Is ut huus van Oarn’d Mogg’n in de fik esteuk’n ?

In de Tweede Wereldoorlog stuurde de heer Jan Boesjes, secretaris van de gemiente Diever, op 25 augustus 1943 een brief, waarin verwerkt een telefonisch en een op schrift gesteld rapport van Auke Feentra (onderluitenant-groepscommandant van de Marechaussee van de Groep Diever te Dwingeloo) aan de SIPO (Sicherheits Polizei) in Assen, het Gewestelijk Politie Presidium in Leeuwarden, de commandant van de Marechaussee van het Gewest Groningen, de afdelings-commandant van de Marechaussee in Beilen en de Burgemeester van de gemeente Diever. De brief aan de SIPO werd per koerier verzonden.

Ten vervolge op en ter bevestiging van zijn telefonische melding van heden nacht, luidende: ”De Groepscommandant der Marechausse Groep Diever, te Dwingeloo, bericht, dat in den nacht van 24 op 25 augustus 1943 de boerderij van den  landbouwer A.M. te Dieverbrug No. 11, gemeente Diever, is afgebrand. De brand werd te omstreeks 0.30 uur ontdekt. A.M. is plaatselijk Bureauhouder en staat bekend als nationaal socialistisch gezind. Aan kwaadwilligheid wordt gedacht. Schade ongeveer f. 10.000,-. Distributiebescheiden en waardevolle papieren zijn behouden. Van den dader ontbreekt elk spoor.”; heb ik de eer U te berichten dat op 25 augustus 1943 te omstreeks 2.15 uur, de Groep vanuit De Wijk telefonisch bericht kreeg, dat in de richting Diever brand werd waargenomen.
Onverwijld heb ik mij met alle beschikbare personeel naar den plaats van den vermoedelijken brand begeven. Bij aankomst bleek ons dat de boerderij van A.M. brandde en dat het dak reeds geheel en de muren gedeeltelijk waren ingestort. Bedoelde boerderij stond te Dieverbrug No. 11 in de gemeente Diever.
Bij onzen aankomst was de gemeente brandweer van Diever reeds eenigen tijd met de blussching bezig en werd door de motorbrandspuit water gegeven. Alle meubelen en kleeding konden nagenoeg worden gered. A.M., die tevens plaatselijk Bureauhouder is, kon de distributiebescheiden en waardevolle papieren van zijn administratie in veiligheid brengen. Met de boerderij is een kleine hoeveelheid graan, twee geiten en een weinig ander goed verloren gegaan. Aanvankelijk werd aan kwaadwilligheid gedacht, doch na gedaan onderzoek zijn er verschillende aanwijzingen die sterk doen denken aan kortsluiting. De schade bedraagt ongeveer f. 10.000,-
Opgemerkt zij dat de Groep eerst ongeveer 2 uren na het ontdekken van den brand door den Luchtwachtpost uit De Wijk werd gewaarschuwd en dat kort na het telefoonbericht uit De Wijk een melding van de Luchtwachtpost te Diever binnen kwam. Terstond nadat ik mij ter zake op de hoogte had gesteld, zijn de voorgeschreven meldingen verricht en werd bovendien een gelijke melding, met verzoek om een onderzoek door een deskundige, gedaan aan de Rijksrecherchecentrale te ’s-Gravenhage, waarop inmiddels eveneens telefonisch werd bericht dat een deskundige was aangewezen en het gevraagde onderzoek ten spoedigste zou plaats hebben.
Voor afschrift conform, de secretaris van Diever, J. Boesjes (handtekening)

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Dat deze brief per koerier aan de Duitse SIPO (Sicherheits Polizei) werd gestuurd, moet ingegeven zijn door het in de brief vermelde vermoeden van kwaadwilligheid.
Landbouwer A.M. is de N.S.B.’er Arend Muggen. Hij was plaatselijk bureauhouder van de distributiedienst.
De zinnen ‘Aan kwaadwilligheid wordt gedacht.’ en ‘Van den dader ontbreekt elk spoor.’ doen tussen de regels door vermoeden dat de rapporteur dacht aan een doelgerichte brandstichting. Bijvoorbeeld door een lid van de plaatselijke of regionale ondergrondse (verzet) ? In Deever ging het nooit bewezen hardnekkige gerucht dat verzetsleider Johannes Post de brand in het rieten dak had aangestoken.   
Een afschrift van deze brief werd op 22 mei 1946 verzonden aan het Bureau Wederopbouw Boerderijen in Assen. De boerderij van de N.S.B.’er Arend Muggen is echter niet herbouwd.
De Luchtwachtpost te Diever bevond zich in de gemeentelijke toren aan de brink van Deever.
Aan het einde van de brief wordt echter verzocht om onderzoek door een deskundige van de Rijksrecherchecentrale. De opmerking dat verschillende aanwijzingen sterk doen denken aan kortsluiting, lijkt meer een wens, die de vader van een gedachte is.
De met riet gedekte boerderij brandde helemaal af. De met pannen gedekte varkensschuur naast de boerderij kon worden behouden. De na de oorlog beetje bij beetje in verval geraakte varkensschuur is in 2015 afgebroken.
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van de in verval geraakte varkensschuur gemaakt op 14 februari 2008.
De redactie verwijst ook naar het bericht Wat overbleef van de boerdereeje van Oar’nd Mogg’n.

This entry was posted in N.S.B., N.S.B.'er, Tweede Wereldoorlog, Verdwenen object. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *