Category Archives: Hunnebedde D52

Hunnebedde bee Deever veural wè en veule beklöm’m

Het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger bedacht tot verbijstering en verbolgenheid van de honderdduizenden binnen- en buitenlandse Hunnebeddenbeklimliefhebbers een eigen en juridisch waardeloos verbodsbetuttelbord met de betekenis ‘Hunnebed niet beklimmen’. Zie de bijgaand afgebeelde figuur.
Het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger vindt het beklimmen van hunnebedden erg gevaarlijk.
Je zou toch maar eens van zo één herstapelde en dus al lang niet meer in originele staat verkerende stapel dikke stien’n uut Scandinavië kunnen vallen. Beschikt het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger over betrouwbare gegevens over het aantal en de ernst van de valpartijen van de 53 Drentse hunnebedden in de afgelopen tien jaren ? Of hebben de hoogdoorgestudeerde leden van het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger op een regenachtige vrijdagmiddag tijdens een uitgebreide vrijdagmiddagborrel eens flink en lekker op hun dikke duim gezogen ?
Het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger vindt het beklimmen van hunnebedden een ernstige vorm van grafschennis.
De grond onder de gerestaureerde en dus al lang niet meer in ooorspronkelijke staat verkerende en vervangbare stapels dikke stien’n uut Skandinavië is echter al zo vaak geschonden, mishandeld, afgegraven, uitgegraven, vergraven, doorploegd, gezeefd, geplunderd, dat daar dus geen urnscherfje, schedeltje of botje meer is te vinden. Het beklimmen van deze vervangbare en al duizenden jaren in onbruik geraakte stapels dikke stien’n is in de allerverste verre verte niet als grafschennis te beschouwen.
Het tonen van urnen en schedels en botjes uit hunnebedden en urnenvelden in het Hunnebeddencentrum van het Hunnenbeddenbezoekersbetuttelteam in Borger, het Drents Museum in Assen en het zo genoemde Oermuseum in Deever is als een oneindig veel grotere grafschennis aan te merken. En wat te denken van het serieuze idee van de weledelgestrenge hooggeleerde en hoogdoorgeleerde professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffen, die de grond onder alle Drentsche hunnebedden diep door zijn arbeiders liet doorploegen, zich na zijn dood te laten begraven in de steenkistheuvel bee ut Aar’mhuus an de Grönnegerweg bee Deever ?
Het zou ook zo kunnen zijn dat het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger zo maar plotseling tijdens een oergezellige vrijdagmiddagborrel vindt dat door het beklimmen ernstige slijtage optreedt aan deze vervangbare en al duizenden jaren in onbruik geraakte stapels dikke stien’n.
Stel dat het bovenste deel van een dikke dekstien per beklimming gemiddeld 0,000000001 meter slijt en stel dat een deksteen ruim geschat 10000 keren per klauter- en klimseizoen wordt bezocht, dan slijt die deksteen 0,00001 meter per jaar, dus ongeveer ten hoogste 1 mm per honderd jaar.
De redactie van ut Deevers Archief hoopt ten zeerste dat de door de weledelgestrenge hooggeleerde en hoogdoorgeleerde professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffen in 1955/1956 vernielde stapel dikke stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever tot in lengte van jaren door elke, maar dan ook door elke, bezoeker uitgebreid zal worden beklommen.
De redactie van ut Deevers Archief vreest dat het betuttelteam van de beheerder van de bossen van de Nederlandse Staat (de eigenaar van de vernielde stapel dikke stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever), het betuttelteam van de heemkunduge vurening uut Deever en het betuttelteam van het zo genoemde Oermuseum uut Deever, met instemming van het betuttelteam van de Hoge Dames En Heren Van De Voorkant Van Het Odheidkundige Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever, wellicht in de persoon van de cultuurbeleidsbeïnvloeder en monumentenballoteur Bernard Stickfort, het hier afgebeelde verbodsbetuttelbordje (gij zult het hunnebed niet beklimmen) wel heel graag zullen willen plaatsen bij de vele betuttelbordjes bee de verropte staepel dikke stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 26 juni 2012.

Posted in Aarfgood, Albert Egges van Giffen, Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Un olde auto bee ut hunnebedde an de Grönnegerweg

De redactie van ut Deevers Archief is nog steeds toeroeroeroe en ondersteboven van het niet hebben kunnen bemachtigen van de hier afgebeelde uiterst unieke zwart-wit ansichtkaart met witte rand van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever. De kaart werd tijdens een lang bewust telefoonloos verblijf elders van de redactie compleet met plastic beschermhoesje te koop aangeboden. Zo’n ansichtkaart komt slechts één keer in het leven van een verzamelaar langs. De redactie bezit -helaas, helaas- geen goede scan van de hier afgebeelde ansichtkaart.
Op de ansichtkaart is te zien hoe in het verleden werd omgegaan mit ut in mekèèr esakte hunnebedde: De auto gewoon vlak naast ut hunnebedde parkeren en dan ut hunnebedde beklimmen en fotootjes nemen. Wellicht en hopelijk kon de chauffeur met zijn automobiel om ut hunnebedde rijden. Was het nu nog maar zo.

Posted in Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Albert Egges’s fotoos van sien troetelhunnebedde

Van de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen is wel een trucfoto bekend waarop hij zelf met een fototoestel op een steen bee ut hunnebedde an de Grönnegerweg is te zien, maar de redactie van ut Deevers Archief had nog nooit door hem gemaakte foto’s van hunnebedden gezien, laat staan foto’s van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever. Dat was zo vlak bij zijn troetelhuisje De Keet op zijn landgoed De Heezebaarg toch echt wel het troetelhunnebedde van de pufesser. Maar die foto’s heeft hij gelukkig wèl gemaakt ! Zie de bijgaande serie afbeeldingen van zijn foto’s van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever. De pufesser was agin gien spittertie, moar wè un glasplaètefotograaf.

Afbeelding 1 – 1918
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an Grönnegerweg bee Deever te zien. De dekstenen en de draagstenen hebben zo al vele vele eeuwen in het zand van de Steenakkers gelegen. Ze hadden daar zo nog wel vele vele eeuwen kunnen blijven liggen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1918 voor onderzoeksdoeleinden gemaakt. Achter ut hunnebedde is de Heezeresch te zien. Aan de onderkant van de foto is nog net een stukje van de saandweg mit de naème Grönnegerweg te zien. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045202 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto opgenomen als plaat 109 in zijn boek ‘De hunebedden van Nederland’.

Afbeelding 2 – 1918
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an Grönnegerweg bee Deever te zien. De dekstenen en de draagstenen hebben zo al vele vele eeuwen in het zand van de Steenakkers gelegen. De namen van de twee mannen op de afgebeelde foto zijn niet bekend.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1918 voor onderzoeksdoeleinden gemaakt. De rechterkant van ut hunnebedde is de noordkant. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045215 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 3 – 1933
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an Grönnegerweg bee Deever te zien. De dekstenen en de draagstenen hebben zo al vele vele eeuwen in het zand van de Steenakkers gelegen. Ze hadden daar zo nog wel vele vele eeuwen kunnen blijven liggen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1933 gemaakt. Op de achtergrond zijn de bomen op ut Kastiel in Deever te zien  De rechterkant van ut hunnebedde is de noordkant. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045201 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 4 – 1953
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an Grönnegerweg bee Deever te zien. De dekstenen en de draagstenen hebben zo al vele vele eeuwen in het zand van de Steenakkers gelegen. Ze hadden daar zo nog wel vele vele eeuwen kunnen blijven liggen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1953 gemaakt vóór het begin van het dikke stenen stapelen. De linkerkant van ut hunnebedde is de zuidkant. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045206 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 5 – 1954
Op de hier afgebeelde foto is te zien ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever tijdens het dikke stenen opkrikken in 1954 onder directie van de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen. De zichtbare kant van ut hunnebedde is de zuidkant  De redactie van ut Deevers Archief is helaas niet bekend met de namen van de arbeiders bee ut hunnebedde. Waren het Deeversen ? Heel mooi is te zien hoe de arbeider aan de linker kant van de afbeelding een zwaar handwerktuig – een soort van dikke-stenen-krik of een soort van dikke-stenen-dommekracht – vast houdt. De arbeider in het midden – is dat Harm van Nijen ? – houdt een dikke plank vast. Ja, het is Harm van Nijen, dat hebben zijn oudste kinderen bevestigd.
Die van dik hout gezaagde dikke planken werden onder de dikke-stenen-dommekracht geplaatst, teneinde het verzakken van de dikke-stenen-dommekracht tijden het opkrikken van een deksteen te voorkomen. De meeste dekstenen zijn al opgekrikt. Het is bijzonder jammer dat de professor niet meer van dit soort bijzonder illustratieve foto’s van zijn arbeiders – sien spitterties – tijdens hun werk heeft gemaakt.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1954 gemaakt tijdens het dikke stenen opkrikken. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045212 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde foto ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 1 van het papieren blaadje Opraekelen nr. 23/3 (september 2023) van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blaadje zijn of dat papieren blaadje bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 6 – 1954
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever te zien ná het dikke stenen stapelen in 1954 onder directie van de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen. De rechterkant van ut hunnebedde is de zuidkant.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1954 gemaakt ná het dikke stenen stapelen  Het glasplaatnegatief met nummer DA3045210 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 7 – 1954
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever te zien ná het dikke stenen stapelen in 1954 onder directie van de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1954 gemaakt, uiteraard ná het dikke stenen stapelen. Hij stond voor het maken van de hier afgebeelde foto op de zandweg met de naam Grönnegerweg. De hier afgebeelde foto is waarschijnlijk de eerste foto van de zijkant van ut hunnebedde nà het dikke stenen stapelen. Blijkbaar had de professor ná het dikke stenen stapelen nog een paar kleinere stenen uit de voet van de oorspronkelijke aarden dekheuvel over, die heeft hij voor het gemak maar bee de Grönnegerweg laten plaatsen. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045214 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 8 – 1954
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever te zien ná het dikke stenen stapelen in 1954 onder directie van de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1954 gemaakt, uiteraard ná het dikke stenen stapelen. Hij stond voor het maken van de hier afgebeelde foto bijna op de zandweg met de naam Grönnegerweg. Let vooral op de dikke steen aan de linkerkant van de foto. Is dat de ontbrekende deksteen ? Het glasplaatnegatief met nummer DA3045213 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 9 – 2021
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 22 april 2021.

Posted in Albert Egges van Giffen, Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Ur möt wièr ekapt en esnujt wödd’n bee D52

De redactie van ut Deevers Archief  toont bijzonder graag afbeeldingen van ut hunnebedde D52 an de Grönnegerweg bee Deever, waaruit blijkt dat de beheerder van ut hunnebedde met de begroeiing maar wat aan het prutsen is.
Teneinde vandalisme te ontmoedigen met open terrein en daardoor met meer zicht op ut hunnebedde, liet de beheerder van ut hunnebedde met behulp van Deeverse dorpskrachten alweer heel wat jaren geleden de begroeiing om ut hunnebedde, op enkele eikebomen na, verwijderen. Het is hoog tijd voor een nieuwe, maar nu echt grondige verwijderactie, dat wil zeggen dat alle begroeiing, met inbegrip van de bomen en met inbegrip van de wortels, moet worden verwijderd.

Afbeelding 1
Topfotograaf Bas Dekker heeft deze kleurenfoto van ut hunnebedde D52 an de Grönnegerweg bee Deever gemaakt op 6 juli 2010 mei 2012, dat was vóór de grote kaalsnoeiactie (© Bas Dekker).
Afbeelding 2
Topfotograaf Bas Dekker heeft deze kleurenfoto van ut hunnebedde D52 an de Grönnegerweg bee Deever gemaakt op 21 mei 2012, dat was ná de grote kaalsnoeiactie (© Bas Dekker).

Afbeelding 3
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto van ut hunnebedde D52an de Grönnegerweg gemaakt op dinsdag 14 maart 2023. De begroeiing, met inbegrip van alle eikebomen en met inbegrip van alle wortels, moet zo snel mogelijk worden verwijderd, opdat ut hunnebedde op de Stienakkers al van verre over de Heezeresch kan worden waargenomen. In de tijd van de hunnebedbouwers was ut hunnebedde ook niet omsingeld door begroeiing.  

Posted in Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

De Dikke Stien’n in de Stienakkers op de Heezeresch

In het prachtig uitgevoerde fotoboek ’Uit het album van meester Boneneschanscher – Dwingelo en omgeving in foto’s, circa 1895- 1930′ staat een foto van ut hunnebedde in de Stienakkers op de Heezenesch bee Deever. De originele zwart-wit foto is aanwezig in de collectie van het Drents Archief in Assen. De foto is als ansichtkaart uitgegeven in 1911. De redactie van ut Deevers Archief hoopt ten zeerste een exemplaar van deze zeldzame ansichtkaart op de kop te kunnen tikken.
Meester Engelke Jan Boneschanser (1858-1946) uut Dwingel heeft deze foto omstreeks 1910 gemaakt.
Ut hunnebedde was toen niet meer dan een groep dikke stenen en lag op de kèèle ruumte in bouwakkers op de Heezeresch bee Deever. Die bouwakkers heten natuurlijk de Stienakkers (elke akker in Deever heeft zijn eigen naam en moet zijn eigen naam houden). De jongen links in de boom is Eppo Boneschanser, zoon van meester Engelke Jan Bodeschanser. Het is niet meer te achterhalen wie de andere personen op de foto zijn.
De redactie van ut Deevers Archief is van mening dat de situatie van 1910 snel moet worden hersteld, teneinde het goedbedoelde stenen laten stapelen van wijlen de weledelgestrenge hooggeleerde professor doctor Albert Egges van Giffen ongedaan te maken. Dan kunnen bij de restauratie van ut hunnebedde de stenen weer half of voor driekwart onder het zand worden begraven, per slot van rekening hebben de stenen daar al zo’n vijfduizend jaar in uit elkaar gezakte toestand gelegen Vandalen mogen de stenen niet meer kunnen vernielen en mogen ook geen fikkie meer kunnen stoken onder de stenen.
Het werk zou kunnen worden uitgevoerd door een lokale loonwerker of wellicht gratis door een hobby-onderneming, zoals de boermarke van Deever, de boermarke van Wittelte of de boermarke van Wapse of wellicht gratis door dorpskrachten van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, die dan natuurlijk wel de gezaagde bomen en het verwijderde struweel mee mogen nemen voor de open haard. En vooral niet vergeten alle stobben uit de akker te verwijderen. Wie weet wat daarbij nog te voorschijn kan komen.
Dan wordt ut hunnebedde, zoals op de foto is te zien, gewoon weer een groepje dikke stien’n in de Stienakkers op de Heezeresch, dat op de kaèle ruumte al van ver zichtbaar is. En dan mag tussen de dikke stien’n best een berkje of een eikje of een appelboompje gaan groeien. Niks mis mee. Laten we vooral niet hysterisch historisch doen. Het advies is echt al het struweel en alle bomen en al het gras te verwijderen, dus de akker rond de stenen weer kaal te maken. En ook het overdadig betuttelende en zichtbelemmerende bordengedoe bij ut hunnebeddde kan dan worden verwijderd. Tegenwoordig loopt iedereen met een zo genoemde slimme-telefoon of een zo genoemde tablet-computer rond, zodat via internet op elk ogenblik alle gewenste gegevens over ut hunnebedde zijn te vinden.

Abracadabra-1235

Posted in Ansichtkoate, Heezeresch, Hunnebedde D52, Topstuk | Leave a comment

Neeje tieken’s op olde grond bint vut

In de digitale versie van de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 20 mei 2009 verscheen een bericht over het kunstproject ‘Nieuwe tekens op oude grond’, onderdeel van het project ‘Duusternis en Laokeblad’, dat is uitgevoerd vanwege het feit dat de gemiente Westenveld in dat jaar de culturele gemeente van Drenthe was. 

In het jaar 2009 heeft in de buurt van de al meer dan 130.000 jaar niet meer zwervende dikke stien’n van het hunnebed D52 an de Grönnegerweg bee Deever een tijdelijk kunstwerk van drie van boomstammen gemaakte ruimtelijke elementen gestaan. De maker van dit kunstwerk Mark van der Staay, die toen in Darp woonde, noemde zijn tijdelijke herbruikbare kunstwerk ‘Zwerfvolumes’.

Op 13 augustus 2018 reageerde kunstenaar Mark van der Staay uit Meppel op enige vragen van de redactie van het Deevers Archief als volgt:
Met alle genoegen geef ik toestemming voor het gebruik van de foto van de installaties.
Het hout voor het kunstwerk is in maart 2009 door mannen van Staatsbosbeheer uit het Drents-Friese Wold bij Diever gehaald en de installaties heb ik, met hulp van mijn kunstbroeder Hashuury Zhong Nai uit Meppel, ter plaatse opgebouwd.
De volumes zijn een uitbeelding van de zwervende keien na de ijstijd.
Het kunstwerk is na het culturele jaar afgebroken.
Met het hout van de volumes zijn nog diverse bouwwerken gemaakt op het Kunstveld te Uffelte in 2010 en 2011.
Het hout heeft in de kunstroute Grenzeloos Kunst Verkennen in IJhorst en De Wijk gediend als staanders voor een installatie aan de Reest.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is de heer Mark van de Staay bijzonder erkentelijk voor het mogen tonen van de foto van zijn kunstwerk ‘Zwerfvolumes’. Het is verbazingwekkend hoe hij met 36 stukken denneboomstam en een paar rollen koetouw in de vorm van drie kubusvormige elementen toch zo herkenbaar twee draagstenen en een verzakte deksteen van het vroegere hunnebed D52 heeft kunnen uitbeelden. Het tijdelijke kunstwerk heeft tevens heel subtiel de tijdelijkheid van hunnebed D52 aangegeven. Het vervallen en verzakte hunnebed D52 had nooit herstapeld mogen worden. Er is geen stap vooruit naar het verleden.
Dat de titel van het project ‘Duusternis en Laokeblad’ van de gemeente Westenveld bedacht is door met de vette portefeuille voor cultuur belaste niet-dialectsprekende Hoge Dames En Heren Van De Voorkant Van Het Onaantastbare Gelijk Van De Gemeente Westenveld mag blijken uit het woord ‘duusternis’ en het woord ‘laokeblad’.
In de gemiente Westenveld gebruiken de dialectsprekende inboorlingen het woord ‘duuster’. En het woord ‘laokeblad’ (loakeblad) is een in 2009 al meer dan zeventig jaar niet meer door de dialectsprekers gebruikt woord voor de plant met de naam grote weegbree. Bovendien is het woord ‘laokeblad’ verkeerd geschreven, want volgens de grammatica van het dialect in de gemiente Deever moet dit woord als ‘loakeblad’ worden geschreven.
Beter ware het geweest het woord ‘braannekkel’ te gebruiken, dus ‘Duuster en Braannekkel’. Zelf een in 2009 naar de gemiente Deever geïmmigreerde Westerling uit Airdenghout of Wessenair zou met enige goede wil kunnen begrijpen dat de inboorlingen van de gemiente Deever het woord ‘braannekkel’ gebruiken voor de plant met de naam brandnetel. Kunst moet branden, kunst moet diepe sporen in de geest achterlaten.
De Hoge Dames En Heren Van De Voorkant Van Het Onaantastbare Gelijk Van De Gemeente Westenveld hebben de resultaten van het tijdelijke project ‘Duusternis en Laokeblad’ ook echt als een tijdelijk niet onder de archiefwet vallend project beschouwd en dus de sporen van dit project met geschwinde spoed en in gestrekte draf definitief en voor altijd opgeruimd, want in de webstee van de gemiente Westenveld wordt met de zoekterm ‘duusternis’ of wordt met de zoekterm ‘laokeblad’ helaas geen enkel resultaat gevonden. Ech neet.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan een foto van het getoonde kunstwerk vanuit een andere positie ?



Posted in Cultuur, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Kuunst in de gemiente Deever, Verdwenen object | Leave a comment

Un kuierrontie langes de Dikke Stien’n

Het boekje ‘Drie wandelingen rond Diever’ (dit leuke boekje is aanwezig in ut Deevers Archief), dat is uitgegeven door de Provinciale V.V.V. Drente, is voor de afwisseling verluchtigd met veel pentekeningen. De redactie weet nog niet in welk jaar het boekje is uitgegeven.
Bij route 1 begint de wandelaar bij de Olde Kaarke aan de brink de lopen, giet deur de Peperstroate, slat dan linksof de Kruusstroate in, löp dan véur de Eendeveever rechtsof de Grönnegerweg in, en ziet dan na zo’n acht minuten lopen aan de linkerkant hunnebed D52 op de Stienakkers liggen.
In het boekje is op bladzijde 10 de hier getoonde pentekening van hunnebed D52 opgenomen. Het is altijd weer aardig na te gaan welke ansichtkaart of welke foto de tekenaar als inspirerend voorbeeld heeft gebruikt. De redactie denkt dat de tekenaar in dit geval de hier getoonde zwart-wit ansichtkaart uit 1968 heeft gebruikt of eentje die daar op lijkt.
De hier getoonde ansichtkaart werd uitgegeven en verkocht door Boek-en Kantoorboekhandel Fa. van Goor an de Kruusstroate in Deever. Deever is Roelof (Roef) van Goor veel dank verschuldigd. Hij heeft immers onbedoeld in de loop van zeker meer dan dertig jaren een historisch zeer waardevolle verzameling ansichtkaarten uitgegeven en verkocht.
De tekenaar heeft de creatieve vrijheid genomen de steen die op de ansichtkaart net wel aan de linkerkant is te zien, niet op te nemen in zijn tekening. Een kniesorige hunnebeddoloog die daar op let.
De hunnebeddologen van de heemkunduge vurening uut Deever zijn op wetenschappelijke gronden tot het inzicht gekomen dat rond de Dikke Stien’n minder struweel en minder bomen mogen groeien, vandaar dat een groep dorpskrachten enige jaren geleden rond het hunnebed een flinke voorraad open haardhout heeft weggekapt en weggezaagd.
De redactie van ut Deevers Archief is van mening dat ál het struweel en álle bomen rond de Dikke Stien’n moeten worden verwijderd, opdat het kale terrein rond de Dikke Stien’n gewoon weer als bouwakker met de naam Stienakkers kan worden gebruikt.

Abracadabra-1642Abracadabra-1641

Posted in Deever, Grönnegerweg, Heezeresch, Hunnebedde D52, Oudheid, Stienakkers, Tiekening | Reacties uitgeschakeld voor Un kuierrontie langes de Dikke Stien’n

Disse ansichtkoate van de Dikke Stien’n is un topstuk

In 1952 bevonden de Dikke Stien’n an de Grönnegerweg bee Deever zich nog in hun fraaie verzakte en vervallen staat. Niks mis mee. Zo hadden deze er nog steeds bij moeten liggen. Oude verzakte en vervallen tekens in oude esgrond. En overwoekerd met brömmels. Het is wel jammer dat ook in die tijd de Stienakkers niet regelmatig volledig en grondig vrij werden gemaakt van bomen en struiken.
Wat op de deze zwart-wit ansichtkaart uit 1952 is te zien is Deeverse nostalgie in het kwadraat.
Fraaie verzakte Dikke Stien’n in de Stienakkers. Wat rustgevend.
Wat een prachtig klauterspeelgoed veur kiender uut Deever. Wat rustgevend.
De Grönnegersaandweg. Wat rustgevend.
Twee pauzerende trekkers. Wat rustgevend.
Met gewone fietsen. Wat rustgevend.
En met de bepakte fietsen tegen elkaar gezet. Wat rustgevend.
Een slootwal mit brömmels. Wat rustgevend.
Roggeschoven op een bouwakker. Wat rustgevend.
Geen onrustige betuttelbordjes en betuttelpaaltjes en betuttelhekjes en betuttelstenen te bekennen. Wat rustgevend.
Geen merkwaardig en amechtig gedoe en gehijg van de hunnebeddologen van de Oerclub uut Deever. Wat rustgevend.
Geen merkwaardig en amechtig gedoe en gehijg van de vrijwilligers van de heemkundige club uut Deever. Wat rustgevend.
Nog geen resultaten van het geknutsel van de zeer hooggeleerde en doorgestudeerde professor en doctor in de oudheidkunde en Drentsch kampioen dikke stien’n stapelen Albert Egges van Giffen te zien. Wat rustgevend.
Deze ansichtkaart – een echt topstuk – is in 1952 uitgegeven door Jan Brugging (de Wiba) an de Heufdstroate in Deever. Postuum hulde veur Jan Brogg’n en Griet Oost. Wat een rustgevende kaart.

De verstokte liefhebber van afbeeldingen van ansichtkaarten op papier kan de hier afgebeelde foto van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 28 van het in 2007 uitgegeven papieren boekwerkje Voormalige Gemeente Diever in oude ansichten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Ansichtkoate, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Topstuk | Leave a comment

Pentiekening van hunnebed D52 van Arie Goedhart

Op 11 januari 2019 is bij de Stichting Het Drentse Boek in Beilen het prachtige boek ‘Hunebedden inspireren’ van de kunstenaar Arie Goedhart verschenen. Het boek kost € 27,95 in de boekhandel. In het boek is van elk hunnebed in Drenthe en Groningen een fraaie pentekening van zijn hand te vinden. Zo ook zijn pentekening van hunnebed D52. In bijgaande afbeelding is die pentekening van hunnebed D52 in de Stienakkers op de Heezeresch an de Grönnegerweg bee Deever te zien. Aachter de Dikke Stien’n löp de Grönnegerweg.
Reeds in december 2018 kreeg de redactie van ut Deevers Archief toestemming van de heer Arie Goedhart de pentekening van hunnebed D52 met bronvermelding in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is hem daarvoor bijzonder erkentelijk.
Het was mogelijk bij de heer Arie Goedhart een exemplaar van een beperkt aantal afdrukken van deze pentekening te bestellen, met inbegrip van een dubbele passe partout van aluminium van 50 cm breedte en 30 cm hoogte en ontspiegeld glas voor € 95,-, met uitzondering van de verzendkosten. Maar kunstenaar Arie Goedhart is overleden op zondag 9 augustus 2020.
Als de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wat meer wil weten over het werk van de Hoogeveense kunstenaar Arie Goedhart, dan verwijst de redactie naar deze webstee.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van hunnebed D52 op donderdag 4 april 2013 gemaakt.

Posted in Hunnebedde D52, Kuunst in de gemiente Deever, Stienakkers, Tiekening | Leave a comment

Aquarel van de Dikke Stien’n van Marjolein Kruijt

De redactie van ut Deevers Archief toont haar trouwe bezoekers bijzonder graag prachtig getekende en prachtig geschilderde objecten uit de gemeente Diever. Hoe meer afbeeldingen van tekeningen en schilderijen in ut Deevers Archief afgebeeld kunnen worden, hoe liever het de redactie is.

De redactie vond in de webstee van de Amersfoortse kunstenares Marjolein Kruijt een afbeelding van haar prachtige aquarel van de Dikke Stien’n (hunnebed D52) in de Stienakkers op de Heezeresch an de Grönnegerweg bee Deever.
De kunstenares heeft haar aquarel van 30 cm x 17 cm de titel ‘Hunebed Diever’ gegeven.
Op haar webstee is in de categorie landschappen van haar portofolio een afbeelding van deze aquarel te vinden. Op de pagina even naar beneden scrollen, dan op de tegel met een deel van de aquarel klikken voor het kunnen zien van een volledige afbeelding. Dan wordt ook zichtbaar of deze aquarel te koop of verkocht is.
De kunstenares heeft het aquarel gemaakt kijkend in de richting van ut Kastiel,
De oriëntatie van het hunnebed D52 is ongeveer oost-west. De ingang van het hunnebed lag aan de zuidkant. Werd de urn met de as van een dode om twaalf uur ’s middags bijgezet in de grafkelder ?
De redactie toont deze tekening met toestemming van de kunstenares Marjolein Kruijt. De redactie is haar bijzonder erkentelijk voor deze toestemming
Het is te hopen dat Marjolein Kruijt nog veel tekeningen en schilderijen (al dan niet in opdracht) van objecten binnen de grenzen van de gemiente Deever zal maken. Hopelijk kunnen deze dan ook in ut Deevers Archief worden getoond.
Meer gegevens over haar zijn te vinden op haar webstee www.marjoleinkruijt.nl.
De redactie verwijst voor gegevens over en afbeeldingen van het hunnebed D52 onder meer naar de betreffende berichten in ut Deevers Archief, klik daarvoor aan de rechterkant van het scherm op de categorie Hunnebed D52.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van het hunnebed op maandag 3 september 2015 gemaakt.

Abracadabra-1645

Posted in Deever, Hunnebedde D52, Kuunst in de gemiente Deever, Skildereeje | Leave a comment

Op ut Deeverse hunnebedde stön un olde skure

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 64 een afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever. De foto voor deze ansichtkaart is rond 1933 gemaakt. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is aandacht besteed aan de aankoop van het hunnebed door het rijk en een globale beschrijving van ut hunnebedde door professor doctor Albert Egges van Giffen. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

64 – Heezeresch – Hunebed op de Steenakkers – ± 1933
Op 6 januari 1855 werd ter voldoening aan het Koninklijk Besluit van 28 december 1854 aan het Rijk gemeld dat op de Heezeresch in een akker van Hendrik ter Mast een hunebed lag. Op deze akker stond bij een huisje een schuur, waaronder stenen van het hunebed lagen.
Het Rijk besloot pas op 20 oktober 1871 de akker en het hunebed aan te kopen. Het Rijk verzocht wethouder Klaas Kok om met de eigenaar te onderhandelen over de aankoop en het verplaatsen van de schuur, opdat het hunebed in zijn geheel vrij zou komen.
Hendrik ter Mast was wel bereid de akker met het hunebed te verkopen. Voor de grond vroeg hij 12 gulden. Voor het verplaatsen van zijn schuur vroeg hij 200 gulden. Ook bedong hij dat een op zijn akker aanwezig voetpad over de publieke weg moest gaan lopen. Uiteindelijk ging hij accoord met een vergoeding van 88 gulden voor de schuur. Daarbij stelde het Rijk wel als voorwaarde dat deze niet hoger zou zijn, als de schuur in zo’n slechte staat zou blijken te zijn, dat deze na het afbreken niet meer zou kunnen worden herbouwd. De totale verkoopprijs kwam zo op 100 gulden te liggen. Op 2 november 1871 werd de koop gesloten. Na het afbreken van de schuur konden de daar onder liggende stenen worden blootgelegd.
De archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen beschreef het hunebed later als volgt:
Het hunebed is onregelmatig spits-eivormig. Het heeft een ongeveer noord-oostelijk-zuidwestelijk gerichte lengte-as. De ingang bevindt zich vermoedelijk aan de zuidkant, doch de plaats waar is niet zonder meer vast te stellen. Het steengraf bestaat uit minstens 10 draagstenen en totaal uit 22 stenen. Ze bestaan allen uit graniet. Toen het hnnebed nog geheel ongeschonden was, werd als bijzonderheid aangegeven dat in één der dekstenen een grote mensenhand was gegraveerd of uitgehouwen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De foto voor de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever dateert uit 1933. In de achtergrond van de afbeelding is de bebouwing van de Dwarsdrift en van ut Kastiel te zien.
Had meneer de weledelgestrenge professor doctor in de oudheidkunde Albert Eggen van Giffen het hunnebed maar nooit naar eigen inzichten ‘gerestaureerd’ ! Ut hunnebedde op bijgaande afbeelding oogt veel echter, zo zijn het mooie dikke stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
Hedendaagse slimme professoren in de oudheidkunde ‘restaureren’ niet zo maar meer een oudheidkundig object, maar proberen dit zo mogelijk zo goed en duurzaam mogelijk te ‘conserveren’, in de (vervallen) staat te houden waarin het zich bevindt, dus wat betreft dit hunnebedde plat en kort door de bocht gezegd: met de fikken er van afblijven en letterlijk saand uut de Stienakkers erover.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op maandag 2 januari 2017. Het had in de nacht van 1 op 2 januari een beetje gesneeuwd. Dat leverde toch wel weer een mooi fragmentje uit het recente verleden van ut hunnebedde op.

Abracadabra-465

Posted in Albert Egges van Giffen, Ansichtkoate, Diever, ie bint 't wel ..., Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Stienakkers | Leave a comment

Nog un swat-wit ansigtkoate van ut hunnebedde

Bij de redactie van ut Deevers Archief zijn heel veel verschillende zwart-wit ansichtkaarten van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever bekend. Maar hoe veler hoe liever. De redactie houdt zich met name bijzonder aanbevolen voor een goede scan van een zwart-wit ansichtkaart, waarop een oude auto naast ut hunnebedde is te zien !
De bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart met witte rand (!) is in juli 1955 uitgegeven door S.S. (wie was S.S. ?). Dus dat was, zeg maar even voor het gemak, een jaar nadat de weledelgestrenge hoogdoorgestudeerde en hoogdoorgepromoveeerde doctor in de oudheidkunde professor Albert Egges van Giffen, zichzelf weer aan een eigen knutselhunnebed hielp.
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op 17 december 2022. 

In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk 26 – Archeologie wel een, maar nogal bijgesneden, afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart opgenomen. De redactie merkt wel op dat de onvolprezen vormgever in het genoemde Magnum Opus heel veel afbeeldingen van foto’s, ansichtkaarten en zo voort nodeloos heeft bijgesneden. De lezer van dit boek is op die manier wel veel kijkplezier onthouden.

Posted in Albert Egges van Giffen, Ansichtkoate, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Ansichtkoate – Viefloek – Groet’n uut Deever

Bij de redactie van ut Deevers Archief zijn van bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw een aantal uitgaven bekend. De uitgever van deze kaart was JosPé in Arnhem.
Firma Albert Kuiper, Bakker en Levensmiddelenbedrijf, Diever-Dieverbrug, verkocht in 1956 een druk van deze ansichtkaart.
Lubbert Wanningen, Diever, verkocht in 1956 een herdruk van deze ansichtkaart (uitgevoerd in bromo-color).
Lubbert Wanningen, Luxe en huishoudelijke artikelen, Diever, verkocht in 1957 een herdruk van deze ansichtkaart.
Firma Albert Kuiper, Bakker en Levensmiddelenbedrijf, Diever-Dieverbrug, Telefoon 05219-221, verkocht in 1959 een herdruk van deze ansichtkaart.
Levensmiddelenbedrijf Albert Kuiper, Diever (Dr.), Telefoon 05219-1221, verkocht in 1962 een herdruk van deze ansichtkaart.
Levensmiddelenbedrijf Albert Kuiper, Diever (Dr.), Telefoon 05219-1221, verkocht in 1965 een herdruk van deze ansichtkaart.
Wellicht zijn bij verzamelaars andere uitgaven bekend, de redactie van ut Deevers Archief verneemt het zeer graag.
Het bijzonder aardige van zo’n zogenaamde vijfluiks-ansichtkaart is dat de getoonde beelden ook op een aparte zwart-wit ansichtkaart zijn uitgegeven.
En daar zit voor de redactie van ut Deevers Archief nu juist het grote probleem. In ut Deevers Archief ontbreken namelijk een afbeelding van een exemplaar van de ansichtkaart met de Peperstroate en de winkel van Albert Kuiper (zie op de afbeelding midden boven) en een afbeelding van een exemplaar van de ansichtkaart met de Heufdstroate met een deel van ut Brinkie met op de achtergrond de gemeentelijke toren aan de brink (zie op de afbeelding rechts boven). De redactie zou bijzonder graag in het bezit willen komen van een afbeelding van beide genoemde ansichtkaarten.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is in het bezit van één van deze twee ansichtkaarten of van beide ansichtkaarten ? En wie van de bezitters is bereid één van de twee of beide ansichtkaarten te verkopen ? En wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bereid een scherpe scan van deze ansichtkaarten ter beschikking te stellen ? De redactie van ut Deevers Archief verneemt het bijzonder graag.

Posted in Ansichtkoate, Braandtoor’n, Heufdstroate, Hunnebedde D52, Kaarke an de brink, Peperstroate, Toor'n an de brink, Uutkiektoor’n, Verdwenen object | Leave a comment

De old-germaansche urn uut de Stienakkers is vöt

In de krant ‘Het nieuws van den dag: kleine courant’ is op 14 april 1905 het volgende artikeltje gepubliceerd.

In een akker bouwland, niet ver van het hunnebed te Diever, is een fraai oud-Germaansche urn gevonden, gevuld met asch, houtskool en beenderen.
Het voorwerp, dat geheel onbeschadigd is, werd aangekocht voor het Museum van Oudheden te Assen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wellicht doelde de schrijver van dit artikeltje met ‘oud-Germaansche urn’ op een ‘oude Germaansche urn’, wellicht een van de oudste Germaansche urnen, die ooit in de omgeving van Deever is gevonden.
De redactie zal pogingen doen meer gegevens van deze urn te achterhalen.
Hunnebed D52 is te vinden in de Stienakkers op de Heezeresch an de Grönnegerweg bee Deever.
Met Provinciaal Museum van Oudheden te Assen was de voorloper van het huidige Drents Museum te Assen.
De zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van ut Deevers Archief
 wordt tevens verwezen naar een ander bericht over deze vondst.

Op 24 augustus 2022 stuurde de redactie van ut Deevers Archief het volgende bericht naar het Drents Museum in Assen:
Geachte heer/mevrouw,
Ik wil graag verwijzen naar het bericht ‘Oud-Germaansche urn evön’n in de Stienakkers’. 
Ik zou graag een scherpe afbeelding (jpg.bestand) van deze urn willen ontvangen, teneinde deze aan het bericht in ut Deevers Archief toe te kunnen voegen.
Ik ben u bij voorbaat bijzonder erkentelijk voor de te nemen moeite.
Met vriendelijke groet.

Pas op 20 september 2022 stuurde het Drents Museum in Assen de volgende teleurstellende korte reactie:
Beste redactie,
We hebben in de collectieadministratie van 1905 en 1906 gezocht, maar we kunnen geen gegevens vinden over een urn gevonden in de omgeving van het hunebed te Diever.
Wij kunnen dus helaas niet herleiden om welke urn dit zou gaan.
Met vriendelijke groeten.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief van 23 september 2022
Dat is wel een zeer verontrustende reactie van een medewerker van het Drents Museum.
Het volgende is mogelijk. Het bericht in ‘Het nieuws van de dag’ was een nepbericht. De medewerker van het Drents Museum had geen zin het geval goed te onderzoeken. De urn is nota bene wel aangekocht, maar nooit in het Museum voor Oudheden terecht gekomen. De aangekochte urn is doorverkocht. De urn is anoniem in het Drents Museum aanwezig. De urn is verdwenen. De urn is gestolen. De urn is weggegooid. De urn is per ongeluk gevallen en in tienduizend stukjes gebroken. De urn is uitgeleend en nooit weer teruggebracht. Wellicht zijn nog vele andere mogelijkheden te bedenken. De administratie van het Museum van Oudheden in Assen, nu het Drents Museum in Assen, was bij alle mogelijkheden een grote puinhoop.

abracadabra-480

Posted in Deever, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde | Leave a comment

Ièpels op de Smitskaamp’m bee ut hunnebedde

De redactie kon onlangs bijgaand afgebeelde zwart-wit foto van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever toevoegen aan ut Deevers Archief. Die zwart-wit foto is toch maar weer een mooi fragmentje uit het verleden in de gemiente Deever. Het dateren van deze foto is best wel een hele uitdaging. De fotograaf heeft in elk geval de foto na de beëindiging van het afknapwerk van professor doctor Albert Egges van Giffen van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever gemaakt, zeg maar dat de foto ná 1956 is gemaakt.
Achter de deksteen aan de linkerkant is nog net die alleenstaande dikke stien waar te nemen. Die is helaas niet meer aanwezig. Die is misschien wel gestolen ? Die staat misschien wel bij het oertijdmuseum aan de brink van Deever ?
De fotograaf moest voor het op de foto zetten van ut hunnebedde in zijn volle lengte tussen de aardappels in de akker, die deel uitmaakt van de Smitskaamp’m, gaan staan. De foto moet in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw zijn gemaakt, want toen waren de Smitskaamp’m nog in gebruik als bouwland.
In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 18 mei 2022 stond bijgaand afgebeeld berichtje over een door het oertijdmuseum aan de brink van Deever georganiseerde commerciële oertijdwandeling naar ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever. Deze commerciële oertijdwandeling kost € 5,00 per persoon. De gids zal dan bij ut hunnebedde de argeloze, ongeletterde, onnozele, internetloze wandeltoerist ‘het verhaal van ut hunnebedde‘ vertellen, onthullen, opdissen, uit de doeken doen. Als die gids dan ook maar vooral vertelt waarom die dikke stien aachter de dekstien aan de linkerkant van de foto is verdwenen of moest verdwijnen en wat de verblijfplaats van deze dikke stien is.

Posted in Hunnebedde D52, Veldnème | Leave a comment

In Deever agin neet un staandbeeld veur ut spittertie

In de rubriek Dagweek Regio van het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op zaterdag 10 maart 1984 het volgende artikel ter gelegenheid van de honderste geboortedag van professor dr. Albert Egges van Giffen. Hij werd op 14 maart 1884 geboren in Noordhorn in Groningen.

Drenthe: archeologisch de best onderzochte provincie
Honderd jaar geleden werd de vermaarde professor Van Giffen geboren. Een man die een groot deel van zijn leven zou doorbrengen in de Drentse gronden. Van hem wordt dan ook gezegd dat de mensen óp de grond hem minder interesseerden dan die er al duizenden jaren ónder lagen.

Woensdag 14 maart is het honderd jaar geleden dat Albert Egges van Giffen in het Groningse Noordhorn werd geboren. In Drente werd hij later geëerd als Drentes Grote Archeoloog. Een bescheiden titel voor zo’n wereldberoemd man, die in mei 1973 te Diever overleed. Een groot deel van zijn leven heeft hij gewroet in de grond van De Olde Landschap, op zoek naar sporen van onze voorvaderen. Honderden grafheuvels, urnenvelden en tientallen hunnebedden werden door hem minutieus onderzocht, waarbij hij een ongekende schat aan gegevens en voorwerpen boven de grond haalde en internationale erkenning verwierf. Wat bezielde deze man, die zelf als laatste Drent in een grafheuvel begraven wilde worden ?
Dat Albert Egges van Giffen bijna 90 jaar oud werd, mag een wonder heten. Mensen die met hem samen gewerkt hebben weten te vertellen dat hij een ‘ongeluk’ op de openbare weg was. De nu 87-jarige J. Lanting uit Vries, die 52 jaar zijn voorgraver is geweest zegt: ‘Ooh…, hij was zo’n drukke man. Hij vloog altijd met de auto, en voor de oorlog ook al op de motor. Toen trokken wij er samen met de motor op uit. Hij voorop en ik achterop. Bij mij bond hij een zware fotocamera van één bij een halve meter op de rug en daarnaast nog de landmeterstokken. Iedereen keek ons aan als wij zo door Drente stoven ! Altijd was Van Giffen bezig met wat nog gebeuren moest. Links en rechts zat hij om zich heen te kijken of hij niet nog een grafheuvel ontdekte. En als hij ééntje gezien meende te hebben zei hij: ‘Jan, daar moeten we binnenkort ook nog eens naar toe.’ Ik zei dan maar gauw van ‘Ja.’ en ‘Kijk maar voor je.’ De oud-burgemeester van Sleen, mr. G.A. Bontekoe, zegt over de rijkunst van Van Giffen: ‘Ik zat graag bij hem in de auto, want hij kon boeiend vertellen. Maar ik zat het liefst wel zelf achter het stuur.’
Het ietwat roekeloze en snelle autorijden van Van Giffen en zijn onophoudelijk zoeken naar en veiligstellen van oudheidkundige gegevens in grafheuvels en hunnebedden lijken logisch in elkaars verlengde te liggen. In de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1918 waarschuwde hij er al voor dat veel oudheidkundig materiaal verloren dreigde te gaan, vanwege de afgravingen en ontginningen van het Drentse platteland.
‘Waarlijk, wanneer men jaar op jaar het oude Drentse land zijn oorspronkelijke karakter in steeds sneller tempo ziet verliezen, ja waarlijk, dan moet de oudheidvorscher wel zeggen: ‘Periculum est in mora; carpe diem.’ Hetgeen zoveel betekent als: ‘Uitstel is gevaarlijk; terstond aan de slag.’
Zijn noodkreet werd gehoord. Want omstreeks die tijd krijgt hij een regeringsopdracht tot het beschrijven van de toestand van de hunnebedden. Deze opdracht groeide uit tot het monumentale boekwerk ‘De hunnebeden in Nederland’, dat in de jaren 1925-1927 verscheen. Niet alleen geeft Van Giffen, die dan al directeur van het Biologisch Archeologisch Instituut (BAI) te Groningen en conservator van het Provinciaal Drents Museum te Assen is, hierin uitvoerige beschrijvingen van de ruim 50 hunnebedden, ook geeft hij een overzicht van de resultaten van een reeks opgravingen in deze monumenten.
Schatgraver
Volgens Lanting was Van Giffen begiftigd met een soort schatgravers-mentaliteit. ‘Het was altijd weer een verrassing wat er boven het zand kwam, hè. Je wist nooit wat er in lag. De nieuwsgierigheid, dat dreef hem om steeds maar door te gaan.’
Ook O.A. Harsema van het BAI maakt in de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1983 gewag van het schatgraversidee. ‘Het grafheuvelonderzoek sprak Van Giffen bijzonder aan. Dat was zeker niet alleen, omdat daar nog het sterkst iets van het schatgraversaspect meespeelt. Dat is in zijn nuchtere vorm ook het moment waarop de vondsten uit het graf een eerste contrôle vormen op wat men zich in de loop van het onderzoek omtrent de datering en de culturele plaats van het monument is gaan voorstellen.’
Mevrouw N. Meiboom-Veltman, de vrouw van wijlen burgemeester Meiboom van Diever (hij was daar van 1939 tot 1975 burgemeester) zegt dat Van Giffen ‘verschrikkelijk geobsedeerd’ was door zijn vak. ‘In Diever zelf was hij niet zo erg populair onder de plaatselijke bevolking. Ze beschouwden hem als een vakidioot. De mensen óp de grond in Diever interesseerden hem ook veel minder, dan de mensen die duizenden jaren ónder de grond lagen.’
In de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1974 schrijft BAI-medewerker J.D. van der Waals, dat het werk van Van Giffen in Drente globaal gezien in drie perioden is in te delen. Vanaf 1917 tot aan de jaren ’30 vond oriënterend, maar ook baanbrekend onderzoek plaats op velerlei gebied. ‘Deze fase wordt afgesloten door twee van Van Giffens meest oorspronkelijke en ook omvangrijke werken: ‘De hunnebedden in Nederland’ en ‘Die Bauart der Einzelgräber’ (1930).’ In dat laatste boek geeft Van Giffen een uiteenzetting van zijn nieuwe wijze van grafheuvelonderzoek; de zogenaamde kwadrant-methode. Dat wil zeggen dat hij een grafheuvel als een taart in vier gelijke stukken snijdt en elk kwart-deel na elkaar uitgraaft en onderzoekt volgens een vaste methode. Deze wijze van onderzoeken heeft nadien brede internationale erkenning gekregen.
Vanaf de crisisjaren ’30 tot vlak na de Tweede Wereldoorlog lopen de onderzoeken van Van Giffen parallel met de ontginning van Drente. De wijde, welhaast onoverzienbare, boomloze heidevlaktes waarop  de hunnebedden en vele grafheuvels lagen, moesten plaats maken voor akkers. ‘De boeren ploegden het land soms tot vlak aan de stenen van de hunnebedden om. Daardoor dreigden de hunnebedden, die toen al in vervallen toestand verkeerden, volledig uit elkaar te vallen,’ weet Lanting. Van der Waals schrijft in de Nieuwe Drentse Volksalmanak: ‘Aan de lopende band vindt noodgedwongen onderzoek plaats. Hierdoor is Drente, archeologisch gezien, de best onderzochte provincie, niet alleen van ons land, maar waarschijnlijk van heel Europa.’
Na de oorlog verplaatst het werk van Van Giffen zich aanvankelijk naar enkele Romeinse nederzettingen in het Westen van het land. Maar na zijn pensionering in 1954 krijgt hij een nieuwe en belangrijke functie. Hij wordt dan ‘Rijksadviseur voor de bescherming en de instandhouding van de hunnebedden en van de gerestaureerde archeologische monumenten’. Als Rijksadviseur nam hij het behoud en de restauratie van de hunebedden en de hunebedterreinen met kracht ter hand. Vrijwel tot aan zijn dood heeft hij deze functie met grote overgave verricht. De laatste en haast logische wens van Van Giffen is nooit in vervulling gegaan. Tegenover zijn voorgraver Lanting had hij zich meermalen laten ontvallen, dat hij in een grafheuvel te Diever begraven wilde worden. Hoewel Van Giffen officieel in Haren, en later in Paterwolde, woonde, bracht hij sinds 1932 het grootste deel van zijn leven in Diever door. Hij had daar aan de rand van het dorp op de Heezeberg, vlak bij een grafheuvel en het hunnebed van Diever, een zomerhuisje laten bouwen. ‘Hij heeft het er vaak met mij over gehad om zich in die grafheuvel te laten begraven,’ zegt Lanting. ‘Daar wil ik begraven worden Jan’, zei hij dan, terwijl hij naar de grafheuvel wees. ‘Dat was het idee van hem, hè. Maar het is er nooit van gekomen. Ik geloof niet dat hij ooit bij de gemeente Diever daartoe een officieel verzoek heeft ingediend. Want hij wist natuurlijk wel, dat het verzoek tóch afgewezen zou worden.’
Maar toch speelde de grafheuvel een belangrijke rol bij de begrafenis van Van Giffen. Mr. G.A. Bontekoe weet het zich nog uitstekend te herinneren: ‘Vanuit de kerk in het dorp Diever ging de stoet door het bos en kwam bij de grafheuvel terecht. Op die heuvel stond de kist van Van Giffen, omringd door vele bossen bloemen. Het was een zéér plechtig moment en het heeft een bijzondere indruk op mij gemaakt. Het was niet bizar, het paste precies bij de man.’
Volgende week vinden twee herdenkingsbijeenkomsten plaats naar aanleiding van het 100ste geboortejaar van Van Giffen. In het dorp Ezinge, waar hij 50 jaar geleden uitgebreide opgravingen in de terp voltooide, wordt woensdag 14 maart een bijeenkomst gehouden. Professor dr. H.T. Waterbolk houdt om vier uur in de NH-kerk van Ezinge een lezing over de terpenonderzoeken van Van Giffen. Tevens wordt die middag het boek ‘Herinneringen aan het graven in de terp van Ezinge’ gepresenteerd. Dit boek is geschreven door de heer J.J. Delvigne uit Ezinge, het eerste exemplaar wordt aan de commissaris der koningin H.J.L. Vonhoff aangeboden.
Zaterdag 17 maart vindt er in De Kolk in Assen een studiedag plaats met als thema ‘De hunnebedden en hun bouwers’. Deze studiedag wordt georganiseerd door de Drentse Preahistorische Vereniging. In zes voordrachten zullen die dag onderzoekresultaten gepresenteerd worden van diverse aspecten van het leven en werken van de hunebedbouwers, de eerste boeren in Noord-Nederland, 5000 jaar geleden.
Rinus Bouwmeester

In het zwarte kader rechtsboven staat de volgende tekst:
Professor Van Giffen was een man die zich in Drenthe van grafheuvel naar grafheuvel en van urnenveld naar urnenveld spoedde. Hij had steeds haast. Hij vond uitstel van onderziek gevaarlijk. Afgravingen en ontginningen maakten dat hij die haast had.

Het bijschrift bij de foto van professor dr. Albert Egges van Giffen luidt als volgt:
Professor dr. Albert van Giffen. Hij droeg bijna altijd een zwarte hoed.

Het bijschrift bij de foto van het hunebed van Sleen luidt als volgt:
Zo trof Van Giffen in het begin van deze eeuw de meeste hunnebedden in Drente aan. Uit elkaar gevallen stapels keien in een wijde, welhaast onoverzienbare, boomloze heide. Dit is het hunebed iets ten noorden van Sleen. In 1959 reconstrueerde hij het als het instructieve hunnebed de ‘Papeloze Kerk’. 

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wat betreft de zin: Wat bezielde deze man, die zelf als laatste Drent in een grafheuvel begraven wilde worden ?
Redactie: Albert Egges van Giffen was Groninger van geboorte.
Wat betreft het tekstdeel: Hoewel Van Giffen officieel in Haren, en later in Paterwolde, woonde, bracht hij sinds 1932 het grootste deel van zijn leven in Diever door. Hij had daar aan de rand van het dorp op de Heezeberg, vlak bij een grafheuvel en het hunnebed van Diever, een zomerhuisje laten bouwen.
Redactie: Van Giffen liet geen zomerhuisje bouwen. Hij liet zijn directiekeet, die hij gebruikte tijdens het gespit en gewoel in de terp van Ezinge -die keet had hij nadien blijkbaar gekocht- verplaatsen naar de Heezerberg. Het kan best zo zijn dat Van Giffen heel erg vaak in ‘de Keet’ op de Heezerberg vertoefde, maar niet in 1948, 1949 en 1950, want in die periode is ‘de Keet’ wettelijk gevorderd geweest door de gemiente Deever, in casu burgmeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd), vanwege de grote naoorlogse woningnood en werd het huisje tijdelijk bewoond door een gezin uit Diever. Uit woede over deze wettelijke noodmaatregel -hij vond het zelfs nodig hiervoor naar de rechter te stappen- heeft de professor in die drie jaren zijn gezicht niet laten zien op de Heezerberg. Als hij wat had te melden aan de tijdelijke bewoners van ‘de Keet’, dan stuurde hij zijn stroman en manusje-van-alles Hendrik Jan ter Mast.
Een omhooggevallen Havelter vrijwilliger van het toeristenbezigheidscentrum met de merkwaardige nepnaam Oertijdmuseum, dat is gevestigd in het verminkte voormalige schultehuis an de brink van Deever, meent voldoende gezag en autoriteit en redenen en misschien ook wel geld te hebben om voor professor doctor Albert Egges van Giffen een standbeeld op de brink van Deever te claimen. Dat mag, moet en zal vooral niet gebeuren ! What the hell is going on ? Met de plaquette van professor doctor Albert Egges van Giffen op een steen bij zijn knutselhunnebed met de merkwaardige naam ‘de Papeloze Kerk’ is hem ruim voldoende eer bewezen. En als aan die ruim voldoende eer nog wat moet worden toegevoegd, dan zou het Hunnebedcentrum in Borger de naam ‘Professor doctor Albert Egges van Giffen Hunnebedcentrum’ gegeven kunnen worden.
Maar met de amechtige aanbidding van professor doctor Albert Egges van Giffen kunnen de vrijwilligers van het oertijdmuseum meteen beginnen. Hun commerciële oertijdwandeling onder begeleiding van een gids kan eerst langs de oertijdsteen op de brink gaan, dan in het voorbijgaan aan de kerk aan de brink even melden dat de eerste houten katholieke kerk van Deever is gebouwd op een oertijdtempel of een oertijdgrafmonument (waarschijnlijk een hunnebed) van de oertijdmensen, dan langs het graf van de oertijdkundige professor doctor Albert Egges van Giffen op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever gaan, dan naar het hunnebed van de oertijdmensen aan de Grönnegerweg gaan, dan vooral wel even op de oertijdstenen van het hunnebed klimmen, dan langs de grafheuvel van de oertijdmensen bij de Ossekoele gaan, dan over de oeroude Heezerberg (de Keet is al jaren geleden gesloopt) en de oeroude Heezeresch naar ut oerolde Kastiel lopen en dan terug lopen naar het oertijdmuseum. Oertijdachtiger kan de verwende veeleisende toerist het niet wensen. Oertijdachtiger kan de verwende veeleisende toerist het niet krijgen.

Afbeelding 1 – Artikel in het Nieuwsblad van het Noorden van zaterdag 10 maart 1984
Afbeelding 2 – Ut olde gemientehuus an de brink van Deever – Foto © Gert Hardeman, 24 paril 2011, webstee ghardeman.nl

Posted in Albert Egges van Giffen, Hunnebedde D52, Hunnebedde D52a, Oudheidkunde | Leave a comment

Wie hef un neeje dekstien veur ut hunnebedde ?

De redactie van ut Deevers Archief heeft het altijd uiterst merkwaardig gevonden dat de hoogbegaafde hooggeleerde hoogdoorgeleerde hoogdoorgestudeerde hoogdoorgepromoveerde professor doctor Albert Egges van Giffen (geboren op 14 maart 1884 te Noordhorn, overleden op 31 mei 1973 te Zwolle, begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever) bij het opnieuw stapelen van de dikke stenen van hunnebedde D52 in de vijftiger jaren van de vorige eeuw voor die ontbrekende deksteen, zie bijgaande kleurenfoto, geen vervanger heeft geplaatst. Want als je als hoogbegaafde hooggeleerde hoogdoorgeleerde hoogdoorgestudeerde hoogdoorgepromoveerde professor doctor in de oudheidkunde als levensmotto hebt ‘hunebedden niet conserveren, maar lekker fantasierijk weer in elkaar knutselen’, dan moet hij zijn hand niet om hebben gedraaid voor zo’n kleine verwaarloosbare ‘verbetering’. Of was ten tijde van het genoemde dikke stien’n stapelen geen geschikt exemplaar beschikbaar ?
De oudheidkundige vrijwilligers van het Oermuseum en de oudheidkundige vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever zijn vast en zeker wel bereid een mooi geschikt exemplaar te gaan zoeken en na het vinden te zorgen dat die dikke stien op die irritante lege plek wordt geplaatst.
De redactie heeft bijgaande drie kleurenfoto’s gemaakt op dinsdag 19 april 2022.
De redactie vindt het uiterst merkwaardig dat het door de Nederlandse staat (de Nederlandse belastingbetaler) voor het beheer en onderhoud van het terrein ingehuurde zetbaasje de begroeiing rond het hunnebedde nog steeds niet definitief heeft verwijderd. Opdat het hunnebedde weer op de kale ruimte ligt. Want de hoogbegaafde hooggeleerde hoogdoorgeleerde hoogdoorgestudeerde hoogdoorgepromoveerde professor doctor Albert Egges van Giffen had vanuit zijn woonkamertje in zijn vrijetijdswoninkje (zijn directiekeet bij de opgraving van de terp Ezinge in Groningen) op de Heezerbaarg vrij uitzicht op hunnebedde D52 in de Stienakkers.

Posted in Albert Egges van Giffen, Hunnebedde D52, Stienakkers | Leave a comment

Ut hunnebedde bee Deever wöd restereerd

In de Friese Koerier (onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden) van vrijdag 23 april 1954 verscheen het volgende berichtje over het begin van de restauratie van hunnebed D52 an de Grönnegerweg bee Deever.

Hunebed te Diever wordt gerestaureerd
Vorig jaar herfst is men begonnen met de restauratie van het hunebed aan de Groningerweg te Diever. Na enige tijd moest men dit werk echter door gebrek aan geldmiddelen weer neerleggen. Thans heeft men de werkzaamheden, die onder leiding staan van prof. dr. A.E. van Giffen uit Groningen, weer kunnen hervatten.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is fervent verzamelaar van foto’s, studies, krantenberichten, tijdschriftartikelen, rapporten, dissertaties, boeken, enzovoort, met als onderwerp ut hunnebedde D52 in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever. 
Dit berichtje is hier voor de dossiervorming en ter informatie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die met name is geïnteresseerd in de geschiedenis van ut hunnebedde. Wie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan dit hunnebedde-dossier verder aanvullen ?
De grote vraag is natuurlijk of professor doctor Albert Egges van Giffen voor het leiding geven aan de restauratie van ut hunnebedde steeds aanwezig was of slechts een of twee of drie dagen per week aanwezig was. De professor woonde tijdens zijn aanwezigheid ongetwijfeld vierhonderd meter verderop in zijn geliefde zomerhuisje op de Heezerbaarg (ongeveer 15 meter boven N.A.P.).


Posted in Hunnebedde D52 | Leave a comment

Un skier waètervaarfskildereegie van ut hunnebedde

Kunstenaar Erik Weterings is de maker van het bijgaand afgebeelde fraaie kleine aquarel van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever. In galerie Van Weterings & Wijngaarden an de Stienwiekerweg 2 in Oll’ndeever (ie weet wè, woar vrogger de familie Haarm Diekman woonde) zijn meer resultaten van zijn schilderwerk te zien. De redactie hoopt dat hij meer Deeverse objecten heeft geschilderd en zal gaan schilderen en wil daarvan ook graag een afbeelding opnemen in ut Deevers Archief. De redactie heeft toestemming van kunstenaar Erik Weterings een afbeelding van dit op 26 augustus 2020 gemaakte aquarel in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is hem bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.

De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de broodnodige verandering de kopafbeelding van ut Deevers Archief. Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht deze echt wel geschikt als kopafbeelding van deze webstee, aarzel dan niet dit kenbaar te maken aan de redactie. Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (300 dpi). Als jij de hier afgebeelde kopafbeelding lelijk vind als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken. Als jij een reeds getoonde kopafbeelding graag nog een keer als kopafbeelding van ut Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit kenbaar te maken aan de redactie.
De redactie heeft van het hier getoonde aquarel van Erik Weterings een uitsnede gemaakt, die een tijdje zal zijn te zien als kopafbeelding van ut Deevers Archief.


Posted in Hunnebedde D52, Kopplètie, Kuunst in de gemiente Deever, Skildereeje | Leave a comment

Oersicht op ut oerolde hunnebedde bee Deever

In de bijna oerolde Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 13 juli 2012 verscheen het volgende belangwekkende bericht van de hand van de Deeverse krantencorrespondent over het opschonen van het oerolde hunnebed an de oerolde Grönnegerweg bee Deever.

Zicht op hunebed weer vrij
Diever – Vrijwilligers van de Historische Vereniging Gemeente Diever hebben deze week, in overleg met Staatsbosbeheer, een informatiebord geplaatst bij het hunebed van Diever. Met het plaatsen van het bord is het werk om het hunebed beter toegankelijk te maken, bijna afgerond. Met het opschonen van de omgeving van het hunebed aan de Groningerweg en het verplaatsen van het zitbankje, is de beleving van de bijzondere historische plaats geheel veranderd. Door enkele keien te verplaatsen, is het niet meer mogelijk om met de auto tot het hunebed te rijden. De vrijwilligers willen op korte termijn de grasklinkers bij de parkeerplaats nog schoon maken. Staatsbosbeheer plaatst nog een hekwerk voor het plaatsen van fietsen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Als gevolg van het verwijderen van enige bomen en struiken om het oerolde hunnebed an de Grönnegerweg is in 2012 vanaf de wegkant de zichtbaarheid van het oerolde hunnebed vergroot. Voorwaar een goed bedoelde vrijetijdsbesteding van enige vrijwilligers van de heemkunduge vurening uut ut lang neet oerolde Deever. Driewerf hulde: hulde, hulde, hulde. Bij de snoeiactie kwam voor de vrijwilligers flink wat hout voor de open haard en de houtkachel vrij.
De vraag is natuurlijk of deze snoeiactie de kans op vandalisme heeft verkleind ?
De redactie is groot voorstander van het nog verder opschonen, sterker gezegd volledig, maar dan ook volledig opschonen en kaal maken van het gehele terrein om het oerolde hunnebed, dus met inbegrip van het verwijderen van alle bomen, het verwijderen van die vervelende kermis van betuttelende borden en weg met dat zitbankje en weg met die grasklinkers en weg met dat hekwerk voor het plaatsen van fietsen en weg met die parkeerplaats voor auto’s, dus van het gehele terrein weer een echt oerveld maken voor de ultieme oerconsumptie van dit oerobject uit de oertijd van ver voor het ontstaan van het lang niet oerolde Deever.
De redactie is wel benieuwd wat de oervrijwilligers van het verpretparkiserende oermuseum in het lang niet oerolde verprutste gebouw met de naam Schultehuis aan de lang niet oerolde verloederende niet origineel Saksische brinQ van het lang niet oerolde Deever van dit voorstel voor een kwaliteitsimpuls vinden. Heeft het oerverleden wel een toekomst in de gemiente Deever ?
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van het oerolde hunnebed bij een laagstaand zonnetje in de ochtend van 2 januari 2017 gemaakt. Het had die ochtend een beetje gesneeuwd. Echt wel.

 

Posted in Deever, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Toeristenindustrie | Leave a comment

Un mooie foto van de Dikke Stien’n op de Stienakkers

Coöperatie Appelscha Regio 3.0 U.A., gevestigd aan de Venekoterweg 42 in Oosterwolde, is in het mooie gebied rond Appelscha een zeer gedreven en succesvol promotor en belangenbehartiger van de recreatieve en toeristische sector in het mooie gebied rond Appelscha. Zij rekent gelukkig zeer zeker ook de gemiente Deever tot haar mooie gebied rond Appelscha. Dat mag blijken uit onder meer een foto van ut hunnebedde D52 an de Grönnegerweg bee Deever op haar fraaie webstee appelscha.nl.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de zeer gewaardeerde toestemming van de beheerder van de webstee appelscha.nl deze foto te tonen in ut Deevers Archief. De beheerder van de webstee appelscha.nl wist de naam van de maker van deze foto niet en wist ook niet wanneer deze foto is gemaakt. Als de maker van deze foto zijn of haar foto in dit bericht in ut Deevers Archief ziet en niet wil dat deze mooie foto in die webstee wordt getoond, dan verneemt de redactie dat graag van hem of haar, dan zal de redactie deze foto direct verwijderen.
Het mooie van deze foto is de weinige begroeiing achter ut hunnebedde en het bijna vrije zicht op de Stienakkers en andere bouwakkers op de Heezeresch bee Deever. Het is het zelfstandige op afstand geplaatste bestuursorgaan Staatsbosbeheer, die bij dit hunnebedde mag optreden als zetbaasje van de eigenaar van ut hunnebedde D52, zijnde de Staat der Nederlanden (de Nederlandse belastingbetaler), nog steeds niet gelukt het perceel waarin ut hunnebedde is te vinden, geheel vrij te maken van bomen en struikgewas en dat terwijl Staatsbosbeheer wereldkampioen bomen kappen in de gemiente Deever is en dat terwijl vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever staan te popelen de bijl en de kettingzaag ter hand te nemen om dit klusje te klaren.
In de tijd van de bouw van dit hunnebedde stonden rond het hunnebedde geen bomen en struiken. Ut hunnebedde laag gewoon onder ut saand van de Stienakkers. Was dat now nog moar so. Now bint wee opeskeept mit een nepresterasie van ut hunnebedde in een nepbossie. Zie als leidend voorbeeld de in 1915 gemaakte foto van ut hunnebedde.

Posted in Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Ansichtkoate van hunnebedde D52 bee Deever

De foto voor deze ansichtkaart van hunnebedde D52 an de Grönnegerweg bee Deever is in 1954 vlak na de mislukte herstapeling van de dikke stien’n. De redactie van ut Deevers Archief weet nog niet welke neringdoende in Deever de hier afgebeelde ansichtkaart heeft verkocht.

Posted in Ansichtkoate, Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Grote spandook’n an de mure van In Den Uylenbal

In het pand Peperstroate 13 in Deever is tegenwoordig (april 2021) de winkel met de ongelukkige naam In Den Uylenbal gevestigd. Een uilebal is een ronde of ovale brok materiaal dat bestaat uit onverteerde resten van dieren die door een uil zijn gegeten.
Aan de witgekalkte zijmuur van het winkelpand aan de kant van de Raiffeisen-Boerenleen-bank is een aluminium spandoekframe aangebracht, waaraan grote bedrukte spandoeken kunnen worden gehangen. Een bedrukt spandoek kan ideale buitenreclame zijn. De verwachting is zelfs : hoe groter het spandoek hoe beter de boodschap blijft hangen.
De grote vraag bij de twee hier afgebeelde foto’s op de spandoeken is welke boodschap de uitbaters van In Den Uylenbal nu wel precies willen overbrengen aan de Deeversen. De redactie van ut Deevers Archief heeft zich suf gepiekerd, maar snapt geen bal, zelfs geen uilebal van de boodschap van de foto op de twee spandoeken.
De foto van de Dikke Stien’n op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever op afbeelding 1 is binnen de grens van de gemiente Deever gemaakt. Dat is in elk geval een meevallertje. De foto van grazende schapen onder bomen kan overal in het oosten of het zuiden van het land zijn gemaakt.
De redactie stelt de uitbaters van de winkel In Den Uylenbal ten zeerste voor te stoppen met het verspillen van zeker honderd euro voor elk nieuw nietszeggend spandoek. De redactie stelt in plaats daarvan voor de vrije witgekalkte muur binnen het frame te gebruiken voor het periodiek tonen van bijvoorbeeld bijna filosofische brabbeluitspraken van Shakespeare, zoals ‘Beter een geestige dwaas dan een dwaze geest’ (bron: Twelfth night, 1601) of ‘De dwaas denkt dat hij wijs is, maar de wijze weet dat hij een dwaas is’ (bron: As you like it, 1599).
Ja, zelfs de redactie van ut Deevers Archief heeft bij tijd en wijle een beetje last van een aanvalletje van shakespearitis. En dan doet de volgende bijna filosofische Deeverse brabbeluitspraak het goed: Ai’j last hept, dan möj krabb’m.

Afbeelding 1
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

Afbeelding 2
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto gemaakt op maandag 19 april 2021.

Afbeelding 3
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto gemaakt op donderdag 22 april 2021

Posted in Hunnebedde D52, Peperstroate, Shakespearitis | Leave a comment

Ut hunnebedde D52 noa ut knutselwaark in 1953

De grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen schreef in 1918 over hunnebed D52 in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever:  “Het hunebed verkeert in geheel vervallen staat, zoodat zelfs enkele hoofdbijzonderheden nauwelijks herkenbaar zijn; het geheel is dan ook zonder meer niet reconstrueerbaar”.
Duidelijker en directer uitgedrukt: het hunnebed was één grote niet te reconstrueren hoop stenen.
Toch zou volgens professor doctor Albert Egges van Giffen het graf honderd jaar eerder nog geheel ongeschonden zijn geweest. Hij telde bij een eerste visuele inspectie in 1918 in totaal twee en twintig stenen, maar zette toen al bij meer dan de helft van de stenen vraagtekens over de aard of de positie.
Toch ging de grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen in 1953 als een soort van twintigste eeuwse hunnebedbouwer over tot een soort van herstapeling van de stenen.
De bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is in mei 1955 uitgegeven en was te koop bij Jan Brugging (Jan Wiba) in de Heufdstroate in Deever. Op de afbeelding is het resultaat van het partijtje hunnebedje knutselen van de grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen te zien.
De redactie van ut Deevers Archief is ten zeerste van mening dat de grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen dat professorale geknutsel an de Dikke Stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever maar beter had kunnen nalaten. In ut Deevers Archief zijn enige afbeeldingen van de Dikke Stien’n van vóór 1953 te vinden. Bijvoorbeeld deze afbeelding uit 1911. Of deze afbeelding uit 1918. Of deze bijzonder fraaie afbeelding uit 1952. Laag’n de Dikke Stien’n ur nog moar so bee in de kaele Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie heeft de twee kleurenfoto’s van de Dikke Stien’n gemaakt op vrijdag 28 november 2020.
De grote vraag is natuurlijk wel de volgende. Waar is de dikke stien die op de zwart-wit ansichtkaart uit 1953 rechts aan het einde van het hunnebed is te zien, gebleven ? Deze dikke stien zou op de twee kleurenfoto’s links op de voorgrond moeten staan. Het was wel un dikke stien, die bij de twee en twintig door de professor getelde stenen van het hunnebed D52 hoorde. Waarom is deze dikke stien verdwenen ? Zo’n dikke stien is niet zo maar met een paar man te verslepen en in de kattebak van een auto te stoppen of op een boedelwagentje te laden.

Posted in Ansichtkoate, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Gedoe en geklooi en geknutsel an ut hunnebedde D52

In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 1999 staat in het bericht ‘Archeologie in Drente 1995-1997’, zie afbeelding 1, een kort verslag van enige werkzaamheden aan het hunnebed D52 an de Grönnigerweg bee Deever, die in het verslag eufemistisch ‘renovatie’ worden genoemd en elders ‘consolidatie’ worden genoemd.

Diever
In het najaar van 1995 werd hunebed D52 in Diever, gemeente Westerveld, gerenoveerd. De werkzaamheden omvatten de herplaatsing van drie dekstenen, die in de kelder lagen, waarbij één deksteen werd verankerd met een roestvrij stalen pen, de herschikking van een andere deksteen die eveneens aan een kant werd gefixeerd met behulp van de dook – dit ter voorkoming van calamiteiten – en de opvulling van diepe scheuren in enkele stenen met mortel teneinde inwatering tegen te gaan. Aansluitend droeg de eigenaar en beheerder, Staatsbosbeheer, zorg voor het opvullen van de kelder en directe omgeving met leemhoudend zand.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft twee kleurenfoto’s (afbeeldingen 2 en 4) op donderdag 4 april 2013 en één kleurenfoto (afbeelding 3) op vrijdag 28 november 2020 gemaakt op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
Het ware veel beter geweest dat de drie verzakte dekstenen in de kelder waren blijven liggen. Daar lagen ze per slot van rekening vóór de grote miskleunrestauratie in 1953/1954 al duizenden jaren, daar kunnen ze zonder problemen nog honderden, zo niet duizenden jaren blijven liggen.
Dus gewoon alle dekstenen laten verzakken en helemaal niets meer doen aan het hunnebed, dat is pas consolideren. Dus niet meer arrogant renoveren of betweterig repareren. Laat het maar gewoon gebeuren. Dus zonder gedoe en geklooi en geknutsel met roestvrij stalen pennen en doken en fixaties en injectiemortel en wat dies meer zij. Maar wel met geschwinde spoed en in gestrekte draf het hunnebed D52 bedekken mit un dikke loage Stienakkersaand. 

De redactie meent te weten dat het op afstand gezette zelfstandige bestuursorgaan Staatsbosbeheer het zetbaasje is van hunnebed D52 en een omliggend afgezet deel van de Stienakkers en dat de Staat der Nederlanden (de Stoat, de belastingbetaler, wij) de eigenaar is van hunnebed D52 en het omliggende terrein.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Posted in Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Haarm Hessels hef ut hunnebedde ok op de foto set

De Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels heeft in maart 1984, de redactie van ut Deevers Archief weet de precieze datum nog niet, ook een keer ut hunnebedde D52 op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever op de foto gezet. Een afbeelding van die foto is in dit bericht te zien. Voorwaar geen slechte foto.
De foto is ook als illustratie gebruikt bij het artikel met de merkwaardige titel ‘Lijden en dood: en toch leven !” van de gereformeerde dominee O. Doorn. De redactie heeft nog niet kunnen achterhalen in welk tijdschrift dit artikel heeft gestaan.
De redactie is een verwoed verzameling van afbeeldingen van hunnebedde D52. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bereid een scan van foto’s van dit hunnebedde naar de redactie te sturen, teneinde deze te kunnen tonen in ut Deevers Archief ?

Posted in Grönnegerweg, Haarm Hessels, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Dree skiere tiekenings van de Dikke Stien’n

De redactie van ut Deevers Archief is – zoals mag blijken in de webstee ut Deevers Archief – geïnteresseerd in Deeverse kunst, maar is vooral geïnteresseerd in kunst rond hunnebed D52, dat bint de Dikke Stien’n in de Stienakkers op de Heezeresch an de Grönnegerweg bee Deever, ie weet wè, dat hunnebedde dat in vieftugger joar’n van de veurige eeuw is verinneweerd en verropt deur pefesser Van Giffen. De redactie is per slot van rekening op zo’n 300 meter van de Dikke Stien’n geboren. En per slot van rekening waren de Dikke Stien’n in de vijftiger jaren van de vorige eeuw een populaire speelplaats voor de Deeverse schooljeugd.
De redactie kwam in de prachtige webstee Dolm (oeroude geschiedenis voor iedereen) van scheppend ondernemer Harry Witbier drie pentekeningen van hunnebed D52 van hem tegen. De tekeningen zijn staande of zittende of liggende bij de Dikke Stien’n gemaakt met fineliner pennen van verschillende diktes in een schetsboekje.
De tekeningen zijn, bijvoorbeeld weergegeven op een ansichtkaart of gedrukt op een T-shirt, nog niet te koop in de prachtige webstee Dolm (oeroude geschiedenis voor iedereen) of in de prachtige webstee Gallery Stone Age Art of bij een neringdoende in de toeristenindustrie in Deever.
De redactie kreeg toestemming van kunstenaar Harry Witbier zijn drie pentekeningen te tonen in ut Deevers Archief, onder de voorwaarde deze drie tekeningen uitsluitend en alleen in ut Deevers Archief te tonen; de redactie voldoet uiteraard graag aan deze voorwaarde. De redactie is kunstenaar Harry Witbier bijzonder erkentelijk voor zijn toestemming zijn drie tekeningen in ut Deevers Archief te mogen tonen. Hij stuurde een bestand van de drie hier getoonde tekeningen van de Dikke Stien’n zonder watermerk.

Posted in Hunnebedde D52, Kuunst in de gemiente Deever, Tiekening | Leave a comment

Ut hunnebed van Deever wordt zichtbaarder

In de Meppeler Courant van 6 januari 2012 verscheen het volgende korte bericht over de vernielingen aan het hunnebed in de Stienakkers op de Heezeresch an de Grönnegerweg bee Deever.

Vernielingen vorig jaar aan het hunnebed in Diever hield de gemoederen flink bezig. Inmiddels is de steen vakkundig gerepareerd en is het hunnebed onder toezicht gesteld.
Met de Historische Vereniging Gemeente Diever en de gemeente is een plan van aanpak gemaakt om vernielingen in de toekomst te voorkomen.
Binnenkort worden struiken en enkele bomen verwijderd. ‘We willen dat het hunebed goed te zien is vanuit de omgeving. Dit maakt het voor vandalen moeilijker’, aldus boswachter Corne Joziasse. Voorzitter Jan Blaauw is blij dat er nu actie wordt ondernomen. Hij houdt met zijn club een oogje in het zeil.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Inmiddels zijn in die tijd heel veel bomen en bosschages rond het hunnebed verwijderd, zodat het hunnebed inderdaad van alle kanten was te zien, een lust voor het oog, maar helaas zijn toen de Stienakkers niet geheel in hun oorspronkelijke staat gebracht, gewoon helemaal kaal, wat dikke stien’n in un bouwakker, een gemiste kans.
Het enige bewoonde (?) huis, van waaruit het hunnebed wellicht vanuit de voorkamer is te zien, staat op enige honderden meters van het hunnebed.
Hebben de bewoners van dat huis een dagverrekijker en ook een nachtverrekijker gekregen van de Stoat, de verantwoordelijke beheerder belast met het toezicht op het hunnebed, om voor de Stoat gratis en voor niks het hunnebed in de gaten te houden ?
En wat te doen als baldadige jeugd uut Deever na schooltijd op een donkere namiddag in de herfst weer een vuurtje gaat stoken onder een van de onbeschadigde dekstenen of onder de vernielde deksteen ? Dan kon daar in 2012 geen oogje in het zeil houdende hunnebedwachter van de heemkundige club uut Deever als een soort van onbezoldigde veldwachter vanachter een boom of een bosschage tevoorschijn springen, want die waren door ijverige vrijwilligers van dezelfde vereniging opgeruimd.

Posted in Deever, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Ut hunnebedde is mit veul vubeelding te resteriè’n

In 1925 schreef de weledelzeergeleerde doorgestudeerde oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen in zijn boek ‘De Hunebedden in Nederland (2 delen tekst met Atlas)’ (gepubliceerd in 1925-1927) over ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever het volgende:
‘Het hunnebed verkeert in geheel vervallen staat, zoodat zelfs enkele hoofdbijzonderheden nauwelijks herkenbaar zijn; het geheel is dan ook zonder meer niet reconstrueerbaar’.
Dat was nogal eufemistisch en professoraal uitgedrukt. Met andere woorden ut hunnebedde was niet reconstrueerbaar, want je kunt pas iets reconstrueren als je met ‘meer’ weet hoe het is geconstrueerd. Wat het gebrek aan ‘meer’ voor het duizenden jaren geleden in elkaar gezakte hunnebedde heeft ingehouden, dat is jammer genoeg heden ten dage nog ter plekke te zien.
Bijgaande schitterende foto van de Dikke Stien’n in de Stienakkers op de kale Heezeresch uit 1918 is afkomstig uit het hiervoor genoemde boek.
Wat zou het fantastisch zijn geweest als de weledelzeergeleerde doorgestudeerde oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen deze half onder het zand liggende Dikke Stien’n in 1953 met rust had gelaten.

Posted in Albert Egges van Giffen, Grönnegerweg, Heezeresch, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Stienakkers, Topstuk | Leave a comment

De herstapeling van de stenen van het hunnebed

De weledelzeergeleerde heer professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffes gaf in 1953/1954 leiding aan het creatieve populair wetenschappelijke herstapelen van de stenen van het al duizenden jaren geleden in elkaar gezakte hunnebed op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee’j Deever.
Bijgaand afgebeelde ansichtkaart is de eerste kaart die na de zo genoemde ‘restauratie’ is uitgegeven. Op de afbeelding is het resultaat van het goedbedoelde knutselwerk te zien.
Winkelier Jan Brugging (de Wiba) an de Heufdstroate in Deever gaf deze nu zeer zeldzaam geworden ansichtkaart in juli 1955 uit.
De redactie van het Deevers Archief prijst zich gelukkig wél een exemplaar van deze kaart in zijn verzameling te hebben en deze aan de trouwe bezoekers van de webstee te kunnen tonen.

Abracadabra-1274

Posted in Albert Egges van Giffen, Ansichtkoate, Deever, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Rieksmonement | Leave a comment

Foto uut 1918 van hunnebedde D52 in de Stienakkers

De weledelgestrenge hooggeleerde en hoogdoorgeleerde professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffen schreef in 1925 in de atlas bij zijn lijvige opus magnum ‘De Hunebedden in Nederland’:
Het hunebed verkeert in geheel vervallen staat, zoodat zelfs enkele hoofdbijzonderheden nauwelijks herkenbaar zijn; het geheel is dan ook zonder meer niet reconstrueerbaar.
In gewoon begrijpelijk Nederlands schreef hij: het hunnebed bij Deever is een grote onherstelbare in elkaar gevallen hoop stenen.
Van Giffen telde in 1918 in totaal 22 stenen, maar moest bij meer dan de helft van de stenen vraagtekens over de aard en de plaats zetten.
Kortom aan hunnebed D52 an de Grönnegerweg bee’j Deever had nooit mogen worden geknutseld.
Wat de grote hordes beterweters, natuurknutselaars, oerknutselaars, stenenknutselaars, stenenknuffelaars, histerielogen en spitterties wel al lang hadden moeten doen is alle, maar dan ook echt alle begroeiing rond het hunnebed radicaal en voor altijd te blijven verwijderen.
Als voorbeeld mag de foto van hunnebed D52 uit 1918 van professor dr. Albert Egges van Giffen dienen. Het hunnebed D52 lag in 1918 toch maar mooi ontzettend prachtig te wezen ín de Stienakkers an de Grönnegerweg. Mooier kö’j ’t neet krieg’n.

Posted in Aarfgood, Albert Egges van Giffen, Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Anne Mulder over Albert Egges van Giffen

De echte Deeverse wijlen Anne Mulder vertelde in een interview in 1991 in Assen enige persoonlijke herinneringen aan professor doctor Albert Egges van Giffen aan de redactie van ut Deevers Archief. Deze heeft de herinneringen van wijlen Anne Mulder op papier uitgewerkt en in maart 2000 gepubliceerd in het nummer 00/1 van Opraekelen, het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.

Mijn ambtelijke contacten met Van Giffen
In de negentwintig jaren die ik heb gewerkt op de secretarie van het gemeentehuis in Diever, heb ik met de professor op prettige wijze over verschillende zaken contact gehad.

Van Giffen, de bosbewoner
Hij had een tweede woning op de Heezeberg. Daar vertoefde hij regelmatig. Dat was de plaats waar hij het liefst verbleef. Op de Heezeberg was het bosonderhoud een geliefde bezigheid van hem. Hij had altijd een tang bij zich om takken af te kunnen knippen. Na zijn dood heeft zijn oudste zoon Jan daar gewoond.

Van Giffen, zijn contacten met het dorp
Voor zover mij bekend hebben Van Giffen en zijn vrouw nooit deelgenomen aan het gemeenschaps- en verenigingsleven in Diever. Op één uitzondering na. Hij was lid van de commissie van aanbeveling van een geldinzamelingsactie voor de restauratie van de Nederlands Hervormde kerk van Diever. Die actie heeft succes gehad, want de restauratiecommissie heeft de kerk in 1959 schuldenvrij overgedragen aan de kerkvoogdij.

Van Giffen, de altijd gedrevene
Hendrik Jan ter Mast fungeerde als toezichthouder op zijn bosgebied op de Heezeberg. Op een gegeven moment vertelde de professor aan Hendrik Jan over zijn grootse plannen voor de komende jaren inzake de beplanting en het onderhoud van het areaal bos. Hendrik Jan reageerde daarop met: “Mor dan moei’t oasemhael’n neet vergeet’n meneer”, waarop de professor antwoordde met: “Ik zal erom denken Ter Mast”.

Van Giffen, de grappenmaker
Het kwam wel eens voor dat hij bij het hunnebed mensen aantrof die uit het westen van het land kwamen. Hij maakte met zijn kleine gestalte en een pet op zijn hoofd dan niet bepaald een professorale indruk. Hij vertelde dan die mensen wel eens de gekste verhalen over de hunnebedden en de wijze waarop ze waren ontstaan. En met die verhalen togen ze dan huiswaarts.

Van Giffen, de onverbiddelijke
Mijn broer Egbert had een tijdlang het alleenrecht van jagen op zijn grondgebied. Totdat de Dieverse jagers, waaronder mijn broer, eens op de rand van dat gebied de jacht uitoefenden. De oude Hendrik Jubbega (Henduk Jubbegoa) uit Oldendiever was op een gegeven moment moe en ging even zitten. Op dat moment was ook professor Van Giffen ter plaatse en constateerde dat Hendrik Jubbega op het uiterste puntje van zijn bosgebied was gaan zitten. Meteen ontnam de professor Egbert definitief het alleenrecht op de jacht in zijn bosgebied. Maar daarmee was de professor niet van mijn broer af, want wie ligt naast hem en zijn vrouw begraven op de algemene begraafplaats in Diever ? Jawel, de jager Egbert Mulder ! Nu zijn en blijven ze nog buren ook.

Van Giffen, de opmerker
Bij een wandeling door het dorp ontdekte professor Van Giffen een pol huislook op het dak van onze boerderij, Achterstraat 10. Hij vroeg aan mijn moeder, die buiten stond, of hij een stuk huislook mocht hebben. “Eiglijk neet”, zei mijn moeder, “want ‘k vun oe vrogger in de skoele moar een kreng, want ie kneep’m mee altied in de wange”. Ze zaten immers bij elkaar in de klas toen de professor als jongen in Diever woonde. Zij werd geboren op 9 januari 1884 en hij op 14 maart 1884.
De professor wenste zich niet te herinneren wat mijn moeder zei. Het had ook niets met hunnebedden, grafheuvels en urnenvelden te maken. Desondanks heeft hij wel een stukje huislook meegekregen. Ik weet niet hoe die pol huislook op ons dak is gekomen. Misschien is die pol meegebracht door mijn vader, want die was rietdekker van beroep.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Professor doctor Albert Egges van Giffen was namens de Drentsche Praehistorische Vereniging lid van het bestuur van de Stichting ‘Oud-Drenthe’ te Assen, de stichting die in het voorjaar van 1935 meende in de eerste plaats zijn gehele aandacht te moeten concentreren op het behoud en herstel van het zo genoemde Schultehuis an de brink in Deever.
In het zo genoemde Schultehuis is nu gevestigd het zo genoemde Oermuseum, dat wel bijzonder schatplichtig is aan de niet in Deever geboren en ook niet in Deever getogen professor doctor Albert Egges van Giffen.
Lezers die Deeverse herinneringen hebben aan professor doctor Albert Egges van Giffen worden verzocht deze op papier te zetten en voor publicatie in ut Deevers Archief in te sturen.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de afgebeelde zwart-wit foto van het boerderijtje an de Aachterstroate in Deever, waar vroeger de familie Mulder woonde, op 10 februari 2000 gemaakt, da’s ook al weer meer dan zestien jaar geleden.

De heer Klaas Kleine reageerde op 19 augustus 2000 als volgt.
Wat betreft de huislook heb ik een paar opmerkingen. Ook op ons huis aan de Peperstraat staan twee pollen huislook op het dak. Die zijn goed tegen de pest, de tering, blikseminslag en ander ongerief. Het is niet zeker of het helpt. Deze pollen, een kleine en een hele dikke, zijn nakomelingen van de pollen huislook op het dak van de boerderij, Achterstraat 10. Ik kreeg een pol van Eppie Bas (Egbert Mulder).

Abracadabra-1248

Posted in Aagterstroate, Albert Egges van Giffen, Deever, Heezerbaarg, Hunnebedde D52, Kaarke an de brink, Opraekelen, Oudheidkunde | Leave a comment

Arbeider vindt volkomen ongeschonden urn

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 7 april 1905 het volgende bericht over de vondst van een volkomen ongeschonden urn in de buurt van het hunebed.

Diever, 6 april. In de nabijheid van het hunnebed bij ons dorp vond een arbeider op ongeveer 1 meter diepte een urn, die volkomen ongeschonden is gebleven.
De hoogte is 18 cm, de halswijdte bedraagt 49 cm, de buikwijdte 66 cm. De inhoud bestaat uit asch en gedeeltelijk verbrande beenderen. Op ongeveer anderhalven meter afstand vond men op dezelfde diepte overblijfsels van een vuur. Het is te hopen, dat de urn voor het Drentsch museum worde aangekocht.

Aantekeningen van de redactie van het Dievers Archief
De vraag is wat die arbeider bewoog om in de Stienakkers een gat met een oppervlakte van een paar vierkante meters en zeker 1 meter diepte te graven. Was hij een amateur-archeoloog of deed hij werkzaamheden in opdracht van een archeoloog ? Zeker is wel dat de kleine Albert Egges van Giffen in die tijd in Deever woonde, zijn vader was dominee van de hervormde kerkgemeente van Deever en woonde in de pastorie aan de Brink. Stond hij bij het gat naar de opgraving te kijken ? Is de urn inderdaad in het Drentsch Museum in Assen terecht gekomen ?
Op de ansichtkaart is het hunebed te zien, dat door professor doctor Albert Egges van Giffen in de vijftiger jaren van de vorige eeuw met veel ‘deskundige fantasie’ is ‘gerestaureerd’.

Posted in Albert Egges van Giffen, Ansichtkoate, Brink, Hunnebedde D52, Kaarke an de brink, Oudheidkunde | Leave a comment

Begroeiing verwijderd bij het hunnebed

In 2011 werd een vuurtje gestookt bij het hunnebed D52 op de Steenakkers an de Grönnigerweg bee’j Deever, waardoor een groot stuk van een deksteen afbrak. In 2008 zijn drie stenen van het hunnebed blauw geverfd. Vrijwilligers van de heemkundige vereniging uut Deever hebben op maandag 16 februari 2012 en de dagen daarna een groot deel van de begroeiing rond het hunnebed weggehaald.
De zo onstane zichtbaarheid van het hunnebed zou moeten bijdragen aan het voorkomen van vernielingen aan het hunnebed en vervuiling rond het hunnebed. Het kappen, hakken, zagen en snoeien van bomen, struiken en bosschages is in overleg gegaan met Staatsbosbeheer, de beheerder van het terrein rond het hunnebed.
RTV-Drenthe heeft tijdens de werkzaamheden bij het hunnebed filmopnamen voor de televisie gemaakt, waarbij de verslaggever de in hunnebedden en bosschages gespecialiseerde deskundige van de heemkundige vereniging van Deever ruim aan het woord liet.
Het uitgezonden filmpje is ook te zien op het internet.
In het filmpje heeft de hiervoor genoemde deskundige het ook over een foto van jaren terug, waarop het hunebed zonder begroeiing is te zien. Wellicht doelde hij op de foto van hunnebed D52 uit 1918, toen Albert Egges van Giffen bezig was met het inventariseren van de hunnebedden.
Overigens was het in 1952, een paar jaar voor de mislukte restauratie van het hunnebed, ook vrij kaal rond het hunnebed, zoals te zien is op deze prachtige zwart-wit ansichtkaart van het hunnebed met op de achtergond in schoven gezette rogge. Het ware beter geweest dat de weledelgestrenge heer professor doctor Albert Egges van Giffen het hunnebed van Diever met rust had gelaten.
Voor de volledigheid en ter illustratie van deze tekst wordt hier ook een op 26 juli 2012 gemaakte foto getoond.

Posted in Albert Egges van Giffen, Deever, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Stienakkers | Leave a comment

Canon van de gemiente Deever

Volgens de Canon van Westenveld geeft de canon antwoord op de vraag: ‘Wat zijn de belangrijkste onderwerpen uit de geschiedenis van deze gemeente’. Het aantal onderwerpen in een canon is in principe niet begrensd.
In deze Canon van de gemiente Deever van de redactie van het Deevers Archief zijn ook onderwerpen uit de Canon van Westenveld opgenomen.
In een volgende versis van deze Canon van de gemiente Deever zal deze worden uitgebreid en zullen de onderwerpen beetje bij beetje van een passende tekst worden voorzien.
De bezoeker van het Deevers Archief wordt van harte uitgenodigd onderwerpen en inhoud aan te dragen voor de Canon van de gemiente Diever.

– Archeologische vindplaatsen
– Brink van Deever
– Esdorp Deever
– Hunnebed D52 op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee’j Deever
– Kluften van Wapse
– Professor dr. Albert Egges van Giffen
– Kerk op de Brink van Deever
– Kunst in de gemeente Deever
– Bisschoppelijke hof bij Kalteren
– De Baarg van Wittelte
– Dieverder dingspil
– Boermarken in de gemiente Deever
– Ruilverkaveling in de gemiente Deever
– Reformatie in de gemiente Deever
– Afscheiding in de gemiente Deever
– Schultehuis van Deever
– Amsterdamse veencompagnie
– Drentsche Hoofdvaart
– De weg langs de Vaart
– Saksische boerderij
– Stichting Maatschappij van Weldadigheid
– Molens van Deever
– Molen van Wapse
– Gemeentehuizen in Deever
– Medische zorg
– Scholen in de gemiente Deever
– Foto’s van Jan Boneschanser
– Zuivelfabrieken in de gemiente Deever
– Ontginning van woeste gronden
– mr. Albertus Christiaan van Daalen
– Landgoed Berkenheuvel
– Johannes Fransiscus de Ruiter de Wildt
– Lodewijk Guillaume Verwer
– Zorgvlied
– Rijkswerkkampen Diever A en Diever B
– Joden in de gemiente Deever
– Tweede Wereldoorlog
– Onderduikershol
– Sporen van de Tweede Wereldoorlog
– Openluchtspel
– Kalkovens an de Deeverbrogge
– Nationaal park Drents-Friese Wold
– Veldnamen

Posted in Albert Egges van Giffen, Canon van de gemiente Deever, de Olde Willem, Eup’mlogtspel, Gemiente Deever, Hunnebedde D52, Landgoed Berkenheuvel, Skultehuus, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Hunnebed D52 – Documenten

Over hunnebed D52 op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee’j Deever is veel opgeschreven in documenten.
Hoeveel Drentsche en Groningse hunnebedden zouden op een akker met de naam Stienakker of Stienakkers liggen ?
De redactie van het Deevers Archief zal de trouwe bezoekers op de hoogte houden van zijn resultaten van het zoeken naar documenten of verwijzingen naar documenten in webstees.
De webstee van Data Archiving and Networked Services vermeldt het rapport Trechterbekeraardewerk uit het hunebed D52 te Diever – Gemeente Westerveld (Dr.). Een beschrijving van een particuliere collectie van A. Ufkes (2007-03-14).

Posted in Deever, Hunnebedde D52 | Leave a comment