Category Archives: Deever

Monument Molen in Deever Holland

De redactie van het Deevers Archief laat bijzonder graag getekende en geschilderde objecten uut de gemiente Deever aan haar trouwe bezoekers zien. Hoe meer afbeeldingen van tekeningen en schilderijen, hoe liever het de redactie is.

Onlangs vond de redactie op de website Kunst Wereldwijd Netwerk een prachtige tekening van korenmolen ‘de Vlijt’ in Oldendeever. Deze tekening heeft als titel: Monument Molen in Diever Holland.
De welbekende beeldend kunstenaar en schrijver Willem van Spronsen heeft deze tekening gemaakt. Hij is lid van de Gooise Kunstkring.
Willem van Spronsen heeft in het verleden in Deever gewoond en is daar nog voorzitter van de PvdA-fractie in de gemeenteraad geweest. Ook zijn kinderen zijn in Deever geboren. Hij komt regelmatig in Deever, omdat hij daar een atelier heeft.
De redactie toont deze tekening met toestemming van Willem van Spronsen. De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor. Daarbij stelde hij wel enige voorwaarden:
a) de afbeelding alleen tonen als de webstee Deevers Archief niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt;
b) de afbeelding mag niet worden ingekort;
c) de afbeelding alleen tonen in de webstee Deevers Archief;
d) alleen met schriftelijke toestemming van de maker mogen derden voor andere doelen van deze foto’s gebruik maken.
De redactie hoopt dat de kunstenaar Willem van Spronsen nog veel tekeningen en schilderijen (al dan niet in opdracht) van objecten in de gemiente Deever mag maken.

Abracadabra-1633

Posted in Deever, Kaarke an de brink, Kuunst, Meule van Oll’ndeever, Tiekening | Leave a comment

Kaarke an de brink van Deever in mei 1963

Bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van de koorkant (de oostkant) van het kerkgebouw an de brink van Deever was te koop bij Hendrik Mulder, die in de volksmond altijd Henduk Moessie of Moessie Peep (Hendrik Mulder had astma) (alle Mulders in ut olde Deever hadden een bijnaam) werd genoemd. Hij was eigenaar van drogisterij ‘de Gaper’ an de Heufdstroate in Deever. Deze ansichtkaart is in mei 1963 uitgegeven door JosPé in Arnhem.
Als deze zwart-wit ansichtkaart wordt vergeleken met de ansichtkaart van de kaarke an de brink van Deever in 1905, dan valt ook op dat de restaurateurs wel heel erg flink aan de consistoriekamer hebben zitten sleutelen.

Posted in Deever, Kaarke an de brink | Leave a comment

Op de Baarg op ut Kastiel in de winter van 1962-1963

Op de Baarg op ut Kastiel in Deever is links het boerderijtje van de weduwe Evertje Davids-Vierhoven en rechts nog net het boerderijtje van de weduwe Elsje (Elle) Smit-Oost te zien in de strenge winter van 1962-1963.
Evertje Vierhoven werd op 29 juli 1896 in Deever geboren als dochter van Albert Vierhoven en Trijntje Andree (Andrea ?, Andreae ?). Zij trouwde op 27 juni 1925 met Albert Davids, beroep arbeider, zoon van Hendrik Davids en Magrieta Sidonia Wibier. Albert Davids werd op 26 oktober 1881 geboren in Deever.
In de webstee nieuwenhuis-genealogie is een mooie foto uit 1950 te zien van Albert Davids, Evertje Vierhoven en hun dochter Trijntje (Trientie). Die foto is genomen aan de voorkant van het boerderijtje.
Elsje (Elle) Oost werd op 20 maart 1893 in Deever geboren als dochter van Helprig Oost en Hilligje Prikken. Zij trouwde op 31 augustus 1912 met Hilbert Smit, beroep arbeider, zoon van Jan Smit en Margje Hilberts de Wit.
Hilbert Smit werd op 18 september 1888 geboren in het Leggelerveld (gemiente Dwingel), hij overleed op 5 juli 1931 in Deever, hij was toen landbouwer.
De bezoekers van ut Deevers Archief worden uitgenodigd aanvullende teksten bij deze foto in te brengen.

Posted in Boerdereeje, Deever, ut Kastiel | Reacties uitgeschakeld voor Op de Baarg op ut Kastiel in de winter van 1962-1963

Excelsior in de consistoriekèmer op 22 mei 1954

De redactie van ut Dievers Archief publiceerde in nummer 07/1 van Opraekelen, het blad van de Historische Vereniging Voormalige Gemeente Diever, zeg maar de plaatselijke heemkundige vereniging, het volgende bijschrift bij een foto van muziekvereniging Excelsior. De foto is bij deze tekst opgenomen.  Deze foto komt uit de verzameling van Arent Ekkelboom, die ook op de foto staat.

Oude in binnenruimten in de gemiente Deever gemaakte groepsfoto’s zijn zeer zeldzaam. Deze foto van muziekvereniging Excelsior, opgericht op 22 mei 1924, is vermoedelijk op 22 mei 1954 ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van de vereniging gemaakt in de oude consistoriekamer van de Nederlands Hervormde Kerk in Deever.
Arent Ekkelboom heeft het vermoeden dat niet alle leden van de vereniging op deze foto staan, want in zijn tijd waren en man of twintig lid. Zo ontbreken op deze foto onder meer smid Frederik (Freerk) Offerein en schoenmaker Jan Mulder (Jan Pikkie).
Achteraan zijn van links naar recht te zien:
Anne Vierhoven (met tuba, geboren op 22-10-1918, overleden op 10-11-1963);
Ido Hunze (gegevens niet bekend),
Reinder van Leeuwen (gegevens niet bekend, wonende te Vledder, hij wordt verzocht te reageren op deze foto);
Hendrik Broekman (met trompet, geboren op 26-7-1930, wonende te Steenwijk);
Arent Ekkelboom (met piston, geboren op 27-10-1938, wonende te Joure);
Frederik (Freek) Bremer (met trompet, geboren op 18-11-1922, overleden op 28-12-1992)
Frederik (Freek) Klok (met bugel, geboren op 8-7-1937, overleden op 20-5-1987)
Hendrik Jan Rolden (met klarinet, geboren op 10-3-1921, overleden op ….);
Hilbert Bijker (met tuba, geboren op 16-9-1900, overleden op 20-1-1983).
De rij zittende muzikanten bestaat van links naar rechts uit:
Hendrik Oost (met klarinet, geboren op 21-3-1915, overleden op 12-2-2000);
Dirk van Leeuwen (met tuba of bariton in handen, maar blies eerst cornet, geboren op 4-1-1896, overleden op 17-9-1985);
Hendrik Nijzingh (met de ringbas, geboren op 18-7-1901, overleden op 12-5-1969);
Menno (Minne Pieter) de Raaf (met trombone, geboren op 19-3-1923, overleden op 18-4-1992);
Willem Krol (met piston, geboren op 20-10-1920).
Zittend voorzaan zijn van links naar rechts te zien:
Mans Nijzingh (met klarinet, geboren op 17-2-1940, wonende te Dwingelo);
Anne Nijzingh (met kleine trommel, geboren op 16-8-1932, wonende te Diever);
Jan Thalen (gegevens niet bekend, wonende te Assen, hij wordt verzocht te reageren op deze foto).

Posted in Cultuur, Deever, Kaarke an de brink, Opraekelen, Vurening | Leave a comment

Ut Deeverse vuset overvöl ut gemientehuus

In de verzetskrant De Waarheid verscheen op 24 december 1943 tussen korte berichten over liquidaties van Nederlandse S.S.’ers, S.D.’ers, N.S.K.K.-mannen en andere foute Nederlanders in diverse dorpen en steden het navolgende korte bericht van slechts drie woorden.

DIEVER – Plaatselijk distributie-kantoor leeggehaald.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het plaatselijke verzet overviel in de nacht van 9 op 10 november 1943 het gemeentehuis aan de brink in Deever. Uit het gemeentehuis, waar ook het ‘distributie-kantoor’ was gevestigd, werden onder meer distributie-bonkaarten en een deel van het persoonsregister weggehaald.

Posted in Deever, Gemientehuus, Tweede Wereldoorlog, Verzet | Leave a comment

So ai’j seet bin ik nog in Deever

Ansichtkaarten zijn een belangrijke bron van gegevens voor het schrijven over vrogger in de gemiente Deever.
De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is op zondag 23 juli 1939 in Deever in het postkantoor an de Heufdstroate gestempeld, wellicht door postkantoorhouder Lambert Schoemaker.
Een ansichtkaart van dit type wordt een vierluik genoemd; op de kaart worden vier kleine fotootjes getoond, in dit geval gebouwen in het dorp Deever. De vier kleine fotootjes staan elk apart ook afgebeeld op een gewone ansichtkaart.
Aan de linkerkant van de ansichtkaart is het café Centrum van Berend Slagter an de Kruusstroate te zien; dit nu wit geschilderde gebouw bestaat in enigszins verbouwde vorm nog steeds.
Boven in het midden van de ansichtkaart is het café Brinkzicht van de N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma te ziet, dit gebouw bestaat in enigszins verbouwde vorm nog steeds.
Onder in het midden van de ansichtkaart is de oude kerk van de gereformeerde geloofsgemeente an de Kruusstroate te zien, dit gebouw -met uitzondering van het torentje- bestaat niet meer, op deze plek staat nu een andere kerk van de gereformeerde geloofsgemeente, die Kruiskerk is genoemd, maar gelukkig wel met het oude torentje. Het oude torentje moet toch èch wè as Deevers geriffemièd aarfgood worden beschouwd.
Aan de rechterkant van de ansichtkaart is de kaarke an de brink van Deever te zien. De kaarkhof (ook wel kaarketuun genoemd) was volkomen terecht afgezet met glint’n. De kaarkhof of kaarketuun behoort duidelijk niet tot de niet-origineel Saksische brink van Deever. De al in 1939 sterk vervallen kerk aan de brink is in 1956/1957 grondig gerestaureerd.
Het is jammer dat het fotootje aan de linkerkant van de ansichtkaart iets wordt overlapt door het fotootje boven in het midden van de ansichtkaart; dat was helemaal niet nodig.
De ansichtkaart is op vrijdag 21 juli 1939 door Joop geschreven aan mejuffrouw Mathilde L. Groenewoud, Wilhelminastraat 39, Den Haag. Afzender Joop schreef de volgende tekst op de achterkant van de ansichtkaart:
Zooals je ziet ben ik nog te Diever. Zondag als ’t goed weer is, ga ik met Cor een tocht maken en ga dan in Meppel slapen en Maandag naar huis, trein Roosendaal, verder fietsen. Ik kom misschien nog wel eens naar den Haag, maar er ligt zooveel werk thuis, dat ik er nu tegenop zie. Wees hartelijk gegroet van Cor en Joop en tot een volgende keer.

Posted in Aarfgood, Ansichtkoate, Café Balsma, Café Centrum, Deever, Griffemiède kaarke, Kaarke an de brink | Leave a comment

Ut roadhuus an de Gemientehuuslèène in Deever

eDe bezoekers van de webstee van ut Deevers Archief zullen zoveel als mogelijk is worden geïnformeerd over de geschiedenis van de gemeentehuizen in de gemiente Deever.

Het huis van de gemeente Westenveld, zie de afgebeelde foto, is helaas niet in Oavelte of Dwingel of Vledder gebouwd, maar in Deever. Het gebouw had net zo goed, zo niet beter op het centraal liggende bedrijventerrein an de Deeverbrogge kunnen staan.
Is het op de afbeelding zichtbare gebouw het raadhuis, dat wil zeggen het huis van de raad van de gemeente ? Ja, maar in het gebouw zitten ook ambtenaren ! Is het gebouw het huis van de ambtenaren van de gemeente ? Ja, maar in het gebouw is ook een beetje het politiebureau gevestigd, want alleen op afspraak geopend.
Dit gebouw wordt volgens gegevens die te vinden zijn in de webstee van de gemeente Westenveld gewoon het gemeentehuis genoemd. Het adres van het gemeentehuis is echter Raadhuislaan 1.
Enig zoekwerk in webstees op het internet leerde dat in Nederland in veel meer plaatsen het gemeentehuis aan de Raadhuislaan staat, dus wat dat betreft is het niet nodig dat De Hoge Heren Van Het Grote Raadhuis Gelijk Van De Gemeente Westenveld zich niet te schamen of aangesproken te voelen.
Wel zou in navolging van bijvoorbeeld de gemeente Noordbroek het enigszins voorzichtig en met de nodige slagen om de arm en met de pet in de hand aan te raden zijn de naam Raadhuislaan te veranderen in Gemeentehuislaan.
De redactie van ut Deevers Archief heeft het in in zijn berichten in elk geval voor alle zekerheid en voor alsnog over het Raadhuis aan de Gemeentehuislaan, want het is Kafkiaans bijna onvoorstelbaar dat het Gemeentehuis aan de Gemeentehuislaan staat of dat het Raadhuis aan de Raadhuislaan staat.
In het Raadhuis aan de Gemeentehuislaan bevindt zich ook het papieren archief van de gemiente Deever. Als een geïnteresseerde in de geschiedenis van de gemiente Deever dit voor de belastingbetalende burger moeilijk toegankelijk gemaakte archief wil raadplegen, dan moet hij of zij eerst een passende afspraak maken met de verantwoordelijke ambtenaar. En dat in een tijd waarin de digitalisering van historische bronnen zich wereldwijd in een heel rap tempo aan het voltrekken is. Maar zo niet in het gezapige Raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever.

Posted in Deever, Gemeente Westenveld, Gemiente Deever | Leave a comment

Ut café mit de concetsèèle van Klaas Marcus Balsma

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 27 januari 1927 het volgende bericht over de uitslag van de publieke aanbesteding van de bouw van een café met concertzaal voor rekening van Klaas Marcus Balsma. 

Diever, 26 januari.
Voor rekening van den heer K.M. Balsma te Jubbega had heden alhier de publieke aanbesteding plaats van een café met concertzaal enzovoort aan de Brink te Diever.
I. Timmerwerk, enzovoort, hoogste inschrijver J. Coenraads te Noordwolde, f. 12479, laagste Mos en Zoer te Dwingelo, f. 11475.
II. Schilderwerk. Hoogste inschrijver G. Koster, alhier, f. 1290,-, laagste B. ter Wal, alhier, f. 1175.
III. Betonwerken. Hoogste inschrijver G.F. Bijl, Meppel, f. 879.30, laagste D. Faber te Assen, f. 348.
IV. Grondwerk. Hoogste inschrijver M. Punt, alhier f. 400, laagste L. Klok te Dieverbrug, f. 335.

Posted in Brink, Café Balsma, Deever, Klaas Marcus Balsma | Leave a comment

Plèètie 88 uut Bussink’s album Mien laand – Drente

Het boekwerk ‘Bussink’s Album – Mijn land – deel VIII – Drenthe’ is geschreven door G.J. Nijland. Het album is in 1934 uitgegeven door Bussink’s Koekfabriek uit Deventer. Het album was verluchtigd met 100 plaatjes en 2 platen. Bijgaande kleine afbeeldingen tonen de voorkant en de achterkant van plaatje nummer 88. De redactie van ut Deevers Archief toont dit verworven prachtige plaatje graag aan de trouwe bezoekers van zijn webstee,
Op de voorkant van het plaatje is de Kleine Peperstroate en de gemeentelijke toren en het kerkgebouw aan de brink van Deever te zien. En zoals het meestal met getekende onderwerpen uut de gemiente Deever ging, is voor dit plaatje ook een ansichtkaart als voorbeeld gebruikt. Deze ansichtkaart uit 1933 is hier ook afgebeeld.
De overtekenaar van de ansichtkaart heeft op zijn tekening de op de ansichtkaart zichtbare mensen en de twee zichtbare houten palen van de electriciteitsvoorziening niet overgetekend. Wel heeft de overtekenaar zijn tekening ingekleurd, bepaald niet slecht gedaan. Of de aan de rechterkant zichtbare schuur van de beruchte N.S.B,’er Klaas Marcus Balsma inderdaad met rode pannen was gedekt, dat is bij de redactie niet bekend, maar valt wel te betwijfelen, want de overtekenaar van de ansichtkaart is waarschijnlijk niet in Deever geweest

Abracadabra-1271Abracadabra-1272
Abracadabra-1273

Posted in Ansichtkoate, Deever, Kaarke an de brink, Klaas Marcus Balsma, N.S.B.'er, Peperstroate, Tiekening | Leave a comment

Woar was ok a wièr ut Bultie, bin ut ee’m kwiet

In een gesprek dat de redactie van ut Deevers Archief op 9 september 2005 had met wijlen boer in ruste Jans Bult uit Oll’ndeever, heeft de redactie de volgende reactie vastgelegd. Deze reactie biedt meer inzicht in de voor vele Deeversen bekende plek met de naam ut Bultie. Jans Bult reageerde echter toen als volgt.

Toen an de Brink ’t olde gemientehuus is offebreuk’n, hef ’t gemientehuus tiedelijk in ‘n noodgebouw ezeet’n. Het noodgemientehuus stön op een plek die ’t Bultie wödde enuumd. Vanof de boerdereje van Jan de Ruuter in Oldendeever leup ’r een zaandpad hen. Het pad zölf wödde ok altied ’t Bultie enuumd. Ai’j over dat pad leup’m, dan leup ie over ’t Bultie.
We haad’n an dat pad nog een klein akkertie van twee-en-daartig are en dat wödde ok altied ut Bultie enuumd. Dat akkertie laag woar now, vanof de Kloosterstroate bekeek’n, de eerste dree huus’n an de Veentiesweg stoat.
Noast oens akkertie laag an de Deeverse kaante een akker van Derk Vording (Dörk Vodding). Die akker wödde ok ut Bultie enuumd. Een stuk van de Kloosterstroate was dus vrogger ut Bultie.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

In ut Deevers Archief is al heel wat aandacht besteed aan ut Bultie, beter gezegd de discussie over de ligging van ut Bultie, Voorgaande in het Deevers weergegeven reactie van wijlen boer Jans Bult uit Oll’ndeever geeft een duidelijke en positieve bijdrage aan deze discussie.
Deze reactie werd ook gepubliceerd in Opraekelen 05/4 (december 2005). Opraekelen is het blad van de heemkundige vereniging uut Deever. 

In het noodgebouw aan de Kloosterstroate, dat op deze uit 1964 daterende kleurenfoto is te zien, werd toen nog les gegeven aan leerlingen van de U.L.O.-school. Het noodgebouw stond dus niet op ut Bultie, maar een flink eind naast ut Bultie.
Boven het gammele houten gebouw (met gevaarlijke asbesthoudende dakplaten ?) is nog net een stukje van de spits van de gemeentelijke toren an de brink van Deever te zien.
Aan de linkerkant is niet helemaal scherp het voorhuis van de boerderij van Hendrik Mulder Jzn, en Jantje Wesseling te zien.

De heer Wobke Vermaat reageerde op 13 oktober 2016 als volgt.
In 1963 zat ik in het witte noodgebouw op de U.L.O. We hadden daar ook schaakles.
Ik ben opgegroeid (familie Vermaat) in één van de dubbele woningen in de Kloosterstraat.
(redactie: De vader van Wobke Vermaat was leraar aan deze U.L.O.-school; de familie Vermaat woonde op nummer 18 in de Kloosterstraat, de door hem bedoelde dubbele woning is in 2014 afgebroken.

Abracadabra-417

Posted in Bultie, Deever, Deevers, Kloosterstroate, Opraekelen, U.L.O.-skoele | Leave a comment

Olde dokterswoning an de Heufdstroate

Eerste ansichtkaart
De zwart-wit foto voor deze ansichtkaart van de oude dokterswoning an de Heufdstroate in Deever is voor de Tweede Wereldoorlog gemaakt. Links naast de dokterswoning is de woning van Martinus Strating (geboren op 15 januari 1982, overleden op 5 augustus 1965) en Jacoba Timmerman (geboren op 27 februari 1882, overleden op 20 november 1982) te zien. Meester Strating was onderwijzer aan de Gereformeerde School. Beiden liggen begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg in Deever.
Tweede ansichtkaart
De zwart-wit foto voor deze ansichtkaart van de Heufdstroate in de buurt van de dokterswoning en de burgemeesterswoning is gemaakt in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Dirk Ludolf Broekema was toen de plaatselijke huisarts. Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) was toen de burgemeester van de gemiente Deever.

Posted in Ansichtkoate, Burgemeisterwoning, Deever, Dokterswoning, Heufdstroate | Leave a comment

Plotseling en wreed stond de dood voor de broers

Ter godvruchtige nagedachtenis van de broers Antonius Maria Gerardus Janssens en Jozeph Cornelis Maria Janssens werd bijgaand doodsprentje gemaakt. Een doodsprentje is een klein prentje dat binnen de Rooms Katholieke Kerk wordt uitgegeven als herinnering aan een overlijden. Een doodsprentje wordt tijdens de uitvaart aan de aanwezigen uitgedeeld. Het hier afgebeelde doodsprentje -aanwezig in de verzameling van ut Deevers Archief- zal derhalve op 14 april 1945 in het kerkgebouw aan de brink van Deever zijn uitgedeeld tijdens de uitvaartdienst van de tien mannen die op 10 april 1945 op het marktterrein in Deever werden vermoord.  

De Duitsers gijzelden op 10 april 1945 de uit Noord-Brabant geëvacueerde broers Antonius Maria Gerardus Janssens en Jozeph Cornelis Maria Janssens, samen met Nicolaas Houwer, Kornelis Kerssies, Harman Bennen, Roelof Hunneman, Hendrik Akkerman, Klaas Daleman, Jan Houwer, Koop Houwer en Koop Westerhof.
De Duitse gijzelaars dwongen de gegijzelden op het Marktterrein in Deever tegen de wal van de kaarhof te gaan staan. Zie de afgebeelde foto, die op 15 februari 2001 is gemaakt. Op deze plek staat heden ten dage een rododendronbosje.
Na enige uren arriveerde een auto uit Steenwijk. De Duitse officier die uit de auto stapte was de woedende en schreeuwende S.D.-commandant Fritz Habener, Hij greep plotseling een mitrailleur en vermoordde de mannen die tegen de wal van de kaarkhof stonden. Koop Westerhof overleefde als door een wonder deze wrede moordaanslag.

De tekst van het doodsprentje luidt als volgt:
Jezus, Maria, Joseph.
Ter godvruchtige nagedachtenis van Antonius Maria Gerardus Janssens, geboren 26 mei 1926 te Tilburg en van Jozef Cornelis Maria Janssens, geboren 10 october 1930 te Berkel, gevallen voor het vuurpeloton 10 april 1945.
Plotseling en wreed stond de dood voor deze beide jonge menschen, die nog aan ’t begin, aan de lente stonden van hun leven.
Maar toch roept onze Moeder de Heilige Kerk, ook bij deze wreede sterfgevallen ons toe om niet te blijven treuren, maar om te denken aan de opstanding en ’t eeuwig leven, dat deze jongens tegemoet gaan.
Beste ouders, broers en zusjes weent niet over ons. Eens zullen we allen weer in blijdschap vereenigd zijn.
Mijn Jezus, barmhartigheid !

Een doodsprentje werd vaak van een passende bijbeltekst voorzien. En niet te vergeten voorzien van een aanwijzing voor een aflaat. Een aflaat is de vermindering van tijdelijke straffen die de overledene in het vagevuur moet ondergaan. Deze straffen kunnen worden verminderd door het uitspreken van gebedjes voor de overledene, zoals bijvoorbeeld op dit doodsprentje het gebed ‘Mijn Jezus, barmhartigheid’. Dit leverde voor de gestorvenen per gebed 100 dagen aflaat op.
De term ‘Cum approbatione ecclesia’ betekent in het Nederlands ‘Met goedkeuring van de kerk’.
Het prentje van de religieuze scène is getekend door Augustin Müller-Warth (1864-1943). Het is bij de redactie niet bekend of ook een kleuren-versie van dit doodsprentje is uitgegeven.

Abracadabra-1255Abracadabra-1256Abracadabra-1258Abracadabra-1257

Posted in 10 april 1945, Bidplètie, Deever, Oorlogsgraf, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Dorpskragt’n sneujt struweel en bossies

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 21 februari 2011 verscheen het volgende zeer opmerkelijke bericht over het snoeien van gemeentelijke struiken en gemeentelijke bosschages langs toeristische fietspaden in de gemeente Deever.

Diever. Vrijwilligers aan het snoeien
Een groep vrijwilligers in Diever is iedere maandag druk doende om struiken en bosschages langs de fietspaden in de voormalige gemeente gemeente Diever te snoeien. Vorige maandag is de Groningerweg behoorlijk aangepakt en vandaag zijn de fietspaden bij de molen en Steenwijkerweg onder handen genomen. Vooral het fietspad langs de molen -opgenomen in de knooppuntenroute- was aan een grondige opknapbeurt toe.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het beheer en onderhoud van het groen langs de lange Grönnegerweg bee Deever, langs de zo genoemde Molenweg en langs de lange Stienwiekerweg is van belang, want deze wegen worden bereden door veel toeristen. De toeristeneconomie brengt toeristenbelasting in het laatje van de kassier van de Hoge Dametjes En Heertjes Van De Winstgevende Exploitatie Van De Gemeente Westenveld In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever.
 Die inkomstenbron mag onder geen beding in gevaar komen, zeker niet door slecht onderhouden groen.
Het uurtariefje van een ijverige en gemotiveerde dorpskracht uut de gemiente Deever zou voor de gedachtenvorming kunnen worden gesteld op € 10,-. Dat is een laag tarief en is bepaald geen tarief dat commerciële bedrijven in rekening brengen.

De ijverige, gemotiveerde en mondige dorpskrachten uut de gemiente Deever zullen aan het beheer en onderhoud van het groen langs de lange Grönnegerweg bee Deever, langs de zo genoemde Molenweg en langs de lange Stienwiekerweg bij benadering ongeveer 1.000 uur hebben besteed, Wellicht gratis of voor een habbekratsje of voor een kopje koffie en een plakje cake, een borreltje en een toespraakje en een schouderklopje van de dienstdoende wethouder, echter de dorpskrachten hadden op basis van het genoemde tariefje een rekening van € 10.000,- naar de voorkant van het gelijk kunnen sturen.
Als de voorkant van het gelijk het beheer en onderhoud van het groen langs de lange Grönnegerweg bee Deever, langs de zo genoemde Molenweg en langs de lange Stienwiekerwegvolgens volgens de wettelijke aanbestedingsregels openbaar, niet-openbaar, meervoudig onderhands of handjeklap aan een in de markt opererend commercieel groenbedrijf had aanbesteed, dan zouden de kosten voorzichtig geschat zeker ongeveer drie keer zo hoog zijn geweest, zeg voor de gedachtenvorming ongeveer € 30,000,-.
Nota bene, diezelfde ijverige, gemotiveerde en mondige dorpskrachten maken veelal ook vaak gebruik van het in verregaande staat van verval verkerende maar voor de Deeverse gemeenschap onmisbare Dingspilhuus.
Het advies aan de ijverige, gemotiveerde en mondige dorpskrachten uut de gemiente Deever is zich zo snel mogelijk te verenigen in een Stichting Dorpskrachten en in verhouding tot de voorkant van het gelijk alleen nog maar te werken op basis van werkelijke contracten en werkelijke
betaling.
Dan had de voorkant van het gelijk in dit voorbeeld mooi € 20.000,- publieksgeld bespaard en had een Stichting Dorpskrachten die € 10.000,- opbrengst uit eigen arbeid in bijvoorbeeld een Fonds Behoud Dingspilhuus kunnen stoppen.
Mondige Deeverse dorpskrachten let op de Deeverse zaak ! Arbeid is geld ! Tientallen van dit soort arbeidsintensieve opdrachten kunnen worden ondergebracht bij Deeverse dorpskrachten in een op te richten Stichting Behoud Dingspilhuus.
Dus het mes snijdt dan zelfs aan drie kanten. De ijverige, gemotiveerde en mondige Deeverse dorpskrachten werken voor een zeer laag uurtarief een Dingspilhuus bij elkaar, de voorkant van het gelijk hoeft bijvoorbeeld de WOZ-belasting niet te verhogen (zou zelfs verlaagd kunnen worden) en het aantal ambtenaren van de gemeente Westenveld kan wezenlijk worden ingekrompen (de gemiente Deever ligt toch al in een krimpgebied en moet so wie so krimpen), want de Stichting Dorpskrachten kan het beheer en onderhoud van heel veel objecten overnemen.
De redactie heeft de kleurenfoto van de zandweg aachter de Meule in Oldendeever over de Westeresch op 2 januari 2017 gemaakt. De Hoge Dametjes En Heertjes Van Het Systematisch Vernielen Van Het Deeverse Zandwegen Erfgoed
 konden het niet nalaten met publieksgeld toch een stukje van deze kostbare en cultuurhistorisch waardevolle zandweg te vernielen met straatstenen en trottoirbanden en nota bene ook een straatkolk met bijbehorende riolering aan te brengen. Aan het andere einde van deze zandweg hebben die Dametjes En Heertjes het zandoppervlak zelfs vernield met een halfverharding om boze en gemakzuchtige autorijdende moeders van de lagere school met de naam Singelier bij het halen en brengen van hun kinderen te behagen. Erg duur, maar niet erg duurzaam. 

Abracadabra-578 Abracadabra-579

 

Posted in Deever, Dorpskracht, Gemeente Westenveld, Oll'ndeever, Saandweg | Leave a comment

De Venus van Leggel wödde evunn’n in Deever

In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant verscheen op 4 juni 1847 het navolgende bericht over de vondst van een vrouwenbeeldje uit de Romeinse tijd.

Te Leggeloo, in Drenthe, werd onlangs door een arbeider van den landman Tissing te Diever, bij gelegenheid van het graven naar veldsteenen, in het veen, ter diepte van ruim 11/2 Nederlandsche el, een romp van een Romeinsch vrouwenbeeldje opgegraven, zijnde van kalksteen en op de helft van levensgrootte bewerkt. Het stelt eene liggende Venus of nimf voor, naakt tot op het midden, waar de vouwen van het nedergedaalde sluijergewaad gezien worden, terwijl de haren achterwaarts over de schouders vallen, tot omstreeks op de helft van de rug, en één der lokken ook den linker boezem bedekt. Zij schijnt zich oorspronkelijk op den regter arm gestut te hebben; de houding is bevallig en de bewerking vrij goed. Dit, vooral wegens de localiteit, waar het ontdekt is, belangrijke overblijfsel, lag te Diever tusschen een hoop opgegraven veldsteenen, bij de schuur van voormelden Tissing, om eerlang met de steenen verkocht en stuk geslagen te worden, waar het echter nog tijdig genoeg door den heer Janssen, conservator bij ’s Rijks museum voor oudheden te Leijden, ontdekt en voor de Leijdsche verzameling verworven werd.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden bevindt zich daadwerkelijk de Romeinse Venus van Leggel. Uit de informatie in de webstee van dit museum is de exacte vindplaats in het veen niet direct af te leiden. Ook is niet bekend waar de genoemde Tissing in de gemiente Deever woonde.
Veldstenen werden in die tijd in de streek gewoon opgegraven en verkocht om bijvoorbeeld toegepast te worden als bekleding en bescherming van de Friese zeedijken. Maar waarom veldstenen opgraven uit het veen ? Het kan best zo zijn geweest dat boeren, die hun land geschikt maakten voor landbouw, de veldstenen die ze tegen kwamen en in de weg lagen in een nabij hun akkers liggend veentje dumpten.
Bijgaande foto is afkomstig van de webstee van het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden.

 

Posted in Deever, Oudheid | Leave a comment

Woar was ok a wièr ut Bultie

De heer Jaap Koning stuurde op 1 februari 2014 de volgende in ut Deevers gestelde vraag in:
Woar was ok a wièr ut Bultie ? Bin ’t eem hielemoale kwiet !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De heer Jaap Koning is een zoon van Lambertus Koning (Battus Keuning) (geboren op 15 maart 1918, overleden op 7 december 1987) en Deeltje van der Helm (geboren op 6 maart 1921, overleden op 1 maart 2016).
Wijlen sier- en hoefsmid, schrijver, geitenfokker, doe-het-echt-zelver en dorpscriticaster Klaas Kleine noemde Lambertus Koning (Battus Keuning) de lochtkièrl (doe ’t locht ies an, ’t wödt a donker), omdat Lambertus Koning (Battus Keuning) ook opnemer van de electriciteitmeters was. De familie Koning woonde an de Veentiesweg in Deever. De heer Jaap Koning heeft ook een eigen webstee, te weten www.jaapkoning.nl.
Wie van de bezoekers van ut Deevers Archief kan de prangende vraag van de heer Jaap Koning, geboren en getogen Deeverse, voorzien van het juiste antwoord ?
Woar was ok a weer ’t Bultie ? Woar was ok a weer ’t olde Bultie ?
Misschien zou Rikus Kloeze, de veldnamenexpert en voorvechter van de lokale politieke partij Dorpsbelangen, daar uitsluitsel over kunnen geven ? Want in november 2012 (zie ook het bericht van 9 novemer 2012 in de webstee van de Olde Möppeler) smeedde hij vrolijk lachend en eigenhandig het Swatte Pattie om tot Bultie, het nieuwe Bultie. Deever had eindelijk zijn nieuwe Bultie. Rikus had een jarenlange zware strijd tegen de ambtelijke windmolens, tegen De Lagere Dames En Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Straatnamen Gelijk Van De Gemeente Westenveld, eindelijk beloond zien worden.
Maar daarmee is nog niet de cultuurhistorische vraag beantwoord over de ligging van ’t Bultie. Daarvoor moeten we zoeken op de kaart met de Deeverse veldnamen en dan blijkt er een akker met de naam Scholten’s Bultie te zijn geweest, tussen wat nu de Vlasstraat is en wat nu de Veentjesweg is, dus eigenlijk zou de Kloosterstraat –het is nooit bewezen dat in Deever een klooster heeft gestaan- tussen de Vlasstraat en de Veentjesweg de naam Scholten’s Bultie moeten hebben. Dus het Swatte Pattie, nu bij vergissing Bultie genoemd, het zij Rikus Kloeze, Nico Pook en Zwanie Zantinge vergeven, was de verbinding tussen de Hoofdstraat en ut saandpad over ut Scholten’s Bultie hen Oldendeever. Het laat zich raden dat dit voor de Afgescheidenen uit Oll’ndeever en Wittelte in de tijd van de onverharde wegen op zondag hun kaarkepad naar hun Offescheid’n kaarke aan hun Kruisstraat moet zijn geweest.

Posted in Bultie, Deever, Kloosterstroate, Kruusstroate, Veentiesweg, Veldnème | Leave a comment

Un hiele lange optogt op un skiere logtfoto

Let bij het bekijken van de hier afgebeelde luchtfoto vooral op de hele lange optocht van groepen mensen, die door de Kloosterstroate, door de Vlasstroate en door de Brinkstroate naar het nieuwe gemeentehuis an de brink van Deever lopen. De … Continue reading

Posted in Deever, Logtfoto | Leave a comment

Ut hüsie woar mien opa en oepoe hept ewoont

De in Amsterdam wonende, maar in Deever geboren en getogen Jacob (Jaap, Japie) Koning stuurde op 22 mei 2016 de volgende reactie naar ut Deevers Archief. Het betreft een reactie op het bericht De olde kouwe van Oaltie Keuning-Hoaveman. De redactie is Jacob (Jaap, Japie) Koning zeer erkentelijk voor deze reactie. 

Volgens mij wordt het woord ‘kouwe’ hier gebruikt in de denigrerende betekenis van ‘kooi’. Een aanduiding voor een in elkaar getimmerd schuurtje, waarvan het dak lekt en waar de wind doorheen blaast door de kieren tussen de planken.
Het was het huisje waar mijn grootouders hebben gewoond. Ik kwam er als kind vaak.
Het dak lekte niet en de wind kwam niet binnen, maar verder was het behoorlijk primitief. De vloer bestond nog uit leem en stromend water of een pomp was er niet. De laatste jaren woonde mijn grootmoeder daar alleen en ik haalde als jongetje een paar keer per week een grote emmer water bij de buren en zette die dan in een halletje neer, zodat opoe Koning altijd water in huis had.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het woord ‘kouwe’ heeft in ut Deeverse dialect – voor zover de redactie zich dat kan herinneren – drie betekenissen, te weten: kooi, huis en snee.
Wijken alleskunner Klaas Kleine (dertien of meer ambachten en absoluut geen twaalf ongelukken) – van nature wel kritisch en een beetje cynisch – heeft het woord ‘kouwe’ hier vast en zeker in de betekenis van ‘huis’ gebruikt. 

Posted in Deever, Deevers, Klaas Kleine, Peperstroate | Leave a comment

Ut anplakbiljet van ut eup’mlogtspel Hamlet

Mensen kunnen van sommige posters van het openluchtspel in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever menen dat het kunst is of in de buurt van kunst komt of kitsch is. Dat is hun goede recht. De redactie van ut Deevers Archief vindt het in elk geval geen kitsch.
De 2011-poster, waarop de opvoering van het stuk Hamlet van William Shakespeare wordt aangekondigd, lijkt zo eentje te zijn. Kunst of geen kunst, dat is de subjectieve vraag.
De redactie van ut Deevers Archief vindt de afgebeelde poster geen kunst, maar een kunstig gemaakt object.
De vraag rijst of een absolute definitie van kunst bestaat ? Een definitie die objectief bepaalt: Het is kunst of het is geen kunst. Het antwoord is natuurlijk nee.

Posted in Deever, Eup’mlogtspel, Kuunst | Leave a comment

Heiug sigt op ut dörp Deever en de Noorderesch

Nu winterse perioden met sneeuw en ijs vanwege de opwarming van de aarde ook in de gemiente Deever steeds minder vaak voorkomen en die perioden bovendien korter worden, vaak niet langer dan een dag duren, is het een goede zaak veel foto’s van winterlandschappen in de gemiente Deever te maken en te tonen. Vandaag is morgen alweer verleden tijd.
De redactie van ut Deevers Archief maakte deze foto van de Noorderesch met schapen en met een heiig zicht op ut dörp Deever op 21 januari 2016. De punt van de gemeentelijke toren aan de niet-oorspronkelijk Saksische brink van Deever is nog net in het midden van de hier afgebeelde kleurenfoto te zien.
De zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief zijn bij deze uitgenodigd hun mooiste winterfoto’s voor publicatie in ut Deevers Archief ter beschikking te stellen.

Posted in Deever, Landschap, Noorderesch, Winter | Leave a comment

N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma such un deenstmeid

In  het Drentsch dagblad (officieel orgaan voor de provincie Drenthe), jaargang 1, nummer 176, van 22 december 1942 verscheen het navolgende bericht, waaruit blijkt de N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma op zoek was naar een dienstbode.

Gevraagd: een dienstbode voor de dag of voor dag en nacht of een werkster, 3 dagen per week. K.M. Balsma, café, Diever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma was weduwnaar. Zijn vrouw Gezina Catharina Smit, geboren op 7 april 1895, overleed op 27 september 1938. Haar graf met grafsteen is te vinden op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever .
Klaas Marcus Balsma is geboren op 28 april 1892 in Eernewoude (Tietjerksteradeel).
De overlijdensadvertentie in de Leeuwarder Courant van 13 maart 1970 vermeldt dat hij op 12 maart 1970 op 77-jarige leeftijd is overleden in Appelscha (Ooststellingwerf) en op 16 maart 1970 is verbrand in Groningen.
Klaas Marcus Balsma was de uitbater van café Brinkzicht an de brink van Deever.

Posted in Café Balsma, Café Brinkzicht, Deever, Klaas Marcus Balsma, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Ut dak van de toor’n kö’j mooi boo’m de boo’m seen

De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 7 juli 2015. Op de hier afgebeelde kleurenfoto is tussen de bomen door het mooie dak van de gemeentelijke toren an de brink van Deever te zien. Let op de nog net te onderscheiden vlaggestok !
Een uitsnede van de hier afgebeelde kleurenfoto is als kopafbeelding te zien geweest van 29 mei 2017 tot en met 28 september 2017.
De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de broodnodige variatie de kopafbeelding van ut Deevers Archief.
Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht deze echt wel geschikt als kopafbeelding van deze webstee, aarzel dan niet deze afbeelding naar de redactie te sturen. Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (200 dpi).
Als jij de hier afgebeelde kopafbeelding lelijk vind als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
Als jij de hier afgebeelde reeds getoonde kopafbeelding graag nog een keer als kopafbeelding van ut Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.

Posted in Deever, Kopplètie, Toor'n an de brink | Leave a comment

Is de DNA-boom bee ut Roathuus in Deever kuunst ?

In de webstee van de gemeente Westenveld was een tijdlang een bericht te vinden over de kunst bij en in het raadhuis van de gemeente Westenveld an de Gemeentehuislaan in Deever, maar is niet meer te vinden. Dit bericht luidde als volgt.

Kunst – De DNA-boom van Westerveld
Het is gebruikelijk om een percentage van de bouwsom te bestemmen voor een kunstwerk. Ook de gemeente Westerveld heeft een kunstwerk laten ontwerpen en maken ter gelegenheid van de bouw van het nieuwe gemeentehuis in Diever. Op donderdag 16 april 2009 werd het kunstwerk als een van de openingshandelingen onthuld.
Het kunstwerk is een ontwerp van kunstenaar Merijn Bolink uit Amsterdam. Hij werd in 2008 door het college van burgemeester & wethouders gekozen voor deze opdracht, na een voordracht door de commissie beeldende kunst nieuwe gemeentehuis. In deze commissie hadden zitting: de wethouder Cultuur van Westerveld, de architect van het nieuwe gemeentehuis, een vertegenwoordiger vanuit het cultuurfonds Westerveld en een adviseur van het Centrum Beeldende Kunst Drenthe.
Het kunstwerk is een sculptuur, bestaande uit twee bronzen boomstammen die zo met elkaar vergroeid zijn, dat ze een fragment van een DNA-molecule vormen. Maar sommige mensen zien er een wokkel in, of de Jacobsladder die naar de hemel reikt. De huid van beide ‘stammen’ laten twee verschillende soorten boomschors zien. Het kunstwerk is rechts voor de hoofdingang van het gemeentehuis geplaatst, dichtbij een poel op de ‘kademuur’. Aan de andere zijde van de poel groeit een levende DNA-boom. Anders gezegd: twee levende bomen die zo gegroeid én vergroeid moeten raken, dat ze samen een DNA-structuur vormen. Het is nog ‘even’ afwachten of dit experiment zal slagen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Opvallend aan dit bericht is dat de gewone man in de Westenvelder straten en stegen geen deel uitmaakte van de Commissie Beeldende Kunst Nieuwe Raadhuis. Verder lijkt het deze commissie te zijn ontgaan dat de bouw van het raadhuis het gevolg is geweest van de gedwongen samenvoeging van de vier gemeenten Oavelte, Vledder, Dwingel en Deever en dat dit echt wel gesymboliseerd had kunnen zijn geweest geworden door een object van vier boomstammen, die om elkaar heen kronkelen, dus zeg maar een dubbele DNA-structuur, zeg maar een dubbele wokkel. Wat een gemiste kans.
Nu zit de gewone man in het dorp Deever voor erg lange tijd (totdat de gemeente Westenveld gedwongen wordt samen te gaan met de gemeente Meppel en het raadhuis van de fusiegemeente in Meppel komt te staan) opgescheept met een smakeloze wokkel bij een megalomanistisch R
aadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever.

Posted in Beeld, Deever, Gemientehuus, Kuunst | Leave a comment

See woll’n de duvel van Deever leem’slange gee’m

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 17 april 1947 het navolgende bericht over het Bijzonder Gerechtshof te Assen, inzake het proces tegen de beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma uut Deever.

Duivel van Diever veroordeeld tot levenslang
Het Bijzonder Gerechtshof te Assen veroordeelde heden den 64-jarigen caféhouder Klaas Marcus Balsma te Diever, den ‘duivel van Diever’ tot levenslange gevangenisstraf, ontzetting uit de kiesrechten en uit het recht het beroep van caféhouder uit te oefenen. Eisch was doodstraf met ontzetting uit de rechten. Het recht van cassatie werd Balsma toegekend.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het recht van cassatie is het recht beroep aan te tekenen bij het hoogste rechtsprekende orgaan van het land tegen het vonnis van een lagere rechter. Het is bij de redactie van ut Deevers Archief niet bekend of Klaas Marcus Balsma van dat recht gebruik heeft gemaakt. Klaas Marcus Balsma heeft de uiteindelijk opgelegde straf uitgezeten in de strafgevangenis in Veenhuizen.

Posted in Brink, Café Balsma, Café Brinkzicht, Deever, Klaas Marcus Balsma, N.S.B., N.S.B.'er | Leave a comment

Ut ende van de meule an ut Katt’nende in Deever

Op 6 maart 1915 verscheen de volgende advertentie in het Nieuwsblad van Friesland over de veiling van den ondergrond van een windkorenmolen met aangelegen grond, den molen op afbraak en een dorschmachine. Het ging om de molen aan het Katteneinde, later Moleneinde genoemd, in Deever.

Molen  – Diever (Dr.)
Notaris Bon te Dwingelo zal op maandag 15 maart 1915, des voormiddags ten 11 ure, ten huize van T. Wesseling te Diever, ten verzoeke van Jan Rabbinge aldaar, publiek bij inzate veilen:
1. den ondergrond van een windkorenmolen met aangelegen grond groot 7 aren 90 centiaren, zeer gunstig bij het dorp gelegen aan den straatweg Diever-Dieverbrug; zeer geschikt voor huisplaats;
2. den molen op afbraak in twee percelen a. het houtwerk met zwaar eikenhouten achtkant en 2 maalsteenen; b. de steenen en verder metselwerk en het riet; de bliksemafleider wordt afzonderlijk verkocht;
3. een zoo goed als nieuwe dorschmachine door den molen gedreven wordende.
Vreemde bieders gelieven zich te voorzien van een verklaring van gegoedheid afgegeven door hun notaris.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Als onderdeel van de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek, ‘de fabriek’, aan het Katteneinde in Deever werd in 1908 een korenmalerij ingericht.
Jan Rabbinge, de molenaar van de windkorenmolen naast ‘de fabriek’ zal uiteindelijk in de concurrentiestrijd met de korenmalerij van ‘de fabriek’ het onderspit hebben gedolven. Zo gebeurde het dat hij zijn beltmolen in 1915 door notaris Bon uit Dwingelo liet veilen in het boerencafé van Teunis Wesseling aan de Hoofdstraat in Deever. Roelof Willem Fledderus werd de koper van de molen op afbraak. Wellicht dat het vrijgekomen eikenhout in de streek is hergebruikt bij de bouw of de verbouwing van een boerderij.
Jan Rabbinge werd op 11 juli 1872 geboren in Bloemberg (Zuidwolde) als zoon van landbouwer Jan Rabbinge en Lummigje ten Kate. Hij overleed op 2 januari 1954 in Zuidwolde. Jan Rabbinge trouwde op 15 juni 1900 in Ruinerwold met Hilligje Nijsingh. Zij werd geboren op 23 april 1874 aan het Oosteinde in Ruinerwold en overleed op 21 juni 1911 in Deever. Zij was een dochter van Jan Hendriks Nijsingh en Vrougje Karsten.
Jan Rabbinge hertrouwde op 15 maart 1913 in Deever met 
Janna Smid. Zij werd op 22 oktober 1883 geboren aan de Anserweg in Ruinen en overleed op 3 maart 1951 in Zuidwolde. Zij was een dochter van Arend Smid en Marchien Willems.
De boerderij met het boerencafé van Teunis Wesseling stond op de hoek van de Hoofdstraat en de Tusschendarp, op de plek waar nu een zelfbedieningswinkel is gevestigd.

Posted in Beltmeule, Deever, Meule | Leave a comment

De Vuurpanne an de Peperstroate in Deever

An de Peperstroate in Deever is een pannekoekenboerderij met de niet zo toepasselijke naam ‘de Vuurpan’ gevestigd geweest.
De redactie van ut Deevers Archief is op zoek naar gegevens en foto’s van deze pannekoekenboerderij.
Zo is één van de vele vragen: wanneer is ‘de Vuurpan’ geopend en wanneer stopte de eigenaar met ‘de Vuurpan’ ?
Het was in elk geval in de tijd dat Deever nog kengetal 05219 had.
Wie van de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie gegevens verschaffen ?

Posted in Deever, Neringdoende, Peperstroate, Toeristenindustrie | Leave a comment

De dorpsboer’nleider benuumd de dorpsboer’nroad

In het Agrarisch Nieuwsblad (waarin opgenomen het orgaan Landbouw en Maatschappij) verscheen in de Tweede Wereldoorlog op 6 maart 1942 het navolgende merkwaardige bericht over de dorpsboerenraad.

Dorpsboerenraad.
Door den dorpsboerenleider, den heer J.B. Oostra te Wapse, werden tot leden van den dorpsboerenraad benoemd de heeren K. Snoeken en W. de Vries te Wapse, A. Muggen te Dieverbrug, E. Jongstra te Wateren en H. van Wester te Oldendiever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op bladzijde 482 van het boek ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 6. Eerste helft. Juli 1942 – Mei 1943’ is in het hoofdstuk de ‘foute sector’ een en ander over te lezen over dorpsboerenleiders, dorpsboerenraden, buurtboerenraden.

Posted in An de Deeverbrogge, Deever, Oll'ndeever, Tweede Wereldoorlog, Wapse, Woater’n | Leave a comment

Van Osstraat te wijzigen in ’t Kasteel

De wegen op ‘t Kastiel in Deever hebben jammer genoeg te lang Burgemeester van Oslaan geheten.
De intrigerende vraag is waarom de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Straatnamen Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever deze wegen de naam Burgemeester van Oslaan heeft aangemeten en waarom niet de naam Burgemeesters van Oslaan ? Er zijn immers twee Ossen (vader en zoon) burgemeester van de gemiente Deever geweest.
Deze dwaling van de Hoge Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Straatnamen Gelijk In Het Gemeentehuis Aan De Brink Van Deever is helaas slechts ten dele recht gezet door de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Straatnamen Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever.
Op de hier afgebeelde kleurenfoto is te zien dat de andere weg over ’t Kastiel (de mooie weg langs de Fledderushoeve) nu ten onrechte Van Osstraat heet. Deze weg ook Van Osstraat noemen dat is wel heel veel eer voor burgemeester Hendrik Gerard van Os, die veel te lang aan het Deeverse pluche bleef kleven.
Pas vanaf het pand waarin nu het naai-atelier van Maaike Bakker is gevestigd (adres Van Osstraat 4a) tot aan de Dwarsdrift zou het aanvaardbaar kunnen zijn de naam Van Osstraat te blijven gebruiken. Het ene deel van deze straat zou dan Leonard Willem van Osstraat kunnen heten en het andere deel Hendrik Gerard van Osstraat, immers de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Straatnamen Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever schijnen zo nodig elke burgemeester van de gemiente Deever op deze manier en zonder aanziens des persoons te moeten verheerlijken.
En waar in Deever hebben de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Straatnamen Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever zo nodig Johannus Pottinga Szn verheerlijkt ? Hij is maar zo’n twee magere jaartjes burgemeester van de gemiente Deever geweest. De redactie is van mening dat het eventueel naar hem vernoemen van een achterafweggetje, een achterafpaadje, een achterafsteegje, een achteraflaantje, een achterafstraatje of een achterafpleintje wel meer dan voldoende is.
Zou het een politiek briljant idee kunnen zijn om in de gemiente Deever het beheren, periodiek schoonmaken en onderhouden van al het gemeentelijke wegmeubilair, zoals smerig geworden lantaarnpalen en straatnaamborden -zie de hier afgebeelde kleurenfoto- onderhands gratis of voor een habbekrats uit te besteden aan een hobby-onderneming, bijvoorbeeld aan een boermarke of aan de supporters van een sportvereniging of aan een buurtvereniging of aan de dorpskrachten van de plaatselijke heemkunduge vurening ? Dan kan door de inzet van dorpskrachten op zijn minst ongeveer een kwart voltijds-ambtenaar worden wegbezuinigd uit het kantoortuinencomplex aan de Gemeentehuislaan in Deever.
De redactie heeft bijgaande afgebeelde kleurenfoto op 2 januari 2017 gemaakt.

Abracadabra-572

Posted in Deever, Gemeente Westenveld, Gemiente Deever, Gemientebestuur, Stroatnaème, Toevallige waarneming, ut Kastiel | Leave a comment

Un offesleet’n grafstien veur un ienvoldige deure

Bijgaande zwart-wit afbeelding van een deel van het westelijke deel van de zuidelijke zijbeuk van het kerkgebouw aan de brink van Deever is in 1934 gepubliceerd in een geïllustreerd weekblad.
Het bijschrift bij de foto luidt als volgt:
Het geheel van kerk en toren te Diever is zwaar van bouw en mooi-Drentsch in de omgeving, maar ook details zooals dit torenpoortje zijn vol stemming, opgewekt door muren, een eenvoudige deur en een afgesleten zerken stoepje, en een verdiepende beschouwing waard.
De redactie van ut Deevers Archief zoekt zich nog steeds suf naar de titel van dit geïllustreerde weekblad. Wie van de bezoekers van ut Deevers Archief weet om welk weekblad het gaat ?
De eenvoudige deur was geen torenpoortje, maar was tot de opening van de lagere school aan de brink de toegang tot de lagere school in het westelijke deel van de zuidelijke beuk van het kerkgebouw. De deur is ook geen oorspronkelijke deur, want is er in de negentiende eeuw ingeknutseld.
Intrigerend is wel het ‘afgesleten zerken stoepje’. De redactie heeft het vermoeden dat een deel van een oude gebroken zerk van een graf in de hof van de kerk aan de brink lang heeft gediend als opstapje.
Bij de Grote Restauratie in de vijftiger jaren van de vorige eeuw is de oorspronkelijke muur hersteld, wat te zien is op de hier afgebeelde kleurenfoto, die de redactie van ut Deevers Archief op woensdag 19 september 2018 heeft gemaakt.

Posted in Brink, Deever, Kaarke an de brink, Legere skoele in Deever | Leave a comment

Ut pothokke in de gemiente Deever

De redactie van ut Deevers Archief heeft in jaar 2007 de zogenaamde Historische Kalender voor het jaar 2008 samengesteld voor de leden van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, zo ook de teksten bij de foto’s en de eerste bladzijde met enige uitleg over de betekenis van ut pothokke.

Ut pothokke staat nu bijna altijd bij boerderijen die al lang niet meer daadwerkelijk in gebruik zijn als boerderij. Wie let er in het vooorbijgaan op ? Wie hecht nu nog belang aan dit kleine huisje ? Toch hoorde ut pothokke honderden jaren bij het boerenleven, want in dat kleine gebouwtje werd brood gebakken, melk gekarnd, de was opgekookt, varkensvoer gekookt, het vlees van het geslachte varken verwerkt, geweckt, in de zomer huisde het boerengezin in ut pothokke. Een kleine, maar onmisbare ruimte voor het leven op de boerderij in vroeger tijden in Deever. Niet alleen nuttig, maar ook aangenaam. In de avonduren trof de jeugd elkaar in ut pothokke, er werd in gevrijd, jenever gestookt, geboomd, tabak gedroogd.
De voormalige werkgroep ‘Pothokken in de gemeente Diever’, bestaande uit Deeverse Dorpskrachten, waaronder wijlen dorpsfiguur Jan Hessels, is vanaf 1999 bezig geweest met het lokaliseren, inventariseren, bestuderen en fotograferen van alle pothokken in de gemiente Deever en zijn de afmetingen, het bouwjaar, de opdrachtgever van de bouw, de bouwaannemer, de aard van de gebruikte materialen, de huidige staat van onderhoud en de huidige bestemming vastgelegd. daarbij zijn de nijvere verzamelaars van gegevens wel vergeten de verhalen bij de pothokken vast te leggen. Het geheel is in 2007 als een losbladig boekwerk ’Pothokken in de gemeente Diever’ uitgegeven. Gelukkig heeft de redactie van ut Deevers Archief wel het verhaal uit de mond van dorpsfiguur wijlen Jan Hessels opgeschreven en dit bericht verwerkt.
In de gemiente Deever stond vroeger bij de meeste boerderijen een pothokke, bij de meeste boerderijen staat gelukkig nog steeds een pothokke. Er waren kleine en grote pothokken. Een klein pothokke was meestal alleen bestemd voor het koken van de pot met varkensvoer. Dat was een grote pot waarin, afhankelijk van het aantal te voeren varkens, enkele keren per week aardappels werden gekookt. In de kookpot ging als regel dree maande eapels, ongeveer vijfenzeventig kilo aardappelen. Als de aardappels gaar waren, dan werden ze met een aparte klauw fijn gestampt.
Het vuur onder de pot werd meestal gestookt van takkenbossen of oude verrotte afrasteringspalen. De takkenbossen stonden in een bult bij de boerderij. Ze stonden in weer en wind. Bij flinke regen werden de takkenbossen behoorlijk nat, wat bij het opstoken veel rookontwikkeling gaf.
De familie Hessels aan de Kruisstraat in Deever had twee binnenpotten. ’s Maandags werd in de buitenpot een geëmailleerde binnenpot geplaatst, waarin de was werd opgekookt. Kinderen moesten vaak het vuur onder de pot stoken. Ook werd in het najaar in de pot water gekookt voor het slachten van het varken. Het warme water was nodig om het haar van het varken te broeien. Het haar kon dan beter van het varken worden verwijderd. Daarna werd in de pot de bloedworst gekookt en vervolgens het zogenaamde kortgoed. Dit waren de kop, de lever en het hart van het varken. Die werden verwerkt in de leverworst en hoofdkaas. Hiervoor werd een grote pot gebruikt.
Bij de familie Hessels aan de Kruistraat stond een wat groter pothokke, dit pothokke bestaat staat steeds (zie de bij dit bericht gepubliceerde foto, die de redactie op 20 november 2005 is gemaakt). In het pothokke stond ook een kachel, waarop drie pannen konden worden geplaatst. In de winter werd in de huiskamer gekookt. In de zomermaanden was het in de huiskamer te warm en werd in ut pothokke gekookt. Dit was een manier om de warmte van het koken buiten het huis te houden. Ook stond in ut pothokke de wasmachine. Dit was een wasmachine, die met de hand moest worden gedraaid. Dorpsfiguur wijlen Jan Hessels moest ook wel eens draaien. Hij moest dan tweehonderenvijftig slagen draaien. Hij was de tel nog wel eens kwijt, maar begon dan niet opnieuw.
De kachel in ut pothokke werd in de regel gestookt met hout en turf of sudd’n. Grotere pothokken bestonden uit twee gedeelten. In één gedeelte werd in de zomer gegeten. Het was voor de huisvrouw wel gemakkelijk, want de kachel, waarop het eten werd gekookt, was dan dichtbij. Je hoefde daarnaast niet zo ver te lopen met de pannen. Het eten vond plaats naast de pot waar het varkensvoer werd gekookt. Je zorgde dan wel dat je snel at, want het stikte in ut pothokke van de vliegen.
In ut pothokke werd veel water gebruikt bij het koken van varkensvoer, bij het slachten, bij het wecken en bij het wassen. Daarom stond ut pothokke aan de kant van de pompestroate en kon men via de zijdeur van de boerderij zo ut pothokke in lopen.
Vanwege het brandgevaar was ut pothokke altijd bedekt met dakpannen, bij voorkeur met cementpannen, omdat deze het meest afdichtend gelegd konden worden. Altijd met dakpannen ? Niet altijd, want in Wapse staat een pothokke mit’n reet’n doake.
Ut pothokke heeft in de loop van jaren zijn oude functies verloren. Sommige pothokken zijn helaas afgebroken, maar pothokken kregen vooral een nieuwe bestemming. Uit de inventarisatie van de pothokken in de gemeente Diever blijkt dat het gebruik van ut pothokke verrassend veelzijdig is. Veel pothokken zijn helaas in gebruik als fantasieloos baarghokke, maar gelukkig ook veel als fietsenhok, voorraadruimte, kippenhok, konijnenhok, paardenbox, keuken, galerietje, schildersatelier, expositieruimtetje, cv-ketelhuisje, tuinhuisje, garage, strijkkamertje, zomerverblijf, trainingsruimte, washok, kantoor en badkamer.
Dat deze bestemmingen tot voorbeeld moge zijn van de eigenaren, die hun pothokke gebruiken als baarghokke. Ook het kleinste pothokke in de gemiente Deever, met een binnenoppervlak van slecht 3,6 m², is in gebruik als baarghokke, het verdient een beter lot. In het verleden was op Zorgvliet een pothokke in gebruik als werkruimte van een fietsenmaker.
Elders zijn pothokken in gebruik als winkeltje en als sauna en wie weet wat voor bestemmingen nog meer. Kortom ut pothokke is voor veel doeleinden geschikt. Uit de inventarisatie bleek ook dat bij een oude boerderij in 2004 een pothokke is ingestort en is afgebroken. Het is zeker de moeite waard dat voor onze streek zo karakteristieke gebouwtje te herbouwen.

Posted in Aarfgood, Atlas van de gemeente Diever, Canon van de gemiente Deever, Deever, Dorpskracht, Kruusstroate, Pothokke | Leave a comment

Vukwisters haad’n un laampe van wè 40 kiès’n

De redactie van ut Deevers Archief mocht graag bij dorpsfiguur wijlen Jan Hessels, de broer van dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm Hessels, op bezoek gaan in sien boerdereeje an de Kruusstroate in Deever. Jan hield van het vertellen van korte lachwekkende verhaaltjes, die hij steevast anekkedotes noemde. Zo ook zijn volgende anekkedote over de elektrificatie van Deever. 

In de maand mei in het jaar 1924 zijn mijn vader en moeder getrouwd. In het najaar van 1924 is onze boerderij aangesloten op het elektriciteitsnet.
Mijn moeder heeft ons vaak verteld dat ze toch nog een paar jaar de olielampen zijn blijven gebruiken. Ze gingen eerst kijken wat de ervaringen van andere mensen waren. Ze zei dat de mensen vaak een gloeilamp van 25 kaarsen in de woonkamer hadden hangen, maar dat er ook van die verkwisters waren die een gloeilamp van wel 40 kaarsen hadden hangen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Een gloeilamp van 25 kaarsen was een gloeilamp van 25 Watt. Een gloeilamp van 40 kaarsen was een gloeilamp van 40 Watt.
De ouders van Jan Hessels waren Jacob (Jaap) Hessels en Margje (Maargie) Veenhuis. Zij trouwden op 3 mei 1924 in Deever.
Jacob Hessels is geboren op 3 mei 1896 in Deever en is overleden op 7 maart 1979 in Deever.
Margje Veenhuis is geboren op 25 juni 1899 in Wapse en is overleden op 23 mei 1985 in Deever.
Dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm Hessels is geboren op 8 oktober 1927 in Deever en is overleden op 21 maart 1995 in Deever.
Dorpsfiguur Jan Hessels is geboren op 4 mei 1934 in Deever en is overleden op 20 augustus 2001 in Deever.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van de boerdereeje mit ut grote pothokke, waar de familie Hessels woonde, op maandag 3 september 2018 gemaakt.

Posted in Deever, Electrificatie, Haarm Hessels, Kruusstroate | Leave a comment

Ut lee’m möt neet vleeg’n, moar fladder’n

De oude smederij van de gebroeders Albert en Hendrik Kloeze an de Heufdstroate in Deever is een rijksmonument. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vermeldt over dit object:
Laat 19e eeuwse voormalige smederij. Het woongedeelte is dwarsgeplaatst en gedekt door een met pannen belegd schilddak met uileborden en makelaar; even omlopende gootlijst; staafankers. Symmetrische indeling door opgeklampte deur met bovenlicht met snijwerk en sierroosters en zesruitsschuifvensters met en zonder opgeklampte luiken; alle lichtgetoogd en met 1,5 steens hanekammen. De voormalige smederij onder pannengedekt zadeldak met windveren; de detaillering van deuren en vensters niet meer oorspronkelijk.
Dat is een indrukwekkende beschrijving van dit rijksmonument, maar wat heb je aan dit bijna onbegrijpelijke gebrabbel als het rijksmonument, ten tijde dat de redactie de hier afgebeelde kleurenfoto’s maakte, onbewoond was en behoorlijk aan het vervallen was.
Maar ja, dat kan gemakkelijk gebeuren, want in dit land gaat het om het in stand houden van ongeveer 63.000 rijksmonumenten. Dus de vraag bij de immer beperkte geldelijke mogelijkheden is, wanneer de buitenkant van dit niet al te belangrijke rijksmonumentje in aanmerking komt voor restauratie ?
De redactie van ut Deevers Archief heeft de drie hier afgebeelde kleurenfoto’s op 28 juli 2016 gemaakt.
Op de derde foto is aan de rechterkant op een groot raam de volgende tekst gekalkt: het leven moet niet vliegen, maar fladderen. Maar voor het behoud van een rijksmonument geldt vast en zeker: het onderhoud moet niet fladderen, maar vliegen.

abracadabra-1294 abracadabra-1295 abracadabra-1296

Posted in Aarfgood, de Kloeze, Deever, Heufdstroate, Rieksmonement | Leave a comment

Swat-wit 8 mm film mit nummer 58245265 uut 1939

In de webstee Oorloginblik.nl is een zwart-wit 8 mm film over Deever uit het Drents Archief over de ontvangst van burgemeester Meiboom, Palmpasen en het maaien van rogge in het jaar 1939 te bekijken.

Bij de film is de volgende beschrijving opgenomen.
Film over de aankomst van toekomstig burgemeester Meiboom in Diever en de viering van Palmpasen in 1939. Aan de orde komen onder andere:
Deel 1.
Een groepje mensen staat te wachten aan de kant van de weg.
Een auto met het kenteken E6824 arriveert en de heer Meiboom en zijn vrouw stappen uit.
Ze worden welkom geheten door een man die een hoge hoed vasthoudt.
Een harmonieorkest speelt een stuk muziek. De man met de hoge hoed houdt een toespraak.
Twee kinderen overhandigen een grote bos bloemen aan de vrouw van de heer Meiboom, mevrouw Meiboom-Veltman.
Een kinderkoor zingt een lied terwijl een dirigent de maat aangeeft.
Opname van een feestelijke optocht met voorop ruiters te paard, gevolgd door een harmoniekorps.
Een auto is gearriveerd en de heer Meiboom en zijn vrouw stappen onder grote publieke belangstelling uit.
De heer Meiboom en zijn vrouw maken kennis met diverse personen.
Het harmoniekorps begint weer te spelen en er wordt een toespraak gehouden.
Het toekomstig burgemeestersechtpaar poseert voor een foto met een aantal jonge dames in klederdracht.Na de foto spreken ze met elkaar.
Deel 2
Twee dames lopen in de sneeuw.
Impressie van de sneeuw.
Vooraanzicht van een villa, een moeder kijkt in haar kinderwagen.
Vervolgens zit de moeder te handwerken en speelt een kind op een trap.
Kinderen staan met hun haantje op een stokje klaar voor de Palmpasen optocht.
Elders krijgen de haantjes een netje met een ei omgehangen.
Mevrouw Meiboom-Veltman staat bij een grote hoeveelheid kinderen en vervolgens begint de Palmpasen optocht.
Deel 3
Overzicht van Diever vanaf de Nederlands hervormde kerk en een impressie van de kerktoren.
Deel 4
Een man en een jongen zitten op een door paarden voortgetrokken maaimachine en maaien het koren.Een boer maakt van het gemaaide graan korenschoven.

Aantekeningen van ut Deevers Archief
In de beschrijving van deel 1 van de film staat de zin ‘Ze worden welkom geheten door een man die een hoge hoed vasthoudt’. Jan Cornelis Meiboom en zijn vrouw Nell Veltman zijn merkwaardig genoeg in Wittelte op de grens van de gemiente Deever en de gemeente Havelte niet welkom geheten door de loco-burgemeester van de gemiente Deever of vertegenwoordigers uit de raad van de gemiente Deever of de secretaris van de gemiente Deever of de rijkste aller rijke hereboeren uit de gemiente Deever of de notabelste aller notabelen uit de gemeente Diever, maar door Jan Andree (André ?, Andrea ?, Andreae ?) (geboren op 2 februari 1904 in Deever, overleden op 25 december 1975 te Zuidwolde, zoon van pietereulieventer Cornelis Andree (André ?, Andrea ?. Andreae ?) en zijn tweede vrouw Jantje Schoenmaker), hij was in 1939 de directeur van de Zuivelfabriek van Deever.
Op de bijgaande afbeelding zijn op de voorgrond van links naar rechts te zien Nell Veltman, Jan Cornelis Meiboom en de wel zeer diep en nederig neerbuigende Jan Andree (André ?, Andrea ?, Andreae ?).

Posted in Deever, Gemiente Deever, Kaarke an de brink, Palmpoas’n | Leave a comment

Un Spartaans hangkottie op de Langparkeerbrink

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 25 september 2017 stond het volgende berichtje over een culturele gebeurtenis van de eerste orde binnen de grenzen van de gemiente Deever. Deze gedenkwaardige gebeurtenis zal ongetwijfeld rechtstreeks en zonder enige betuttelende gereformeerde ballotage in een nieuw geschiedenisboek van de gemiente Deever worden vermeld.

Jeugd Diever heeft eigen plek
Jongeren Ontmoetings Plaats bij sportvelden
Diever. De jongeren in Diever hebben een eigenplek. Wethouder Homme Geertsma heeft samen met een aantal jongeren de JOP, een Jongeren Ontmoetings Plaats, geopend.

De Jongeren Ontmoetings Plaats in Diever is gerealiseerd in de nabijheid van scholengemeenschap ‘Stad en Esch’ en het sportterrein Westeres van de voetbalvereniging Diever/Wapse. Hij is geplaatst op het parkeerterrein. De JOP is geheel van metaal en voorzien van banken. De jeugd kan nu overdekt zitten en elkaar gezellig ontmoeten. De JOP is voorzien van de tekst: ‘Hangen oké  ! Overlast nee ! En rotzooi opruimen !’
Geertsma opende de JOP door samen met jongeren uit Diever de poster te plaatsen waarop de afspraken staan die zijn gemaakt. Men mag geen lawaai maken en harde muziek is geheel niet toegestaan. De wethouder zei dat het goed was om te zien dat de gemeente, de jongeren en de omwonenden gezamenlijk tot een prachtige ontmoetingsplek waren gekomen.
‘Een JOP waarin jongeren gezellig kunnen praten en bij elkaar kunnen zijn. En doordat we onderling goede en duidelijke afspraken hebben gemaakt, ga ik er van uit dat we allemaal plezier beleven aan de JOP.
Overlast
Naast de Jongeren Ontmoetings Plaats is een afvalbak geplaatst. Deze is volgens omwonenden nog niet heel erg opgevallen, gezien het vele afval in de JOP afgelopen weekeinde.
In Diever wordt gehoopt dat door de realisatie van de JOP de overlast die rondhangende jeugd regelmatig veroorzaakt bij de openbare lagere school ‘de Singelier’ en in de overdekte picknickplaats aan de Bosweg minder wordt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Volgens de webstee van de Voorkant Van Het Grote Gemeentelijke Gelijk was de hoogedelachtbare heer Homme Geertsma in 2017 de CDA-wethouder voor het beheer van de openbare ruimte, milieu, onderwijs, sport en jeugdzorg. Dat waren heel wat dikke zware, vette, dure portefeuilles bij elkaar, maar dat kwam bij deze topgebeurtenis mooi uit: één wethouder die politiek verantwoordelijk is voor het beheer van duurzame objecten in een duurzame openbare ruimte binnen de gemiente Deever én bovendien politiek verantwoordelijk is voor het duurzaam christelijk democratisch zorgen voor de jeugd.
De hoogedelachtbare heer C.D.A.-wethouder Homme Geertsma, de JOPsbode 
van de Voorkant Van Het Grote Gemeentelijke Gelijk, kwam met een opgeheven moraliserend gereformeerd wijsvingertje en met het volgende JOPsbericht naar het Spartaanse rondhangkotje op de gratis Langparkeerbrink aan de straat met de naam Westeresch in Deever: ‘Hangen oké ! Overlast nee ! Rotzooi opruimen ! Geen lawaai maken !’  ‘Geen harde muziek afspelen !’
Als de rondhangjeugd in de buurt van het rondhangkotje toevallig eens een keer een beetje afval maakte in de vorm van bijvoorbeeld een leeg blikje van een energiedrankje van een niet nader te noemen merk, dan was het gereformeerde bevel ‘En rotzooi opruimen !’. Rondhangjeugd trapt rotzooi, rondhangjeugd maakt rotzooi, rondhangjeugd is rotzooi !
Dat minachtende woord rotzooi gaf al meteen aan dat de hoogedelachtbare heer C.D.A.-wethouder Homme Geertsma de Deeverse jeugd om het op zijn Deevers te zeggen ‘veur gien cent in de reek’n haar’ of anders gezegd ‘minder in de reek’n haar dan un vurrotte kool’, 
want op de webstee van de Voorkant Van Het Grote Gemeentelijke Gelijk wordt wel degelijk gebruik gemaakt van de termen afval en zwerfafval en niet van de gereformeerde termen rotzooi en zwerfrotzooi.
De hoogedelachtbare heer C.D.A.-wethouder Homme Geertsma hoefde in zijn JOPsbericht niet het bevel ‘Niets vernielen !’ op te nemen, want het massief dikstalen en militair-donkergroen gespoten Spartaanse rondhangkotje valt niet te vernielen.
Het zware orkaan- en kogelbestendige Spartaanse rondhang- en wegpestkotje kan ook onmogelijk worden omgeduwd.
Hij had voor alle zekerheid in zijn JOPsbericht wel het gereformeerde bevel ‘Niet spuitverven !’ kunnen opnemen.
Het Spartaanse rondhangkotje kan ook niet in brand gestoken worden, want staal is nog steeds niet brandbaar.
Kortom de hoogedelachtbare heer C.D.A.-wethouder Homme Geertsma van de Voorkant Van Het Grote Gemeentelijke Gelijk  was er volledig in geslaagd de Deeverse rondhangjongeren een asociaal, onpersoonlijk, onaantrekkelijk, ongezellig en afstotelijk Spartaans rondhang- en wegpestkotje op de gratis Langparkeerbrink op de Westeresch van Deever door de strot te duwen.
Deze indruk werd versterkt door de slechte anti-propagandafoto van de Voorkant Van Het Grote Gemeentelijke Gelijk, waarop een erg eenzame hoogedelachtbare heer C.D.A.-wethouder Homme Geertsma nota bene, mind you, let wel, met de rug naar de fotograaf bezig was met het doorknippen van een wellicht door hemzelf meegebracht en opgehangen rood-wit geblokt plastic wegenbouwlintje met een wellicht door hemzelf meegebracht schaartje. Of had hij voor de zekerheid altijd een schaartje in zijn binnenzak ? Je zou verwachten dat het doorknippen van dat lintje gedaan mocht worden door een vertegenwoordiger van de rondhangjongeren, maar nee …. Op de foto zijn in de verste verte geen, ook niet achter de bosjes bij de twee langparkeerauto’s, rondhangjongeren te bekennen. Ech neet ! Maar deze staan ongetwijfeld in groten getale achter de maker van de krantenfoto. Ech wè ?
Dan was de onthulling van het Spartaanse rondhangkotje voor de hoogedelachtbare heer C.D.A.-wethouder Homme Geertsma zo in de aanloop naar de 2018-gemeenteraadsverkiezingen toch wel als een soort van negatief persmomentje, als een soort van deceptietje te beschouwen, want een wethouder die politiek verantwoordelijk is voor het duurzaam chritelijk democratisch zorgen voor de jeugd had op zijn minst moeten zorgen wel omringd door rondhangjongeren op de foto te komen. Had hij maar een schriftelijk snelcursusje ‘Hoe ga ik om met mijn klanten’ moeten volgen ! Want rondhangjongeren mogen tegenwoordig al stemmen als ze achttien jaren jong zijn.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de twee hier afgebeelde kleurenfoto’s van het Spartaanse rondhangkotje op 4 november 2017 gemaakt.

Posted in Deever, Gemeente Westenveld, Westeresch | Leave a comment

Ut Bultie lig an ut ende van ut Swatte Pattie

De redactie van ut Deevers Archief ontving van Jaap (Jacob, Japie) Koning, broer van Henk, Jacoba (Coba) en Jan  Koning, geboren en getogen in Deever en opgegroeid aan de Veentjesweg, naar aanleiding van een eerdere reactie van hem de navolgende reactie. De eerdere reactie is te vinden in de webstee van het Deevers Archief, via zoeken op de woorden ‘jaap’ en ‘koning’. Die reactie heeft als titel ‘Woar was ok a weer ’t Bultie’. Zijn eigen conclusie is nu: ‘Het Bultie was op het eind van het Zwarte Pattie’.

Inmiddels heb ik er nog eens rustig over nagedacht en hier en daar mijn oor te luisteren gelegd. Volgens mij is het zo dat het Bultie was op het eind van het Zwarte Pattie, dat liep van de Kruisstraat naar de Vlasstraat. Daar waar in de vijftiger jaren ooit het houten postkantoortje stond als tijdelijke vervanging voor het postkantoor van Bart Schoenmaker in de Hoofdstraat. Waarom dat gebied daar het Bultie heette, dat is mij een raadsel, misschien weet iemand het.
En verder nog: Lambertus (Bertus) Koning was getrouwd met Deeltje van der Helm, dochter van Meine van der Helm en Jacoba Pit uit Wapse (wij noemden toen die streek trouwens Kalteren). Deeltje (mijn moeder dus) is momenteel 93 jaar en woont/verblijft in het verpleeghuis Dickninge, onderdeel van de Schiphorst in Meppel. Tot zover. Als het anders is, dan lees ik het graag !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De plaats waar in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw een houten noodgebouwtje stond werd in de volksmond ut Bultie genoemd, mee eens. Het ‘Groene Kruis gebouw’ op de hoek van de Vlasstraat en de Kloosterstraat staat echter ook op ut Bultie. Vandaar dat het onzin is dat het Swatte Pattie nu de naam Bultie heeft gekregen.
Het noodgebouwtje diende vanaf de sloop van het oude gemeentehuis tot aan de bouw van het nieuwe gemeentehuis (1955/1956) als tijdelijk onderkomen voor het gemeentelijke apparaat.
Daarna werd in het gebouwtje ook les gegeven aan leerlingen uit de eerste klas van de U.L.O-school, totdat het nieuwe gebouw van deze school op de Westeresch in 1965 in gebruik werd genomen.
De naam ut Bultie vindt zijn oorsprong in de behoefte van boeren om hun akkers een herkenbare naam te geven, dat is een behoefte die boeren (nog steeds) in de hele wereld hebben. De bouwakkers in de buurt van ut Bultie hadden in de tijd van het ontstaan van het kadaster de naam Scholten’s Bultie (de kleine Bult van Scholten). Bijvoorbeeld dorpsfiguur Geert Dekker had een moestuin op ut Bultie.
De Deeverse volksmond sprak over ut Bultie en niet over de Bult. Het is voorstelbaar dat vóór 1940, toen de nes in die buurt gelukkig nog niet bebouwd was, je lopende over het zandpad vanaf de Hoofdstraat in de richting van Oll’ndeever, tegen een lichte glooiing aankeek, dat plaatselijke licht hogere deel van de nes kreeg natuurlijk de naam ut Bultie, dat kon gewoon niet missen.
Als het anders is of moet worden, dan verneemt de redactie van ut Deevers Archief
dat graag.
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto op donderdag 13 november 2014 gemaakt. Het naambordje staat aan het begin van het Swatte Pattie an de kaante van de Vlasstroate.

Posted in Bultie, Cultuurhistorie, Deever, Gemientehuus, Veldnème | Leave a comment

Woar is ut plakbook van ut jeugdschaaktournooi

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassies scannen en vervolgens die papperrassies in de container voor het oude papier gooien), bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, zo nu en dan een door hem voor ut Deevers Archief belangwekkend geacht stukje tekst.
De redactie beseft dat hij meer aandacht moet besteden aan het verleden van het verenigingsleven in de gemiente Deever, vandaar bijgaand bericht. Dit bericht over het groots opgezette jeugdschaaktournooi van schaakvereniging Koning Schaak in 1960 is omstreeks het jaar 2002 geschreven door de gepensioneerde U.L.O.-meester Hayo Bos, die toen al niet meer in de Kloosterstroate, maar in De Wijert in Deever woonde.

Jeugdschaaktournooi 1960, georganiseerd door schaakclub Koning Schaak uit Diever
De directeur van ‘de Noordster’ bij Dwingelo, de heer Kolleman was lid van de Dieverse schaakclub Koning Schaak. In de herfst van 1959 opperde hij het plan de jeugdschaakweek van 1960 door onze club te laten organiseren. Hij zag kans de deelnemers in de week van Pasen onderdak te bieden. Er werden namelijk op ‘de Noordster’ 50 bungalows gebouwd, die vlak voor Pasen 1960 klaar zouden komen, maar die voor die week nog niet konden worden verhuurd.
In elke bungalow konden wel 10 slapers worden ondergebracht. Holleman was een echte optimist; er konden dus wel 500 jeugdschakers meedoen. Burgemeester Meiboom, ook lid van onze schaakclub, voelde veel voor het ‘plan Kolleman’ ! De K.N.S.B. (de landelijke schaakbond) moest ons hiervoor aanwijzen en dat lukte.
In samenwerking met de jeugdschaakleider van de K.N.S.B., de heer de Graaf, werden de plannen nader uitgewerkt en het werden zelfs 3 tournooien, te weten:
1. Het jeugdschaaktournooi op ‘de Noordster’.
2. Het kandidatentournooi op ‘Ellert en Brammert’. De winnaar hiervan mocht de kampioen van Nederland uitdagen.
3. Het jeugdschaakkampioenentournooi op de cultuurzolder van het gemeentehuis van Diever. De winnaar werd jeugdschaakkampioen van Nederland. Zie bijgaand afgebeeld krantenbericht.
Er waren heel wat organisatorische problemen, die opgelost moesten worden, maar Meiboom en Kolleman gelukte dat uitstekend en de drie toernooien werden een groot succes.
Het jeugdschaaktournooi op ‘de Noordster’ telde 264 deelnemers. Er hadden zich 500 aangemeld, zodat we een groot aantal moesten teleurstellen.
Voor verdere inlichtingen kunt u het plakboek van het tournooi raadplegen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie op het spoor zetten van het plakboek van het jeugdschaaktournooi 1960 ? Dit plakboek bevat ongetwijfeld mooie foto’s van het toernooi.
U.L.O.-meester Hayo Bos is te zien op een foto in ut Deevers Archief. Hij is de staande tweede persoon vanaf links gezien.

In de Friese Koerier (onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden) verscheen op 25 april 1960 het volgende bericht over de uitslag van het jeugdschaakkampioenentoernooi op de cultuurzolder van het gemeentehuis van Diever.

Posted in Deever, Vurening | Leave a comment

Neeg’nde regiment, tweede batteljon, daarde compenie

Op 8 augustus 1907 verscheen in de Provinciale Drentsche en Asser Courant het volgende korte bericht.

Het kamp bij Diever is heden, Woensdag, betrokken door den staf en de twee bataljons van het 9e regiment infanterie te Leeuwarden, alsmede door afdeelingen trein- en hospitaalsoldaten, voor het houden van compagnies-, bataljons- en velddienstoefeningen. Met de leiding dier oefeningen is belast de kolonel C.P. de Veer, commandant van het regiment alhier.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het soldatenkamp (de Kaamp) bij Deever stond op de Oeren tussen Deever en Wapse.
Vanaf 1905 oefende de Landweer een aantal jaren achter elkaar elk jaar in de zomer of het najaar op de heidevelden tussen Wapse en Deever. In 1907 werden de oefeningen in de zomer gehouden.
De redactie is op zoek naar meer historisch feitenmateriaal over deze soldatenkampen.
Van dit kamp zijn ook hele mooie ansichtkaarten verschenen. Bij een grote vraag van de soldaten in het kamp naar briefkaarten, ontstond vanzelf een aanbod van ansichtkaarten. Bij de redactie is een flink aantal verschillende ansichtkaarten bekend, maar hopelijk zal dit aantal in de komende tijd groter worden.
De kaarten zijn zeer gewild bij en gezocht door hedendaagse verzamelaars van ansichtkaarten uut de gemiente Deever. Sommige verzamelaars stoppen dit soort kaarten in een schoenendoos diep weg in een kabinet, andere verzamelaars bewaren de kaarten voor zichzelf in zuurvrije plastic opbergmappen in dure opbergsystemen.
De bedoeling van de redactie is zoveel mogelijk ansichtkaarten uut de gemiente Deever liefst uit eigen verzameling aan een breed publiek te tonen. Elke zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief moet kunnen meegenieten van al het moois uit het verleden van de gemiente Deever.
Op de hier afgebeelde ansichtkaart is de derde compagnie van het derde bataljon van het negende regiment te zien, althans dat is te lezen op het bordje dat vóór de soldaten is geplaatst. Als van elke compagnie een foto is gemaakt, dan moeten nog vijf soortgelijke ansichtkaarten worden opgespoord. De hier afgebeelde ansichtkaart is op 9 augustus 1907 verstuurd.
In nummer 3 van 2014 (nr. 14/3) van Opraekelen, het blad van Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundige vereniging uut Deever, is deze kaart ook afgebeeld in het artikeltje ‘Uit de verzameling van Klaas Vording’. Het artikeltje vermeldt niet wie Klaas Vording is. Dus de vraag is: Wie is toch die Klaas Vording ?

Abracadabra-1250Abracadabra-1249

Posted in Ansichtkoate, de Kaamp op de Oeren, Deever, Topstuk, Wapse | Leave a comment

De kleuterskoele wödde op 31 augustus 1955 eupm’t

In de Heerenveensche Koerier (onafhankelijk dagblad voor Midden-Zuid-Oost-Friesland en Noord-Overijssel) verscheen op 2 september 1955 het volgende bericht over de opening van de eerste kleuterschool in de gemiente Deever.

Onder grote belangstelling is de eerste kleuterschool in de gemeente Diever officieel door burgemeester Meijboom geopend. Vooraf had dr. Naarding de naam van de school onthuld: “de Buitelbam”.
Alle aanwezigen waren vol lof over het fraaie gebouw en de moderne inventaris. Vele personen hebben ’t woord gevoerd.
Een hunner verklaarde de naam. Buitel is de Drentse naam voor kleuter en het woord bam staat in verband met de oude rechtspositie van vluchtelingen. Het was een vrijplaats voor dezen. Buitelbam is dus: veilige plek voor kleuters.
Het gebouw bevat een leslokaal, een les-speellokaal, hal, kamer voor het hoofd, garderobe, enzovoort.
De totale bouwkosten hebben f. 53.000,- bedragen. Het hoofd is mej. Dalstra, helpster mej. Vrucht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees wwrd genoemd) opende de kleuterschool op 31 augustus 1955, daarin ‘bijgestaan’ door de vijfjarige Hans (Hansie) Bakker, zoon van de gemeente-architect Bakker.
Op de foto zijn te zien bij de ingang van de kleuterschool gemeente-architect Bakker en zijn vrouw met tussen hen in hun niet zichtbare zoon Hans Bakker. Wel is waar te nemen dat Hans (Hansie) Bakker een grote symbolisch bedoelde sleutel draagt.
Mooi is te zien dat an de Binnenesch in Deever nog geen huizen staan. Op de achtergrond zijn drie voor arbeidersgezinnen gebouwde en te bewonen huizen an de Veentiesweg te zien, die behoren tot de eerste na-oorlogse uitbreiding van de plaats Deever, Gemeente-architect Bakker en zijn gezin woonden in het rechtse huis, Veentiesweg 1.
De op de foto zichtbare huizen an de Kloosterstroate werden in januari 1951 opgeleverd.

Posted in Binnenesch, Deever, Gemiente Deever, Kleuterskoele 'de Buitelbam', Kloosterstroate, Topstuk, Veentiesweg | Leave a comment

De meule van Frièrik Westerling is ofebraand

In de krant ‘Het Nieuws van de dag: kleine courant’ verscheen op 4 april 1881 het volgende korte bericht over het afbranden van de korenmolen van de heer Wesseling.

In de gemeente Diever (Drente) is Maandagnacht de korenmolen van den Heer Wesseling geheel afgebrand. De oorzaak is nog onbekend.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De vraag is natuurlijk welke van de drie Deeverse korenmolens het betrof. Was het de korenmolen in Oldendiever, was het de korenmolen aan het Katteneinde of was het de korenmolen op het Marktterrein ? Het betrof de korenmolen op de Westeresch in Deever. En wie was de heer Wesseling ?
In het bericht is de heer Wesseling per abuis genoemd als eigenaar. De eigenaar was de heer Frederik Westerling.

Posted in Beltmeule, Deever, Meule van Oll’ndeever | Leave a comment

Ut winkeltie van Batta en Lammegie Bolding

Lammigje Bolding stuurde de hier afgebeelde fraaie ansichtkaart in 1928 naar mejuffrouw B. Westrik, Hennegouwerlaan 72 in Rotterdam. Ze schreef met de inktpen in een mooi dun handschrift, maar maakte daarbij wel een schrijffoutje, want Hennegouwerlaan is Henegouwerlaan. Het zij haar alsnog vergeven, want dankzij haar is wel een erg mooie kaart verstuurd en dankzij de ontvangster (?) bewaard gebleven.
Blijkbaar was het sturen van een kaart met alleen de naam van de afzender en zonder enige tekst voldoende voor het geven van een teken van leven en een teken van belangstelling.
Wie heeft gegevens van mejuffrouw B. Westrik ?
De maker van de foto’s voor deze ansichtkaart en de uitgever van deze ansichtkaart is fotograaf W. Hartmann, Gasthuisstraat 36 te Steenwijk.
Lammigje Bolding (op 26 april 1881 in Deever geboren en op 30 augustus 1957 in Deever overleden, zij ligt begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever) was een zuster van Alberta (die in de volksmond Batta werd genoemd) Bolding (op 8 december 1873 in Deever geboren en op 23 oktober 1963 in Deever overleden, zij ligt begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever). 
De halfzusters Bolding woonden in de Hoofdstraat tegenover schoenmaker Mulder en hadden daar tot zeker in de vijftiger jaren van de vorige eeuw een winkeltje. Wie herinnert zich de grote stopflessen met snoep op de toonbank ? Ook verkochten ze zoethout. De redactie verzoekt hierbij om reacties van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief, die het winkeltje van de halfzusters Bolding hebben gekend. Wat verkochten de halfzusters Bolding ?
Het ‘oude’ -op de ansichtkaart zichtbare- gemeentehuis an de brink in Deever (een gemeentehuis in Drenthe hoort aan de brink te staan) was eerder de openbare lagere school en nog eerder een boerderij. De boerderij werd verbouwd tot lagere school en de lagere school werd steeds een beetje meer verbouwd tot gemeentehuis. Zo ging dat vrogger in de gemiente Deever.
Tussen het oude gemeentehuis en het boerencafé van Jan Barelds is een stukje van de Hoofdstraat te zien, met aan het einde ook de voorgevel van het winkeltje van Batta en Lammegie Bolding; dat zal de reden zijn geweest waarom Lammegie deze kaart heeft verzonden naar Rotterdam.
Alberta Bolding was een dochter van winkelier (koopman) Jan Geerts Bolding en Annigje Faber. Jan Geerts Bolding trouwde op 4 oktober 1871 op 47-jarige leeftijd met de 32-jarige Annigje Faber. Jan Geerts Bolding overleed op 3 december 1875. Annigje Faber hertrouwde op 16 maart 1877 met Heime Bolding. Lammigje Bolding was een dochter van Heime Bolding en Annigje Faber. Heime Bolding was een broer van Jan Geerts Bolding.
De naam van Jan Geerts Bolding komt voor in een reclame voor Stollwerck’sche borstbonbons in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 4 januari 1868; zie de bijgevoegde afbeelding. Borstbonbons waren een probaat huismiddel tegen hoest, heesheid en verkoudheid. Wellicht is Jan Geerts Bolding de eerste neringdoende in het dorp Deever, wiens naam in een reclameboodschap in een krant is genoemd.

De heer Gerrit Groenhuis reageerde op 21 januari 2002 als volgt:
Mijn vrouw en ik hebben de bejaarde gezusters Bolding nog gekend. Zij verkochten in hun winkeltje kort na de Tweede Wereldoorlog ook eipoeder. Hoeveel mensen zouden nog weten wat dat is ? 

Posted in Alle Deeversen, Ansichtkoate, Café Jan Barelds, Deever, Gemientehuus, Mast'nveltie, Neringdoende, Student’nkaamp | Leave a comment

De saandweg hen de Deeverbrogge in 1906

De redactie van ut Deevers Archief toont graag zijn mooiste ansichtkaarten aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief. In dit geval betreft het bijgaand afgebeelde  zwart-wit ansichtkaart (briefkaart), die op 11 juli 1921 is verstuurd vanuit Deever naar Den Haag. Uitgeverij H. ten Brink te Meppel is de drukker en uitgever van deze kaart.

Op de kaart is in het vrije tekst gedeelte de volgende tekst te lezen:
Beste Amalia,
Hartelijke groeten uit Drenthe ! Ik heb het heerlijk op de hei en tusschen de dennen. Alleen is het erg warm. Wil je tante de groeten doen ? Ontvang ook zelf de groeten van …… (naam van de afzender is helaas niet leesbaar). 11 juli 1921.
De kaart is verzonden aan Mejuffrouw A. van Willigenburg, Beeklaan 440, Den Haag.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De hier afgebeelde ansichtkaart (briefkaart) is ook opgenomen in het boekje met de snorkende titel ‘De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld’ van Arend Mulder Jzn.
Op de hier afgebeelde ansichtkaart (briefkaart) (kenmerk nummer 231/A R) zijn te zien de stoomzuivelfabriek en de beltmolen, die in 1915 is afgebroken. Jan Rabbinge was in 1915 de molenaar van de beltmolen.
Dat wil zeggen dat de op 11 juli 1921 verzonden kaart dateert van vóór de afbraak van de molen, de precieze datering is 1906. De plaatselijke neringdoende verkocht in 1921 dus een herdruk van de oorspronkelijke ansichtkaart (briefkaart) uit 1906.
Op de afbeelding is aan de linker kant te zien een deel van de boerderij Egbert (Eppe) Bennen (geboren op 4 augustus 1863 in Deever, overleden op 15 april 1912 in Deever) en Jantien Zoer (geboren op 14 oktober 1872 in Lhee, overleden op 20 april 1961 te Wapse)

De redactie wil in ut Deevers Archief tevens graag verwijzen naar het bericht Stoomzuivelfabriek aan het Katteneinde – 1908, naar het bericht Einde van de molen een het Moleneinde en naar het bericht Korenmolen van den Heer Wesseling afgebrand.

Jan Rabbinge (1867-1954) is geboren op Rabbinge als zoon van Jan Rabbinge en Lummigje ten Kate. In 1900 trouwt hij met Hilligje Nijsingh (1873-1911) uut Runerwold. Jan Rabbinge heeft gewerkt als molenaar in Beilen (1900-1905), Pesse (1906-1907) en Deever (1911-1915). In 1911 overlijdt zijn eerste vrouw en hertrouwt Jan Rabbinge met Janna Smid (1883-1951) ut Rune. Uit het eerste huwelijk worden zes kinderen geboren, uit het tweede huwelijk worden vijf kinderen geboren, waarvan uiteindelijk zeven kinderen de volwassen leeftijd zullen bereiken.
In maart 1915 verkocht Jan Rabbinge de beltmolen – een achtkante bovenkruier – aan het Katteneinde in Deever. Hij verkocht de molen aan molenaar Roelof Coster uit Staphorst, die hem liet afbreken en in de onmiddellijke nabijheid van zijn standerdmolen aan de Muldersweg op Staphorst op liet bouwen. De komst van dit maalwerktuig leidde tot de sloop van de oude standerdmolen. 

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van mooie ansichtkaarten op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 34 van het in 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige Gemeente Diever in oude ansichten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Abracadabra-1400
Abracadabra-1401

Posted in Ansichtkoate, Beltmeule, Deever, Meul’nende, Meule, Süvelfubriek Deever, Topstuk | Leave a comment

Kaarke an de brink van Deever in 1933

De redactie van ut Deevers Archief kent maar weinig mooie oude foto’s van onderwerpen uut de gemiente Deever, waarvan de juiste datum van fotograferen bekend is.
Van de hier afgebeelde foto van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw an de brink van Deever is die datum wel bekend, te weten 11 maart 1933. Deze foto, nota bene afgedrukt op papier met een kartelrand, is gemaakt door juffrouw Christina Augusta Johanna ter Horst. Zij was van 1 maart 1930 tot 1 maart 1937 onderwijzeres an de Wittelter skoele. Daarvoor had ze een tijdelijke aanstelling aan de openbare lagere school in Deever. Ze was in de kost bij Gosem Klasen, die in de Hoofdstraat woonde.
Aan de linker kant van de zuidelijke zijbeuk van de kerk is een deur te zien. Die deur is bij de restauratie van 1956/1957 weggehaald, omdat dit geen originele deur was, maar later is aangebracht, waarschijnlijk in de tijd dat de ruimte achter de deur, waar nu een drieluik hangt, in gebruik werd genomen als lagere school.
Op de hof van de kerk werden geen doden meer begraven, maar toch stond er nog een hek om de kerk, de reden daarvan kan zijn geweest dat de aanwezige graven nog niet waren geruimd, dat gebeurde bij de restauratie in 1956/1957. Straatjongens uit die tijd zullen zich de berg schedels en skeletten bij de zij-ingang van de kerk nog wel kunnen herinneren.
Aan de rechter kant van de foto is nog net een stukje van het hek om de braandkoele op de brink te zien.
Heel mooi is ook het slijtpad vanaf de Hoofdstraat over de brink naar de ingang van het oude gemeentehuis.
Uiteraard was het electriciteitsnet nog niet onder de grond aangebracht.
Het liek’nhusie op de brink is op deze foto niet meer te zien.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op vrijdag 19 november 2021.

Posted in Brink, Deever | Leave a comment

De Shell haandpompe bee gurasie Rolden

Bij het bedrijf van de firma Rolden an de Heufdstroate in Deever stond aanvankelijk in 1936 één handbediende Shell-benzinepomp. Een paar jaar later is een tweede pomp voor superbenzine bijgeplaatst.
In het voorhuis van het pand was in het rechter deel, het deel met de winkelruiten, de winkel ingericht. Deze ruimte was bij de vorige eigenaar, boer Teunis Wesseling, in gebruik als gelagkamer van zijn boerencafé.
De ruimte met de uitbouw achter de spelende kinderen was in gebruik als ruimte voor het repareren van fietsen, bromfietsen en motorfietsen.
De auto met kenteken D-832 was van veearts Nanne Brandenburg van de Deeverbrogge. Volgens Hendrik Jan Rolden had deze veearts een Chevrolet.
Het pand stond op de hoek van de Heufdstroate en de Tusschendarp, waar nu een zelfbedieningswinkel staat (eerst Golff, later Coop, nu Plus).
Deze foto is gepubliceerd met toestemming van de familie Rolden.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op dinsdag 19 april 2022.

Abracadabra-368

Posted in Bedrief, Deever, Heufdstroate, Olde auto, Verdwenen object | Leave a comment

Tiekening van de kaarke an de brink op un tegel

De redactie van ut Deevers Archief toont graag getekende beelden van onderwerpen uut de gemiente Deever.
De redactie tikte op een rommelmarkt een Deever-souvenir in de vorm van een tegel (van het fabrikaat Sphinx uit Maastricht) met daarop bijgaande tekening van het kerkgebouw en de gemeentelijke toren aan de brink van Deever op de kop.
Voor zover de redactie heeft kunnen nagaan, heeft de maker deze tekening niet van een ansichtkaart overgetekend. Wellicht wel van een foto, de redactie zou in dat geval graag in het bezit willen komen van een scherpe scan van deze foto.
De grote vraag aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is: wie was de maker W.W. van deze tekening ?
De vraag aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is ook: wanneer en waar was deze tegel in Deever te koop ? Bee Jan Brogg’n (de Wiba) an de Heufdstroate in Deever misschien ? Of bij Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever ?
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op woensdag 11 december 2019.

abracadabra-489

Posted in Deever, Deeverse prullaria, Kaarke an de brink, Kuunst, Tiekening | Leave a comment

Un N.S.B. propaganda-oam’d in café Slagter

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 26 februari 1936 voor het eerst een bericht over activiteiten van de N.S.B. in de gemiente Deever.

Diever, 25 februari. In het café Slagter trad gisteravond als spreker op voor de N.S.B. de heer K. Boesjes te Roswinkel. Nadat spreker zijn rede beëindigd had, werden door verschillende aanwezigen vragen gesteld. De zaal was matig bezet. Spreker had tot onderwerp: ‘Het nationaal-socialisme en de landbouw’.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De N.S.B.’er Karsken Boesjes (N.S.B.-stamboeknummer 13695) was afkomstig uit Roswinkel in de gemeente Emmen. Hij is op 30 januari 1899 geboren als zoon van Jan Boesjes en Grietje Rengs. Hij is op 15 juni 1992 overleden. Hij ligt begraven in Roswinkel.
Hij was blijkbaar in 1936 niet te beroerd om voor een avondje N.S.B.-propaganda vanuit de gemeente Emmen af te reizen naar Deever
. Beschikte de N.S.B.’er Karsken Boesjes over een automobiel ? Hij was in de Tweede Wereldoorlog N.S.B.-kringleider in de zuid-oosthoek van Drenthe.

Posted in Deever, N.S.B. | Leave a comment

Veiling koornmolen met bijbehoorenden molenberg

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 28 januari 1882 verscheen het volgende korte bericht.

De notaris mr. W. G. Servatius te Dwingelo zal, ten verzoek van H. Kok en H.K. Mulder, op maandag 6 februari 1882, des morgens om elf uren, ten huize van K. Kok te Diever, publiek bij inzate veilen:
een koornmolen en daarbij behoorenden molenberg, staande en gelegen aan den straatwerg te Diever.

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 3 februari 1882 verscheen het volgende korte bericht

Koornmolen te Diever
De notaris mr. W.O. Servatius te Dwingelo maakt bekend dat de koornmolen te Diever uit de hand is verkocht en dat dientengevolge de geannonceerde publieke veiling van dien molen aanstaanden maandag, den 6den februarij, niet zal plaats hebben.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het ging om de verkoop van de beltmolen aan het Katteneinde (Moleneinde) van Deever.
H,K. Mulder was molenaar Hendrik Klaassen Mulder.
Wie van de trouwe bezoekers van ut Deevers Archief kan gegevens van K. Kok, H. Kok en Hendrik Klaassen Mulder aan de redactie verstrekken ? Waar in Deever stond het café van K. Kok ?
In 1882 kon de persoon (Jan Rabinge ?), die de korenmolen op de molenberg uit de hand kocht, niet vermoeden dat in 1899, bijna vlak naast zijn molen, zijn grootste concurrent zou worden gebouwd, te weten de coöperatieve melkfabriek, die enige jaren daarna werd uitgebreid met een korenmalerij.
De beltmolen draaide in 1915 voor het laatst.

abracadabra-528

 

 

 

 

 

abracadabra-529

Posted in Beltmeule, Deever, Meul’nende, Meule | Leave a comment

Ut gesin Zaligman vurhuusde in 1936 hen Möppel

In het Nieuwsblad van het Noorden van 6 januari 1936 verscheen het volgende korte bericht over het vertrek van de joodse familie Zaligman uut de gemiente Deever.

Diever, 6 januari. Ingaande 1 januari jongstleden is uit onze plaats vertrokken het gezin Zaligman. Hiermede zijn de laatste Israëlieten uit de gemeente Diever verdwenen.
De heer Zaligman bekleedde in verschillende vereenigingen een bestuursfunctie, onder andere van de V.V.V. Diever en de gymnastiekvereeniging W.I.K. alhier. Van laatstgenoemde vereeniging is de heer Z. oprichter en een der leidende figuren.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het bericht mag toch wel merkwaardig worden genoemd. Blijkbaar vond de plaatselijke correspondent van het Nieuwsblad van het Noorden het verhuizen van een joodse manufacturier en zijn gezin van Deever naar Meppel voor de lezers van deze krant een bepaalde nieuwswaarde hebben, wellicht omdat het om joodse dorpsgenoten ging.
Het gebruik van het woord ‘laatste’ wekt de suggestie dat al eerder joden uit Deever waren vertrokken. En ook het gebruik van het woord ‘verdwenen’ komt merkwaardig over. De correspondent had in plaats van ‘verdwenen’ ook ‘verhuisd naar de gemeente Meppel’ op kunnen schrijven, want dat was op het dorp bekend. En ook het gebruik van het woord Israëlieten komt zeer merkwaardig over.
Het ging om het echtpaar Philippus (Flip) Zaligman en Heintje (Hennie) Wilda en hun in Deever geboren kinderen Martha Hendrika, Levie (Loek) Salomon en Hendrika (Rikie) Henriëtte. Het echtpaar ging in 1920 in Deever wonen.
V.V.V. is de afkorting van Vereniging voor het Vreemdelingen Verkeer.
W.I.K. is de afkorting van Willen Is Kunnen. Wie van de bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie op het spoor zetten van gegevens over de niet meer bestaande gymnastiekvereniging W.I.K. ?

Posted in Deever, Familie Zaligman, Gemiente Deever, Joodse inwoner | Leave a comment

In ut neee gemientehuus an de brink van Deever

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande zwart-wit foto ontvangen van Jannes Smit, die in 1939 is geboren an de Deeverbrogge. De redactie is hem zeer erkentelijk voor het toezenden van deze foto en het mogen publiceren van deze foto in ut Deevers Archief. 

De foto is gemaakt in de secretarie, afdeling voor algemene zaken, bevolking en militaire zaken, van het nieuwe gemeentehuis an de brink in Deever (in Deever heurt un gemientehuus an de brink te stoan). Door de ramen is vaag de brink te zien. Op de foto zijn van links naar rechts te zien: Otte Franke van Elselo (zie de navolgende reactie van Anneke van Elselo), Lambert (Lamut)  Brugging (overleden, gegevens moeten nog worden uitgezocht), Hennie Hulshof en Jannes Smit.

De foto is gemaakt na de ingebruikname van het nieuwe gemeentehuis, waarschijnlijk direct na de ingebruikname in juni 1957, in de zomer, want Otte Franke en Lambert zitten met keurig opgestroopte mouwen aan hun bureau. Waren er toen nog geen overhemden met korte mouwen ? Otte Franke en Lambert (Lamut) hebben hun stropdas niet afgedaan, maar dat zal wel aan het vigerende kledingprotocolletje van ome Kees (burgemeester Jan Cornelis Meiboom werd in de volksmond altijd ome Kees genoemd) liggen. Hennie is gekleed in een zomerjurk. Jannes is nog leerling-ambtenaar en heeft het colbert van zijn donkere pak niet uitgedaan, hij wil waarschijnlijk een beetje een nette indruk maken op zijn superieuren. Jannes heeft het ver geschopt. Hij was van 1982-1987 de burgemeester van de gemeente Oudewater en van 1987-2000 de burgemeester van de gemeente Losser.

Zo te zien speelt Otte Franke speciaal voor de foto een beetje toneel met de telefoon. Wat Lambert (Lamut) nu precies aan het doen is met dat stapeltje kaartjes, dat is de redactie niet duidelijk. Bij zijn arm ligt op het bureau wel een stempelkussen, maar de stempels liggen op het bureau van Otte Franke.

De gemiente Deever was in die jaren eigenlijk best wel een beetje vooruitstrevend, maar ook knijpstuiverig te noemen, want de ambtenaren ter secretarie werkten niet in aparte kantoortjes van gestandaardiseerde maten, maar werkten toen al, werkten eigenlijk altijd al, in een soort van kantoortuin, maar dan zonder planten en bloemen.

Opvallend is dat het kantoormeubilair niet strak in het gelid staat opgesteld, maar redelijk losjes en een beetje schots en scheef in de ruimte is verdeeld. Standaard kantoormeubilair; stalen kasten, stalen bureau’s met een bureaublad van linoleum, standaard bureaustoelen en op elk bureau staat een zwarte bakelieten telefoon. Hennie moet het zo te zien zonder telefoon doen. Alle vier de ambtenaren zijn rechtshandig. Typemachines zijn in geen velden of wegen te ontwaren.

Onderscheid is wel te onderscheiden. Otte Franke is waarschijnlijk de ambtenaar met de hoogste rang, want hij zit achter in het zaaltje en kijkt uit over de aanwezige ambtenaren en is gezeten aan een groter bureau met gesloten front (erg lastig voor mensen met lange benen, maar Otte Franke was niet zo lang), met aan beide zijden een ladenblok. Lambert (Lamut) en Jannes zitten ook aan een bureau met aan beide zijden een ladenblok, maar met een open front. Henny moet het met nog minder doen, zij zit aan een bureautje met open front met alleen aan de linkerkant een ladenblok.
De deur in het midden geeft waarschijnlijk toegang tot het kantoor van de gemeentesecretaris. Vandaar dat secretaresse Hennie waarschijnlijk haar bureautje in de buurt van die deur heeft staan. Ze zit bij het grote raam, dus ze kan zo nu en dan even naar het komen en gaan over de brink van Deever kijken.

Reactie van 2016-11-06 van mevrouw Anneke Witthaus-van Elselo, wonende in Wetzikon in Zwitserland 
Mijn vader heette Otte Franke van Elselo (Frederik is verkeerd).
Hij was vanaf 1949 tot zijn pensioen commies ter secretarie, afdeling Bevolking, enzovoort.
Hij is op 3 april 1908 geboren in Hindeloopen en is op 11 september 1987 overleden in Bergum in Friesland.
Ik woonde in Diever van 1949 tot 1961 en ik ben daar getrouwd op 10 september 1970, daarna ben ik verhuisd naar Zwitserland. Ik ben lid van de Historische Vereniging Gemeente Diever.

Abracadabra-1236

Posted in Deever, Gemiente Deever, Gemientehuus | Leave a comment

Veur de tente in de kaamp bee Deever in 1906

Op 21 augustus 1906 verscheen in de Leeuwarder Courant in de rubriek Stadsnieuws het volgende korte bericht.

De beide bataljons van het 9e regiment infanterie alhier hebben heden het kamp bij Diever betrokken tot het houden van compagnie- en bataljonsoefeningen.
Met de leiding dier oefeningen is belast de kolonel C.P. de Veer, commandant van het regiment alhier.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het soldatenkamp (de Kaamp) bij Deever stond op de Oeren tussen Deever en Wapse. Vanaf 1905 oefende de Landweer een aantal jaren achter elkaar elk jaar in de zomer of het najaar op de heidevelden tussen Wapse en Deever.
De redactie van ut Deevers Archief is op zoek naar meer historisch feitenmateriaal over deze soldatenkampen.
Van dit kamp zijn ook hele mooie ansichtkaarten verschenen. Bij een grote vraag van de soldaten in het kamp naar briefkaarten, ontstond vanzelf een aanbod van ansichtkaarten van neringdoenden in de gemiente Deever. 
De kaarten zijn zeer gewild bij en gezocht door hedendaagse verzamelaars van ansichtkaarten uut de gemiente Deever. Sommige slordige verzamelaars stoppen dit soort kaarten diep weg in een schoenendoos in een kabinet, een andere verzamelaar bewaart zijn kaarten helemaal voor zichzelf alleen in dure zuurvrije plastic opbergmappen in dure opbergsystemen.
De bedoeling van de redactie van ut Deevers Archief is zoveel mogelijk ansichtkaarten uut de gemiente Deever zoveel mogelijk uit eigen verzameling aan een breed publiek te tonen. Elke zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief moet kunnen meegenieten van al het moois uit het verleden van de gemiente Deever.
De hier afgebeelde ansichtkaart, waarop een deel van de derde compagnie van het derde bataljon van het negende regiment is te zien, is in 1906 verstuurd vanuit Deever..
In nummer 3 van 2014 (nr. 14/3) van Opraekelen, het blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, is deze kaart ook afgebeeld in het artikeltje ‘Uit de verzameling van Klaas Vording’. Het artikeltje vermeldt niet wie Klaas Vording is. Dus de grote vraag is: Wie is of was toch die Klaas Vording ?

Abracadabra-1246Abracadabra-1247

Posted in Ansichtkoate, de Kaamp op de Oeren, Deever, Opraekelen, Wapse | Leave a comment

Ut doktershuus van de gemiente op de Noorderesch

Veel trouwe bezoekers van ut Deevers Archief stellen prijs op berichten over de Tweede Wereldoorlog en dan het liefst voorzien van afbeeldingen. De redactie van ut Deevers Archief probeert zo veel als mogelijk is aandacht te besteden aan die donkere periode in de geschiedenis van de gemiente Deever.
Het tonen van afbeeldingen bij een bericht is niet altijd mogelijk. In de Tweede Wereldoorlog zijn immers weinig foto’s gemaakt 
in de gemiente Deever. Het is voor de redactie dan ook een hele toer om van die weinige foto’s zo veel mogelijk op te sporen. Beste zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, stuur vooral uw gescande materiaal en gescande foto’s naar de redactie !
Hier worden de voorkant en de achterkant van een ansichtkaart uit de Tweede Wereldoorlog getoond. Deze ansichtkaart is aanwezig in de verzameling van ut Deevers Archief. Bij deze afbeelding is een verhaal te
vertellen over de gemeentelijke dokterswoning op de Noorerdesch.

Op 3 januari 1919 werd de bouw van de gemeentelijke dokterswoning op de Noordesch voor 35.790 gulden gegund aan een aannemerscombinatie uit Meppel. De bouwgronden ten noorden van de Hoofdstraat tussen de Kleine Brink en de weg naar Wapse lagen, vòòrdat helaas de ‘betonweg’ (die nu Ten Darperweg wordt genoemd) werd aangelegd, op de Noordesch van Deever.
De eerste bewoners van deze grote gemeentewoning waren dokter Alexander Leonardus van Eldik en zijn gezin. Van Eldik is hier van 1917 tot in 1931 geneesheer geweest. De vier vertrekken die het gezin van de gemeentelijke geneesheer Van Eldik tot in de najaar van 1919 in het gemeentehuis op de Brink bewoonde, werden daarna bij het gemeemtehuis betrokken.
Van 1931 tot in 1946 woonde de familie van Nooten in het huis.
De Duitse Sicherheitspolizei (S.P.) arresteerde verzetsman dokter Sebastiaan van Nooten op 22 november 1944 in dit huis. Hij overleed op 24 mei 1945 in het General Britisch Hospital in het Duitse Rothenburg Unterstedt.
Van 1946 tot in 1968 werd het huis bewoond door dokter Ludolf Dirk Broekema en zijn gezin.
De gemeente Diever heeft het pand daarna verkocht aan Gerard Seinen, die er een pension van heeft gemaakt.

De ansichtkaart is op 11 september 1942 verzonden aan mejuffrouw J.J.G. van Nooten, Kettingweg 31 te Baarn. De afgebeelde ansichtkaart is aan de achterkant en aan de voorkant helemaal volgeschreven met tekst. Deze luidt als volgt.

Diever (Dr), 11 september 1942. Lieve Bé,
Hierachter een kiek van Basje’s [1] huis, waar we al heel wat keeren geweest zijn. De kinderen zijn erg leuk en dat kleine Marietje net een engeltje [2]. Ze zijn allen erg vlug en leenig.
We hebben al heel wat gezien van Diever, waar het heel rustig logeeren is. Men merkt niets van de oorlog, behalve dan de bonnen. Er zijn hier prachtige bosschen, en toch is het zoo onbekend eigenlijk en overal schilderachtige boerderijen.
Wij zijn nu de laatste gasten van dit hotelletje [3]. Zondag komt zus ook nog enkele dagen en aanstaande woensdag gaan we weer naar Laren. We hebben prachtig weer en niet te warm.
We zouden vandaag naar Meppel hebben gewild, maar bij W. en B. [4] was hun meisje ziek en ze hadden bezoeken te brengen, dus dat was jammer. W. heeft moeite gedaan voor eene fiets voor zus, die hier niet te krijgen was. Maar misschien komt zij per fiets van Meppel dus. Er is heel veel te wandelen, maar dat is voor mij niet zoo goed. Toch zien wij veel en het bosch is dichtbij.
Was het leuk op 7 september bij Nellie ? Zeker wel. Ben je nog wat nagebleven? Is je logée er nog? En hoe staat het met mevrouw Donk? Gaat dat nog door?
Hartelijke groeten van G. Zuilen.

Toelichting op de tekst in het artikel:
[1]
Dokter Sebastiaan van Nooten werd in de familie blijkbaar Basje genoemd.
[2]
Zij was de jongste van de vier kinderen van het echtpaar Van Nooten: Basje, Jacques, Stans en Marietje.
[3]
De afzendster van deze zeldzame ansichtkaart van de dokterswoning logeerde bij Berend Slagter in Hotel Centrum an de Kruusstroate in Deever.
[4]
In Meppel woonde aan het Zuideinde het echtpaar dominee W.N. van Nooten en B.D. Westra.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 16 februari 2005.
Zo te zien is tussen 1942 en 2005 niet of nauwelijks gesleuteld aan het huis. 

Abracadabra-1237Abracadabra-1239

 

Abracadabra-1238

Posted in Ansichtkoate, Deever, Dokterswoning, Heufdstroate, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Poasvuur in Deever, Wapse en Wittelte – Poas’n 2016

Op drie plaatsen binnen de grenzen van de gemiente Deever is met de paasdagen een poasbulte verbrand.
De Dorpsvereniging Wittelte heeft zijn poasbulte gemaakt op een plek bij Wittelteweg 18 – Wapserveenseweg 1.
De Wapser Gemeenschap heeft zijn poasbulte gemaakt op een plek bij de Landweg in Wapse.
De Buurtvereniging Kasteel-Dwarsdrift heeft zijn poasbulte gemaakt op een plek aan de Steenakkerweg op de Heezenesch.
De plek van de poasbulte van de Buurtvereniging Geeuwenbrug lag buiten de grens van de gemiente Deever.
De poasbulte in Wapse is tegen de traditie in al op zaterdag 26 maart 2016 rond acht uur ’s avond aangestoken.
De poasbulte in Wittelte is eveneens tegen de traditie in op zaterdag 26 maart 2016 rond acht uur ’s avond aangestoken.
De poasbulte van Deever is zoals de traditie dat wil wel op Tweede Paasdag 28 maart aangestoken.

De Voorkant Van Het Grote Gelijk In De Gemeente Westenveld heeft zo genoemde beleidsregels voor poasbult’n opgesteld. In de webstee van de gemeente Westenveld is sprake van een vreugdevuur, dit is een volstrekt verkeerde term, de juiste term is poasvuur. De betreffende tekstschrijver van de gemeente Westenveld wil de burgers blijkbaar een nieuwe term opdringen..
Een vereniging die niet aan deze zo genoemde beleidsregels voldoet, krijgt van de met de uitvoering van het paasvuurbeleid belaste ambtenaar van de Voorkant Van Het Grote Gelijk In De Gemeente Westenveld geen tijdelijke stookvergunning. Gelukkig voldeden de Dorpsvereniging Wittelte, de Wapser Gemeenschap en de Buurtvereniging Kasteel-Dwarsdrift blijkbaar vooraf wel al aan zo genoemde beleidsregels voor het slepen en verbranden van poasbult’n.
De redactie van ut Deevers Archief betreurt het dat in Oude Willem, Groot Wateren, Klein Wateren en Zorgvlied (de aandere kaante van de Deeverse bos) en an de Deeverbrogge geen poasbulte is gesleept. Haar Tied Zat gien zat tied veur ’t sleep’m van ’n poasbulte ?

In de webstee van de gemeente Westenveld is ook nog de volgende overbodige zin te lezen: Het is alleen aan de organisaties die een ontheffing hebben gekregen toegestaan, een paasvuur (vreugdevuur) te organiseren. Vingertje in de lucht, ah, ah. En let vooral op de term tussen haken: vreugdevuur. Om droevig van te worden.

De met de uitvoering van de zo genoemde beleidsregelds voor het slepen en verbranden van poasbult’n belaste ambtenaar van de Voorkant Van Het Grote Gelijk In De Gemeente Westenveld geeft alleen een tijdelijke stookvergunning aan een vereniging af als is voldaan aan de volgende beleidsregels:
1. de vereniging is niet eerder dan vier dagen vóór het verbranden van de poasbulte begonnen met het slepen.
2. de poasbulte is door de vereniging aangestoken.
3. de poasbulte bestaat alleen uit snoeihout.
4. de poasbulte is schoon opgebrand.
5. de vereniging heeft de verbrandingsresten van de poasbulte afgevoerd.

De vraag is hoe van te voren kan worden nagegaan of achteraf is voldaan aan de hiervoor zo genoemde vijf beleidsregels.
Regel 1 is pas na het aansteken van de poasbulte te controleren. Maar wat als vanwege wind of regen de poasbulte niet op een geplande zaterdag voor Pasen, maar op Tweede Paasdag ’s avonds om acht uur wordt aangestoken en ’s zaterdags, na de vierde dag, wordt nog een vrachtje mooi schoon opbrandbaar snoeihout naar de paosbulte gesleept. Wat dan ? Dan kan regel 1 niet worden afgevinkt. Maar hoe gaat het bevoegd gezag dit controleren ?
Regel 2 is pas na het aansteken van de poasbulte te controleren door het bevoegde gezag. Pas dan kan al dan niet een vinkje bij regel 2 worden gezet.
Regel 3 is wel tijdens het slepen van de poasbulte te controleren door het bevoegde gezag. De poasbulte mag alleen van snoeihout worden gemaakt. Dus gien olde maan’n of stobb’m of olde witt’n of olde baand’n. Maar wat als een vrachtje stobb’m onder in het hart van de poasbulte wordt verwerkt en direct wordt bedekt met schoon opbrandbaar snoeihout. Geen rode haan die daar naar kraait. Regel 3 is echter alleen te controleren als voortdurend iemand van het bevoegd gezag bij het slepen van de poasbulte staat te koekeloeren.
Regel 4 is ook pas na het opbranden van de poasbulte te controleren. In de webstee van de gemeente Westenveld was geen omschrijving van het begrip ‘schoon opbranden’ te vinden. Dit biedt erg veel ruimte voor persoonlijke interpretatie. Wat is schoon opbranden en hoe schoon moet schoon opbranden zijn, is schoon opbranden te meten en wie controleert deze zo genoemde beleidsregel ? Of wordt met ‘schoon opbranden’ bedoeld dat de poasbulte volledig moet zijn verbrand ?
Regel 5 is ook pas achteraf af te vinken. Waarschijnlijk moeten de verbrandingsresten worden vervoerd naar en afgegeven aan een inrichting die een omgevingsvergunning heeft voor het accepteren van verbrandingsresten van een poasbulte.  Bijvoorbeeld afvoeren naar de afvalverwerking in Wijster ? Afvalstroomnummer aanvragen ? Dus het acceptatiebewijs van de afvalverwerking inleveren bij de ambtenaar van de Voorkant Van Het Grote Gelijk In De Gemeente Westenveld die belast is met de uitvoering van de poasbulte-regelties ?

De gevolgtrekking is dat de vijf zo genoemde beleidregels voor het slepen en verbranden van poasbult’n niet zijn te handhaven, zeker niet vooraf, maar ook niet achteraf zijn af te vinken, tenzij dag en nacht een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag bij een poasbulte staat te controleren en zodra een vereniging een van de vijf zo genoemde beleidsregels overtreedt, het repressieve vingertje in de lucht steekt, heel hard ah ah roept, en overgaat tot het intrekken van de tijdelijke stookvergunning.
De Voorkant Van Het Grote Gelijk In De Gemiente Westenveld zal de vijf zo genoemde beleidsregels ongetwijfeld aangrijpen om – net zoals bij het kebied scheet’n – het onderwerp op te blazen en vooraf een erg belangrijke informatiebijeenkomst te organiseren om op de betreffende verenigingen in te doctrineren. En bij de traditie van het verbranden van de poasbulte is direct na het verbranden van de poasbulte dan ook nog een erg belangrijke zo genoemde evaluatiebijeenkomst met de verenigingen noodzakelijk, want dan moet voor elke vereniging worden vastgesteld welke van de vijf zo genoemde beleidsregels daadwerkelijk zijn af te vinken. Dan kan het bakkeleien beginnen. En dan ? Geen vijf vinkjes, geen keurmerk, dus repressie en geen tijdelijke stookvergunning voor het volgende jaar ? Kan de gemeente Westenveld het zich in deze tijden van vergrijzing, krimp en geldschaarste eigenlijk wel veroorloven bestuur en ambtenaren tijd te laten besteden aan een klein onderwerpje, zoals het sleep’m en vurbraan’n van een poasbulte ?

Posted in Aarfgood, Deever, Dorpskracht, Gemientebestuur, Heezeresch, Poasvuur sleep'm, Traditie, Wapse, Wittelte | Leave a comment

De ièste badmeister van swömbad Deeversaand

In het Nieuwsblad van het Noorden werd op 9 juni 1942 het volgende zeer korte bericht gepubliceerd:

Beilen – De heer G. Leungen alhier is benoemd tot badmeester van het binnenkort te openen nieuwe zwembad te Diever.

De heer G. Leungen moet de eerste badmeester van het openluchtzwembad Dieverzand aan de Bosweg in Deever zijn geweest.

Posted in Bosweg, Deever, Swömbad Deeverse Saand, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Fritz Habener is de moordenaar van 10 april 1945

Op 4 mei worden elk jaar bij het oorlogsmonument op het marktterrein aan het begin van de Bosweg in Deever de in de Tweede Wereldoorlog omgekomen burgerslachtoffers herdacht waarvan de namen zijn gegraveerd in de koperen plaat, die is vastgeschroefd aan de zwerfsteen van het monument. De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde foto van het oorlogsmonument gemaakt op 27 april 2008.

Op deze koperen plaat staan ook de namen van de tien burgers, die op 10 april 1945 op brute wijze op het marktterrein zijn vermoord:
– Nicolaas Houwer, geboren op 8 mei 1882 in Deever;
– Kornelis Kerssies, geboren op 15 maart 1885 in Wittelte;
– Harman Bennen, geboren op 4 augustus 1891 in Deever;
– Roelof Hunneman, geboren op 5 juni 1898 in Deever;
– Hendrik Akkerman, geboren op 15 februari 1904 in Zwolle;
– Klaas Daleman, geboren op 22 mei 1906 in Wittelte;
– Jan Houwer, geboren op 23 juli 1911 op Kalter’n;
– Koop Houwer, geboren op 16 mei 1915 in Deever;
– Antonius Maria Gerardus Janssens, geboren op 26 mei 1926 in Tilburg;
– Joseph Cornelis Maria Janssens, geboren op 10 oktober 1930 in Berkel.

De beruchte Duitse S.S. Hauptscharfüher Fritz Habener -zie de afgebeelde foto- is de moordenaar van de tien onschuldige mannen, hij schoot ze eigenhandig met een machinegeweer dood. Dat was op ut maarktterrein teeg’n de wal van de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Op deze stee staat nu een rododendronbosje.

S.S. Hauptscharfüher Frits Habener is geboren op 17 mei 1909 in Hamburg in Duitsland. Op 30 september 1950 is hij wegens oorlogsmisdaden in het Fort de Pontessy bij Lyon in Frankrijk gefusilleerd. De foto van Frits Habener is afkomstig uit de collectie van het Bundesarchif in Berlijn, Duitsland.

Meer gegevens over dit oorlogsmonument zijn te vinden in de webstee Traces of War en in de webstee van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

De heer J.G.S.E. Borg reageerde op 15 januari 2018 als volgt.
Fritz Habener is volgens mij ook betrokken geweest bij de executie van zes personen in Kallenkote.
Ik weet niet of hij het bevel voerde over het executiepeloton, dat uit twaalf mannen bestond.
Ik weet ook niet of hij degene was die na de executie het genadeschot gaf.
Ik heb twee vragen.
Werd er na een executie altijd een genadeschot gegeven ?
Werden de soldaten van een executiepeloton ook vervolgd ?

Abracadabra-1226

Abracadabra-1227

Posted in 10 april 1945, Bosweg, Deever, Oorlogsmonement, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Roef Offerein uut ut bestuur van de Boermarke

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant, van 12 januari 1981 verscheen het volgende bericht over het aftreden van Roelof (Roef) Offerein van de Deeverbrogge als boekhouder-secretaris van de Boermarke van Diever.

Diever. Tijdens de vergadering van de Boermarke, die in café De Lange werd gehouden, trad de heer H. Offerein (75 jaar) uit Dieverbrug af als boekhouder-sekretaris van deze organisatie. De heer Offerein blijft wel volmacht.
Door voorzitter H. Moes Dzn. werd aan de deze functionaris een wandelstok met inscriptie aangeboden. De heer Moes sprak woorden van dank voor het vele werk en de grote plichtsgetrouwheid waarmee de heer Offerein zijn werk heeft uitgevoerd.
De heer Offerein is 45 jaar lang volmacht bij de Boermarke in Diever geweest. Vanaf 1939 was hij boekhouder-sekretaris. Hij volgde toen zijn oom in deze funktie op.
Vier gulden
Deze functie is niet geheel onbezoldigd. Vanaf 1939 ontving de heer Offerein f 4,- per jaar voor zijn werkzaamheden. De heer Jan Hessels Jaczn. die tot zijn opvolger werd gekozen, ontvangt ook hetzelfde honorarium.

Aantekeningen van de redactie van ut Dievers Archief
Het is toch wel handig om zo nu en dan eens bij het archief van de Meppeler Courant langs te gaan om wat meer te weten te komen over het boerenleven in de gemiente Deever.
Het was wel een bijzonder gul gebaar van de ‘dikke boer’n uut Deever’ dat ze Roelof (Roef) Offerein (niet Hendrik Offerein, zie de attente reactie van kleindochter Gea Offerein) voor 45 jaar trouwe inzet voor de boermarke een wandelstok gaven, nota bene eentje met inscriptie. Wat zou de tekst van deze inscriptie zijn geweest ? Hebben de nazaten van Roelof (Roef) Offerein de stok bewaard ?
Van links naar rechts zijn op de foto te zien: Jan Hessels Jaczn, Roelof Offerein, Cornelis Seinen, Harm Moes Dzn. en Hendrik Mulder Jzn.
Jan Hessels (geboren op 4 mei 1934 in Deever, overleden op 20 augustus 2001 in Deever) was een zoon van Jacob Hessels (geboren op 3 mei 1896 in Deever, overleden op 7 maart 1979 in Deever) en Margje Veenhuis (geboren op 25 juni 1899 in Wapse, overleden op 23 mei 1985 in Deever).
Roelof (Roef) Offerein werd op 28 mei 1905 op ’t Kastiel in Deever geboren in de boerderij die nu als adres Van Osstraat 2 heeft en is op 17 mei 1983 overleden an de Deeverbrogge in de boerderij met adres Dieverbrug 33.
Cornelis Seinen (geboren op 8 september 1912 in Deever, overleden op 6 november 1989 in Deever) was getrouwd met Hendrikje Schiphorst (geboren op 5 oktober 1912, overleden op 14 oktober 1989).
Harm Moes (geboren op 3 januari 1906, overleden op 8 februari 1993) was getrouwd met Janna Eggink (geboren op 1 maart 1907, overleden op 6 december 1983). Zijn ouders waren Dirk Moes (geboren op 5 januari 1876, overleden op 14 juni 1952) en Aaltje Timmerman (geboren op 10-april 1880, overleden op 6 juli 1960).
Gegevens van Hendrik Mulder moeten nog worden uitgezocht.
De boermarke stamt uit de middeleeuwen en was van oorsprong een verband van grotere boeren die onderling het beheer en gebruik van hun gemeenschappelijke gronden regelden. Het woord marke betekent grens en werd gebruikt om het gebied aan te geven dat bij een dorp hoorde: de boermarke van Diever, de boermarke van Wapse, de boermarke van Wittelte en de boermarke van Wateren. In de tachtiger van de vorige eeuw ging het in Deever nog om het beheer van kleine resten van de oorspronkelijke boermarke, zoals bijvoorbeeld de ‘boer’nbos an de Grönnegerweg’.
De foto bij het berichtje in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) is gemaakt door de Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm Hessels, broer van dorpsfiguur Jan Hessels.

Aantekeningen van de redactie van ut Dievers Archief
De redactie ontving op 13 juni 2015 de volgende reactie van Gea Offerein.
Beste mensen,
Op jullie heel mooie website kwam ik bij het onderwerp Boermarke een stukje over mijn opa tegen.
Hij heette echter Roelof Offerein, niet Hendrik Offerein.
Hendrik Offerein is een andere persoon uit Diever, inmiddels ook overleden, neef van mijn vader en moest dus oom zeggen tegen mijn opa.
Mijn vader is Cornelis Frederik Offerein.
Met vriendelijke groet,
Gea Offerein

Posted in Aarfgood, Alle Deeversen, An de Deeverbrogge, Boermarke van Deever, Deever | Leave a comment

De bool van Vesalius Mobachius wöd vukogt

In de Amsterdamse Courant van 3 februari 1767 plaatste mr. J. Kymmel, Raad en Landschrijver der Landschap Drenthe, uit Havelte, de volgende advertentie over de executie van de boedel van apotheker Vesalius Mobachius uit Deever. Opvallend is dat de advertentie in de marge van de krant is geplaatst, wat in die tijd gebruikelijk moet zijn geweest, een pagina werd voor bijna honderd procent bedrukt. 

Alzo den Boedel van Wijlen Vesalius Mobachius, in leven Apotheker te Diever, in het Landschap Drenthe, Grasvellig is verklaard; zo worden mids dezen alle Crediteuren verwittigd, dat een ieder, die op dezen Boedel eenige Schulden of Actien heeft te pretendeeren, binnen den tijd van 3 Weeken na dato dezes, zijne geprentendeeerde Schulden en Actien bij den Heer en Mr. J. Kymmel, Raad en Landschrijver der Landschap Drenthe tot Havelte, zal moeten laten aantekenen, en daar bij zijn Bescheid, Brieven en Documenten, tot Verificatie van de Schulden en Actien dienende, in Originali of in Copia Authentica vertoonen, en een van beiden bij den Landschrijver laaten verblijven, bij poene, dat die in gebreken blijft zulks te doen, op deze Boedel geen verder Regt zal hebben te pretendeeren.

Aantekeningen van de redactie ut Deevers Archief
Grasvellig verklaren  =  ter executie aan de schuldeisers overgelaten; bij poene = op straffe.
Vesalius Mobachius is een verlatijniseerde naam. Het is wel vaker voorgekomen dat mensen die zichzelf belangrijk en onmisbaar en boven iedereen verheven voelden hun werkelijke naam latiniseerden.
Het geslacht Mobach (verlatijniseerd tot Mobachius) is uit Kleef in de buurt van Wesel (verlatijniseerd tot Vesalius) afkomstig. De letterlijke vertaling van Vesalius Mobachius is Jongensachtige Schurk.
Predikant Petrus Mobach, een voorvader van hem, noemde zichzelf ook Vesalius Mobachius.
Zijn vader Joachim Mobach (geboren 19 juli 1699 te Groningen, overleden op 7 december 1790 te Den Bosch) werd op 2 december 1725 gereformeerd predikant in Deever.
Bijzonder is wel te lezen dat in Deever al in 1767 een apotheker was gevestigd.
Ook bijzonder is dat de Landschrijver mr. J. Kymmel uit Havelte een advertentie in de Amsterdamse Courant plaatste om mogelijke schuldeisers, die wellicht allemaal uit Deever en omgeving kwamen, op de hoogte te stellen van de executie van de boedel van Vesalius Mobachius. Maar wie in Deever en wijde omgeving las in die tijd de Amsterdamse Courant ?

Posted in Deever | Leave a comment

De webstee van ut museum Radio Wereld in Deever

Het blijft maar een komen en gaan van particuliere museums in de gemiente Deever. Het mooie glasmuseum ‘de Spiraal’ an ’t Meulenende in Deever is gekomen en is gegaan. Het mooie koetsenmuseum ‘de Koetsenman’ an de Heufdstroate in Deever is gekomen en is gegaan. Het mooie museum Dieverza an de brink van Deever is gekomen en is gegaan. Het museum Dieverhof an de Aachterstroate in Deever is gekomen en is gegaan. Het mooie Oldtimermuseum in Wittelte is gekomen en is gegaan. Het natuurmuseum het Drents-Friese-Wold op Woater’n is gekomen en is gegaan. Het mooie (oerlelijke ?) Oermuseum an de brink van Deever is gekomen en wanneer zal het gaan … ? Het Shakespearemuseum zal komen en zal gaan … ? Het Midwintertoetermuseum zal komen en zal gaan … ? Het Groevemuseum zal komen en zal gaan … ?
Wat is er toch mis met de toeristenindustrie in de gemiente Deever ? Wat is er toch mis met de toeristische bedrijvigheid in de gemiente Deever ? Wat is er toch mis met het culturele en economische beleid van de Hoge Dames en Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan ? En heeft het misschien allemaal te maken met het gegeven dat de gemiente Deever in een krimpgebied ligt en eigenlijk alleen maar als massaproduct de Deeverse Bos heeft ?

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 4 september 1999 verscheen in de rubriek @penstaart een kort stukje tekst over het museum Radio Wereld in Deever:
Iets geheel anders is de site www.radio-wereld.demon.nl van museum Radio Wereld in Diever. De teller staat hier op 286 hits en heeft grafische mogelijkheden voor een zescijferige teller Het blijft voorlopig bij een begin met zes nullen (000286). De site bevat informatie over het museum, natuurlijk, de oprichting, de expositie, excursies, doe-dingen en museumnieuws. Onder het kopje museumnieuws brengt eigenaar Wim Stuiver de activiteiten voor de komende weken, onder meer over de Shakespeare-spreukenwandeling door de omgeving van Diever. De site is aardig vormgegeven met een enkele foto, die een aardig beeld geeft van het museum  

Ook het mooie museum Radio Wereld (voorheen museum ‘d’ Olde Radio’) an de Aachtertroate in Deever is gekomen en is gegaan. Na 15 jaar (1985 t/m 1999) actief met het museum Radio Wereld bezig te zijn geweest, besloten de eigenaren Sjoukje en Wim Stuiver, het museum per 1 oktober 1999 voor het publiek te sluiten.
Wat valt nog te achterhalen van de korte geschiedenis van het museum Radio Wereld ? Digitaal is in elk geval gelukkig nog wel een en ander van het museum te vinden.
Een hele geruststelling is dat de webstee van het Internetarchief (The Internet Way Back Archive) (archive.org/web) als doel heeft voor altijd (voor altijd is wel erg lang) universele toegang te bieden tot alle via het internet bereikbare menselijke kennis.
Zo ook tot de kennis die is opgeslagen in alle versies van de webstee radio-wereld.demon.nl van het museum Radio Wereld. Klik op de navolgende link voor het raadplegen van de laatste versie van radio-wereld.demon.nl.

De redactie van ut Deevers Archief toont graag afbeeldingen van Museum Radio Wereld. Op bijgaande ansichtkaart is de markante vormgeving van de Philips radio uit de periode 1930-1940 te zien. Deze ansichtkaart is uitgegeven door Museum Radio Wereld, Achterstraat 9, 7981 AS, Diever, (Dr.), telefoon 05219-2386.

De redactie heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto van de boerderij an deAagterstroate (de Saandhook), waarin Museum Radio Wereld was gevestigd, gemaakt op vrijdag 19 november 2021.

abracadabra-534

Posted in Aagterstroate, Ansichtkoate, Cultuur, Deever, Museum, Toeristenindustrie | Leave a comment

Ut Student’npad is veur un diel ut Jeud’npad

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 14 juli 1934 het volgende artikel over het Studentenwerkkamp Diever.

Studenten werken met hun handen. Het studentenwerkkamp Diever.
We reden door de prachtige bosschen bij Diever op weg naar het Studentenwerkkamp dat daar deze week is geopend.
Je rijdt maar recht door en dan zie je ze vanzelf, was het kort en bondige antwoord van een bewoner van het mooie Drentsche dorp op onze informatie. En dus reden we recht door, genietend van den mooien dag in dit aan natuurschoon zoo rijke deel van het Olde Landschap. Aan beide kanten van den straatweg strekken de bosschen zich uit …. vol beloften voor den wandelaar, den stillen genieter van een rustigen vacantie-dag. Daar zijn ze.
De vacantie-stemming is voorbij. De auto staat stil en we stappen uit op een punt, waar een dertig jonge menschen met schoppen en kruiwagens, bijlen en touwen manoeuvreeren. Ze werken in het zweet huns aanschijns. Ze hebben het niet gemakkelijk, want de overgang van het normale studentenleven naar de werkzaamheden, verbonden aan den aanleg van een fietspad dwars door de bosschen, is groot. Maar ze hebben het naar hun genoegen. De enkele dagen buiten hebben reeds een bronskleur aangebracht op de jonge koppen en de tengere maar meerendeels taaie bovenlijven.
Na de kennismaking met den heer C.G.L.J. Kusters, den kampsecretaris, hadden we de gelegenheid de werkzaamheden van deze vroolijke groep meer van nabij te bekijken.
Dit is nu het derde studentenkamp in ons land. In 1931 werd bij Havelte een rijwielpad gemaakt, dat zich in een druk gebruik mag verheugen. In 1932 waren de studiosi aan den arbeid te vinden op het terrein der Volkshoogeschool te Bakkeveen, waar ook geregeld de kampen voor jeugdige werkloozen worden gehouden. Verleden jaar had men reeds het oog laten vallen op het object, dat nu onder handen is genomen, maar de tijd was toen al te ver gevorderd om nog met kans van slagen een kamp te organiseeren. Deze tegenvaller had evenwel tengevolge, dat men de voorbereidingen voor dit jaar met te meer zorg kon treffen.
Er wordt nu door de bosschen van Staatsboschbeheer een rijwielpad en brandsingels aangelegd, waarvan de eerste een nieuwe verbinding naar de Smildervaart (in aansluiting op een bestaanden en nog te verbeteren weg) zal geven. Gemakkelijk is het werk niet: er moeten boomen worden gekapt, oneffenheden in het terrein gedeeltelijk worden weggewerkt en dit alles in 9 weken met gemiddeld een kleine 40 enthousiaste, maar ongeoefende krachten.
De algemeene organisatie en oorsprong der studentenwerkkampen (oorspronkelijk in Zwitserland begonnen) kunnen we wel als bekend veronderstellen, zoodat wij ons bepalen tot enkele bijzonderheden over het nu georganiseerde kamp.
Gedurende negen weken zullen er drie groepen van studenten en aanstaande studenten bijeenkomen. Zij vinden een onderkomen in de ruime stal van de boerderij Uilenhorst, waar zij -zooals wij onder leiding van mr. A.Th.E. Kastein konden constateeren- eenvoudig maar goed zijn gehuisvest. Hier wordt voor het huishouden gezorgd door een achttal dames, van wie mej. J.T. Hylkema het opperbewind voert. Een primitieve buitenkeuken is doelmatig ingericht en de voeding is een steeds weer werk brengende bezigheid, getuige de groeiende behoefte aan stevige maaltijden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De kampen werden gehouden van 8 juli/28 juli, van 29 juli/18 augustus en van 19 augustus/8 september 1934.
Het project werd tijdens de grote vooroorlogse crisis uitgevoerd. De kampleiding benadrukte echter dat het werk geenszins moest worden opgevat als concurrentie met ‘de werkeloozen’.
De besturen van de rechtse universitaire studentenverenigingen uit diverse steden van het land concurreerden niet met ‘de werkeloozen’, maar wel degelijk met kleine aannemers, kleine ondernemers, die dit soort zandwegen in concurrentie en in opdracht van Staatbosbeheer en met inzet van plaatselijke werklozen, ook hadden kunnen aanleggen.
Nu stuurde het rechtse netwerk een gemotoriseerde journalist van het Nieuwsblad van het Noorden op ‘het object’ af voor het schrijven van een snorkend propagandaverhaal, want wat was het toch bijzonder dat studenten met hun handen werkten.  Staatsboschbeheer gaf bovendien als dank voor hun inzet het fietspad de naam Studentenpad.
De studenten hebben echter niet het gehele fietspad van de Bosweg tot aan de Pastoorszandweg aangelegd, het laatste en op bijgevoegde kaart zichtbare deel van het fietspad is in 1941 door de joden uit de Rijkswerkkampen Diever A en Diever B aangelegd. De naam van dat deel van het pad moet daarom uit respect voor de joden in de Rijkswerkkampen Diever A en Diever B met turbospoed en in turbodraf worden gewijzigd in Jeud’npad.

Posted in de Uilenhorst, Deever, Student’nkaamp, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Un deeglukke, staarke en welbeklaante meule

Advertentieblad van het Departement van de Wester-Eems van 7 oktober 1811 vermeldt het volgende bericht over de verkoop van dd hechte, sterke en welbeklantte korenmolen, staande tusschen Diever en Oldendiever.

G.A. DE JONGE te Diever is voornemens, ten overstaan van den ondergeteekende KEIZERLYKEN NOTARIS, op Donderdag den 7 november 1811, des avonds met het opsteken der Kaars, ten huize van DANIËL HANSEN te Diever, publiek bij Strykgeld te doen inzetten, en Woensdag den 13 November daar aan volgende, by toeslag aan de meestbiedende te Verkoopen: een hechte, sterke en welbeklantte KOREN-MOLEN, staande tusschen Diever en Oldendiever, in het voormalig Departement Drenthe. Kunnende den Kooper (des begerende) de halve Koopprys tegens behoorlyke intrest, en op voor te lezen Conditien, over het gekochtte behouden.
S.J. van Royen, Keizerlyke Notaris.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de advertentie gaat het natuurlijk om de verkoop van de korenmolen, die tegenwoordig molen ‘de Vlijt’ wordt genoemd.
In 1811 was Geert Aalderts de Jonge de mulder van de korenmolen op de Westeresch tussen Deever en Oldendeever. Hij overleed op 22 mei 1815 op 69-jarige leeftijd. Hij was getrouwd met Geesje Hessels.
Stephanus Jacobus van Royen (gedoopt op 8 april 1764 in Vledder, overleden op 3 augustus 1834 in Bentheim) was notaris in Vledder. Hij was in de Franse tijd ook burgemeester en schulte van Deever.
Strijkgeld is een beloning die de verkopende partij van een onroerend goed uitlooft aan de hoogste bieder
.
Het departement Wester-Eems was de naam van een Frans departement in de Nederlanden ten tijde van het eerste Franse keizerrijk. Het departement werd gevormd op 1 januari 1811 na de annexatie door Frankrijk op 9 juli 1810 van het koninkrijk Holland. Het bestond uit de voormalige Hollandse departementen Groningen en Drenthe en het Duitse deel van het Reiderland.

Posted in Deever, Meule, Meule van Oll’ndeever | Leave a comment

Ur was gien wèter en de braandspuite was kapot

In onder meer de navolgende kranten verscheen een bericht over de felle brand in manufacturenmagazijn ‘de Toekomst’ van de heer Philippus (Flip) Zaligman an de Heufdstroate in Deever.
– De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad van 21 februari 1940;

– Nieuwsblad van het Noorden van 21 februari 1940;
– De Banier: staatkundig gereformeerd dagblad van 21 februari 1940;
– Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad van 21 februari 1940;
– Nieuwe Provinciale Groninger Courant van 21 februari 1940;
– Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s courant van 21 februari 1940;
– Utrechts Volksblad: sociaal-democratisch dagblad van 21 februari 1940;
– De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad van 21 februari 1940;
– De Residentiebode van 21 februari 1940;
– De Maasbode van 21 februari 1940;
– De Standaard van 21 februari 1940;
– Delftsche Courant: nieuwsblad voor Delft en Delfland van 21 februari 1940;
– Limburgs Dagblad van 22 februari 1940.

In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche-Courant van 21 februari 1940 werd het volgende -hierna afgebeelde- bericht gepubliceerd.

Felle brand te Diever
Er was geen water en de brandspuit was defect.
Gistermiddag heeft een felle brand gewoed in het manufacturenmagazijn ‘de Toekomst’ van den heer P. Zaligman, aan de Hoofdstraat te Diever. Het vuur, dat op de bovenverdieping is ontstaan, kon in verband met gebrek aan bluschwater, niet worden bestreden. Bovendien bleek de brandspuit van Diever niet in orde te zijn, weshalve de burgemeester, de heer J.C. Meiboom, gezien den omvang, welke de brand dreigde aan te nemen, de brandweer van Dwingelo en later die van Assen, om assistentie verzocht.
Inmiddels was ook het benedengedeelte van het manufacturenmagazijn door het vuur aangetast. Men slaagde er nog in het huisraad en enkele bescheiden in veiligheid te brengen. Evenwel deelde het vuur zich korten tijd later mede aan de naast gelegen copieerinrichting van den heer Van Goor, terwijl aan de achterzijde de vlammen oversloegen op het woonhuis van den landbouwer Vierhoven.
De brandweer slaagde er in samenwerking met de intusschen ter plaatse verschenen brandweer van Dwingelo en Assen in, het huis van den landbouwer behouden, evenals twee daar aan grenzende woonhuizen.
Het manufacturenmagazijn en de copieerinrichting brandden echter geheel uit. Slechts een gedeelte van den inventaris van de copieerinrichting wist men te redden.
De schade wordt door verzekering gedekt. De oorzaak van den brand is niet bekend.

In het Nieuwsblad van het Noorden van 21 februari 1940 werd het volgende bericht gepubliceerd.

Twee huizen te Diever afgebrand
Gevaar voor uitbreiding kon nog worden voorkomen.
Te Diever is gistermiddag brand uitgebroken door tot dusver onbekende oorzaak in het manufacturenmagazijn ‘de Toekomst’ van den heer Ph. Zaligman aldaar.
Het vuur, dat in de bovenverdieping woedde, was niet te blusschen, voornamelijk door gebrek aan bluschwater. Na korten tijd stond het gehele pand in lichterlaaie. Alleen de boeken en enig huisraad kon men redden.
Doordat de brandspuit niet werkte, geraakte ook het naastgelegen huis, waarin de copieerinrichting van den heer R. van Goor is gevestigd, in brand.
De burgemeester der gemeente, de heer J.C. Meyboom, achtte het toen geraden de brandweer van Dwingelo en later die van Assen te hulp te roepen. Het was een kritiek moment, want een drietal aan de overzijde van de Peperstraat gelegen gebouwen liepen ernstig gevaar. Het huis van den landbouwer A. Vierhoven (Albert Vierhoven) vatte zelfs even vlam. Gelukkig slaagde men er echter in deze huizen te behouden.
Toen later ook de bedoelde brandweren van Dwingelo en Assen arriveerden en werden aangesloten op de nieuw geslagen nortonput voor het gemeentehuis, was het gevaar spoedig bezworen.
De huizen en de inboedels waren verzekerd. De inventaris van de copiëer-inrichting werd nog gedeeltelijk gered.

Aantekeningen van redactie van ut Deevers Archief
R. van Goor is Roelof van Goor, de uitgever van het Deeverse Blattie. Zijn copieerinrichting was gevestigd in een pand dat eigendom was mejuffrouw L. Oostenbrink. De landbouwer A. Vierhoven is Albert Vierhoven, die an de Peperstroate woonde.
Het mag duidelijk zijn dat met een oude niet-werkende brandspuit (een betere naam voor dit materieel is waterspuit) en zonder water geen branden kunnen worden geblust. Voor de bestelde maar nog niet geleverde moderne brandweerwagen was al een nortonput vóór het gemeentehuis geslagen. Een nortonput is een inrichting voor het onttrekken van water aan diep gelegen grondlagen via buizen.
De artikelen melden dat het verbrande manufacturenmagazijn ‘de Toekomst’ van den heer Ph. Zaligman (Philippus Zaligman) is. Of de joodse familie Zaligman toen nog in de woning boven de winkel woonde, dat is de redactie niet helemaal duidelijk, omdat deze familie in 1936 naar Meppel verhuisde. Het kan zijn dat het pand toen aan iemand was verhuurd. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan hier duidelijkheid over verschaffen ?
Op de grond van het verbrande pand van Philippus (Flip) Zaligman an de Heufdstroate is in de Tweede Wereldoorlog het gebouw van de Boerenleenbank gebouwd en in gebruik genomen. Heeft de Boerenleenbank de grond van de familie Zaligman direct na de brand gekocht ? Waar is het puin van het verbrande pand van de familie Zaligman en van mejuffrouw L. Ooostenbrink gebleven ?
Op de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart uit 1948 is de Boerenleenbank met woning voor de kassier aan de rechterkant van de afbeelding te zien. Helemaal rechts achter de leilinden staat café Trompetter. Aan de linkerkant is op de voorgrond de schilderswinkel van Geert Koster te zien. Achter de Boerenleenbank is nog net een stukje van de smederij van Albert Kloeze zichtbaar. Het hoekige gebouw met het platte dak achter de smederij is het postkantoor (Deever had toen nog een postkantoor).

Abracadabra-1215
Abracadabra-1212

 

Posted in Ansichtkoate, Boer’nlienbaank, Braandwièr, Café Trompetter, Deever, Heufdstroate, Joodse inwoner, Neringdoende, Verdwenen object | Leave a comment

Giet ut husie van de fumilie Andree teeg’n de vlakte ?

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande afgebeelde kleurenfoto op 2 november 2017 gemaakt.
Op de foto is de voorgevel van ut husie op ut Kastiel in Deever te zien waar vroeger de familie Aubut Andree (Albert Andreae) woonde: Albert Andreae en Jantje Oost en hun kinderen Annaeus, Roelofje (Roelie), Hendrik (Henkie), Jan en Tinus.
De redactie weet niet wie de huidige bewoners van het huisje zijn.
Aan een oud en mooi maar niet authentiek gerestaureerd pandje zou een einde kunnen komen. Op ut Kastiel in Deever gingen begin 2021 de geruchten dat de woning met adres Kasteel 10 tegen de vlakte zal gaan.
Dat is gelukkig niet gebeurd, maar als dat wel zo was geweest, dan hadden de dorpskrachten van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever zich met geschwinde spoed en in gestrekte draf en in groten getale en gewapend met foto- en filmcamera’s en slimme telefoons naar het genoemde pandje moeten begeven om de binnenkant en de buitenkant grondig en uitgebreid te bestuderen, te fotograferen, te filmen en te documenteren. Voor het te laat zou zijn geweest.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief.
De redactie ontving op 29 januari 2021 de volgende zeer gewaardeerde reactie van mevrouw Sonja ten Kroode, één van de twee huidige bewoners van het pand.
Met verbazing heb ik deze tekst gelezen. Wij hebben eind 2015 dit pand gekocht. Vanaf het begin hebben wij aangegeven dat wij het karakteristieke van dit pand juist willen behouden. En dat is het ook na de verbouwing. Voor de verbouwing is natuurlijk een vergunning aangevraagd (waarop u had kunnen reageren )en deze is door de gemeente verstrekt. Wij vinden het ongepast zoals het nu in Deevers Archief is opgenomen.

Posted in Alle Deeversen, Deever, Keutereegie, ut Kastiel | Leave a comment

De Gèper boo’m de drogistereeje Henduk Moesie

De twee hier afgebeelde zwart-wit foto’s van de Gaper aan de gevel boven de winkeldeur van de drogisterij van Hendrik Mulder an de Heufdstroate in Deever zijn afkomstig uit een collectie foto’s van Monumentenzorg, die aanwezig is in het Drents Archief in Assen. De twee foto’s van de Gaper zijn op 2 april 1959 gemaakt.

Hendrik Mulder (Hendrik Moesie; alle Mulders in Deever hadden een bijnaam; hij werd vanwege zijn astma ook wel Moesie Peep genoemd) en zijn vrouw Christina (Stina) Klok openden in 1933 in Deever in een nieuw pand drogisterij De Gaper, Hoofdstraat 17, nu Hoofdstraat 43. Hendrik was ook huisschilder, zijn vrouw Christina (Stina) deed de drogisterij. Hendrik maakte ook graag foto’s. Hendrik Mulder is geboren op 24 mei 1905 en is overleden op 30 januari 1977. Zijn vrouw Christina (Stina) Klok is geboren op 24 januari 1910 en is overleden op jonge leeftijd op 28 oktober 1961. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Per 1 januari 1966 deed Hendrik Mulder (Hendrik Moesie) zijn zaak over aan zijn neef Hendrik Koopman. In juni 1993 is Hendrik Koopman met zijn drogisterij verhuisd naar de Peperstraat. Zowel Hendrik Mulder als Hendrik Koopman waren verkoper van heel veel mooie ansichtkaarten met afbeeldingen uut de gemiente Deever. De redactie van ut Deevers Archief is hen daar veel dank voor verschuldigd.

De Gaper, het beeld met de houten kop met de gapende mond en de tong uit de mond, is gemaakt door een beeldhouwer uit Veendam. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw moest de fraaie kop worden verwijderd. Hij was totaal verrot.

Het gevelobject Gaper maakt steeds minder deel uit van het straatbeeld in dorpen en steden in Nederland. Er is al een webstee die zich speciaal richt op Gapers in Nederland. In deze webstee is ook een kleurenafbeelding van de Gaper van Hendrik Mulder aanwezig. Boven in het scherm van de webstee Gapers in Nederland op de hoofdletter D klikken en vervolgens naar beneden ‘scrollen’.

De nu niet meer aanwezige Gaper boven de winkeldeur van de drogisterij van Hendrik Mulder kan beschouwd worden als een jammer genoeg verloren gegaan Deevers kitschobject van historische waarde. Wellicht kan een groepje dorpskrachten van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever of een groepje dorpskrachten van de vereniging van neringdoenden uut Deever in samenwerking met de huidige eigenaar van het pand een kleine inspanning doen om te komen tot het plaatsen van een nieuwe Gaper. Als in Deever daken van pothokken opgetuigd kunnen worden met lichtgevende dakpannen, dan behoort het opnieuw plaatsen van een Gaper zeker tot de mogelijkheden. Wellicht zou deze Gaper bij wijze van experiment met behulp van een 3D-printer kunnen worden gemaakt van een duurzame kunststof en zou een lokale kunstenaar de zo ontstane Gaper kunnen beschilderen.

De redactie van ut Deevers Archief stelde ten behoeve van de zeer gewaardeerde leden van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever de zo genoemde ‘historische kalender’ (hoe kan een kalender historisch zijn ?) voor het jaar 2004 samen. Zie het kalenderblad voor de louwmaand 2004, dat wil zeggen het kalenderblad voor januari 2004.

De zwart-wit foto van de gevel van de drogisterij met de Gaper is omstreeks 1962 gemaakt en is afkomstig uit het archief van de gemiente Deever.

De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van het nog steeds bestaande pand gemaakt op 3 oktober 2012. Deze kleurenfoto heeft inmiddels al enige historische waarde. Boven de winkeldeur is de ondersteuning van de Gaper nog aanwezig. Op die ondersteuning kan zo weer een Gaper worden geplaatst ?!

Abracadabra-1207Abracadabra-1206

Posted in Deever, Heufdstroate, Historische kalender, Kitsch in de gemiente Deever, Neringdoende, Verdwenen object | Leave a comment

Gebient’n van de skulteboerdereeje bee ut skultehuus

In de sinds 1936 los van het skultehuus an de brink van Deever helaas los staande skulteboerdereeje zijn in het gedeelte waarin nu atelier en cadeauwinkel Hare Majesteit is gevestigd nog prachtige oude gebinten van de skulteboerdereeje te zien.
In het atelier en de cadeauwinkel krijgen mensen met een verstandelijke beperking de gelegenheid om met ondersteuning op een volwaardige manier deel uit te maken van de samenleving. Daarvoor driewerf hulde: hulde, hulde, hulde.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 3 oktober 2012.

Posted in Boerdereeje, Deever, Skultehuus | Leave a comment

Roggemiet’n op de Noorderesch van Deever

Bijgaande prachtige foto is aanwezig in de collectie van het Drents Archief in Assen.
Om te vermijden dat de loonwerker zijn tractor en zijn döskaaste vaak moest verplaatsen van de ene miete naar de andere miete, zetten de boeren hun miet’n altijd in zo groot mogelijke groepen op de nes, in dit geval in het najaar van een jaar tussen 1930 en 1940 op de Noorderesch van Deever.
Op de voorgrond is nog ’n tippe heide te zien. Aan de linkerkant is de bebouwing langs de Bosweg en ut maarkturrein in Deever te zien. Tuss’n de miet’n deur is de gemeentelijke toren aan de helemaal niet-origineel-Saksische brink van Deever te zien. Deze is ingebouwd in het kerkgebouw aan de brink.
Een miete zett’n was een hele kunst. Als deze niet mooi gelijkmatig werd opgebouwd, dan kon het gebeuren dat deze scheef zakte en met palen moest worden gestut. Een paar van de hier zichtbare miet’n zijn wel scheef gezakt, maar blijkbaar niet zo erg dat ze gestut moesten worden. De schuine buitenkant van een miete was vergelijkbaar met een reet’n doake. In een goed gezette miete kon het regenwater net zoals bij een reet’n doake niet binnendringen.

De redactie van ut Dievers Archief is op zoek naar foto’s van boer’nwaark: rogge meej’n, miete zett’n, döss’n, enzovoort. De zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief worden verzocht deze foto’s te scannen en naar de redactie toe te sturen voor publicatie in ut Deevers Archief.

Abracadabra-1203

Posted in Boer'nlee'm, Bosweg, Deever, Miet'n, Noorderesch | Leave a comment

Un kuierrontie langes de Dikke Stien’n

Het boekje ‘Drie wandelingen rond Diever’ (dit leuke boekje is aanwezig in ut Deevers Archief), dat is uitgegeven door de Provinciale V.V.V. Drente, is voor de afwisseling verluchtigd met veel pentekeningen. De redactie weet nog niet in welk jaar het boekje is uitgegeven.
Bij route 1 begint de wandelaar bij de Olde Kaarke aan de brink de lopen, giet deur de Peperstroate, slat dan linksof de Kruusstroate in, löp dan véur de Eendeveever rechtsof de Grönnegerweg in, en ziet dan na zo’n acht minuten lopen aan de linkerkant hunnebed D52 op de Stienakkers liggen.
In het boekje is op bladzijde 10 de hier getoonde pentekening van hunnebed D52 opgenomen. Het is altijd weer aardig na te gaan welke ansichtkaart of welke foto de tekenaar als inspirerend voorbeeld heeft gebruikt. De redactie denkt dat de tekenaar in dit geval de hier getoonde zwart-wit ansichtkaart uit 1968 heeft gebruikt of eentje die daar op lijkt.
De hier getoonde ansichtkaart werd uitgegeven en verkocht door Boek-en Kantoorboekhandel Fa. van Goor an de Kruusstroate in Deever. Deever is Roelof (Roef) van Goor veel dank verschuldigd. Hij heeft immers onbedoeld in de loop van zeker meer dan dertig jaren een historisch zeer waardevolle verzameling ansichtkaarten uitgegeven en verkocht.
De tekenaar heeft de creatieve vrijheid genomen de steen die op de ansichtkaart net wel aan de linkerkant is te zien, niet op te nemen in zijn tekening. Een kniesorige hunnebeddoloog die daar op let.
De hunnebeddologen van de heemkunduge vurening uut Deever zijn op wetenschappelijke gronden tot het inzicht gekomen dat rond de Dikke Stien’n minder struweel en minder bomen mogen groeien, vandaar dat een groep dorpskrachten enige jaren geleden rond het hunnebed een flinke voorraad open haardhout heeft weggekapt en weggezaagd.
De redactie van ut Deevers Archief is van mening dat ál het struweel en álle bomen rond de Dikke Stien’n moeten worden verwijderd, opdat het kale terrein rond de Dikke Stien’n gewoon weer als bouwakker met de naam Stienakkers kan worden gebruikt.

Abracadabra-1642Abracadabra-1641

Posted in Deever, Grönnegerweg, Heezeresch, Hunnebedde D52, Oudheid, Stienakkers, Tiekening | Reacties uitgeschakeld voor Un kuierrontie langes de Dikke Stien’n

Een annekkedote in ut Deevers van Jan Hessels

Toen Jan Hessels nog leefde sprak de redactie van ut Deevers Archief regelmatig met hem bij hem thuis in zijn boerderij over het oude Deever, over het boerenleven. Jan hield van het vertellen van annekkedotes, zoals hij die korte en altijd grappige verhaaltjes noemde. De redactie prijst zich gelukkig enige daarvan digitaal te hebben opgenomen. De ‘annekkedote’ is -het kan niet anders- opgeschreven in ut Deevers: Jan Hessels sprak het Deevers, net zoals Jantje Andreae-Oost dat deed, zoals je ut Deevers hoort te spreken. Het is jammer dat ut Deevers in het hedendaagse Deever bijna dood is.

De grond van de febriek
De ièste grond veur de febriek is deur de gemiente Deever veur vieftien gulden vukogt an de vutening. Aachter de fubriek langes laag een akker bouwlaand van Haarm Hessels. Disse Haarm Hessels hef joar’n in ut bestuur van de fubriek  eseet’n. Ik miene dat hee sölls vanof de oprichting in 1899 in ut bestuur hef eseet’n. As de fubriek weer uutebreid mös wödd’n, dan waar’n see vansöllls laand van Haarm Hessels neudug. Op de vugèdering van ut bestuur wödde dan seins teeg’n Haarm Hessels esègd: Haarm, we hept -seg moar- duusend veerkante meter neudig van oen akker, wat geet oens dat kost’n. Noa wat hen en weer geproat wödde de koop esleut’n, ut geld wödde betèlt en de sèke gunk wieder. In 1936 bee de vudi.eling van de aarfenis kwaa’m wee ur aaachter dat de halve febriek op grond van de familie Hessels stön. Ur was nooit wat bee de netoaris beschree’m. Ut is toe recht etrökk’n mit un akte van vujoaring.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Jan Hessels bedoelt met ‘vereniging’ de in 1899 opgerichte Coöperatieve Zuivelfabriek aan het Moleneinde (Katteneinde). Harm Hessels (geboren op 3 oktober 1862, overleden op 23 juni 1936) was getrouwd met Aaltje Hessels (geboren op 23 maart 1868, overleden op 15 januari 1941). Harm Hessels was de grootvader van Jan Hessels. Hun boerderij stond, staat nog steeds, aan het begin van de Kruisstraat, je kijkt tegen de voorgevel aan als je vanaf de brink door de Hoofdstraat naar de Kruisstraat gaat. De hier afgebeelde zwart-wit foto van deze boerderij is gemaakt in de strenge winter van 1979 De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 16 november 2013.

Posted in Boerdereeje, Brink, Deever, Heufdstroate, Kruusstroate | Leave a comment

Palmpoas’n en poasvuur sleep’m in 1939 in Deever

In de krant ‘het Nieuwsblad van Friesland – Hepkema’s Courant’ verscheen op 5 april 1939 het volgende belangwekkende artikel over de tradities met Palmpaschen en Paschen in de gemeente Deever.

Palmpaschen-viering

De burgemeester van Diever geeft het goede voorbeeld
Verleden Zondag was het Palmpaschen en hier en daar is deze dag, vooral door de jeugd, weer naar den ouden trant gevierd. Van de Palmpaschenviering te Akkrum, die ook dit jaar weer gehouden werd, hebben we vorige jaren reeds uitvoerige overzichten gegeven. Ditmaal brengen we enkele beelden van het feest te Diever.
Ook hier dreigde het loopen met de Paaschhaantjes in onbruik te geraken, doch enkele kindervrienden hebben het tot nieuw leven gewekt. Het is de burgervader, de heer Van Os, die met zijn echtgenoote de aloude traditie zoveel mogelijk bevordert.
Zoo trekt de Dieverder jeugd dan in den vroegen ochtend op Palmzondag in kleurigen stoet met de versierde Palmpaaschhaantjes naar de burgemeesterlijke residentie, om den Palmpaaschwensch te brengen, waarna mevrouw ieder kind gelukkig maakt met een netje met een groot Paaschei er in.
Vorigen Zondag namen er wel tachtig kinderen aan den stoet deel.
Ook het Paaschfeest wordt te Diever nog naar oud gebruik gevierd met het ontsteken van grote Paaschvuren.

Onderschrift bij de eerste foto
De Palmpaasch-stoet wordt geformeerd.

Onderschrift bij de tweede foto
Mevrouw Van Os temidden der Palmpaasch-wenschers.

Onderschrift bij de derde foto
Het Paaschvuur-togen in Drenthe en wel in de gemeente Diever.
De brandstof wordt uit het bosch Berkenheuvel naar den weg gebracht, waar de wagen klaar staat.
Dan volgt het transport op den weg naar het dorp, waarvan hierbij de foto. Men moet ruim een half uur loopen om op den berg te komen aan de Burgemeester van Oslaan, waar het vuur zal worden ontstoken.
Zelf trekken de knapen den wagen.

Onderschrift bij de vierde foto
Als ze bij de bult zijn aangekomen, zijn ze flink moe en laten zich al gauw in het gras neervallen om uit te rusten.
Andere jongens maken dan den wagen leeg en bouwen de bult op.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Bij de redactie zijn nagenoeg geen foto’s van het poasvuur sleep’m bekend en zeker geen foto’s van vóór de Tweede Wereldoorlog. In het hiervoor gepubliceerde artikel zijn gelukkig wel twee foto’s van deze traditie opgenomen. Helaas moet de bezoeker van de webstee het doen met bijgaande afbeeldingen. De redactie weet bijna wel zeker dat het negatief van deze foto’s niet meer is te achterhalen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief heeft wel een afdruk van deze foto’s ?

Wie kan de redactie informeren over de plek van de derde foto, met het boerderijtje op de achtergrond ?
Als de jongens op de foto’s jongens van de lagere school zijn in de leeftijd van 8 tot 14 jaar, dan zullen de jongsten in 2019 bijna 90 jaren oud zijn.
Wie van die oude generatie kan zich deze foto’s herinneren ?
Wie herkent de jongens op deze foto’s.
Wie kan een verhaal bij deze foto’s vertellen ?

De oeroude naam Kasteel van de weg over ut Kastiel  werd helaas bij de pensionering van burgemeester Hendrik Gerard van Os gewijzigd in Burgemeester van Oslaan.

Abracadabra-1613

Posted in Bosweg, Deever, Haentie op mien stokkie, Poasvuur sleep'm, Traditie, ut Kastiel | Leave a comment

Poesie van de dood op un grafstien uut 1911

Op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever is het graf van Lamkjen Siegersdochter Hofstee en Saakje Siegersdochter Hofstee te vinden. Op het graf staat één grafsteen voor de twee meisjes. Zie de bijgaande foto, die de redactie van ut Deevers Archief op 4 april 2013 heeft gemaakt.

Wat deze grafsteen zo bijzonder maakt, is de aanwezigheid van zeldzame funeraire rijmelarij op de steen, deze luidt als volgt:
Arme ouders .
Waarom treurt gij.
Waarom weent gij om ons lijk.
Boven leven wij. 
Boven zweven wij.
Als Engeltjes van ’t Hemelrijk.

De literair onderlegde bezoeker van ut Deevers Archief wordt bij de kwaliteit van dit gedicht over de dood enkel ter vergelijking verwezen naar de welbekende en veel gelezen funeraire gedichten van Daniël Heinsius, Pieter Corneliszoon Hooft, Constantijn Huijgens en Joost van den Vondel.
Wellicht schreef William Shakespeare ook wel gedichten over de dood. To be or not to be, that’s the question. Zijn of niet zijn, dat is de vraag. Bestaan of niet bestaan, dat is de vraag. Het antwoord is: Wij zijn langer niet dan wel op deze aarde. Het antwoord is: Wij bestaan langer niet dan wel op deze aarde.

Aannemende dat het niet de diepbedroefde ouders zelf zijn geweest, die dit gedichtje op de grafsteen hebben laten zetten, rijst wel de vraag wie het dan wél heeft gedaan ? Waren het de zusters en de broeders van beide zusjes ? Waren het de zusters en de broeders van de beide ouders ?

Als de Hoge Dametjes En Heren Van De Voorkant Van Het Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever besluiten het perk, waarin deze prachtige cultuurhistorisch zeer waardevolle grafsteen staat, om geldelijke of wat voor voorkant-van-het-gelijk-reden dan ook te ruimen en de familie van Lamkjen Siegersdochter Hofstee en Saakje Siegersdochter Hofstee zou besluiten de grafrechten niet meer te betalen of niet weer te gaan betalen, dan nog zouden deze grafen met de prachtige cultuurhistorisch zeer waardevolle grafsteen duurzaam gespaard moeten worden voor volgende generaties.

Saakje Hofstee is geboren op 9 september 1897 in Wapse. Zij is op 13-jarige leeftijd overleden op 14 juli 1911 in Wapse.
Lamkjen Hofstee is geboren op 13 mei 1899 in Wapse. Zij is op 12-jarige leeftijd overleden op 24 juli 1911 in Wapse.
Beiden waren dochters van boer Sieger Hofstee en Akke van der Burg en zusters van Froukje, Klaas en Tjibbe Hofstee.

In de krant ‘het Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant’ verscheen op 29 juli 2011 het navolgende overlijdensbericht:
Werden wij den 14den Juli in rouw gedompeld door het overlijden van onze dochter en zusje Saakje, heden werden wij weer opnieuw getroffen door het overlijden van onze dochter en zuster Lamkjen, op den nog jeugdigen leeftijd van 12 jaar en ruim 2 maanden, een ziekte van slechts 2 dagen maakte ook een einde aan haar voor ons zoo dierbaar leven.
Wapse, 24 juli 1911,
De diepbedroefde Ouders, Zusters en Broeders,
S.K. Hofstee, A. Hofstee-van der Burg en kinderen
Algemene kennisgeving aan vrienden en bekenden.

Abracadabra-1625Abracadabra-1626

Posted in Aarfgood, Deever, Kaarkhof an de Grönnegerweg, Overlijdensbericht, Wapse | Leave a comment

Automobiel mit kentiek’n D1 red deur Deever

Bijgaande afbeelding is een beeld uit een film die in 1927 in de provincie Drente is gemaakt. Een filmploeg trok dat jaar de hele provincie door om het leven in de provincie in beeld te brengen. De film betreft de oudste film uit de verzameling van het Drents Archief in Assen.

De automobiel met het bijzondere kenteken D1 rijdt in de Heufdstroate van Deever in de buurt van ut Kleine Brinkie. Dit was de automobiel van het merk Daimler Benz van mr. Jan Tijmen Linthorst Homan, de commissaris van de koningin in de provincie Drente. In de boerderij aan de rechterkant woonden Roelof Hendrik Wesseling en Annigje Smidt.

Denk niet dat bij het eerste kenteken D1 van de provincie Drente ook de eerste auto in de provincie Drente hoorde.
Kenteken D1 werd op 12 januari 1906 afgegeven aan mr. Hendrik Gerard van Holthe tot Echten, woonachtig in de gemeente Assen.
Kenteken D1 is op 1 oktober 1924 vervallen.
Kenteken D1 werd op 28 november 1924 overgeschreven op naam van mr. Jan Tijmens Linthorst Homan, woonachtig in de gemeente Assen.
Kenteken D1 is op 9 augustus 1932 vervallen.
Kenteken D1 is op 9 augustus 1932 overgeschreven op naam van mevrouw Jeannette Madeleine Staal, de weduwe van mr. Jan Tijmens Linthorst Homan, woonachtig in de gemeente Havelte.

Kenteken D230 was het eerste kenteken dat werd afgegeven aan een inwoner van de gemiente Deever. Kenteken D230 werd op 20 juni 1911 afgegeven aan Gijsbertus Antonius Meijer, ontvanger der directe belastingen en accijnzen in Deever.
De vraag rijst of het motorvoertuig van Gijsbertus Antonius Meijer een motorfiets of een automobiel was ? Woonde Gijsbertus Antonius Meijer aan de brink van Deever ? Wie van de zeer gewaardeerde Deever-kenners kan de redactie van ut Deevers Archief hierover informeren ?

Abracadabra-1631

Posted in Automobiel, Deever, Heufdstroate, Olde auto | Leave a comment

Dieveren op un bröt uut Paries in ut Rieksmuseum

In zaal 1.12 van het Rijksmuseum in Amsterdam bevinden zich 18 porceleinen borden met het decor van een Nederlandse provincie. De maker van de borden en de porceleinschilder (monogrammist RD) zijn niet bekend. De borden zijn gemaakt in 1822 in Parijs in Frankrijk. Het Rijksmuseum verwierf de borden op 6 juli 2010.
De rand van de borden is gemaakt in onderglazuur blauw, op glazuur vergulding, het decor op de glazuur is ‘petit feu’. De gouden decoratie is in neoclassicistische stijl. De rand is voorzien van bloem/blad krullen en harpijen in de stijl van omstreeks 1820-1830. Aan de bovenzijde staat het Nederlandse Rijkswapen, aan de onderzijde de wapens van de provincie. De diameter van de borden is 22,1 cm.
Het bord met de afbeelding van de provincie Drentije behoort tot een serie van 18 borden met elke het decor van een provincie in de tijd dat Nederland en België samen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden vormden (1815-1830). Het koninkrijk bestond uit 17 provincies plus het groothertogdom Luxemburg.
De eerst navolgende afbeelding laat een detail van het bord zien. Diever heette toen nog Dieveren. Dieverbrug heette toen Dieverbrug en blijkbaar niet Dieverenbrug. Het streekdorp Wapserveen heette toen nog Wapsterveen. Dwingelo werd gelukkig geschreven zoals het hoort. Gehuchten zoals Wapse en Wateren zijn niet weergegeven.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de foto van het bord met de afbeelding van de provincie Drentije op 25 mei 2014 gemaakt.



Posted in An de Deeverbrogge, Deever, Kuunst | Leave a comment

Ut Meul’nende in Deever in 1958 en in 2012

De redactie van ut Deevers Archief toont in de serie ‘toen en nu’ graag afbeeldingen van dorpsbeelden op oude ansichtkaarten uut de gemiente Deever, vergezeld van een afbeelding van een niet zo’n oude kleurenfoto. In dit bericht betreft het een afbeelding van een ansichtkaart van ut Meul’nende in Deever. De redactie moet nog uitzoeken in welke maand van het jaar 1958 deze kaart is uitgegeven. De redactie moet nog vermelden wanneer hij de hier afgebeelde kleurenfoto heeft gemaakt.

Posted in Ansichtkoate, Deever, Meul’nende | Leave a comment

Twee boerdereegies op de Baarg op ut Kastiel

Op de Baarg op ut Kastiel in Deever is links het keuterboerderijtje van de weduwe Evertje Davids-Vierhoven en rechts het keuterboerderijtje van de weduwe Elsje (Elle) Smit-Oost te zien in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw.
Tussen de twee boerderijtjes staat een grote vlierboom; van de bessen van deze boom werd in het najaar lekkere jam gemaakt.
Evertje Vierhoven werd op 29 juli 1896 in Deever geboren als dochter van Albert Vierhoven en Trijntje Andree (Andrea of Andreae ?). Zij trouwde op 27 juni 1925 met Albert Davids, beroep arbeider, zoon van Hendrik Davids en Magrieta Sidonia Wibier. Albert Davids werd op 26 oktober 1881 geboren in Deever en overleed op 20 juni 1955 in Deever. Evertje Vierhoven overleed op 21 april 1972 in Deever.
Elsje (Elle) Oost werd op 20 maart 1893 in Deever geboren als dochter van Helprig Oost en Hilligje Prikken. Zij trouwde op 31 augustus 1912 met Hilbert Smit, beroep arbeider, zoon van Jan Smit en Margje Hilberts de Wit. Zij overleed op 4 oktober 1985.
Hilbert Smit werd op 18 september 1888 geboren in het Leggelerveld (gemiente Dwingel), hij overleed op jonge leeftijd op 5 juli 1931 in Deever, hij was toen landbouwer.
Het echtpaar is begraven op de kaarkhof an ut begun van de Grönnegerweg bee Deever, zie afbeelding 2.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de foto van de opvallen goed geconserveerd gebleven rustplaats van Hilbert Smit en Elsje Oost, zie afbeelding 2, gemaakt op vrijdag 3 mei 2018. De familie Smit heeft zich niet gek laten en vermelde gelukkig niet de onjuiste naam Dwingeloo, maar wel de juiste naam Dwingelo (Dwingel) als geboorteplaats van Hilbert Smit.

Aanvulling van mevrouw Sina Raadgever-Smit uit Amsterdam
In de zestiger jaren van de vorige eeuw woonde Elsje Smit-Oost, mijn opoe, niet meer op de Baarg. Het moet ongeveer 1955 zijn geweest dat wij, Helprig Smit en Wietske Smit-van Leeuwen, Sina, Elly, Hilbert en Jochem, daar gingen wonen. Er werd het een en ander verbouwd om het huis geschikt te maken voor ons gezin. Mijn moeder was de eerste die van de vlierbessen jam maakte, want voorheen deed niemand dat, de bessen zouden wel eens giftig kunnen zijn !

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Boerdereeje, Deever, Kaarkhof an de Grönnegerweg, Keutereegie, ut Kastiel | Leave a comment

Aquarel van de Dikke Stien’n van Marjolein Kruijt

De redactie van ut Deevers Archief toont haar trouwe bezoekers bijzonder graag prachtig getekende en prachtig geschilderde objecten uit de gemeente Diever. Hoe meer afbeeldingen van tekeningen en schilderijen in ut Deevers Archief afgebeeld kunnen worden, hoe liever het de redactie is.

De redactie vond in de webstee van de Amersfoortse kunstenares Marjolein Kruijt een afbeelding van haar prachtige aquarel van de Dikke Stien’n (hunnebed D52) in de Stienakkers op de Heezeresch an de Grönnegerweg bee Deever.
De kunstenares heeft haar aquarel van 30 cm x 17 cm de titel ‘Hunebed Diever’ gegeven.
Op haar webstee is in de categorie landschappen van haar portofolio een afbeelding van deze aquarel te vinden. Op de pagina even naar beneden scrollen, dan op de tegel met een deel van de aquarel klikken voor het kunnen zien van een volledige afbeelding. Dan wordt ook zichtbaar of deze aquarel te koop of verkocht is.
De kunstenares heeft het aquarel gemaakt kijkend in de richting van ut Kastiel,
De oriëntatie van het hunnebed D52 is ongeveer oost-west. De ingang van het hunnebed lag aan de zuidkant. Werd de urn met de as van een dode om twaalf uur ’s middags bijgezet in de grafkelder ?
De redactie toont deze tekening met toestemming van de kunstenares Marjolein Kruijt. De redactie is haar bijzonder erkentelijk voor deze toestemming
Het is te hopen dat Marjolein Kruijt nog veel tekeningen en schilderijen (al dan niet in opdracht) van objecten binnen de grenzen van de gemiente Deever zal maken. Hopelijk kunnen deze dan ook in ut Deevers Archief worden getoond.
Meer gegevens over haar zijn te vinden op haar webstee www.marjoleinkruijt.nl.
De redactie verwijst voor gegevens over en afbeeldingen van het hunnebed D52 onder meer naar de betreffende berichten in ut Deevers Archief, klik daarvoor aan de rechterkant van het scherm op de categorie Hunnebed D52.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van het hunnebed op maandag 3 september 2015 gemaakt.

Abracadabra-1645

Posted in Deever, Hunnebedde D52, Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Holtskoolsketse van un boerdereegie op ut Kastiel

De redactie van ut Deevers Archief toont graag mooie afbeeldingen van onderwerpen uit de gemiente Deever op tekeningen en schilderijen.

De in Boyl (Buil) geboren Stellingwerfse kunstenaar Johannes Mulders (1899-1989) maakte illustraties voor kinderboeken, ontwierp boekbanden en boekomslagen, maakte illustraties voor rijmprenten, kranten en tijdschriften en maakte houtsneden. Hij was kassier van de Boerenleenbank in Boyl (Buil). Nadat hij in 1964 met pensioen was gegaan, legde hij zich vooral toe op schilderen en tekenen.
Zo maakte hij ook de hier afgebeelde houtskoolschets van een keuterboerderijtje op ut Kastiel in Deever. De redactie weet niet in welk jaar deze fraaie schets is gemaakt.
De vragen zijn wanneer deze schets is gemaakt, om welk boerderijtje het gaat en wie daar woonden…… ?
Is hier soms de achterkant van het boerderijtje van de weduwe Elsje Smit-Oost met de nog steeds bestaande zandweg van ut Kastiel hen de Heezeresch te zien ? Wie het weet, die mag het natuurlijk zeggen.

Mevrouw Gina Raadgever-Smit reageerde op 4 november 2016 als volgt:
Ik denk wel dat dit het huisje van mijn opoe Elsje Smit-Oost is. Al die bomen en het weggetje en aan het eind nog een huis, dat moet dan van Roelof Fledderus zijn. Kan eigenlijk niet missen !

Mevrouw Gina Raadgever-Smit stuurde op 7 november 2016 bijgaande foto van de achterkant van het boerderijtje van haar grootmoeder de weduwe Elsje Smit-Oost. De redactie is haar daarvoor zeer erkentelijk.
De foto is omstreeks 1965 gemaakt. De familie Smit woonde toen al een paar jaar elders. De man die toen in het boerderijtje woonde, onderhield blijkbaar zijn achtertuin niet. De kinderen op de zandweg zijn kinderen uit Capelle aan den IJssel.

Het mag duidelijk zijn dat de kunstenaar Johannes Mulders zijn houtskoolschets van het boerderijtje van de weduwe Elsje Smit-Oost heeft gemaakt. Die kunstenaar werkte wel ter plekke en tekende thuis geen ansichtkaarten of zwart-foto’s over. Hij zal de tekening hebben gemaakt in de tijd vóór 1963, toen de familie Smit nog in het boerderijtje woonde, toen was de achtergevel nog niet ontsierd met die merkwaardige metalen pijp.

De heer Fred van der Zanden meldde op 9 november 2016 het volgende.
Na de familie Smit woonde een zekere Brouwer in het boerderijtje. Hij kwam uit Haren bij Groningen. Ik weet zijn voornaam niet. Hij heeft zeker tot 1970 daar gewoond. Ik weet dit, omdat mijn vriendje ook op ut Kasteel woonde en wij wel bij hem kwamen. Hij leed aan astma. Hij leefde als een kluizenaar.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Na de heer Brouwer kwam het huis in het bezit van de familie Brakel, die op de plaats van het boerderijtje en nieuw woonhuis heeft laten bouwen.
De redactie heeft de afgebeelde kleurenfoto van de tegenwoordige bebouwing en het zandpad op 2 januari 2017 gemaakt.

Abracadabra-1276 abracadabra-495abracadabra-558

Posted in Boerdereeje, Deever, Keutereegie, Kuunst, Saandweg, Tiekening, ut Kastiel | Leave a comment

Grof- en hoefsmit Abel Offerein an ut Brinkie

De redactie van ut Deevers Archief toont de zeer gewaardeerde bezoekers van zijn webstee graag mooie afbeeldingen van Deeverse dorpsgezichten.
Bijgaande ansichtkaart, waarop ut Brinkie in Deever is te zien, is op 10 juli 1908 door mejuffrouw E.J. Schoemaker uut Deever verstuurd aan mejuffrouw H. Krol p/a B. Krol, Herbergier te Noordwolde.
E.J. Schoemaker is Elisabeth Johanna Schoemaker, geboren op 14 oktober 1895. Zij was een dochter van Jan Schoemaker, van beroep brievengaarder en Jantien Trompetter. Zij trouwde met Lambert Rolden. Elisabeth Johanna Schoemaker is op 2 februari 1958 in Deever overleden. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Arend Mulder schreef in het tekst- en fotoboekje ‘De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld’ de volgende tekst bij dit dorpsgezicht:
Het eerste huis (rechts) is van Abel Offerein, smid en bijker. Hij leefde de laatste jaren samen met zijn zuster Luutien. Harm Bennen is daar grootgebracht. Het tweede huis (links) is van kleermaker en scheerbaas Frederik Westerhof. Hier hing destijds een uithangbord aan de gevel, waarop was geschilderd: Eerst werkte ik om de kunst, nu werk ik om de gunst.   
In het huis (adres Diever 12) aan de linkerkant woonde en werkte kleermaker en scheerbaas Fredrik Westerhof. Hij was getrouwd met Christina Houwer. In de voorgevel bevonden zich destijds nog twee ramen die de vorm hadden van de grote ramen in de Hervormde Kerk.
Fredrik Westerhof werd geboren op 23 september 1866 op Kalteren, hij overleed op 28 november 1934 in Deever.
Hij was eerst getrouwd met Margje Houwer, later met Christina Houwer.
In het huis (adres Diever 13) aan de rechterkant woonden Abel Offerein en zijn zuster Lutina. Abel Offerein was grof- en smid (zie de tekst op het bord boven het linker raam) en bijker. Frederik Offerein, die ook aan ut Brinkie woonde, was een neef van hen.
Abel Offerein werd geboren op 31 mei 1859 en overleed op 26 november 1921. Zijn vader Fredrik Jacobs Offerein was ook smid. Luitje (Lutina) Offerein werd op 17 januari 1861 geboren en overleed op 24 januari 1936.
Frederik Offerein werd in de volksmond Grote Frièrik genoemd. Frederik Offerein werd geboren op 28 januari 1887 en overleed op 3 september 1967. Frederik Offerein was getrouwd met Anna Barelds. Zij werd geboren op 11 april 1888 in Wapse en overleed op 22 mei 1979 in Deever.

Abracadabra-1508

Posted in Ansichtkoate, Deever, Kleine Brink, Topstuk | Leave a comment

De kaarke an de brink van Deever in 1936

Met de naamgeving van het kerkgebouw aan de brink van Deever is iets merkwaardigs aan de hand. In de webstee van Wikipedia is te lezen dat de Sint Pancratiuskerk een Nederlands hervormde kerk is. Dit is een contradictio in terminis, een tegenstrijdigheid in de gebruikte woorden.
Tot 1598 was het kerkgebouw in gebruik bij de rooms-katholieke geloofsgemeente, het gebouw was gewijd aan de heilige Pancratius. In de periode van de beeldenstorm is het kerkgebouw gestript van alles wat met heiligen had te maken. Het kerkgebouw was daarom niet meer gewijd aan de heilige Pancratius. Toen was het afgelopen met die naam. Echt wel. Vanaf 1598 was het niet meer dan een veel te groot en veel te duur kerkgebouw aan de brink, nu het kerkgebouw aan de brink dat in gebruik is bij de erg kleine hervormde geloofsgemeente.
De zwart-wit-foto is gemaakt in 1936, toen het kerkgebouw gelukkig nog niet tot Sint Pancratiuskerk was gebombardeerd. De vrienden van het kerkgebouw aan de brink van Deeve gebruiken de naam Oude Kerk, een enigszins beter passende naam.
Let op het hekwerk om de hof van de kerk. In die jaren werden op de kerkhof al geen doden meer begraven, stonden op de kerkhof geen grafstenen meer, maar was de hof bij de kerk nog niet geruimd, dat gebeurde pas bij de Zeer Grote Grondige Restauratie van het kerkgebouw en de gemeentelijke toren in de vijftiger jaren van de vorige eeuw.

Posted in Brink, Deever, Kaarke an de brink, Toor'n an de brink | Leave a comment

De breurs Haarm en Jaap Mulder weet ur alles van

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papier scannen en vervolgens in de oud-papier-container gooien) bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders, en zo voort, en zo voort, en zo voort, uut de gemiente Deever zo nu en dan een  voor hem belangwekkend bericht. De redactie wil zo één bericht natuurlijk niet onthouden aan de trouwe bezoeker van het Deevers Archief. In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 10 februari 1967 verscheen op de volledige bladzijde 15 het volgende artikel over de Deeverse dorpsfiguren de gebroeders Harm en Jaap Mulder, die an de Heufdstroate tegenover de smederij van ‘de Kloeze’ woonden.

De gebroeders Mulder weten er alles van
Het spinmoal en de snikke
“De ruimtevaart ? Je moet even aan het idee wennen. Als je vijftig jaar geleden zou zeggen dat er nog eens een tijd zou komen, dat je in één nacht van Nederland naar Canada zou kunnen vliegen, verklaarden de mensen je voor gek, maar het is tegenwoordig de gewoonste zaak van de wereld en niemand kijkt er meer van op.” Deze woorden worden gesproken door Harm Mulder uit Diever, die ondanks het feit dat hij al 84 jaar oud is, deze wereld van automatisering beslist niet verafschuwt en in al zijn weloverwogen zinnen overduidelijk naar voren laat komen dat hij het oog houdt voor de reusachtige ontwikkelingen, die zich in de afgelopen decennia hebben voltrokken en zich in de toekomst nog voltrekken zullen. “Vroeger ? O, ja, het leven was veel gemoedelijker. Nu schijnt iedereen zich te moeten haasten, maar of het vroeger beter was … Sociale voorzieningen waren er bijna niet. De mensen leefden vaak in bittere armoede. Landarbeiders, die soms met grote gezinnen in krotten hokten, hadden midden in de winter geen aardappel meer in huis en hun bestaan hing af van de liefdadigheid van anderen. Het laatste toevluchtsoord was vaak het armenhuis. Meneer, de mensen leven nu in welvaart, maar ze beseffen het niet altijd. Ze zijn nog ontevreden; is het niet droevig ?”

Harm Mulder woont met zijn 80-jarige broer Jaap in een keuterboerderijtje aan de Hoofdstraat in Diever. Aan die straat wonen de Mulders hun lange leven al. Tot 1915 woonden ze met hun ouders in een boerderij een eindje verderop, maar in dat jaar ging deze boerderij in vlammen op en al het vee en huisraad verbrandde. De inboedel, die in die jaren al antiek was, vertegenwoordigde een kapitaal. Harm Mulder wijst op een paar grote koperen ketels, die in de hoek van de kamer staan. “Dat soort spullen bedoel ik nou.” Dan neemt hij ons mee naar buiten en wijst naar een manufacturenwinkel. “Daar woonden we vroeger, samen met de familie Boelens.”
Als Harm en Jaap Mulder op de praatstoel zitten komen ze er niet zo gemakkelijk af. Het zijn gezellige vertellers, die vaak herinneringen uit het oude Diever ophalen en het is dan ook niet verwonderlijk dat er voortdurend oudere inwoners even bij hen komen aanwippen, om ’t laatste dorpsnieuws te horen of om ‘zomaar’ een praatje te maken. Harm en Jaap Mulder zijn uit Diever even moeilijk weg te denken als de oude hervormde kerk, die vanaf de Brink het dorpsbeeld beheerst.
De Mulders gingen vroeger, evenals hun leeftijdgenoten, op school bij meester Kuper, die lange tijd de scepter zwaaide in het gebouw, waar nu het gymnastieklokaal is.
De onderwijsmethoden verschilden heel wat met die van nu en het was helemaal geen uitzondering als de leerlingen ‘lijfstraffen’ kregen. “De lineaal kwam er wel eens aan te pas als het niet helemaal naar de zin van de meester ging”, zegt Harm nu, lachend als hij aan die tijd terugdenkt. “Het leerlingental was erg onregelmatig. Leerplicht was er niet en de arbeiderskinderen zag je ’s zomers niet komen. Die moesten op hun broertjes en zusjes passen als de ouders aan het werk waren of ze liepen met de schapen langs de weg. Tegen de winter kwamen ze weer op school. ‘Winterkraaien’, noemde meester Kuper die kinderen.”
Harm en Jaap hebben hun leven doorgebracht met werken in de landbouw, als houthakker of ze groeven waterputten voor de boeren in de omtrek. Jaap weet nog dat hij als houthakker twee gulden per dag verdiende, wat een hoog loon was. Harm: “Een daggelder in de landbouw verdiende maar een gulden.” Jaap verbetert: “Nee, zo was het niet, zestig cent en ’s winters veertig cent. ”
Als de 71-jarige oud PTT-besteller Arend Trompetter binnenkomt, vindt hij het gezellig als hij hoort dat er over oud-Diever wordt gepraat. Hij gaat zitten en vertelt dat er in Diever vroeger een grote paardenmarkt was, die bekend was in het gehele noorden en waar kooplui uit het buitenland soms honderd paarden tegelijk kochten. Ook was er een schapen- en een geitenmarkt, die op de Brink werd gehouden. Trompetter: “Deze markten waren altijd hele feestdagen voor het dorp. Bij de kerk stond een draaimolen en een Kop van Jut. Maar het was allemaal geen pais en vree, want dit waren juist de dagen dat de onderlinge vetes tussen jongelui uit Diever en die uit de naburige dorpen werden uitgevochten, waarbij dikwijls het mes werd getrokken. Als een jongen uit een ander dorp met een Dieverse uit wilde, kostte hem dat een kruik jenever van tachtig cent. Het ‘glaasje op, laat je rijden’ was er niet bij, want iedereen moest lopen.”
De gebroeders Mulder gingen vroeger met de trekschuit naar de Meppeler markt. Om vijf uur vertrok de boot, de zogenaamde snikke vanuit Dieverbrug. In het vooronder liepen de varkens, die in Meppel van eigenaar zouden veranderen, in het ruim krioelden de biggen en in de bedompte kajuit zaten de passagiers, die tegen elkaar hele verhalen afstaken, die wel leuk waren om te horen, maar die vaak niet geheel op waarheid berustten. “Dat waren de snikkepraatjes”, zegt Harm, die nog best weet dat de schippers van de trekschuit, de ‘snikkevaarders’, Klasens en Warries heetten. “De vrouwen moesten wel eens in de lijn lopen en dan zei de schipper: “Je moet de vrouwen altijd in de gaten houden.””
In de jaren 1915-1916 ging de tram van Dieverbrug naar Meppel rijden en toen werd het vervoer wat gemakkelijker. Harm weet niet hoe lang een dergelijke reis duurde, maar als hij in Meppel een sigaar opstak en langzaam rookte kon hij tot Dieverbrug met de sigaar doen.
Harm en Jaap Mulder waren trouwe bezoekers van de catechisatie van de gereformeerde kerk, die werd gegeven door de oude dominee Dijkstra, die in Diever zijn veertigjarig ambtsjubileum vierde. Zo’n zestig jaar geleden was dominee Van Dalsem voorganger in de Hervormde Kerk. “Op één van deze catechisaties miste dominee Dijkstra een jongen, die niet was gekomen. Wij vertelden de dominee, dat de jongen naar Hijken was, naar een meisje waarop de dominee vermanend zei: “Hijken, Hijken, het land van wellust en vermakelijkheid, Hijken het oude spinnehuis.””, zegt Harm, die ondeugend begint te lachen als het gesprek op de liefde komt. “Ja”, zegt Trompetter, “vroeger kwamen de jongens ook wel aan de meisjes.”
Als Jaap zich even in de keuken heeft teruggetrokken om een kopje koffie te zetten, beginnen Harm en Trompetter te praten over de toenaderingen tot het vrouwelijk geslacht, en vooral over de spinmoalen die na Nieuwjaarsdag plaatsvonden. “De huwbare dochters zaten dan in het achterhuis aan het spinnewiel te wachten op de komst van de jongelieden, die hun hoofd voorzichtig om de deur staken. Als de meisjes dan begonnen te zingen: “Snor, snor, snor, wat zijn de jongens dor.”, dan was dit een stille wenk dat de jongelieden wel binnen mochten komen. Er zijn wel huwelijken uit dit soort bijeenkomsten voortgekomen.”
Trompetter vertelt dat er vroeger in het café van zijn ouders ook wel eens dansavonden werden gehouden, die alleen toegankelijk waren voor paren. Vrijgezellen werden angstvallig geweerd en als ze toch naar binnen wilden, werden ze zonder pardon van de trap gegooid.
Deze dansavonden, de bijeenkomsten die door de kerk waren georganiseerd en de jaarmarkten, waren eigenlijk de enige vorm van ontspanning, die de mensen in Diever kenden en daarom vormden ook de bezoeker van een zekere Slieker een welkome afwisseling, vooral voor de schooljeugd. Slieker kwam in Diever met een voorloper van de moderne projector, de cinematograaf, die hij voor café Brinkzicht, in die dagen geëxploiteerd door kastelein Hummel, liet afdraaien. Hij maakte dan gebruik van de volgende slagzin: “Hij komt, wie komt, Slieker komt met zijn cinematograaf of levende beelden.”
Een jaar of tien later, het zal in de twintiger jaren zijn geweest, zo vertelt Harm Mulder, ontstond er op warme zomeravonden voor de winkel van manufacturier Zaligman, een oploop als die grammofoonplaten draaide op zijn piepende patofoon. Het waren de dagen van de uitvindingen, die ook Diever bereikten. Zo herinnert Mulder zich nog dat de eerste automobiel, piepend en knallend door het centrum van het dorp reed, gevolgd door de schooljeugd, die het vehikel gemakkelijk bij kon houden. En verder het verhaal van de landbouwer Jan Haveman Mzn. uit Wapse, die zestig jaar geleden de eerste hulpmeststoffen in ’t nachtelijke duister op zijn akkers strooide, omdat hij bang was dat de bevolking anders zou zeggen dat hij niet goed wijs was door de toepassing van de nieuwe bemestingsstoffen.
De klederdrachten hebben zich in Diever niet kunnen handhaven; alleen bij bijzondere gebeurtenissen komen de Drentse kostuums nog uit de kast. Harm: “Vroeger droegen de mannen een duffelse jas, die wel een leven lang meeging als hij een keer gekeerd werd. De vrouwen kregen oorijzers als ze zestien of zeventien jaar werden en het haar mochten opsteken. Aan deze oorijzers kon je zien uit welk milieu de vrouwen kwamen. Arbeidersvrouwen hadden een zilveren oorijzer, de andere vrouwen een gouden en de ‘upper ten’ had nog een gouden plaat op het oorijzer.
Aan de klederdrachten kon je ook zien of iemand in de rouw was, want in die dagen werd bij het overlijden van een familielid een jaar lang diepe rouw betracht.”, zegt Harm. “Ja,”, vult Jaap aan, die inmiddels weer in de kamer is gekomen en een kopje koffie met een Drents koekje presenteert, “de vrouwen die in de rouw waren droegen een dichte muts over het oorijzer. In de periode na de diepe rouw droeg de vrouw weer een andere muts.
Trompetter is blij dat de tijden veranderd zijn. “Er was vroeger bittere armoede. De arbeider had een achttienurige werkdag en als hij zes gulden in de week verdiende had hij een reuzeloon. In de wintermaanden als er voor hen geen werk was, werd er door de kerken brood uitgereikt en als er een noodslachting was, werd het vlees verdeeld onder de armen. Nu is er welvaart.”
Terwijl Harm Mulder met zijn hand langs de kin strijkt, komt zijn gesprek nog even op barbier Vierhoven, die de inwoners op de deel van de baard bevrijdde. Het kostte drie cent en dan kreeg je koffie toe.
Als we Harm en Jaap Mulder en Arend Trompetter vragen wat ze van het Diever anno 1967 denken, een Diever dat zich steeds meer gaat toeleggen op de recreatie, zeggen ze: “De boeren houden niet van de recreatie. Je moet eens zien wat de stadse bevolking in de zomermaanden vernield. Maar ja, de middenstand heeft in de zomermaanden belang bij recreatie en daar moet je ook naar kijken. De tijden zijn nu eenmaal veranderd.”

De tekst bij de afbeelding van ansichtkaart van de Kleine Peperstraat luidt als volgt:
Een dorpsbeeld van Diever, dat op deze foto doet denken aan een Zwitsers bergdorp. De foto, die dateert uit 1910, is genomen vanaf de Pepersteeg.

De tekst bij de afbeelding van de ansichtkaart van café Brinkzicht luidt als volgt:
Café Brinkzicht in vroeger dagen (1910).

De tekst bij de afbeelding van Arend Trompetter luidt als volgt:
… vroeger kwamen de jongens ook wel aan de meisjes …

De tekst bij de afbeelding van Jaap Mulder luidt als volgt:
… kopje koffie met Drentse koek …

De tekst bij de afbeelding van Harm Mulder luidt als volgt:
… er is nu welvaart …

De tekst bij de afbeelding van de ansichtkaart van de löswal an de Deeverbrogge luidt als volgt:
Boven: De Drentse Hoofdvaart bij de Dieverbrug, een oud vrachtschip wordt geladen (1910).

De tekst bij de afbeelding van de ansichtkaart van de plaggenhut luidt als volgt:
Links: Een plaggenhut in Wapse (1910).

De tekst bij de afbeelding van de ansichtkaart van de Kruusstroate in Deever luidt als volgt:
Onder: De schooljeugd van Diever kwam in 1910 op de foto.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het interview met Harm Mulder, Jaap Mulder en Arend Trompetter werd gehouden in het huis met adres Hoofdstraat 60 in Deever. Dit huis is te zien op bijgaande kleurenfoto. De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto op 20 november 2005 gemaakt.
De redactie wil graag zo snel mogelijk van alle vijf in het artikel ‘Het spinmoal en de snikke’ getoonde afbeeldingen van oude ansichtkaarten een afbeelding in ut Deevers Archief tonen. De redactie wil ook graag een afbeelding van Harm Mulder, Jaap Mulder en Arend Trompetter bij dit bericht in ut Deevers Archief tonen.
De afbeelding van de ansichtkaart van de löswal an de Deeverbrogge is al opgenomen in het bericht Waterverfschilderij ‘An de Deeverbrogge’. Deze ansichtkaart is niet in 1910, maar in 1905 uitgegeven. 

Posted in Deever, Dorpsfiguur, Heufdstroate, Snikke | Leave a comment

Voetbalclub SHELL – Sport Houdt Elk Lichaam Lenig

Bijgaand afgebeelde foto uit de jaren 1935/1936 is afkomstig uit de verzameling van Jochem Smit uit het verre Steenbergen in Noord-Brabant. Hij kreeg deze foto van zijn vader Helprig Smit, die op deze foto staat.
De foto van het elftal van voetbalclub SHELL (Sport Houdt Elk Lichaam Lenig) is gemaakt op het weiland van boer Roelof Bisschop an de Aachterstroate in Deever, het weiland naast het vroegere restaurant The Shakespeare, nu naast het huidige Landhuis Noordes. Achter de jongens op de afgebeelde foto is een akker met rogge op de Noorderesch te zien. Aan de rechterkant van de afgebeelde foto zijn eikebomen aan de Bosweg te zien.
De jongens staan in de klassieke drie-twee-vijf elftalformatie opgesteld. In het midden vooraan zit de keeper met de voetbal, geflankeerd door de twee backs, de drie spelers in het midden zijn de linkshalf, de stopperspil en de rechtshalf. Achteraan staan de linksbuiten, de linksbinnen, de midvoor, de rechtsbinnen en de rechtsbuiten.

1.  Jan Mulder Tzn.
Hij was de linksback.
Hij is geboren op 18 april 1910 in Deever als zoon van Teunis Mulder en Maria Houwer.
Zijn dochter Monique Mulder vulde deze gegevens op 29 oktober 2016 als volgt aan.
Hij is geboren op ’t Kasteel in Deever. Hij is in 1947 getrouwd met Pietertje de Jong. Zij is geboren op 8 september 1915 in Bleskensgraaf. Jan Mulder is overleden op 14 mei 1988 in Apeldoorn. Zijn beroep was timmerman.

2.  Jacob (Jaap) Kannegieter
Hij was de keeper.
Hij is geboren op 18 februari 1913 en is overleden op 26 mei 1974.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar aanvullende gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens verstrekken ?

3.  Albert Vos
Hij was de rechtsback
Hij is geboren op 10 augustus 1915 an de Bosweg in Deever. Hij was een zoon van postbode Roelof Vos (bode Vossie) en Jansje ter Heide van de Bosweg. Hij is op 26 januari 2005 overleden. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar aanvullende gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens verstrekken ?

4.  Albert Geerts
Hij was de linkshalf.
Hij is op 25 juni 1912 geboren in Eursinge (bij Havelte) als zoon van Klaas Geerts en Femmigje van de Pol.
Hij trouwde met Grietje Ofrein
Hij is geëmigreerd naar Zuid-Afrika.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar aanvullende gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens verstrekken ?

5.  Jan Oostenbrink
Hij was de stopperspil.
Hij is geboren op 5 februari 1913 an de Deeverbrogge. Hij is overleden op 11 september 1979 in Deever. Hij was timmerman.
Hij trouwde met Aaltje van der Helm. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar aanvullende gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens verstrekken ?

6.  Johannes Mulder Tzn.
Hij was de rechtshalf .
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar aanvullende gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens verstrekken ?

7.  Helprig Smit
Hij was de linksbuiten. Was hij linksbenig ?.
Zijn dochter mevrouw Sina Raadgever-Smit (woonachtig in Amsterdam) stuurde op 3 november 2016 de volgende zeer gewaardeerde gegevens.
Hij is op 14 mei 1916 in Deever geboren. Hij was een zoon van Hilbert Smit en Elsje Oost. Hij is op 25 oktober 2003 overleden in Capelle aan den IJssel.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar aanvullende gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens verstrekken ?


8.  Jacob Hulshof
Hij was de linksbinnen. Was hij linksbenig ?
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar aanvullende gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens verstrekken ?

9.  Hendrik Punt
Hij was de midvoor.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar aanvullende gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens verstrekken ?

10.  Geert Andree (Andrea ? Andreae ?)
Hij was de rechtsbinnen.
Hij is geboren op 30 oktober 1913 n Deever als zoon van Cornelis Andree (Andrea ? Andreae ?) en Jantje Schoenmaker. Hij is overleden in Groningen op 1 februari 1968, hij was toen 54 jaar oud.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar aanvullende gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens verstrekken ?

11.  Arend de Groot
Hij was de rechtsbuiten.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar aanvullende gegevens van hem.
Wie kan aanvullende gegevens verstrekken ?

Op 3 november 1932 verscheen in het Nieuwsblad van het Noorden het volgende bericht:
Diever, 2 november. De voetbalclub SHELL alhier is toegetreden tot den Drentsche Voetbal Bond. Een onmiddelijk gevolg hiervan was dat een nieuw terrein gehuurd moest worden, aangezien het oude niet aan de eischen voldeed. Het bestuur is er in geslaagd een stuk weiland te vinden en heeft nu het terrein meteen in het dorp liggen, hetgeen aan het bezoek zeker ten goede zal komen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
SHELL speelde in de dertiger jaren eerst op het Mastenveldje bij de Studentenkamp aan de Bosweg.
In het jubileumboekje Geschiedenis van de voetbalvereniging Diever,
dat ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan van de voetbalvereniging Diever is uitgegeven, is bijgaande foto helaas niet opgenomen, is bijgaand artikeltje helaas niet opgenomen en is helaas maar heel beperkt dus veel te weinig aandacht besteed aan de voorlopers van de voetbalvereniging Diever.
Bijgaand afgebeelde  foto is ook gepubliceerd in nummer 10/2 van het blad Opraekelen, het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundige vereniging uut Deever.

Abracadabra-1521Abracadabra-1528

Posted in Deever, Opraekelen, Topstuk, Voetbal | Leave a comment

Titania smokt de wever Spoel met de eselskop

In de kaarkhof (ook wel kaarketuun genoemd) bij de brink van Deever staat een suggestief beeld van de elfenkoningin Titania met de wever Spoel met de ezelskop. Dit beeld stelt een scène uit William Shakespeare’s komedie ‘Een midzomernachtsdroom’ voor.
De elfenkoning Oberon is jaloers op zijn vrouw de elfenkoningin Titania, omdat zij zo’n aantrekkelijke dienstknaap heeft en die niet aan hem wil afstaan. Zijn wraaklust zorgt voor grote verwarring in het bos. Zo laat Oberon zijn dienaar Puck toversap halen en druppelt dat in de ogen van zijn sla­pende vrouw Titania. Hierdoor zal ze verliefd worden op het eerste levende wezen dat ze ziet. Na haar ontwaken ziet ze als eerste een handwerksman, de wever Spoel, die tot overmaat van ramp door Puck tijdelijk met een ezelskop is uitgerust. Titania zegt na haar ontwaken in haar mooiste Oud-Engels tegen Spoel met de ezelskop:
I pray thee, gentle mortal, sing again:
Mine ear is much enamour’d of thy note;
So is mine eye enthralled to thy shape;
And thy fair virtue’s force perforce doth move me
On the first view to say, to swear, I love thee.
De verliefde elfenkoningin Titania smokt vervolgens de wever Spoel met de ezelskop. Het beeld in de kaarkhof bij de brink van Deever is geplaatst ter gelegenheid van het vijfentwintig-jarig bestaan van het openluchttheater. Sinds 1946 wordt elke zomer in het openluchttheater aan het Groenendal een toneelstuk van William Shakespeare opgevoerd, met de gelukkige uitzondering in het jaar 1949, toen werd het prachtige stuk Peer Gynt van Hendrik Ibsen opgevoerd (werd de jongste zoon Peer van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (ome Kees) en Nelly Veltmann (tante Nel) vernoemd naar Peer Gynt ?).
De linker afbeelding van de wever Spoel met de ezelskop is opgenomen in het programmaboekje van het in 1955 opgevoerde openluchtspel. De redactie van ut Deevers Archief heeft de foto van het beeld van de elfenkoningin Titania en de wever Spoel met de ezelskop in de kaarkhof bij brink van Deever in de avond van 23 december 2015 gemaakt.

Abracadabra-1502Abracadabra-1501Abracadabra-1504

Posted in Ansichtkoate, Beeld, Brink, Deever, Eup’mlogtspel, Grünedal, William Shakespeare | Leave a comment

De kaarke an de brink was un ruïne ewödd’n

In het protestants-gristelijk georiënteerde weekblad De Spiegel verscheen in het nummer van 23 juli 1955 het volgende artikel Er staat een kerk op instorten ! van de hand van de journalist P.W. Russel over de slechte staat van het kerkgebouw en de gemeentelijke toren op de brink van Deever. Het artikel is geschreven kort voor aanvang van de grote restauratie van het oude kerkgebouw en de gemeentelijke toren in de jaren 1956/1957. De twee bladzijden van het artikel zijn in een apart bericht in ut Deevers Archief weergegeven. 

Er staat een kerk op instorten !
‘Ja, dit is een ramp’, zei burgemeester J.C. Meyboom van Diever, toen ik hem opbelde om een afspraak te maken. ‘Beslist een ramp, zoals de kerk er nu bij ligt’, herhaalt hij, als wij op het kerkplein in het centrum van zijn dorp staan. Diever, het bijna vijf-en-dertig-honderd zielen tellende dorp tussen Assen en Meppel, kent in deze dagen nog maar één gesprek: de kerk. De bakker en de melkboer, de burgemeester en de jonge dominee Smit. allen zijn er vol van. ‘Er zijn twee mogelijkheden: óf we gaan de kerk het volgend jaar sluiten en schaffen een bordje aan ‘Ruïne te bezichtigen’, óf er wordt gerestaureerd.’ Zo stond het op een folder en het hele dorp is geschrokken.
De hervormde gezinnen in het dorp – het is hun kerk – brachten 22.000 gulden bij elkaar; vlugschriften leverden nog eens tien mille op en een fonds beschikte nog over drieduizend gulden. Vijf-en-dertig-duizend gulden dus. Die zijn er.
‘Maar weet u wat dit gaat kosten ?’ vraagt burgemeester Meyboom, die nu al zestien jaar zijn krachten aan Diever geeft. ‘We hadden een eerste begroting en daar stond als eindbedrag 170.000 gulden op. Daar was niet bij gerekend wat er allemaal in de kerk moet gebeuren, na de restauratie. Ik bedoel zaken zoals meubilair, verwarmingsinstallatie en verlichting.
‘Maar wacht even. Kijk, ziet u die meneer daar uit de kerk komen ? Juist, dat is de heer G.C. Helbers, de directeur van het Provinciaal Museum in Assen. Moet u hem eens vragen, waarom het allemaal zo duur gaat worden.’ ‘Hierom’, zegt de heer Helbers, die breedgeschouderd en goedgehumeurd is, ‘we gaan deze kerk niet repareren, niet herstellen, maar restaureren. En dat betekent, dat we alles zoveel mogelijk in de oude en originele vorm terugbrengen.’
‘Deze kerk staat op instorten’, aldus de directeur van het museum in Assen. ‘Niets meer en niets minder. Alle maatregelen, die nodig waren, zijn genomen. We gaan restaureren, dat is één. We hebben een restauratiecomité, dat is twee. Gedeputeerde Staten zijn helemaal accoord, dat is drie en er is een begroting, nummer vier. We startten dus, twee weken geleden.’
‘Maar wat ontdekken we ? Tien centimeter onder de huidige tegelvloer in de kerk ligt een tweede vloer, van rode plavuizen. Oh, dachten we, de originele staat van de kerk was dus tien centimeter lager. Neen, helemaal niet, want nog eens vijfentwintig centimeter lager vinden we een tweede vloer, van groene en gele tegeltjes. Dat betekent dus, dat we de hele kerk vijf-en-dertig centimeter moeten uitgraven, om de oorspronkelijke diepte terug te krijgen.’
We lopen door de kerk, de burgemeester, de heer Helbers en ik. ‘Ga hier eens in dat gat staan’, zegt de heer Helbers. ‘Ziet u wel, de kerk wordt hoger en imponeert nu veel meer door zijn verhoudingen. We hebben verder inkassingen gevonden, waaruit blijkt, dat het middenschip en het hoogkoor eens overwelfd waren. Overal aan de zijkanten ziet u nog hele of halve colonetten; bij die halve heeft men in vroegere jaren de rest gewoon weggehakt, om ‘ruimte’ te krijgen. En kijkt u eens naar de zoldering. Half verteerde planken uit 1760. Het gewelf zit er onder. De manier, waarop vroeger aan deze kerk is gewerkt, is gewoon in-elkaar-timmeren geweest.’
‘Hoe oud is deze kerk van Diever eigenlijk, burgemeester ?’ vraag ik. ‘De kerk dateert uit 1400 en de toren uit 1100’, is het antwoord. ‘Naar die tijd moeten we met onze restauratie dus terug’, vult de heer Helbers aan. ‘Steeds doen we meer ontdekkingen: dichtgemetselde ramen, die open behoren te zijn; muren in zijbeuken die er maar gewoon tussen gemetseld werden en kostbare zandstenen randen rond pilaren, waar de een of andere optimist rustig overheen kalkte. Maar al die verrassingen doen de begroting van de restauratie angstig naar boven lopen. De tweede (definitieve’?) begroting moet nog komen, maar men vreest dik boven de twee ton te komen.
‘Maar dit kon niet langer’, zegt burgemeester Meyboom, die tegelijk voorzitter van de restauratiecommissie is. ‘Twee tot drie jaar duurt de restauratie, maar we zijn beslist tegenover het nageslacht verplicht een bouwwerk als dit, met zulk een rijkdom aan schoonheid, te bewaren.’ ‘Hier in dit hoekje moet U gaan staan en dan naar boven kijken’, adviseert de heer Helbers. Ik doe het en kijk dwars door het dak heen. Niet door een klein gaatje, maar door een opening, waar met gemak een divan in de breedte doorheen getrokken kan worden. Het dak van nieuwe pannen voorzien, kon ook niet meer, want geen mens durft meer naar boven. ‘Eerst moeten alle rotte balken weggehaald, want een kind zou er door vallen’, zegt de heer Helbers.
Tot 1 juni van dit jaar zijn de kerkdiensten in Diever gewoon doorgegaan. En het is goed, dat de dorpelingen het niet zo precies geweten hebben. Want toen men begon met breekijzers de planken van de zijvloeren los te breken, bleven de planken zitten en vielen de verteerde binten naar beneden. ‘Om niet eens te praten van de kerkbanken zelf’, merkte de burgemeester op. ‘Daar, vóór de kerk ziet u ze liggen: één hoop vermolmd hout. Ze vielen in elkaar toen men ze wilde wegdragen.’

Onderschrift van foto 1 in het artikel
Zo ziet de kerk er nu van binnen uit: de orgelpijpen, tijdig gered uit de ruïne, liggen in het zand; kruiwagens staan in het middenpad; de kansel wordt voorzichtig gesloopt en in de muren van het hoofdkoor ontdekt men steeds meer verborgen nissen.
Onderschrift van foto 2 in het artikel
Dit is de kerk van Diever, die op instorten staat. Aan de dakrand en vlak bij de toren zijn de gaten te zien, terwijl op de voorgrond een dichtgemetseld raam herinnert aan de eerste helft van de 17de eeuw, toen de kerk na een brand werd ‘vertimmerd’.

Onderschrift van foto 3 in het artikel
Oorspronkelijke hoge, smalle ramen in gotische stijl; sinds honderden jaren al dichtgemetseld, met hier en daar een recht raampje. ‘Maar voor we het open maken, moet de kerk eerst gestut’, zei de directeur van het Provinciaal Museum in Assen. ‘Anders valt de hele zaak in.’

Onderschrift van foto 4 in het artikel
Ik ben 79 jaar’, zegt Geert Dekker, ‘en gedurende 45 jaar daarvan heb ik de kerkklok van Diever geluid. Nu moet ik drie jaar wachten, maar ik weet niet wat ik in die tussentijd moet doen.’

Onderschift van foto 5 in het artikel
Niet alleen in de kerk, maar ook in de toren zijn in de loop der eeuwen ramen dichtgemaakt. De steunbeer uit de vijftiende eeuw, vlak naast de ronde deur, kan elk ogenblik omvallen. De stenen, voor zover ze niet afbrokkelden, staan los op elkaar en de specie geeft geen enkel houvast meer.

Onderschrift van foto 6 in het artikel
Met het grootste gemak breekt burgemeester J.C. Meyboom van Diever een plank van een kerkbank door. Tot 1 juni van dit jaar volgden de dorpelingen, gezeten op deze banken, de kerkdiensten.

Onderschrift van foto 7 in het artikel
Als u in een zijbeuk van de Dieverse kerk staat en omhoog kijkt, dan ziet u dit: verteerde balken, gescheurde muren en een kapot dak.

Posted in Aarfgood, Deever, Kaarke an de brink | Leave a comment

Fotokaart van de offescheid’n skoele in Deever

De redactie van ut Deevers Archief toont zijn trouwe bezoekers graag mooie beelden uut de gemiente Deever.
In dit bericht is een zeer zeldzame door fotograaf Sietze Mulder in Appelscha gemaakte foto en daarvan uitgegeven fotokaart van de offescheid’n skoele (griffemiède skoele) an de Heufdstroate in Deever te zien.
De redactie kan niet goed inschatten in welk jaar deze kaart is uitgegeven, wellicht aan het einde van de veertiger jaren van de vorige eeuw. Wie van de trouwe bezoekers van ut Deevers Archief kan deze schatting verbeteren ?
Op de ansichtkaart is aan de kleur van de dakpannen en de kleur van het metselwerk in de voorgevel te zien dat het derde lokaal aan de rechterkant van de school later is bijgebouwd.
De tweelokalige school is op 31 mei 1904 geopend. De heer R. Offringa te Smilde heeft het bestek en de tekeningen voor de tweelokalige school gemaakt. Aannemer Paul Mos uut Eemster heeft de tweelokalige school voor f. 5.200,- gebouwd.
Op 1 oktober 1929 is het derde lokaal in gebruik genomen. De heer Hoekstra uit Appelscha heeft het bestek en de tekeningen voor de verbouwing van de school tot een drielokalige school gemaakt. Aannemer D. Oort en schilder Geert Koster uut Deever hebben de verbouwing voor f. 8385,95 uitgevoerd.
Op het terrein van deze school staat nu een christelijke lagere school (christelijke school voor primair onderwijs) (christelijke basisschool) (basisschool met den bijbel) met de naam Roosjenschool, adres Heufstroate 23, Deever.

De redactie denkt dat de Roosjenschool nog wel een tijdje zal bestaan, maar dat het in krimpgemeente Westenveld met onder meer steeds minder kinderen en steeds meer drentenierende westerlingen onvermijdelijk is dat de openbare lagere school van Deever, de christelijke lagere school van Deever en de openbare lagere school van Wapse na lang en vergeefs verzet zullen worden samengevoegd tot één brede school, dit naar analogie van de vorming van de brede school in Dwingel.
De redactie denkt dat het op de Westeresch van Deever staande onderbouw-filiaaltje van de Meppeler scholengemeenschap Stad & Esch nog wel een tijdje zal bestaan, maar dat het in krimpgemeente Westenveld met onder meer steeds minder kinderen en steeds meer drentenierende westerlingen het onvermijdelijk is dat dit te dure en te verwende filiaaltje na lang en vergeefs verzet zal worden opgegeven en dat in het dan vrijgekomen grote gebouw de brede school van Deever zal worden ondergebracht.

Posted in Deever, Griffemiède skoele, Heufdstroate, Onderwies, Verdwenen object | Leave a comment

De Liendert is de iesbaène van iesclub Deever

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 30 november 1937 het volgende berichtje over de jaarvergadering van de IJsclub Diever.

Diever
In het café Slagter vergaderden de leden van de ijsclub Diever, onder presidium van burgemeester Van Os.
De ontvangsten bedroegen f. 314.31 (inclusief het batig saldo van het vorig jaar ad f. 179,87), de uitgaven f. 132.77, batig saldo f. 181.54. Het ledental bedraagt 249.
Bovendien werd een cassagebouwtje voor de club gemaakt, wat een uitgaaf vorderde van f 65.10.
Het aftredend bestuurslid, de heer J. Boesjes, werd herkozen.
De contributie voor het vereenigingsjaar 1937/1938 werd bepaald op f. 0.50 per lid.
De voorzitter deelde mede, dat het bestuur de vorige vergadering is gemachtigd tot het uitvoeren van een verdiepingsplan van de ijsbaan ‘de Leendert’. Dit plan zou van de club f. 240,- vorderen. De uitvoerende maatschappij wilde echter niet toezeggen, dat ‘de Leendert’ dan voor jaren goed en vrij van biezen enzovoort zou blijven. Daarom werd een proef genomen met het afmaaien van de biezen. Blijkt dat dezen winter goed te voldoen, dan wordt van het uitdiepingsplan afgezien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Met café Slagter wordt het café van Berend Slagter, later het café van Klaas Doorten en Alberdine Slagter, an de Kruusstroate in Deever bedoeld.
Het was vóór de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk dat de zo genoemde notabelen, de zo genoemde opmerkelijken, de zo genoemde vooraanstaanden in de gemeente in de meeste verenigingsbesturen een functie bekleedden, zo ook bij de ijsclub Diever. De hoogedelachtbare weledelgestrenge heer Hendrik Gerard van Os, burgemeester van de gemeente Deever, was in 1937 voorzitter van de ijsclub. De hoogedelachtbare weledelgestrenge heer Jan Boesjes, secretaris van de gemeente Deever was in 1937 lid van het bestuur van de ijsclub. De weledelgestrenge heer Jan Boesjes was per definitie secretaris van elke, maar dan ook echt van elke vereniging in Deever. Die stön wel hiel aarg as un soort van Frièrik Jacobse mit sien snötkoker veuran.
Vanaf de Wittelterweg liepen de schaatsers over het land van de familie Bult naar het veentje ‘de Liendert’. Zie het bijgevoegde detail van de topografische kaart uit 1925. Het kassagebouwtje zal bij ‘de Liendert’ hebben gestaan, blijkbaar moesten niet-leden bij de kassa toegang tot de ijsbaan betalen.
Wie van de bezoekers van de webstee van ut Deevers Archief heeft verhalen over het schaatsen op ‘de Liendert’ ? Wie heeft foto’s van het schaatsen op ‘de Liendert ? De redactie wil deze graag publiceren.
De redactie heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op 4 april 2013. Het veentje ‘de Liendert’ is nu volledig dichtgegroeid.

Posted in Deever, Kruusstroate, Oll'ndeever, Vurening | Leave a comment

Mooie olde ansichtkoate van swömbad Deeversaand

Van het zwembad Dieverzand aan de Bosweg in Deever zijn in de loop van de jaren van het bestaan van dit zwembad in de open lucht veel mooie zwart-wit ansichtkaarten uitgegeven. Stel jij jou eens voor dat jij deze allemaal in jouw mooie collectie zou hebben.
De redactie van ut Deevers Archief wil de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief bijgaande afbeelding van een ansichtkaart, die tussen 1945 en 1950 moet zijn uitgegeven, graag tonen.
De foto voor deze ansichtkaart moet buiten het badseizoen zijn gemaakt, want de waterstand in het zwembad is laag.
Let vooral op de houten omkleedhokken op de achtergrond. In het midden was de ingang van het zwembad. Links van de ingang waren de omkleedhokken voor de meisjes en de vrouwen en rechts waren de hokken waar de jongens en de mannen zich moesten omkleden.
De zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief  worden opgeroepen van ansichtkaarten of foto’s van het zwembad, die zij in hun bezit hebben, een goede scan te maken en deze in te sturen naar ut Deevers Archief. De redactie zal deze met veel plezier publiceren in ut Deevers Archief.

De zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van mooie afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 12 van het in 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige Gemeente Diever in oude ansichten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

abracadabra-133

Posted in Ansichtkoate, Bosweg, Deever, Swömbad Deeverse Saand | Leave a comment

Ansichtkoate van ut café van Berend Pik

De Kruusstroate in Deever zag er in de vijftiger jaren van de vorige eeuw een tijdje zo uit.
Let vooral op de met de hand te bedienen Esso-benzinepomp van Berend Slagter, die is te zien naast de houten paal waaraan de bovengrondse elektriciteitsdraden zijn bevestigd.

Posted in Ansichtkoate, Café Berend Slagter, Deever, Kruusstroate | Leave a comment

Boerdereegie van Rensinus Garries op ut Kastiel

Op de hier getoonde kleurenfoto is een boerderijtje met een verbouwde siedbaander op ut Kastiel in Deever te zien. Op 2 januari 2017 woonden daar nog Rensinus Gerrits (Garries) en zijn vrouw. De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto gemaakt op 2 januari 2017. Het had in de nacht van 1 januari op 2 januari 2017 toevallig net een beetje gesneeuwd. De sneeuw lag ’s middags om een uur of twaalf nog steeds op de reet’n doake van ut boerdereegie van Rensinus Garries.
De hier getoonde kopafbeelding is een uitsnede van de hier getoonde kleurenfoto. De kopafbeelding te zien geweest van 5 januari 2017 tot en met 29 mei 2017.

De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de broodnodige variatie de kopafbeelding van ut Deevers Archief. Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht een uitsnede van deze afbeelding  geschikt als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet deze afbeelding naar de redactie te sturen. Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (200 dpi). Als jij een getoonde kopafbeelding lelijk vind als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening duidelijk aan de redactie kenbaar te maken. Als jij een reeds getoonde kopafbeelding graag nog een keer als kopafbeelding van ut Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.

abracadabra-545abracadabra-546

Posted in Baander, Boerdereeje, Deever, Kopplètie, Siedbaander, ut Kastiel, Winter | Leave a comment

Verwiède tufstien van de kaarke an de brink

De muren van de kerk aan de brink van Deever zijn voor een deel gebouwd van tufsteen. Dit betrekkelijk zachte bouwmateriaal is door de eeuwen heen door zon- en neerslag aan de zuidwestenwindkant op een prachtige manier aan het verweren.
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto van een detail van de muur aan de kant van de brink in het voorbijgaan gemaakt op 3 oktober 2012.

Posted in Deever, Toevallige waarneming | Leave a comment

Sukersakkie van ut skultehuus in Deever

In de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw werden in het deel rechts van de voordeur van het skultehuus an de niet-origineel-saksische skultehuusbrink van Deever ook allerlei culturele activiteiten georganiseerd. Het Schultehuus zou met een beetje goede wil echt wel kunnen worden beschouwd als een soort van mini-Dingspilhuus.
Het skultehuus had net zoals hotels, cafés, restaurants, lunchrooms, kantines, enzovoort, enzovoort een ‘eigen’ sukersakkie. Dit sukersakkie – aanwezig in de verzameling van ut Deevers Archief – is hier afgebeeld.
De maker van de tekening op het sukersakkie heeft zijn tekening niet zelf bedacht, maar minder of meer (meer meer dan minder) overgetekend van een mooie ansichtkaart uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Zie de bijgaande afbeelding van deze ansichtkaart.
Op de achterkant van de ansichtkaart staat de volgende tekst:
Het schultehuis te Diever na de restauratie van 1935 – 1941.
Dit huis is in 1604 gebouwd door Berend Ketel. Deze was als schulte van Diever aangesteld door graaf Willem Lodewijk van Nassau, stadhouder van Friesland, Stad Groningen en Ommelanden en Drenthe, nadat in 1594 de stad Groningen was ingenomen en de Spanjaarden uit genoemde gewesten waren verdreven. Zijn wapen staat gebeiteld in de steen boven de voordeur. Toen het huis in 1934 dreigde te worden afgebroken, is het aangekocht door de Stichting ‘Oud-Drenthe’.
De redactie weet niet precies in welk jaar deze ansichtkaart is uitgegeven. Wie weet het wel ?
Het Schultehuus zat na de mislukte restauratie, die van 1935 tot 1941 duurde, helaas niet meer vast aan de bijbehorende Schulteboerderij.
Let bij de hier afgebeelde ansichtkaart vooral direct rechts naast het skultehuus op de nog net deels zichtbare roggemiete bij de skulteboerderij van Koendert Krol.


Posted in Brink, Deever, Skultehuus, Sukersakkie | Leave a comment

De botterfabriek van Deever bestiet 40 joar

Het artikel is geschreven door Jan Thalen Sr. Hij schreef dit artikel een paar dagen vóór het 40-jarig bestaan van de Deeverse melkfabriek op woensdag 29 maart 1939. Jan Thalen Sr. schreef het artikel voor de Asser Courant, maar de tekst heeft die krant niet bereikt vanwege zijn overlijden op 1 April 1939. Het artikel verscheen wel op 24 maart 1939 in het Nieuwsblad van Friesland. Zie het volgende artikel.

Diever, 23 maart.
Op 29 maart aanstaande zal het 40 jaar geleden zijn, dat werd opgericht de ‘Coöperatieve Stoomzuivelfabriek en Korenmalerij Diever’ te Diever. Oorspronkelijk was de naam ‘Coöperatieve Vereniging voor boterbereiding en aanschaffing van veevoeder in den uitgebreidsten zin’, doch deze werd in 1919 gewijzigd.
Dit jubileum zal met grooten luister gevierd worden. Een revue is door de Directeur vervaardigd en zal eenige avonden ten gehoore gebracht worden.
Op 29 februari 1899 werd op initiatief van den heer H. Krol, landbouwer en veehouder alhier, destijds een bijeenkomst gehouden van met de oprichting symphatiseerenden. Aanwezig waren 50 belanghebbenden, die besloten tot oprichting over te gaan. Op 29 maart werd voor notaris Beckering van Loenen te Dwingelo de akte gepasseerd, waarbij 46 leden tot de vereeniging toetraden.
Het eerste bestuur bestond uit de heeren L.W. van Os, voorzitter, C. Offerein, K.W. Fledderus, H.H. Hessels, R. Seinen, de eerste raad van commissarissen uit de heeren H. Krol, B. de Ruiter, H. Kok, W. Bakker, R. Hummelen. Eerste directeur was de heer J.H. Bentum, die 19 mei 1899 als zoodanig in functie trad, en eerste personeel de heeren J. Jonkers, A. Klaster en R. van Nijen.
Onder architectuur van den heer Ten Bosch, opzichter der rijkswaterstaat te Dieverbrug, werd op 1 april 1899 de bouw der fabriek aanbesteed. De bouw werd opgedragen aan den timmerman Johannes Noorman te Diever voor -let wel- f. 2736. Binnen 3 maanden was het gebouw gereed en de inventaris, welke werd geleverd door de fa. Boeke en Huidekoper te Groningen, opgesteld. Het was toen nog een handkrachtbedrijf. Op 25 juli 1899 werd de fabriek in werking gesteld.
Den eersten morgen werd 2194 kg melk verwerkt, het eerste boekjaar (25 juli 1899 – 30 april 1900) 450.000 liter. Het gemiddelde vetgehalte bedroeg toen 3,10 %.
De vereeniging dreef vanaf den beginne wel handel in koeken en rijstmeel, doch pas later en wel in 1908 werd de korenmalerij ingericht. Het bedrijf werd toen meteen in stoomkracht aangezet, en eveneens uitgebreid, aangezien de boeren van Wittelte toetraden.
In 1909, dus na 10-jarig bestaan, bedroeg de melkaanvoer 1.000.000 kg. Aan veevoeder werd omgezet 450.000 kg met een totale waarde van f. 41.857.
Verschillende verbouwingen heeft de fabriek naderhand ondergaan. In 1914 werd een tweede stoomketel aangeschaft en het ketelhuis uitgebreid. In 1928 vond een bijna geheele vernieuwing der fabriek plaats en werd tevens een kaasmakerij aan de inrichting verbonden.
In 1935 werden ketelhuis en malerij verbouwd en in 1938 de kunstmestafdeeling uitgebreid. De kunstmesthandel was tot 1919 in handen van de Dorpsvereeniging, doch ging in dat jaar over aan de zuivelfabriek.
De melk-aanvoer is, mede door de ontginning, veeverbetering, enz. in verhouding zeer toegenomen. Over het laatst afgesloten boekjaar werd verwerkt 4.100.000 kg melk. De omzet aan veevoederartikelen en kunstmeststoffen bedroeg 2.600.000 kg, met een totale waarde van f. 156.000. De afdeeling veevoeder en kunstmest is sedert augustus 1930 in exploitatie als filiaal van de Coöperatieve Landbouwersbank te Meppel. Het laatst afgesloten boekjaar was het vetgehalte 3.415 % .
Van de eerste bestuursleden en commissarissen is alleen nog in leven de heer B. de Ruiter, thans woonachtig te Dwingelo. Van de 46 leden die de vereeniging oprichtten, leven er nog 8, namelijk J. Noorman, C. Andree, J. Bennen, en Roelofje Wever te Diever, J. Bult en J. de Ruiter Sr. te Oldendiever, K. Bennen te Dieverbrug en W. Boverhof in Amerika.
Als voorzitter hebben gefungeerd, de heeren L.W. van Os (1899-1900), R. Seinen (1900-1919), P. Barelds (1919-1924), H.H. Hessels (1924-1931) en J. Seinen (sedert 1931).
Momenteel zijn bestuurslid: J. Seinen, Jac. Hessels, D. Moes te Diever, J.B. van de Berg en J. Boerhof te Wittelte. De Raad van Commissarissen wordt gevormd door de heeren: J. Bult en R. van Wester te Oldendiever, H. Jonkers en B. Wemmenhove te Dieverbrug en T. Ofrein te Wittelte. De heer J. Bult is sedert de oprichting en sedert 1900 lid van de Raad van Commissarissen.
Als directeur fungeerde vanaf de oprichting tot 1 september 1931 de heer J.H. Bentum, thans woonachtig te Dieverbrug. De heer Bentum heeft den geheelen groei der vereeniging dus meegemaakt, hetgeen hem als een groote verdienste mag worden aangerekend. Vanaf 1 september 1931 treedt als directeur op de heer J. Andree.
De vereeniging, begonnen met 46, telt thans 217 leden. Het personeel liep op tot 15 man.
De jubileerende vereeniging zal zich de volgende week zeker in groote belangstelling der leden mogen verheugen. Op 29 en 30 maart zal voor de leden een revue worden vertoond met 30 medewerkenden. Voor de afnemers en voor de jeugd zullen bovendien nog een tweetal avonden ten beste worden gegeven.
Op den dag van het jubileum namelijk woensdag 29 maart, des namiddags te 2 uur, zal in het café Slagter een openbare bestuursvergadering worden gehouden. Ook daar zal het zeker niet aan belangstelling ontbreken.

Posted in Deever, Süvelfubriek Deever | Leave a comment

De old-germaansche urn uut de Stienakkers is vöt

In de krant ‘Het nieuws van den dag: kleine courant’ is op 14 april 1905 het volgende artikeltje gepubliceerd.

In een akker bouwland, niet ver van het hunnebed te Diever, is een fraai oud-Germaansche urn gevonden, gevuld met asch, houtskool en beenderen.
Het voorwerp, dat geheel onbeschadigd is, werd aangekocht voor het Museum van Oudheden te Assen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wellicht doelde de schrijver van dit artikeltje met ‘oud-Germaansche urn’ op een ‘oude Germaansche urn’, wellicht een van de oudste Germaansche urnen, die ooit in de omgeving van Deever is gevonden.
De redactie zal pogingen doen meer gegevens van deze urn te achterhalen.
Hunnebed D52 is te vinden in de Stienakkers op de Heezeresch an de Grönnegerweg bee Deever.
Met Provinciaal Museum van Oudheden te Assen was de voorloper van het huidige Drents Museum te Assen.
De zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van ut Deevers Archief
 wordt tevens verwezen naar een ander bericht over deze vondst.

Op 24 augustus 2022 stuurde de redactie van ut Deevers Archief het volgende bericht naar het Drents Museum in Assen:
Geachte heer/mevrouw,
Ik wil graag verwijzen naar het bericht ‘Oud-Germaansche urn evön’n in de Stienakkers’. 
Ik zou graag een scherpe afbeelding (jpg.bestand) van deze urn willen ontvangen, teneinde deze aan het bericht in ut Deevers Archief toe te kunnen voegen.
Ik ben u bij voorbaat bijzonder erkentelijk voor de te nemen moeite.
Met vriendelijke groet.

Pas op 20 september 2022 stuurde het Drents Museum in Assen de volgende teleurstellende korte reactie:
Beste redactie,
We hebben in de collectieadministratie van 1905 en 1906 gezocht, maar we kunnen geen gegevens vinden over een urn gevonden in de omgeving van het hunebed te Diever.
Wij kunnen dus helaas niet herleiden om welke urn dit zou gaan.
Met vriendelijke groeten.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief van 23 september 2022
Dat is wel een zeer verontrustende reactie van een medewerker van het Drents Museum.
Het volgende is mogelijk. Het bericht in ‘Het nieuws van de dag’ was een nepbericht. De medewerker van het Drents Museum had geen zin het geval goed te onderzoeken. De urn is nota bene wel aangekocht, maar nooit in het Museum voor Oudheden terecht gekomen. De aangekochte urn is doorverkocht. De urn is anoniem in het Drents Museum aanwezig. De urn is verdwenen. De urn is gestolen. De urn is weggegooid. De urn is per ongeluk gevallen en in tienduizend stukjes gebroken. De urn is uitgeleend en nooit weer teruggebracht. Wellicht zijn nog vele andere mogelijkheden te bedenken. De administratie van het Museum van Oudheden in Assen, nu het Drents Museum in Assen, was bij alle mogelijkheden een grote puinhoop.

abracadabra-480

Posted in Deever, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde | Leave a comment

Ut lee’mswaark van mr. A.C. van Daalen

Het artikel ‘Een levenwerk’ van de onbenoemde journalist D …… is gepubliceerd op 19 september 1925 in nummer 38, jaargang 51 van het blad Eigen Haard. Het artikel is zonder bronvermelding ook al een keer in helaas bewerkte vorm in 2008 als een flinke bladvulling opgenomen in het papieren blad Opraekelen, deels in nummer 08/2 en deels in nummer 08/3 van de heemkundige vereniging uut Deever.

Wij waren in Dieverbrug. Als ge geen lid bent van de Vrijzinnige Christelijke Studenten Bond of de Nederlandse Tenten Kampeer Vereniging zult ge, vrees ik, het wijze voorhoofd rimpelen en trachten, den geest te scherpen, om u te herinneren, waar een plaats van dien naam in ons land wel ligt.
’t Is waar, ’t ligt afgelegen, dat zult ge moeten toestemmen, tenzij ge een plaatsje, dat een uur stoomtramhobbelen buiten het Drentsche stadje Meppel ligt tot de gemakkelijk te bereiken plaatsen rekent.
Een paar maal per dag brengt het trammetje een enkelen reiziger, wat postzaken, een pakje, en door het kanaal varen de schepen af en aan. Dat is zoo de communicatie met de buitenwereld, waaronder in de eerste plaats te verstaan zijn het reeds genoemde Meppel en het nog verder af liggende Assen. Tusschen die twee, aan de Drentsche Hoofd- of Smildervaart ligt Dieverbrug.
De naam doet veronderstellen, dat er ook wel een plaatsje Diever zal zijn en dat is zoo. Twintig minuten verder de rimboe in ligt het dorp. Men bereikt het langs een landweg met praehistorische rariteiten als een tol en als tegenhanger electrische verlichting. Wat kinderen kijken de wandelaar verbaasd aan, die door hun dorp stapt en ’t vrouwtje in ’t winkeltje, dat prentbriefkaarten verkoopt, kan niet nalaten eens te informeren: vanwaar en waarheen ?
Och heere, zult ge zeggen. Wacht wat! We moeten het dorp nog door en links zien we al dra de oneindigheid van ’t Drentsche landschap.
Rechts liggen de villa’s van den dokter en den burgemeester. Dan begint ook aan dezen kant de wijde natuur….. maar nu leidt een zandpad naar rechts. ‘Berkenheuvel’ staat op het bordje, en nu naderen we het doel der reis. Daar ligt reeds de boschwachterswoning in de schaduw van wat boomen, aan den ingang van het landgoed, dat niemand zal aarzelen, een levenswerk te noemen.
Bosch en nog eens bosch is wat ge hier ziet en als ge vraagt, waar dat levenswerk dan wel in zit, behoef ik u slechts te wijzen juist op dat bosch. Want wie hier een halve eeuw geleden doolde – och, ’t zal niet veel anders geweest zijn dan een schaapherder, een strooper, een landlooper – nog zand, zand en nog eens zand, ter afwisseling misschien een beetje hei of een heideplas, maar voor ’t overige zandverstuivingen, binnenduinen, opgewaaide en zich verplaatsende heuvels, een oord van dorre verlatenheid.
Hier, op deze geblakerde dan wel grimmig ijzige omgeving – naarmate het zomer of winter was – was de aandacht gevallen van een paar mannen met pioniersbloed in de aderen. Voor ’t bekende bange gezicht kochten ze zeventig, vijf en zeventig jaar gelden een 700 H.A. grond.
Doel was, deze gronden te bebosschen. Er werden door deze heeren of hun opvolgers nieuwe complexen aangekocht, zoodat ten slotte een kleine 1400 H.A. in bezit van eenige particulieren kwam. Bebosschen dus. Maar het leek nog niet erg op wat men daaronder heden ten dage verstaat, nu boschbouwkundigen zich beijveren, uit ieder stukje grond te halen, wat er in zit, en geleerd hebben, met zooveel rekening te houden, wat de aandacht van den eenvoudigen arbeider ontsnapt.
Want boschbouw is – het hoeft in deze tijd, nu we alles wel weten, wat Staatsboschbeheer en de Heidemaatschappijen presteeren, bijna niet gezegd, – een zeer apart, zeer lastig en dikwijls weinig rendabel bedrijf, dat buitengewone toewijding en zeer veel vakkennis vraagt, en tot die overtuiging, beter gezegd tot die door ondervinding gesteunde wetenschap was men driekwart eeuw geleden nog niet gekomen. De boschbaas en zijn arbeiders plantten waar een plek hun geschikt leek en de uitkomst bewees dat wat dikwijls een gunstige plaats had geschenen, maar gansch niet beantwoordde aan de verwachtingen…… Wat er meer van te zeggen ? Met vallen en opstaan leert men loopen en dat in een particulier bedrijf in het midden van de vorige eeuw in de binnenlanden van Drente nu niet altijd de methoden werden gevolgd, die thans, vijf en zeventig jaar later zouden worden uitgevoerd, ligt voor de hand.
Ja, ook de meer moderne opvattingen, die het richtsnoer waren voor het bedrijf gedurende de laatste jaren konden de gevolgen niet geheel ongedaan maken. En dat moge voor den eigenaar minder voordeelig zijn,voor het landschap heeft het wel degelijk zijn profijten opgeleverd. We bedoelen dit: Een boschbedrijf zonder meer is tot in alle onderdeelen ingericht op de rente, die het bosch moet opleveren. Hier een perceel éénjarig hout, daar twééjarig, daar driejarig, een eind verder dertig-, veertigjarig, liefst zoo economisch aangelegd, dus niet al te grillig, niet al te natuurlijk zou men haast zeggen. Kijk, dat is Berkenheuvel nu juist helemaal niet: Het is een plek natuur geworden met al dat zorgelooze in den aanleg, met dien krachtigen groei, die weelderige vegetatie, die ten eenenmale doet vergeten, dat dit dan toch maar aangeplant is, door menschenhand aangebracht, door menschen onderhouden. Neen, daar lijkt het inderdaad niet veel op: Het is àl natuur, àl ongebreidelde groei. Het is een landschap geworden, overweldigend schoon, dit golvend terrein, overal, overal begroeid met dennen in diverse variëteiten met berken en ander geboomte. Neen, toch niet overal, want daar zijn ook complexen grond, die thans geschikt geworden zijn voor landbouw en veeteelt. Maar ’t allergrootste gedeelte van de 1350 H.A. is toch bosch geworden en wordt als zoodanig geëxploiteerd.
Wat voor 75 jaar nog woest en verlaten hier lag, is dus een vriendelijk landschap geworden. Waar ’t schrale zand zich op de vleugels van den wind telkenmale verplaatste, brengen bosschen, weiden en bouwland hun rente op. Uit de dorre aarde is een lachend stuk natuur opgebloeid. En hiermede komen we op het opschrift boven dit artikel. Een levenswerk ! Ja, dat is het toch wel geweest en het past hier, den naam te noemen van den man, die dertig jaar geleden den grond hier vond, slecht toebereid, ter nauwernood hier en daar van een armelijk boschje voorzien en voor ’t overige niets dan zand en heide. Een domein voor schapen en konijnen !
De nieuwe eigenaar, mr. A.C. van Daalen, was geen man van half werk. Hij wist van aanpakken en overtuigd, dat er hier aangepakt moest worden spaarde hij zichzelf niet en wist zijn helpers te bewegen tot een krachtsinspanning, die al spoedig het geel van het zand en het grauw en paars van de heide deed verkeeren in het frissche groen der eerste aanplantingen. Wat al belofte zat er in die gronden, die stilaan bedekt werden met opgroeiend geboomte, wat al vooruitgang kon ieder jaar worden geconstateerd, gestadige – schoon langzame – vooruitgang.
Zie, dat is nu gemakkelijk neergeschreven, maar wanneer men denkt aan alle moeite die overwonnen, alle bezwaren, die op zij gezet, alle tegenwerking, die geneutraliseerd moest worden, voordat ‘Berkenheuvel’ zijn naam met ere droeg, dan rijst toch wel een grote bewondering voor deze landgenoot, die met een ijzeren doorzettingsvermogen deze 1350 hectare zand in cultuur wist te brengen.
Er was een heel gezelschap zaterdag 5 september in Diever bijeen. Hier mogen genoemd worden de heren mr. J.T. Linthorst Homan, commissaris der Koningin in Drenthe, E.D. van Dissel, inspecteur van het Staatbosbeheer, J.P. van Lonkhuyzen, directeur van de Nederlandse Heidemaatschappij, mr. P. van Tienhoven, voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, L.C. Steffelaar, secretaris-penningmeester van de A.N.W.B., leden van Gedeputeerde Staten en het Gemeentebestuur van de gemeente Diever en een deputatie uit het bestuur van de V.C.S.B., die hier zijn zomerkampen heeft.
Toen dit gezelschap verzameld was begaf men zich naar de plaats waar het monument zou onthuld worden en sprak de heer Van Daalen, na een woord ter begroeting te hebben gezegd, het volgende:
Hoe geheel anders zag het er hier

Aantekeningen van de redactie ut Deevers Archief
Dit artikel is nog niet helemaal overgetikt.
In het artikel zijn ook vier foto’s opgenomen. Deze moet hier ook nog worden geplaatst.

Posted in Deever, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

See breekt de olde offescheid’n skoele of

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 11 januari 1982 verscheen bijgaand berichtje over de sloop van de offescheid’n skoele an de Heufdstroate in Deever.

Onder slopershamer
Diever. De sloop van de ‘Meester Roosjenschool’ in Diever is in volle gang. De nieuwe school is enige weken geleden al in gebruik genomen, maar de officiële opening zal pas de komende zomer plaats vinden. De school die nu wordt afgebroken is bijna tachtig jaar oud. Vanaf 1 juni 1904 was de school in gebruik, die nu moet wijken voor de moderne tijd.
De school heeft de naam Meester Roosjenschool gekregen, daar meer dan 65 jaar het hoofd van de school de naam Roosjen droeg en wel Broer en Sierd Okke Roosjen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Bij het bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) is een foto van dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels afgebeeld. Deever mag zich gelukkig prijzen dat Harm (Haarm) Hessels gedurende een lange periode dorpsbeelden in de gemiente Deever op de foto heeft gezet en dat veel van die dorpsbeelden in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) zijn gepubliceerd.
De tweelokalige school is op 31 mei 1904 geopend. Op 1 oktober 1929 is het derde lokaal -het lokaal met de twee grote ramen links van de twee ramen aan de rechterkant van de foto- in gebruik genomen. De redactie weet niet wanneer het vierde lokaal aan de rechterkant is bijgebouwd en in gebruik is genomen.

Abracadabra-1221

Posted in Deever, Griffemiède skoele, Haarm Hessels, Heufdstroate, Verdwenen object | Leave a comment

Ut loon wödde mit 10, 7,5 of 5 % vurminderd

De redactie van ut Deevers Archief houdt er een merkwaardige hobby op na en dat is onder meer het verzamelen van jaarverslagen en andere documenten van de Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij ‘Diever’, die was gevestigd aan het Katteneinde (Moleneinde) in Deever. Elk jaarverslag bevat een schat aan gegevens over de melkveehoudende boerenstand in Deever, an de Deeverbrogge, in Oldendeever, op Kalter’n en in Wittelte.
De redactie vond het ‘Jaarverslag over het boekjaar 4 mei 1931 – 30 april 1932’ bij toeval in een achtergelaten doos in het kaaspakhuis in het toen nog bestaande oude pand van de zuivelfabriek aan het Katteneinde (Moleneinde) in Deever.

De jaren 1931 en 1932 waren jaren in de grote vooroorlogse crisis. In het ‘Verslag over het boekjaar 4 mei 1931 – 30 april 1932’ zijn slechts twee zinnetjes in het verslag van de bestuursvergaderingen besteedt aan de beloning van zijn arbeiders:
Verder werd besloten tot loonsverlaging van het personeel over te gaan en wel met percentages van respectievelijk 10, 7½ en 5. Voor de hierna geldende salarissen zie men de tusschen haakjes geplaatste bedragen bij de loonlijst personeel.
Het bestuur was in het boekjaar 4 mei 1931 – 30 april 1932 als volgt samengesteld:
– Jan Seinen, Diever, voorzitter;
– Gerard Meijering, Diever, secretaris;
– Dirk Moes, Diever, vice-voorzitter;
– Hendrik Lefferts Barelds, Wittelte, vice-secretaris;
– Jan Berends van der Berg, Wittelte, lid.
De raad van commissarissen was in het boekjaar 4 mei 1931 – 30 april 1932 als volgt samengesteld:
– Jans Bult, Oldendiever, voorzitter;
– Roelof van Wester, Oldendiever, secretaris;
– Hendrik Jonkers, Dieverbrug;
– Klaas Geerts, Oldendiever;
– Bertus Wemmenhove, Dieverbrug.

De genoemde loonlijst is te zien op de hier afgebeelde bladzijde 4 van het genoemde jaarverslag.
De Heer Directeur J.H. Benthem en de Heer Assistent J. Andree (die zichzelf altijd maar Andreae wilde
noemen)
bleven -ook in die zware crisis- gespaard van deze groffe gedwongen loonsverlaging. Zij hadden bovendien het grote voorrecht van ‘vrij wonen’. Ook de eerste kaasmaker had ‘vrij wonen’.
Op de hier afgebeelde bladzijde 5 van het genoemde jaarverslag is te lezen hoe ook de melkrijders het er van langs kregen. Merkwaardig genoeg namen de melkrijders het voorstel aan voortaan op de zondag gratis te rijden.

Het schrille contrast met de groffe gedwongen loonsverlaging van de fabrieksarbeiders van de toch wel mededogenloze boerenonderneming ‘Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij Diever’ is te lezen in het hier afgebeelde kort-door-de-bocht bericht, dat verscheen op 29 juni 1932 in het Nieuwsblad van het Noorden:
Diever, 28 juni. Van gemeentewege vond dezer dagen de uitkeering plaats van gelden ingevolge de Crisis-Zuivelwet. Bijna 400 veehouders ontvingen kleinere en grootere bedragen, tot een totaal van f. 4369,50. Het gaf een heele drukte.

Om voorlopig in ‘de ergste nood’ van de melkveehouders te voorzien, kon in 1932 elke melkveehouder krachtens de Crisis-Zuivelwet steun ontvangen. Per melkgevende koe, die aanwezig was op 15 juni 1932, kon elke melkveehoudende boer, die zich voor steun aanmeldde f, 2,25 ontvangen. In de gemeente Diever ging het om 376 boeren, die tezamen 1959 koeien hadden, dus het steunbedrag was f. 4407,75. De boerenorganisaties moeten ook in die jaren al krachtige lobbyisten in het Haagsche hebben gehad.
Van hoeveel koeien in 1932 de melk naar de ‘Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij Diever’ werd gebracht, is niet bekend, dus is het ook niet bekend hoeveel steun naar de boeren in Deever, an de Deeverbrogge, in Oldendeever, op Kalter’n en in Wittelte is gegaan.
Na de gedwongen groffe loonsverlaging van de arbeiders van de melkfabriek een maand eerder gaf het met die 203 boeren in Deever, an de Deeverbrogge, in Oldendeever, op Kalter’n en in Wittelte wel een hiele drokte daar bij het gemeentehuis an de Brink in Deever (een gemeentehuis hoort aan de Brink staan). Bestuursleden, commissarissen en leden van de coöperatie, allemaal in de rij staan voor een beetje steun. Hand ophouden. Niet klagen, maar dragen. Geld van de arbeider en geld van de belastingbetaler. Alle beetjes helpen om de crisis door te komen.
De redactie kan belangstellenden een pdf-bestand van het belangwekkende ‘Jaarverslag over het boekjaar 4 mei 1931 – 30 april 1932′ toesturen. Stuur een berichtje.

Abracadabra-1224Abracadabra-1225Abracadabra-1223

Posted in An de Deeverbrogge, Deever, Kalter’n, Landbouw, Oll'ndeever, Süvelfubriek Deever, Wittelte | Leave a comment

Koate van ut laandgood Baark’nheuvel – 1936

Van het landgoed Berkenheuvel bestaat een kaart, met daarop aangegeven de situatie in 1936. Mr. Albertus Christiaan van Daalen exploiteerde zijn landgoed voor de verkoop van hout. Om dit hout uit de bossen te kunnen vervoeren, liet hij heel veel zandwegen aanleggen. En hij gaf aan al die wegen zelf een naam, zoals Melloweg, Wouwenaarsweg, Van Tienhovenweg, Gerardinaweg, Jodenzand.
Die namen zijn terug te vinden op deze kaart, die namen zijn veelal niet meer ter plekke terug te vinden op die aandoenlijke kleine witte bordjes met zwarte letters aan de bomen. Zelfs veel wegen zijn onder het gure klantonvriendelijke bewind van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten niet meer terug te vinden. De Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten in het verre ‘s Graveland is in dit geval bepaald zeer zeker geen Vereniging Tot Behoud Van Cultuurmonumenten.
Op de kaart is ook aangegeven waar ooit een brandpaal heeft gestaan, te weten aan de Middenlaan, tegenover de Kelderweg. De stampbetonnen fundering van deze brandpaal is heden ten dage nog ter plekke aanwezig. Op de kaart is ook de uitkijktoren aan de Torenweg terug te vinden.
Vanuit geschiedkundig oogpunt is het nog aardiger dat naast een overgebleven zeldzaam exemplaar van de kaart van het landgoed Berkenheuvel ook de originele drukplaat van deze kaart nog bestaat, zoals te zien is op bijgaande foto, die de redactie van het Deevers Archief op 26 april 2000 heeft gemaakt.
Als de voorraad kaarten (kosten 10 cent per exemplaar, Van Daalen lette vooral ook op de kleintjes) op was, dan stuurde mr. Albertus Cristiaan Van Daalen die plaat gewoon naar een drukker (wellicht Roelof van Goor in Deever ?) voor het maken van een nieuwe voorraad. Zou deze drukplaat nu nog kunnen worden gebruikt ?

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Deever, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

De pufesser hef ut hunnebed bee mekèèr eknutseld

De weledelzeergeleerde heer professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffes gaf in 1953/1954 leiding aan het creatieve populair wetenschappelijke herstapelen van de stenen van het al duizenden jaren geleden in elkaar gezakte hunnebed op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee’j Deever.
Bijgaand afgebeelde ansichtkaart is de eerste kaart die na de zo genoemde ‘restauratie’ is uitgegeven. Op de afbeelding is het resultaat van het uiteraard goedbedoelde knutselwerk te zien.
Winkelier Jan Brugging (de Wiba) an de Heufdstroate in Deever gaf deze nu zeer zeldzaam geworden ansichtkaart in juli 1955 uit.
De redactie van het Deevers Archief prijst zich gelukkig wél een exemplaar van deze kaart in zijn verzameling te hebben en deze aan de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van de webstee te kunnen tonen.

Abracadabra-1274

Posted in Albert Egges van Giffen, Ansichtkoate, Deever, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Rieksmonement | Leave a comment

Allend sociale huurwonings op ut Dingspilhuusturrein

De Hoge En Lage Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Onuitroeibare Gelijk Van De Inrichting Van Het Dorp Diever In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever hebben een plan opgevat op het grote al jaren braakliggende terrein, waarop ut Dingspilhuus (het enig echte warme hart van Deever) en de sportzaal stonden, slechts een pover aantal van zes sociale huurwoningen, een erg ruime parkeerplaats én een ronduit beschamend over-de-top amfitheater met een soort van catwalk in het dorp te bouwen.
De nijpende sociale huurwoningnood in het dorp Deever kan echter absoluut geen ruime parkeerplaats en een ronduit beschamend over-de-top amfitheater met een soort van catwalk velen. Die Hoge En Lage Dametjes En Heertjes schrijven als lulkoek-argument voor de bouw van het ronduit beschamende over-de-top amfitheater met een soort van catwalk: ruimte voor ontspanning, recreatie en loskomen van de dagelijkse sleur. Ammehoelala. In Deever is al overdadig veel ruimte voor ontspanning, recreatie en loskomen uit de dagelijkse sleur, daar kan geen ander dorp tegenop. Daar is geen ronduit beschamend over-de-top amfitheater met een soort van catwalk meer voor nodig.
Ten minste dertig van de honderd nieuw te bouwen woningen in Deever moeten betaalbare sociale huurwoningen zijn. Die zes toegezegde sociale huurwoningen zijn, gelet op het genadeloos volplempen van de Kalterbroeken met dure huizen, ronduit veel te weinig. Ook de ruimte voor die ruime parkeerplaats en de ruimte voor dat ronduit beschamende over-de-top amfitheater met een soort van catwalk moeten helemaal worden volgebouwd met betaalbare sociale huurwoningen. Daar is geen ontkomen aan. Dat is niet meer slinks te vermijden. Deever heeft een grote achterstaand in de bouw van betaalbare sociale huurwoningen opgelopen. Deever heeft behoefte aan betaalbaar wonen. Deever heeft behoefte aan leefbare wijken. Deever wil eerlijke woonkansen.
Deever kan zich die hiervoor beschreven luxe niet veroorloven. Deever let op uw eigen zaak. Deever, laat je geen politiek oor aannaaien door die Hoge En Lage Dametjes En Heertjes. Die zes toegezegde sociale huurwoningen zijn slechts een vuil doekje voor het jarenlange bloeden.
De redactie heeft de vier hier afgebeelde foto’s gemaakt op woensdag 22 mei 2022. Voor wat ze waard zijn.

Posted in Deever, Dingspilhuus, Gemeente Westenveld | Leave a comment

Onderhandelen over krijgsgevangenen in Deever

In Tresoar (Frysk Historisysk en Letterkundich Sintrum) in Leeuwarden bevinden zich in de inventaris (stukken betreffende het openbaar leven, militaire aangelegenheden, verdediging en oorlogshandelingen en algemene stukken) van het Stadhouderlijk archief: De archieven in het Koninklijk Huisarchief: Hendrik Casimir II stukken betreffende een overeenkomst, in 1672 gesloten te Diever, tussen gemachtigden van Hendrik Casimir II, de bisschop van Munster en de bisschop van Keulen betreffende de behandeling van wederzijdse krijgsgevangenen.

In het rampjaar 1672 (het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos) werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen van Münster en Keulen. Het bisdom van Münster stond onder gezag van Bernard van Galen, het bisdom van Keulen stond onder gezag van prins Maximiliaan Hendrik van Beieren.
De troepen van de twee bisdommen vielen Noord-Nederland aan. De Keulse en Munsterse bisschoppen zetten daarbij 30.000 man soldaten. Het lukte Bernard von Galen (Bommen Berend) tot vlak voor de stelling Heerenveen te komen, maar die was versterkt met een aarden wal en dubbele grachten. De bezetting bestond uit burgercompagnieën: schutters uit Leeuwarden en Franeker, en geregelde troepen, allen onder het bevel van graaf Johan Maurits van Nassau-Dietz, stadhouder Hendrik Casimir II, generaal Carl von Rabenhaupt en luitenant-admiraal baron Hans Willem van Ayala. De troepen van het bisdom Münster vielen in de nacht van 18 op 19 augustus 1672 tot driemaal toe aan, maar ze werden steeds tegengehouden. Daardoor konden ze Friesland niet verder binnendringen. Op 28 augustus, en na een beleg van amper een maand gaf de bisschop zijn troepen opdracht de belegering van Groningen op te heffen. Op 2 september 1672 werd Blokzijl bijgestaan door Friese troepen en een Hollandse vloot; de bisschop trok zich terug.
Winschoten werd op 7 september 1672 prijsgegeven; Oudeschans capituleerde op 27 oktober 1672 voor Von Galen. Coevorden werd na een verrassingsaanval eind december 1672 opgegeven. Bij dichte mist werden 600 Münsterse soldaten gevangen genomen en vielen 85 kanonnen in handen van generaal Carl von Rabenhaupt.
De troepen van de bisschop van Münster verbleven geruime tijd in Staphorst en omstreken, zodat zelfs de kerk van dat dorp bijna een jaar voor de beoefening van de roomse eredienst werd gebruikt. Vanuit Staphorst werden strooptochten in Drenthe en Friesland ondernomen.
In de strijd werden -blijkens de bewaard gebleven stukken- zowel aan de zijde van de troepen van Hendrik Casimir II als aan de zijde van de troepen van de bisschoppen van Münster en Keulen soldaten krijgsgevangen gemaakt, waarover tussen gemachtigden in Diever, wellicht in het huis van de schulte aan de Brink, werd onderhandeld over de manier van behandeling van wederzijdse krijgsgevangenen.

Posted in Brink, Deever | Leave a comment

Woar stön ut winkelhuus van de gebroeders Zaligman ?

Op 29 november 1913 verscheen in het Nieuwsblad van het Noorden inzake de veiling van een flink huis de volgende advertentie.

Winkelbehuizinge-Diever
Notaris Bon te Dwingelo zal op Maandag 8 december a.s. des voormiddags elf uur, in het logement van Roelof Seinen, te Diever, voor de gebroeders B. en A. Zaligman, publiek bij inzate veilen: Een flink Huis, waarin vroeger een druk beklante zaak in manufacturen werd uitgeoefend en ook thans nog voor de uitoefening van alle affaires zeer geschikt, erf en tuin aan de Hoofdstraat te Diever, ter grootte van 11 are en 20 centiare.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De koopmannen (manufacturiers) Benjemin Zaligman (geboren op 28 december 1873 in Dwingel, gestorven op 8 oktober 1942 in het concentratiekamp Auschwitz in Polen) en Anton Zaligman (geboren op 1 december 1875 in Dwingel, overleden op 19 oktober 1942 in Assen) waren zonen van de koopman (manufacturier) Jacob Zaligman en Roosje Heijmans uut Dwingel.

Posted in Alle Deeversen, Deever, Joodse inwoner | Leave a comment

Jeud’n mit de aagternèème Zaligman in Deever

Heiman Wolf Zaligman werd geboren op 20 december 1827 in Dwingel en stierf op 4 maart 1904 op de Smilde. Hij trouwde op 30 april 1855 in Dwingelo met Sara Israël van Zuiden. Zij werd geboren op 9 april 1825 in Hoogeveen. Heiman Wolf Zaligman was koopman. Het echtpaar moet direct na hun huwelijk in Deever zijn gaan wonen, want hun kinderen Siptje, Mietje, Mina, Israël, Wolf, Henderika en Simon zijn in Deever geboren. Het gezin verhuisde op 27 april 1868 naar de Smilde.
Siptje Zaligman werd geboren op 22 mei 1856 in Deever en overleed op 15 juni 1856 in Deever.
Mietje Zaligman werd geboren op 1 augustus 1857 in Deever. Zij overleed op 7 december 1927 in Amsterdam.
Mina Zaligman werd geboren op 12 december 1859 in Deever en overleed op 30 januari 1942 in Amsterdam. Zij trouwde op 17 mei 1900 met Levie Pam in Amsterdam. Leva Pam werd geboren op 26 mei 1869 in Amsterdam en stierf op 73-jarige leeftijd op 21 januari 1943 in het concentratiekamp Auschwitz in Polen.
Hun dochter Bloeme Pam werd geboren op 11 oktober 1901 in Amsterdam en stierf op 9 augustus 1942 in het concentratiekamp  Auschwitz in Polen.
Hun dochter Sara Pam werd geboren op 23 juni 1904 in Amsterdam en stierf op 26 augustus 1943 in het concentratiekamp Auschwitz in Polen.
Israël Zaligman werd geboren op 16 november 1861 in Deever en overleed op 16 augustus 1932 in Assen. Hij was koopman. Hij trouwde op 17 mei 1889 op de Smilde met Eva van Zuiden. Eva van Zuiden werd geboren op 22 oktober 1860 in Hoogeveen en stierf op 1 oktober 1942 op 81-jarige leeftijd in Katowice in Polen.
Hun dochter Rebecca Zaligman werd geboren op 12 mei 1893 in Hijkersmilde en stierf op 26 oktober 1942 in het concentratiekamp Auschwitz in Polen
Hun dochter Saartje Zaligman werd geboren op 18 april 1890 in Hijkersmilde en stierf op 4 juni 1943 in het concentratiekamp Sobibor in Polen.
Wolf Zaligman werd geboren op 6 januari 1864 in Deever en overleed op 16 juni 1881 in Ommen.
Henderika Zaligman werd geboren op 5 mei 1866 in Deever en overleed op 3 april 1867 in Deever.
Simon Zaligman werd geboren op 2 februari 1868 in Deever en overleed op 26 augustus 1880 op de Smilde.

Philippus (Flip) Zaligman werd geboren op 21 september 1893 in Dwingel, hij stierf op 28 februari 1944 in het concentratiekamp Auschwitz in Polen. Philippus Zaligman was manufacturier. Hij trouwde op 31 maart 1920 in Coevorden met Heintje (Hennie) Levie Wilda. Zij werd geboren op 10 mei 1894 in Coevorden en stierf op 8 oktober 1942 in het concentratiekamp Auschwitz in Polen.
De echtelieden moeten kort na hun huwelijk in 1920 aan de Hoofdstraat in Deever zijn gaan wonen, want hun kinderen Martha Hendrika, Levie Salomon, en Hendrika Henriëtte zijn in Diever geboren. Op 7 januari 1936 verhuisde het gezin naar Meppel, keerde na enige tijd terug naar Deever, waarna het gezin officieel op 26 april 1940 -vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog- naar het adres Noordeinde 7 in Meppel verhuisde. Op 20 februari 1940 was hun winkel en huis aan de Hoofdstraat helemaal uitgebrand.
Martha Hendrika werd geboren op 8 december 1920 in Deever. Zij overleefde de Tweede Wereldoorlog. Zij overleed op 19 mei 1977 in Haarlem.
Levie (Loek) Salomon werd geboren op 29 dcecember 1921 in Deever en stierf op 28 februari 1943 in het concentratiekamp Schöppenitz. Hij was manufacturier.
Hendrika (Rikie) Henriëtte werd geboren op 26 oktober 1925 in Deever en stierf op 8 oktober 1942 in het concentratiekamp Auschwitz in Polen.

Posted in Deever, Familie Zaligman, Joodse inwoner | Leave a comment

Veule roggemiet’n op de Heezeresch bee Deever

Bijgaande afbeelding is gekopieerd uit de reclamefolder ‘Ga liever naar Diever’ uit 1961 van de V.V.V. (Vereniging Voor Vreselijk Veel Vreemdelingen Verkeer uut Deever.

Om te vermijden dat de loonwerker sien trekker en sien döskaaste vaak moest verplaatsen van de ene miete naar de andere miete, zetten de boeren hun miet’n altijd in zo groot mogelijke groepen op de nes, in dit geval in het najaar van 1960 op de Heezeresch bee Deever.
Een miete zett’n was een hele kunst. Als deze niet mooi gelijkmatig werd opgebouwd, dan kon het gebeuren dat deze scheef zakte en met palen moest worden gestut. De schuine buitenkant was vergelijkbaar met een reet’n doake. In een goed gezette miete kon het regenwater net zoals bij een reet’n doake niet binnendringen.
De redactie van ut Dievers Archief is op zoek naar foto’s van rogge meej’n, miete zett’n, döss’n, enzovoort.
Bezoekers worden verzocht deze foto’s te scannen en naar de redactie toe te sturen voor publicatie in ut Deevers Archief.

Posted in Boer'nlee'm, Boer'nwaark, Deever, Heezeresch | Leave a comment

De botterfubriek wödde op 1 april 1899 anbesteed

In maart 1899 was het zo ver dat het bestuur van de Coöperatieve Vereeniging te Deever de bouw van de roomboterfabriek publiekelijk kon gaan aanbesteden. Op 26 maart 1899 verscheen in de Leeuwarder Courant de volgende advertentie.

Aanbesteding. Roomboterfabriek.
Het bestuur van de Coöperatieve Vereeniging te Diever zal op Zaterdag 1 april 1899, ’s namiddags 2 uur, ten huize van den Logementshouder R. Seinen te Diever, aanbesteden het bouwen van een roomboterfabriek te Diever, met bijlevering van materialen.
Bestek en teekening liggen van af heden ter inzage bij genoemden Seinen.
Aanwijzing zal plaats hebben op den dag der aanbesteding, ’s morgens 11 uur.
Diever, 25 maart 1899.
Het bestuur

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Een coöperatie is een groep -in dit geval een vereniging- van producenten -in dit geval melkproducerende boeren- die samenwerken om marktaandeel en economische macht te veroveren en te vergroten.
De bouw van de roomboterfabriek aan het Katteneinde in Deever was een reactie van de boeren in Deever, De
everbrogge, Oldendeever, Kalteren, ’t Noord, Wittelte en ’t Moer op de particuliere melkfabriek an de Deeverbrogge van de Nijensleekse ondernemer Jan Frederik Hilkemeijer (geboren op 13 december 1858 te Nijensleek, overleden op 23 juni 1935 te Groningen). Blijkbaar bood deze ondernemer (veel) te weinig voor de melk van de boeren uit de omgeving.
De aanbesteding vond plaats in de gelagkamer van het café-logement van Roelof Seinen an de Heufdstroate in Deever.
De redactie zal trachten een passende foto bij dit bericht te plaatsen.

Posted in Deever, Landbouw, Süvelfubriek Deever | Leave a comment

Braand in ut gemientehuus van Deever

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 30 juli 1864 verscheen het navolgende bericht over de brand van 27 juli 1864 in het gemeentehuis van Deever.

Heden nacht, omstreeks één uur is alhier brand ontstaan in het gemeentehuis, toebehorende en bewoond door J. Seinen, met dat ongelukkig gevolg, dat in een uur tijds drie huizen, bewoond door vier huisgezinnen, benevens 2 paarden, 50 schapen, één oud varken en 8 of 9 biggen, alsmede het grootste gedeelte der inboedels, een prooi der vlammen zijn geworden.
Huizen en inboedels waren tegen brandschade verwaarborgd, behalve de inboedel van Van der Kamp, die alleen het huis maar had verzekerd.
Naar men verneemt zijn de gemeentelijke archieven meest behouden gebleven, doch die der Kerkvoogdij zijn mede eene prooi der vlammen geworden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In die tijd was het gemeentehuis in Deever gevestigd in één van de twee voorkamers van het café-logement van Jan Seinen aan de Hoofdstraat.

Posted in Deever, Gemientehuus | Leave a comment

Ut stroatnaèmbröttie veur vaè en seune Koster

De doodlopende Kosterstraat is te vinden op de Westeresch van Deever.
Zie ook de bijgaande twee kleurenfoto’s, die de redactie van ut Deevers Archief op donderdag 4 november 2017 heeft gemaakt tijdens een halfjaarlijks koekeloerrondje door de gemiente Deever.
Eigenlijk is de Kosterstraat meer een soort van karig en goedkoop doorgaand Kosterpaadje, maar wel met van die vervelende gemeentelijke betuttelpaaltjes aan het begin van het paadje. Stel je toch eens voor dat vanaf de Brinkstraat auto’s de smalle Kosterstraat in zouden worden gereden of omgekeerd. Dat moet echt niet mogelijk zijn.
Het straatnaambordje aan de kant van de Dingspilstraat oogde op 4 november 2017 verloederd, versmeerd en verweerd. De tekst onder de naam van de straat was zelfs niet meer te lezen. Dit bordje staat in schril contrast met de keurig opgepoetste bordjes aan het begin van de oprijlaan met de naam Gemeentehuislaan.
De Kosterstraat is vernoemd naar de Deeverse verzetsstrijder Geert Gerhardus Koster (geboren op 24 mei 1925 in Deever, overleden op 24 maart 1945 te Paigerhorst). Verzetsstrijder Geert Gerhardus Koster is de zoon van de Deeverse verzetsleider Geert Koster (geboren op 5 januari 1900 in Nieuw Buinen,, overleden op 26 maart 1996 in Deever).
Vader Geert Koster onthulde het straatnaambord op 9 mei 1988; zie het bijgevoegde artikel, dat op 9 mei 1988 is gepubliceerd in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante).
Erg opmerkelijk is dat de Dametjes En Heertjes Van Het Hardgrondige Gelijk In Het Gemeentehuis Aan De Brink In Deever in 1988 de straat alleen naar zoon Geert Gerhardus Koster hebben vernoemd en niet naar vader en zoon Koster, maar wel schaamteloos de oude vader Geert Koster het bord lieten onthullen.
Nog erger opmerkelijker is dat de Dametjes en Heertjes Van Het Ondoorgrondelijke Gelijk In Het Gouden Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan de tekst onder de naam van de straat na het overlijden van vader Geert Koster niet direct respectvol heeft aangepast door ook vader Geert Koster te vernoemen.
Bijvoorbeeld, wat te denken van de volgende voor de hand liggende tekst:
Geert Koster, 1900-1996; Geert Gerhardus Koster, 1925-1945; Vader en zoon, verzetsstrijders.
De redactie van ut Deevers Archief heeft zijn burgerlijke vrijheid en verantwoordelijkheid genomen en bedacht voor de Dametjes En Heertjes Van Het Niet Bestrijdbare Straatnamengelijk In Het Diamanten Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan in Deever alvast van het straatnaambordje gratis bijgaand voorlopig concept van het voorlopige overleg- en herkauwontwerp. Want het nederige conceptje moet vast nog wel in allerlei vergader- en overleg- en consultatiegroepjes worden gegooid. Want niets is zo moeilijk als het bedenken en ontwerpen van een straatnaambord.
Maar het zal de Dametje En Heertje Van Het Bovenmenselijke Straatnaambordengelijk In Het Comfortabele Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan in Deever – toch wel enige ambtelijke goede wil en moeite gaan kosten om meer dan twintig jaren na het overlijden van verzetsleider vader Geert Koster aan de verantwoordelijke politieke bazen voor te stellen het onderschrift op het straatnaambord alsnog te wijzigen, opdat ook verzetsleider vader Geert Koster op gepaste wijze wordt geëerd. Een dorp dat zijn oorlogsverleden willens en wetens vergeet, heeft geen recht op een toekomst.
Maar het echte doorslaggevende en financiële aapje komt nu uit het mouwtje
Want de Dametje En Heertjes Van Het Grote Gelijk In De Behandeling Van Tweede Wereldoorlog Zaken en De Dametjes En Heertjes Van Het Roestvaststalen Straatnaambordengelijk In Het Aangename Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan in Deever kunnen met een gerust hart de wijziging aan hun respectievelijke politieke baas voorstellen, want de redactie van ut Deevers Archief tornt niet aan de naam Kosterstraat, dus de Voorkant Van Het Gemeentelijke Gelijk hoeft niet het hoofd te bieden aan administratieve kosten ten gevolge van een straatnaamwijziging.
Wellicht zullen de verantwoordelijke politieke bazen van de gemeente Westenveld over de voorgestelde wijziging van het onderschrift van het straatnaambord langdurig en diepgaand willen overleggen met de voorzitter en de straatnaamdeskundologen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.
Duurzame eerlijke-handel straatnaamborden met hun bevestigingsmaterialen zijn tegenwoordig gemakkelijk bij diverse bedrijven via internet te bestellen (vandaag besteld, morgen in het Raadhuis aan de Gemeentehuislaan). De redactie raamt de maak- en verzendkosten voor dit bord met bevestigingsmateriaal op ongeveer 100 euro, dus voor het vervangen van het bord aan beide kanten van het paadje bedragen de materiaalkosten ongeveer 200 euro.
De gemeente Westenveld zou deze onvoorziene en zeer zeker ongewenste kosten kunnen betalen uit de begrotingspost zitbanken in de openbare ruimte, want op deze post kan winst worden gemaakt, omdat voor een nieuwe zitbank in de openbare ruimte tegenwoordig gemakkelijk een sponsor is te vinden.
En de om werk zeer verlegen zittende dorpskrachten van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever zijn vast wel bereid de twee aanwezige straatnaamborden te verwijderen en de twee nieuwe straatnaamborden aan de paal te schroeven en zijn vast wel bereid het aanwezige verkeersbord RVV L08 te reinigen van de carbidrookaanslag.
En de dochter, een kleinkind of een achterkleinkind van verzetsleider Geert Koster zou de twee vernieuwde straatnaambordjes wellicht willen onthullen.
Zo’n heronthullinkje is wel weer een sappig persmomentje voor de betreffende politieke baas van de gemeente Westenveld. Denk aan die herverkiezing; elk persmomentje en elk fotootje op het internet, in een krant of in een flodderblaadje is toch maar mooi weer meegenomen. Zo’n heronthullinkje betekent ook gerinkel in de kassa van de plaatselijke krantencorrespondent.


Posted in Alle Deeversen, Deever, Tweede Wereldoorlog, Verzet | Leave a comment