Ien kièr in de weke wödde de bièr eslaagt

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 80 een afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart van de pastorie van de hervormde kerkgemeente aan de brink van Deever opgenomen. De foto voor deze ansichtkaart is in 1939 gemaakt. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart zijn herinneringen van dominee Dirk Theodorus (Theo) Rutgers aan deze pastorie uit zijn eerste periode 1948-1951 verwerkt. De pastorie aan de brink van Deever is in de vijftiger jaren van de vorige eeuw afgebroken. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

60 – Diever – Pastorie van de Hervormde Kerk – 1939
Hier volgen mooie herinneringen aan dit huis van dominee Theo Rutgers.
In vergelijking met de pastorie van Dwingeloo was deze pastorie eenvoudig en niet zo opvallend. Het was wel een echte pastorie, want aan weerszijden van de voordeur bevonden zich twee grote en hoge voorkamers. De roodstenen gang achter de voordeur liep tot aan de tuindeur aan de achterkant. In de gang bevonden zich de deuren van de voorkamers en de twee achterkamers. In het midden van de gang bevond zich aan de ene kant een trap naar boven en aan de andere kant een dwarsgang die via een afstapje in de keuken naast het huis uitkwam. Onder de rechter achterkamer lag de kelder die bereikbaar was vanuit de keuken. Achter de rechter achterkamer bevond zich ’t huusie. De ton van ’t huusie werd één keer per week geleegd. De kamers werden verwarmd met kachels. De keuken en de bijkeuken hadden geen verwarming. In de keuken stond een geelkoperen waterpomp. Het koken gebeurde op het petroleumstel.
Het mooiste was de grote tuin. Deze was niet volgens een plan aangelegd, maar was wild en natuurlijk. De tuin stond vol met alles wat maar groeien wilde. Zo konden appels, peren, pruimen, morellen en frambozen worden geoogst. Vogels waren er in overvloed. Het was een paradijs. Zo hoorde de tuin van een pastorie te zijn. Deze tuin paste bij het ambt van predikant. Ik kon daar ronddwalen om inspiratie op te doen. De tuin riep herinneringen op aan het veelkleurige en het ingewikkelde van ons menselijk bestaan. Je kwam daar de hele wereld tegen. Vanuit de pastorie had men uitzicht op de Brink, op de wereld en de mensen. Alles was nog in vaste patronen gevat.
Kerk en pastorie waren het middelpunt van een gemeenschap. Wel wat op afstand, want de pastorie had een stoep. Daar moest een doopvader op om z’n kind aan te geven, daarop verscheen een naober om te vertellen dat een buur was overleden. Van het huis ging gezag en wijsheid uit.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in verschillende berichten aandacht besteed aan dominee Dirk Theodorus (Theo) Rutgers. De redactie verwijst voor meer gegevens van hem naar de betreffende pagina in Het geheugen van Drente.
Hij schrijft: De ton in ’t huusie (het toilet) werd één keer in de week geleegd. De tönne in ut hüsie wödde ien kièr in de weke eleegt.
De redactie herinnert zich uit zijn jeugd dat boer Klaas Fledderus op ut Kastiel voor het legen van de tönne in ut hüsie op de dele een uitdrukking in ut Deevers had: wee goat ee’m de bièr slaagt’n. In het Nederlands: we gaan even de beer slachten. Een beer is een mannelijk varken. De geur van een geslachtsrijpe niet-gecastreerde beer is erg onaangenaam. De geur van een leeglopende tönne uut ut hüsie in de strontkarre van Klaas Fledderus was ook niet te harden.
Zie de oude pastorie ook op een andere afbeelding van de oude pastorie en het oude gemeentehuis.
De redactie heeft de bijgevoegde kleurenfoto gemaakt op maandag 3 september 2018.

This entry was posted in Ansichtkoate, Diever, ie bint 't wel ..., Verdwenen object. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *