Anne Mulder over Geert Dekker en Abel Wijkstra

De redactie van ut Deevers Archief kreeg in de jaren 2000-2008 bij zijn bezoeken aan wijlen Anne Mulder – een Deeverse uut de Aachterstroate – die eerst an de Kloosterstroate in Deever woonde, daarna in Gasselte woonde, na zijn pensionering in Assen woonde, en is overleden bij zijn dochter in Voorburg – steeds van hem verhalen, schrijfsels, artikelen, krantenknipsels en documenten over Deever ter hand gesteld met de bedoeling deze voor hem al dan niet in geredigeerde vorm te publiceren.
Het is de redactie bij het leven van Anne Mulder helaas niet gelukt al zijn Deeverse documenten in het papieren blad Opraekelen van de heemkunduge vurening uut Deever te publiceren, dan maar postuum – en met alle respect – en beetje bij beetje opnemen in ut Deevers Archief.
Het navolgende artikel is de Nederlandse vertaling van het in ut Deevers geschreven artikel van Anne Mulder, dat wèl in het papieren blad Opraekelen is gepubliceerd, om precies te zijn in Opraekelen nr. 00/2 (juni 2000).
Dit in ut Deevers geschreven artikel ‘Geert Dekker en Abel Wijkstra’ is in geredigeerde vorm ook als bericht opgenomen in ut Deevers Archief.

Anne Mulder over Geert Dekker en Abel Wijkstra
Aan de Hoofdstraat in Deever woonden jarenlang Geert Dekker met zijn zuster Hilligje en hun oom Abel Wijkstra. Abel Wijkstra werd in de Deeverse volksmond altijd Abel Allen of de Smorre (= ondeugend persoon) genoemd. Hilligje was haast altijd ziek, maar zij is wel behoorlijk oud geworden, 87 jaar.

Het was een huisje waar je altijd terecht kon. Enige dorpsbewoners, waaronder de gemeentelijke veldwachter Johannes Ekkelboom, kwamen daar geregeld om de dorpsnieuwtjes uit te wisselen. Het was daar altijd erg gezellig. Als kind ging ik wel eens met mijn vader mee. Ik kreeg dan van Geert lekkere appels.

Geert was in dienst van de lijkwagenvereniging. Hij is zesentwintig jaren koetsier van de lijkwagen geweest. Hij had daar een prachtig paard voor. Het paard was glimmend zwart en mak en heel geschikt en stijlvol voor de lijkwagen. Geert en Abel pasten goed op het paard. Als er niet veel sterfgevallen waren, dan placht Abel te zeggen: ‘Een slechte tijd. Er gaat geen mens dood.’

Gemeente-ambtenaar Jan Boesjes, die in de kost was bij buurman Jannes Mos, de wagenmaker, was eens een paar dagen ziek. Hij kreeg later bezoek van Abel. En die zei: ‘Wij hadden gedacht dat wij jou wel in de lijkwagen hadden gekregen.’ Hij was altijd uit op klandizie.

De voorzitter van de lijkwagenvereniging was de dominee van de hervormde kerk. Reikhalzend keken de leden van de kerkeraad elk jaar uit naar de jaarvergadering, want dan konden zij zich weer verlustigen aan de smeuïge verhalen van Geert.

Niet te overtreffen
Geert verkocht groente- en bloemzaden voor een firma. De bonensoort met de naam ‘non plus ultra’ (niet te overtreffen) prees hij altijd aan met de naam ‘plus nultra’. ‘Nou ja, die moeilijke woorden ook.’ Maar het zaad werd wel besteld.

Een wonderlijke kronkel
Geert was orgelpomper, klokkeluider en koster in de hervormde kerk. Dat heeft hij meer dan veertig jaren gedaan. Hij had ook een wonderlijke kronkel in zijn  hoofd. Als weer eens een nieuwe dominee kwam, dan vertelde de vertrekkende predikant aan zijn opvolger het volgende: ‘Als je geen blijvende onenigheid met orgelpomper Geert Dekker wilt hebben, dan moet je tegen kerstmis naar hem toe gaan en hem vragen of hij ook op tweede kerstdag tijdens het kerstfeest van de zondagschool wil orgelpompen. Geert zegt dan: ‘Ja’’. De nieuwe dominee  knoopte dat goed in zijn oren en volgde de raad op.

Ere-medaille in brons
Geert Dekker werd in 1955 op koninginnedag voor zijn verdiensten koninklijk onderscheiden met de eremedaille in brons, verbonden aan Orde van Nassau.

Roggepachten
Geert haalde ook de roggepachten op.

Geert en de landlopers
Geert was door de gemeente belast met het verschaffen van onderdak aan landlopers. Dat onderdak was een ruimte aan de noordkant van de kerk. Een laadloper kreeg dan van Geert koffie en een half brood. De gemeente betaalde daar de kosten van.

Geert en Abel en het boerwerken
Geert en Abel gingen ook wel zo genoemd uit boerwerken. Als je een stuk grond voor de verbouw van zeg maar aardappels had, dan kwamen Geert en Abel met hun paard om de grond te bewerken. Maar als je graag wilde, dat zij op een bepaalde dag kwamen, dan moest je tegen hun zeggen dat het op die dag niet schikte. Dan zeiden Geert en Abel prompt dat het hun juist op die dag wel schikte. Zij waren altijd tegen de draad in. ‘Nou ja,’, zei men dan grif, ‘dat moet dan maar. Wij hangen van jullie af.’
Geert verzorgde ook een paar tuintjes van particulieren.

Geert in het ziekenhuis
Toen Geert in het ziekenhuis belandde, kreeg hij zoveel fruit dat hij dat niet allemaal alleen kon opeten. Hij heeft toen geprobeerd het fruit wat over was bij opbod te verkopen aan de andere patiënten. Dat zal wel niet zijn gelukt. Het was een zuinigerd ! Hij is is op 6 maart 1963 overleden op 87-jarige leeftijd.

Abel en het broodmeel
Roelof (Roef) Wesseling ging met meel naar de bakker om daar broden van te laten bakken. Toen kwam hij Abel tegen. Die zei: ‘Ik kan je een reis besparen. Ik moet toch die kant op. Geef mij dat meel maar mee.’ En tegen de bakker zei Abel: ‘Dit is het broodmeel van Roelof Wesseling. Je moet er voor zorgen dat alle broden propvol met krenten zitten, want ze krijgen zondag grote visite.’ Roelof Wesseling schrok zich dood toen hij de broden ophaalde. Thuis gekomen schrok zijn vrouw Annigje ook, maar die zei: ‘Ja jongen, dan moet je zoiets ook niet meegeven aan Abel. Je weet hoe hij is.’

Abel heeft het weer
Bij hun boerderijtje waren stratenmakers bezig met de straat. Er was ook een leerling bij. Abel merkte dat die jongen ban voor hem was. Daar was munt uit te slaan en hij stelde zich in verbinding met postbode Roelof Vos (bode Vossie), die daar vlakbij woonde.  Abel zei tegen bode Vossie: ‘Als je vanmiddag van de bestelling thuis komt, dan moet je komen en mij het touw aan mijn been binden, de baanderdeur open doen en dan moet je mij naar buiten leiden en dan ga ik al rollend en brullend naar de jongen toe. Als de stratenmakers dan vragen: ‘Wat is er aan de hand’, dan schreeuw je: ‘Hij heeft het weer ! Hij heeft het weer !’ Aldus gebeurde. Die jonge is spoorslags vertrokken en zij hebben hem daar nooit weer gezien.

Abel en de meisjes
Abel had het altijd te doen met de vrouwen. Als hij ergens was, dan zegde hij als er meisjes in de buurt waren het volgende versje op:
Wie slaap’rig is, wie gaap’rig is, wat doet die bij de bruid.
Kan er nog geen klein zoentje af, dan is de vriendschap uit.
Dan vroeg hij aan de meisjes: ‘Mag ik er nu ook één ?’ Maar die waren daar niet van gediend. Abel werd daarom ook vaak Abeltje Smok (un smok = een kus) genoemd.

Abel op de sokken
In een kamer van de tegenwoordige boerderij van Hendrik Krol aan de Hoofdstraat gaf een mevrouw Heida naailes aan een paar jongedames. Abel liep daar geregeld langs naar hun land op Kalteren. De jongedames maakten altijd grimassen tegen Abel als hij voorbij kwam. Totdat hij een keer naar het huis liep, het raam open schoof en alle kleren die bij het raam lagen onder de arm nam en deed alsof hij daarmee naar Kalteren ging. Nu was Diever in last ! Hoe kregen zij dat naaigoed terug ? Uit nood deden zij de deur open en toen kwam Abel met het naaigoed naar binnen. Hij ging met dat goed achter de vluchtende meisjes aan tot buiten de boerderij. Op het laatst gaf hij hen hun goed terug en ging naar Kalteren. ‘Ik zat achter hen aan op de sokken, zei Abel later.

Abel als adviseur van Shell
Bij buurman Lambert Rolden moest een Shell benzinepomp worden geplaatst. Een beambte had daar de leiding bij. Abel was er ook bij met zijn ongevraagde aanwijzingen. Die beambte was daar natuurlijk niet van gediend en zei op een gegeven moment: ‘Ouwe man, ik heb eerbied voor je ouderdom, maar niet voor je verrotte praatjes.’ En Abel droop af. Abel is 93 jaar geworden. Abel was een mooi figuur, wellicht een van de mooiste figuren die Deever ooit heeft gekend.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Abel Wijkstra werd Oude Abel, Abel Allen, Allen Abel, de Smorre of Abeltje Smok genoemd.
Abel Wijkstra is geboren op 26 maart 1837 in Deever, als zoon van Alle Abels Wijkstra en Jacobje Jans Kremer. Hij is overleden op 18 september 1930 op 93-jarige leeftijd in Deever. Abel Wijkstra is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
In het in het Deevers geschreven artikel Anne Mulder over Geert Dekker en Aèbel Wiekstra is een afbeelding van een fraaie zwart-wit foto van Abel Wijkstra bij het boerderijtje van Geert Dekker an de Heufdstroate opgenomen.
De redactie heeft het vermoeden dat die foto van Abel Wijkstra is gemaakt omstreeks 1925.

Afbeelding 1
Deze fraaie zwart-wit foto is gemaakt bij het niet meer bestaande boerderijtje van Geert Dekker an de Heufdstroate. De foto laat zien dat Abel Wijkstra even niet bezig is met touw draaien, maar een pijpje aan het roken is. Het instrument in de rechterhand van Abel Wijkstra is een soort spintol waarmee het garen wordt getwijnd. Het getwijnde garen wordt op de haspel gewonden. De redactie heeft het vermoeden dat deze foto van Abel Wijkstra is gemaakt omstreeks 1925.

This entry was posted in Alle Deeversen, Deevers, Dorpsfiguur, Geert Dekker, Verdwenen object. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *