Category Archives: Meule

Ut ende van de meule an ut Katt’nende in Deever

Op 6 maart 1915 verscheen de volgende advertentie in het Nieuwsblad van Friesland over de veiling van den ondergrond van een windkorenmolen met aangelegen grond, den molen op afbraak en een dorschmachine. Het ging om de molen aan het Katteneinde, later Moleneinde genoemd, in Deever.

Molen  – Diever (Dr.)
Notaris Bon te Dwingelo zal op maandag 15 maart 1915, des voormiddags ten 11 ure, ten huize van T. Wesseling te Diever, ten verzoeke van Jan Rabbinge aldaar, publiek bij inzate veilen:
1. den ondergrond van een windkorenmolen met aangelegen grond groot 7 aren 90 centiaren, zeer gunstig bij het dorp gelegen aan den straatweg Diever-Dieverbrug; zeer geschikt voor huisplaats;
2. den molen op afbraak in twee percelen a. het houtwerk met zwaar eikenhouten achtkant en 2 maalsteenen; b. de steenen en verder metselwerk en het riet; de bliksemafleider wordt afzonderlijk verkocht;
3. een zoo goed als nieuwe dorschmachine door den molen gedreven wordende.
Vreemde bieders gelieven zich te voorzien van een verklaring van gegoedheid afgegeven door hun notaris.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Als onderdeel van de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek, ‘de fabriek’, aan het Katteneinde in Deever werd in 1908 een korenmalerij ingericht.
Jan Rabbinge, de molenaar van de windkorenmolen naast ‘de fabriek’ zal uiteindelijk in de concurrentiestrijd met de korenmalerij van ‘de fabriek’ het onderspit hebben gedolven. Zo gebeurde het dat hij zijn beltmolen in 1915 door notaris Bon uit Dwingelo liet veilen in het boerencafé van Teunis Wesseling aan de Hoofdstraat in Deever. Roelof Willem Fledderus werd de koper van de molen op afbraak. Wellicht dat het vrijgekomen eikenhout in de streek is hergebruikt bij de bouw of de verbouwing van een boerderij.
Jan Rabbinge werd op 11 juli 1872 geboren in Bloemberg (Zuidwolde) als zoon van landbouwer Jan Rabbinge en Lummigje ten Kate. Hij overleed op 2 januari 1954 in Zuidwolde. Jan Rabbinge trouwde op 15 juni 1900 in Ruinerwold met Hilligje Nijsingh. Zij werd geboren op 23 april 1874 aan het Oosteinde in Ruinerwold en overleed op 21 juni 1911 in Deever. Zij was een dochter van Jan Hendriks Nijsingh en Vrougje Karsten.
Jan Rabbinge hertrouwde op 15 maart 1913 in Deever met 
Janna Smid. Zij werd op 22 oktober 1883 geboren aan de Anserweg in Ruinen en overleed op 3 maart 1951 in Zuidwolde. Zij was een dochter van Arend Smid en Marchien Willems.
De boerderij met het boerencafé van Teunis Wesseling stond op de hoek van de Hoofdstraat en de Tusschendarp, op de plek waar nu een zelfbedieningswinkel is gevestigd.

Posted in Beltmeule, Deever, Meule | Leave a comment

De saandweg hen de Deeverbrogge in 1906

De redactie van ut Deevers Archief toont graag zijn mooiste ansichtkaarten aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief. In dit geval betreft het bijgaand afgebeelde  zwart-wit ansichtkaart (briefkaart), die op 11 juli 1921 is verstuurd vanuit Deever naar Den Haag. Uitgeverij H. ten Brink te Meppel is de drukker en uitgever van deze kaart.

Op de kaart is in het vrije tekst gedeelte de volgende tekst te lezen:
Beste Amalia,
Hartelijke groeten uit Drenthe ! Ik heb het heerlijk op de hei en tusschen de dennen. Alleen is het erg warm. Wil je tante de groeten doen ? Ontvang ook zelf de groeten van …… (naam van de afzender is helaas niet leesbaar). 11 juli 1921.
De kaart is verzonden aan Mejuffrouw A. van Willigenburg, Beeklaan 440, Den Haag.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De hier afgebeelde ansichtkaart (briefkaart) is ook opgenomen in het boekje met de snorkende titel ‘De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld’ van Arend Mulder Jzn.
Op de hier afgebeelde ansichtkaart (briefkaart) (kenmerk nummer 231/A R) zijn te zien de stoomzuivelfabriek en de beltmolen, die in 1915 is afgebroken. Jan Rabbinge was in 1915 de molenaar van de beltmolen.
Dat wil zeggen dat de op 11 juli 1921 verzonden kaart dateert van vóór de afbraak van de molen, de precieze datering is 1906. De plaatselijke neringdoende verkocht in 1921 dus een herdruk van de oorspronkelijke ansichtkaart (briefkaart) uit 1906.
Op de afbeelding is aan de linker kant te zien een deel van de boerderij Egbert (Eppe) Bennen (geboren op 4 augustus 1863 in Deever, overleden op 15 april 1912 in Deever) en Jantien Zoer (geboren op 14 oktober 1872 in Lhee, overleden op 20 april 1961 te Wapse)

De redactie wil in ut Deevers Archief tevens graag verwijzen naar het bericht Stoomzuivelfabriek aan het Katteneinde – 1908, naar het bericht Einde van de molen een het Moleneinde en naar het bericht Korenmolen van den Heer Wesseling afgebrand.

Jan Rabbinge (1867-1954) is geboren op Rabbinge als zoon van Jan Rabbinge en Lummigje ten Kate. In 1900 trouwt hij met Hilligje Nijsingh (1873-1911) uut Runerwold. Jan Rabbinge heeft gewerkt als molenaar in Beilen (1900-1905), Pesse (1906-1907) en Deever (1911-1915). In 1911 overlijdt zijn eerste vrouw en hertrouwt Jan Rabbinge met Janna Smid (1883-1951) ut Rune. Uit het eerste huwelijk worden zes kinderen geboren, uit het tweede huwelijk worden vijf kinderen geboren, waarvan uiteindelijk zeven kinderen de volwassen leeftijd zullen bereiken.
In maart 1915 verkocht Jan Rabbinge de beltmolen – een achtkante bovenkruier – aan het Katteneinde in Deever. Hij verkocht de molen aan molenaar Roelof Coster uit Staphorst, die hem liet afbreken en in de onmiddellijke nabijheid van zijn standerdmolen aan de Muldersweg op Staphorst op liet bouwen. De komst van dit maalwerktuig leidde tot de sloop van de oude standerdmolen. 

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van mooie ansichtkaarten op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 34 van het in 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige Gemeente Diever in oude ansichten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Abracadabra-1400
Abracadabra-1401

Posted in Ansichtkoate, Beltmeule, Deever, Meul’nende, Meule, Süvelfubriek Deever, Topstuk | Leave a comment

Ik hep oarig wat last van mien voot’n

De redactie van ut Deevers Archief toont graag afbeeldingen van mooie ansichtkaarten aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief. In dit geval betreft het bijgaande afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart, die op 21 augustus 1906 door soldaat Johan is verstuurd vanuit Deever naar zijn meisje mejuffrouw W. Jeelof in Leeuwarden.

Op de achterkant van de ansichtkaart is de volgende tekst te lezen:
L.M.,
Wij zijn vanmorgen om half 12 aangekomen.
Ik heb nogal wat last van mijn voeten, maar anders is alles bij het ouwe.
Ik heb vanmorgen Klaas en de gebroeders Sinnema ook gezien, maar zij mij niet, ik liep anders nog wel een paar pas van hun af, daar wij vlak achter de muziek liepen.
Nu zal ik maar ophouden, daar de inkt amper en ruimte zich er geheel niet toe leenen.
Nog 6 dagen dienst doen, dan 1 dag reizen en dan 1 dag rust, dan zit ik al weer in Leeuwarden.
Nu gegroet van je liefhebbende Johan.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het zal de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wel direct duidelijk zijn dat de tekst is geschreven door soldaat Johan, die in 1906 op herhalingsoefeningen in de tijdelijke legerkamp (de Kaamp) op de Oeren tussen Kalteren en Soerte was.
En dat soldaat Johan waarschijnlijk pijn in zijn voeten had van het marsje van het treinstation in Steenwijk of het tramstation in Frederiksoord naar de legerkamp bij Kalteren. Hadden de schoenen van soldaat Johan niet de juiste maat, of was soldaat Johan een kleinzerig mannetje ?
De hier afgebeelde ansichtkaart is ook opgenomen in het boekje met de snorkende titel ‘De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld’ van Arend Mulder Jzn. H. ten Brink uit Meppel was de uitgever van deze ansichtkaart.
Op de ansichtkaart (briefkaart) (kenmerk nummer 4243) zijn te zien de stoomzuivelfabriek en de beltmolen, die in 1915 is afgebroken. Jan Rabinge was in 1915 de molenaar van de beltmolen.
Op de afbeelding is aan de linker kant nog net te zien een deel van de boerderij van Egbert (Eppe) Bennen (geboren op 4 augustus 1863 in Deever, overleden op 15 april 1912 in Deever) en Jantien Zoer (geboren op 14 oktober 1872 in Lhee, overleden op 20 april 1961 te Wapse). Egbert (Eppe) Bennen was in 1899 nog de molenaar van de beltmolen.
De redactie wil in het Deevers Archief tevens graag verwijzen naar het bericht Stoomzuivelfabriek aan het Katteneinde – 1908, naar het bericht Einde van de molen een het Moleneinde en naar het bericht Korenmolen van den Heer Wesseling afgebrand.
De afbeelding van een latere uitgave van deze ansichtkaart is te vinden in ut Deevers Archief.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van mooie ansichtkaarten op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 34 van het in 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige Gemeente Diever in oude ansichten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Ansichtkoate, Beltmeule, Meul’nende, Meule, Süvelfubriek Deever, Topstuk | Leave a comment

Veiling koornmolen met bijbehoorenden molenberg

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 28 januari 1882 verscheen het volgende korte bericht.

De notaris mr. W. G. Servatius te Dwingelo zal, ten verzoek van H. Kok en H.K. Mulder, op maandag 6 februari 1882, des morgens om elf uren, ten huize van K. Kok te Diever, publiek bij inzate veilen:
een koornmolen en daarbij behoorenden molenberg, staande en gelegen aan den straatwerg te Diever.

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 3 februari 1882 verscheen het volgende korte bericht

Koornmolen te Diever
De notaris mr. W.O. Servatius te Dwingelo maakt bekend dat de koornmolen te Diever uit de hand is verkocht en dat dientengevolge de geannonceerde publieke veiling van dien molen aanstaanden maandag, den 6den februarij, niet zal plaats hebben.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het ging om de verkoop van de beltmolen aan het Katteneinde (Moleneinde) van Deever.
H,K. Mulder was molenaar Hendrik Klaassen Mulder.
Wie van de trouwe bezoekers van ut Deevers Archief kan gegevens van K. Kok, H. Kok en Hendrik Klaassen Mulder aan de redactie verstrekken ? Waar in Deever stond het café van K. Kok ?
In 1882 kon de persoon (Jan Rabinge ?), die de korenmolen op de molenberg uit de hand kocht, niet vermoeden dat in 1899, bijna vlak naast zijn molen, zijn grootste concurrent zou worden gebouwd, te weten de coöperatieve melkfabriek, die enige jaren daarna werd uitgebreid met een korenmalerij.
De beltmolen draaide in 1915 voor het laatst.

abracadabra-528

 

 

 

 

 

abracadabra-529

Posted in Beltmeule, Deever, Meul’nende, Meule | Leave a comment

See hept wièr alle rogge uut de meule usteul’n

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 30 december 1854 verscheen het navolgende berichtje over een grote diefstal van rogge uit de korenmolen van Wapse.

Wapse, 28 december, Heden nacht is de molen alhier weer bestolen. De dieven (er zijn zeker meer dan één geweest) hebben al de in de molen aanwezige rogge er uitgehaald, zoveel zij konden medegenomen, en de overige buiten den molen op den grond geworpen, terwijl ze de ledige zakken, insgelijks mede genomen hebben. Tot nu toe heeft men de daders niet ontdekt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In 1854 zal Jan Klaassen Haveman (zie vijfde generatie Haveman in het navolgende artikel) de mulder van de Wapser korenmolen zijn geweest. De redactie van ut Deevers Archief publiceerde het navolgende artikel in Opraekelen 02/2. Opraekelen is het nog steeds bestaande blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de lokale heemkunduge vurening.

De molenaarstak van de familie Haveman in Wapse
Het navolgende artikel is een reactie op het artikel ‘Toen en nu – De korenmolen van Veldhuizen’ in Opraekelen 01/4. In dat artikel is toegezegd dat enig onderzoek zou worden gedaan naar de molenaarstak van de familie Haveman in Wapse. Het onderstaande is een samenvatting van genealogisch onderzoek dat uitgevoerd is door Bert Haveman uit Hoogezand en Egbert Sinkgraven uit Dieverbrug.

Eerste generatie Haveman
Tot nu toe kan Jan Klaesen Haveman de ‘oervader’ van de Wapser molenaarsfamilie Haveman worden genoemd. Zijn geboortedatum is niet bekend, maar hij moet omstreeks 1670 zijn geboren. Hij was getrouwd met Lummechien Pieters. Een zoon van het echtpaar was Klaas Jans (zie tweede generatie Haveman).

Tweede generatie Haveman
Klaas Jans Haveman werd geboren op 17 februari 1697. Hij trouwde met Claesjen Jans. Een van hun kinderen was Jan Klaas (zie derde generatie Haveman).

Derde generatie Haveman
Jan Klaas Haveman zal in 1732 geboren zijn, want hij werd op 3 november 1732 gedoopt. Hij stierf op 24 mei 1811. Hij was getrouwd met Jantjen Hendriks Gerrits. Een zoon van het echtpaar was Klaas Jans (zie vierde generatie Haveman).

Vierde generatie Haveman
Klaas Jans Haveman moet in 1767 zijn geboren. De geboortedatum is niet bekend, maar uit de kerkelijke boeken is wel bekend dat hij op 3 mei 1767 werd gedoopt. Hij is in 1831 overleden. Klaas Jan was landbouwer en mulder te Wapse. Uit de archieven is niet te achterhalen of zijn voorvaders ook mulder zijn geweest. Hij trouwde met Aaltien Alberts Fokken, die rond 1750 werd geboren en in 1812 overleed. Zij was een dochter van Albert Fokken Veenhuis. De kinderen uit dit huwelijk waren Annigje (geboren rond 1794) en Jan Klaassen (zie vijfde generatie Haveman).

Vijfde generatie Haveman
Jan Klaassen Haveman werd geboren op 7 januari 1799 te Wapse. Hij was landbouwer en mulder te Wapse. Hij was in 1832 eigenaar van de windkoornmolen te Wapse. Hij trouwde op 9 juni 1822 op 23-jarige leeftijd met Geesje Mighiels, geboren op 11 september 1800, dochter van Michiel Roelofs en Klaasje Jans. Hun kinderen waren Klaas Jans (geboren rond 1823), Mighiel Jans (Michiel) (zie zesde generatie Haveman), Hendrik Jans (geboren rond 1834), Geesje (geboren rond 1836), Annigje (geboren rond 1838) en Berend (geboren rond 1840).

Zesde generatie Haveman
Landbouwer en korenmolenaar Migchiel Jans (Michiel) Haveman werd geboren op 9 juli 1826 te Wapse. Hij trouwde op 30 april 1853 te Diever met Stijna Roelofs van Noord, geboren op 9 maart 1827 te Lhee, dochter van Roelof Gelmerts van Noord, landbouwer te Lhee, en Klaasje Jans Wesseling. Uit dit huwelijk werd Roelof Machiel (zie zevende generatie Haveman) geboren.

Zevende generatie Haveman
Roelof Machiel Haveman was landbouwer en de laatste mulder van de Wapser molen. Hij werd geboren op 18 februari 1858 en overleed op 9 oktober 1941. Hij trouwde vóór 1900 met Jantje de Ruiter (overleden vóór 1900). Uit dit huwelijk werd zoon Michiel Jans in 1894 geboren, die op 2 juli 1952 overleed en niet getrouwd is geweest. Roelof Machiel Haveman hertrouwde op 41-jarige leeftijd op 21 januari 1900 te Diever met Aaltje Muggen, geboren op 21 augustus 1871 te Dwingelo, overleden op 22 april 1935, dochter van Lucas Muggen en Jantje Duker. De kinderen uit het tweede huwelijk waren: Stina (geboren op 28 november 1900, overleden op 11 augustus 1993), Lucas (geboren op 17 december 1902, overleden op 5 juni 1991) (zie achtste generatie Haveman), Lutina, geboren in 1905, overleden op 15 januari 1991) en Jantinus(geboren in 1907, overleden op 18 september 1988) (zie achtste generatie Haveman). Stina trouwde met Hendrik van der Berg (geboren in 1895, overleden op 12 juli 1967). Lutina trouwde met Klaas Snoeken (geboren op 29 september 1902, overleden op 28 november 1974).

Achtste generatie Haveman
Lucas Haveman trouwde met Roelofje Barelds (geboren op 13 november 1902, overleden op 19 mei 1948). Uit dit huwelijk werden geboren: Aaltje (geboren op 3 juni 1935) en Alida (geboren op 13 februari 1934). Jantinus trouwde met Trijntje Snoeken (geboren op 1 augustus 1907, overleden op 10 september 1972). Kinderen van hen waren Aaltje (geboren op 17 oktober 1936) en Jacob (geboren op 9 maart 1940, overleden op 31 maart 1992) (zie negende generatie Haveman).

Negende generatie Haveman
Jacob Haveman trouwde met Stijna van Zomeren (geboren op 16 januari 1940). Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren: Jantinus Albertus (geboren op 13 september 1962) en Albertus Jantinus (geboren op 4 mei 1964). Beiden zijn getrouwd, maar hebben geen mannelijke nakomelingen.

Bronnen:
Informatie van Bert Haveman, Hoogezand;
Informatie van mevrouw Aaltje Wink-Haveman, Wapse;
Informatie van Egbert Sinkgraven, Dieverbrug.

Posted in An de Deeverbrogge, Meule, Meule in Veldhuus’n, Opraekelen, Wapse | Leave a comment

Un deeglukke, staarke en welbeklaante meule

Advertentieblad van het Departement van de Wester-Eems van 7 oktober 1811 vermeldt het volgende bericht over de verkoop van dd hechte, sterke en welbeklantte korenmolen, staande tusschen Diever en Oldendiever.

G.A. DE JONGE te Diever is voornemens, ten overstaan van den ondergeteekende KEIZERLYKEN NOTARIS, op Donderdag den 7 november 1811, des avonds met het opsteken der Kaars, ten huize van DANIËL HANSEN te Diever, publiek bij Strykgeld te doen inzetten, en Woensdag den 13 November daar aan volgende, by toeslag aan de meestbiedende te Verkoopen: een hechte, sterke en welbeklantte KOREN-MOLEN, staande tusschen Diever en Oldendiever, in het voormalig Departement Drenthe. Kunnende den Kooper (des begerende) de halve Koopprys tegens behoorlyke intrest, en op voor te lezen Conditien, over het gekochtte behouden.
S.J. van Royen, Keizerlyke Notaris.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de advertentie gaat het natuurlijk om de verkoop van de korenmolen, die tegenwoordig molen ‘de Vlijt’ wordt genoemd.
In 1811 was Geert Aalderts de Jonge de mulder van de korenmolen op de Westeresch tussen Deever en Oldendeever. Hij overleed op 22 mei 1815 op 69-jarige leeftijd. Hij was getrouwd met Geesje Hessels.
Stephanus Jacobus van Royen (gedoopt op 8 april 1764 in Vledder, overleden op 3 augustus 1834 in Bentheim) was notaris in Vledder. Hij was in de Franse tijd ook burgemeester en schulte van Deever.
Strijkgeld is een beloning die de verkopende partij van een onroerend goed uitlooft aan de hoogste bieder
.
Het departement Wester-Eems was de naam van een Frans departement in de Nederlanden ten tijde van het eerste Franse keizerrijk. Het departement werd gevormd op 1 januari 1811 na de annexatie door Frankrijk op 9 juli 1810 van het koninkrijk Holland. Het bestond uit de voormalige Hollandse departementen Groningen en Drenthe en het Duitse deel van het Reiderland.

Posted in Deever, Meule, Meule van Oll’ndeever | Leave a comment

De breurs Zeephat hept de stien’n van de meule ebilt

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante), jaargang 1963, nummer 118, van 4 oktober 1963 verscheen het volgende bericht over het slijpen van de stenen van korenmolen ‘de Vlijt’ in Oll’ndeever. De redactie van ut Deevers Archief vond dit artikel bij het digitaliseren van zijn papieren archief in een van de vele dozen met krantenknipsels.

Molen staat sinds 1858
Er zijn in Nederland nog maar weinig molens, die gebruikt worden voor het malen van graan tot meel. Dit aantal wordt bovendien doorlopend kleiner, want wanneer de molensteen éénmaal stomp is geworden, is er niemand die de molenstenen opnieuw kan scherpen. Dit is een oude kunst, die de rasechte molenaars verstonden. Met het verdwijnen van dit ambacht zijn degenen die deze bijzondere werkzaamheden kunnen verrichten, nagenoeg geheel verdwenen.
Sinds 1958 staat in Diever (Oldendiever) de molen ‘de Vlijt’ bij de bevolking beter bekend als de Dieverse molen, In 1958 onderging deze molen een grondige restauratie, die twintigduizend gulden kostte. Rijk, gemeente, provincie en de vereniging ‘de Hollandse Molen’ brachten dit omvangrijke bedrag bij elkaar.
Nu in 1963 zijn de molenstenen stomp geworden en het zou bijzonder jammer zijn, indien ook deze molen non-actief zou worden. Niet omdat de molenaar dan niet meer zijn brood kan verdienen, want het molenaarsvak levert geen ‘zout op de aardappels’ op. De eigenaar van de Dieverse molen, de heer A. Uiterwijk Winkel, gebruikt de molen zo nu en dan, terwijl nu zijn hoofdberoep meelhandelaar is. Een stukje folklore zou echter verloren gaan en juist dat zou zo bijzonder jammer zijn.

Op zoek
De vereniging ‘de Hollandse Molen’ ging op zoek naar een molenaar, die de stenen zou kunnen slijpen. Om een dergelijk persoon te vinden, moest zij bij de oudere generatie zijn. Zelfs bij de heel oudere, want dan had men nog een kans. Men kwam tenslotte terecht bij de heer W. Zeephat uit Makkinga en hem werd gevraagd dit zaakje even op te knappen. ‘Natuurlijk’, zei de heer Zeephat en hij nam zijn broer mee.
Jong zijn de gebroeders Zeephat geenszins, doch voor een dergelijk karweitje deinzen zij niet terug. Wijert Zeephat is negentig jaar oud en beslist de oudste molewaar van ons land. Nog altijd woont hij in een molen en nog steeds maalt hij, zij het dan slechts zo nu en dan. Vanaf zijn achttiende jaar is de heer Zeephat al in het vak, hetgeen dus betekent dat hij nu al 72 jaar lang molenaar is.
Wijert en Roelof, die 77 jaar oud is, hebben de molenstenen snel en goed geslepen. Dat deden zij in ongeveer vijf uur. Dat is snel en toen de gebroeders Zeephat daarover gecomplimenteerd werden, antwoorden zij: ‘Och, wee bint jonge kièrels’.
Dank zij deze ‘jonge kerels’ kan de molen in Oldendiever nu weer dienst doen en is een stukje folklore behouden.

Tekst bij de foto van de molen
Al sinds 1858 siert de molen ‘de Vlijt’ het Dieverse landschap. De molen kan nu weer dienst doen, nu de stenen zijn gescherpt.

Tekst bij de foto van de stenenslijpers
De oudste molenaar van ons land Wijert Zeephat uit Makkinga (rechts) die 90 jaar is, is hier met zijn 77-jarige broer Roelof, ook molenaar van beroep, in actie met het scherpen van de stenen van de molen in Diever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het scherp maken van molenstenen wordt ‘billen’ genoemd. De schrijver van dit artikel overdreef uiteraard wat betreft het verloren gaan van de kennis en de kunde van het scherpen van molenstenen.
Het is daar heden ten dage minder dramatisch mee gesteld, dan het artikel in de Olde Möppeler doet vermoeden. De redactie verwijst hier gemakshalve naar gegevens over molenstenen in de webstee Wikipedia.
Wijert Zeephat is geboren op 15 april 1873 en hij is op 8 mei 1970 op 97-jarige leeftijd overleden in Makkinga.
Roelof Zeephat is geboren op ….. en is overleden op …. Wie weet zijn gegevens ?
De redactie zou wel graag weten welke vrouw op de akker bij de molen bezig is met het rooien van aardappelen ?

Posted in Aarfgood, Meule, Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

De olde meule van Veldhuus’n wöd ofebreuk’n

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) stond op 25 april 1914 op bladzijde 7 het volgende korte bericht over de voorgenomen afbraak van de windkorenmolen op de molenberg in de kluft Veldhuizen bij Wapse.

Wapse.
De windkorenmolen die nog ten huidigen dage ten westen van deze plaats op een hoogte aan den straatweg staat, die stormen en onweders heeft getrotseerd, die geslachten zag komen en heengaan, het gevaarte dat reeds op verren afstand zichtbaar was en menigeen tot gids diende, in ’t kort, de oude molen, die als ’t ware één werd met onze plaats – hij wordt afgebroken. Echter om elders weer te verrijzen, want hij zal de plaatsvervanger worden van den te Havelte afgebranden collega.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De windkorenmolen, een grondzeiler, stond op de molenberg in de kluft Veldhuizen bij Wapse.
De redactie verwijst de zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van ut Deevers Archief graag naar het bericht Veldhuizen – Korenmolen – Plusminus 1910 en het bericht Heden nacht is de molen alhier weer bestolen.
In de zo genoemde Molendatabase is bij de verdwenen molens de verplaatste molen van Veldhuizen te vinden via het intikken van Wapse in het zoekvenstertje recht boven aan het scherm, enzovoort.

Posted in Meule, Meule in Veldhuus’n, Veldhuus’n, Verdwenen object, Wapse | Leave a comment

Un plètie van meule De Vlijt op un lusefasdösie

Lucifers van het merk Molen werden gemaakt in de fabriek van Mennen en Keunen in Eindhoven. Het lag natuurlijk voor de hand om op het etiket van de doosjes Nederlandse molens af te beelden. Die werden in de zestiger jaren van de vorige eeuw met het oog op de sterke Nederlandse verzamel- en spaarwoede in series van tien verschillende molens uitgebracht, teneinde de verkoop van deze lucifers fors te vergroten.
Zo ontkwam ook de in 1882 (?) gebouwde en in de tweede helft van de vijftiger jaren grondig gerestaureerde stellingmolen ‘de Vlijt’ in Oll’ndeever niet aan een afbeelding op een doosje van Molen lucifers.
De afbeelding kreeg nummer 378. De redactie van ut Deevers Archief heeft het vermoeden dat het bij serie 371 tot en met 380 om de Drentsche molens ging.

Posted in Deeverse prullaria, Lusefasdösie, Meule, Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

De meule van Roef Machiel op de baarg in Veldhuus’n

In het in 1999 verschenen Deeverse fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is de volgende tekst opgenomen bij afbeeldingen 20, zijnde een afbeelding van een foto uit ±  1910 van de korenmolen op de meulebaarg in de buurtschap Veldhuizen in Wapse. Deze korenmolen heeft daar tot in 1914 gestaan. De molen was een achtkantige grondzeiler, zoals op de foto is te zien.

20 – Veldhuizen -Korenmolen – plusminus 1910
Boer en mulder Roelof Haveman (Roelof Machiel) staat in de deur van zijn korenmolen. Hij was getrouwd met Aaltje Muggen. Op een zonnige zomerse dag zitten, van links naar rechts gezien, hun kinderen Stina, Lutina, Lucas en Jantinus in het gras. Aaltje, de dochter van Lucas Haveman en Roelofje Barelds en de huidige eigenares van deze echt unieke foto heeft nooit geweten welke Wapser boer of boerenknecht bij het paard staat.
De molen stond wat van de weg af op de hoger gelegen meulebaarg in het buurtschap Veldhuizen. In het boerderijtje links naast de molen woonde mulder Roelof Haveman en zijn gezin.
In 1912 werd de op 1 maart 1897 opgerichte Coöperatieve Zuivelfabriek Oens Belang te Wapse uitgebreid met een korenmaalderij. De meule kun mit lievelao niet meer uut, omdat steeds meer boeren hun koren naar de maalderij brachten.
Op 21 maart 1914 werd de stellingmolen van Havelte door brand verwoest. Daardoor kreeg Roelof Haveman de kans zijn nagenoeg werkloze molen te verkopen aan de Havelter mulder Berend Hendrik van der Vegt. Zijn kleindochter Aaltje kan zich nog herinneren dat haar opa zijn geluk zo verwoordde: Wej hept de meule nog mooi hen Aovelte kunn”n vurkop’n.
De molen werd in 1914 afgebroken. Het draaiwerk is gebruikt bij de herbouw van de Havelter molen, zodat de iene meule mit de aandere oppeknapt wödde.
Op het stuk land dat na de afbraak van de molen vrijkwam werden later de boerderij van Hendrik van de Berg en Stina Haveman en die van Klaas Snoeken en Lutina Haveman gebouwd.
Roelof Haveman heeft met het mooie geld dat hij voor de molen beurde zijn boerenbedrijfje vergroot en verzekerde zich zo van een beter bestaan.
Roelof Haveman gebruikte de molen ook nog wel eens voor iets anders. Rijksveldwachter brigadier Albertus Martijn was in die tijd nog bij hem in de kost. Als de mulder wist dat de veldwachter ’s avonds thuis bleef, dan zette hij de wieken in een bepaalde stand. Dat was dan voor de stropers het teken dat ze die avond veilig hun strikken leeg konden halen. Reint Pit was een beken- de stroper die in de buurt van de molen woonde.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
In de webstee molendatabase.org zijn enige aanvullende gegevens over de verdwenen molen van Wapse te vinden.
In de webstee haveltermolen.nl zijn ook enige aanvullende gegevens over de verdwenen molen van Wapse te vinden.


Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Meule, Meule in Veldhuus’n, Veldhuus’n, Verdwenen object, Wapse | Leave a comment

Frièrik Westerling hef ok mulder in Oll’ndeever ewest

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 31 maart 1881 het volgende berichtje over de brand in de molen van Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

Diever, 29 maart. Hedennacht ten half twee is de voor twee jaar nieuw gebouwde korenmolen van Frederik Westerling totaal afgebrand. Oorzaak natuurlijk onbekend. De molenaar was sedert enige dagen afwezig. Alles verzekerd.


In het Het Nieuws van den Dag : Kleine Courant verscheen op 4 april 1881 het volgende berichtje over de brand in de molen van Frederikus Westerling in Oll’ndeever. De achternaam van de molenaar Westerling is in het berichtje per abuis als Wesseling vermeld.

In de gemeente Diever (Drente) is Maandagnacht de korenmolen van den Heer Wesseling geheel afgebrand. De oorzaak is nog onbekend.


In de Opregte Steenwijker Courant verscheen op 22 december 1884 de volgende advertentie over de verkoop van ‘den windkoornmolen’ van Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

De Notaris Mr. J. Beckeringh van Loenen te Dwingelo, zal op Woensdag 24 december 1884, des namiddags om 3 uren, ten huize van Lense Dijkstra te Diever, ten verzoeke van F. Westerling te Oldendiever, bij palmslag publiek verkoopen den windkoornmolen te Oldendiever, gemeente Diever, met daarbij staand nieuw gebouwd huis, benevens eenige perceelen groenland, bouwland en heideveld, een en ander bij den eigenaar in gebruik.


In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op woensdag 15 juli 1891 de volgende advertentie over de verkoop van de ‘windkoornmolen’ en het daarbij staande huis van molenaar Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

Uit de hand te koop: een goed onderhouden en welbeklante windkoornmolen te Oldendiever, met daarbij staand huis, toebehoorende aan en in gebruik bij F. Westerling.
Te aanvaarden 1 november 1891 of 1 mei 1892.
Te bevragen bij den eigenaar en ten kantore van mr. J. Beckeringh van Loenen, notaris te Dwingelo.


In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 9 april 1892 de volgende advertentie over de verkoop van dieren en inboedel van molenaar Frederikus Westerling ten huize van en op verzoek van Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

Mr. J. Beckeringh van Loenen, notaris te Dwingelo, zal op woensdag 13 april eerstkomende, des voormiddags 10 uur, ten huize en ten verzoeke van Frederikus Westerling te Oldendiever, publiek verkoopen:
een best 12-jarig ruinpaard (mak in alle tuigen), melkkoe, 7 varkens (waarvan 2 drachtig), 2 beste wagensopzet, chais, groote sneeuwslede, koornwinde met sjouw, karn, kookpot van 100 hectoliter, trog en verder boeren-, deel- en melkgereedschappen, eet- en pootaardappelen, stroo, mest, zoden, gezaagd eikenhout, voorts huismeubelen als: ouderwets eikenhouten kabinet, kleerkast, groote kookkachel met ketels, klok, spiegels, tafels, stoelen, glas- en aardewerk en verder huisraad, naaimachine, groote harmonica, enzovoort.


In de Opregte Steenwijker Courant verscheen op 15 januari 1894 de volgende advertentie over de verkoop van een welbeklanten windkorenmolen in Oll’ndeever.

Mr. J. Beckeringh van Loenen, Notaris te Dwingelo, zal op Dinsdag 23 Januari 1894, des voormiddags 11 uur, in het Logement van R. Seinen te Diever, voor de Erven Jan Hessels Rz., publiek bij palmslag verkoopen: een welbeklanten windkorenmolen te Oldendiever, met daarbij staande molenaarswoning en bijgelegen perceel bouwland. Zeer laag ingezet, als: de molen op f. 1450.-, de woning op f. 206.- en het bouwland op f. 101.-.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Het moet molenaar Frederikus Westerling in 1884 niet zijn gelukt zijn ‘windkoormolen’  uit de hand te verkopen, want op 15 juli 1891 verscheen in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) een nieuwe advertentie over de voorgenomen verkoop van de ‘windkoornmolen’ van Oll’ndeever. Blijkbaar lukte het hem in juli 1891 wel de ‘windkoornmolen’ uit de hand te verkopen, met aanvaarding op 1 mei 1892, want op 9 april 1892 verscheen in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) een advertentie, waarin Frederikus Westerling de voorgenomen verkoop van levende have en nogal wat inboedel aankondigt. Frederikus Westerling en zijn gezin verhuisden op 3 juni 1892 van Oll’ndeever naar Odoorn.

Molenaar Jakob Friedrichs Westerling is geboren op 14 juli 1805 in Nieuwe Pekela. Hij is op 14 augustus 1884 op 79-jarige leeftijd overleden in Oll’ndeever. Aleid Geerds Penning is geboren op 11 november 1811 in Bunde in Duitsland. Zij is op 2 augustus 1882 op 70-jarige leeftijd in Oll’ndeever overleden. Zij zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Molenaar
Jacob Friedrichs Westerling en Aleid Geerds Penning zijn de ouders van molenaar Frederikus Westerling.

Molenaar Frederikus Westerling is geboren op 16 februari 1840 in Bunde in Duitsland. Hij is overleden op 11 mei 1912 in Duitsland. Zijn laatste woonplaats was ’t Haantje bij Sleen. Hij was toen in dat dorp de molenaar van molen ‘Alberdina’. Hij trouwde op 3 augustus 1867 in Borger met Geesien Middeljans. Zij is geboren op 24 december 1840 in Borger. Zij is overleden op 19 maart 1924 in ’t Haantje bij Sleen.
Aleida Westerling is geboren op 16 november 1868 in Anloo. Zij is een dochter van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Zij trouwde op 8 februari 1918 met boschopzichter Jan Meijer. Zij is overleden op 7 december 1958 in Sleen.
Jacob Westerling is geboren op 31 januari 1871 in Buinen. Hij is een zoon van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Hij is overleden op 25 februari 1872 in Buinen.
Jacob Westerling is geboren op 16 november 1872 in Elp. Hij is een zoon van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Hij is overleden op 21 februari 1940 in Sleen.
Grietje Westerling is geboren op 18 maart 1875 in Balinge. Zij is een dochter van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans.
Grietje Westerling is geboren op 13 december 1876 in Balinge. Zij is een dochter van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Zij is overleden op 12 januari 1839 in Sleen.

Blijkbaar verkocht molenaar Frederikus Westerling zijn welbeklanten windkorenmolen aan Jan Hessels Rz., want begin 1894 stond deze molen weer te koop.

Posted in Meule, Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

Stoomzuivelfabriek aan het Katteneinde – 1908

Op 29 februari 1899 werd op initiatief van den heer H. Krol, landbouwer en veehouder in Deever een bijeenkomst gehouden voor de oprichting van de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek en Korenmalerij ‘Diever’. Aanwezig waren 50 belanghebbenden, die besloten tot oprichting over te gaan.
Op 29 maart 1899 werd voor notaris Johannes Beckering van Loenen (geboren 12 maart 1842, overleden 8 april 1900) te Dwingel de akte gepasseerd, waarbij 46 leden tot de vereniging toetraden.
Het eerste bestuur bestond uit de heren L.W. van Os, voorzitter, C. Offerein, K.W. Fledderus, Hessel Harm Hessels (geboren op 16 juli 1851, overleden op 29 juli 1935) en R. Seinen.
De eerste raad van commissarissen bestond uit de heren H. Krol, B. de Ruiter, H. Kok, W. Bakker en R. Hummelen.
De eerste directeur was de heer J.H. Bentum, die 19 mei 1899 als zodanig in functie trad.
Het eerste personeel bestond uit de heren Jan Jonkers, Arend Klaster en Roelof van Nijen.
Onder architectuur van de heer Ten Bosch, opzichter van de Rijkswaterstaat an de Deeverbrogge, werd op 1 april 1899 de bouw der fabriek aanbesteed. De bouw werd opgedragen aan timmerman Johannes Noorman te Deever voor f. 2736. Binnen 3 maanden was het gebouw gereed en de inventaris, welke werd geleverd door de firma Boeke en Huidekoper te Groningen, opgesteld. Het was toen nog een handkrachtbedrijf.
Op 25 juli 1899 werd de fabriek in werking gesteld. De eerste morgen werd 2194 kg melk verwerkt, het eerste boekjaar (25 juli 1899 – 30 april 1900) 450.000 liter. Het gemiddelde vetgehalte bedroeg toen 3,10 %.
De vereniging dreef vanaf het begin wel handel in koeken en rijstmeel, maar pas later en wel in 1908 werd de korenmalerij ingericht. Het bedrijf ging toen meteen over op stoomkracht en werd eveneens uitgebreid, omdat de boeren van Wittelte toetraden tot de coöperatie.
Op de foto is links naast de fabriek de schoorsteen te zien, de foto zal derhalve gemaakt zijn in 1908, direct na de overgang op stoomkracht. Bij het hek zullen de eerste personeelsleden staan, waaronder Jan Jonkers, Arend Klaster en Roelof van Nijen. Links achter de fabriek is de beltmolen van Jan Rabinge te zien. Deze windkorenmolen werd in 1915 geveild en daarna afgebroken. Rechts op de afbeelding is te zien de boerderij van Egbert (Eppe) Bennen te zien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief.
Op bladzijde 9 van ut Deeverse Blattie van 18 juli 1996 toonden de geschiedschrijvers van de onvolprezen Historische Vereniging Gemeente Diever bijgaand afgebeeld bericht in de rubriek ‘Wat weet u nog vroeger ?’ Dat na bijna 90 jaar nadat de botterfubriek was overgegaan van handkracht op stoomkracht, niemand nog iets wist te vertellen over deze afbeelding, dat mag duidelijk zijn. De opmerking van de geschiedschrijvers van de onvolprezen Historische Vereniging Gemeente Diever dat de hier afgebeelde ansichtkaart ook in het boekje ‘De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld’ van Arend Mulder is opgenomen, is niet juist. In het boekje is een afbeelding van een andere oude ansichtkaart te zien.

Posted in Alle Deeversen, Ansichtkoate, Beltmeule, Meul’nende, Meule, Süvelfubriek Deever | Leave a comment