Het Ministerie van Sociale Zaken huisvestte in het rijkswerkkamp Diever A en het rijkswerkkamp Diever B in de dertiger jaren van de vorige eeuw werklozen die onder meer heidevelden moesten omspitten. De werkkampen stonden bij Hoeve aan den Weg in de Olde Willem. Beiden boden plaats aan zesennegentig personen.
In december 1941 besloot de Duitse bezetter Joodse Amsterdammers naar de Drentse werkkampen in Diever, Geesbrug, Gijsselte, Kremboong, Mantinge, Orvelte, Stuifzand en Vledder te sturen. Het eerste resultaat was dat 905 mannen op zaterdag 10 januari 1942 naar Drente vertrokken, waarna ook Joodse mannen uit andere delen van het land gedwongen werden te gaan. Een deel van de Joodse Amsterdammers werd ondergebracht in rijkswerkkamp Diever A.
In de nacht van zwarte vrijdag 2 oktober 1942 op zaterdag 3 oktober 1942, op Grote Verzoendag, werden de rijkswerkkampen Diever A en Diever B door de Duitse bezetter ontruimd. De Joodse kamparbeiders moesten die nacht naar doorgangskamp Westerbork lopen. Een plaatselijke vrachtrijder moest de spullen van de Joodsche kamparbeiderVandaar werden ze gedeporteerd naar de Duitse vernietigingskampen. De
Op dinsdag 29 september 1942 dateerde de Rijksdienst voor de Werkverruiming de volgende brief voor onder meer de heer Burgemeester der gemeente Diever betreffende de ‘hulpverleening aan Joodsche kamparbeiders’.
Ten aanzien van de in verschillende onzer werkkampen gehuisveste Joodse arbeiders is onder meer door de Duitsche autoriteiten bepaald, dat het ten strengste verboden is aan deze personen extra levensmiddelen en genotmiddelen te doen toekomen. Het blijkt echter steeds weer, dat door particulieren met het bovenstaande verbod geen rekening wordt gehouden en dat langs allerlei wegen toch extra levens- en genotmiddelen aan de Joodsche kamparbeiders wordt gezonden. De gevers c.q. verkoopers stellen zich hierdoor aan ernstige gevolgen bloot.
Wij achten het van belang, hierop met nadruk te wijzen en stellen U daarom voor, nogmaals aan een en ander de noodige bekendheid te geven door middel van plaatsing van ingesloten bekendmaking in de Uwer gemeente verschijnende bladen en/of periodieken.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De vermelde brief van de Rijksdienst voor de Werkverruiming is te vinden in dossier 94-84, nummer 26 van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies in Amsterdam.
Op dinsdag 29 september 1942 was Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) de burgemeester van de gemiente Deever.
In de gemiente Deever betrof het de Joodsche arbeiders in de rijkswerkkampen Diever A en Diever B bij Hoeve aan den Weg in de Olde Willem.
De redactie weet uit diverse bronnen dat Joodsche mannen in de werkkampen Diever A en Diever B op verschillende manieren spullen kregen toegespeeld.
Het cynische is dat de brief van dinsdag 29 september 1942 wellicht pas op donderdag 1 oktober 1942 of vrijdag 2 oktober 1942 het bureau van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) zal hebben bereikt. Hij zou de bekendmaking dan pas op zijn vroegst op maandag 5 oktober 1942 of later in de plaatselijke bladen, zoals de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Krant) of ut Deeverse Blattie (?) kunnen publiceren.
Maar dat zal burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) niet meer hebben gedaan, want de Duitse bezetter ontruimde de rijkswerkkampen Diever A en Diever B in de nacht van vrijdag 2 oktober 1942 op zaterdag 3 oktober 1942.