De parechutist’n koomt de ièste Deeves’n teeg’n

De redactie kreeg in de jaren 2000-2008 bij zijn bezoeken aan wijlen Anne Mulder – een echte Deeverse uut de Aachterstroate – die eerst an de Kloosterstroate in Deever, daarna in Gasselte, later in Assen woonde en overleden is in Voorburg bij zijn dochter – steeds van hem verhalen, schrijfsels, artikelen, krantenknipsels, documenten en foto’s over Deever ter hand gesteld met de bedoeling deze voor hem al dan niet in geredigeerde vorm te publiceren en zo mogelijk van zijn foto’s te voorzien.
Het is de redactie bij het leven van Anne Mulder helaas niet gelukt al zijn Deeverse berichten, artikeltjes, documenten en foto’s in het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, te publiceren, dan maar postuum – en met alle respect – en beetje bij beetje opnemen in de webstee van ut Deevers Archief.
De redactie heeft het direct navolgende artikeltje van Anne Mulder ook gepubliceerd in nummer 2002/1 van het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.

De Franse parachutisten ontmoeten de eerste Dieversen
Op zondagmorgen 8 april 1945 maakten mijn broer Egbert, onze vriend Hendrik Jan Kiers en ondergetekende een wandeling door het bos bij de Hezeresch. Het was die ochtend prachtig weer. Op een gegeven moment stond er plotseling een parachutist in complete oorlogsuitrusting voor ons. We bleven als aan de grond genageld staan. De man hield een grote zware revolver op ons gericht.
Hij gaf een goedkeurend knikje, nadat mijn broer Egbert hem zijn persoonsbewijs had getoond. Vervolgens gaf hij ons een teken dat wij maar met hem mee moesten lopen. We liepen in de richting van de Haarweg. Naar ons bleek gingen we naar ‘het bosje van Jan Wesseling’.
Ik vroeg hem onder het lopen: “Are you an Englishman ?” (“Bent u een Engelsman ?”, redactie), waarop hij kort antwoordde: “I am a French patriot” (“Ik ben een Franse patriot”, redactie). En prompt voegde hij er aan toe: “We are friends” (“Wij zijn vrienden”, redactie). Ik dacht toen nog: “Dat is gauw.”
We belandden bij een groep parachutisten. De commandant (luitenant Edgard Thomé, redactie) was omringd door parachutisten met machinegeweren. Hij vroeg mij op een kaart aan te geven waar we ons bevonden. Dat deed ik, waarop hij direct zei dat zoiets niet het geval kon zijn. Ik werd toen giftig en vroeg hem of hij soms ook in Diever was geboren. Dat bleek te helpen.
Hij dacht in de buurt van het sanatorium in Appelscha te zijn. Daaruit trokken wij de conclusie dat ze de avond ervoor acht kilometer te vroeg waren gedropt. Op zijn kaart gaf ik aan dat de Dieverbrug, de Oldendieversebrug en de Wittelterbrug waren opgeblazen. Verder legde ik hem uit dat in de boerderij van Harman Bennen aan de Hoofdstraat in Diever en in de boerderij van Hendrik Haanstra te Wateren 26 een tentwagen met Duitsers was neergestreken.

Een andere min of meer overeenkomende versie van het verhaal van Anne Mulder is weergegeven in het artikel ‘Bevrijding van Diever’ op bladzijde 5 van het nummer 1995/1 van het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Deze luidt als volgt.  

Anne Mulder, zijn broer Egbert en hun vriend Hendrik Jan Kiers liepen tijdens een ochtendwandeling in de armen van de Franse para’s. Een militair die plotseling met een getrokken, grote, zwarte revolver voor hun stond, verzocht hen, in het Engels, op vriendelijke toon met hem mee te komen. Op de vraag van Mulder “Are you an Englishman?” werd zeer verheugd gereageerd met “Yes, I’m a French patriot ! We are friends !”.
Deze ontmoeting vond plaats nabij de Haarweg ter hoogte van de Hezenes. De para’s lagen in een ring in “het bosje van Jan Wesseling”, met de mitrailleurs naar buiten gericht. Het bleek al snel dat men wilde weten waar men zich precies bevond. Toen Mulder op de kaart Diever aanwees, waren de Fransen stomverbaasd en wilden het eigenlijk niet geloven. Zij wezen een plaats aan nabij het sanatorium in Appelscha, waar zij zich moesten melden. Na verloop van tijd wist Mulder hen te overtuigen dat ze inderdaad in Diever waren.
Ook wist hij de commandant uit te leggen dat de bruggen over de Drentse Hoofdvaart waren vernield en dat er Duitsers met huifkarren waren ondergebracht bij Harman Bennen aan de Hoofdstraat in Diever en bij Hendrik Haanstra in Wateren.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Stick 19 van de Franse parachutisten, onder commando van luitenant Edgard Thomé, had in de nacht van zaterdag 7 op zondag 8 april 1945 moeten landen in het Willemsveld bij Appelsga, één kilometer oostelijk van de jeugdherberg Us Blau Hiem, nu Boscamping Appelscha, maar kwam met een afwijking van zes kilometer naar het zuid-zuid-westen op de Hezeresch bij Diever neer.
Anne Mulder, zijn broer Egbert Mulder en Hendrik Jan Kiers kwamen de Franse parachutisten daar op zondagmorgen 8 april 1945 bij toeval tegen.
Anne Mulder is geboren op …..  in Deever en is overleden op … in Voorburg.
Egbert Mulder (Eppie Bas) is geboren op 14 januari 1913 in Deever en is overleden op 8 december 1984 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Hendrik Jan Kiers is geboren op 3 december 1898 in Deever en is overleden op 22 september 1979 in Deever.

De trouwe bezoeker van ut Deevers Archief wordt tevens verwezen naar de vele berichten betreffende de Franse parachutisten in ut Deevers Archief, zij het dat de twee hier weergegeven korte artikelen de ervaringen van Anne Mulder zelf weergeven.

Deze onbekende Franse parachutist werd tijdens de operatie ‘Amherst’ ergens in Drenthe op de foto gezet (foto uit de verzameling van J. Kroesinga).

This entry was posted in Fraanse parachutist, Tweede Wereldoorlog. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *