus Franciscus de Ruiter de Wildt, de eigenaar van Huize Zorgvliet. Die was zelf ook een verdienstelijk amateur-kunstschilder.
De redactie weet niet of de kunstenaar H.P.L.G. de Kruijff in 1867 zijn tekening ter plekke heeft gemaakt of gebruik heeft gemaakt van de bouwtekeningen en dan met name de tekening van de voorgevel en dat hij de rest van de tekening er bij heeft verzonnen.
Wel schijnt het zo te zijn geweest dat Jacobus Franciscus de Ruiter de Wildt bij de aanleg van het landgoed Zorgvliet gebruik heeft gemaakt van de lanen, bosschages en percelen met onder andere fruitbomen, die door de Maatschappij van Weldadigheid zijn aangelegd.
De redactie verwijst voor enig vergelijkingsmateriaal naar een foto van Huize Zorgvliet.

De redactie vervangt zo nu en dan voor de verandering ut kopplaètie van ut Deevers Archief.
Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht een uitsnede van deze afbeelding wel geschikt als kopplaètie voor deze webstee, aarzel dan niet een goede scan van deze afbeelding naar de redactie te sturen.
Als jij vind dat een getoond kopplaètie te lelijk is als kopplaètie van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening aan de redactie kenbaar te maken.
Als jij een reeds getoond kopplaètie graag nog een keer als kopplaètie van ut Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit aan de redactie kenbaar te maken.
De redactie heeft de hier afgebeelde uitsnede van de tekening van Huize Zorgvlied op 14 juni 2023 geplaatst als kopafbeelding van ut Deevers Archief.

Posted in de Ruiter de Wildt, Huize Zorgvliet, Kopplètie, Kuunst, Tiekening | Leave a comment

Olde spull’n van Migieltie op Zorgvliet

In het Leidsch Dagblad van 9 januari 1913 verscheen het volgende verrassende bericht over de nazaten van admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruijter.

Mr. A. de Ruijter de Wildt
Naar aanleiding van het bericht van overlijden van mr. A. de Ruijter de Wildt, mag in herinnering worden gebracht, dat deze een van de nakomelingen was van den grooten zeeheld.
In een levensbeschrijving van De Ruijter werd in ‘Levensberichten van Zeeuwen’ medegedeeld, dat op de tentoonstelling in 1870 te Middelburg aanwezig waren tal van voorwerpen van De Ruijter afkomstig, berustende bij den heer Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt, te Diever, afstammeling van Alida, de oudste dochter van den admiraal, eerst in kinderloozen echt gehuwd met Johan Schorer en daarna met den predikant Thomas Potts, aan welke nakomelingen bij koninklijk besluit van februari 1817, vergunning werd verleend, om den naam en het wapen van De Ruijter aan te nemen.
Onder de voorwerpen bij die familie bewaard, werd ook in eere gehouden een met edele stenen bezette koammando-staf van schildpad door den Koning van Spanje aan den admiraal geschonken; een kostbaar rapier met gevest van bloedkoraal; een scheepshouwer met zilver handvat door De Ruijter gewoonlijk gedragen, en een Turksche sabel in 1655 verkregen na een gevecht met een roover bij Salee.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Dus eigenlijk had de op de kerkhof van Buil begraven ex-koloniaal Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt (hij was employé bij het agentschap van de factorij te Semarang van de Nederlandse Handelsmaatschappij in Nederlands Indië) gewoon de achternaam Potts of Pietersen of Jansen moeten hebben, maar mochten de nazaten van de admiraal zich na februari 1817 legaal De Ruijter noemen. De contacten van de nazaten van de admiraal in het ambtelijke en politieke Haagse circuit moeten wel erg goed zijn geweest om zo’n privilege voor elkaar te krijgen. Is er dan nog een koninklijk besluit aan te pas gekomen om ook de tweede achternaam De Wildt (of was het De Wild ?) blijvend aan de eerste nep-achternaam te mogen plakken ? Of was dat op eigen initiatief van de familie ? Klinkt erg voornaam en heldhaftig: de Ruijter de Wildt.
De voorkant van het gelijk an de aandere kaante van de bos vond die ‘ij’ (ij met puntjes) niet voornaam genoeg, want gaf een laan op Zorgvlied de naam ‘de Ruyter de Wildtlaan’, dus met ‘y’ (y zonder puntjes).
Het moet de leden van de historische werkgroep ‘Oude-Willem-Groot-en-Klein-Wateren-Zorgvlied’ wel een kick geven dat in het landhuis Zorgvlied ooit zeker meer dan 50 voorwerpen van admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruijter aanwezig zijn geweest. Dat kan bij een historische wandeling bij de standplaats van het landhuis mooi als ‘annekkedote’ worden verteld.
Wellicht zijn deze voorwerpen ter plekke nooit aan de nederige hardwerkende bescheiden bevolking van Groot- en Klein Wateren getoond.
De zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief kunnen de voorwerpen gelukkig wel zien. En wel in de zalen 0.7, 0.9, 0.12 en 0.123 van het Rijksmuseum in Amsterdam.

Abracadabra-1591

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, de Ruiter de Wildt, Zorgvliet | Leave a comment

Vukoop van Klein en Groot Woater’n en Zorgvliet

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 16 september 1871 het volgende bericht over de verkoping van het  landgoed Klein- en Groot Wateren en het landgoed Zorgvlied. 

Westhoek van Drenthe, 15 september
Die dagbladen leest en de advertenties niet onopgemerkt voorbijgaat, zal misschien wel de aandacht gevestigd hebben op de belangrijke verkoopingen van gronden, die in de laatste weken geannonceerd zijn.
Tot de meest uitgebreide verkoopingen behoorde voorzeker die van Klein- en Groot Wateren en Zorgvlied, respectievelijk in eigendom behorende aan de h.h. van Gelder van Delft en wijlen de Ruijter de Wildt, wiens familie het landgoed nog bewoont.
Deze goederen zijn te zamen ongeveer 1400 hectaren groot en grootendeels gelegen onder de gemeente Diever.
Vóór 1859 behoorden zij in eigendom aan de Maatschappij van Weldadigheid en was er het opvoedings-instituut gevestigd van een 70tal jonge lieden uit de koloniën dier Maatschappij, welke daar een meer speciaal onderwijs ontvingen in den landbouw en aanverwante vakken.
Sedert die 12 jaren hebben er veranderingen en verbeteringen plaats gevonden, waardoor het oude instituut te Wateren en annexen bijna niet te herkennen is.
Vele gebouwen, waaronder een fraai heerenhuis, boerenwoningen en schapenstallen zijn er gebouwd, wegen en bosschen aangelegd, bouw- en weiland aangemaakt, ’t geen niet weinig tot de welvaart der arbeidende klasse in deze streken bijgedragen heeft.
De heer Enger van Arnhem was kooper van Groot- en Klein Wateren; het verheugt ons te kunnen melden dat ook Zorgvlied thans zijn eigendom is.
Hebben de h.h. de Ruijter de Wildt en van Gelder veel bijgedragen om de arbeidende klasse in den winter werk te verschaffen, er bestaat hoop dat ook de heer Enger dit voetspoor zal volgen.
Onze Drentsche heidestreken zijn helaas nog maar te onbekend en wachten slechts op kapitaal, maar ook op kennis om voordeelig geëxploiteerd te worden. Veel mislukkingen zijn te wijten aan het ontbreken van een of beide dier factoren. Dat het den heer Enger gegeven zij door de vereeniging van beiden een goed geheel te vormen, wordt in deze streken hartelijk gewenscht.
De koopsom van Klein- en Groot Wateren bedroeg plusminus f. 100.000, die van Zorgvlied (met inbegrip van het kapbare houtgewas) is ongeveer f. 73.000.

Posted in de Ruiter de Wildt, Huize Zorgvliet, Landgoed Groot en Klein Wateren, Landgoed Zorgvliet, Maatschappij van Weldadigheid | Leave a comment

Laandgood Castra Vetera op Zorgvliet wöd vukogt

De heemkundige werkgroep Zorgvliet-Groot-en-Klein-Wateren-Oude-Willem helpt tegenwoordig mee met het vullen van het blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever (an de aandere kaante van de bos). In Opraekelen 12/3 (september 2012) werd daarvoor gebruik gemaakt van het volgende artikel ‘Het landgoed Castra Vetera te Zorgvlied’ dat op 25 maart 1938 verscheen in het Nieuwsblad van Friesland (Hepkema’s Courant). 

Even over de grens tusschen Friesland en Drenthe ligt het aardige dorpje Zorgvlied. Van verre is het al te herkennen aan den rijzigen toren van de Rooms-Katholieke kerk en het hooge gebouw Castra Vetera.
Komen we uit de richting Elsloo, dan ligt aan onze rechterhand het uitgestrekte, plm. 40 H.A. groote landgoed. Zuidelijk sluiten de Staatsbosschen bij de bosschen, die bij het landgoed hooren, aan. Veel vacantiegangers zullen op hun doorreis naar Appelscha of Diever de groote, massale villa wel hebben opgemerkt en misschien hebben ze zich wel eens afgevraagd, hoe men men er toch toe heeft kunnen komen, om in zoo’n kleine plaatsje zoo’n groot heerenhuis te bouwen. Daar het heele landgoed en de villa a.s. dinsdag verkocht zullen worden, leek het ons wel interessant, om eens iets meer van Castra Vetera te weten te komen. Daarom hebben we een dezer dagen den tegenwoordigen eigenaar van het landgoed, den heer F.W. Ackermann, eens opgezocht en hij was dadelijk bereid het een en ander te vertellen.
Direct bij het binnentreden van de villa werden we getroffen door de groote gang met de marmeren vloer. Aan de wanden zagen we een tiental opgezette hertekoppen en tal van andere jachttropheeën. Daartusschen hangen enkele oude wapens, zooals krissen, dolken, sabels, die getuigden van de liefhebberij voor de jacht van de eigenaar.

De geschiedenis
De naam Castra Vetera herinnert ons aan een Romeinse nederzetting in de buurt van Emmerich (Duitsland). Dit gebouw zouden we dan ook best met een vesting kunnen vergelijken. Van buiten lijkt het één massale steenklomp, van binnen ziet alles er ook hecht en solide uit. De vloeren bestaan uit heel dikke planken, waaronder lange eiken balken, die een doorsnee hebben van 30 bij 30 cm. Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen, met daarboven een zeer ruime zolder. Vanaf den beganen grond is het plm. 15 meter hoog. Boven op het platte dak staande, heeft men een prachtig vergezicht en ‘kan bij helder weer de toren van Steenwijk en de belvedère in Oranjewoud worden waargenomen’. Als bijzonderheid menen we te moeten vertellen, dat het Duitsche luchtschip Graf Zeppelin op zijn tocht over Nederland mede Castra Vetera als orieënteeringspunt gebruikte. Vóór het huis is een bordes en rechts bij de hoofddeur is een looden gevelsteen aangebracht met de naam van den bouwer J.F. de Ruyter de Wildt, die het plm. 1850 bouwde. Deze heer kwam toen als gepensioneerde Schout bij Nacht uit Indië en vatte het plan op, temidden van de heide een heerenhuis te bouwen.

Uit den naam zien we ook al wel, dat genoemde heer een verre nakomeling van den bekenden Michiel Adriaansz. de Ruijter was. Hij bracht niet alleen den naam mee, maar ook enkele erfstukken van zijn voorvaderen. Nadat deze voorwerpen een poos op Castra Vetera waren geweest, werden ze afgestaan aan het Rijksmuseum te Amsterdam.

Het bouwen leverde vele moeilijkheden op: zoo moesten bijvoorbeeld de benoodigde steenen (ongeveer 250.000) vanuit Willemsoord naar Zorgvlied worden vervoerd. Dit gebeurde met paard en wagen langs de moeilijk begaanbare zandwegen en de paarden hadden het tijdens den langen tocht zwaar te verantwoorden. Zelfs moesten enkele het met den dood bekoopen. Vooral de lange balken leverden bij het transport vele moeilijkheden op.

Tezelfder tijd werd ook een aanvang gemaakt met het ontginnen van de heide. In het jaar 1861 werd de familie Verwer eigenares vaan het landgoed, alsmede van groote delen van het tegenwoordige Wateren. Vooral van den heer L.G. Verwer ging veel initiatief uit en in die dagen werd de ontginning met kracht voortgezet. Een hondertal arbeiders hielp mee bij dit reusachtige werk. Enkele dezer kwamen heel uit Noordwolde loopen en na een harden dag werken hadden ze slechts 30 cent verdiend. Aan dezen heer was het ook te danken, dat in Zorgvlied een zeevaartschool verrees (midden op de heide!!), een bankgebouw kwam en mede gaf hij een krachtigen stoot tot de oprichting van de tegenwoordige zuivelfabriek De Drie Gemeenten. In 1997 werd deze fabriek opgericht onder den naam van Zorgvliedsche Natuurboterfabriek. Deze fabriek was de eerste in den Zuidoosthoek van Friesland, spoedig gevolgd door die van Steggerda en Oosterwolde. Vlak voor 1900 beleefde Zorgvlied zijn glorietijd!

Tegenwoordig is van de zeevaartschool nog over de rij huizen naast de nieuwe Roomsch Katholiek kerk en enkele leegstaande villa’s wijzen op de vergane glorie van Zorgvlied.

Van 1913 tot 1919 was Castra Vetera onbewoond en het bijbehoorende boschcomplex werd aan de natuur overgeleverd. Houthakkers e.d. vernielden zooveel van de aanplantingen en de woning, dat het eens zoo trotsche landgoed er als een wildernis uitzag en het huis veel had van een ruïne. ‘Toen ik in 1919 met mijn vrouw en twee jongens hier kwam’, aldus onze zegsman, ‘was er bijna geen ruit meer heel. De schoorsteenen hingen scheef en het heeft me honderden guldens gekost om alles weer in orde te maken. Het was net, alsof ook Nederland had deelgenomen aan den wereldoorlog en Castra Vetera was gebombardeerd. Toen had ik ook wel een bordje kunnen maken met de woorden Ruïne Castra Vetera. Bij de plaats Emmerich staat ook een dergelijk bordje, maar dit verwijst naar het werkelijke Castra Vetera.’

Het heele huis werd gerestaureerd en met forsche hand werd begonnen de wildernis te veranderen in een gecultiveerd bosch; nieuwe boomen werden geplant en diverse paden aangelegd. Heel oude, dikke boomen (enkele hadden een doorsnee van anderhalve meter) werden met behulp van Duitsche springstoffen, die oorspronkelijk voor Turkije bestemd waren, gerooid. Geleidelijk werd nu een boschcomplex aangelegd, waarbij enkele jongens van de stichting Kinderzorg, waarop de heer Ackermann het toezicht had, behulpzaam waren. Bij het aanplanten van nieuwe boomen had men veel last van de konijnen en daarom werd een 4 kilometer lange afrastering aangebracht, om de knagers te weren. In den loop der jaren is er nu een oppervlakte van ongeveer 20 H.A. bosch aangelegd en met den heer Ackermann hebben we alles eens op ons gemak bekeken. Het heele boschcomplex met zijn talrijke kronkelpaden zag er prachtig verzorgd uit. Op enkele plaatsen ontwaarden we te midden der sparren aardige veldjes met tulpen.

Nadat we een twintig minuten hadden geloopen, zagen we plotseling midden in het bosch een zwembad! Het bleek hier een grootsch opgezet plan te zijn voor den aanleg van een soort natuurbad, hetwelk echter door den plotselingen dood van Mevrouw Ackermann, geboren Hahne, niet heelemaal was voltooid. Over een oppervlakte van 3000 m2 was alle grond weggegraven en zoodoende was het bassin verkregen. De vrijgekomen aarde was aan den kant opgeworpen tot een grooten heuvel van plm. 10 m. hoogte en hierop staande heeft men een prachtig uitzicht over het geheel. Midden in het bad is een geul gegraven van 3 m. diepte en overigens is het er 1,50 m. diep. Zelfs een kinderbad en een strand ontbreken niet. Wanneer we nu nog meedeelen, dat er helder water is en de heele zwemgelegenheid is omringd door bosch, kunnen we gerust zeggen, dat we hier met een fraai natuurbad hebben te doen. Vele bezoekers en vooral jongens, die in de leegstaande pastorie, een buitencentrum van de Katholieke Jeugdvereeniging De Jonge Wacht, verblijf hielden, maakten reeds druk gebruik van deze schitterend gelegen zwemgelegenheid, die bereikt wordt langs slingerpaadjes.


Op den terugweg naar Castra Vetera ging het langs een anderen weg. Natuurliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen. Primitieve bruggetjes en talrijke kronkelpaadjes vormen met het lage struikgewas en opgaande geboomte een prachtig stukje natuurschoon. Wat er nu verder met het landgoed gaat gebeuren, moeten we afwachten. In elk geval is het te hopen, dat het in zijn geheel wordt bewaard. We vernamen, dat er groote belangstelling voor deze verkooping wordt getoond uit vele streken van ’t land.

Posted in Castra Vetera, de Ruiter de Wildt, Opraekelen, Zorgvliet | Leave a comment

De Maatschappij hef sien laand op Woater’n vurkogt

In de regionale Provinciale Drentsche en Asser Courant van 22 november 1860 verscheen het volgende korte bericht over de verkoop van goederen van de noodlijdende Maatschappij van Weldadigheid op Woater’n.

Gisteren heeft de finale veiling van de goederen der Maatschappij van Weldadigheid te Wateren plaats gehad; zij zijn gebracht op de som van f. 52.905,50 en getrokken door de heeren de Ruyter de Wildt te Amsterdam en van Gelder te Leiden, die deze goederen dadelijk onder elkander hebben verscheiden, en, naar men zegt, de cultuur daarvan met kracht ter hand willen nemen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op 21 november 1860 kwam op Woater’n een einde aan de aanwezigheid van de Maatschappij van Weldadigheid.
Op Zorgvliet en op Woater’n herinnert niets aan deze particuliere organisatie.
De redactie stelt bescheiden voor de openbare ruimte aan de Dorpsstraat tegenover het bedrijf Villa Nova om te dopen tot Maatschappij van Weldadigheid brink of een straat in een eventueel uitbreidingsplannetje van Zorgvliet de naam Laan van de Maatschappij van Weldadigheid te geven.

Posted in de Ruiter de Wildt, Maatschappij van Weldadigheid, Woater’n | Leave a comment

De Ruijter de Wildt overleed in 1870 op Woater’n

De redactie van het Deevers Archief heeft al een keer in een bericht en nog een bericht aandacht besteed aan speculaties over het geboortejaar van het dorp Zorgvlied. Is het 1861 of 1862 of 1863 ?
In de webstee Zorgvlied-Drenthe.nl is een populair-wetenschappelijk artikel te vinden met de titel 150 jaar Zorgvlied. Een van de leden van de historische werkgroep ‘Groot-en-Klein-Wateren-Zorgvlied-Oude-Willem’ gaat in dat artikel op basis van de resultaten van enig onderzoek uit van het geboortejaar 1863.
Het is dan ook best opmerkelijk te noemen dat aan de aandere kaante van de bos de ambtenaar van de burgerlijke stand in 1870 nota bene in de overlijdensakte van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt, nota bene de bedenker van de naam Zorgvlied, als plaats van overlijden gewoon Wateren vermeldde.
‘Het kan verkeren’, zei Gerbrand Adriaenszoon Bredero (geboren op 16-03-1585, overleden op 23-08-1618), die bijna een tijdgenoot was van Michiel Adriaenszoon de Ruijter (geboren op 24 maart 1607, overleden op 29 april 1676).
Dus 150-jaren Zorgvlied voor alle zekerheid toch maar in een nader te bepalen jaar na 2020 vieren ?

Abracadabra-1592

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, de Ruiter de Wildt, Zorgvliet | Leave a comment

Wanneer is Klein Woater’n Zorgvliet ewödd’n ?

In het Algemeen Handelsblad van 14 januari 1861 en 16 januari 1861 plaatste Johannes Fransiscus de Ruiter de Wildt de volgende advertentie inzake de onderhands uit te besteden bouw van een herenhuis in de nabijheid van het voormalige Gesticht op Klein Wateren, op een stuk grond dat had toebehoord aan de Maatschappij van Weldadigheid.

Heeren Aannemers.
De ondergetekende, eigenaar der gronden te Klein Wateren (provincie Drenthe), vroeger toebehoord hebbende aan de Maatschappij van Weldadigheid, wenscht in de onmiddelijke nabijheid van het aldaar bestaande voormalige gesticht te doen bouwen:
Een heerenhuis, en dien bouw in massa onderhands uit te besteden, met bijlevering val alle daartoe benoodigde materialen en arbeidsloonen, transportkosten, enzovoort.
Noodigt bij deze alle heren aannemers, die genoemden bouw wel op zich zouden willen nemen, beleefdelijk uit, zich aan hem ondergeteekende zoo spoedig mogelijk schriftelijk te willen aanmelden, ten einde hunedelen later het bestek en de voorwaarden waarop genoemde uitbesteding zal plaats hebben kunnen worden toegezonden.
Amsterdam, 10 januari 1861.
J.F. de Ruiter de Wildt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het meest opvallend aan de advertentie is de schrijfwijze van de achternaam van de ondergetekende: de Ruiter de Wildt. En niet dat opgefokte de Ruyter de Wildt of dat opgefokte de Ruijter de Wildt. De redactie gebruikt derhalve de achternaam de Ruiter de Wildt in berichten in ut Deevers Archief. 

De bouw van het herenhuis moet na een onderhandse aanbestedingsprocedure van wellicht hooguit een maand zijn gegund.
De aannemer zal kort na de gunning zijn begonnen met de bouw en zal het herenhuis mogelijk uiterlijk in het voorjaar van 1862 hebben opgeleverd. Jacobus Franciscus de Ruiter de Wildt gaf het herenhuis de naam Huize Zorgvliet.

De redactie heeft de naam van de uitvoerenden aannemer en de aannemingssom nog niet kunnen achterhalen.
Het is vooralsnog moeilijk aan te tonen wanneer de bewoners van de streek voor de gegroeide bebouwing op Klein Wateren helaas onnodig de naam Zorgvliet zijn gaan gebruiken. Het meest voor de hand liggend is 1861 als geboortejaar van het dorp Zorgvliet te beschouwen, wat zou betekenen dat in 2011 het dorp Zorgvliet 150 jaar heeft bestaan.
Als de heemkundigen van Zorgvliet (an de aandere kaante van de Deeverse bos) in al hun wijsheid echter 1862 -het opleverjaar van het heerenhuis- als geboortejaar van de dorpsnaam Zorgvliet zouden willen beschouwen, dan zou in 2022 op feestelijke wijze het 160-jarig bestaan van Zorgvliet (an de aandere kaante van de Deeverse bos) kunnen worden gevierd.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 199 bijgaande afbeelding van het bericht in het Algemeen Handelsblad opgenomen.

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, de Ruiter de Wildt, Huize Zorgvliet, Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

Wat is ut geboortejoar van ut dörp Zorgvliet ?

In de met de heemkunduge vurening uut Deever verbonden heemkundige werkgroep in het dorp Zorgvliet an de aandere kaante van de bos wordt naarstig gezocht, gegist en gegokt naar het geboortejaar van het dorp Zorgvliet, dat is ontstaan in het gebied dat vroeger Woater’n heette.
Zo wordt getracht vast te stellen wanneer Zorgvliet, de naam van het landhuis van Johannes Fransiscus de Ruijter de Wildt, ook voor het eerst is gebruikt als naam voor de daarbij gelegen zich ontwikkelende bebouwing.
De redactie van ut Deevers Archief adviseert niet langer te zoeken. Het advies is het jaar waarin begonnen is met de bouw van het landhuis Zorgvliet te beschouwen als geboortejaar van het dorp met de naam Zorgvliet.
Een plaatselijke heemkundige kan die datum wel in oude kranten vinden. Zonder de land- en bosbouwactiviteiten van de bouwer van het landhuis Zorgvliet was het dorp Zorgvliet zeker niet ontstaan, zoals dit dorp in de loop van de jaren is ontstaan en had het dorp Zorgvliet zeker niet de naam Zorgvliet gekregen als de bouwer van het landhuis Zorgvliet dat landhuis bijvoorbeeld de naam Oase van Weldadigheid zou hebben gegeven. Hoe eenvoudig kan het toch zijn……..

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, de Ruiter de Wildt, Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

Groot en Klein Woater’n veur f. 99.408,- vurkocht

In de krant De Locomotief verscheen op 10 oktober 1871 het volgende korte berichtje over de verkoop van het landgoed Groot en Klein Wateren.

Het landgoed Groot en Klein Wateren, in de gemeenten Vledder en Diever, is, naar wij vernemen, voor negenennegentig duizend vierhonderd acht gulden verkocht aan den heer Enger, uit Oost-Indië, wonende te Arnhem.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Na het overlijden op 25 november 1870 van landbouwondernemer en ex-koloniaal Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt (geboren op 20 december 1800) verkochten de weduwe mevrouw de hoogwelgeboren Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth de Ruijter de Wildt – Jonkvrouw van Holmberg de Beckfelt en haar zonen het landgoed Groot en Klein Wateren an de aandere kaante van de bos in 1871 voor f. 99.408,- . Dat is naar de hedendaagse waarde omgerekend het niet al te hoge, maar toch zeker niet te versmaden bedragje van ten minste € 1.045.000,-
Wellicht was de koper ex-koloniaal Gerardus Frederik Enger een goede bekende uit Nederlands-Indië van de overleden ex-koloniaal Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt.

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, de Ruiter de Wildt, Landgoed Groot en Klein Wateren, Zorgvliet | Leave a comment

De villa Castra Vetera op een lochtfoto

De redactie van ut Deevers Archief is al vanaf 1 maart 1996 in het bezit van een afdruk van het negatief van een luchtfoto, waarop het dorp Zorgvlied, in het bijzonder villa Castra Vetera, is te zien. Het negatief van deze luchtfoto is geregistreerd als minuut 185, nummer 50, 193 in het archief van de Topografische Dienst in Emmen. Deze luchtfoto is gemaakt in 1932, de Topografische Dienst in Emmen heeft op de afdruk niet de opnamedatum vermeld. Het bijzondere aan deze luchtfoto is dat het negatief van de foto is samengesteld uit stroken film, die aan elkaar zijn gepast, waarna een afdruk is gemaakt, vandaar de zichtbare evenwijdige rechte strepen op afbeelding 1, die een detail is van de hiervoor genoemde luchtfoto.
De redactie heeft met een rode pijl de plaats van de villa Castra Vetera aangegeven. De oprijlaan van het landhuis lag in het verlengde van de weg naar Elsloo, deze weg heet nu niet Jacobus Fransiscus de Ruiter de Wildtlaan, maar helaas Verwersweg. Jacobus Fransiscus de Ruiter de Wildt, bouwer en bewoner van Villa Zorgvliet, en visonaire veroorzaker van het dorp Zorgvlied, wordt helaas slechts povertjes herinnerd door de aanwezigheid van zijn verkeerd geschreven naam op het naambordje van een onnozel oprijlaantje naar enige toeristisch industriële ondernemingen.

Afbeelding 1 – © Topografische Dienst, Emmen

Posted in Castra Vetera, de Ruiter de Wildt, Lodewijk Guillaume Verwer, Verdwenen object, Zorgvliet | Leave a comment

Villa Olde Legerplaèse op Zorgvliet in 1895

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 6 een afbeelding van in 1904 verstuurde zwart-wit ansichtkaart van een in 1895 gemaakte foto van de in Deever geboren fotograaf Hans Kuiper uit Noordwolde opgenomen. Bij de afbeelding is  de volgende tekst over het verleden van Huize Zorgvlied van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt en villa Castra Vetera van Lodewijk Guillaume Verwer opgenomen.

Zorgvlied – Villa Castra Vetera – 1895
Het huis met de achttien kamers werd in opdracht van Jacobus Fransiscus de Ruijter de Wildt, nazaat van admiraal Michiel Adriaanszoon de Ruijter, gebouwd en in 1862 voltooid. De villa werd door zijn indrukwekkende afmetingen ook wel het Kasteel genoemd. Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt stierf hier op 25 november 1870.
In 1885 werd de villa bewoond door mr. Lodewijk Guillaume Verwer, zijn vrouw Johanna Cornelia Ludovica van
Wensen en hun kinderen Cecilia Johanna, Idse Johannes, Johanna Josephina Maria, Elisa Julia en Louisa Ysbranda Maria.
De vrome familie Verwer had blijkbaar heel goede contacten in de rooms-katholieke kerk, want op een audiëntie van Zijne Doorluchtige Hoogheid den Aartsbisschop van Utrecht bij Zijne Heiligheid Paus Leo XIII op 30 mei 1880 heeft Zijne Heiligheid welwillend toegestaan, dat alle dienstbaren -op welke wijze dan ook- van de familie Verwer in de huiskapel van Huize Zorgvlied hun zondagsplicht konden vervullen, behalve op de groote feestdagen, dan moesten zij naar hun eigen parochiekerk in Steenwijkerwold.
Het aardige is dat in dit verslag sprake is van de naam Huize Zorgvlied en niet van de Latijnse naam Castra Vetera, dat Oude Legerplaats betekent. Het dorpje dankt zijn naam aan Huize Zorgvlied.
Ouderen herinneren zich nog dat het plafond van de kamers op de begane grond waren voorzien van mooi stucwerk en fraaie decoraties. Deze waren geschilderd door de in Diever geboren decoratieschilder Hans Kuiper. Later legde deze zich ook toe op fotograferen. Op 27 november 1895 stond in de Leeuwarder Courant dat bij Hans Kuiper te Noordwolde een map met 24 foto’s van Zorgvlied was verschenen. Dit is één van de foto’s uit die serie.
Op de openbare verkoping van het landgoed Castra Vetera op 29 maart 1938 in café De Harmonie op Zorgvlied werd het herenhuis, met erf, tuin en 1.27.75 ha grond bij palmslag voor 2060 gulden verkocht, waarna het werd afgebroken.
Op Zorgvlied is materiaal van dit huis hergebruikt. Zo is in de bovenramen van de achterslaapkamer van het Amsterdamse Huis uit de villa afkomstig gekleurd-glas-in-lood aangebracht. In boerenschuren zijn de oude bakstenen verwerkt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Van de betreffende bladzijde uit het boekwerkje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht een afbeelding opgenomen.

In de eerste regel van de tekst bij afbeelding 6 zit een foutje, Fransiscus moet zijn Franciscus.
De makers van het in 2020 verschenen boekwerkje ‘Uit de geschiedenis van Wateren, Zorgvlied en Oude Willem’  hebben de hier afgebeelde foto van Hans Kuiper helaas niet in hun onvolprezen geschiedkundige boekwerkje opgenomen. Hoe oud en geschiedkundig waardevol moet een oude foto eigenlijk zijn, om het waard te zijn getoond te worden in een plaatselijk geschiedkundig boekwerkje ?
Op het hier afgebeelde detail van een topografische kaart uit 1934 is met een rode pijl de plaats van villa Castra Vetera op Zorgvlied aangegeven. Het was op Zorgvlied bekend dat de bewoners van villa Castra Vetera vanuit de keuken van de villa recht een laan in konden kijken, die laan heeft daarom de naam Keukenlaan gekregen.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 201 een afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart opgenomen.

Posted in Ansigtkoate, Castra Vetera, de Ruiter de Wildt, Diever, ie bint 't wel ..., Hans Kuiper, Huize Zorgvliet, Verdwenen object | Leave a comment

Het landgoed Castra Vetera op Zorgvlied – 1938

In de Leeuwarder Courant van 2 april 1938 verscheen het volgende bericht naar aanleiding van de verkoop van het landgoed Castra Vetera op Zorgvlied door de heer Friedrich Wilhelm Ackermann.

Vlak bij het dorpje Zorgvlied, een plaatsje bij de Friesch-Drentsche grens, ligt het 40 ha groote landgoed Castra Vetera. daar de uitgestrekte terreinen met zijn groote villa onder de hamer zijn geweest en voor f. 17.113,50 aan den heer D.H. Pasman te ’s Gravenhage, eertijds mede-directeur van de Pasman’s fabrieken te Steenwijk is verkocht, willen we iets van de interessante geschiedenis van dit landgoed vertellen. Onderstaande bijzonderheden werden ons meegedeeld door den heer F.W. Ackermann, die Castra Vetera heeft verkocht.
Het huis is gebouwd in plusminus 1850 door den gepensioneerden schout bij nacht W.J. de Ruijter de Wildt, die tevens de omliggende heidevelden liet ontginnen. In 1861 ging het huis in eigendom over aan de familie Verwer. Vooral de heer L.G. Verwer heeft de ontginning krachtig voortgezet, waardoor aan honderd arbeiders gedurende lange tijd werk werd verschaft.
De heer Verwer heeft veel gedaan voor de ontwikkeling van de streek rondom Zorgvlied. Hij stichtte er een zeevaartschool (!) welke later weer opgeheven is, een bankgebouw en mede bevorderde hij de oprichting van de tegenwoordige stoomzuivelfabriek ‘De drie gemeenten’ in 1887.
Van 1913 tot 1919 was Castra Vetera onbewoond en werd het landgoed verwaarloosd, zelfs zoo erg, dat de villa bijna een ruïne gelijk werd.
De heer Ackermann kocht het landgoed in 1919 en besteedde honderden guldens om alles weer een goed aanzien te geven. In de daarop volgende jaren legde hij fraaie boschcomplexen aan, zoodat het landgoed er thans keurig verzorgd uitziet en een prachtig natuuroord vormt. Enkele jaren terug is midden in het bosch begonnen met de aanleg van een groot natuurbad. De grootsche plannen zijn echter door de plotselinge dood van mevrouw Ackermann niet geheel uitgevoerd.
De nieuwe eigenaar, de heer Pasman, zal op het landgoed speciaal de paardensport beoefenen. Omtrent de bestemming van de villa kon men ons nog niets positiefs mededeelen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De bouwer van het landhuis Zorgvlied is Johannes Franciscus de Ruiter de Wildt, die was geen gepensioneerd schout bij nacht, maar een gepensioneerd koloniaal. Hij was employé bij het agentschap van de factorij te Semarang van de Nederlandse Handelsmaatschappij in Nederlands Indië.
In de op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. is bijgaand afgebeelde krantenfoto zonder bronvermelding opgenomen op bladzijde 179.

Posted in Castra Vetera, de Ruiter de Wildt, Lodewijk Guillaume Verwer, Zorgvliet | Leave a comment

Op de knee’jn veur Lodewiek en Johanna

In de Meppeler Courant van 26 januari 2009 publiceerde Lammert Huizing (leeft niet meer) in zijn rubriek ‘Eertieds in dizze streek’ het volgende artikel ‘Op de kneien veur Lodewiek en Johanna’ in een soort van vernederlandst en net niet Hoogeveens dialect.

In de room-katholieke Andreaskarke, midden in Zörgvlied in de gemiente Westenveld giet het karkevolk zunder dat zij er arg in hebt, op de kneien veur heur weldoeners van eertieds. As zij heur kneien buugt veur het altar, dan doet zij dat ok veur de bieltenis van een man en een vrouw, waorvan de petretten in medaillons an ebracht bint in de braandschilderde ramen achter het altaar. Dit posthume eerbetoon stamt uut 1923 doe de karke ebouwd weur op de stee van een veul kleinere karke, die al dik veertig jaor eerder esticht was.
De personen in het glas-in-lood bint mr. Lodewijk Guillaume Verwer en zien vrouwe Johanna Ludovica van Wensen. Zunder heur zul de rooms katholieke gemienschap Zorgvlied nooit van de grond ekomen wezen. Het was in 1879 dat de Friese advekaot mr. Verwer het laandgoed overnaamp van de schout bij nacht De Ruijter de Wildt. Die had het zölf weer verwörven rond 1850 van de Maatschappij van Weldadigheid. Bij dat bezit heurde ok de villa Castra Vetera (het Olde Kaamp), waorvan de name deur de femilie Verwer um edeupt weur töt Zorgvlied.
Verwer was een trouwe zeune van de roomse karke en een sociaal beweugen man. Dielen van zien grootgrondbezit stelde hij beschikbaor veur arme geleufsgenoten uut Braobant, die niks aans kunden inbrengen as een hiele köppel kiender en heur warkkracht. Zundags heurden dizze kolonisten de mis in de huuskapel van de familie Verwer, die deur de huuskapelaan J.W. van den Burgt weur op edragen. Verwer wol in zien kolonie een karke stichten, maor de staot weigerde subsidie hierveur te geven.
Het echtpaor leut doe op iegen kosten een karke mit pastorie zetten opzied van de kweekschoele van het vroggere Instituut veur de Laandbouw. Die kweekschoele was in 1823 de allereerste laandbouwschoele in oens land en die weur ummebouwd töt veer wonings veur olden van dagen. Er kwaamp een stichting, de Sint Anthony Gasthuus Stichting en die leut olderen van boven de 65 hier veur niks wonen. Butendat kregen ze elke weke een gulden as ‘loon’ uutbetaald. In 1910 kwaamp mr. Verwer uut de tied. Hij was nog maor 64 jaor.
In zien dreumerijen had Verwer hum alles wat te mooi veur esteld. Hij verwachtte dat zien vestiging an de zölfkaante van Drenthe zul uutgruien töt een parochie van welvarende laandbouwers. Zien ‘kleine boeren’ hebt het op de schraole grond an de Drents/Friese scheiding niet gemakkelijk had. Kuunstmesse um de grond vruchtbaor te maken, was nog niet veurhaanden. Butendat leuten hiel wat Braobaanders het project in de steek umdat ze onvoldoende kunde hadden van de laandbouw. Ok een klompenfebriek en een sigarenindustrie die Verwer opzette, sleugen niks an.
In 1923 was Zörgvlied toe an een neie karke. Pastoor Epping had gien rieke weldoener meer en mus zölf de boer op um de bouwsom bij mekaar te bedelen. Binnen het jaor had hij het geld bij mekaar en kun de neie Andreaskarke van de grond komen. In het dreiloek van glas-in-lood achter het altaar leut de bouwpastoor twei kleine petretties anbrengen van mr. Verwer en zien vrouw. Dat was um het karkvolk te herinneren an de weldoeners die zoveule zörg an Zorgvlied hadden spendeerd.
De veer Antoniushuussies naost de karke weuren in 1983 op eredderd en wordt nog altied deur bejaorden bewoond.
Van achter het altaar kiekt Lodewijk en Johanna Verwer al zowat 85 jaar onofgebreuken de karke in. En het karkvolk eert heur onbedoeld nog altied postuum deur op de kneien te gaon veur twei mensen, zunder wele het dörp en de karke er niet ekomen waren.

Aantekeningen van de redactie ut Deevers Archief
Het gaat om de medaillons die onder in de gebrandschilderde glas-in-lood-ramen zijn aangebracht. Zie de bijgaande afbeelding uit de zestiger jaren van de vorige eeuw.
Ook in dit artikel worden twee klassieke fouten gemaakt, dat komt van al dat overgeschrijf. Johannes Franciscus de Ruijter de Wildt was geen schout-bij-nacht, maar de broer van een schout-bij-nacht.
De villa heette eerst Zorgvlied. Het dorp Zorgvliet is vernoemd naar deze villa. Lodewijk Guillaume Verwer veranderde de naam van de villa in Castra Vetera. Hij moet een liefhebber van Latijnse namen zijn geweest (gymnasiumopleiding ?), want andere villa’s op Zorgvliet heetten, heten nog steeds Villa Aurora, Villa Nova, Villa Cornelia.
Vóór de afbraak van het pand van de Stichting Sint Anthonij Gasthuis was dit pand opgedeeld in vijf bejaardenwoninkjes. Na overdracht van dit pand aan de woningstichting Actium is het pand afgebroken en zijn ter plekke vier nieuwe bejaardenwoninkjes gebouwd.
De afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van het interieur van de nieuwe rooms katholieke kerk op Zorgvliet is in juli 1966 uitgegeven en was te koop in het levensmiddelenbedrijf van A. van der Heide an de Dorpsstroate op Zorgvliet.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 194 een enigszins bijgeknipte afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart opgenomen.


Posted in Ansigtkoate, de Ruiter de Wildt, Kattelieke Kaarke, Lammert Huizing, Lodewijk Guillaume Verwer, Sint Anthonij Gasthuis, Zorgvliet | Leave a comment

Mevrouw de hoogwelgeboren jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt weduwe van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt verkoopt haar aanzienlijke luxe inboedel van ‘het Kasteel’ op Zorgvliet

In de Leeuwarder Courant van 17 oktober 1871 verscheen het volgende bericht over de openbare verkoop van levende have en een aanzienlijke inboedel van het landgoed Zorgvlied. Het landhuis Zorgvlied staat afgebeeld op de bijgevoegde foto.

Openbare verkoop van levende have en een aanzienlijken inboedel
De Notarissen Mr. W.O. Servatius te Dwingelo, provincie Drenthe, en P.H.P. van Marle te Oldemarkt, provincie Overijssel, zullen op Dingsdag 24 en Woensdag 25 oktober eerstkomend, telkens des voormiddags ten 10 uur precies, ten verzoeke van de Erven wijlen den Heer J.F. de Ruijter de Wildt, op het Landgoed Zorgvlied, gemeente Diever, provincie Drenthe, publiek verkoopen:
Op 24 oktober:
20 stuks melkgevende en dragtige Koeijen, 12 stuks dragtige Pinkvaarzen en Pinken, 7 Kalven, 1 Stier, 235 Schapen, 8 Varkens; eenige Boerengereedschappen en Inboedel en hetgeen verder te voorschijn zal gebracht worden.
Ten verzoeke van den Weledelgeboren Heer G.F Enger te Arnhem: plusminus 35 stuks Hoornvee, waaronder dragtige, melkgevende en jongvee.
Op 25 oktober:
Den Inboedel van het Heerenhuis, voornamentlijk bestaande uit fraai uitgesneden mahonijhouten en andere meubels, als: Canapés, Fauteuils, Stoelen, Consoles, Eet-, Thee-, Speel-, Wasch- en Nachttafels, Spiegels, Schilderijen,  Kroonkandelaars, Pendules, mahonijhouten en andere Ledekanten met Matras, vederen Bedden en verder Beddegoed, Chineesch en Japansch lakwerk, waaronder Salontafel en Speeldoos, fraai wit Fransch Porcelein, Eetservies met gouden randen en bloemwerk, compleet voor 24 personen, Japansche Theekopjes en Schoteltjes, prachtig Kristalwerk, Goud- en Zilverwerken, waaronder Zilveren Presenteertrommels met Kristallen Bladen, Hernhutters en Kristallen Karaffen, met Zilver gemonteerd, Zilveren Eet-, Dessert-, Thee- en IJslepels, gewoon Porcelein Servies, Stook- en Keukengereedschappen, en wat verder tot een compleete Inboedel behoort, voorts Rijtuigen met eenige Tuigen en een Billard.
De goederen f. 3 en daar beneden geldende moeten dadelijk worden betaald.
De Inboedel te bezigtigen op Vrijdag 20 en Zaterdag 21 October eerst komende particulier tegen betaling van 25 centen, ten voordeele der armen, en op Maandag 23 October eerst komende voor een ieder van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 uren.
Voor stalling van Paarden en het gebruik van Ververschingen zal op de verkoopdagen gelegenheid zijn.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op de hof van de kerk van Boijl (Buil) ligt landbouwondernemer Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt (geboren op 20 december 1800 te Nieuwer Amstel, overleden op 25 november 1870 op Wateren).
Mevrouw de jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth de Ruijter de Wildt – van Holmberg de Beckfelt verhuisde na het overlijden van haar echtgenoot Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt van het Landgoed Zorgvlied naar Arnhem.
Ze zal in Arnhem kleiner zijn gaan wonen, wellicht heeft ze slechts enige spullen uit Wateren meegenomen naar Arnhem, wellicht heeft ze haar nieuwe optrekje in Arnhem met nieuwe spullen ingericht, want een groot deel van de aanzienlijke inboedel of misschien wel de hele aanzienlijke inboedel van het landhuis Zorgvlied, ook wel ‘het Kasteel’ genoemd, werd pas een klein jaar na het overlijden van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt openbaar verkocht. En dat in een tijd dat veel inwoners van de gemiente Deever nog in een plaggenhut woonden.

Posted in Castra Vetera, de Ruiter de Wildt, Landgoed Zorgvliet, Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

Wie lust heeft vijgen te plukken, hij kan ze er vinden

In de Purmerender Courant van 25 augustus 1869 verscheen het volgende bericht over de voorspoedige ontginning en ontwikkeling van het landgoed Zorgvlied van de gepensioneerde Indiëganger Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt.

Als men uit Friesland van het dorpje Elsloo naar de Drentsche gemeente Diever wandelt, dan ziet men aan beide kanten van den zandweg dorre velden, doch onwillekeurig wordt het oog ter linkerzijde daarheen getrokken, waar op eenigen afstand het gezigt over de heide door bosschages op eene verrassende wijze wordt gebroken.
Wandelt men eenige schreden verder, dan komt men aan een laan, die aan weerszijden met opgaande eiken beplant, naar een gebouw uitloopt, dat zich grootendeels achter het lommer der boomen verschuilt en den naam Zorgvlied draagt.
Dit landgoed behoort aan den Heer J.F. de Ruijter de Wildt, die het eenige jaren geleden van de Maatschappij van Weldadigheid gekocht heeft. Vroeger had men hier de kweekschool voor landbouw.
De geheele uitgestrektheid van het landgoed Zorgvlied beslaat 500 bunders, waarvan 70 bunders uit bosch, 18 bunders uit bouw- en 30 bunders uit weiland bestaat. ’t Overige is nog heideveld, dat jaarlijks bij gedeelten door het aanleggen van bosch productief wordt gemaakt. In de nabijheid van het inderdaad schoon gelegen ‘Buiten’, dat zowel in- als uitwendig aan de eisschen van den tijd beantwoordt en van waar men op de tweede verdieping heerlijke vergezichten heeft, vindt men een zeer net koetshuis, ruimen paardestal en lege koestalling, waarop ’s winters 44 runderen naast elkander staa en die geheel naar de behoeften ingerigt, overvloedig licht en lucht heeft, ’t welk in vele boerderijen niet zelden veel te wensschen overlaat. Onmiddelijk achter deze koestalling vindt men een ruime hooischuur, die met hare verschillende toegangen het voederen zeer gemakkelijk maakt. Boven de stalling is een uitmundende graanzolder.
De aangrenzende boerenwoning, met karnhoek, kookplaats voor beestenvoeder, varkens- en kalverbakken, alsmede de lage koestalschuur, waarin het vee gedurende den zomer wordt gestald, zijn alle zeer doelmatig ingerigt. De varkens (dit voorjaar worden er 75 afgeleverd) en runderen, die men op Zorgvlied aantreft, zien er zoó voordelig uit, dat ze den stal van menig hollandsche boer tot sieraad zouden strekken. De boter die Zorgvlied levert is van uitstekende kwaliteit en wordt steeds met den hoogsten Frieschen marktprijs betaald, waarvoor de boerin van Zorgvlied vrouw Talen, alle eer toekomt.
De boschbouw vooral wordt op dit landgoed op groote schaal doorgezet. Daartoe wordt ’s winters de grond, die uit veen en zand bestaat p.m. 1½ el ontgraven en vervolgens met jeugdige boomplantjes, op Zorgvlied gekweekt, bezet. Voor eenige jaren heeft men niet minder dan 200 mud, zegge tweehonderd mud eikels uitgezaaid, die alle aan de verwachting hebben voldaan en thans de schoonste kwekerij aanbieden. Vooral eikenhout en berk willen daar bijzonder groeijen en ontwikkelen zich in één, twee of drie jaar zoo sterk, dat het iedere verbazing moet gaande maken. Men heeft reeds 9000 opgaande eiken geplant, welk getal jaarlijks met p.m. 500 wordt vermeerderd. D. Roos, die als tuinman en boschbaas op Zorgvlied werkzaam is, komt allen lof toe voor zijne kennis en ijver; hij wordt door den eigenaar deswege zeer geprezen.
De weilanden, die rond 30 bunders beslaan, zijn alle met boschwallen of gegalvaniseerd ijzerdraad omringd, ze voorzien het vee op Zorgvlied van gras en hooi. De akkers zijn bebouwd met rogge, boekweit, aardappelen, enz, welke veldvruchten onovertrebaar gunstig staan.
De moes- en oofttuin laat niets te wenschen over en levert de fijnste groenten; vooral van kersen is Zorgvlied ruim voorzien; wie lust heeft vijgen te plukken, hij kan ze daar vinden.
Als men in aanmerking neemt dat daar waar men nu grazige weiden, heerlijke korenvelden, aangename dreven, vruchtbare akkers en weelderige bosschen aantreft, vroeger niet veel beter dan heideveld te vinden was, dan mag men wel zeggen, dat de weinige jaren, die de heer de Ruijter de Wildt aan deze grootsche onderneming heeft besteed, geen onvruchtbare zijn geweest. Bedenkt men daarbij, hoeveel duizenden guldens daardoor productief zijn gemaakt, hoeveel honderden handen daardoor werk en brood hebben bekomen en welk eene belangrijke verbetering het grondgebied van Zorgvlied heeft ondergaan en nog zal ondergaan, dan durven wij zeggen: de provincie Drenthe mag er trotsch op zijn dat haar bodem in ’t zuidwesten door de ondernemingsgeest van een man als de Ruijter de Wildt, die daartoe moeite nog geld ontziet, in bosch, bouw- en weiland wordt herschapen, en misschien dat ook anderen het voetspoor van den heer de Ruijter de Wildt mogen volgen, ’t welk eigenlijk het hoofddoel van ons schrijven uitmaakt, omdat wij de overtuiging koesteren, dat Drenthe door ontginning eenmaal kan worden, wat men van haar verwacht.
Wij durven iederen voorstander en beoefenaar van landbouw, veeteelt en boschbouw uitnoodigen, een dag te gaan besteden aan de bezigtiging van het landgoed Zorgvlied, dat door den doelmatigen aanleg en de schoone afwisseling aan den bezoeker tevens de aangenaamste wandelingen aanbiedt.
Ook op geschiedkundig gebied kan men op den huize Zorgvlied veel merkwaardigs zien, daar de eigenaar, nazaat van Michiel Adriaanszoon de Ruijter in ’t bezit is van onderscheidene voorwerpen, die aan den Admiraal hebben toebehoord.
Ten slotte, omdat wij onze pen niet bekwaam genoeg achten, om den indruk terug te geven, die de grootsche ontginning op Zorgvlied met hare schitterende uitkomsten op ons heeft gemaakt, eindigen wij met: ‘Komt, ziet en oordeelt.’
J. Schuitemaker te Purmerende.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De redactie verwijst de trouwe bezoeker van het Deevers Archief voor veel meer gegevens over Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt naar de berichten in het Deevers Archief, die betrekking op hem hebben. Klik daarvoor aan de rechterkant in de lijst met categoriën op de categorie ‘de Ruijter de Wildt’.

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, de Ruiter de Wildt, Zorgvliet | Leave a comment

Verkoop landgoed Groot en Klein Wateren in 1871

In het Algemeen Handelsblad van 4 augustus 1871 verscheen de navolgende advertentie over de verkoop van het landgoed Groot en Klein Wateren van Jacobus Fransiscus de Ruijter de Wildt.

Openbare verkooping van ruim 860 bunders Bouwland, Weiland, Hooiland, Boschgrond, Boekweit, Turfveen en Heide.
De Notaris J.G.H. ter Horst te Steenwijk, is voornemens om op Vrijdag den 11den Augustus 1871 bij inzet, en op Dinsdag den 29sten Augustus daaropvolgende bij toeslag telkens des voormiddags om 10 uren, in het Logement Bellevue te Steenwijk publiek te verkoopen:
Het landgoed Groot en Klein Wateren, gelegen onder de gemeenten Vledder en Diever, provincie Drenthe, op een uur afstand van de Drentsche Hoofdvaart, bestaande uit doelmatig ingerichte en goed betimmerde boerderijen en verdere gebouwen, alles aaneen gelegen, groot ruim 860 bunders, waaronder 50 bunders best bouwland, 88 bunders goed gecultiveerd groen- en hooiland, 100 bunders boekweitveen, 35 bunders broekgrond, ruim 14 bunders dennebosch, 20 bunders akkermaalshout; voorts turfveen en heidegronden, met beplante wegen en waterleidingen doorsnede, zeer geschikt voor verdere ontginning; en zulks in onderscheidene perceelen.
Kaarten en perceelbeschrijvingen zijn op aanvragen gratis te bekomen bij den heer Van Gelder, op Groot Wateren, en bij den notaris voornoemd, terwijl zich tot het geven van inlichtingen hebben bereid verklaard de heeren Van der Spruyt en de Graaf, makelaars te Leiden; J.W. Schuurman, notaris te Rijswijk; mr. M. Oldenhuis Gratama te Assen; C.J.M. Jongkindt Coninck, directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord, gemeente Vledder, en de rentmeester Dohm, op genoemd landgoed, die dagelijks aanwijzing doet.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt (geboren te Nieuwer Amstel op 20 december 1809, overleden op Woater’n op 25 november 1870) was een zoon van Jacobus de Ruijter de Wildt en Jacoba Maria Tasker. Hij is gehuwd geweest met jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt.
In de in de gemiente Deever geregistreerde overlijdensakte nr. 36 van 26 november 1870 staat heel duidelijk: Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt. Ruijter was zijn derde voornaam en maakte dus geen deel uit van zijn achternaam, hij was dus niet een de Ruijter.
De informatie in de niet objectieve webstee wikipedia.org zal door de plaatselijke werkgroep van de plaatselijke heemkundige vereniging enigszins moeten worden bijgesteld.
De met de straatnaambordjes belaste hoofdbeleidsambtenaar van de gemeente Westenveld zal zijn beleid ten aanzien van deze straatnaam moeten bijstellen en een beleidsvoorstel moeten voorbereiden: Het college van Burgemeester en Wethouders stelt de Gemeenteraad voor de straatnaam de Ruyter de Wildtlaan te wijzigen in J.F.R. de Wildtlaan.

Posted in de Ruiter de Wildt, Landgoed Groot en Klein Wateren, Zorgvliet | Leave a comment