Klaas Kleine over Kappie de Boer en Tante Nel

In november 1999 verscheen van dorpsfiguur alleskunner Klaas Kleine het boek 99 Krabbels – de laatste van het millennium. Drukkerij Japie van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek uitgegeven. Dat kon ook niet anders, want de krabbels waren in de periode 1998-1999 te lezen in ut Deeverse Blattie van Japie van Goor uut de Kruusstroate in Deever.
De laatste krabbel heeft in het boek het nummer 99-44, dat wil zeggen dat deze krabbel in ut Deeverse Blattie van 4 november 1999 stond. 
Klaas Kleine is daarna in 1999 en ook nog enige tijd in 2000, dus na de millenniumwisseling, doorgegaan met ‘krabbelen’ in ut Deeverse Blattie, voor zover zijn tanende gezondheid dat toeliet.
Tot grote verrassing en tot groot genoegen van de redactie van ut Deevers Archief zit in het boek ’99 Krabbels – de laatste van het millennium’ ná krabbel 99-4 een toegift in de vorm van een grappige krabbel over Zwarte Geert, Eppie Bas, Kappie de Boer, Arend Naber, Hendrik Moessie, Harm Mos en Tante Nel
De redactie heeft in dit bericht -met alle respect voor Klaas Kleine- de krabbel over Kappie de Boer en de krabbel over Tante Nel opgenomen, omdat beide dorpsfiguren samen op een mooie zwart-foto staan. 

Kappie de Boer
In het huus an de Peperstroate, doar mien gezin nou onderdak hef, is Kappie de Boer lange tied mit de kamme en de schere in de weer ewest. Kapper was hij daor. De Boer was autodidact. Hoe of hij het vak onder de kneie kregen hef is niet dudelijk. Wellicht bint er ook gien Dieversen die het nog vertellen kunt. In allegeval hef hee jaoren de kost verdiend mit haor inkorten. Toen knipte hij niet langer.
Kappie de Boer was ter groots op zeins, dat hij Fraanse parachutisten in huus had hef. Kort veur de bevrijding ! En dat mit een foute cafébaos as buurman, op dartig meter ofstaand. Arg benauwd was hij toch al niet. Onderdukers vunden bij hum op de zolder onderdak. Onder die kneep in het dak, daoras pannen op ligt. Gaot mar ies kieken, ie kunt oe niet veurstellen dart daor meinsen onderdeuken. En toch is het zo.
Nao de oorlog was de Boer bij de gemiente te warken. Miesttied as straotveger. En nooit naodat hij der niet meer was, bint de straoten zó hemmel ewest. Peerdekeutels, hondepoep, blad en kladdegies, het kwaamp allemaole in Kappie de Boer zien gele bakfietse. Hij fietste een endtie, hij stapte of, hij meuk een praotie mit die of die en veegde allerhaande onnurigheid op. De vriendelijkste ambtenaar die Diever ooit hadde.
Die gele bakfiets speulde een grote rolle in Kappie zien leven. Der zat een iezern bak op die an de baovenkaante mit een ronde kap of esleuten was. An de kaante van het stuur gaapte de vulopening, daor de riezebezzem en de schöppestele uut steuken. An de veurkaante zat een kleppe die lös kun um de lading op de stortplaatse an de Grunnegerweg te kiepen.
Toen Kappie de Boer mit pensioen gunk, is hum een nuvere receptie anebeuden deur de gemiente. Ik had opdracht ekregen um Kappie zien bakfietse op schaol nao te maken, van keuper. Een mooi keupern bakfietsie van ongeveer tien centimeter laank en vief centimeter hoge. Mit het waopen van de gemiente der veurop. Dat hadden wij van een zulvern lepeltie of eknipt en der op soldeerd.
Kappie deud ook mitan in het Openluchtspel en zien rolle die nooit van mien netvlies wil, is die van de ‘Muur’. Het is hum niet altied in daank of eneumen deur zien geleufsgeneuten, mar hee meuk röstig en zeker zien eigen keuzes. Ien van zien mooiste eigenschoppen was wel dat hij toeristen zo behulpzaam de weg wiezen kun. Hij was de VVV in eigen persoon.
Kappie is al weer lange vertrökken. Hij wus de weg.

Tante Nel
‘Weet ie wel waorumme as een Belg zolt in zien broek strooit ? Nee ? Veur de flauwe kul !’ Dit was één van de moppen die Abel Koopman debiteerde tijdens de repetities in het Openluchttheater van Diever. Wie lag er dubbel van het lachen ? Nell Meyboom. Burgemeestersvrouw Nell Meyboom-Veltman, hulpregisseuse bij de Shakespearespelen. Ook vaak souffleuse, bij repetities zowel als uitvoeringen. Een merkwaardig mens. Ze had soms een waterpistooltje bij zich en als je haar aankeek tijdens het spel schoot ze een waterstraal in je gezicht. Ze had een typische opvatting van een correcte uitspraak van het Nederlands. Zo diende ik nadrukkelijk kastje te zeggen, waar het al sinds mensenheugenis klinkt als kasje. Dus prevelde ik braaf ‘kastje’ en ‘vogelnestje’.
Ze had een grote waardering voor pikante zinswendingen een bedenkelijke grappen. Ook in de Burgersdijk-vertalingen van het oeuvre van Shakespeare had dit haar instemming. Als het publiek tijdens de uitvoeringen dan niet reageerde met lachen, liet ze ons weten: ‘Ze zijn niet dirty mind’.
Vandaar ook haar spontane lachuitbarsting na die mop van die Belg. Overigens kon je met haar altijd lachen. Tante Nel werd ze wel genoemd. Hoe dit ontstaan is, daar moeten we eigenlijk naar raden. Ik houd het er maar op dat dit gekscherend ‘achter de coulissen’ in gebruik is geraakt. Wel herinner ik me dat we haar niet zo noemden als ze erbij was. Weinig mensen zullen weten dat Nell Veltman ook schreef. Kinderboeken zijn van haar uitgegeven en ook dichtte ze. Ze was zelfs lid van de Drentse Schrieverskring.
Haar verschijning leverde vaak een verholen commentaar op. Ze had namelijk een voorliefde voor gebreide jurken. Het gaat te ver om te zeggen dat ze altijd in een dergelijke robe verscheen, maar dat beeld liet ze op den duur wel achter. Het was niet altijd flatteus. Ongetwijfeld ontstonden deze producten door haar grote waardering voor nuttige handwerken.
Aan haar onvermoeide lust tot breien en haken dankten de Dieverse kinderen met Palmpasen hun eiernetje. De Palmpaasoptocht ging traditioneel richting de burgemeesterswoning en Nell stond dan klaar met een door haar zelf gehaakt eiernetje als beloning voor ieder kind. De kinderrijkheid van de Dieverse gezinnen noopte haar meer dan eens een berichtje in het ‘Van Goortje’ te plaatsen met het verzoek het eiernetje van vorig jaar terug te brengen.
Tante Nel in de hulpregie. Lachen kon je altijd. Met haar of om haar.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Klaas Kleine is geboren op 20 maart 1940 op Koldervene, hij is veel te jong gestorven op 24 oktober 2000 in Deever aan de ziekte van Kahler. De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief graag naar de diverse berichten over Klaas Kleine in ut Deevers Archief.
Jan Jurjen de Boer is geboren op 30 oktober 1907. Hij is overleden op 24 oktober 1992. Zijn vrouw Griet Sinnema is geboren op 28 mei 1911. Zij is overleden op 26 november 1999. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie wil – met alle respect voor Klaas Kleine- toch wel enige bescheiden kanttekeningen maken bij de twee krabbels.
Klaas Kleine heeft de krabbel over Jan de Boer niet echt in ut echte Deevers/Kolderveens geschreven. Deze krabbel is helaas doorspekt met Nederlandse woorden. Deevers is neet makkeluk.
Klaas Kleine heeft de krabbel over Nell Meyboom-Veltman in het Nederlands geschreven. Het zij Klaas Kleine postuum vergeven, dat in deze krabbel enige grammaticale fouten zitten. Nederlaans is neet makkeluk. Hij die meent geen grammaticale fouten te maken, die steke zijn rechterhand op.
Op de hier getoonde zwart-wit foto zijn Kappie de Boer (Jan Jurjen de Boer) en Tante Nel (Nell Meyboom-Veltman) te zien bij het huis dat nu als adres Garriesstroate 28 in Deever heeft. Links achter Jan Jurjen de Boer zijn enige huizen an de Veentiesweg te zien Ook zittend op zijn gele vuilnisbakfiets kon Kappie de Boer een genoeglijk praatje maken, en natuurlijk ook met Tante Nel.

This entry was posted in Dorpsfiguur, Klaas Kleine. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *