Ut braandspuithusie was ok ut liek’nhusie

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is opgenomen als afbeelding 61 een afbeelding van en ansichtkaart uit 1930. In de begeleidende tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is enige aandacht besteed aan het verschijnsel brink. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

61 – Diever – Brink met baorhuusie en braandkoele
In 1978 werd in een onderzoek naar de belevingswaarde van het dorp Diever aan 77 inwoners gevraagd wat onder een brink moest worden verstaan: een plein (5), een open plek midden in het dorp (45); rondom staat bebouwing (4); er staan huizen (17), boerderijen (3), oude gebouwen (1), belangrijke gebouwen (1), het gemeentehuis (15), de kerk (14), het schultehuis (3), een café (1) en winkels (2); er is een brandkuil (4); er groeit gras (3), er staan vooral bomen (17); een plaats voor festiviteiten (4); een ontmoetingsplaats (9); een marktplaats (4).
Brink is een oud woord en betekent onder meer rand van een akker en rand om een boerderij. Op de kadastrale minuutplans van 1 oktober 1832 is de toenmalige situatie om de brink af te leiden. De brink is ontstaan na de bouw van de kerk. De kerkbrink grensde met de zuidwestkant direct aan het bouwland de Iemenkaamp op de Westeresch. Op de plaats van het hier zichtbare café Brinkzicht stond de boerderij van Albert Kiers. Om de kerk stonden boerderijen. Op de plaats van het gedeeltelijk zichtbare gemeentehuis stond de boerderij van Albert Vos. Naast die boerderij stond de pastorij. Het schultehuis was het woonhuis bij de boerderij van Willem Mulder. Ten zuiden daarvan stonden de boerderij van Jan Wolters Hessels en die van de weduwe Jacob Booij.
Op de erfbrink bij de boerderijen stonden vaak bomen. Deze erfbrinken lagen om een gemeenschappelijke ruimte, die veelal ook beplant was met bomen. Deze centrale ruimte werd uiteindelijk ook brink genoemd.
Op deze foto is een kale verwaarloosde brink te zien. Wel zijn fraai de naar behoefte ontstane wegen en slijtpaden te zien, die worden geaccentueerd door het klinkerpad voor het hek van de pastorie. Rechts op de brink is een deel van de witte glinten om de helaas in de vijftiger jaren gedempte braandkoele te zien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De titel van het bericht behoeft enige toelichting. Het huisje op de brink was niet ut baorhuusie, maar het brandspuithuisje dat in dringende gevallen ook gebruikt werd als lijkenhuisje. Het baorhuusie is fout geschreven. Dit moet zijn boarhusie. In het Deevers wordt dit woord meer met een o-klank dan met een a-klank uitgesproken, vandaar boarhusie.

Het mag duidelijk zijn dat een brink die meer dan duizend jaar geleden is ontstaan bij de eerste houten rooms katholieke kerken in Deever geen origineel Saksische boerenbrink mag worden genoemd. Beter is te spreken van een soort van bij de rooms katholieke kerkbrink.
De hier afgebeelde sepiakleurige ansichtkaart uit rond 1930 was verkrijgbaar bij Jacoba (Coba) Hessels, de weduwe van Johannes Vos, in haar manufacturenwinkeltje (dat later is voortgezet door haar dochter Geertje Vos) an de Heufdstroate in Deever.
De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief voor de volledigheid en voor de goede orde ook graag naar het bericht Ut liek is hen ut braandspuithusie ebraagt

This entry was posted in Ansigtkoate, Brink, Café Balsma, Café Brinkzicht. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *