Liekwaeg’nschuutie wöd gien groevemuseumpie

In het dorp Deever is in 1913 een liekwaeg’nschuutie gebouwd op het gemeentelijke marktterrein an de Bosweg. Het huisje is in opdracht van de Vereeniging Lijkwagendienst uut Deever gebouwd. Het schuurtje was de stalling voor de liekwaeg’n.
De om werk verlegen dorpskrachten van de heemkundige vereniging uut Deever hebben het in verval geraakte liekwaeg’nschuutie in 2016 een flinke opknapbeurt gegeven.
De Deeverse padvinderij heeft in het verleden het schuurtje in gebruik gehad als een soort van clubschuurtje en heeft -volgens zeggen- ramen en raampjes in de twee zijgeveltjes aangebracht en heeft -volgens zeggen- in het voorgeveltje aan de kant van de Bosweg de oorspronkelijke dubbele deur vervangen door een enkele deur en een raampje. Dus de Deeverse padvinders hebben het huisje flink verropt.
De om werk verlegen dorpskrachten van de heemkundige vereniging uut Deever hebben vorig jaar de ramen en de raampjes in de zijgeveltjes met een soort van gelijklijkende baksteen dichtgemetseld. Deze plaatsen blijven helaas wel duidelijk zichtbaar. Het is niet anders. De dakpannen zijn van de doake gehaald en hebben een grondige wasbeurt gehad.
De om werk verlegen dorpskrachten van de heemkundige vereniging uut Deever hebben vorig jaar de enkele deur en het raampje in de voorgeveltje vervangen door een dubbele deur. Het voorbeeld voor deze dubbele deur zit in het achtergeveltje, maar is niet nagemaakt.
Het is toch wel intrigerend waarom in het voorgeveltje ook een dubbele deur zat en nu weer zit.
Opende de liekwaeg’nmenner Geert Dekker noa un groeve beide baanders en reed hij dan met paard en lijkwagen de aachterbaander in, om zo de (zware ?) liekwaeg’n alvast in de goede uitrijrichting op te stellen ? De liekwaeg’nmenner spande daarna het paard uit en sloot vervolgens beide baanders ? Dan moet het paard wel onder de niet al te hoge baanderdeuren door hebben gekund.
De redactie is wel benieuwd of het bestek en de bouwtekening van het liekwaeg’nschuutie bewaard zijn gebleven. Want de redactie wil nog wel controleren of zijn beweringen ten aanzien van de vier geveltjes van het schuurtje juist zijn.
De beroemde autodidactische groevedeskundige van de plaatselijke heemkundige vereniging wijlen Jans Tabak uut de Aachterstroate in Deever was bijzonder geïnteresseerd en onderlegd in groeverituelen en was voornemens in het schuurtje een soort van particulier groevemuseumpie in te richten. Het zal er door zijn overlijden helaas ook niet meer van komen. Van zijn kennis van groeverituelen is niets op papier vastgelegd.
Het liekwaeg’nschuutie staat ook vermeld op de lijst van zogenaamde provinciale monumenten. Maar wat is eigenlijk zo’n vermelding waard ? Wat zijn de lusten en de lasten van een vermelding op deze lijst ? Levert zo’n vermelding geld voor beheer en onderhoud op ? Of zijn de lasten groter dan de lusten ?
De redactie van het Deevers Archief heeft bijgaande kleurenfoto’s op 2 januari 2017 gemaakt.

This entry was posted in Aarfgood, Bosweg, Deever, Jans Roelof Tabak, Lijkwagendienst, Maarktturrein, Vurening. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *