Over Wolter Smit en twee vrachtwaègn’s van de fubriek

De redactie bezocht in het voorjaar van 2019, alweer enige tijd geleden, Roelof Smit in zijn aanleunwoning van het bejaardenhuis in De Weiert an de Heufdstroate in Deever. Heel veel Deeverse en Deeverbrogse onderwerpen waren al aan de orde geweest, totdat op een gegeven moment Roelof Smit vroeg: ‘Mor wat kooi’j hier doon ?’
De redactie vertelde hem dat hij was gekomen zijn toestemming te vragen het artikel ‘Over Wolter Smit en twee vrachtauto’s’, dat hij in 1999, toen hij nog in Nieuwe Pekela woonde, over zijn vader Wolter Smit schreef, en dat in juni 1999 is gepubliceerd in het papieren blad Opraekelen (nummer 99/2) van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever
, in ut Deevers Archief op te nemen. Dat mocht, die toestemming gaf hij. De redactie is Roelof Smit bijzonder erkentelijk voor deze toestemming. Roelof Smit is overleden op 17 mei 2021 in Deever. Zie het bijgevoegde overlijdensbericht.

Over Wolter Smit en twee vrachtauto’s
Roelof Smit haalt herinneringen op aan zijn vader Wolter Smit en de vrachtauto’s D-6250 en D-8622 van de zuivelfabriek van Diever.

Mijn vader Wolter Smit werd geboren op 13 juli 1902. Mijn vader en moeder zijn op 28 april 1928 getrouwd en gingen in dat jaar wonen in het tolhuisje aan de Dieverse kant van de Dieverbrug. Mijn vader was toen hulpbesteller bij de post en mijn moeder beheerde het tolhek. Toen mijn moeder in 1929 in verwachting raakte van mijn zuster Margje keken ze uit naar ander werk. Trouwens ik geloof dat ook het tolhek in dat jaar werd opgeheven, daar is nog wel een verhaaltje over te maken. In 1929 kochten mijn ouders het huis tegenover Heluto. Op de plek van het afgebroken oude huis staat nu een nieuw huis. In 1934 bouwden mijn ouders een nieuw huis, Dieverbrug 2, nu Dieverbrug 3.

De Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmaalderij ‘Diever’ kocht aan het einde van de twintiger jaren voor het eerst een vrachtauto. Daarvoor werd een chauffeur gezocht. Mijn vader solliciteerde naar deze baan en werd aangenomen. Een bijzonder detail daarbij was dat hij op dat moment nog geen rijbewijs had.

Toen hij chauffeur werd in 1929 was hij 27 jaar. Hij heeft tot en met april 1945 op de zuivelfabriek gewerkt. Hij is toen naar het distributiekantoor in Diever gegaan, wetende dat de distributie van goederen en bonkaarten een aflopende zaak zou zijn, maar het loon was twee keer zo hoog als het loon van chauffeur en dat was te aanlokkelijk. Tot 1948 heeft hij deze baan gehad. Daarna is hij korte tijd vertegenwoordiger in textiel geweest en vanaf het begin van de vijftiger jaren tot zijn overlijden in 1967, vlak voor zijn pensioen, was hij medewerker van de kalkzandsteenfabriek te Smilde.

De eerste vrachtauto van de fabriek was van het merk Chevrolet en werd geleverd door een garagehouder uit Meppel, misschien was het Rijkmans aan het Zuideinde, voor zover ik weet was die Chevrolet-dealer. De Chevrolet was een gewone vrachtauto. De auto werd gebracht door een monteur. Hij gaf in één middag de instructie in de omgeving van Diever aan mijn vader. Aan de aanstaande chauffeur zonder rijbewijs werd uitgelegd en gedemonstreerd hoe alles werkte en hoe gehandeld moest worden. Daarna moest mijn vader zich maar zien te redden. Het instructieboek van deze vrachtauto heb ik nog steeds bewaard.

Mijn zuster heeft nog een hele kleine onduidelijk foto van de eerste vrachtauto voor de fabriek, waarop ook mijn vader Wolter Smit en Frederik (Freerk) Ofrein staan. Het is een hele rare foto, afgedrukt op een heel dun stukje blik, de voorkant lijkt wel van mica. De foto is zo donker, dat bijna niets is te onderscheiden. Ik heb deze foto met een loupe onder een felle lamp bekeken. Het is een auto met een kleine laadbak. De foto is verkeerd afgedrukt, want de nummerplaat aan de voorkant staat in spiegelschrift. Het nummer is bijna niet te ontcijferen, maar jawel hoor het is D-6250.

Na korte tijd moest Wolter Smit een proefrit doen. De examinator was iemand die in Frederiksoord woonde, vermoedelijk de burgemeester van Vledder. Op de dag van het examen was het koud en guur weer, waarschijnlijk in het najaar van 1929. De examinator bleef op de stoep voor zijn woning staan, omdat hij het eigenlijk te koud vond om naar buiten te komen. Hij gaf de kandidaat opdracht om voor z’n woning langs te rijden en bij de eerstvolgende kruising te keren en nogmaals langs te rijden. Alles werd dus op afstand bekeken. De proef werd geslaagd bevonden, dus werd het rijbewijs aan mijn vader verstrekt!

In het begin van de dertiger jaren schafte de fabriek een tweede vrachtauto aan. Dit was een Ford of een Dodge. Als het een Ford is geweest, dan is hij vermoedelijk geleverd door garage Greve aan het Noordeinde in Meppel. Mijn vader werd de chauffeur van deze op de foto afgebeelde trekker met oplegger. Frederik (Freerk) Ofrein werd toen de chauffeur van de Chevrolet. De oplegger werd onderhouden door machinefabriek Huisman, gevestigd aan de Galgenkampslaan bij de Galgenkampbrug, waarschijnlijk ook de bouwer van de oplegger.

De foto van de tweede vrachtauto is gemaakt in het begin van de dertiger jaren bij de Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmaalderij aan het Moleneinde in Diever. Bij de vaten boter op de aanhanger zit botermaker Johannes Nijboer.
Achter het stuur van deze vrachtwagen zit Jan Boelens, een medewerker van de zuivelfabriek. Mijn vader Wolter Smit, de man die in die tijd de chauffeur van deze vrachtauto was, staat niet op deze foto.

Soms ging mijn vader vier keer per dag naar Meppel voor veekoeken en meel voor varkens, koeien en paarden, enzovoort. Veevoeder werd gehaald bij de Landbouwbank in Meppel, ingang Noordeinde, direct achter de Galgenkampbrug. Ook kunstmest werd gehaald bij de Landbouwbank in Meppel, ingang Zomerdijk, aan de haven. Dit alles ten behoeve van de aangesloten boeren van de coöperatieve zuivelfabriek. Verder werd kaas afgeleverd aan pakhuizen in onder meer Steenwijk en Leeuwarden. Het pakhuis in Steenwijk stond komende uit Frederiksoord direct over het spoor links. Leeuwarden was onbekend voor mij. Boter werd onder meer afgeleverd bij transportbedrijf Mastenbroek. Hun pakhuis stond, vanaf de watertoren komend, via de Ceintuurbaan, over de Wold Aa en rechts door de Eendrachtstraat, aan het water van de Grote Oever. Na het lossen van de vaten met boter werd een lading lege vaten mee terug genomen naar de fabriek. Steenkolen voor de stoomketel werden gehaald van het tramstation te Hijkersmilde.

In de dertiger jaren werd rogge ongeschikt gemaakt voor menselijke consumptie. Het zogenaamde kleuren van rogge werd gedaan in de loods naast de fabriek. De rogge werd gemengd met een rode kleurstof. Tonnen rogge moesten worden doorgeschept met deze kleurstof. De gekleurde rogge werd onder meer afgeleverd in Oldeberkoop.

De tweede vrachtauto is vlak voor de oorlog door het Nederlandse leger of vlak na de bezetting door de Duitsers gevorderd geweest. De vrachtauto is wel weer teruggekomen, maar is in de oorlog verkocht aan veetransporteur Danhof uit het gehucht Tweeloo bij Meppel, gelegen aan de Ruinerwoldseweg. Dit gehucht is later opgeslokt door de stad Meppel. Toen de auto was verkocht en de fabriek maar beperkt brandstof kreeg toegewezen, heeft mijn vader verschillende werkzaamheden gedaan op de fabriek en op het kantoor, ook hij was melkventer en melkrijder en ook bracht hij met paard en wagen kaas naar Steenwijk. Dat was een wagen op luchtbanden met daar op een autocabine ter bescherming van de voerman tegen weer en wind.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De foto van Wolter Smit, de afbeelding van het titelblad van het instructieboek van de Chevrolet-vrachtwagen, de foto van Wolter Smit en Frederik Ofrein en de foto van de tweede vrachtwagen van de Zuivelfabriek zijn afkomstig uit de verzameling van wijlen Roelof Smit.
De foto van de pijprokende Wolter Smit en Frederik (Frièrk) Ofrein is gemaakt in de Kruusstroate in Deever, achter de fietsers is het café van Berend Slagter (Berend Pikkie) te zien.
Volgens het registers van houders van nummerbewijzen in de provincie Drenthe, dat aanwezig is in het Drents Archief in Assen is het kenteken D-6250 voor de Chrevrolet-vrachtwagen van de Zuivelfabriek Diever op 17 juni 1929 afgegeven door de provincie Drente en is het kenteken D-8622 voor de Ford- of Dodge-vrachtwagen van de Zuivelfabriek Diever op 10 februari 1933 afgegeven door de provincie Drente.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van mooie foto’s op papier is, kan afbeelding 5 ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 25 van het in 2008 uitgegeven papieren boekwerkje Diever, zoals het was in de voormalige gemeente. 1930 – 1980, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 1
Wolter Smit

Afbeelding 2
Het eerste vrachtwagentje van de Coöperatieve Zuivelfabriek ‘Diever’ was een Chevrolet uit de LQ-serie met een laadvermogen van 1½ ton met een volledig stalen cabine en schijfwielen. Het chassis en de cabine werden in de U.S.A. in 1929 verkocht voor 650 dollars. (afbeelding uit een reclamefolder)

Afbeelding 3
Titelblad van het instructieboek

Afbeelding 4
Wolter Smit (rechts) en Frederik Ofrein (links)

Afbeelding 5
De foto van de tweede vrachtauto is gemaakt in het begin van de dertiger jaren bij de Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmaalderij aan het Moleneinde in Deever. Bij de vaten boter op de aanhanger zit botermaker Johannes Nijboer.
Achter het stuur van deze vrachtwagen zit Jan Boelens, een medewerker van de zuivelfabriek. Mijn vader Wolter Smit, de man die in die tijd de chauffeur van deze vrachtauto was, staat niet op deze foto.

This entry was posted in Alle Deeversen, Olde auto, Overlijdensbericht, Süvelfubriek Deever. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *