De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassjus scannen en vervolgens die papperrassjus in de container voor het oude papier gooien), bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, zo nu en dan een door hem belangwekkend geacht bericht. In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op maandag 14 januari 1974 op bladzijde 4 het navolgende bericht over de opening van het Dingspilhuus an de Heufdstroate in Deever.
Commissaris verrichtte opening
Ontmoetingscentrum in Diever heet Dingspilhuus
Diever – ‘Dit ontmoetingscentrum is er snel gekomen, misschien wel wat te snel. Er hebben zich wat wrijvingen voorgedaan en als er wat meer was gepraat, waren die er misschien niet geweest. Maar ach, het gebouw staat er nu eenmaal. Degene, die nooit een poot verzet, trapt ook nooit op andermans poten’. Dit zei de commissaris van de koningin in Drenthe, mr. K.H. Gaarlandt, zaterdagmorgen in Diever, waar hij onder grote belangstelling het multifunktionele centrum opende. De commissari onthulde hoe het dorpshuis zal heten: het Dingspilhuus, een naam die is bedacht door de heer Fransen uit Diever en die werd gekozen uit vijfentwintig inzendingen. De officiële ingebruikneming betekende meteen het startsein voor allerhande evenementen die dit feestelijke gebeuren zullen omlijsten. ’s Middags verzorgde de padvinderij al een spelmiddag voor de jeugd en ’s avonds was er een open huis voor de bevolking. De gehele maand nog is er van alles te doen in het gebouw, variërend van sportmanifestaties tot zangavonden en poppenkastvoorstellingen.
Het ontmoetingscentrum, een bijzonder geslaagde creatie van architect G. Kalfsbeek uit Borger, heeft 1,2 miljoen gekost en biedt huisvesting aan een groot aantal bevolkingsgroepen. De scholen maken er gebruik van, evenals de sport, de jeugd en de bejaarden. Ook de bibliotheek is er in ondergebracht, evenals een aula en een opbaarruimte.
De voorbereidingen die al eind 1969 begonnen zijn niet helemaal glad verlopen. Twee jaar geleden nog stemde de raad een voorstel af voor een garantieverlening van een geldlening van zeven ton voor de bouw. De meerderheid van de vroedschap liet zich hierbij leiden door de onzekerheid die er was rond de exploitatie. Maar uiteindelijk vonden de partijen elkaar toch. ‘Schippers leren varen niet in een stille zee, maar in holle baren’, citeerde mr. Gaarlandt vader Cats. ‘Ik wens het Dingspilhuus een behouden vaart.’
De commissaris van de koningin wees er op dat het noorden op het gebied van centra als deze goed is voorzien. Op de honderdduizend inwoners waren er in 1970 landelijk 62 van dergelijke gebouwen en in het noorden 95. Datzelfde geldt ook ten aanzien van de sportvelden: landelijk 101 op de honderdduizend inwoners en in het noorden 114. Op het gebied van overdekte sportaccomodaties slaan Groningen, Friesland en Drenthe evenmin een gek figuur. 131 op de honderdduizend inwoners en in het gehele land 98 en ten slotte zijn er in het noorden 9 zwembaden op de honderdduizend inwoners en in ons hele land maar vijf. Toch vond de commissaris dat het niet als een vanzelfsprekende zaak moet worden gezien dat Diever nu ook de beschikking heeft gekregen over een ontmoetingscentrum.
Tegenzin
‘Er is een zekere tegenzin te bespeuren in het bouwen van accomodaties als deze’, aldus mr. Gaarlandt, die het een belangrijke zaak vond dat alle gebruikers van het ontmoetingscentrum in het stichtingsbestuur zijn vertegenwoordigd.
Burgemeester J.C. Meiboom van Diever wees op de funktie die het Dingspilhuus kan hebben voor de plaatselijke gemeenschap, een samenleving die ook in Diever een geheel ander karakter heeft gekregen. ‘Het oude dorp, voornamelijk agrarisch, gebonden aan een vrij klein gebied, waar men nauwelijks buiten kwam, met haar noaberplicht en allerlei tradities en gebruiken, bestaat niet meer. Maar zolang er mensen samenwonen is er toch een gemeenschap, al is het nu in een eigentijdse vorm. De opdracht aan de inwoners van Diever is om vanuit dit gebouw te werken aan de gemeenschap van de toekomst’, aldus de heer Meiboom.
Drieling
De heer K. Hessels, die sprak namens de gemeenteraad, herinnerde eraan dat het Dieverse gemeentebestuur altijd drie grote wensen heeft gehad, een zwembad, een ontmoetingscentrum en de riolering. ‘We hebben eraan getwijfeld of we ooit een van de drie zouden krijgen. Het is net een echtpaar dat geen kinderen heeft en ineens wordt verrast met een drieling’, aldus de heer Hessels.
De heer W.A. van Opijnen van ’t bureau Drenthe van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, stelde dat Diever een van de laatste gemeenten is geweest, die van de huidige soepele regeling heeft geprofiteerd. De minister wil het een beetje afremmen, vooral op het platteland.
De heer G.C. van Geffen van Opbouw Drenthe filosofeerde over de funktie die een ontmoetingscentrum heeft. Het wil een plaats zijn waar de mensen elkaar tegen kunnen komen. En ook iedereen uitnodigt mee verantwoordelijk te zijn voor wat er in zijn of haar samenleving gebeurt.
Vijftigduizend
‘De Dieverse bevolking heeft voor het ontmoetingscentrum ruim vijftigduizend gulden bijeen gebracht.’ Mevrouw H. Kuipers-Jansen, die dit meedeelde vond het een enorme prestatie voor een gemeente met achthonderd gezinnen. ‘Het is duidelijk een bewijs dat de bevolking wel terdege achter het ontmoetingscentrum staat’, zei zij.
De voorzitter van het stichtingsbestuur, de heer J. Oosterhuis, had tevoren al zijn dank gebracht aan iedereen, die mee heeft gewerkt aan de totstandkoming van het Dingspilhuus. In het bijzonder noemde hij daarvan (wijk)zuster Broer. Tijdens de bijeenkomst voerden nog velen het woord. Ze lieten hun goede wensen vergezeld gaan van geschenken.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie vond het wel heel toevallig in zijn grote verzameling oude kranten een knipsel tegen te komen van het bijgaande bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van maandag 14 januari 1974. Heel toevallig vanwege de onherroepelijke sluiting van ut ienige echte Dingspilhuus an de Heufdstroate in Deever in april 2019, zeg maar zo’n vijfenveertig jaren na de opening op zaterdag 12 januari 1975. Zo’n bericht neemt de redactie zonder te dralen, maar niet zonder een brok in de keel, op in ut Deevers Archief.
Over ut ienige echte Dingspilhuus an de Heufdstroate in Deever is vanaf de opening in januari 1974 tot aan de onherroepelijke sluiting in april 2019 un hiel dik book te skrie’m. Ech wè !
De boekschrijfdeskundologen van de plaatselijke heemkundige vereniging kunnen met geschwinde spoed en in gestrekte draf aan de slag met dit uitdagende onderwerp.
Ook de historischekalenderdeskundologen van de plaatselijke heemkundige vereniging kunnen met heel geschwinde spoed en in gestrekte draf aan de slag met hun Historische Kalender 2020, met als bijzonder dankbaar onderwerp: 45 jaar Dingspilhuus – 1974-2019.
In het bericht wordt de heer Fransen genoemd. Boer Roelof Fransen (de Fraanse) is geboren op 8 oktober 1904 en is overleden op 22 september 1977. Hij was getrouwd met Klaassien Mulder.
In het bericht wordt de heer K. Hessels genoemd. Het betreft boer en wethouder Klaas Hessels van ’t Noave.
In het bericht wordt de heer J. Oosterhuis genoemd. Het betreft boer en gedeputeerde Jan Oosterhuis uut Wittelte.
Voor personen die ut Deevers echt willen gaan beheersen, zoals bijvoorbeeld Drenterentenierders (import) die druk en ernstig bezig zijn met een indeeveringcursus Deevers voor Drenterentenierders, volgt hier de vertaling van de titel van dit bericht: Het dorpshuis van Diever heet het Dingspilhuus..