Category Archives: Skultehuus

Ut Schultehuus an de brink van Deever in de snee

De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan, soms wat eerder, soms wat later, voor de broodnodige verandering de kopafbeelding van ut Deevers Archief.
De redactie heeft de hier afgebeelde zwart-wit foto van de huizen en het Schultehuis aan de brink van Deever op 13 januari 1999 gemaakt. In de nacht van 12 op 13 januari 1999 was in Deever vijf tot tien centimeter sneeuw gevallen.
Op de foto zijn de twee toen nog niet vergiftigde rode beuken voor het huis met het adres Brink 5 te zien. De linker beuk staat een beetje verscholen achter de lantaarnpaal.
Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht deze echt wel geschikt als kopafbeelding van deze webstee, aarzel dan niet een scherpe scan van deze afbeelding naar de redactie te sturen.
Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (200 dpi).
Als jij de hier afgebeelde kopafbeelding lelijk vind of niet geschikt acht als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
De smalle afbeelding is als kopafbeelding gepubliceerd op 5 december 2018.

Posted in Brink, Kopplètie, Skultehuus | Leave a comment

Gebient’n van de skulteboerdereeje bee ut skultehuus

In de sinds 1936 los van het skultehuus an de brink van Deever helaas los staande skulteboerdereeje zijn in het gedeelte waarin nu atelier en cadeauwinkel Hare Majesteit is gevestigd nog prachtige oude gebinten van de skulteboerdereeje te zien.
In het atelier en de cadeauwinkel krijgen mensen met een verstandelijke beperking de gelegenheid om met ondersteuning op een volwaardige manier deel uit te maken van de samenleving. Daarvoor driewerf hulde: hulde, hulde, hulde.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 3 oktober 2012.

Posted in Boerdereeje, Deever, Skultehuus | Leave a comment

Scholte Niesingh woonde moar köt in ut scholtehuus

In de Ommelander Courant van 22 maart 1803 verscheen het volgende bericht van overlijden van scholte Lucas Nijsingh Hendrikszoon van Deever en Wapserveene. Lucas Nijsingh Hendrikszoon was de eerste scholte na de veel te lange regeerperiode van de dynastie van de Keteltjes van Hackfort uit Vorden in Gelderland.

Onze waarde Broeder L. Nijsingh, zedert den 18 maart 1736 Scholtes van Diever en Wapzerveen, kreeg op zijn verzoek van het Departementaal Bestuur van Overijssel, den 10 dezer zijn ontslag, en wierd ons heden avond 7 uuren, na een langzaam verval van kragten, in den hogen Ouderdom van 79 jaren door den dood ontrukt.
A.H. Nijsingh, mede uit naam van Broers en Zuster.
Diever den 19 maart 1803

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie citeert uit de onvolprezen maar onduidelijke webstee www.schultehuus.nl het volgende stukje tekst:
‘Lucas Nijsingh Hendrikszoon, geboren te Westerbork op 8 Januari 1725 en reeds op 18 Maart 1738 door Ridderschap en Eigenerfden aangesteld tot schulte, met Roelof Eleveld als verwalter (commissie van Drost en Gedeputeerden) en eed 3 Augustus 1747, nog in functie 14 April 1795 en overleden te Diever op 9 Maart 1803. Hij was tevens schulte van Wapserveen.’

De redactie citeert uit openbare bronnen op het internet het volgende over Lucas Nijsingh:
Hij is ongehuwd gebleven. Tot zijn meerderjarigheid trad op als verwalter Roelof Eleveld, waarop hij de eed aflegde op 3 augustus 1747. Ook was hij advocaat aldaar. Hij woonde met zijn zus Aleida tot haar huwelijk in het schultehuis in Deever. Hij trad in 1799 af als advocaat uit protest tegen een aan een zijner cliënten opgelegde boete van 75 carolusguldens. Een naar zijn mening voor een Drentse boer een te hoge aanslag. Vlak daarna werd hij als scholte ontslagen, maar kort daarop als patriot herbenoemd. Op 14 december 1802 werd hij officieel herbenoemd, maar kon wegens ouderdom en zwakheid twee weken later niet naar Hoogeveen reizen om beëdigd te worden. Hij verzocht daarom om ontslag, dat pas op 1 maart 1803 is verleend. Op de lijst van hoogstaangeslagenen van Drenthe in 1797 komt hij voor met 50.000 guldens. Zijn nalatenschap in 1803 bedroeg 51.195 guldens. Hij was verder lid van de Asser herensociëteit. Volgens het haardstedengeldregister van Deever betaalde hij over 2 carolusguldens over 1754/1764 en 3 carolusguldens over 1774/1784/1794.

Lucas Nijsingh Hendrikszoon was volgens het overlijdensbericht zelfs tot 10 april 1803 in functie als scholte van Deever en van Wapserveene. Volgens de advertentie overleed hij niet op 9 maart 1803, maar op 19 maart 1803.
A.H. Nijsingh is Albertus Hermannus Nijsingh.
De zusters zijn de in 1803 nog levende zusters Maria Nijsingh en Gesina Nijsingh.
De broers zijn de in 1803 nog levende broers Fredericus Nijsingh, Jan Tijmen Nijsingh en Roelof Willem Nijsingh.
De redactie verwijst voor gegevens over het departementale bestuur van Overijssel in de Franse tijd naar de betreffende bladzijde van Wikipedia.
Lucas Nijsingh Hendrikszoon woonde in het schultehuis tot zijn zuster Aleida Nijsingh op 27 december 1757 in Westerbork trouwde met Lucas Homan.
De grote vragen zijn natuurlijk: waarom verliet de ongetrouwde scholte Lucas Nijsingh Hendrikszoon het schultehuis an de brink van Deever en waar ging hij in 1857 in Deever of in Wapserveene wonen ?
Lucas Nijsingh Hendrikszoon was advocaat en was vast geen boer, maar aan het schultehuis zat een boerderij vast. De redactie heeft het vermoeden dat zijn zuster Alida Nijsingh en haar man Lucas Homan gingen wonen in het schultehuis en gingen boerken in de schulteboerderij. Maar werden het schultehuis en de schulteboerderij steeds doorverkocht aan de volgende schulte ? Dus kocht de familie Nijsingh het schultehuis en de schulteboerderij van de Ketel-dynastie ?

De redactie ontving op 31 mei 2023 de volgende zeer gewaardeerde reactie van de heer Ad van Ketel.
Het bericht eindigt met de vraag: Dus kocht de familie Nijsingh het schultehuis en de schulteboerderij van de Ketel-dynastie?
Het antwoord op deze vraag is: nee de familie Nijsingh kocht het huis niet van de Ketel-dynastie.
Pier Ketel (geboren op 10 september 1704, overleden in 1737) volgde zijn vader, die in 1713 stierf, op en werd toen schout van Diever en Wapseveen. Maar hij was nog minderjarig, zodat zijn oom Lambert Wijntjes optrad als verwalter, totdat hij op 28 april 1723 zelf schout werd. Pier Ketel overleed in 1737. Hij werd als schout opgevolgd door Arent Dannenberg. Deze vertrok op 18 maart 1738 als schout naar Meppel. Ik weet niet of Arent Dannenberg ook familie was, maar die was waarschijnlijk toen wel in het bezit van de schulteboerderij.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
De redactie toont bijzonder graag mooie kleurenfragmentjes uit het verleden in de gemiente Deever aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief. Deze kleuren ansichtkaart van de 1935-1941-versie van het schultehuis is in 1983 uitgegeven door Van der Meulen Sneek b.v. De kaart was te koop bij de V.V.V. in Deever en bij Foto Janssens in Dwingel. In het gras voor het Schultehuis staat een bord met de tekst Schultehuis – Oudheidkamer. De -1935-1941-versie- van het schultehuis is nu -anno 2022- verworden tot een soort van door de oudheid geïnspireerd bezigheidstherapiecentrum. Bijgaand afgebeelde kleurenansichtkaart is eveneens -maar dan als zwart-wit afbeelding- opgenomen op bladzijde 70 en ook op bladzijde 399 van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

Posted in Ansichtkoate, Bestuur, Skultehuus | Leave a comment

Dreinse boboos in ut bestuur van Stichting Old Drente

Het sluimerende snurkende ons-kent-ons upper-class adelachtige bobo-bestuur van de Stichting Oud-Drenthe stuurde in het voorjaar van 1935 plotsklaps een geldbedelbrief over het door de stichting gewenste en mogelijke ‘behoud en herstel’ van het zogenaamde Schultenhuis an de brink van Deever de wereld in. Of de buitenstaande Deeversen en Drenten maar even wilden dokken voor de hobby van het sluimerende snurkende ons-kent-ons upper-class adelachtige bobo-bestuur van de Stichting Oud-Drenthe. Zie de twee bijgevoegde afbeeldingen. 

Stichting Oud-Drenthe te Assen, voorjaar 1935
L.S.
Het bestuur van Oud-Drenthe verzoekt beleefd Uwen aandacht voor het onderstaande.
Wegens het overlijden van de leden van het Bestuur, dat overigens steeds onvolledig is gebleven, wijlen de H.H. Mr. J.T. Linthorst Homan, Dr. H.A. Poelman en Jhr. Mr. A.W. van Holthe tot Echten, heeft dit zich in het voorjaar van 1934 opnieuw geconstitueerd. Daarin hebben thans zitting genomen:
voor de Provincie Drenthe, Mr. Dr. R.H. Baron de Vos van Steenwijk, Voorzitter,
voor het Provinciaal Museum, Mr. Dr. J. Linthorst Homan, Vice-Voorzitter,
voor de Stichters, Frederik Lieftinck, Secretaris te Haren (Gr.),
voor de Drentsche Praehistorische Vereniging, Dr. A.E. van Giffen,
en voorts de Heer Notaris W.L. Tonckens te Assen, die zich met het penningmeesterschap heeft belast.
Het bestuur heeft besloten de zaak van de Stichting zoo krachtig mogelijk ter hand te nemen. Het beoogt daartoe zijne belangstelling vooreerst te bepalen tot enkele objecten, welker behoud naar zijn inzien en tevens naar dat van ter zake in het bijzonder bevoegde autoriteiten, alleszins gerechtvaardigd of noodzakelijk is, en die zonder de opzettelijke bemoeienis zijnerzijds voor altijd dreigen te loor te gaan te gaan of verhaspeld te worden. De werkzaamheid der Stichting is door den ongelukkigen loop der omstandigheden tot nu toe beperkt gebleven tot het beheer der haar bij de oprichting afgestane eigendommen, te weten de Schans te Een, Gemeente Norg en een klein gedeelte van de zogenaamde heidensche legerplaats (Celtic Field) te Zeijen en voorts tot dat van de destijds en sedert ingekomen geldmiddelen.
Nadat nog in 1934 aan het nieuwe Bestuur zijn aangeboden, door Mevr. S.E.G.A. Offerhaus, geboren Westra van Holthe te Dwingeloo het Batinger Schut aldaar en door den Heer J.Th. Hoben te Westerbork de daar gelegen zogenaamde Galgenberg, tezamen met eenigen grond er om heen en een behoorlijken toegangsweg van 3.50 M. breed en circa 425 M. lang, welke laatste schenking inmiddels aanvaard is, heeft het gemeend in de eerste plaats zijn geheelen aandacht te moeten concentreeren op het behoud van het zogenaamde Schultenhuis te Diever.
Dit is een oud gebouw aan den Brink. Sedert 1604, het tijdstip van den bouw, hebben daarin 6 generaties van de familie Ketel gewoond, die achtereenvolgens het Schulteambt te Diever hebben uitgeoefend. Intusschen is het oude huis wel veranderd, doch ook als zoodanig mag, mede en vooral volgens het oordeel van den Directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, den Heer Dr. J. Kalf, het gebouw in zijn omgeving als een monument beschouwd worden. Aldus is ons inziens het behoud, alsook het hoog noodige herstel in elk opzicht gemotiveerd. Dr. Kalf heeft ons door zijn bureau een plan met kostenbegrooting voor de restauratie doen toekomen, terwijl de tegenwoordige eigenaresse ons het huis, indien het tenminste behouden blijft, inclusief eenigen grond heeft aangeboden voor 2000 gulden. De door het Rijksbureau geraamde kosten van herstel bedragen 3520 gulden, waarin Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, gezien Zijne hoogelijk gewaardeerde toewijzing, bij missive Nr. 6842, d.d. 20 december 1934 van ons daartoe strekkend verzoek van 30 juni d.a.v., behoudens de gebruikelijke voorwaarden , heeft beslist te willen bijdragen met een Rijkssubsidie van 40% tot een maximum van f. 1408,-.
Aangezien ons voor het beoogde doel inmiddels nog buitendien reeds f. 1500,- ter beschikking of in uitzicht zijn gesteld, en ons Bestuur uit eigen kasmiddelen eveneens f. 1500,- voor den aankoop heeft bestemd, is daartoe thans overgegaan. Er ontbreekt derhalve, zal de totstandkoming van het geheel (aankoop en restauratie beide) verzekerd zijn, nog circa f. 1100,-.
Het Bestuur van de Stichting Oud-Drenthe neemt daarom de vrijheid zich langs dezen weg ook tot U te wenden. Daarbij doet het een beleefd beroep ook op Uwe belangstelling en financiële medewerking, in het vertrouwen, dat U zijn streven wel zult willen steunen om het bewuste, niet alleen in zijn naaste omgeving, doch ook in de Provincie Drenthe merkwaardige gebouw door aankoop en restauratie te redden, en het vervolgens als uit een historisch oogpunt belangrijk monument onder ons toezicht tot een levend dorpscentrum voor cultureele doeleinden te bestemmen, zulks onder onmiddelijke leiding van een plaatselijke commissie met als voorzitter den Burgemeester.
Namens het Bestuur van de Stichting Oud-Drenthe te Assen:
Mr. Dr. R.H. Baron De Vos van Steenwijk, voorzitter.
Ferniand Lieftinck, Secretaris.

Posted in Skultehuus | Leave a comment

Greinsstien mit ut Deeverse woap’m an de brink

Bij het immer krap bij kas zittende Deeverse V.V.V.-kantoor, een tijd lang gevestigd in het schultehuis aan de brink van Deever, stond een grenssteen met het wapen van de gemiente Deever on het grasveldje vóór het schultehuis. Zie afbeelding 1. De grenssteen is niet meer aanwezig. Die staat nu bij het nog steeds krap bij kas zittende bijna failliete Deeverse V.V.V.-kantoor – tegenwoordig T.I.P.-kantoor genoemd – op het paardemarktterrein aan de Bosweg in Deever.
Aan de voorgevel bij de voordeur van het schultehuis hingen een tijd lang twee tegeltjes met een spreuk van de eeuwenoude uit de tijd geraakte oubollige Engelse toneelstukkenbedenker William Shakespeare (die veelal in de Deeverse volksmond Willem Sjeikspier wordt genoemd). Zie afbeelding 1. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet welke twee spreuken werden geciteerd ?
Alleskunner Klaas Kleine heeft zich nog uitgesloofd om de houders voor de tegeltjes te smeden. Dat was mooi siersmeedwerk van hem, dat dan weer wel.
Die tegeltjes waren het resultaat van een acute aanval van sheakespearitis van enige Deeverse shakespeare-verslaafden. De twee tegeltjes zijn gelukkig verdwenen. Want het is zoals de Rotterdamse nachtburgemeester Jules Deelder het heeft gedicht: Alles blijft, alles gaat voorbij, alles blijft voorbijgaan.

Afbeelding 1
Fotograaf Hans Dekker heeft de bijgaand afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 12 november 2004. De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van de Stichting Het Drentse Landschap deze kleurenfoto hier te tonen. 

Afbeelding 2
Fotograaf Hans Dekker heeft de bijgaand afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 4 oktober 2006. De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van de Stichting Het Drentse Landschap deze kleurenfoto hier te tonen. 

Afbeelding 3
Fotograaf Hans Dekker heeft de bijgaand afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 3 mei 2011. De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van de Stichting Het Drentse Landschap deze kleurenfoto hier te tonen. 

Afbeelding 4
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op vrijdag 19 november 2021.

Posted in Shakespeare prullaria, Shakespearitis, Skultehuus, Woap'm van Deever | Leave a comment

Sukersakkie van ut skultehuus in Deever

In de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw werden in het deel rechts van de voordeur van het skultehuus an de niet-origineel-saksische skultehuusbrink van Deever ook allerlei culturele activiteiten georganiseerd. Het Schultehuus zou met een beetje goede wil echt wel kunnen worden beschouwd als een soort van mini-Dingspilhuus.
Het skultehuus had net zoals hotels, cafés, restaurants, lunchrooms, kantines, enzovoort, enzovoort een ‘eigen’ sukersakkie. Dit sukersakkie – aanwezig in de verzameling van ut Deevers Archief – is hier afgebeeld.
De maker van de tekening op het sukersakkie heeft zijn tekening niet zelf bedacht, maar minder of meer (meer meer dan minder) overgetekend van een mooie ansichtkaart uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Zie de bijgaande afbeelding van deze ansichtkaart.
Op de achterkant van de ansichtkaart staat de volgende tekst:
Het schultehuis te Diever na de restauratie van 1935 – 1941.
Dit huis is in 1604 gebouwd door Berend Ketel. Deze was als schulte van Diever aangesteld door graaf Willem Lodewijk van Nassau, stadhouder van Friesland, Stad Groningen en Ommelanden en Drenthe, nadat in 1594 de stad Groningen was ingenomen en de Spanjaarden uit genoemde gewesten waren verdreven. Zijn wapen staat gebeiteld in de steen boven de voordeur. Toen het huis in 1934 dreigde te worden afgebroken, is het aangekocht door de Stichting ‘Oud-Drenthe’.
De redactie weet niet precies in welk jaar deze ansichtkaart is uitgegeven. Wie weet het wel ?
Het Schultehuus zat na de mislukte restauratie, die van 1935 tot 1941 duurde, helaas niet meer vast aan de bijbehorende Schulteboerderij.
Let bij de hier afgebeelde ansichtkaart vooral direct rechts naast het skultehuus op de nog net deels zichtbare roggemiete bij de skulteboerderij van Koendert Krol.


Posted in Brink, Deever, Skultehuus, Sukersakkie | Leave a comment

De keuneginne bee de speulers van ut eup’mlogtspel

In het door adelijken en hoogdoorgepromoveerde academici geredigeerde en geregeerde blad ‘Drenthe, provinciaal Drents Maandblad, tevens officieel orgaan van ‘Het Drents Genootschap’, mede voorzetting van de Studiekring D.H. van der Scheer’ verscheen in het nummer van september 1953 (jaargang 24) een kort berichtje over het bezoek van koningin Juliana op 25 juli 1953 aan de laatste opvoering van het openluchtspel ‘Eind goed, al goed’ van de Engelse toneelstukkenschrijver William Shakespeare in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever en de ontmoeting van deze koningin met de spelers van ‘Eind goed, al goed’ in het zaaltje van het zo genoemde schultehuis an de brink van Deever.

De tekst bij het berichtje in het genoemde blad ‘Drenthe’ luidt als volgt:
H.M. Koningin Juliana in Diever
Het was in Diever ‘Eind goed. al goed’, want de laatste voorstelling van het Shakespeare-stuk van deze naam werd vereerd met een (onverwacht) bezoek van H.M. Koningin Juliana, die niet alleen de hele voorstelling bijwoonde, maar ook tegenover regisseur en spelers haar grote waardering uitte over het spel. Een welverdiende pluim voor Drenthe’s Shakespeare-dorp en een symbolisch besluit van ‘Eind goed, al goed’.

Uiteraard was het ‘onverwachte’ bezoek van koningin Juliana, die vergezeld was van een hofdame, in het geheel niet onverwacht. Bij het berichtje is een afbeelding van een foto opgenomen. Die foto is gemaakt in het zaaltje van het zo genoemde schultehuis an de brink van Deever. Op de foto is aan de linkerkant koningin Juliana te zien. Regisseur en huisdokter Ludolf Dirk Broekema is in het midden van de foto te zien. In het midden van de foto is ook de als Helena verklede toptoneelspeelster Jantina Figeland te zien. De glimlachende man aan de rechterkant van de foto is baron Reint Hendrik de Vos van Steenwijk, commissaris van de koningin in Drente in de periode 1931-1943 en 1945-1951. Moest de gepensioneerde baron soms invallen voor commissaris Jaap Cramer ? Links achter de koningin is nog net het kalende hoofd van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) te zien.

De hier afgebeelde zwart-wit foto is afkomstig uit de verzameling van wijlen toptoneelspeelster Jantina Figeland zelf. De foto is gemaakt op 25 juli 1953 in het zaaltje van het zo genoemde schultehuis an de brink van Deever. De redactie van ut Deevers Archief mocht tijdens zijn bezoek aan Jantina Figeland in haar woonplaats Lochem in 2005 haar serie afdrukken van de originele negatieven van alle foto’s van het gezellige samenzijn van de koningin met de spelers van ‘Eind goed, al goed’ scannen. De redactie is wijlen Jantina Figeland daar alsnog postuum bijzonder erkentelijk voor. De redactie weet niet wie de maker is van de hier afgebeelde foto, maar zou deze wel graag bij de afbeelding willen vermelden.

Posted in Eup’mlogtspel, Shakespearitis, Skultehuus | Leave a comment

Ut skultehuus was ut skulteboerdereejeveurhuus

In het prachtige archief van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zijn bijgaand afgebeelde vier zwart wit foto’s van de skuldeboerdereeje te vinden. Die was toen gelukkig nog verbonden met ut skulteveurhuus an de brink van Deever. De foto’s zijn gemaakt door een fotograaf voor de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg. De foto’s zijn vanwege hun ouderdom zonder toestemming te kopiëren, te wijzigen en te verspreiden.
In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van dinsdag 30 december 1930 stond ook een bijzonder fraaie foto van het niet goed zichtbare schultevoorhuis an de brink van Deever en de gelukkig toen nog aan het schultevoorhuis vastgebouwde schulteboerderij.
Gelet op de oriëntatie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw in de kaarkhof an de brink van Deever ten opzichte van de zichtbare gebouwen, kan het niet anders zo zijn dan dat de skulteboerdereeje de vervallen boerderij is die is te zien aan de rechterkant van de vier foto’s.
De redactie heeft het vermoeden dat de foto in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van dinsdag 30 december 1930 en de vier hier afgebeelde foto’s door dezelfde fotograaf zijn gemaakt, wellicht ergens in het najaar van 1930.
De vier hier afgebeelde foto’s zijn helaas, jammer genoeg, ocharm, niet opgenomen in het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.



Posted in Skultehuus | Leave a comment

Ut skulteveurhuus en de skulteboerdereeje

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van dinsdag 30 december 1930 stond de volgende bijzonder fraaie foto van het niet goed zichtbare schultevoorhuis an de brink van Deever en de gelukkig toen nog aan het schultevoorhuis vastgebouwde schulteboerderij. Wellicht en hopelijk is in het fotoarchief van deze krant het negatief van de hier afgebeelde foto bewaard gebleven.
Gelet op de oriëntatie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw in de kaarkhof an de brink van Deever ten opzichte van de zichtbare gebouwen, kan het niet anders zo zijn dan dat de skulteboerdereeje het grote gebouw is dat is te zien onder de gemeentelijke toren en het kerkgebouw.
In de tijd woonde Koendert Krol, zoon van Jan Krol en Romkje van der Burg, al in het skulteveurhuus en boerkte hij in de skulteboerdereeje. De redactie moet in de openbare bronnen nog uitzoeken met wie Koendert Krol getrouwd was en wie zijn kinderen waren.
In de periode na 1935 sloeg het noodlot toe, toen werd het skulteveurhuus als gevolg van een zo nodig zo genoemde ‘grondige restauratie’ voorgoed vernield en werd het skulteveurhuus ‘losgerestaureerd’ van de skulteboerdereeje. What the hell was going on ?
Het kan niet anders zo zijn geweest dan dat in de boerengemeensschap van Deever na 1600 de vroegere schultes ook gewoon boer waren en dus een boerderij hadden. En de ene boer woonde in een mooier veurhuus dan de andere boer.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is afbeelding 1 in bijgesneden vorm en zonder bronvermelding opgenomen op bladzijde 54.

Afbeelding 1
Het onzinnige onderschrift bij de foto luidt als volgt:
De kortste dag ligt al weer eenigen tijd achter ons. En met het lengen der dagen komen we steeds meer den tijd naderbij, waarin weliswaar de takken der boomen nog kaal, maar niet meer zo somber dor zijn, als midden in den winter; de tijd, waarin de schaapjes weer in de wei gelaten, die weiden zelve weer frisch groen worden en alles zich op de komende lente voorbereidt. Van dien tijd geeft bovenstaande fraaie foto uit Diever een beeld.

Posted in Brink, Skultehuus | Leave a comment

Hoe hef ut skultehuus ur in ut echt uut eseene ?

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) verscheen op vrijdag 1 november 1935 een bericht van de heer Jan Boesjes, secretaris van de gemiente Deever, over het schultehuis an de brink van Deever en zijn bewoners.

Het schultehuis te Diever en zijn bewoners
In den jare 1604 verrees aan den Brink te Diever het gebouw, dat thans -ruim drie eeuwen later- in veler belangstelling staat. Ten zuiden van de Nederlands Hervormde Kerk werd toen namelijk gesticht het zoogenaamde schultehuis. Stichter was de toenmalige schulte van Diever Berend Ketel. Na hem hebben nog vijf leden van de familie Ketel, die alle het schulte-ambt van Diever bekleedden, het huis tot woning gekozen.
De naam schultehuis zal zich in den loop der jaren gevormd hebben, doordat de woning steeds den schultes tot huisvesting diende. Van een gebouw met een publiekrechtelijke bestemming kan niet worden gesproken. Het huis was steeds particulier eigendom en is waarschijnlijk door vererving en koop achtereenvolgens overgegaan in handen van de elkander opvolgende plaatselijke magistraatpersonen. Eigendom van een publiekrechtelijk lichaam is het gebouw nimmer geweest.
’t Is niet onmogelijk, dat op de plaats van het tegenwoordige schultehuis vroeger (vóór 1604) een tot het klooster van Ruinen behoorend gebouw heeft gestaan. Bij de restauratie welke thans plaats vindt, kwamen verschillende steenen te voorschijn, die blijkbaar tot een vorig huis behoord hebben. Het betreft hier steenen van zeer bijzondere vorm, welke vermoedelijk vroeger hebben dienst gedaan voor de bevestiging van glas-in-lood ramen. Verder legde men een vloertje bloot van geglazuurde tegeltjes.
De tand des tijds heeft ook het huis der Ketels niet ongeschonden gelaten. De verschillende eigenaren tastten zowel het uit- als het inwendige van het gebouw aan, waarbij de voorgevel er gelukkig nog het beste afkwam. Deze gevel, die na de voltooiing der restauratie een sieraad voor het dorp en meer in het bijzonder voor de brink zal zijn, geeft een voornaam uiterlijk aan het gebouw. Het jaartal 1604 is met muurankers aangebracht. Ter linkerzijde van de zware voordeur -welke voorzien is van een antieken deurklopper- bevinden zich twee, ter rechterzijde drie groote ramen met ieder niet minder dan 48 ruiten.
Boven de deur is het wapen van de familie Ketel (van Hackfort) aangebracht, namelijk in zilver een blauwe dwarsbalk met gekroonde helm. Als helmteeken een zilveren drakenkop en hals met gouden tong en blauwe halsband. De kruisjes die er op voorkomen zijn waarschijnlijk toevoegsels van een bewoner en behooren niet tot het wapen. We hopen dat bij de restauratie dit wapen van de daarop aangebrachte verflaag zal worden ontdaan.
De zijgevels en de achtergevel hebben veel te lijden gehad van diverse verbouwingen. Op een bepaalde plaats was tegen den zuidelijken zijgevel zelfs een tweede muur aan gemetseld.
In het gebouw trekt een muurvak met tegels de aandacht en ook de bewerkte zolderbalken mogen niet aan onze opmerkzaamheid ontsnappen. Momenteel omvat het huis twee groote en één kleine voorkamer, gang, keuken, achterkamer en opkamer, waaronder kelder.
De bewoners
Omtrent de vroegere bewoners, meer specifiek de schultes, die tevens bewoner van het huis waren, kunnen we het volgende vermelden.
De eerste bewoner, zoals gezegd tevens stichter, was Berend Ketel. Deze was in 1595 schulte van Diever en schijnt tijdens zijn leven te zijn afgetreden, in dit geval na 18 juni 1619. Hij leefde nog in 1626, doch is vóór 21 maart 1628 overleden. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Helmich Ketel, die het eerst als schulte wordt vermeld op 20 april 1622, het laatst op 20 april 1642. Op hem volgde Richard Ketel, die 9 mei 1644 als schulte in functie was en laatst bekend op 18 januari 1660. Pierre Ketel, die dan volgde, werd 28 februari 1660 door Ridderschap en Eigenerfden den Stadhouder als schulte voorgedragen (hij was toen nog minderjarig) en door dezen benoemd. Hij teekende als schulte 19 mei 1666 en stierf vermoedelijk begin 1689. Vervolgens kregen we Richard Ketel, op 11 maart 1690 door Ridderschap en Eigenerfden aan den Stadhouder voorgedragen; vermoedelijk overleden begin 1713. Opvolger van Richard Ketel was Pierre Ketel Richardzoon. Gedoopt 10 september 1704, werd hij, nog geen 10 jaar oud zijnde, op 21 maart 1713 tot schulte aangesteld. Tijdens zijn minderjarigheid (1713-1724) trad er een soort regent (‘verwalter’) voor hem op. Pierre Ketel stierf in 1737. Evenals zijn beide voorgangers was hij tevens schulte van Wapserveen. De laatstgenoemde 4 schultes Ketel waren waarschijnlijk afstammelingen in rechte linie van elkander. Met het overlijden van Pierre Ketel Richardzoon was de familieregeering der Ketels voor Diever afgesloten. Van 1595 tot 1737, dus gedurende bijna anderhalve eeuw, heeft deze familie hier het heft in handen gehad. Bijna al dien tijd bewoonden ze het huis aan den brink, dat thans nog hun wapen boven de voordeur draagt.
Omtrent latere bewoners is weinig bekend. De schultes en burgemeesters, die na de familie Ketel kwamen, hebben vermoedelijk geen van allen het schultehuis bewoond. Wel is het waarschijnlijk, dat er een bakker in gehuisvest geweest is, waarop bepaald metselwerk duidt. Ook heeft een der vroegere bewoners blijkbaar in connectie gestaan met een walvischvaarder. Op den zolder van het oude gebouw is namelijk zoolang de heugenis reikt, een graat van een walvisch geborgen geweest. Deze graat geeft een lengte van ruim 2 meter met een diameter van ± 10 centimeter en is nog volkomen gaaf. In het gerestaureerde huis zal deze bezienswaardigheid stellig de aandacht trekken.
Restauratie
Ongeveer twee jaar geleden staken eenige personen, van wie we speciaal wenschen te noemen burgemeester van Os van Diever en dr. van Giffen te Paterswolde, de hoofden bijeen om te trachten het schultehuis als historisch voorwerp te behouden. De zaak kwam vervolgens ter sprake bij de commissie van bestuur van het provinciaal museum van oudheden en geschiedkundige voorwerpen in Drente, de zogenaamde museumcommissie. Aangezien deze commissie geen rechtspersoonlijkheid bezit en dientengevolge het gebouw niet in eigendom kan verkrijgen, wendde men zich tot de stichting Oud-Drente. In deze stichting hebben zitting: voor de provincie Drente: mr. dr. R.H. baron de Vos van Steenwijk, commissaris der koningin in Drente, voorzitter, voor het provinciaal museum van oudheden enzovoort: mr. dr. J. Linthorst Homan, burgemeester van Vledder, vice voorzitter, voor de Drentse praehistorische vereniging: dr. A.E. van Giffen, directeur van het biologisch-archeologisch instituut der rijksuniversiteit te Groningen en notaris Tonckens te Assen, penningmeester.
De stichting is rechtspersoon en heeft volgens de acte van oprichting ten doel onder andere het aankoopen van uit architectonisch oogpunt belangrijke gebouwen.
De museumcommissie vond het bestuur der stichting bereid de zaak ter hand te nemen.
Eerste zorg was de aankoop van het gebouw. Dit toch verkeerde in zoodanigen staat van verwaarloozing, dat herstel dringend was. Van de eigenaresse werd het huis aangekocht voor f. 2000. Door het rijksbureau voor de monumentenzorg werden de kosten voor herstel geraamd op f. 3520. Het ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschappen zegde een rijksbijdrage toe van f. 1408. De gemeenteraad van Diever, die ook het belang van een dergelijk gebouw voor de gemeente inzag, subsidieerde met f. 1000. De stichting Oud-Drente zelf bestemde f. 1500 uit haar kasmiddelen voor het schultehuis, terwijl van verschillende zijden kleine en grootere giften binnenkwamen of toegezegd werden. De financiële zijde was hiermee dus bijna afgewikkeld.
Met de restauratie werd onmiddellijk aangevangen. De architect Onnes van het rijksbureau voor de monumentenzorg had de plannen reeds uitgewerkt. Omdat het werk zich niet leende voor publieke aanbesteding werd met de plaatselijke timmerlieden Bennen, Nijzingh en Koning een overeenkomst aangegaan en aan dezen het bouwwerk opgedragen. Begonnen met de afbraak, bleek echter pas hoe bouwvallig het huis was. Een geheel nieuwe kap moest worden aangebracht en verschillende muurgedeelten opnieuw opgemetseld. Uitwendig is daarvan evenwel weinig te zien. De deskundige architectuur heeft daarvoor gezorgd. De uitwendige restauratie verkeert thans in een vergevorderd stadium, de inwendige moet nog plaats vinden.
Reeds herhaaldelijk hoorden we de vraag stellen: ‘Wat wil men nu met dat gebouw ?’ Het ligt in de bedoeling een of meer vertrekken tegen vergoeding beschikbaar te stellen voor het houden van vergaderingen en dergelijke. Een plaatselijke commissie zal met het dagelijksch beheer worden belast. Niet onmogelijk is, dat in het gebouw oudheidkundige voorwerpen uit deze omgeving afkomstig, welke thans in het museum te Assen zijn geborgen, worden geplaatst.
We eindigen met den wensch, dat het gerestaureerde schultehuis nog eens een veelbezocht gebouw mag worden, bezocht zoowel door vreemdelingen uit oudheidkundig oogpunt, als door de ingezetenen om er vergaderingen en dergelijke bij te wonen.
J. Boesjes.
Diever, October 1935.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
J. Boesjes is Jan Boesjes. Hij was secretaris van de gemiente Deever.
De aandacht van de redactie werd vooral getrokken door de eerste zin van de derde alinea van het verhaal van Jan Boesjes. Blijkbaar was die uiterst speculatieve veronderstelling geen belemmering om in de vijftiger jaren van de vorige eeuw de nieuwe straat over ut Bultie de naam Kloosterstraat te geven. Was Jan Boesjes een soort van spindoctor van burgemeester Jan Cornelis Meyboom met de zijnen ? Een soort van straatnamenfluisteraar ?
Tussen 1737 en 1935 liggen bijna twee eeuwen, zodat anno 1935 na tweehonderd jaar van onderhoud, verbouwingen, vernieuwingen, verval, wederopbouw, enzovoort geen sprake meer kon zijn van een gebouw dat ook maar in de verste verte leek op het gebouw waarin de schulte anno 1604 woonde. Zijn van het huis waarin de schultes woonden beschrijvingen, tekeningen, schetsen, etsen, schilderijen, notariële akten, documenten uit de periode 1595-1737 bewaard gebleven ? Zo nee, dan is het gebouw van na de ‘restauratie’ een nepgebouw. Het resultaat van koffiedik kijken, in een wazige glazen bol koekeloeren, op een ontstoken dikke duim zuigen, enzovoort.
De redactie is fervent verzamelaar van foto’s, studies, krantenberichten, tijdschriftartikelen, rapporten, dissertaties, boeken, tekeningen, posters, bestekken, enzovoort, met als onderwerp ut huus woar ooit de skulte woonde an de brink van Deever.
Dit berichtje is hier voor de dossiervorming en ter informatie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die met name is geïnteresseerd in de geschiedenis van ut huus woar ooit de skulte woonde an de brink van Deever. Wie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan dit belangwekkende dossier verder aanvullen ?
De redactie heeft de kleurenfoto gemaakt op vrijdag 19 november 2021.

 

Posted in Skultehuus | Leave a comment

De keun könn’n so moar deur de gliev’m hen binn’n

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van mooie zwart-wit foto’s op papier is, kan de hier afgebeelde foto waarop het Schultehuis van vóór de restauratie is te zien, ook ten zeerste bewonderen als afbeelding nummer 35 in het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien. In dit bericht is eveneens de tekst bij afbeelding nummer 35 opgenomen.

35 – Diever – Schultehuis – 1918
Het oude gebouw werd in 1918 in zijn geheel bewoond door het echtpaar Jan Krol en Romkje van der Burg en hun kinderen Saakje, Geesje, Koendert, Jan en Tjibbe. Voor het huis zitten de breiende Saakje en haar zuster Geesje. Achter hen is nog net naast het linker gordijn een glimp van hun moeder Romkje te zien.
Door verbouwingen in de achttiende eeuw kreeg de voorgevel het aanzien, zoals dat gedeeltelijk op deze foto is te zien.
In 1933 achtte het Rijksbureau voor de Monumentenzorg het gebouw absoluut onbewoonbaar, vanwege de gevaarlijke toestand van het dak en de zeer vervallen staat van een groot gedeelte van het metselwerk. Het achterhuis was zelfs zo zwaar vervallen dat Koendert Krol zich nog herinnerde dat de keun so maor deur de gliev’m hen binn’n könn’n.
De Stichting Oud Drenthe heeft de bouwval van de ondergang gered. In 1934 kocht zij het unieke gebouw voor 2000 gulden van Marria Hillagonda Mulder. Met een eerste rijkssubsidie en een bijdrage van de gemeente Diever werd op 12 juli 1935 onder leiding van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg begonnen aan de restauratie, die om diverse redenen tot in 1941 zou duren.
Het belendende huis aan de zuidzijde werd tegen het einde van 1935 afgebroken. Het Rijksbureau voor de Monumentenzorg meende toen uit een dichtgemetseld kruiskozijn in de vrijgekomen gevel van het  de oorspronkelijke grootte en vorm van de kozijnen in de voorgevel af te kunnen leiden.
In het najaar van 1936 werd met de restauratie van de voorgevel begonnen. Daarbij werden de ramen, waarvan er drie op de foto zijn te zien, en de ingang vervangen, bleef de wapensteen boven de ingang behouden, maar moest het fraaie bovenlicht met de Davidster om onduidelijke redenen verdwijnen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De hier afgebeelde zwart-wit foto is gemaakt door fotograaf C. Steenbergh voor de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto gemaakt op vrijdag 19 november 2021.
Vergelijking van de zwart-wit foto met de kleurenfoto leert dat de op de kleurenfoto zichtbare muurankers met de cijfers 1, 6, 0 en 4 boven de ramen niet op de in 1935 gemaakt zwart-wit foto staan. Die muurankers op de kleurenfoto zijn neppers. Die zijn daar tijdens de restauratie ter opleuking van het gefröbel met dit gebouw geplaatst. Alsof het jaartal 1604 boven de deur al niet voldoende aanwijzing was voor een mogelijke eventuele wellichtelijke ouderdom van de allereerste versie van het gebouwtje. De
 redactie is wel benieuwd of één van die echte boerensmeden in de gemiente Deever die vier nieuwe muurankers mocht maken.
De redactie is ook wel benieuwd of de allereerste versie van het gebouwtje was gemaakt van hout of van regionale baksteen, bijvoorbeeld uit een veldoven op Groot Woater’n of uit een veldoven an de Stroom.
De Nederlandse vertaling van de Deeverse titel van dit bericht ‘de keun könn’n so maor deur de gliev’m hen binn’n’ is als volgt: ‘de biggen konden zo maar door de scheuren naar binnen.’ Daarmee gaf Koendert Krol op rake wijze de staat van verval van het Schultehuis weer.  Let wel, mind you, nota bene, het bankje op de kleurenfoto is helaas niet het bankje dat net niet op de zwart-wit foto is te zien.

Posted in Brink, Diever, ie bint 't wel ..., Rieksmonement, Skultehuus, Topstuk | Leave a comment

See haar’n ut olde Schultehuus so muut’n loat’n

De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren (scannen) van zijn papieren archief, bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, en zo voort, en zo voort, en zo voort, uut de gemiente Deever een knipsel uit het tijdschrift Het Noorden in Woord en Beeld, jaargang 10, 1934-1935, nummer 23, 24 augustus 1934 nota bene twee bladzijden met beelden uit Deever en omgeving.
De foto’s op die twee bladzijden zijn het waard vergroot weergegeven te worden. De redactie toont in dit bericht de bovenste foto op de linker bladzijde. Deze foto is gemaakt kort voor het begin van de grote vernieling van het Schultehuis in 1935.
Het bijschrift bij deze afbeelding op de linker bladzijde luidt als volgt:
‘Dit dorp, dat in de Bulle van Paus Pius onder den naam van Dieveren uytgedrukt staat, wordt ook van een Schout bedient, en heeft den naam gegeeven aan ’t gerecht van Dieveren.’, zoo staat het in de oude geschriften. Bij zoo’n waardige uitspraak past het aloude Schultehuis aan de Brink, waarvan de familie Ketel de stichtster is, en dat vermoedelijk door ‘Monumentenzorg’ wordt aangekocht, daar het door een restauratie in zijn typeerende bouw nog versterkt zal kunnen worden en zoo een mooi stukje oudheid bewaard zal kunnen blijven.
De redactie heeft de bijgevoegde bovenste kleurenfoto gemaakt op vrijdag 29 november 2019. De redactie heeft de bijgevoegde onderste kleurenfoto gemaakt op zondag 20 november 2005.

Posted in Skultehuus | Leave a comment

Un tiekening van de saele in ut Skult’nhuus

In het archief van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort is een perpectieftekening van de vergaderzaal van ut Skult’nhuus an de brink van Deever aanwezig. Zie de bijgevoegde afbeelding van deze tekening.
De maker van deze tekening is E.A. Canneman. Elias Anthony Canneman was hoofdarchitect bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Hij maakte de tekening in maart 1937 en gaf deze tekening de volgende titel: Diever (D) Schultenhuis Perspectief Vergaderzaal. Let op: Schultenhuis en niet Schultehuis.
Deze vergaderzaal is in het echt ooit min of meer overeenkomstig de afgebeelde tekening ingericht geweest. Van die bij elkaar geraapte inrichting is niets meer aanwezig. In de vergaderzaal staan nu, anno 2021, de zaakjes en de gedoetjes van het oervervelende zo genoemde Oermuseum opgehoopt.
De redactie van ut Deevers Archief vermeldt voor deze afbeelding de volgende bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / documentnummer BT-003472.
De redactie heeft de kleurenfoto van de voorgevel van ut Skult’nhuus gemaakt op 20 november 2005. Deze pre-oermuseum-foto begint al een beetje een oeroude foto te worden. De vergaderzaal in ut Skult’nhuus bevindt zich rechts van de voordeur.

Posted in Skultehuus | Leave a comment

De Doavidsterre mög neet boo’m de veurdeure blie’m

In Drente, Provinciaal Drents Maandblad, gewijd aan Praehistorie, Historie, Volkskunde, Dialectonderzoek, Heemschut, Opbouw en Toerisme, verscheen in jaargang 6, nummer 10 van maart 1935 het volgende bericht over het mogelijke behoud en de restauratie van het in vervallen staat verkerende Schultehuis an de brink van Deever.

Behoud van het Schultehuis te Diever mogelijk ?
In Diever bevind zich een oud huis, dateerend van 1604, dat achtereenvolgens is bewoond geweest door zes generaties van het geslacht Ketel, waarvan de voormannen al dien tijd schulte van Diever zijn geweest. Het is dus wel een eerenaam, dit ‘schultehuis’. Het huis zelf, waarvan een afbeelding hierbij gaat, is gelegen aan den brink, tegenover het gemeentehuis, welke bewoners en bezoekers het dus als het ware steeds wil herinneren aan de plichten jegens Drenthe’s en Diever’s historie.
De huidige Burgemeester van Diever, de Heer van Os, heeft de Stichting ‘Oud Drente’ en haar adviseur Dr. van Giffen niet alleen volkomen op zijn hand bij zijne pogingen tot behoud en restauratie van het mooie oude pand, doch hij heeft zelfs mogen ervaren dat door het werk van de stichting onder leiding van de Commissaris der Koningin reeds veel is bereikt: de Directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg heeft een rijkssubsidie van het Departement van Onderwijs in uitzicht kunnen stellen groot 40% der restauratiekosten, maximaal f. 1408,-, terwijl de Stichting zelve f. 1500,- geeft en van anderen reeds f. 1500,- aan toezeggingen heeft ontvangen, totaal dus ongeveer f. 4400,-. Aangezien voor aankoop en herstel noodig is totaal ongeveer f. 5500,-, komt de Stichting ‘Oud Drente’ nog ongeveer f. 1100,- tekort.
Het moet mogelijk zijn, ook deze f. 1100,- te vinden. Het Bestuur der Stichting zoekt dus ook langs dezen weg – er zijn reeds vele brieven en circulaires verzonden – contact met hen die willen helpen, dezen daad van piëteit jegens het Drentsche voorgeslacht te volvoeren. Weten de lezers van ‘Drente’ hier iets op ? Het is te hopen …. en stellig ook wel te verwachten. Men zende zijne raadgevingen of (en) bijdragen aan den secretaris, den Heer F. Lieftinck te Haren, die tevens gaarne bereid is, circulaires en inlichtingen te verstrekken. Wie helpt hier ?
J. L. H.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De intialen J.L.H. van de schrijver van het bericht in ‘Drente’ staan voor mr. Johannes Linthorst Homan te Frederiksoord.
Dat het schultehuis an de brink van Deever helaas is ‘gerestaureerd’ en helaas niet is ‘geconserveerd’ en ook nog eens is gescheiden van de schulteboerderij dat mag gevoeglijk bekend heten. Zie de berichten die verschijnen na het aanklikken van de categorie ‘Schultehuis’ in de lijst van categoriën in het rechter deel van het scherm.
De redactie van ut Deevers Archief vindt het onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat de Hoge Heren Van Het Grote Archaïsche Restauratiegelijk Van Het Rijksbureau Voor De Monumentenzorg In Het Verre Zeist bij de ‘grondige restauratie’ van het oude vervallen gebouw, opgetrokken uit eensteens muren, de in Nederland volstrekt unieke, enig in zijn soort zijnde, nergens anders aanwezige, eeuwenoude prachtige versiering in de vorm van de Davidster in het bovenlicht ‘wegrestaureerde’.
Op basis van welke geschiedkundige gronden moest bij de ‘grondige restauratie’ in het vlak voor de Tweede Wereldoorlogse Deever de Jodenster in het bovenlicht van de ingang van het schultehuis verdwijnen ? Is de bovenlichtversiering in de nacht en in de nevel verdwenen ? Of is de bovenlichtversiering wellicht terecht gekomen in het Drents Museum in Assen ? Was dat moar woar !
De redactie wil de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief een vlak voor de ‘grondige restauratie’ gemaakte zwart-wit foto van de ingang van het schultehuis met het bovenlicht fraai versierd met de Jodenster niet onthouden. Zie de bijgaande afbeelding.
De redactie heeft de bijgevoegde kleurenfoto van de bij de restauratie zwaar opgepimte showvoorgevel van het schultehuis  gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

Posted in Boo’mlocht, Skultehuus | Leave a comment

Foto van de brink van Deever

De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto van de brink van Deever met het Schultehuis en het kerkgebouw met de gemeentelijke toren gemaakt op 20 november 2005. Voor wat deze foto waard is.

Posted in Brink, Deever, Kaarke an de brink, Skultehuus, Toor'n an de brink | Leave a comment

Ut schultehuus is neet beholl’n moar vurropt

In het blad Heemschut verschenen in 1937 enige foto’s van het schultehuis aan de brink in Deever. Bij de foto’s stond de volgende uitermate merkwaardige tekst.

Naar de nieuwere inzichten mag men weer meer restaureren dan conserveren. Doch daarbij gaat ook wel eens iets teloor van de schilderachtige schoonheid. Bovenstaande cliché’s werden ontleend aan het jaarverslag van de Stichting ‘Oud Drenthe’.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het is onbegrijpelijk dat de Stichting Oud Drenthe heeft toegestaan dat de ambtenaren van Monumentenzorg het pand bij de zogenaamde ‘restauratie’ in de jaren 1935-1937 grondig mochten vurropp’m. Conserveren ware inderdaad vele malen verstandiger geweest, dan het gebouw – zonder betrouwbare historische gegevens of afbeeldingen – op basis van subjectieve ideeën te herontwerpen en te ‘restaureren’. Niet iets ging teloor, een heel gebouw ging teloor. Zelfs de fraaie Davidster boven de ingang moest bij het vooroorlogse geknutsel aan het gebouw verdwijnen. Maar waarom ? En waarom moest de schulteboerderij gescheiden worden van zijn voorhuis; het voorhuis dat nu schultehuis wordt genoemd ? Waren daar ‘restauratieve redenen’ voor ?

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van foto’s op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit foto van het schultehuis van vóór de ‘restauratie’ ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 6 van het in september 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige gemeente Diever in oude ansichtkaarten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Brink, Deever, Rieksmonement, Skultehuus | Leave a comment

Plaetie 16 uut Bussink’s album ‘Mijn land – Drenthe’

Het boekwerk ‘Bussink’s Album – Mijn land – deel VIII – Drenthe’ is geschreven door G.J. Nijland. Het album is in 1934 uitgegeven door Bussink’s Koekfabriek uit Deventer (ja, die van de Deventer koek). Het album was verluchtigd met 100 plaatjes en 2 platen. Bijgaande kleine afbeeldingen tonen de voorkant en de achterkant van plaatje nummer 16. De redactie van ut Deevers Archief toont dit topplaatje graag aan de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van zijn webstee.
Op de voorkant van het plaatje is ut olde skultehuus an de brink van Deever te zien. Let vooral op het zeldzaam originele licht boven de voordeur in de vorm van de Davidster. Het is het schultehuis, zoals het was in 1933, een paar jaar voor de ‘grote knutselrestauratie’, toen het schultehuis gelukkig nog niet gescheiden was van de schulteboerderij. De redactie van ut Deevers Archief vraagt zich nog steeds af waarom het zo zeldzaam originele bovenlicht in de vorm van de Ster van David bij de ‘restauratie’ is weggeknutseld.
En zoals het meestal met getekende onderwerpen uut de gemiente Deever gaat, is voor dit plaatje ook een ansichtkaart als voorbeeld gebruikt. Deze ansichtkaart uit 1933 is hier ook afgebeeld. De overtekenaar van de ansichtkaart moest op zijn tekening de vrijheid nemen een toegangshek in de ‘glinten’ voor het schultehuis te tekenen, omdat hij het wél op de ansichtkaart aanwezige perspectief niet voldoende volgde. Dat hek was wel aanwezig en is op de ansichtkaart nog net een beetje aan de linkerkant te zien. Ook rommelde de overtekenaar wat met de plaats van de bomen -zo te zien geen geleide linden- voor het schultehuis. De overtekenaar heeft zijn tekening ingekleurd, dat heeft hij bepaald niet slecht gedaan. De overtekenaar van de ansichtkaart is waarschijnlijk niet in Deever geweest.

Abracadabra-1291Abracadabra-1290

Abracadabra-1292

Posted in Ansichtkoate, Brink, Kuunst in de gemiente Deever, Skultehuus, Tiekening | Leave a comment

Ansichtkaart Groeten uit Diever in spiegelbeeld

Her kan gebeuren dat je al jarenlang een ansichtkaart in de verzameling hebt en bij het zien van de ansichtkaart het vage vermoeden hebt dat iets mis is met de kaart. Dat is het geval met deze ansichtkaart uit het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Op het eerste gezicht is het een gewone ansichtkaart met een foto van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw aan de brink van Deever, korenmolen ‘de Vlijt’ in Oldendeever, het Schultehuis aan de brink van Deever en het oude gemeentehuis aan de brink van Deever, totdat je in de gaten krijgt dat de vier negatieven, met inbegrip van het wapen van de gemiente Deever, in spiegelbeeld zijn afgedrukt. Het kan gebeuren. Deze misdruk is blijkbaar zonder problemen uitgegeven en verkocht.

Posted in Ansichtkoate, Gemientehuus, Kaarke an de brink, Meule van Oll’ndeever, Skultehuus, Woap'm van Deever | Leave a comment

Het verleden kan nu spreken in zijn eigen oude sfeer

In het tijdschrift Het Noorden in Woord en Beeld, Jaargang 13, 1937-1938, 11 maart 1938, verscheen op de twee middenpagina’s een fotoreportage over het interieur van het Schultehuis aan de brink van Deever. De tekst bij de foto’s in de reportage is in de hier opgenomen afbeelding van de twee middenpagina’s moeilijk te lezen, deswegen de redactie van het Deevers Archief deze tekst hier heeft opgenomen. 

Het Schultehuis te Diever
Diever (Dr.) kreeg een nieuwe attractie, nu het Schultehuis aan de Brink, de zetel der oude bestuurders, is gerestaureerd en binnen niet al te langen tijd voor het publiek toegankelijk wordt. De restauratie nam nogal eenigen tijd in beslag, maar heeft nu ook het in- en exterieur zoodanig gewijzigd, dat het verleden nu spreken kan in zijn oude, eigen sfeer.
Foto links boven:
We geven hier het huis met zijn kleine ruitjes in den eenvoudigen, strengen gevel.
Foto links onder en de foto daarnaast:
Links en hieronder: deze twee foto’s geven een prachtige, kloeke kast met sierlijk snijwerk, en een statig staande klok naast de zogenaamde bissekist.
Foto rechts boven:
Rechts: de familie De Vos van Steenwijk van de Lindenhorst zorgde voor aanvulling van het meubilair, zoodat reeds verscheiden antieke meubelstukken, geheel passend in deze omgeving, in het Schultehuis bewonderd kunnen worden. We geven hier ’n afbeelding van een oude, beschilderde ijzeren geldkist op de oude vloertegels.
Foto boven midden:
Links: in de opnieuw betegelde wanden prijken de kleuren der gebrandschilderde ramen, die versierd zijn met oude gezichten uit Diever in de 17e eeuw en met de wapens der familie Ketel en van Royen, eenmaal Schultes van Diever.
Foto onder rechts:
Hieronder: een mooi hoekje ! Bij de oude schouw zien we het spinnewiel en de haspel, met het keurige klokje er boven.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De Hoge Heren Van Het Onaantastbare Gelijk Van De Dienst Monumentenzorg in het verre Zeist hebben in 1938 hun fantasie de vrije loop gelaten en ongetwijfeld hun uiterste best gedaan het interieur van de zo genaamde Schultezaal tot het uiterste op te pimpen met een bij elkaar geraapte bonte verzameling ongetwijfeld heel waardevole, heel prachtige en heel antieke voorwerpen, afkomstig van het Provinciaal Museum van Oudheden en Geschiedkundige Voorwerpen in Drenthe. Zelfs de familie De Vos van Steenwijk leverde enige voorwerpen, ongetwijfeld in bruikleen, want die zo genaamde adel was wel zuinig op zijn spullen. Het resultaat was dat in het geheel niet gesproken kon worden van een eigen oude sfeer, maar wel gesproken kon worden van een oneigenlijke nepsfeer.
Het is bijvoorbeeld volstrekt niet voorstelbaar dat de vroegere bewoners van dit pand een beschilderde geldkist hadden. En ongetwijfeld hadden die bewoners eerder een staande klok dan een hangende klok. Het enige voorwerp dat wel in die ruimte zou kunnen hebben gestaan is de bissekiste.
Kortom Deever mag blij zijn dat die bij elkaar geraapte bonte verzameling antieke voorwerpen weer in het depot is verdwenen. Het is de vraag of Deever blij mag zijn dat in de zo genaamde Schultezaal nu een heel andere bonte verzameling voorwerpen van het zo genaamde oermuseum is te zien.
De grote vraag is aan alle personen die denken het Deevers te beheersen en aan alle personen die het Deevers nog niet beheersen, maar druk bezig zijn met het leren van het Deevers: wat is het Nederlandse woord voor bissekiste ?

Posted in Skultehuus | Leave a comment

We zitten hier zoo heerlijk en zoo goed

De redactie van het Deevers Archief is verzamelaar van (scans van) poststukken uit de Tweede Wereldoorlog, die betrekking hebben op de gemiente Deever. De redactie kwam onlangs in het bezit van bijgaande zwart-wit ansichtkaart.
Deze ansichtkaart van het Schultehuis aan de brink van Deever is op 22 september 1941 verstuurd aan de familie Van Veelen, Parcifalstraat 6 in Loosduinen, in de buurt van de Laan van Meerdervoort.
Op de achterkant van deze ansichtkaart staat de volgende tekst.

Beste Vrienden,
Wij zitten sedert verleden donderdag in Diever en we hebben prachtig weer.
Wat een boffers zijn we hè.
We zitten hier zoo heerlijk en zoo goed.
Morgen dinsdag ga ik naar huis en de meisjes nog een paar dagen naar Wijster bij Beilen.
Gegroet, J.H. Krijthe-Blaauw

In september 1941, in het tweede jaar van de Tweede Wereldoorlog, konden en wilden mensen blijkbaar nog ‘gewoon’ een paar dagen op vakantie naar Deever gaan. Toen konden en wilden mensen nog vinden ‘zoo heerlijk en zoo goed’ te zitten in Deever. Toen liepen in Deever nog geen Duitse soldaten op straat. Toen konden mensen nog een ansichtkaart van het Schultehuis aan de brink van Deever naar vrienden sturen, uiteraard niet wetende wat voor verschrikkelijke zaken zich later in de Tweede Wereldoorlog in dit Schultehuis zouden gaan afspelen.

Posted in Ansichtkoate, Skultehuus, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Inleveren van radio’s in de Tweede Wereldoorlog

In het historisch archief van de gemiente Deever bevindt zich een document, waarin burgemeester Jan Cornelis Meiboom, uitvoering geeft aan een beschikking van 13 mei 1943 van Hanns Albin Rauter, de Höhere Schutzstaffel en Polizeiführer (zie de betreffende pagina in wikipedia.org) van het door de Duitsers bezette Nederland. De tekst van het document luidt als volgt.

De burgemeester van Diever maakt bekend, dat ingevolge beschikking van den Höheren S.S. und Polizeiführer d.d. 13 mei 1943, alle zich in het bezette Nederlandse gebied bevindende radioontvangtoestellen met toebehoren en eventuele reserveonderdelen met ingang van 13 dezer zijn verbeurd verklaard en moeten worden ingeleverd.
De inlevering moet voor deze gemeente geschieden gedurende de week van 7 t/m 12 juni 1943 in het Schultehuis te Diever en wel als volgt:
Maandag 7 juni:
8-10 uur: Oldendiever
10-11 uur: Kalteren
11-12 uur: Diever: Groningerweg, Bosweg, Noordes, Berkenheuvel
13-14 uur: Dieverbrug, huisnummers 1 t/m 30
14-15 uur: Dieverbrug, huisnummers 31 t/m 65
15-16 uur: Geeuwenbrug
16-18 uur: Wittelte en Het Moer
Dinsdag 8 juni:
8-10 uur: Diever: Brink, Brinkstraat
10-12 uur: Diever: Moleneinde, Kruisstraat
13-14 uur: Diever: Hoofdstraat, huisnummers 1 t/m 20
14-15 uur: Diever: Hoofdstraat, huisnummers 21 t/m 40
15-16 uur: Diever: Hoofdstraat, huisnummers 41 t/m 61
16-17 uur: Diever: Peperstraat, Achterstraat
17-18 uur: Diever: Burgemeester van Oslaan
Woensdag 9 juni:
8-9 uur: Wapse: Huisnummers 1 t/m 30
9-10 uur: Wapse: Huisnummers 31 t/m 60
10-11 uur: Wapse: huisnummers 61 t/m 90
11-12 uur; Wapse: Huisnummer 91 t/m 120
13-14 uur: Wapse: Huisnummer 121 t/m 149 en Doldersum
14-15.30 uur: Wapse: Oude Willem en Wateren
15.30-17 uur: Zorgvlied en alle overige hiervoor niet genoemden.
Degene, op wie de inleveringsplicht rust, dient aan de in te leveren voorwerpen een kartonnen kaartje, groot 10 x 15 cm, stevig te bevestigen.
Voorts moet bij de inlevering een formulier worden overlegd. Dit formulier is tegen betaling van 5 cent op het postkantoor verkrijgbaar. Op elk formulier moeten de naam van het model (type), het nummer van het toestel, alsmede naam, beroep en adres van degene, die het toestel inlevert, worden ingevuld.
Radio-handelaren moeten van de in hun bezit zijnde radioontvangtoestellen en onderdelen (ook golfmeters en dergelijke) een inventarisatielijst opmaken en deze lijst binnen drie weken bij mij, in triplo indienen.
Voor vrijstelling van inlevering verwijs ik naar hetgeen daaromtrent in de bladen is vermeld.

Diever, 31 mei 1943.
De burgemeester voornoemd, J.C. Meyboom.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
Bij de redactie is niet bekend of de originele beschikking van de Duitse bezetter nog aanwezig is in het historisch archief van de gemiente Deever.
Wel is een andere uitwerking van de beschikking te vinden in de webstee geheugenvannederland.nl, waarin veel meer is terug te vinden van de originele beschikking.
Ook is niet bekend of een lijst met de namen van de inleveraars van een radioontvangtoestel bewaard is gebleven in het historisch archief van de gemiente Deever.
Moest een N.S.B.’er ook zijn radiotoestel inleveren ?
Ook is niet bekend wat de overheid met de in beslag genomen radioontvangtoestellen heeft gedaan.
Wie durfde na 31 mei 1943 nog een nieuw toestel bij een radiohandelaar te kopen en welke radiohandelaar was na 31 mei 1943 nog bereid een radio te verkopen ?
Meer over het inleveren van radiotoestellen in de Tweede Wereldoorlog is te vinden in de webstee van Oud-Ommen en is beschreven in het boek ‘Het radiotoestel in de Tweede Wereldoorlog’ van Gidi Verheijen.

Voor de volledigheid zij vermeld dat het document van burgemeester Jan Cornelis Meiboom ook als bladvulling is opgenomen in januari 2010 in nummer 10/1 van Opraekelen, het papieren blad van de heemkundige vereniging uut Deever.

Posted in Opraekelen, Skultehuus, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

De steeg tussen Schultehuis en Schulteboerderij

Van oudsher (wellicht al vanaf 1604) was het Schultehuis an de brink van Deever het woongedeelte van de Schulteboerderij, waarbij het Schultehuis vast zat aan die Schulteboerderij.
Bij de mislukte ‘grote restauratie’ van het Schultehuis, dus het voorhuis van de Schulteboerderij, in 1936 vonden de hoge heren deskundigen van Monumentenzorg het nodig het Schultehuis (het voorhuis) te scheiden van de bijbehorende Schulteboerderij (het achterhuis) en voor het Schultehuis een volledig nieuwe achtergevel bij elkaar te fantaseren.
Als gevolg van al deze ‘hoge heren zorg’ zit het dorp Deever sinds 1936 opgescheept met een verminkt Schultehuis en een steeg tussen het Schultehuis en de Schulteboerderij. Zie de bijgaande foto, die de redactie heeft gemaakt op 3 oktober 2012.
Na de foutieve scheiding van het Schultehuis (het voorhuis) van de Schulteboerderij (het achterhuis) in 1936 is aan de andere kant van de Schulteboerderij een nieuw voorhuis gebouwd.
Het Schultehuis an de brink in Deever is ook genoemd in het in 2009 verschenen lauweloenige boekje ‘De canon van Westerveld’. De redactie van het Deevers Archief heeft dit object ook opgenomen in de digitale ‘De canon van Deever’.

Posted in Atlas van de gemeente Diever, Brink, Canon van de gemiente Deever, Skultehuus | Leave a comment

Un neeje skoele tummer’n in de kaarke van Deever

Op 11 juni 1819 verscheen in de Leeuwarder Courant het navolgende bericht van Stephanus Jacobus van Roijen, de schulte van Diever.

De Schultes van Diever, is voornemens, ondere nadere approbatie van Hun Ed. Gr. Achtb. Gedep. Staten van Drenthe, op Zaterdag den 26 Junij 1819, des nademiddags ten 2 uren, ten huize van Roelof Seinen, te Diever, publiek aan den minstaannemenden uit te besteden:
Het Timmeren en de leverantie der Materialen van eene nieuwe School, in het Zuidwestelijk gedeelte der Kerk te Diever.
Het Bestek en de Conditien, zullen van nu af aan ter lezing liggen ten huize van Roelof Seinen te Diever.
Vledder, den 5 junij 1819.
De Schultes voornoemd, S.J. van Roijen

Opmerkingen van de redactie van het Dievers Archief
approbatie = goedkeuring
Het timmeren van een nieuwe lagere school in het kerkgebouw op de Brink mag bijzonder lijken, maar dat is het niet niet voor Deever, want deze nieuwe school was de opvolger van de lagere school op een andere plek in het kerkgebouw.
Met het zuidwestelijk gedeelte van het kerkgebouw wordt het gedeelte in de zijbeuk rechts van de ingang onder de gemeentelijke toren bedoeld. 

Met ‘ten huize van Roelof Seinen’ wordt de boerderij van Roelof Seinen aan de Hoofdstraat bedoeld. Roelof Seinen werd geboren in Deever op 10 februari 1771. Hij was boer. Hij overleed op 54-jarige leeftijd op 14 juni 1825 in Deever. Hij was een zoon van Willem Roelof Seinen en Hilligje Hendriks Santing.
Of in deze boerderij toen al een café-logement was gevestigd is niet bekend. Wel was het ‘gemeentehuis’ in de voorkamer van de boerderij van Roelof Seinen gehuisvest en niet in het schultehuis op de Brink.
Stephanus Jacobus van Roijen was de schulte van Deever, maar woonde in Vledder.

Posted in Brink, Deever, Gemientebestuur, Gemientehuus, Legere skoele in Deever, Skultehuus | Leave a comment

Woar is de greinsstien bee ut Schultehuus eblee’m ?

De redactie van ut Deevers Archief hef de kleur’nfoto, woarop ai könt seen un greinsstien van de gemiente Deever bee’j ut Schultehuus an de brink van Deever, emeuk’n op 13 november 1998.
De redactie hef de kleur’nfoto woarop ai de hiele veurgevel van ut Schultehuus könt seen, toevallug ok emeuk’n op 13 november, moar dan in ut joar 2014. Op disse foto is de greinsstien van de gemiente Deever jammer genog neet mièr te seen.
Sul ut wat te maek’n hem’m mit de edwöng’n fusie van de freeje gemiente Diever mit de noabergemient’n Dwingel, Vledder en Oavelte op 1 janneworie 1998 ? Op die dag möss’n gemientearbeiders mit geswinde hoast alle greinsstien’n van de gemiente Deever bee’j de greinse mit de noabergemienten weghael’n en aachter ut gemientehuus van de gemiente Deever vursèmel’n um lèter hen un puunbreker offevoert te wödd’n. Is disse greinsstien toe veilig estelt deur un echte Deeverse en lèter toe de kust veilig was bee’j ut Schultehuus neer ezet ?
De grote vroag’n bint now:
– Wie drukte de greinsstien aachterover en woar is disse greinsstien eblee’m ?
– Wie ut wet, die mag ut de redactie mel’n !

Posted in Skultehuus, Woap'm van Deever | Leave a comment

Canon van de gemiente Deever

Volgens de Canon van Westenveld geeft de canon antwoord op de vraag: ‘Wat zijn de belangrijkste onderwerpen uit de geschiedenis van deze gemeente’. Het aantal onderwerpen in een canon is in principe niet begrensd.
In deze Canon van de gemiente Deever van de redactie van het Deevers Archief zijn ook onderwerpen uit de Canon van Westenveld opgenomen.
In een volgende versis van deze Canon van de gemiente Deever zal deze worden uitgebreid en zullen de onderwerpen beetje bij beetje van een passende tekst worden voorzien.
De bezoeker van het Deevers Archief wordt van harte uitgenodigd onderwerpen en inhoud aan te dragen voor de Canon van de gemiente Diever.

– Archeologische vindplaatsen
– Brink van Deever
– Esdorp Deever
– Hunnebed D52 op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee’j Deever
– Kluften van Wapse
– Professor dr. Albert Egges van Giffen
– Kerk op de Brink van Deever
– Kunst in de gemeente Deever
– Bisschoppelijke hof bij Kalteren
– De Baarg van Wittelte
– Dieverder dingspil
– Boermarken in de gemiente Deever
– Ruilverkaveling in de gemiente Deever
– Reformatie in de gemiente Deever
– Afscheiding in de gemiente Deever
– Schultehuis van Deever
– Amsterdamse veencompagnie
– Drentsche Hoofdvaart
– De weg langs de Vaart
– Saksische boerderij
– Stichting Maatschappij van Weldadigheid
– Molens van Deever
– Molen van Wapse
– Gemeentehuizen in Deever
– Medische zorg
– Scholen in de gemiente Deever
– Foto’s van Jan Boneschanser
– Zuivelfabrieken in de gemiente Deever
– Ontginning van woeste gronden
– mr. Albertus Christiaan van Daalen
– Landgoed Berkenheuvel
– Johannes Fransiscus de Ruiter de Wildt
– Lodewijk Guillaume Verwer
– Zorgvlied
– Rijkswerkkampen Diever A en Diever B
– Joden in de gemiente Deever
– Tweede Wereldoorlog
– Onderduikershol
– Sporen van de Tweede Wereldoorlog
– Openluchtspel
– Kalkovens an de Deeverbrogge
– Nationaal park Drents-Friese Wold
– Veldnamen

Posted in Albert Egges van Giffen, Canon van de gemiente Deever, de Olde Willem, Eup’mlogtspel, Gemiente Deever, Hunnebedde D52, Landgoed Berkenheuvel, Skultehuus, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment