Category Archives: Landgoed Berkenheuvel

De uutsigttoor’n op ut Kiekduun

De redactie van ut Deevers Archief mocht van wijlen Albertus (Bert) Christiaan Doorman aan het einde van de vorige eeuw van enige door zijn grootvader mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom op Berkenheuvel gemaakte foto’s een scan maken. Opnieuw hartelijk dank daarvoor.
Op bijgaand afgebeelde zwart-wit foto uit 1925 is de houten uitkijktoren op het nog vrij kale Kijkduin op Berkenheuvel te zien. Kijkduin is ergens aan de Torenweg bij de Van Daalenweg te vinden. In die omgeving is Kijkduin de hoogste heuvel, daarvóór was het natuurlijk een natuurlijk zandduin. Het is wel even lastig zoeken naar Kijkduin, want de huidige eigenaar van de helft van Berkenheuvel heeft alle aan bomen gespijkerde naambordjes van boswegen blijkbaar in zijn deel van Berkenheuvel verwijderd. Wandelaars worden vooral geacht erg te verdwalen.
De toren op het hoge zandduin was bedoeld om van boven af uit te kijken naar bosbrand op Berkenheuvel. De uitkijktoren is aan het begin van de veertiger jaren van de vorige eeuw afgebroken. De vier betonnen fundamenten zijn nog wel aanwezig.
Over Kijkduin loopt wel een pad voor bergfietsen, zeg maar een pad voor fietsen met dikke banden. De Engelse vertaling van bergfiets is mountainbike. Op een van de hier afgebeelde kleurenfoto’s is het pad aan de westzijde van Kijkduin te zien. Voor de jeugd uut Deever was dit een hele mooie helling om bij sneeuw met de slee vanaf te glijden.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto’s van de fundamenten van de uitzichttoren op 21 januari 2016gemaakt,  onder zeldzame enigszins winterse omstandigheden.

Abracadabra-1562

OLYMPUS DIGITAL CAMERAOLYMPUS DIGITAL CAMERAOLYMPUS DIGITAL CAMERAOLYMPUS DIGITAL CAMERA

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Braandtoor’n, Landgoed Berkenheuvel, Uutkiektoor’n, Verdwenen object | Leave a comment

Ut olde landhuus op Baark’nheuvel in 1891

In het in 1999 verschenen Deeverse fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is de volgende tekst over het verleden van het landgoed Berkenheuvel opgenomen bij afbeelding 5, zijnde een afbeelding van een foto uit 1891 van mr. Albertus Christiaan van Daalen van het Huis op Berkenheuvel.

Kalteren – Huis op Berkenheuvel – 1891
De ontginning van de woeste gronden ten noorden van Diever en Wapse is rond 1850 begonnen toen J. B. Stoop de eerste gronden kocht van de boermarken van Wapse en Diever. In 1854 verkocht hij het terrein van 365 ha aan mr. Petrus van der Veen, Cornelis Hoekwater en mr. Samuel Hartogh Heys. Deze verkochten in 1885 het inmiddels 772 ha grote gebied aan mr. J. Hoekwater.
In juli 1890 kochten mr. Albertus Christiaan van Daalen en zijn neven H. T. van Rees en J. Praeger Berkenheuvel voor 46000 gulden. Daarmee waren zij eigenaar geworden van ruim 950 ha grond, bestaande uit 320 ha bosgrond, 130 ha heideveld, 500 ha zandgrond, 4 ha bouw en weiland en het hier zichtbare huis, met het adres Kalteren 35.
Het voorste deel stond ter beschikking van de eigenaren. Het achterhuis werd bewoond door Marten Wouwenaar en zijn vrouw Arendina Frederika Huiberts. Zij trouwden op 9 mei 1858 op de Smilde. Hun drie kinderen werden hier geboren, Geertje op 9 maart 1859, Jacob op 19 november 1860 en Hendrik op 10 juni 1864. In dit huis overleed Arendina Frederika Huiberts op 28 januari 1881 en Marten Wouwenaar op 6 december 1899.
Marten Wouwenaar was van 1856 tot in 1894 de bosbaas van Berkenheuvel. Voor de eigenaren van Berkenheuvel kocht hij ook grond. Zo kocht hij op 12 februari 1866 op de verkoop van vastgoed van de erven Jan en Geesje Tijmes Mulder het heideveld genaamd ‘het Kaltersche veld aan het Zand’, groot 1 bunder, 6 roeden en 68 ellen en een perceel zandduinen in het Dieverder Zand, groot 8 bunder, 37 roeden en 70 ellen.
In 1940 werd het hier zichtbare voorhuis vervangen door een nieuw door ir. Mello van Daalen in Alpenstijl ontworpen voorhuis.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Mr. Albertus Christiaan van Daalen maakte de hier afgebeelde zwart-foto in 1891. Let bij deze zwart-wit foto vooral ook op het rikke met de melkbus tegen de zijmuur van het achterhuis. Blijkbaar was boschbaas Marten Wouwenaar ook een beetje boer en hield hij een paar koeien. Wellicht verkocht hij zijn melk aan het particuliere melkfabriekje van Jan Frederik Hilkemeijer an de Deeverbrogge ? Of wellicht gebruikte Arendina Frederika Huiberts de melk voor het karnen van boter.

De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto op 9 april 2013 gemaakt.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Diever, ie bint 't wel ..., Landgoed Berkenheuvel, Landhuis Berkenheuvel, Marten Wouwenaar | Leave a comment

Keimpe Roosjen in ut Oranjehotel in Scheveningen

Bij het tonen van ansichtkaarten uut de gemiente Deever gaat het de redactie van ut Deevers Archief in de eerste plaats om wat op de afbeelding is te zien, maar vaak is het tonen van een ansichtkaart pas echt de moeite waard als op de achterkant iets staat dat verband houdt met het verleden van de gemiente Deever, bijvoorbeeld bekende namen (elke Deeverse maakt deel uit van het verleden van de gemiente Deever) of een mooie waardevolle tekst. Zo ook de informatie op de achterkant van de afgebeelde ansichtkaart. Nog waardevoller wordt het bericht als bezoekers van ut Deevers Archief op dit bericht reageren.

In 1941, tijdens de Tweede Wereldoorlog, stuurde de familie Kuiper (Wie weet welke familie Kuiper ? De redactie vermoedt dat het de familie Dirk Kuiper (Dörkie Kuper) an ut begun van de Heufdstroate was) bijgaande ansichtkaart van de gedenknaald in ’t bosch bij Diever (het nu in bouwvallige staat verkerende monument op Berkenheuvel) naar de Deeverse Keimpe Roosjen, die gevangen zat in cel 778 van de beruchte Deutsche Polizeigefängnis (Oranjehotel) aan de Van Alkemadelaan 850 in Scheveningen.
Keimpe Roosjen is een zoon van Broer Roosjen (geboren op 20 januari 1884, overleden op 2 januari 1939 in Deever) en Jacoba Tiemersma (geboren op 30 mei 1888, overleden op 1 mei 1955 te Deever). Broer Roosjen was hoofdonderwijzer van de Gereformeerde School in Deever)
Keimpe Roosjen is de jongste broer van Sierd Okke Roosjen (geboren op 7 oktober 1908 in Deever, overleden op 5 februari 1973 in Amsterdam), die hoofdonderwijzer van de Gereformeerde School in Deever was. Sierd Okke Roosjen was getrouwd met Grietje Fokkinga (geboren op 22 september 1907, overleden op 19 augustus 1998).
Keimpe Roosjen slaagde in 1932 aan de Christelijke Kweekschool in Zwolle voor zijn examen van onderwijzer. Hij slaagde in 1936 voor de zo genoemde hoofdakte (na de lagere akte kon je de hoofdakte halen). In 1936 werd hij tijdelijk onderwijzer aan de bijzondere school op Koekange. Hij ging daarna werken als ambtenaar op het Departement van Defensie. In december 1940 werd hij bevorderd tot adjunct-commies op het Departement van Justitie.
De redactie heeft tot op de dag van vandaag niet kunnen achterhalen waarom Keimpe Roosjen gevangen zat. Had het iets te maken met zijn werk op het Departement van Defensie in oorlogstijd ? Wie weet het wel ?

Op 2 november 2018 en 10 november 2018 reageerde mevrouw Jacobien Bruinsma-Roosjen als volgt.
Keimpe Roosjen was mijn vader. Ik ben zijn jongste dochter Jacobien. Ik ben geboren op 15 juli 1958.

Mijn vader werkte bij het Ministerie van Defensie in Den Haag. Hij was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet. Hij verspreidde illegale bladen (Trouw). Hij woonde bij een hospita en is door haar verraden. Hij is opgepakt in 1941 en zat gevangen in het Oranjehotel. Hij werd later naar Duitsland overgeplaatst. Gelukkig was dit in het begin van de oorlog. Hij heeft de oorlog doorstaan. Hij is een geweldig mens geweest voor zijn vrouw, vijf kinderen en tien kleinkinderen. Hij was een fantastische vader. Hij is overleden in 1997.

Op 13 november 2018 reageerde de heer Broer (Bob) Roosjen als volgt.
Ik ben één van de twee zonen van Keimpe Roosjen
Sierd Okke Roosjen is de oudste broer van Keimpe Roosjen (1913-1997). Zijn ouders zijn Broer Roosjen (1884-1939), ook hoofdonderwijzer te Diever en Jacoba Tiemersma (1883-1955).
.
Abracadabra-1217
Abracadabra-1216

Posted in Alle Deeversen, Ansichtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

De Deeverse roggemeeërs van mr. A. C. van Daalen

Mannen uut de gemiente Deever deden in de bouw het seizoenswerk op het Landgoed Berkenheuvel. De hier afgebeelde foto geeft een fraai beeld van boerenarbeiders aan het werk en dan nog wel tijdens het rogge maaien op de bouwakkers van het Landgoed Berkenheuvel van mr. A.C. van Daalen. De redactie van ut Deevers Archief zou bijzonder graag willen weten wanneer de hier afgebeelde sepiakleurige foto is gemaakt; de redactie schat in dat de foto in de dertiger jaren van de vorige eeuw is gemaakt. Niet bekend is wie de hier afgebeelde foto aan de redactie ter beschikking heeft gesteld ! Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen met het vinden van de namen van de mannen ? Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief wil de redactie in de gelegenheid stellen foto’s van het boerenleven in de gemiente Deever te scannen ?

In juli 1890 kochten mr. Albertus Christiaan van Daalen en zijn neven Theodorus Helenus van Rees en Hendrik Johannes Praeger het Landgoed  Berkenheuvel voor 46000 gulden van mr. J. Hoekwater. Daarmee waren ze eigenaar geworden van ruim 950 hectare grond, bestaande uit 320 hectare bosgrond, 130 hectare heideveld, 500 hectare zandverstuiving en 4 hectare bouw- en weiland en een landhuis.
In 1925 was mr. Albertus Christiaan van Daalen de enige eigenaar van het Landgoed Berkenheuvel. Door de vele aankopen was het landgoed uitgebreid tot 1350 hectare. In 1925 bestond het landgoed uit 1050 hectare bosgrond, 230 hectare heideveld, nog slechts 20 hectare zandgrond en 40 hectare bouw- en weiland, alsmede 60 wegen en waterleidingen, een kwekerij, 10 woningen en een landhuis.
Mr. Karel Meerkamp van Embden uit Amstelveen, kleinzoon van mr. A.C. van Daalen, heeft voor de vele nazaten van mr. A. C. van Daalen een boek over de geschiedenis van het Landgoed Berkenheuvel samengesteld. Bij zijn speuren naar gegevens voor het boek kwam hij in bewaard gebleven loonstaten van de periode 1947 tot 1964 de namen tegen van de mannen die tot 1970 (het jaar van de verkoop van het Landgoed Berkenheuvel aan de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en Staatsboschbeheer) in vaste dienst van het Landgoed Berkenheuvel waren:
– Wolter Smit (boswachter van 1934 tot 1964);
– Albert Oostra (van 1947 tot zijn pensionering in 1964);
– Jan Albert (Jan Auberts) Udinga (van 1947 tot 1970);
– Albert (Appe) Noorman (van 1947 tot 1970);
– Koert Boers (van 1947 tot 1964);
– Harm Zoer (van 1947 tot 1964);
– Jan Smit (van 1947 tot 1956);
– Johannes Smit (van 1947 tot 1956);
– Johannes (Hans) Warring (van 1947 tot 1952);
– Koop Westerhof (van 1947 tot 1952);
– Frederik (Frièrik) Heiblom (van 1950 tot 1962);
– Lammert (?) Houwer (van 1950 tot 1954);
– Wolter Douwsma (voorwerker van 1955 tot 1970);
– Rensinus (Sinus) Gerrits (van 1965 tot 1970).
Toen de nazaten van mr. A.C. van Daalen het landgoed in 1970 verkochten, waren in vaste dienst Wolter Douwsma, Jan Albert (Jan Auberts) Udinga, Albert (Appe) Noorman en Rensinus (Sinus) Gerrits.
Anne Udinga (geboren 7 januari 1941), een zoon van Jan Albert Udinga, vertelde de redactie van ut Deevers Archief dat hij in zijn jonge jaren, twee jaar op het Landgoed Berkenheuvel heeft gewerkt als pootjongen, zeg maar als boompjesplanter. En zo zullen er wel meer jonge mannen zijn geweest. De redactie van ut Deevers Archief verzoekt de de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief meer gegevens aan te dragen over de werkers die meegeholpen hebben het Landgoed Berkenheuvel groot en prachtig te maken.
Het is jammer dat het boek over de geschiedenis van het Landgoed Berkenheuvel van mr. Karel Meerkamp van Embden, kleinzoon van mr. A.C. van Daalen, volgens hem teveel een familieboek is geworden en daardoor wellicht nimmer de inwoners van de gemiente Deever zal bereiken. De in de geschiedenis van het Landgoed Berkenheuvel geïnteresseerden zullen daarom op eigen kracht en voor zover mogelijk achter de ongetwijfeld in alle opzichten boeiende geschiedenis van het Landgoed Berkenheuvel moeten zien te komen.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Alle Deeversen, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

En meldt den omzwervende niet …..

In het Onderduikershol aan de Marten Wouwenaarsweg op Berkenheuvel is een niet al te klein bord bevestigd. Op dit bord van aluminium (roest niet in die vochtige ruimte) staat met grote letters de volgende tekst: Verberg de verdrevenen. Verraad de vluchtelingen niet. Jesaja 16:3B.

Het is de redactie van ut Deevers Archief niet bekend wanneer, ter gelegenheid waarvan en door wie dit bord met de Bijbelse tekst is aangebracht. Het waarom van dit bord behoeft uiteraard geen uitleg.

Er zijn meerdere versies (vertalingen) van Jesaja 16:3 bekend.
De webstee Biblija.net vermeldt bij Jesaja 16:3 de volgende tekst: Neem een besluit! Grijp in! Bescherm ons op het heetst van de dag met de schaduw van uw nacht. Verberg de vluchteling, lever de ontheemde niet uit.
De webstee BibleStudyTools.com vermeldt bij Jesaja 16:3 de volgende tekst: Brengt een raad aan, houdt gericht, maakt uw schaduw op het midden van den middag, gelijk van den nacht; verbergt de verdrevenen, en meldt den omzwervende niet.

Wat een mooie tekst: … en meldt den omzwervende niet …. Wie aan de bezetter moest ontsnappen en een adres had om onder te duiken, liep groot gevaar verraden te worden …. Aangebracht bij de bezetter…..

Reactie van Frans Lavell van 7 januari 2014 
In de opera ‘Maria Nuñez, asielzoekster in onze Gouden Eeuw’ wordt deze tekst gezongen door de bemanning van een Hollands schip, waarvan de kapitein de vluchtelinge Maria Nuñez overboord wil zetten.

Reactie van Popke Akkerman van 3 december 2017
Goedemiddag, Ik heb even gegoogeld op deze tekst, want een houten bordje met de tekst ‘Verbergt de verdrevenen en meldt den omzwervenden niet’ hing in de oorlogsjaren bij mijn opa en oma in Haulerwijk aan de muur. Op 25 november 2017 kreeg ik dit bordje van mijn oom, die het al die jaren had bewaard. Ik vind het een heel mooie tekst, die je tegenwoordig nog net zo goed kunt toepassen op alle vluchtelingen in de wereld.

Posted in Landgoed Berkenheuvel, Onderduikershol, Oorlogsmonement, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Ansichtkoate van ut Monement in de bos van Deever

Het monument in de bos op het landgoed Berkenheuvel is op veel zwart-wit ansichtkaarten afgebeeld. De foto voor de hier afgebeelde ansichtkaart moet in 1949 zijn gemaakt. De afgebeelde ansichtkaart is in november 1949 uitgegeven door Van Leer’s Fotodrukindustrie N.V. en was te koop bij Jan Brugging (de Wiba) an de Heufdstroate in Deever.

Op de hier zichtbare zijde van het uit vier dunne platen van natuursteen samengestelde holle monument op een sokkel van wat gratis veldkeitjes uit de buurt (zelf een eigen monument oprichten was tot daar aan toe, maar dat mocht van de zuinige mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom ook weer niet al te veel kosten) staat de volgende tekst gegraveerd:
Mr. A.C. van Daalen,
1890
950 ha: 500 zand, 320 bosch, 130 hei, 4 bouw- en weiland, 1 woning.
1925
1330 ha: 1000 bosch, 20 zand, 230 hei, 60 wegen en waterleiding, 40 bouw- en weiland, kweekerij, 10 woningen.

Als in 1925 tien woningen op Berkenheuvel stonden, dan zijn deze wellicht terug te vinden op topografische kaarten uit de jaren na 1925. De redactie van ut Deevers Archief zal trachten uit te zoeken waar deze woningen staan of hebben gestaan.

De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van de zijde van het monument, waarop de hiervoor weergegeven tekst staat, gemaakt op 26 april 2018.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Ansichtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Ièste plattegrond van ut onderdukershol

De gemeentelijke architect Albert Wiglema had -het kon ook niet anders- een vaste hand van tekenen. Hij tekende, niet bekend is wanneer, maar het moet vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Deever zijn geweest, een mooie plattegrond van het als schier onvindbaar beschouwde onderduikershol aan de Wouwenaarsweg in de bossen op Berkenheuvel.
Toch omsingelden de Duitsers in de ochtend van die fatale 22 november 1944 de schuilplaats. De verzetsmannen Hermannus Vos, Hilbert Gunnink, Roelof Eggink en Gerhardus Koster, die op dat moment in het hol zaten, zouden vanwege de Duitse omsingeling geen schijn van kans hebben gehad via het korte nooduitgangetje te vluchten.
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wordt tevens verwezen naar de pagina over het onderduikershol in de webstee van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Posted in Landgoed Berkenheuvel, Onderduikershol, Tweede Wereldoorlog, Verzet | Leave a comment

Ut ende van ut laandgood Baark’nheuvel

In 1851 verkocht de boermarke van Wapse 50 hectare grond aan Johannes Bernardus Stoop (1781-1856). Het is niet meer na te gaan of deze de naam Berkenheuvel voor het eerst gebruikte, of dat dit al een bestaande streeknaam was.
Het bezit werd geleidelijk uitgebreid en wisselde enige keren van eigenaar. In 1890 kwam het in handen van mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom. Van Daalen had het landgoed leren kennen als jachtvriend van de eigenaren en was zeer getroffen door het grote natuurschoon. Toen hij het verwierf was het landgoed 954 hectare groot: 500 hectare zand, 320 hectare bos, 130 hectare heide en 4 hectare bouwland.
In Drenthe waren in die tijd nog zandverstuivingen aanwezig, Soms werd een dorp bedreigd door het oprukkende zand. Enkele zandverstuivingen lagen op het landgoed Berkenheuvel. Waren die bij de overheersende zuidwestenwinden een bedreiging voor Diever of Wapse ? Van Daalen heeft echter geijverd voor het vastleggen van deze zandverstuivingen. In 1925 was dat doel bereikt: op het landgoed, toen 1360 ha groot was nog slechts 20 ha zand, dat geen gevaar meer opleverde. In de dertiger en veertiger jaren van de vorige eeuw is nog ongeveer 30 hectare heide ontgonnen tot bouwland, voornamelijk in de Hertekamp en deels langs de Doldersumsweg.
Het landgoed was doorsneden door smalle, langgerekte stroken grond van andere eigenaren. Door koop of door ruiling heeft Van Daalen het landgoed tot een aaneensluitend geheel gemaakt.
Op de arme gronden van Berkenheuvel was bosbouw een armoedig bedrijf. Van Daalen heeft veel geëxperimenteerd met exotische boomsoorten in de hoop, dat hij een soort zou vinden, die het ook op de schrale grond wat beter zou doen. Daardoor is een zeer gevarieerd bosbeeld ontstaan met een grote afwisseling van boomsoorten.
Er zijn veel plannen gemaakt om het landgoed meer rendabel te maken: exploitatie van een hotel, paddestoelenkwekerijen (cantharel en eekhoorntjesbrood kwamen in overvloed voor), enzovoort.  Het enige wat enig resultaat heeft gehad is de aanschaf van een houtzaagmachine geweest, die planken zaagde, zowel voor eigen gebruik als voor afnemers.
In 1927 kreeg het landgoed de juridische vorm van naamloze vennootschap: N.V. Maatschappij tot exploitatie van het landgoed Berkenheuvel.
Door aan- en verkoop van grond wisselde de grootte van het landgoed vrij sterk. Toen Van Daalen in 1939 overleed, was het ongeveer 1200 hectare groot. Het beheer werd overgenomen door zijn jongste zoon, ir. Mello van Daalen. Deze was zich zeer bewust, dat hij niet zoveel tijd in het beheer kon steken als zijn vader, maar ook dat hij veel minder van bosbouw en landbeheer afwist dan zijn vader. Mr. A.C., zoals hij in de familie werd genoemd, had het beheer gevoerd met de goede boswachters Marten Wouwenaar en Wolter Smit. Ir. Mello van Daalen vond meer deskundige hulp in de persoon van ir. W.K.J. de Wit, gepensioneerd opperhoutvester uit het voormalige Nederlands-Oost-@Indië. De Wit en Wolter Smit maakten in 1940 het eerste vijfjarenplan en in 1946 een tienjarenplan.
Berkenheuvel heeft in de Tweede Wereldoorlog weinig te lijden gehad van directe oorlogshandelingen, echter wel werd enorme schade geleden in de laatste oorlogswinter, toen de bezetter willekeurig door het hele landgoed heen het beste en zwaarste hout velde. Na afloop van de oorlog is slechts een deel daarvan teruggevonden en daarvan is weer een groot deel gestolen en in beslag genomen.
De sterke steiging van lonen en sociale lasten en de daling van de houtprijzen, samen met de sluiting van de mijnen (Berkenheuvel leverde veel mijnhout) maakten na de Tweede Wereldoorlog, dat de exploitatie steeds meer verliesgevend werd. In 1969 besloot de N.V. het landgoed te verkopen. Staatbosbeheer en Natuurmonumenten verwierven elk ongeveer de helft.
De nakomelingen van mr. Albertus Christiaan van Daalen bezitten nog ongeveer 26 ha.

Posted in Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Un ansichtkoate van ut Monement an de Hoarweg

Van ut Monument aan de Haarweg op het landgoed Berkenheuvel van mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom waren bij Deeverse middenstanders verschillende zwart-wit ansichtkaarten te koop, zo ook de bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart (afbeelding 1).
De redactie van ut Deevers Archief schat in dat deze zwart-wit ansichtkaart in de vijftiger jaren van de vorige eeuw is uitgegeven. In die jaren waren de ansichtkaarten nog voorzien van een mooie witte rand. De redactie heeft geen flauw idee wie de uitgever van deze ansichtkaart was.
Ut Monement is in 1925 opgericht door mr. Albertus Christiaan van Daalen en onthuld door de eerste kleinzoon met zijn voornamen: Albertus (Bert) Christiaan Doorman. Hij plaatste het monument ter gelegenheid van de voleindiging van de ontwikkeling van het landgoed Berkenheuvel. De redactie heeft in verschillende berichten aandacht besteed aan het Landgoed Berkenheuvel en ut Monement.
Op één van de vier zijkanten van het gedenkteken (zie afbeelding 2) staat een voor de gelegenheid aangepast deel uit de elfde strofe van het gedicht Aan een heereboer van Petrus Augustus de Génestet (1829-1861):
Daar rijz’,
Uit stuivend zand en ledige aard,
Een lachend paradijs.
Het betreffende deel van de elfde strofe van het gedicht Aan een heereboer luidt als volgt:
Daar, o Verhoorder ! rijz’,
Uit stuivend zand en ledige aard,
Een lachend Paradijs !
De redactie heeft de bedoeling van alle ooit uitgegeven zwart-wit ansichtkaarten, waarop ut Monement is te zien, een afbeelding in ut Deevers Archief op te nemen. De redactie weet niet of ut Monement ook op kleuren ansichtkaarten is te zien. In elk geval wel op kleurenfoto’s. De redactie heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto gemaakt op woensdag 22 mei 2022.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Ansichtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Ut vennegie de Koekoeksviever op Baark’nheuvel

De Koekoeksvijver op het landgoed Berkenheuvel is op een aantal zwart-wit ansichtkaarten afgebeeld, Wat de redactie van ut Deevers Archief dateert de mooiste afbeelding, zie bijgaande afbeelding, uit het einde de zestiger jaren van de vorige eeuw.
Bij nadere beschouwing is aan de linker boom op de voorgrond een bordje met daarop de naam Koekoeksvijver bevestigd.
De huidige eigenaar van dit deel van het landgoed Berkenheuvel doet niet meer aan onderhoud van aan bomen gespijkerde bordjes van mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom en ook niet meer aan het plaatsen en onderhouden van zitbankjes en het onderhouden van wegen.
De bezoeker van Berkenheuvel wordt van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten In Het Verre ‘s-Graveland geacht bij de Koekoeksvijver vooral door te lopen, fietsen is daar nog nauwelijks mogelijk, een zitbankje is niet meer aanwezig, een wit naambordje is ook niet meer aanwezig, dus snel weg te wezen, dus op te rotten. Sterker nog: wel contributie aan de vereniging te betalen, maar vooral niet meer te komen. En nog sterker: vooral helemaal niet meer te komen, nu de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten In Het Verre ‘s-Graveland een eigen verwend roedeltje allochtone moordzuchtige probleemwolven in de Deeverse bos heeft, dat bljjkbaar een permantent bewoond nest heeft in de buurt van het Onderduikershol. En de aanwezigheid van zo’n roedeltje allochtone moordzuchtige probleemwolven is een mooie stok om de trouwe bezoeker van de Deeverse bos definitief de bos uit te meppen.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto van het toevallig met een laagje ijs bedekte vennetje met de naam Koekoeksvijver gemaakt op 21 januari 2016.
Wie herinnert zich nog die echte koude winters in de zestiger jaren van de vorige eeuw, toen de Deeverse jeugd deze vijver gebruikte als schaats- en ijshockeybaan ?

In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is bijgaand afgebeelde zwart-wit ansicht van het vennetje met de naam Koekoeksvijver opgenomen op bladzijde 112.


Posted in Ansichtkoate, Bosgesigte, Koekoeksviever, Landgoed Berkenheuvel, Wolf | Leave a comment

Wat over is van de braandpoal bee de Juniperusweg

Op het landgoed Berkenheuvel werd voor het uitkijken over de bos ook gebruik gemaakt van een brandpaal. Dit was een lange houten paal die was voorzien van klimijzers en was geplaatst in een zware sokkel van veldkeien en tras. Zie de bijgevoegde foto’s.
Deze werd op 14 juni 1931 centraal opgesteld op een hoge heuvel aan de Middenlaan (elke bosweg op Berkenheuvel heeft een naam), tegenover de Juniperusweg (elke bosweg op Berkenheuvel heeft een naam).
Het was bij zegsman Albertus (Bert) Christiaan Doorman (de kleinzoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen) niet bekend tot wanneer deze brandpaal dienst heeft gedaan.
Heb als klant van de huidige eigenaar van Berkenheuvel vooral niet de illusie de plek aan de Middenlaan (elke bosweg op Berkenheuvel heeft een naam) tegenover de Juniperusweg (elke bosweg op Berkenheuvel heeft een naam) heden ten dage zo maar te kunnen vinden. De huidige eigenaar doet niet aan bomen vastgespijkerde naambordjes, hij is systematisch bezig de oorspronkelijke boswegen (elke bosweg op Berkenheuvel heeft een naam) van mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom te doen verdwijnen of te blokkeren. Zijn de klanten van de huidige eigenaar wel welkom op Berkenheuvel ? Het heeft er alle schijn van dat dat niet het geval is.
Maar hoe moet het dan als de huidige eigenaar de inkomsten uit bosbouw in zijn verdienmodel gaat opnemen ? Dan moet bosbouwmaterieel over de boswegen kunnen rijden. Worden dan de oude boswegen (elke bosweg op Berkenheuvel heeft een naam) weer in ere hersteld ?
De vraag is wel hoe zo’n brandwacht bij de brandpaal verliep. Een dorpskracht van de vrijwillige brandweer kwam op de fiets naar de brandpaal. Was het zijn eigen fiets, was de fiets van de brandweer of had de gulle mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom uit eigen belang een fiets ter beschikking gesteld ? De dorpskracht van de vrijwillige brandweer zat wellicht op een stoeltje onder aan de paal een boek te lezen of te keuvelen met zijn vriendinnetje. Wellicht moest de brandwacht om het kwartier, om het halfuur of om het uur, afhankelijk van de droogte in de bos, in de paal klimmen voor het doen van een waarneming. De brandwacht zal daarvoor in het bezit moeten zijn geweest van een horloge. En als hij een brand waarnam, wat deed hij dan ? Bellen via de slimme telefoon was er toen nog niet bij. Een vuurpijl afschieten ? Of op de fiets gesprongen en naar de dichtsbijzijnde telefoon gesjeesd ? Was in het landhuis Berkenheuvel een telefoon geïnstalleerd ? Of moest de arme dorpskracht helemaal naar Deever racen om alarm te slaan ?
De redactie van ut Deevers Archief heeft de vier bijgaand afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op 21 januari 2016 onder enigszins winterse omstandigheden.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAOLYMPUS DIGITAL CAMERAOLYMPUS DIGITAL CAMERAOLYMPUS DIGITAL CAMERA

Posted in Braandwièr, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Vincent en Daniëlle holt van mekaèr

In de buurt van het Monument van mr. A.C. op Berkenheuvel staan beuken, die een bast hebben, die heel geschikt is om met een scherp mes (bijvoorbeeld een Kloezie) in te snijden. Zeker in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw kwam het nog wel voor dat verliefde stelletjes hun verkering ‘vereeuwigden’ in een houtsnede in een beuk. Vincent en Daniëlle. Twee namen met daartussen een met een pijl doorboord hart. De letters van de houtsnede worden door het groeien van de boom elk jaar iets groter en deze letters zijn door de jaren heen steeds slechter te lezen en zullen uiteindelijk vervagen.
De rodondendrons bij het Monument op Berkenheuvel bevinden zich in een verhoute en slecht onderhouden staat. Het lijkt alsof de zeer vele erfgenamen/nazaten van mr. A.C. in geen zestig jaar naar deze struiken hebben omgekeken. De redactie van ut Deevers Archief raadt de zeer vele erfgenamen/nazaten van mr. A.C aan deze hinderlijke struiken te verwijderen.
De redactie heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto op 25 april 2018 gemaakt. De rodondendrons bloeiden nog niet.
De afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is in juli 1951 uitgegeven. In die tijd stonden geen rodondendrons bij het monument, zodat het monument van alle kanten goed was te zien.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Ansichtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Mit de auto op vukaansie in Deever in de oorlog

De redactie van ut Deevers Archief is een groot liefhebber van oude ansichtkaarten uut de gemiente Deever die aan de achterkant of voorkant helemaal zijn beschreven. En zeker als zo een oude ansichtkaart is verstuurd in de Tweede Wereldoorlog. Bijgaand afgebeelde voorkant en achterkant van een zwart-wit ansichtkaart met als titel ‘Uitzichttoren in de bosschen bij Diever’ is voorzien van staccato tekst en op donderdagmorgen 20 augustus 1942 vanuit het postkantoor an de Deeverbrogge verstuurd naar mevrouw J. M. Ploegsma in het Christelijk Sanatorium in Zeist in de provincie Utrecht.

De tekst op de achterkant van de fraaie zwart-wit ansichtkaart luidt als volgt.
Donderdagmorgen.
Lieve Moeder.
Dank voor je brief van Dinsdag. Hoe bevalt ’t je op kamer 16 ? En wie was ’t bezoek Woensdag ? Ik denk Mevrouw den Houter. Lastig dat Meneer Keller nog niet is geweest. Heb je nog veel last bij ’t lopen ? Fijn dat Mien 2 x kwam.
Wij gaan hier Zaterdagmorgen weg en zijn Zondagavond thuis. We rijden door Friesland. Dinsdag om 3 uur ben ik bij je. Wij hadden 3 dagen prachtig weer, maar gisteren onweer. Jammer dat de koek bijna op is.
Dag Moeder. Tot ziens dus.
Veel liefs van je Toos en Pien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op de ansichtkaart is de uitkijktoren op het Kijkduin op Berkenheuvel te zien. De redactie heeft al eerder over deze houten uitkijktoren bericht. Zie het bericht Uitkijktoren op Kijkduin gezien vanuit het oosten.
De twee dochters Toos en Pien Ploegsma hadden zo te lezen de beschikking over een automobiel en flink wat benzine en konden het zich blijkbaar veroorloven in de Tweede Wereldoorlog gewoon op vakantie naar Drente en Friesland te gaan. Het leven ging in de Tweede Wereldoorlog voor sommige mensen gewoon zijn gang. En daar hoorde blijkbaar ook vakantiekoek bij. Maar de overlevingskoek raakte door de oorlogsjaren heen voor heel veel mensen helemaal op.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die tevens een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart van de uutkiektoor’n in de bosschen bee Deever ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 32 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Ansichtkoate, Braandtoor’n, Landgoed Berkenheuvel, Tweede Wereldoorlog, Uutkiektoor’n, Verdwenen object | Leave a comment

De naèm’m op un wandelkoate van Baark’nheuvel

In het papieren blad Opraekelen 09/4 (december 1999) van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundugge vurening uut Deever, verscheen als gemakkelijke bladvulling (16 van de 32 bladzijden) het artikel ‘Een wandeling op het landgoed Berkenheuvel’.
De samensteller van het artikel maakt terecht trots melding van het feit dat de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundugge vurening uut Deever, in het bezit is van een wandelkaart uit 1936, die is uitgegeven door de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het Landgoed Berkenheuvel. De naamloze vennnootschap was het geldverdienvehikel van eigenaar mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom.
Zie ook het bericht Un wandelkoate veur Baark;nheuvel uut 1936.
De wandelkaart is gemaakt met behulp van de dunne metalen drukplaat, zoals op de bijgaande afbeelding 1 is te zien.
Dus houd een spiegel voor het scherm en de wandelkaart zal zichtbaar en wellicht leesbaar worden, maar tegenwoordig kunnen computerprogrammaatjes voor het bewerken van foto’s dit ook, zie afbeelding 2. En zie ook een afbeelding van een gedrukt exemplaar van deze wandelkaart.
De schrijver van het artikel in het papieren blad Opraekelen 09/4 (december 1999) vraagt zich ook terecht af wie alle namen van de zandwegen, de plassen, de veentjes, de stukken bos en diverse objecten nog kent.
De redactie van ut Deevers Archief doet daarom een poging niet alleen alle namen vast te leggen, maar daarbij ook een verklaring van het waarom van deze namen te geven.
Deze zullen in nieuwere versies worden herzien, waarbij ook afbeeldingen zullen worden geplaatst. De redactie verzoekt de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief gescande foto’s in te sturen.
De redactie van ut Deevers Archief baseert zich daarbij voor een deel op een serie interviews uit de periode 1999-2002 met Albert (Bert) Christiaan Doorman, kleinzoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen, die toen met zijn gezin in de door hem in de zestiger jaren van de vorige eeuw gebouwde bungalow Kon Tiki tegenover de weg naar het Openluchtspel woonde, zeg maar in de tippe grond bij de Bosweg en het begin van de zandweg langs de Noorderesch.
Het lijkt de redactie van ut Deevers Archief een uitdagende taak voor de dorpskrachten uut Deever (vrijwilligers van de heemkundugge vurening uut Deever) en de dorpskrachten uit Zorgvlied, Wateren en Oude Willem (in plaats van naar niet bestaande Friesche en Germaansche karresporen te zoeken) om bij elk van de hierna genoemde wegen, enzovoort, in samenwerking met Nederlandsche Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten uit het verre ‘s Graveland weer van die mooie witte kleine naambordjes aan bomen vast te spijkeren. Je mag van de Nederlandsche Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten uit het verre ‘s Graveland toch wel bordjes aan bomen vast spijkeren ? Nestkastjes worden in de Deeverse bos toch ook aan bomen vast gespijkerd ?). Ook in die gevallen dat de Nederlandsche Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten uit het verre ’s Graveland de weg al heeft laten overwoekeren door kunstmatige tekentafelcultuurnatuur ! Laten we ons eigen Deeverse culturele erfgoed behouden en de steeds meer verloren gegane en verloren gaande namen aan de vergetelheid ontrukken. Zie het voorbeeld voor zo’n naambordje in bericht Ut naèmbröttie van de Greinsweg op Baark’nheuvel.

Afbeelding 1
Dunne metalen drukplaat van de wandelkaart van Berkenheuvel uit 1936. Deze zwart-wit foto is gemaakt op 26 april 2000 door Coen Broekema.

Afbeelding 2

Adderveenweg
Weg die langs het Adderveen loopt.
Albertweg
Albert Christaan van Daalen is geboren op 21 mei 1927. Hij was de oudste zoon van civiel-ingenieur Mello van Daalen, geboren op 14 september 1897 te Bennekom, en Johanna Maria Klik, geboren op 3 juli 1889 te Den Helder.
Mello van Daalen en Johanna Maria Klik trouwden op 12 mei 1925 in Heemstede.
Albert Christiaan van Daalen trouwde op 6 september 1952 met jonkvrouw Anny Leonore Elizabeth Röell, geboren op 7 november 1930 in Soerabaja.
Albertinaweg
Albertina Johanna Sichterman is geboren op 23 juni 1861 te Groningen. Zij is overleden op 30 maart 1935 in Huize Dorpszicht, Dorpsstraat 54 in Bennekom. Zij was de echtgenote van mr. Albertus Christiaan van Daalen. Hij is geboren op 1 juni 1853 in Bennekom. Hij is overleden op 16 januari 1939 in Huize Dorpszicht, Dorpsstraat 54 in Bennekom.
Albertina was ook de tweede voornaam van de derde dochter Christina Albertina van het echtpaar Albertus Christiaan van Daalen en Albertina Johanna Sichterman. Christina Albertina van Daalen is geboren op 21 april 1896 in Arnhem. Zij is overleden op 30 september 1989 in Wassenaar. Bert Doorman noemde haar tante Zus. Zij trouwde op 29 maart 1920 in Bandoeng met Karel Meerkamp van Embden. Hij is geboren op 8 juli 1892 in Manilla. Hij was administrateur van de suikerfabriek Soerawinangoen van de Nederlandsche Handelsmaatschappij in Nederlands Indië.
Almaweg
Alma was een dochter van Christina Albertina van Daalen en Karel Meerkamp van Embden. Alma Meerkamp van Embden overleed op 28 december 1972 op 51-jarige leeftijd in Hoogeveen.
Annieweg
Antoinetta (Annie) was de jongste dochter van mr. Albertus Christiaan van Daalen en Albertina Johanna Sichterman. Zij is op 3 juni 1934 op 41-jarige leeftijd in Ede gestorven na een val van het paard. Zij kon goed piano spelen. Zij speelde op feestjes voor de kinderen van Bennekom. Bert Doorman heeft van haar pitriet leren vlechten.
Berkenheuvel
De naam van het landhuis van de beheerder en de vakantiewoning van de aandeelhouders van Berkenheuvel b.v.
Dit landhuis staat afgebeeld op veel ansichtkaarten.
Het landhuis is ontworpen door civiel-ingenieur Mello van Daalen, een zoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen.
De afgebeelde ansichtkaart (afbeelding 3) is in juli 1963 uitgegeven door JosPé in Arnhem en was te koop in het dorpswarenhuis van Jan Brugging en Griet Oost an de Heufdstroate in Deever.

Afbeelding 3

Afbeelding 2
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto gemaakt op donderdag 4 november 2017.


Berkenheuvel

De naam van het gehele landgoed (bosgoed).
De Berkenwal
De naam van een gedeelte van de bos.
Berkenwalweg
Weg door de Berkenwal.
Bertlaan
Bert is de roepnaam van Albert (Bert) Christiaan Doorman.
Hij is de eerste kleinzoon die naar mr. Albertus Christiaan van Daalen is vernoemd.
Albert Christiaan Doorman werd geboren op 3 maart 1918 en is op 12 oktober 2004 in Deever overleden.
Hij was een zoon van Paul Carel Louis Doorman en Josephine Harmanna Johanna van Daalen.

Blauwwater
Naam van een plas. Maar waarom had deze plas de naam Blauwwater ?
Boltsweg
Wie van de bezoekers van het Dievers Archief weet wie Bolts was.
Het zal wel een vrindje van mr. Albertus Christiaan van Daalen zijn geweest.
Wie van de aandeelhouders van de Berkenheuvel b.v. kan de redactie van ut Deevers Archief hierover inlichten ?
Brandpaal
Verticaal in een betonnen sokkel geplaatse houten paal met klimijzers, die in de zomer gebruikt werd als post voor het waarnemen van bosbrand. De dienstdoende waarnemer moest  daarvoor zo nu dan naar boven klimmen.
De Brandpaal heeft gestaan aan de Middenlaan, bij het begin van de Kelderweg en de Juniperusweg in het Laatste Zand.
Christinaweg
Christina (1896) was de eerste voornaam van de vierde dochter van mr. Albertus Christiaan van Daalen en Albertina Johanna Sichterman. C.A. van Daalen en Karel Meerkamp van Embden, gescheiden in 1953.
C.J.O.-kamp
Het C.J.O.-kamp was een kamp van de Christelijke Jongeren Organisatie.
In 1951 is grond verkocht voor de ‘De Eikenhorst’, het kamp voor verwaaarloosde jeugd an de Gowe.
Het C.J.O.-kamp staat op verschillende ansichtkaarten afgebeeld.
De Haar
De naam van een gedeelte van de bos. De Haar is de oude naam van het gebied bij de Haarsluis.

De Dennekamp
De naam van een gedeelte van de bos. Mr. Albertus Christiaan van Daalen bedacht deze naam.
De Kelder
De naam van een gedeelte van de bos.
De Nul
De naam van een gedeelte van de bos in de buurt van de Wapser es met de oude naam De Nul.
De Veentjes
De naam van een veentje.
Dit veentje staat afgebeeld op ansichtkaarten.
Dieverveld
De naam van een gedeelte van de bos.
Dieverzand
De naam van een gedeelte van de bos.
Het zwembad Dieverzand aan de Bosweg is genoemd naar dit gedeelte van de bos.
Het zwembad Dieverzand staat op veel ansichtkaarten afgebeeld.
Eerste Dwarsweg
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Eerste Veentjesweg
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Evapad
Eva was de jongste zuster van Albertus (Bert) Christiaan Doorman
Ewoudweg
Ewoud was de zoon van Mello van Daalen en Johanna Maria Klik.
Gerardinaweg
Gerardina Barelds is geboren op 14 december 1889 in Rogat (de Wijk) als dochter van machinist Jan Barelds en Aaltje Middelbrink. Na hun verhuizing naar Deever was Jan Barelds de koffiehuishouder van café Brinkzicht an de brink van Deever..
Wolter Smit is geboren op 5 mei 1893, hij was een zoon van de Harm Smit, de tweede boschbaas op Berkenheuvel, en Jacoba Monis. Wolter Smit was de derde boschbaas op Berkenheuvel.
Wolter Smit en Gerardina Barelds trouwden op 30 oktober 1914 in Deever. Wolter Smit overleed op vrijdag 19 december 1947 in Rheden. Is hij vlak na de oorlog verhuisd naar Rheden ?
Gezina Catharina Smit was een dochter van Harm Smit en Jacoba Monis. Zij was een zuster van Wolter Smit. Zij was getrouwd met de in de Tweede Wereldoorlog in Deever beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma. Harm Smit kocht café Brinkzicht van zijn zwager Jan Barelds.
Grensweg Greinsweg)
Weg langs de grens van het landgoed Berkenheuvel.
Zie ook de afbeelding van de Grensweg op een zwart-wit ansichtkaart uit 1951.
Groningerweg (Grönnegerweg)
Deze bekende al heel oude zandweg (vooral zo houden), die loopt van het Kasteel naar de Gowe, was een weg langs de grens van Berkenheuvel.
 De Grönnegerweg is ook te zien op een aantal mooie ansichtkaarten.
Haarbos
Perceel bos in de Haar.
Haarweg (Hoarweg)
De weg die van de Bosweg naar de Haar loopt. De Haar is de oude naam van het gebied bij de Haarsluis.
De Hoarweg is ook op enige ansichtkaarten te zien.

Harm Smitweg
Harm Smit was de tweede boschbaas op Berkenheuvel, de opvolger van de eerste boschbaas Marten Wouwenaar.
Hertekamp
De naam van een gedeelte van de bos.
Zag mr. Albertus Christiaan van Daalen hier voor het eerst een hert ?
Het Laatste Zand (Ut Laèste Saand)
De naam van een gedeelte van de bos.
Voor de bebossing was dit een gebied van woeste zandduinen.
Deze al zeer oude naam is niet bedacht door mr. Albertus Christiaan van Daalen.
Hezeneschweg
Weg langs de Heezeresch.
Hoekeveenscheweg
Weg langs het Hoekveen.
Hoekveen
De naam van een gedeelte van de bos.
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt nog.
Hunnebedweg
De Hunnebedweg loopt langs de plaats van het verdwenen hunnebed met de naam Potties Baargie.
De Hunnebedweg is ook op enige ansichtkaarten te zien.
Janweg
Jan was de broer van Albertus (Bert) Christiaan Doorman.
Jodenzand
De naam van een gedeelte van de bos.
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Johannaweg
Johanna was de tweede voornaam van de echtgenote van mr. Albertus Christiaan van Daalen.
Johanna (1894) was ook de voornaam van de derde dochter van mr. Albertus Christiaan van Daalen en Albertina Johanna Sichterman.
Juniperusweg
Juniperus is de Latijnse naam voor de jeneverbes.
Deze struik komt niet veel voor op Berkenheuvel.
Kalterschegat
De oude naam van een gedeelte van Berkenheuvel
Drassige weilanden waar Albertus (Bert) Christiaan Doorman wel naar kievitseieren zocht.
Kampweg
Weg in het Deeverse Zaand.
De weg loopt langs het terrein van het V.C.J.C.-kamp.
Kanaalweg
Deze weg loopt van de Tolweg naar het Kanaal (Drentsche Hoofdvaart), vandaar de naam Kanaalweg.
Karelweg
Karel Meerkamp van Embden was een zoon van Christina Albertina van Daalentante en Karel Meerkamp van Emden
Karel is geboren op zaterdag 26 mei 1923 in Tjikini in Nederlands Indië.
Kelderweg
Weg in het bosgedeelte met de naam De Kelder.
Kijkduin
Toepasselijke naam van de heuvel waarop een houten brandtoren (de opvolger van de brandpaal) stond. De resten van de vier palen zijn nog steeds aanwezig. Het is een mooie heuvel met een lange helling om in de winter bij sneeuw van af te sleeën.  
Koekoeksvijver
Plas in de buurt van de Torenlaan, niet zo diep in de bos, is makkelijk vindbaar.
Het was in de zestiger jaren van de vorige eeuw een mooie grote plas om ’s winters bij ijs op te spelen, bijvoorbeeld ijshockey met een zelfgemaakte stick van een tak van een eik.

Kogelvangers
Resten van de plaats waar in het begin van de twintigste eeuw (1906-1908) schietoefeningen werden gehouden door het leger.
Kogelvangerweg
Langs deze weg liggen vier kogelvangers.
Krater
De naam van een heuvel in de buurt van de Tolweg.
Kraterweg
Weg naar de heuvel met de naam Krater.
Op de Krater heeft ook een uitkijktoren gestaan. Van deze uitkijktoren is geen foto bekend.
Kronkelweg
De naam van deze weg spreekt voor zich.
Martenshoek
De naam van een gedeelte van het bos dat is vernoemd naar Marten Wouwenaar, de eerste boschbaas van Berkenheuvel.
De naam van Marten Wouwenaar staat ook op het Monument.
Marten Wouwenaarweg
Marten Wouwenaar was de eerste boschbaas van Berkenheuvel.
De naam van Marten Wouwenaar staat ook op het Monument.
Mastenveldje
De naam van een veentje aan de Bosweg bij de Studentenkamp.
Dit veentje staat vaak afgebeeld op ansichtkaarten van voor de Tweede Wereldoorlog.
Meeuwenplas
Grote ondiepe plas achter in de bos.
Het is een mooie plas om in het voorjaar doorheen te banjeren en eieren te zoeken.
Deze plas staat afgebeeld op enige ansichtkaarten.
Melloweg
De Melloweg loopt vlak langs de Koekoeksvijver.
Mello van Daalen was de tweede en jongste zoon van mr Albertus Christiaan van Daalen en Albertina Johanna Sichterman. Hij is geboren op 14 september 1897 in Bennekom. Civiel-ingenieur Mello van Daalen heeft in Indië gewerkt. Hij bouwde daar spoorbruggen.
Midden Dwarsweg
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Middenlaan
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Monument
Herdenkingsteken, geplaatst ter gelegenheid van de voltooiing van de bebossing van Berkenheuvel.
Het monument staat vaak afgebeeld op ansichtkaarten.
Nulweg
Weg in het gedeelte van de bos bij Wapse met de naam de Nul.
Ooster Schaapsdrift
Naam moet te maken hebben met de tijd dat Deever nog een kudde schapen had.
Oude Willemspark
De naam van een gedeelte van de bos in de Oude Willem.
Oude Willemsweg
Weg in het Willemspark.
Pastorieweg
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Paulweg
P
aul is de vader van Albertus (Bert) Christiaan Doorman. Paul Christiaan Louis Doorman is geboren op 6 april 1891 in Limbangan in Midden-Java. Hij is in 1943 overleden in Soekamiskien op Bandoeng. Hij trouwde op 23 oktober 1913 in Bennekom met Josephine Harmanna Johanna van Daalen.
De Paulweg loopt van de Ringweg naar de Adderveenweg.
Peterweg
Peter was ….., moet nog worden uitgezocht.
Reeënheuvel
Heuvel in de buurt van de Grensweg.
Ringweg
De langste zandweg van het landgoed Berkenheuvel.
Schaapsdrift
Looproute van de kudde schapen van Groot- en Klein Wateren.
Simonslaan
Simon was ….., moet nog worden uitgezocht.
Slangenbad
Plas in het Wapser Zand.
Een verklaring voor het ontstaan van het Slangenbad is dat ter plekke leem is afgegraven. Mr. Albertus Christiaan van Daalen gaf als verklaring dat het Slangenbad is gegraven voor de afwatering van het Adderveen. Klinkt logisch.
Sluisbos
Perceel bos in de buurt van de Haarsluis.
Snoekveen
Aaltje Smit, de dochter van Wolter Smit, wist te vertellen dat bij het Snoekveen turf is gegraven.
Studentenpad
Studenten die vóór de Tweede Wereldoorlog in de zomer hun kamp hadden in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem hebben mede gewerkt aan de aanleg van deze weg.
Stroetlaan
De Stroeten zijn nog in het bezit van Berkenheuvel b.v. Deze zijn gedeeltelijk verpacht.
Tilgrup (Tillegröppe)
Een verklaring voor de naam van deze stroom ontbreekt nog.
Tolweg
Een verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt nog.
Toren
Uitkijktoren op de heuvel met de naam Kijkduin.
Deze uitkijktoren staat afgebeeld op een paar ansichtkaarten.
Torenlaan
Komende vanuit Wateren was vroeger in het verlengde van deze weg de toren van de gemiente Deever te zien.
Torenweg
Aan de Torenweg ligt een heuvel met de naam Kijkduin. Op deze heuvel heeft een houten uitkijktoren gestaan. De fundamenten van deze toren bevinden zich nog op de heuvel.  Het ontwerp van deze toren is gemaakt door civiel-ingenieur Mello van Daalen.
Tweede Veentjesweg
Deze plas staat afgebeeld op ansichtkaarten.
Van Daalenweg
Dit is de weg die mr. Albertus Christiaan van Daalen naar zichzelf vernoemde.
Van Tienhovenpark
De naam van een gedeelte van de bos.

Mr. Pieter Gerbrand van Tienhoven, was voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Hij was ongetwijfeld een vrindje van de familie Van Daalen, wellicht een studievrindje van mr. Albertus Christiaan van Daalen.
Het Van Tienhovenpark staat afgebeeld op ansichtkaarten.
Van Tienhovenweg
Weg in het van Tienhovenpark.
Veldweg
Deze weg staat afgebeeld op ansichtkaarten.
V.C.J.C.-kamp
Zomerkamp van de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale bij het Mastenveldje aan de Bosweg.
Wapser Schaapsdrift
Oude naam van de looproute van de Wapserse kudde schapen naar de heide.
Wapserweg
Naam behoeft geen uitleg.
Wapser Veld
Vóór de bebossing was dit een gebied van woeste zandduinen van de marke van Wapse.
Wapser Zand
Wapser Zand is een andere naam voor Wapser Veld.
Vóór de bebossing was dit een gebied van woeste zandduinen van de marke van Wapse.
Wester Schaapsdrift
Oude naam van de looproute van de Dieverse kudde schapen naar de heide.
Wolter Smitweg
Wolter Smit was de zoon van Harm Smit en Gerdardina Barelds, zie hiervoor voor gegevens.
Hij was de tweede boschbaas op Berkenheuvel. Zie ook de inscriptie op het Monument.
Zandblokken
Naam van een stuk woeste grond.
Zandlotten
Zandlotten = Zandvlokken ?
Naam van een stuk woeste grond.
Zuurlandweg
Vrouw Kappe wist te vertellen dat ten westen van de Zuurlandweg in de buurt van de Vledder A ook turf is gegraven.

Posted in Aarfgood, Albertus Christiaan van Daalen, Ansichtkoate, Bosgesigte, Landgoed Berkenheuvel, Opraekelen | Leave a comment

Ut lee’mswaark van mr. A.C. van Daalen

Het artikel ‘Een levenwerk’ van de onbenoemde journalist D …… is gepubliceerd op 19 september 1925 in nummer 38, jaargang 51 van het blad Eigen Haard. Het artikel is zonder bronvermelding ook al een keer in helaas bewerkte vorm in 2008 als een flinke bladvulling opgenomen in het papieren blad Opraekelen, deels in nummer 08/2 en deels in nummer 08/3 van de heemkundige vereniging uut Deever.

Wij waren in Dieverbrug. Als ge geen lid bent van de Vrijzinnige Christelijke Studenten Bond of de Nederlandse Tenten Kampeer Vereniging zult ge, vrees ik, het wijze voorhoofd rimpelen en trachten, den geest te scherpen, om u te herinneren, waar een plaats van dien naam in ons land wel ligt.
’t Is waar, ’t ligt afgelegen, dat zult ge moeten toestemmen, tenzij ge een plaatsje, dat een uur stoomtramhobbelen buiten het Drentsche stadje Meppel ligt tot de gemakkelijk te bereiken plaatsen rekent.
Een paar maal per dag brengt het trammetje een enkelen reiziger, wat postzaken, een pakje, en door het kanaal varen de schepen af en aan. Dat is zoo de communicatie met de buitenwereld, waaronder in de eerste plaats te verstaan zijn het reeds genoemde Meppel en het nog verder af liggende Assen. Tusschen die twee, aan de Drentsche Hoofd- of Smildervaart ligt Dieverbrug.
De naam doet veronderstellen, dat er ook wel een plaatsje Diever zal zijn en dat is zoo. Twintig minuten verder de rimboe in ligt het dorp. Men bereikt het langs een landweg met praehistorische rariteiten als een tol en als tegenhanger electrische verlichting. Wat kinderen kijken de wandelaar verbaasd aan, die door hun dorp stapt en ’t vrouwtje in ’t winkeltje, dat prentbriefkaarten verkoopt, kan niet nalaten eens te informeren: vanwaar en waarheen ?
Och heere, zult ge zeggen. Wacht wat! We moeten het dorp nog door en links zien we al dra de oneindigheid van ’t Drentsche landschap.
Rechts liggen de villa’s van den dokter en den burgemeester. Dan begint ook aan dezen kant de wijde natuur….. maar nu leidt een zandpad naar rechts. ‘Berkenheuvel’ staat op het bordje, en nu naderen we het doel der reis. Daar ligt reeds de boschwachterswoning in de schaduw van wat boomen, aan den ingang van het landgoed, dat niemand zal aarzelen, een levenswerk te noemen.
Bosch en nog eens bosch is wat ge hier ziet en als ge vraagt, waar dat levenswerk dan wel in zit, behoef ik u slechts te wijzen juist op dat bosch. Want wie hier een halve eeuw geleden doolde – och, ’t zal niet veel anders geweest zijn dan een schaapherder, een strooper, een landlooper – nog zand, zand en nog eens zand, ter afwisseling misschien een beetje hei of een heideplas, maar voor ’t overige zandverstuivingen, binnenduinen, opgewaaide en zich verplaatsende heuvels, een oord van dorre verlatenheid.
Hier, op deze geblakerde dan wel grimmig ijzige omgeving – naarmate het zomer of winter was – was de aandacht gevallen van een paar mannen met pioniersbloed in de aderen. Voor ’t bekende bange gezicht kochten ze zeventig, vijf en zeventig jaar gelden een 700 H.A. grond.
Doel was, deze gronden te bebosschen. Er werden door deze heeren of hun opvolgers nieuwe complexen aangekocht, zoodat ten slotte een kleine 1400 H.A. in bezit van eenige particulieren kwam. Bebosschen dus. Maar het leek nog niet erg op wat men daaronder heden ten dage verstaat, nu boschbouwkundigen zich beijveren, uit ieder stukje grond te halen, wat er in zit, en geleerd hebben, met zooveel rekening te houden, wat de aandacht van den eenvoudigen arbeider ontsnapt.
Want boschbouw is – het hoeft in deze tijd, nu we alles wel weten, wat Staatsboschbeheer en de Heidemaatschappijen presteeren, bijna niet gezegd, – een zeer apart, zeer lastig en dikwijls weinig rendabel bedrijf, dat buitengewone toewijding en zeer veel vakkennis vraagt, en tot die overtuiging, beter gezegd tot die door ondervinding gesteunde wetenschap was men driekwart eeuw geleden nog niet gekomen. De boschbaas en zijn arbeiders plantten waar een plek hun geschikt leek en de uitkomst bewees dat wat dikwijls een gunstige plaats had geschenen, maar gansch niet beantwoordde aan de verwachtingen…… Wat er meer van te zeggen ? Met vallen en opstaan leert men loopen en dat in een particulier bedrijf in het midden van de vorige eeuw in de binnenlanden van Drente nu niet altijd de methoden werden gevolgd, die thans, vijf en zeventig jaar later zouden worden uitgevoerd, ligt voor de hand.
Ja, ook de meer moderne opvattingen, die het richtsnoer waren voor het bedrijf gedurende de laatste jaren konden de gevolgen niet geheel ongedaan maken. En dat moge voor den eigenaar minder voordeelig zijn,voor het landschap heeft het wel degelijk zijn profijten opgeleverd. We bedoelen dit: Een boschbedrijf zonder meer is tot in alle onderdeelen ingericht op de rente, die het bosch moet opleveren. Hier een perceel éénjarig hout, daar twééjarig, daar driejarig, een eind verder dertig-, veertigjarig, liefst zoo economisch aangelegd, dus niet al te grillig, niet al te natuurlijk zou men haast zeggen. Kijk, dat is Berkenheuvel nu juist helemaal niet: Het is een plek natuur geworden met al dat zorgelooze in den aanleg, met dien krachtigen groei, die weelderige vegetatie, die ten eenenmale doet vergeten, dat dit dan toch maar aangeplant is, door menschenhand aangebracht, door menschen onderhouden. Neen, daar lijkt het inderdaad niet veel op: Het is àl natuur, àl ongebreidelde groei. Het is een landschap geworden, overweldigend schoon, dit golvend terrein, overal, overal begroeid met dennen in diverse variëteiten met berken en ander geboomte. Neen, toch niet overal, want daar zijn ook complexen grond, die thans geschikt geworden zijn voor landbouw en veeteelt. Maar ’t allergrootste gedeelte van de 1350 H.A. is toch bosch geworden en wordt als zoodanig geëxploiteerd.
Wat voor 75 jaar nog woest en verlaten hier lag, is dus een vriendelijk landschap geworden. Waar ’t schrale zand zich op de vleugels van den wind telkenmale verplaatste, brengen bosschen, weiden en bouwland hun rente op. Uit de dorre aarde is een lachend stuk natuur opgebloeid. En hiermede komen we op het opschrift boven dit artikel. Een levenswerk ! Ja, dat is het toch wel geweest en het past hier, den naam te noemen van den man, die dertig jaar geleden den grond hier vond, slecht toebereid, ter nauwernood hier en daar van een armelijk boschje voorzien en voor ’t overige niets dan zand en heide. Een domein voor schapen en konijnen !
De nieuwe eigenaar, mr. A.C. van Daalen, was geen man van half werk. Hij wist van aanpakken en overtuigd, dat er hier aangepakt moest worden spaarde hij zichzelf niet en wist zijn helpers te bewegen tot een krachtsinspanning, die al spoedig het geel van het zand en het grauw en paars van de heide deed verkeeren in het frissche groen der eerste aanplantingen. Wat al belofte zat er in die gronden, die stilaan bedekt werden met opgroeiend geboomte, wat al vooruitgang kon ieder jaar worden geconstateerd, gestadige – schoon langzame – vooruitgang.
Zie, dat is nu gemakkelijk neergeschreven, maar wanneer men denkt aan alle moeite die overwonnen, alle bezwaren, die op zij gezet, alle tegenwerking, die geneutraliseerd moest worden, voordat ‘Berkenheuvel’ zijn naam met ere droeg, dan rijst toch wel een grote bewondering voor deze landgenoot, die met een ijzeren doorzettingsvermogen deze 1350 hectare zand in cultuur wist te brengen.
Er was een heel gezelschap zaterdag 5 september in Diever bijeen. Hier mogen genoemd worden de heren mr. J.T. Linthorst Homan, commissaris der Koningin in Drenthe, E.D. van Dissel, inspecteur van het Staatbosbeheer, J.P. van Lonkhuyzen, directeur van de Nederlandse Heidemaatschappij, mr. P. van Tienhoven, voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, L.C. Steffelaar, secretaris-penningmeester van de A.N.W.B., leden van Gedeputeerde Staten en het Gemeentebestuur van de gemeente Diever en een deputatie uit het bestuur van de V.C.S.B., die hier zijn zomerkampen heeft.
Toen dit gezelschap verzameld was begaf men zich naar de plaats waar het monument zou onthuld worden en sprak de heer Van Daalen, na een woord ter begroeting te hebben gezegd, het volgende:
Hoe geheel anders zag het er hier

Aantekeningen van de redactie ut Deevers Archief
Dit artikel is nog niet helemaal overgetikt.
In het artikel zijn ook vier foto’s opgenomen. Deze moet hier ook nog worden geplaatst.

Posted in Deever, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Koate van ut laandgood Baark’nheuvel – 1936

Van het landgoed Berkenheuvel bestaat een kaart, met daarop aangegeven de situatie in 1936. Mr. Albertus Christiaan van Daalen exploiteerde zijn landgoed voor de verkoop van hout. Om dit hout uit de bossen te kunnen vervoeren, liet hij heel veel zandwegen aanleggen. En hij gaf aan al die wegen zelf een naam, zoals Melloweg, Wouwenaarsweg, Van Tienhovenweg, Gerardinaweg, Jodenzand.
Die namen zijn terug te vinden op deze kaart, die namen zijn veelal niet meer ter plekke terug te vinden op die aandoenlijke kleine witte bordjes met zwarte letters aan de bomen. Zelfs veel wegen zijn onder het gure klantonvriendelijke bewind van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten niet meer terug te vinden. De Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten in het verre ‘s Graveland is in dit geval bepaald zeer zeker geen Vereniging Tot Behoud Van Cultuurmonumenten.
Op de kaart is ook aangegeven waar ooit een brandpaal heeft gestaan, te weten aan de Middenlaan, tegenover de Kelderweg. De stampbetonnen fundering van deze brandpaal is heden ten dage nog ter plekke aanwezig. Op de kaart is ook de uitkijktoren aan de Torenweg terug te vinden.
Vanuit geschiedkundig oogpunt is het nog aardiger dat naast een overgebleven zeldzaam exemplaar van de kaart van het landgoed Berkenheuvel ook de originele drukplaat van deze kaart nog bestaat, zoals te zien is op bijgaande foto, die de redactie van het Deevers Archief op 26 april 2000 heeft gemaakt.
Als de voorraad kaarten (kosten 10 cent per exemplaar, Van Daalen lette vooral ook op de kleintjes) op was, dan stuurde mr. Albertus Cristiaan Van Daalen die plaat gewoon naar een drukker (wellicht Roelof van Goor in Deever ?) voor het maken van een nieuwe voorraad. Zou deze drukplaat nu nog kunnen worden gebruikt ?

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Deever, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Bleuin’de broamboss’n bee swömbad Deeversaand

Van het zwembad Dieverzand is niets meer over. Behalve de dijk van grond, die voor de aanleg van het zwembad is uitgegraven. Deze dijk lag om het verdwenen zwembad, is nog steeds aanwezig en is op luchtfoto’s zichtbaar. Zie bijvoorbeeld een afbeelding in ut Deevers Archief.
Enige jaren geleden is het perceel dennenbos direct aan de noordkant van het verdwenen zwembad gekapt. Andere planten kregen daarna de kans in het braakliggende gebied flink te groeien, zoals de brem.
De redactie van ut Deevers Archief heeft op woensdag 11 mei 2022 bijgaande kleurenfoto van bleuin’de broamboss’n bee ut olde swömbad Deeversaand an de Woaterseweg gemaakt. Voor wat deze waard is.

Posted in Bosgesigte, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

De groeve van mr. A.C. van Daalen besteet nog

De redactie van ut Deevers Archief vroeg zich al vele jaren af waar mr. Albertus Christiaan van Daalen, de ontwikkelaar van het landgoed Berkenheuvel bij Deever en daardoor de grondlegger van de hedendaagse lucratieve winstgevende toeristische industrie in de gemiente Deever, is begraven en of zijn graf nog bestaat. De redactie heeft dit nooit via openbare bronnen op het internet kunnen vinden en heeft ten langen leste en ten einde raad contact gezocht met de Historische Vereniging Oud-Bennekom (https://www.oudbennekom.nl). Het volgende bericht is onder meer samengesteld uit resultaten van onderzoek en teksten van leden van de werkgroep Begraafplaatsen van de Historische Vereniging Oud-Bennekom. De redactie is deze leden bijzonder erkentelijk voor de tijd en de moeite die zij hebben besteed om de plaats van het graf van mr. Albertus Christiaan van Daalen te achterhalen.

De genoemde werkgroep Begraafplaatsen stuurde bijgaande familieadvertentie van het overlijden van Albertus Christiaan van Daalen. Dit bericht van overlijden is verschenen in de Arnhemsche Courant van 17 januari 1939 en is te vinden in de webstee Delpher (https://www.delpher.nl). Zie afbeelding 4.
Hij is in 1939 overleden in zijn ‘huize Dorpszicht’ in Bennekom. Hij is begraven in het familiegraf op de Oude Begraafplaats in Wageningen. De Oude Begraafplaats lag aan de Rijksstraatweg, nu Generaal Foulkesweg. Deze begraafplaats is tot 1940 gebruikt. De graven zijn na 1940 geruimd. De begraafplaats is nu bebouwd. Het poortgebouwtje is wel bewaard gebleven.
Navraag van de Historische Vereniging Oud-Bennekom bij de gemeente Wageningen over de stoffelijke resten in het familiegraf en de grafsteen leverde de volgende gegevens van de gemeentearchivaris op.
Uit het register van graven (Archief Algemene Begraafplaatsen Wageningen 1829-1965 [archief nummer 12, inventaris nummer 2] blijkt dat de familiegraven Van Daalen zich bevonden in vak I, nummers 11 tot en met 14. Mr. Hermannus Bernardus van Daalen kocht die grafsteden op 10 februari 1829.
Met rode balpen is in het register aangetekend dat de stoffelijke resten uit deze graven zijn opgegraven op 4 november 1968. De resten zijn in drie nieuwe kisten geplaatst en overgebracht naar de nieuwe begraafplaats De Leeuwerenk en daar begraven in vak A, nummer 1091.
Daarmee was de vraag over de stoffelijke resten in het familiegraf en de grafsteen nog niet opgelost. De werkgroep Begraafplaatsen was er druk mee en bracht de mogelijke oplossing. Allereerst bleek dat het grafnummer A 1091 niet klopt. In dat graf ligt een echtpaar Pepplinkhuizen.
Een van de leden van de werkgroep Begraafplaatsen schrijft het volgende aan de andere leden van de werkgroep :
Ik ben gisteren voor een bezoek aan graf A 1091 naar De Leeuwerenk gefietst. Daar heb ik op de plattegrond naar het graf gezocht. In een uithoek vond ik inderdaad graf A 1091. Het leek me buitengewoon onwaarschijnlijk dat een welgestelde familie, die de moeite nam zich een nieuw graf op deze begraafplaats te verwerven voor het herbegraven van familieleden, dat in zo’n uithoek zou doen. Ik vermoedde dat A 1091 het graf van het echtpaar Pepplinkhuizen is; waar jullie het over hadden; ik heb het niet gecontroleerd.
Meestal bevindt zich het graf van vooraanstaande personen, die er eertijds het geld voor over hadden, op een meer centrale plaats op een begraafplaats. Op de plattegrond zag ik in de zichtlijn van de begraafplaats een rotonde getekend. Die zou potentieel aan ‘een plaats op stand’ kunnen voldoen. En zowaar, nauwelijks leesbaar, stond op de plattegrond in de rotonde in gele letters Vak A geschreven. En in die rotonde stond een los graf met het nummer 109f aangegeven. Ik ben er heen gelopen en heb de foto (afbeelding 2) van de grafsteen gemaakt. Het nummer 109f moet destijds fout zijn overgeschreven.
Op een prominente plek op de begraafplaats De Leeuwerenk is dus nog steeds het verzamelgraf van de familie Van Daalen aanwezig. Maar wel met een dreigend bordje (zie afbeelding 3) dat kan duiden op mogelijke ruiming van het familiegraf.
Het tweede jaartal 16-1-1939 op de grafsteen is de sterfdatum van Albertus Christiaan van Daalen. Voor het eerste jaartal 11-2-1829 op de steen heeft de werkgroep Begraafplaatsen nog geen verklaring gevonden. Verder is aannemelijk dat Albertina Johanna Sichterman (1861-1935), de echtgenote van mr. A.C. Van Daalen, ook in het familiegraf ligt. Ook is aannemelijk dat de derde persoon in het familiegraf hun ongehuwde dochter Antoinetta (1993-1934) is. Haar overlijden is geregistreerd in Ede. Zij is waarschijnlijk overleden in het ouderlijk huis in Bennekom. Van de oudste zoon Albert Christiaan (1891-1944) is geen graflocatie gevonden; hij stierf na sluiting van de Oude Begraafplaats in Wageningen. De datum van overlijden van de andere kinderen is niet bekend. De werkgroep Begraafplaatsen neemt aan dat Albertus Christiaan van Daalen, Albertina Johanna Sichterman en hun dochter Antoinetta in het verzamelgraf zijn gelegd en zijn herbegraven in De Leeuwerenk.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De grote vraag is natuurlijk wie van de familie Van Daalen tussen 1829 en 1934 in het familiegraf is begraven en of het graf tussentijds is geruimd ?
De redactie verwijst voor gegevens over de oudste zoon Albertus Christiaan van Daalen naar de betreffende pagina in de webstee van de Oorlogsgravenstiching
.

Op 15 augustus 2022 ontving de redactie de volgende bijzonder gewaardeerde reactie van de heer Menno Buijs
In de webstee van de Oorlogsgravenstichting zijn gegevens van Albert Christiaan van Daalen te vinden:
Albert Christiaan van Daalen;
1891-1944;
Oorlogsslachtoffer;
Is 52 jaar geworden;

Geboren op 28-12-1891 in Bennekom;
Overleden op 28-04-1944 in Tjimahi.
Dan staat er aan de rechterkant op deze website:
Nederlands ereveld Leuwigajah te Cimahi;
Vak/rij/nummer II 591 met een link naar een foto van het graf.
Op de foto staat een graf dat volgens mij van deze Albert Christiaan is.

Afbeelding 1
Meppeler Courant van 8 januari 1993 – Tekening van mr. Albertus Christiaan van Daalen.

Afbeelding 2

Steen op de laatste rustplaats van de familie Van Daalen (foto gemaakt op 13 april 2022, © Bert Lever).

Afbeelding 3
Bordje bij de grafsteen van de familie Van Daalen (foto gemaakt op 13 april 2022, © Bert Lever).

Afbeelding 4
Arnhemsche Courant van 17 januari 1939 – Bericht van overlijden van mr. Albertus Christiaan van Daalen.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Landgoed Berkenheuvel, Overlijdensbericht, Tiekening | Leave a comment

Aardkundugge monement’n in de gemiente Deever

In het periodiek Da’s Mooi van 10 november 2015 verscheen het navolgende bijzonder belangwekkende korte bericht over aardkundige waarden en aardkundige monumenten in de provincie Drente.

2000 Pingoruïnes
Drenthe heeft meer dan 2.000 pingoruïnes, uniek in de wereld. Pingoruïnes zijn restanten van ijsheuvels uit de laatste ijstijd. Ze zijn vaak als een rond meer, ven of kuil herkenbaar.
Zo ook het Mekelermeer in de boswachterij Gees, dat zo’n 10.000 jaar geleden ontstond. Het is één van de grootste pingoruïnes in het Drentsche landschap en sinds kort het zesde Aardkundig Monument in Drenthe.
www.drenthe.nl/aardkundige waarden
www.provincie.drenthe,nl/onderwerpen/natuur-milieu/bodem/aardkundige-waarden

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op de webstee van de gemeente Westenveld (waar in hemelsnaam ligt toch die toeristische verwesterde gemeente Westenveld ?) is van alles te vinden over oude spullen: rijksmonumenten, provinciale monumenten, vrijwillig aangemelde monumenten (zogenaamde gemeentelijke monumenten), archeologische rijksmonumenten (zijn er ook provinciale en gemeentelijke archeologische monumenten ?), cultuurhistorische waardenkaart, cultuurhistorisch erfgoed, immaterieel erfgoed, gemeentelijke erfgoedverordening, enzovoort, enzovoort, enzovoort. Het is zo gek niet te bedenken of de Dametjes En Heertjes Van Het Onvermurmbare Monumentengelijk Van De Gemeente Westenveld hebben er wel wat voor dichtgeregeld.
Of is alles toch niet helemaal dichtgeregeld ? Want wat te denken van de aardkundige monumenten ? Zijn die aan de aandacht van de Dametjes En Heertjes Van Het  Onaantastbare Gelijk Van De Gemeente Westenveld ontsnapt ? Aardkundige rijksmonumenten, provinciale aardkundige monumenten, gemeentelijke aardkundige monumenten ?
Hier liggen grote kansen om objecten te promoveren tot ten minste gemeentelijk aardkundig monument: de pingoruïnes onder de vele vennen in de bos, de in een zogenaamd oorspronkelijk geologische staat gebrachte nepbovenloop van de Vledder Aa en de Tillegröppe, de vele stuifzandheuvels op Berkenheuvel, de dikke zwerfsteen voor het oude gemeentehuis op de Brink, enzovoort, enzovoort. Zelfs het hunnebed an de Grönnegerweg bee Deever is een aardkundig monument ! Bedenk een georoute of een geopad of een geopark. Zet gratis oerdorpskrachten of dorpsoerkrachten aan het werk ! Doe wat ! Welke oerdorpskracht of dorpsoerkracht wordt de eerste onbezoldigde geogids ? 

Abracadabra-1446

Posted in Aardkundig monument, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Bert Doorman mög ut laèk’n wegtrekk’n

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ zijn opgenomen als afbeeldingen 45 en 46 twee zwart-wit foto’s, die gemaakt zijn ter gelegenheid van de onthulling van het monument op het landgoed Berkenheuvel op 5 september 1925. De twee zwart-wit foto’s zijn aanwezig in een fotoboek van de N.V. Berkenheuvel, dat aanwezig is in het landhuis van de N.V. Berkenheuvel an de Noorderesch bee Deever. In de tekst bij de twee afgebeelde zwart-wit foto’s is aandacht besteed aan de onthulling van het monument. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

45 en 46 – Berkenheuvel – Onthulling van het monument – 5 september 1925
De ontginning van de woeste gronden ten noorden van Diever is rond 1850 begonnen. In 1890 kocht mr. Albertus Christiaan van Daalen het 950 ha grote landgoed Berkenheuvel. Door aankopen breidde hij dit uit tot 1350 ha. In 1925 bestond het landgoed uit 1050 ha bosgrond, 230 ha heideveld, 20 ha zandgrond, 40 ha bouw- en weiland, alsmede 60 wegen en waterleidingen, een kwekerij en 10 woningen.
Mr. A.C. had op zaterdag 5 september 1925 ter gelegenheid van de voltooiing van de ontginning van Berkenheuvel een heel gezelschap uitgenodigd.
De gasten waren mr. J.T. Linthorst Homan, commissaris der koningin in Drenthe, E.D. van Dissel, inspecteur van het Staatsbosbeheer, J.P. van Lonkhuyzen, directeur van de Nederlandse Heidemaatschappij, mr. P. van Tienhoven, voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, L.C. Steffelaar, secretaris-penningmeester van de Algemene Nederlandsche Wielrijders Bond, leden van Gedeputeerde Staten, het bestuur van de Gemeente Diever en een deputatie uit het bestuur van de Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond, die op Berkenheuvel zijn zomerkampen hield.
Nadat dit illustere gezelschap zich in Diever had verzameld, begaf het zich naar de plaats waar ter ere van het heuglijke feit een monument zou worden onthuld. Mr. A.C. hield daar na een woord van welkom een lange toespraak over het moeizame maar succesvolle verloop van de ontginning. Het monument werd daarna in de regen onthuld door Albertus (Bert) Christiaan Doorman, de eerste kleinzoon van mr. A.C., die naar hem werd vernoemd.
De genodigden maakten na de onthulling van het monument op boerenkarren een rondrit door het ontgonnen gebied.
In de voorste boerenkar is de derde man, van rechts af gezien, mr. A.C. van Daalen, de man waar het hedendaagse toeristisch georiënteerde Diever zoveel aan te danken heeft.
Midden op de rechter foto staat de kleine Bert bij zijn vader Paul Carel Louis Doorman.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in ut Deevers Archief in verschillende berichten aandacht besteed aan de onthulling van het monument op Berkenheuvel.
Gegevens over mr. Albertus Christiaan van D
aalen zijn onder meer te vinden in het bericht Van Daalen in Bennekom en Deever.
Gegevens over mr. Jan Tijmens Linthorst Homan zijn te vinden op een Wikipedia pagina.
Gegevens over Etienne Daniël van Dissel zijn te vinden op een Wikipedia pagina.
Gegevens van mr. Pieter van Tienhoven zijn te vinden op een Wikipedia pagina.
Enige gegevens van Paul Carel Louis Doorman zijn te vinden in de webstee www.genealogieonline.nl en in de webstee www.oorlogsgravenstichting.nl.
Enige gegevens van Albertus (Bert) Christiaan Doorman zijn te vinden in de webstee www.genealogieonline.nl.

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

De onthulling van ut monement op Baark’nheuvel

De redactie van ut Deevers Archief heeft in de periode 1999-2003 een paar keer een bezoek gebracht aan Albertus (Bert) Christiaan Doorman, de eerste kleinzoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van het landgoed Berkenheuvel. Albertus (Bert) Christiaan Doorman woonde met zijn vrouw in het huis in ut tippie bos op de hoek van de Bosweg en de weg langs de Noorderersch. Albertus (Bert) Christiaan Doorman is geboren op 3 maart 1918. Hij is overleden op 12 oktober 2004 in Deever.
De redactie mocht van hem -met instemming van de bewindvoerder van de N.V. Berkenheuvel- de oude foto’s uit het oude fotoalbum van het landgoed Berkenheuvel, dat aanwezig is in het landhuis Berkenheuvel aan de Noorderesch, scannen en gebruiken in berichten over het landgoed Berkenheuvel. De redactie is hem daar postuum bijzonder erkentelijk voor.
De twee hier afgebeelde foto’s zijn ook aanwezig in het genoemde album. Mr. Albertus Christiaan van Daalen is niet de maker van deze foto’s. De maker moet deze foto’s in opdracht van het geïllustreerde tijdschrift ‘Noorden in woord en beeld’ hebben gemaakt, want beide foto’s zijn gebruikt in een bericht in ‘Noorden in woord en beeld’. Zie ook het bericht Op de boer’nkarre deur ut saand van Baark’nheuvel. Een afdruk van de glasplaatnegatieven van deze twee foto’s is gelukkig terecht gekomen in het oude fotoalbum van het landgoed Berkenheuvel.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Op de boer’nkarre deur ut saand van Baark’nheuvel

Het geïllustreerde tijdschrift ‘Het Noorden in woord en beeld’, jaargang 1, 1925-1926, nummer 24, publiceerde op 11 september 1925 twee foto’s, die gemaakt zijn tijdens de onthulling van het monument op Berkenheuvel. Bij de twee sepiakleurige foto’s stond de volgende tekst.

Ter herdenking van het feit dat het Dieverzand in Drenthe geheel ontgonnen, en tot een der schoonste gedeelten van ons land geworden is, en tevens dat de boschbaas Harm Smit zijn dienst vervulde, werd Zaterdag een gedenkteeken onthuld, waarbij de Commissaris der Koningin, en verschillende andere autoriteiten aanwezig waren.
Links: Een foto van het Monument, terwijl de heer Van Tienhoven een rede houdt.
Rechts: Na de onthulling maakten de gasten een toer met boerenwagens om kennis te maken met de schoone omstreken van het Dieverzand.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De tekst bij de linker foto vermeldt dat de heer Van Tienhoven een rede houdt; dit is onjuist; het is de heer Etienne Daniël van Dissel, de directeur van Staatsboschbeheer.

Op de rechter foto staat in het midden bij een van de boerenwagens mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van het landgoed Berkenheuvel, en zijn eerste kleinzoon Albert Christiaan (Bert) Doorman.
De boermarke van Deever stelde de boerenkarren en de menners om niet ter beschikking voor het rondrijden van de gasten van mr. Albertus Christiaan van Daalen. 

De onthulling van het monument op Berkenheuvel gebeurde op 5 september 1925 in de stromende regen.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is de rechter afbeelding zonder bronvermelding opgenomen op bladzijde 105.
De linker foto op bijgaande afbeelding is ook als aparte afbeelding in ut Deevers Archief opgenomen.
De rechter foto op bijgaande afbeelding is ook als aparte afbeelding in ut Deevers Archief opgenomen.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Boschboas Haarm Smit is ur in 1934 mit estopt

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) verscheen op 29 mei 1934 het volgende bericht over het einde van het tijdperk Harm Smit als boschbaas op het landgoed Berkenheuvel. Zijn zoon Wolter Smit werd op 27 mei 1934 benoemd als de nieuwe boschbaas.

Boschbaas neemt afscheid van zijn werk
Hij ontvangt de zilveren medaille der Oranje-Nassau Orde.
Op het Landgoed ‘Berkenheuvel’ had heden een kleine plechtigheid plaats. Dit hield verband met het neerleggen van zijn werk door den boschbaas Smit. De bestuurder van het Landgoed, mr. A.C. van Daalen, sprak hierbij het echtpaar Smit als volgt toe:
Harm Smit en Jacoba Smit-Mones !
Toen wij in 1925 hier te samen waren, om uw zilveren feest als Beheerders van Berkenheuvel te vieren en de voltooiing van het vastleggen der zandverstuivingen, was dit met een grooter en voornamer gezelschap van vele autoriteiten van Provincie, Gemeente en Lichamen die Behoud en Bevordering van het Natuurschoon beoogen, ook door bebossching. Nu zijn wij bijeen in kleiner en beslotener kring, wegens den druk der omstandigheden, niet alleen maatschappelijke, maar ook huiselijke, want al moogt gij zoo gelukkig zijn al uw kinderen en kleinkinderen om U hier tegenwoordig te zien, met mij is dit niet het geval, door ziekte en afwezigheid in onze Oost-Indische bezittingen. Slechts één mijner kinderen van de 5 en geen der 12 kleinkinderen kan hierbij nu aanwezig zijn.
Toch mocht deze bijeenkomst niet worden verzuimd, daar het mij een behoefte is, ook namens mijn echtgenoote en kinderen, U dank te zeggen voor uw onvolprezen trouw en ijver, de aanhankelijkheid en vriendschap ons betoond, in de behartiging der groote belangen U toevertrouwd, alsof het uw eigen belangen waren; en dat waren zij ook geworden, daar gij, evenals wij samen vastgegroeid zijn aan de onvergelijkelijk schoone bezitting, waardoor onze geslachten ook door een hechten band samen verbonden zijn. Moge dat nog vele geslachten zoo blijven !
Een groote schrede op deze weg doen wij heden, want voor U beiden is deze dag van gemengde vreugde, evenals voor mij, maar nu gij afscheid neemt van uw levenswerk, wordt gij opgevolgd door uw zoon en schoondochter Wolter en G. Smit-Barelds, die wij heden in deze betrekking bevestigen, terwijl ook uw kleinzoon Harm de eerste stappen voor eenzelfde toekomst heeft gedaan. Moge ik hetzelfde van mijne kinderen verwachten !
De regeering heeft uwe verdienste erkend door de toekenning der zilveren medaille der Oranje-Nassau Orde, die ik u gaarne zelf overhandigd had, maar waarvoor ik nochtans mijn eerbiedigen dank betuig aan allen, die hiertoe hebben meegewerkt.
Nu nog een persoonlijk woord, ook aan u Coba, die niet alleen uw man steeds zoo krachtig hebt terzijde gestaan in zijn moeilijke en verantwoordelijke betrekking, maar ook mij en mijn gezin steeds een zoo aangenaam tehuis hebt bezorgd als wij hier bij U in huis waren, terwijl onze kinderen samen van hun jeugd genoten. Moge ook dat zoo blijven en die steeds zeldzamer verhouding ook door onze kinderen worden voortgezet.

Aantekeningen van de redactie van Ut Deevers Archief
De tweede boschbaas van het landgoed Berkenheuvel was Harm (Haarm) Smit. Hij was boschbaas in de periode 1900 – 1934. Hij is geboren op 11 december 1867 in Noordwolde in de gemeente Weststellingwerf. Hij is geboren als zoon van Wolter Smit en Gezina Catharina Vogelzang. Harm (Haarm) Smit is overleden op 11 oktober 1944 in Deever.
Harm (Haarm) Smit, die toen nog boerenknecht was, trouwde op 15 mei 1891 in Dwingel met dienstmeid Jacoba Monis. Zij is geboren op 6 oktober 1863 in Uffelte als dochter van een onbekende vader en Grietje Monis. Jacoba Monis overleed op 15 februari 1956 in Deever. Harm (Haarm) Smit en Jacoba Monis zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De kinderen van Harm Smit en Jacoba Monis zijn Wolter (geboren op 5 mei 1893 in Deever), Gezina Catharina (geboren op 7 april 1895 op Kalter’n), Gerard Smit (geboren op 7 juni 1897 op Kalter’n), Jannes Smit (geboren op 17 december 1899 op Kalter’n), Geert Smit (geboren op 20 juni 1903 op Kalter’n) en Grietje Smit (geboren op 4 april 1909 op Kalter’n).

In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is het bericht met afbeelding in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 29 mei 1934 opgenomen op de bladzijden 113 en 114.

Afbeelding 1
Bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 29 mei 1934.
Afbeelding 2
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op 21 januari 2016.
De tekst op de zichtbare plaat van het monument luidt:
Boschbazen
Marten Wouwenaar 1854 – 1894
Harm Smit 1900 – 1934
Wolter Smit 1934 – 1964
Wolter Douwsma 1964 – 1988

Afbeelding 3
In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 28 mei 1934 verscheen ook een kort bericht over de pensionering van boschbaas Harm Smit. Hef Coba Monis ut oorieser op ? Voor dit bericht is een andere foto gebruikt dan de foto in het bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 29 mei 1934. Maar beide foto’s zullen wel kort na elkaar door dezelfde fotograaf zijn gemaakt.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Op de foto mit de pette en mit ut oorieser op

De eerste boschbaas van het landgoed Berkenheuvel was Marten Wouwenaar. Hij was boschbaas in de periode 1856 – 1894. Marten Wouwenaar is geboren op 18 januari 1822 in Wolvega in de gemeente Weststellingwerf. Hij is overleden op 6 december 1899 op Kalter’n. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

De tweede boschbaas van het landgoed Berkenheuvel was Harm (Haarm) Smit. Hij was boschbaas in de periode 1900 – 1934. Hij is geboren op 11 december 1867 in Noordwolde in de gemeente Weststellingwerf. Hij is geboren als zoon van Wolter Smit en Gezina Catharina Vogelzang. Harm (Haarm) Smit is overleden op 11 oktober 1944 in Deever.
Harm (Haarm) Smit, die toen nog boerenknecht was, trouwde op 15 mei 1891 in Dwingel met dienstmeid Jacoba Monis. Zij is geboren op 6 oktober 1863 in Uffelte als dochter van een onbekende vader en Grietje Monis. Jacoba Monis overleed op 15 februari 1956 in Deever. Harm (Haarm) Smit en Jacoba Monis zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Hun dochter Gezina (Siene) Catharina Smit is geboren op 7 april 1895 op Kalter’n, Zij trouwde op 25 april 1919 met de uit Eernewoude afkomstige landbouwer Klaas Marcus Balsma, die in de Tweede Wereldoorlog een beruchte N.S.B.’er was in de gemiente Deever en omstreken. Zij is overleden op 27 september 1939 in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Tweede boschbaas Harm (Haarm) Smit baatte ook landbouwgronden uit, wellicht huurde hij land van mr. Albertus Christiaan van Daalen, wellicht was hij ook eigenaar van landbouwgronden geworden, dat is nog wel een dingetje, dat is nog wel iets om in de registers uit te zoeken. Waarschijnlijk was Harm (Haarm) Smit tijdens zijn lange boschbaasschap van het landgoed Berkenheuvel bepaald niet onbemiddeld geworden, want in 1927 kocht hij het boerencafé van Jan Barelds aan de brink van Deever voor zijn dochter Gezina (Siene) Catharina, liet dat afbreken en liet vervolgens café annex concertzaal Brinkzicht bouwen.

De redactie van ut Deevers Archief kon onlangs bijgaande prachtige zwart-wit foto van de dienstwoning van het landgoed Berkenheuvel op Kalter’n op de kop tikken. Het lijdt geen twijfel dat dit een topstuk is. Het lijdt geen twijfel dat deze foto op de lijst van fotografies aarfgood van de gemiente Diever moet worden gezet. De redactie schat in dat deze foto rond 1925 is gemaakt. De redactie zou bijzonder graag de naam van de maker van deze foto willen weten en die bij de zwart-wit foto willen melden.
Dat het de dienstwoning is, dat mag blijken na vergelijking met een oudere door mr. Albertus Christiaan van Daalen gemaakte foto van de dienstwoning in ut Deevers Archief.
Op de zwart-wit foto staan de tweede boschbaas Harm (Haarm) Smit en zijn vrouw Jacoba Monis voor de witgekalkte voorgevel van de dienstwoning van het landgoed Berkenheuvel op Kalter’n. Haarm Smit hef de pette op en Jacoba Monis hef ut oorieser op.

Het voorste deel van de dienstwoning van het landgoed Berkenheuvel, met adres Kalter’n 25, stond ter beschikking van mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van het landgoed Berkenheuvel. Het achterhuis werd (gratis ?) bewoond door de boschbaas en zijn gezin.
In 1940 werd het op de zwart-wit foto zichtbare voorhuis vervangen door een nieuw, door ir. Mello van Daalen, zoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen, in een soort van imitatie nep Alpenstijl ontworpen voorhuis.

De redactie heeft de kleurenfoto van het landhuis Berkenheuvel gemaakt op 21 januari 2016.

Posted in Aarfgood, Landgoed Berkenheuvel, Landhuis Berkenheuvel, Topstuk | Leave a comment

De bebossing van Baark’nheuvel is hoast kloar

In de avondeditie van de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 5 september 1925 verscheen ter gelegenheid van de voleinding van de ontwikkeling van het landgoed Berkenheuvel het volgende bericht.

Berkenheuvel – Resultaat van den strijd tegen het zand
Ruim een halve eeuw geleden reeds is de eerste eigenaar van het te Diever, in Drente, gelegen landgoed Berkenheuvel, dat toen grootendeels uit binnenduinen en zandverstuivingen bestond, begonnen met pogingen om die vast te leggen en te bebosschen. Sedert is deze bezitting eenige malen aan andere kopers overgegaan, maar de laatste 35 jaar behoort zij in eigendom toe aan mr. A.C. van Daalen te Bennekom.
In deze perioden is de strijd tegen het zand voortgezet, en 25 jaren lang heeft nu de boschbaas H. Smit, een Noor van geboorte, in deze afgelegenheid zijn kennis en zijn krachten gewijd aan de cultuur van Berkenheuvel, dat sedert tot 1350 hectaren, meest met dennen, eiken, Amerikaansche eiken, beuken en berken begroeid terrein is uitgebreid.
Met ontzaggelijk veel moeite en overleg zijn de zandverstuivingen thans vastgelegd, is de bebosssching vrijwel voltooid, vindt men er hier en daar een stuk grasland, en zelfs een complex bouwland temidden van de bosschen en heuvels, waaroverheen op sommige plekken, en langs de vroegere schapendriften, de gezaaide en gepote boomen zich vrij hebben voortgeplant, nu de schapen er niet meer zijn, om alle jonge spruitjes weg te grazen van de heidevelden. Een mooi en romantisch landgoed is er ontstaan over deze groote uitgestrektheid, waar ’s zomers dan ook geregeld de jeugd uit de steden komt kampeeren.
De eigenaar exploiteert zijn bezitting echter voor den verkoop van het hout. Om dit te vervoeren, zijn er een menigte zandwegen aangelegd. En dat de ontginning van deze woeste gronden loonend is geworden, blijkt wel, als men weet, dat daar in één gunstig jaar alleen voor f. 60.000 aan boomstammen verkocht is.
Mr. Van Daalen heeft nu de voleinding van het werk en de omstandigheid dat de boschbaas Smit daar juist een kwart eeuw dezen arbeid geleid heeft, willen vieren door het oprichten van een rustiek gedenkteeken op een der bekoorlijkste plekken van Berkenheuvel. Voor de onthulling hiervan waren heden eenige gasten uitgenodigd, onder wie de commissaris der Koningin in Drenthe, leden van Gedeputeerde Staten, de directeur van het Staatsboschbedrijf, bestuursleden van de Maatschappij van Weldadigheid, Natuurmonumenten, den A.N.W.B. en plaatselijke autoriteiten behoorden.
In zijn feestrede beklaagde de heer Van Daalen zich over zijns inziens te hoogen aanslag in de belastingen voor zijn bosschbedrijf en over gebrek aan medewerking van sommige besturen bij de exploitatie hiervan.
Er zou een ommegang worden gemaakt ten deele op wagens, tot aan den nieuwen uitkijktoren, die een uitzicht geeft over deze bekoorlijkste en winstgevende landstreek, waar vroeger niet veel anders was dan een barre zandzee en het dorre heideveld.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Boschbaas Harm Smit is op 11 december 1867 in Noordwolde in de gemeente Weststellingwerf geboren als zoon van Wolter Smit en Gezina Catharina Vogelzang. Hij was dus geen Noor, maar Noordwoldiger van geboorte. Harm Smit is op 11 oktober 1944 in Deever overleden. Harm Smit, die toen nog boerenknecht was, trouwde op 15 mei 1891 in Dwingel met Jacoba Monis, beroep: dienstmeid. Jacoba Monis is geboren op 6 oktober 1863 in Uffelte als dochter van een onbekende vader en Grietje Monis. Jacoba Monis overleed op 15 februari 1956 in Deever.
Hun dochter Gezina Catharina Smit, geboren op 7 april 1895 op Kalter’n, trouwde op 25 april 1919 met de uit Eernewoude afkomstige landbouwer Klaas Marcus Balsma, die in de Tweede Wereldoorlog een beruchte N.S.B.’er was in de gemiente Deever.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op woensdag 17 mei 2023.

Abracadabra-371

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Deever, Klaas Marcus Balsma, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Bee de Hoarweg an de Bosweg in Deever

De zwart-wit ansichtkaart met een bosgezicht en een oude eik aan de Bosweg aan het begin van de Haarweg was gedurende twaalf jaren wel een erg succesvolle ansichtkaart.
Kantoorboekhandel Roelof van Goor an de Kruusstroate in Deever gaf de kaart voor het eerst uit in juni 1955. Kantoorboekhandel Roelof van Goor an de Kruusstroate in Deever gaf de kaart opnieuw uit in november 1964.
Levensmiddelenbedrijf Albert Kuiper an de Peperstroate in Deever gaf de kaart uit in februari 1962, november 1965 en januari 1967.
Pension Lunchroom Cafétaria Lubbert Wanningen an de brink in Deever gaf de kaart uit in december 1964.
Je zal als verzamelaar van ansichtkoat’ n uut de gemiente Deever van deze ansichtkaart maar een exemplaar van alle jaren van uitgave in de nooit volledige verzameling hebben !
De redactie van ut Deevers Archief moest bijgaande vijf kleurenfoto’s helaas op 4 november 2017 met tranen in de ogen maken. Er was geen ontkomen aan. De vereniging tot behoud (exploitatie ?) van natuurmonumenten was in die periode druk bezig met het niet-duurzaam slopen van heel veel oude natuur op het erfgoedmonument Berkenheuvel. De slopers hebben zo te zien op de grootste kleurenfoto de in 2017 zeker meer dan honderd jaar oude markante eik – een natuurmonument dat al op de ansichtkaart uit 1955 is te zien – bij het stapelen van het gesloopte winstgevende dennehout zonder ontzag en zonder eerbied de genadeklap gegeven.
Nu is het natuurlijk wel zo dat eikehout duurder is dan dennehout en bij verkoop betrekkelijk meer geld in de kas van de vereniging tot behoud (exploitatie ?) van natuurmonumenten doet vloeien. Waar de economie heerst moet de natuur wijken. Alles van waarde is weerloos.
De redactie schat de waarde van deze houtoogst toch wel op zeker zo ongeveer een halve ton. De komende jaren zullen de voortdurende geldbedelbrieven van de zichzelf armlastig beschouwende vereniging tot behoud (exploitatie ?) van natuurmonumenten regelrecht in de oud-papier-container verdwijnen.
De grote vraag is natuurlijk of het gesloopte hout met een keurmerk van een door de Timber Procurement Assessment Commitee geaccrediteerd keuringsbedrijf als duurzaam geproduceerd hout op de markt mag worden gebracht ? Wordt voor elke gesloopte den een nieuwe geplant ?
De grote vraag is of de vereniging tot behoud (exploitatie ?) van natuurmonumenten precariobelasting aan de gemeente Westenveld betaald of gaat betalen voor het gebruiken, het verrinnewièr’n en het veropp’m van de berm naast de Bosweg ? En wat is geregeld voor het afwikkelen van schade aan de met publieksgeld onderhouden Bosweg door zwaar beladen vrachtwagens met het dure dennehout ?


Posted in Ansichtkoate, Bosweg, Economie, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Un olde ansichtkoate van ut Onderdukershol

Het Onderduikershol van het verzet in de gemiente Deever uit de Tweede Wereldoorlog is te vinden aan de Wouwenaarsweg in de bossen van het landgoed Berkenheuvel. Marten Wouwenaar was de eerste boswachter van het landgoed Berkenheuvel. Mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom, de eigenaar van landgoed Berkenheuvel, bedacht de naam Wouwenaarweg uit respect voor het werk van zijn eerste boswachter. Gemeente-architect Albert Wiglema is de ontwerper van de gedenksteen bij de ingang van het Onderduikershol. Het Onderduikershol is hier in de toestand na de eerste naoorlogse restauratie te zien.
De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart met witte rand is in mei 1949 uitgegeven. De redactie van ut Deevers Archief weet nog niet bij welke neringdoende in Deever de ansichtkaart was te bekomen. De redactie weet niet zeker of dit de eerst uitgegeven ansichtkaart met een afbeelding van het Onderduikershol met gedenksteen is. Wie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan hier uitsluitsel over geven ? De redactie van ut Deevers Archief is op zoek naar oude foto’s van het Onderduikershol uit de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw. Wie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan goede scherpe scans van die foto’s ?

Posted in Ansichtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Onderduikershol, Oorlogsmonement, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Un olde foto van ut Monement op Baark’nheuvel

De redactie van ut Deevers Archief toont hier een behoorlijk oude, maar prachtige zwart-wit foto van ut Monement an de Hoarweg op Baark’nheuvel. De redactie zou van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief  graag willen weten in welk jaar deze foto is gemaakt en wie de maker van deze foto is. Ut Monement is in 1925 opgericht door mr. Albertus Christiaan van Daalen en onthuld door zijn eerste kleinzoon Albertus (Bert) Doorman. Ut Monement oogt tamelijk nieuw en schoon, nog niet verweerd en ook nog niet met kostelijke en kostbare en zeldzame korstmossen begroeid. De foto zal misschien bij de onthulling van het Monument in 1925 of vlak, maar zeker niet meer dan enige jaren na 1925 zijn gemaakt.

De Nederlandse dichter Peter Augustus de Génestet (1829-1861) schreef het gedicht Aan een heereboer in de periode 1846-1851. De redactie heeft de vrijheid genomen uit dit gedicht de elfde strofe te citeren:
‘Werk!’ is een goede, groote wet –
Geen bittre zondestraf;
De kracht tot d’ arbeid is ’t gebed,
De rust van ’t werk – het graf.
Waar arbeid en gebed zich paart,
Daar, o Verhoorder! rijz’,
Uit stuivend zand en ledige aard,
Een lachend Paradijs!

Op de afgebeelde foto is ut Monement op Baark’nheuvel te zien. Op het zijpaneel dat aan de linker kant van ut Monement is te zien, staat een voor de gelegenheid aangepast deel uit de hiervoor weergegeven strofe van het gedicht ‘Aan een heereboer’:
Daar rijz’,
Uit stuivend zand en ledige aard,
Een lachend paradijs.
Het zal wel voor altijd een vraag blijven waarom de weledelgestrenge heer meester Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom in Gelderland de eerste van de drie laatste regels van de elfde strofe van het gedicht ‘Aan een heereboer’ niet letterlijk heeft overgenomen.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde foto van ut Monement ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 32 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boekwerkje zijn of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien. In de tekst bij de foto in het genoemde boekwerkje wordt beweerd dat het gaat om een ansichtkaart uit juli 1951. Dat is toch wel een enigszins geschiedkundig blundertje. De foto is te dateren in de periode 1925-1929 en valt daarom buiten het aandachtsgebied ‘1930-1980’ van het genoemde fotoboekje. Bovendien is de foto op geen enkele ansichtkaart afgebeeld.

Posted in Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Un loagie ies op un plasse waeter in ut Wapserveld

De redactie van ut Deevers Archief is een fervent liefhebber en verzamelaar van mooie foto’s van landschappen en bosgezichten in de gemiente Deever. De redactie heeft van kunstenaar Bas Dekker uut Stienwiek – bezoek vooral zijn prachtige webstee – toestemming bijgaande door hem gemaakte fraaie landschapsfoto te tonen in ut Deevers Archief. De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor.
Op de foto is een ondergelopen kapvlakte – beter is het te hebben over een kaalslagvlakte – met een dun laagje ijs in ut Wapserveld op het landgoed Berkenheuvel. Bas Dekker heeft de foto gemaakt op 30 november 2019.
Deze kapvlakte – beter is het te hebben over een kaalslagvlakte – in ut Wapserveld is helaas ontstaan, omdat de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten uit het verre ’s Graveland het zo nodig achtte heel veel hectares prachtig bos te kappen voor het vormen van open landschappen. Open landschappen doen het goed bij de klanten van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten uit het verre ’s Graveland. Open landschappen geven die klanten veel kijkplezier, die klanten voelen zich er zekerder en de natuurconsumptiewaarde is relatief hoog.
De Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten uit het verre ’s Graveland zegt zich hard te maken voor de groei van het totale bosoppervlak in Nederland, maar het deel van het landgoed Berkenheuvel dat eigendom is van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten uit het verre ’s Gravelandmag mag desalniettemin nochthans evenwel absoluut geen mini-Amazonegebied worden.

Posted in Bosgesigte, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Ut monement op Baark’nheuvel in de oorlog

Op de bijgaand afgebeelde ansichtkaart is het uit 1925 daterende monument op Berkenheuvel te zien. De kaart is op 17 augustus 1942 verstuurd vanuit Deever. Het is de redactie van ut Deevers Archief niet helemaal gelukt de naam tot wie het bericht is gericht en de naam van de verstuurders te ontletteren. In de navolgende weergegeven tekst op de achterkant van de ansichtkaart waren enige woorden ook onletterbaar voor de redactie.

Den Weledel Geboren Heer W. Leeman, Statenweg 156 B, Rotterdam

Diever, 17 augustus 1942
Allerliefste …,
We zitten hier in een boerderij en hebben het fijn.
De bosschen zijn hier prachtig en heel wild, met herten, termietenheuvels en adders en allerlei soorten paddestoelen en vreemde insecten.
Gaat het bij jullie goed ? De laatste keer dat m’n vader bij jullie was, liet een en ander zich beroerd aanzien hè ?
Groet ook … lieven … en wees zelf stevig het pootje gedrukt.
… … … …

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart was in de Tweede Wereldoorlog te koop in de winkel van de Coöperatieve Bakkerij en Winkelvereniging ‘Samenwerking’ an de Heufdstroate in Deever. Het bedrijf Lera was de uitgever van deze ansichtkaart.
Blijkbaar behoorde op vacantie gaan in Nederland en dan met name in Deever ten tijde van de Tweede Wereldoorlog nog steeds tot de mogelijkheden. Maar bij welke boer vierden de verstuurders van deze ansichtkaart hun vacantie ?

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Ansichtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Langs de Wapserweg bee ut Addervene in 1891

De redactie van ut Deevers Archief mocht van wijlen Albertus (Bert) Doorman aan het einde van de vorige eeuw van enige door zijn grootvader mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom op Berkenheuvel gemaakte foto’s een scan maken. Opnieuw, maar nu posthuum, hartelijk dank daarvoor.
Mr. Albertus Christiaan van Daalen kocht in 1890 het landgoed Berkenheuvel, een landgoed van 700 ha in de gemiente Deever. Hij maakte de hier afgebeelde foto op Berkenheuvel.
De tekst bij deze foto in zijn fotoalbum luidt als volgt: Langs Wapserweg bij Adderveen in 1891.
De redactie van ut Deevers Archief kent van het landgoed Berkenheuvel vooralsnog geen oudere bosgezichten dan deze.
Wel is nu enig lastig uitzoekwerk ontstaan, want op de wandelkaart van het landgoed Berkenheuvel uit 1936 is bij het Adderveen geen Wapserweg te vinden, wel Adderveenweg en Jacobaweg. Wie weet waar de Wapserweg lag ? In elk geval in heuvelachtig terrein.
De redactie heeft op een stukje topografische kaart uit 1881 het gebied rond het Adderveen rood gemarkeerd, zie de bijgevoegde afbeelding.

Reactie van Marten Wouwenaar van 16 februari 2016 
De achterkleinzoon van boschbaas Marten Wouwenaar gaf in zijn reactie aan waar volgens hem de Wapserweg ligt of moet hebben gelegen. Deze reactie is verwerkt in het bericht Achterkleinzoon van Marten Wouwenaar reageert.

Reactie van Peter Haveman van 15 augustus 2017
Het Adderveen ligt tegenover het boshuis van roofvogelkenner Rob Bijlsma, aan het zandpad met de naam Doldersummerweg, vroeger Wapserweg.

Abracadabra-1603

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Bosgesigte, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Achterkleinzoon van Marten Wouwenaar reageert

De redactie van ut Deevers Archief publiceerde in 2016 de eerste versie van het bericht Langs de Wapserweg bij het Adderveen in 1891. In het betreffende bericht schreef de redactie:
Wel is nu enig lastig uitzoekwerk ontstaan, want op de wandelkaart van het landgoed Berkenheuvel uit 1936 is bij het Adderveen geen Wapserweg te vinden, wel Adderveenweg en Jacobaweg. Wie weet waar de Wapserweg lag ? In elk geval in heuvelachtig terrein.
Het was niet nodig uitzoekwerk te doen. Op 16 februari 2016 schreef de 70-jarige Marten Wouwenaar, nota bene een achterkleinzoon van Marten Wouwenaar, de eerste boschbaas van Berkenheuvel, de volgende reactie:
De Wapserweg staat wel op de kaart, die in 1946 is uitgegeven, maar dat heeft u misschien intussen ook al gevonden. Hij loopt van de Marten Wouwenaarweg naar Martenshoek. Nu ik dit toch schrijf: Bosbaas Marten Wouwenaar was mijn overgrootvader.
De redactie van ut Deevers Archief is bijzonder verheugd dat zo veel mensen, die om de een of andere reden een band met de gemiente Deever hebben, de webstee van ut Deevers Archief bezoeken en steeds weer en meer blijven bezoeken.
De redactie roept alle bezoekers op vooral te reageren op alles wat in ut Deevers Archief wordt gepubliceerd.
Bijgaande afbeelding toont de in mei 1946 opnieuw uitgegeven wandelkaart van Berkenheuvel uit 1936.
Bij nadere beschouwing loopt de Wapserweg van de Boltsweg bij Martenshoek, ten oosten langs het Adderveen, dan de Doldersummerweg kruisend, tot in de Nul.

Abracadabra-1634

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Alle Deeversen, Landgoed Berkenheuvel, Marten Wouwenaar | Leave a comment

Braandtoorn’s en un braandpoal op Baark’nheuvel

In het in 1999 verschenen Deeverse fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is de volgende tekst opgenomen bij afbeeldingen 82 en 83, zijnde een afbeelding van een ansichtkaart van een brandtoren op Kijkduin en een afbeelding van een ansichtkaart van een brandtoren an de Gowe op het landgoed Berkenheuvel. Beide ansichtkaarten zijn vóór de Tweede Wereldoorlog uitgegeven.

82 en 83 – Berkenheuvel – Houten uitkijktorens – 1939
In het grote aaneengesloten bosgebied van Berkenheuvel kon het begin van brand alleen tijdig vanuit de hoogte worden ontdekt. In de twintiger jaren werden de hier afgebeelde houten uitkijktorens in gebruik genomen.
Op de linker foto is de toren aan de Torenweg bij de Van Daalensweg te zien. Deze uitkijktoren stond op de hoogste heuvel van de omgeving. Mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van Berkenheuvel, gaf deze heuvel een aardige naam: Kijkduin. Deze toren is aan het begin van de veertiger jaren afgebroken.
Op de rechter foto staat de toren die zich bevond op een heuvel in de buurt van de Pastoorszandweg bij de Geeuwenbrug. Bij de uitkijktoren stond een houten huis dat bewoond werd door een werknemer van het landgoed Berkenheuvel. Nadat de N.V. Berkenheuvel grond had verkocht aan het ministerie van Sociale Zaken lag de toren op het terrein van een werkkamp van de arbeidsdienst, later het kamp voor sociale jeugdzorg De Eikenhorst. Deze toren is in de vijftiger jaren afgebroken.
De twee houten uitkijktorens werden ontworpen door architect ir. Mello van Daalen, de jongste zoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen en één van de latere bewindvoerders van de N.V. Berkenheuvel. Naar hem is de Mellolaan vernoemd.
Op het landgoed Berkenheuvel werd voor het uitkijken over het bos ook gebruik gemaakt van een brandpaal. Dit was een lange
houten paal die was voorzien van klimijzers en was geplaatst in een zware sokkel van veldkeien en tras. Deze werd op 14 april 1934 centraal opgesteld op een hoge heuvel aan de Middenlaan, tegenover de Juniperusweg. Het is niet bekend tot wanneer deze brandpaal dienst heeft gedaan.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het in de tekst vermelde werkkamp van de arbeidsdienst is het werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst (N.A.D.), dat in de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd en gebruikt.
De twee hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaarten zijn in 1942, nota bene in de Tweede Wereldoorlog, verzonden. Op de achterkant van beide zwart-wit ansichtkaarten staat de uitgever niet vermeld en ook staat de Deeverse neringdoende, die de kaart verkocht, niet vermeld.
De houten brandtoren aan de Torenweg bij de Van Daalensweg is wel terug te vinden op topografische kaarten van vóór de Tweede Wereldoorlog. De houten brandtoren in de buurt van de Pastoorszandweg an de Gowe is helaas niet terug te vinden op topografische kaarten van vóór de Tweede Wereldoorlog.
De redactie is benieuwd of iemand van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief de standplaats van de houten brandtoren in de buurt van de Pastoorszandweg an de Gowe wel weet en bereid is de deze kennis met de redactie te delen.
Bart Buiter heeft de twee hier getoonde kleurenfoto’s van de nog steeds bestaande resten van de fundering van de brandpaal op de hoge heuvel aan de Middenlaan en tegenover de Juniperusweg, gemaakt op 7 augustus 2015.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Posted in Ansichtkoate, Braandtoor’n, Diever, ie bint 't wel ..., Landgoed Berkenheuvel, Uutkiektoor’n, Verdwenen object | Leave a comment

Ansichtkoate van de Schoapsdrift op Baark’nheuvel

Een schaapsdrift is een weg waarlangs een schaapsherder zijn kudde schapen dreef van een dorp naar het open veld en van het open veld naar het dorp. De kudde zelf wordt ook wel de drift genoemd.
In dorpen met een boerenverleden herinneren namen van wegen nog aan deze schaapsdriften. Een weg met de naam Schaapsdrift is onder vele andere te vinden in Vledder, Hoog Buurlo, Zevenaar, Arnhem, Woater’n, Deever, Dwingel, Doorwerth, Beek, De Bilt en Wageningen.
Deze driften zijn helaas verharde wegen geworden. Zo ook de Westerdrift in Deever. Zo ook de Bosweg in Deever.
Zeldzamer zijn schaapsdriften die zandweg zijn gebleven. Zoals bijvoorbeeld de schaapsdriften in de vroegere woeste gronden van de boermarke van Deever. Zie de bijgaande afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart van een kronkelende schaapsdrift op Berkenheuvel. De foto voor deze kaart is gemaakt in de zestiger jaren van de vorige eeuw.
De erg rechte Schaapsdrift op Woater’n is helaas wel een klinkerweg geworden, zie de kleurenfoto, die de redactie van ut Deevers Archief in 2015 is gemaakt. Was deze weg in het verleden eigenlijk wel een schaapsdrift ?

Abracadabra-418Abracadabra-419

Posted in Ansichtkoate, Boermarke, Boermarke van Deever, Bosgesigte, Deever, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

De Kwoasloot begunt in de Stroet’n op Kalter’n

De redactie van ut Deevers Archief vroeg zich in het bericht Woar laag’n ok awièr de Stroet en de Kreulenakker waar het groenland met de naam de Stroet is gelegen. Het groenland met de naam de Stroet is niet vermeld in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’. Deze publicatie van de heemkundige vereniging uut Deever is nergens te vinden in de webstee van deze induttende vereniging. Nota bene de allerbelangrijkste van alle publicaties, die de heemkundige vereniging uut Deever in zijn vijfentwintig jarige bestaan heeft gemaakt, is niet te vinden in de webstee van deze vereniging.
Het groenland met de naam de Stroet of de Stroeten ligt aan de weg van Deever naar Wapse. De Stroetweg loopt langs de Stroeten. De redactie van ut Deevers Archief heeft deze twee namen in het rood in een detail van een wandelkaart van het landgoed Berkenheuvel uit 1946 aangegeven. Zie de bijgaande afbeelding. Op het detail van de wandelkaart is te zien dat de Stroetweg bij de kruising met de Schaapsdrift overgaat in de Stroetlaene. Tegenwoordig heeft de Stroetweg de naam de Stroeten. De Stroetlaene is op tegenwoordige luchtfoto’s helaas niet meer terug te vinden. De Vereniging Voor De Grote Verwildering Van Natuurmonumenten is in de gemiente Deever al jaren en voortdurend stiekem bezig met het najagen van zijn archaïsche utopietje, het utopietje van een tot in de puntjes geplande en gemaakte en onderhouden cultuurwildernis en het achterbaks weren van alle menselijke aanwezigheid uit zijn deel van het landgoed Berkenheuvel.
In ut Deevers Archief is een zwart-wit ansichtkaart van koeien in het groenland met de naam de Stroet aanwezig. Zie de bijgaande afbeelding van deze zwart-wit ansichtkaart. Deze zwart-wit ansichtkaart is in 1943 uitgegeven door Copieer Inrichting Roelof (Roef) van Goor in Deever.
Het Drentse en Deeverse woord stroet heeft de betekenis van een laag nat terrein in een heideveld, waar water uit de omgeving zich verzamelt. Het groenland met de naam de Stroet langs de weg van Deever naar Wapse zal daarvoor heideveld met de naam de Stroet zijn geweest en komt als zodanig niet voor in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’. Die veldnamen hebben betrekking op bouwland en groenland. Dit heideveld zal zijn ontgonnen in de tijd dat mr. Albertus Christiaan van Daalen bezig was met de ontwikkeling van het landgoed Berkenheuvel, dus veel later dan 1832.
In het lage en natte heideveld en later het groenland met de naam de Stroet stroomt het water naar het begin van de Kwasloot. Het water in de Kwoasloot stroomt naar de Wapserveense Aa.
De redactie van ut Deevers Archief zal te zijner tijd en zeker niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf enige kleurenfoto’s van de toestand ter plekke van de Stroet of de Stroeten maken en in dit bericht tonen.

Posted in Ansichtkoate, Kalter’n, Landgoed Berkenheuvel, Veldnème | Leave a comment

Tweehonderd eek’n in ut Grünedal

Op 11 januari 1919 verscheen in het Nieuwsblad van het Noorden de volgende advertentie over de publieke verkoop van bomen en schel- en weekhout in Deever..

Boomen en Schel- en Weekhout, Diever
Notaris Bon te Dwingelo zal op vrijdag 17 januari aanstaande, des voormiddags plusminus 11 uur, ten huize van B. Seinen te Diever, publiek verkoopen:
1.
Voor de Marktgenooten van Diever:
Plusminus 200 eikenboomen in het Groenendal te Diever. Aanwijzing J. Seinen.
2.
Voor Lucas Tijmes:
1 zware populier bij het huis.
3.
Voor gebroeders Offerein:
3 populieren bij het huis.
4.
Voor dezelfden en G. Krol:
de Wal in Kamp van G. Krol, die aanwijst.
5.
Voor mr. A.C. van Daalen:
5 percelen in het Oude Wapserzand.
1 perceel achter de Noordesch. Aanwijzing H. Smit op dinsdag 14 januari aanstaande.
Samenkomst voormiddag 10 uur op Berkenheuvel bij Diever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wie was B. Seinen, was hij caféhouder ? Of wordt hier café- en logementhouder Roelof Seinen bedoeld ?

De weg vanaf de Bosweg tot aan het Openluchtspel zou gewoon weer Groenendal moeten heten. Of veel beter in ut Deevers: Grünedal.
Een mooie klus voor de dorpskrachten van de heemkundige vereniging uut Deever om bij De Hoge Dames En Heren Van De Voorkant Van Het Grote Straatnamengelijk Van De Gemeente Westenveld
 de verandering van de naam Hezenesch in Grünedal te bewerkstelligen.
Of is dit een mooi klusje voor de straatnamendeskundige van de politieke partij Dorpsbelangen ?
Met marktgenooten worden de markegenoten van de boermarke Deever bedoeld.
Jan Seinen (geboren 15 juli 1876 in Wapse, overleden op 13 december 1950 in Deever) was lid van het bestuur van de boermarke van Deever.
Lucas Tijmes (geboren op 25 maart 1855 in Beilen, overleden op 8 december 1934 in Deever).
Wie waren de gebroeders Offerein ?
Blijkbaar werd het hakhout op de wal langs de Kamp van Gerard Krol verkocht. Waar lag de Kamp van Gerard Krol ?
De naam Oude Wapser Zand komt niet voor op de wandelkaart van het landgoed Berkenheuvel.
H. Smit is Harmen (Haarm) Smit. Hij is geboren op 10 december 1867 in Deever. Hij is overleden op 11 oktober 1944 in Deever. Hij
ligt begraven op de kerkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij is de tweede boschbaas van het landgoed Berkenheuvel.
In de advertentie komen ook enige veldnamen voor: Groenendal, Kamp van Gerard Krol, Oude Wapserzand.

Posted in Boermarke van Deever, Grünedal, Landgoed Berkenheuvel, Noorderesch, Veldnème | Leave a comment

Van Daalen in Bennekom en in Deever

In de Kostersteen, het orgaan van de Vereniging Oud-Bennekom, verscheen in nr. 58 van november 1996 het navolgende artikel ‘Van Daalen in Bennekom en Diever’. Het bestuur van deze historische vereniging was zo welwillend toestemming te geven voor publicatie van dit artikel in ut Deevers Archief. De redactie van ut Deevers Archief is het bestuur van de Vereniging Oud-Bennekom bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
Het artikel draagt bij aan de geschiedschrijving over het landgoed Berkenheuvel. Het publiceren  van oude jaargangen van haar verenigingsorgaan in digitale vorm op haar webstee is een bijzonder goed initiatief van deze historische vereniging. Dat zou de heemkundige vereniging uut Deever ook ernstig in overweging moeten nemen. Wellicht een onderwerpje voor een aanstaande jaarvergadering ?

Aanleiding
Tijdens een recent bezoek aan het landgoed Berkenheuvel in de gemeente Diever (Dr), eigendom van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, vertelde de beheerder mij dat het bezit in 1970 was verkregen door aankoop van de familie Van Daalen. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Wie waren die Van Daalens en wat had hen tot de verwerving van ruim 1000 ha in midden Drenthe gebracht ?

Familiebeschrijving
Er bestaat een genealogie van de familie Van Daalen. die in 1925 geschreven is door de gepensioneerd generaal-majoor E.A.F. Blokhuis.  Uit deze publikatie ontleen ik het volgende.
De Van Daalens zijn afkomstig uit Brakel in de Bommelerwaard. De voor dit verhaal van belang zijnde tak van de familie is via Harderwijk in Wageningen en Bennekom terecht gekomen.

Herrnannus B. van Daalen (1782-1850)
Geboren te Harderwijk vestigde hij zich vóór l811 in Wageningen. Hij werkte daar als advocaat, notaris, stadssecretaris en houthandelaar. Hij was maatschappelijk zeer actief en genoot het nodige aanzien. Alleen de huidige Wageningse houthandelaar Daniëls heeft nog slechte herinneringen aan de man. In zijn familie is bekend dat zijn betovergrootvader in 1811-midden in de Franse Tijd- uit Wageningen moest vluchten, omdat Van Daalen hem van anti-Franse uitlatingen had beschuldigd. Hernannus van Daalen had vijftien kinderen uit drie huwelijken. Voor dit verhaal is zijn zoon Albertus van belang.

Albertus van Daalen (l8l2-1864)
Hij werd opgeleid voor de militaire dienst en trok in 1830 als achttienjarige cadet op tegen de Belgische opstandelingen. Te velde werd hij tot officier bevorderd. In 1842 nam hij ontslag uit het leger en vestigde zich in Bennekom, waar hij werkzaam was als Rijksontvanger. Hij werd lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland en bevorderde de verbetering van de afwatering in de Gelderse Vallei. Bij de watersnoden van 1855 en l86l begeleidde hij Koning Willem III in het rampgebied en ontving hem in zijn huis te Bennekom. Dat huis Dorpzicht had hij in 1853 laten bouwen aan de weg naar Wageningen op de plaats waar nu het Bart van Elstplantsoen is.
Albert is twee maal getrouwd geweest. In beide gevallen met een gezuster Cau uit Zierikzee. De Cau’s waren een zeer gegoede familie, die veel hebben bijgedragen aan de welstand van de Van Daalens.
Albert bemoeide zich met allerlei bestuurlijke aangelegenheden in Bennekom, zoals de verkoop van de onontgonnen domeinen ten oosten van het dorp. Hij kreeg acht kinderen, waarvan alleen de jongste, Albertus Christiaan volwassen werd.

Albertus Christiaan van Daalen (1853-1939)
A.C. van Daalen studeerde rechten in Leiden, promoveerde in 1880 en vestigde zich in Arnhem. Daar was hij secretaris van de Militieraad en een ijveraar voor de bevordering van het toerisme naar Arnhem en omgeving.
Zo richtte hij de VVV in Arnhem op en nam het initiatief tot de aanleg van de weg Roozendaal-Beekhuizen-Heuven (langs de Posbank).
Albertus C. van Daalen trouwde in 1890 met Albertina Johanna Sichterman uit Groningen. Het echtpaar ging in zijn ouderlijk huis Dorpzicht wonen.
Uit het huwelijk werden vijf kinderen geboren, te weten: Albert Christiaan (189l), Antoinette (1893), Josephina Hermanna Johanna (1894). Christina Albertina (1896) en Mello (1897).
Josephina trouwde in l913 met Paul Carel Louis Doorman. Hun zoon Albert Christiaan werd in 1918 geboren en woont in Diever.

De familie Sichterman is verbonden met het gelijknamige patriciërshuis aan de Ossemarkt in Groningen. De voorvaderen van Albertina Johanna kwamen in de zeventiende eeuw als militairen naar Groningen. In 1716 moest Jan Albert Sichterman vluchten als gevolg van een duel met dodelijke afloop voor zijn tegenstander. Hij vertrok op een schip van de VOC naar Indië, waar hij carrière maakte onder andere als Directeur van Bengalen. In 1744 voer hij thuis als admiraal van de jaarlijkse retourvloot.
In Indië had hij een groot fortuin vergaard en een indrukwekkende inboedel verzameld. Bij zijn thuiskomst liet hij het Sichtermanhuis aan de Ossemarkt bouwen, dat in die tijd een ware bezienswaardigheid was in de stad en dat nog steeds een belangrijk monument in Groningen is.
Door de vorstelijke staat die hij voerde, werd Jan Albert wel ‘de Koning van Groningen’ genoemd. Of het ruimhartige beheer van zijn vermogen bij zijn overlijden in 1764 tot rijke erfgenamen geleid heeft, valt te betwijfelen.

Mr. A.C. van Daalen moet -als enig erfgenaam- bij zijn huwelijk in l890 een gefortuneerd man geweest zijn met veel maatschappelijke invloed en relaties. Hij was vele jaren Dijkgraaf van het polderdistrict Wageningen en Bennekom en voorzitter van de collegiën der Exonereerende Landen (de gezamenlijke waterschappen in de Gelderse vallei), die de Grebbedijk en de waterlossing via de ‘Rode Haan’ bij Veenendaal onderhielden.
Zijn welstand blijkt uit de aankoop in 1890 van Berkenheuvel, een landgoed van 700 ha in de gemeente Diever. De aankoop en ontginning van de Drentse markegronden (grond in gemeenschappelijk bezit van de bewoners) was omstreeks 1850 begonnen door Friese ondernemers.
De laatste van deze ontginners, mr. A.J. Hoekwater, verkocht Berkenheuvel aan Van Daalen. Volgens zijn kleinzoon, A.C. Doorman, die nu nog op een deel van het oorspronkelijk landgoed woont,  kocht Van Daalen het vooral voor de jacht, waarvan hij een groot liefhebber was.
Onder invloed van zijn vrouw, die tegen de jacht was, ging hij zich steeds meer op het beheer. de uitbreiding, ontginning en bebossing van het gebied richten. Ln 1925 was Berkenheuvel uitgebreid tot 1300 ha en waren er een tiental woningen op gebouwd.

Van Daalen voerde het beheer samen met een Dieverse bosbaas en bezocht zijn bezittingen regelmatig. Rond 1900 reisde hij met de trein van Ede naar Nijkerk om daar over te stappen naar Meppel. Daar werd hij per rijtuig opgehaald om de laatste twintig kilometer naar Diever af te leggen. Later kwam er een stoomtram. maar dan moest hij de laatste kilometers van Dieverbrug naar Berkenheuvel te voet afleggen. Volgens oude Dieversen waren er dan altijd wel jongens die een centje wilden verdienen met het dragen van zijn koffer. Van Daalen logeerde tijdens zijn verblijf in een bescheiden optrekje op het erf van de bosbaas. Later is het uitgebreid tot een chalet-achtig familiehuis.

Het spreekt vanzelf dat Van Daalen het landgoed op economische basis wilde exploiteren. Volgend Doorman vergde dit hoge investeringen, waar tegenover in de lange aanloopperiode slechts geringe opbrengsten stonden. In de jaren dertig is het zelfs gebeurd dat een deel van het Bennekomse bezit werd afgestoten om Berkenheuvel te kunnen financieren. Toch heeft Van Daalen veel bevrediging gevonden in zijn Drentse ontginning en hij liet anderen daarvan mee profiteren. Zo stelde hij ruimte beschikbaar voor studentenkampen, legde wegen aan en liet een zwembad voor de Dieverse bevolking maken.
Na het overlijden van A.C. van Daalen in 1939 heeft de familie de eigendommen in Bennekom verkocht. waaronder het huis Dorpzicht, Neder-Veluwe en de Hullenberg (met het koepeltje). De exploitatie van Berkenheuvel is voortgezet tot 1970, toen het in twee ongeveer gelijke delen verkocht werd aan Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer.

Het gebied is een bezoek zeker waard. Het Handboek van Natuurmonumenten zegt er onder meer het volgende over: ‘Uitgestrekte oude grove dennenbossen op sterk geaccidenteerd stuifzand bepalen grotendeels het karakter van het terrein. Onder de licht doorlatende kronen hebben zich uitgebreide tapijten kraaiheide ontwikkeld, rijk aan mossen en korstmossen, plaatselijk met rode bosbes. Door deze altijd groene onderbegroeiing maakt het bos ook ’s winters een levendige indruk. Dit bostype wordt nergens in Nederland over een zo grote aaneengesloten oppervlakte aangetroffen’.

Ir. N.H.A. Greve

Literatuur
E. A. F. Blokhuis. Het Brakel-Harderwijksche geslacht Van Daalen.  1925, (niet in de handel).
Gerrit Breman. Alleen in het belang en ten behoeve van de gemeente Bennekom. De Kostersteen 54 (oktober 1995) en 55 (januari 1996).
Coevorder Courant, 8 januari 1993 (over Berkenheuvel).
Eigen Haard 51, l9 september 1925 (over Berkenheuvel).
C.A. Heitink. Ter dankbare herinnering aan Mr. A.C. van Daalen. De Kostersteen 22 (oktober l987).
De Kampioen (ANWB), 11 en 18 september 1925 (over Berkenheuvel).
Wiet Kuhne-van Diggelen, Jan Albert Sichterman, VOC-dienaar en ‘Koning’ van Groningen. Regio-project Groningen 1995. ISBN 90-5028-058-7.
A.C’. Zeven. Hermannus Bernardus van Daalen. Oud-Wageningen l5 (1987).

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Albertus Christiaan van Daalen liet niet het zwembad ‘Dieverzand’ bouwen, de bevolking van Deever deed dat zelf in de Tweede Wereldoorlog. Zie de diverse artikelen in ut Deevers Archief over het zwembad Dieverzand.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Un wandelkoate veur Bark’nheuvel uut 1936

In nummer 09/4 (december 2009) van Opraekelen, het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundugge vurening uut Deever, verscheen als gemakkelijke bladvulling (16 van de 32 bladzijden) het artikel ‘Een wandeling op het landgoed Berkenheuvel’. De samensteller van het artikel maakt terecht trots melding van het feit dat de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundugge vurening uut Deever, in het bezit is van een wandelkaart uit 1936, die is uitgegeven door de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het Landgoed Berkenheuvel van eigenaar mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom.
De redactie van ut Deevers Archief prijst zich evenzeer gelukkig ook een exemplaar van deze wandelkaart, uitgegeven in mei 1936, in zijn archief te hebben (waar het aflopen van veilingen al niet goed voor is). De twee hier getoonde afbeeldingen betreffen de voorkant en de achterkant van de wandelkaart.
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan deze twee digitale afbeeldingen hier kopiëren en kan dan zelf een scherpe afdruk van de wandelkaart maken en de op de achterkant van de kaart vermelde routes gaan wandelen.
Maar de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief moet niet te lang wachten met het willen gebruiken van deze kaart voor het lopen van een op de achterkant van deze kaart voorgestelde wandelroute of voor het lopen van een zelf bedachte wandelroute, want de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten uit het verre ’s Graveland, de huidige eigenaar van de helft van het landgoed Berkenheuvel, is overijverig bezig alle wegen in zijn gebied niet te behouden, wel te blokkeren, wel te barricaderen, wel te laten overwoekeren, niet meer te onderhouden, uit te wissen, om te ploegen, want het heeft er alle schijn van dat deze almachtige vereniging liever in het geheel geen mensen ziet rondlopen op zijn deel van het landgoed Berkenheuvel. En dit streven lijkt sterker te worden nu in het gebied zich een roedeltje exotische uitheemse eeuwenlang afwezige agressieve schapenverscheurende angstaanjagende wolven aan het vestigen is. Een roedeltje wolven van 2 tot 10 dieren heeft ongeveer 200 vierkante kilometer territorium nodig, dus in de Deeverse bos met een oppervlakte van zo’n 60 vierkante kilometer is ruimte voor een paar mini-roedeltjes van 2 tot 4 wolven. In de aangrenzende 60 vierkante kilometer weilanden zijn immers genoeg makkelijk bejaagbare schapen te vinden.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Landgoed Berkenheuvel, Toeristenindustrie | Leave a comment

De sloop van ut hüinebedde D52a an de Bolsweg

In de tijd dat hunebedden niet meer hüinebedden werden genoemd, maar gewoon hunnebedden en de overheid deze al als oudheidkundig waardevolle objecten in bescherming had genomen en het slopen van hunnebedden al vanaf 21 juli 1734 had verboden, kon het toch nog gebeuren dat de eigenaar deze dikke stien’n publiekelijk te koop aanbood, zoals mag blijken uit bijgaande bericht in de Drentsche Courant van 7 januari 1848, waarin nota bene de boermarke van Rolde de twee hunnebedden (hunnebed D17 en hunnebed D18) op de esch te koop aanbood.

Op Dinsdag den 11 januari 1848, des voormiddags te 10 uren, zal,  ten verzoeke van de markgenooten van Rolde ten huize van A. ten Oever aldaar, door Mr. A. Homan, Notaris te Assen, publiek en zonder palmslag, finaal worden verkocht: Een huis, erf en tuin of de zogenaamde scheperij, benevens onderscheidene percelen veld-, brink- en boschgrond, gelijk mede de beide op de Esch te Rolde gelegen hunnebedden. Assen, den 27 december 1847. Mr. A. Homan.

De twee hunnebedden, lagen in bouwland op de esch waarschijnlijk toch maar in de weg en konden bovendien geld opbrengen als bouwmateriaal voor kust- en oeverwerken. Echter na protest van de Gedupeerde Staten van Drenthe, en na een advies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken werd de openbare verkoop van de twee hunnebedden verhinderd.


In ut Wapser Saand liep het helaas wel verkeerd af met het hunnebed onder het zand van de heuvel die later ut Pottiesbaargie aan de Bolsweg op het landgoed Berkenheuvel werd genoemd. Dit hunnebed (hunnebed D52a) viel in 1735 ten prooi aan de slopershamer.

In de Nieuwe Drentsche Volksalmanak, jaargang 64, 1946, verscheen in deel XIII van de serie ‘Oudheidkundige aanteekeningen over Drentsche vondsten’ door doctor Albert Egges van Giffen het zeer uitgebreide en zeer gedetailleerde artikel ‘Een vernield hunebed, DLII-a, het zogenaamde Pottiesbargien, in het vroegere Wapserveld, bij Diever, gemeente Diever’ van doctor Albert Egges van Giffen. De redactie van ut Deevers Archief toont hier alleen de eerste vier bladzijden van dit artikel en afbeelding 1 en afbeelding 2, die bij dit artikel behoren.

Een vernield hunebed, DLIIa, het zoogenaamde Pottiesbargien, in het (vroegere) Wapserveld bij Diever, Gem. Diever
In mijn ‘Aanteekeningen over Drentsche vondsten (XI), Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1944, beschreef ik een viertal vernielde hunebedden, te weten twee (DVIe-f) bij Tynaarloo en twee (DXIIIb-c) bij Eext. Thans kan ik, na deze vier en na de reeds veel eerder, namelijk in 1927, eveneens beschreven restanten van eertijds aanwezige hunebedden onder Valthe (DXXXVa), onder Spier (DLIVa), achtereenvolgens Weerdinge (DXXXVIIa), een ander verwoest steengraf (DLIIa) beschrijven. Dit is gelegen bij Diever, in rechte lijn circa 2,5 km N.O. van het dorp. Ook dit kon ik al vroeger vermelden, te weten in het eerste deel van mijn werk over ‘De hunebedden in Nederland’, dat verscheen in 1925.
Bij de nasporingen voor het juist geciteerde boek in het Rijksarchief te Assen, over den aankoop en den overdracht van de Drentsche hunebedden door, achtereenvolgens aan het Rijk of de Provincie, was ik namelijk onder andere ook gestoten op een resolutie van ‘Ridderschap en Eigenerfden, De Staten van de Landschap Drenthe’, waarbij sprake was van een hunebed onder Diever. Deze resolutie, genomen te Assen den 15den Maart 1735, betrof een verzoek van Jan Hindriks en Hindrik Jans, om in het Wapserveld eenige stenen te rooien, die ‘oorspronkelijk misschien van een hüinebedde waren’, en dus, gezien de sedert 1734 voor Drente geldende officiële verbodsbepalingen, niet ‘verbracht’ mochten worden. Het verzoek werd echter ingewilligd, aangezien de steenen vanwege ‘de freijigheijt des gesichtes niet behoefden te verblijven, dewijl dog meest bestoven.’
Bovendien was bij de herinventarisatie van het Asser Museumbezit mijn aandacht getrokken door de herkomst van eenige scherven van hunebeddenaardewerk. Van deze scherven, sedert gemerkt 1883/VIII 3a-d en 1884/XI 3 (180 stuks) gevonden en geschonken door de Heeren Mr. S. Willinge Gratama, griffier van de Staten van Drenthe (Assen), achtereenvolgens Dr. H. Hartogh Heys van Zouteveen (Assen) en G. Kuiper (Hooghalen) stond namelijk als vindplaats aangegeven het landgoed Berkenheuvel onder Diever, terwijl het eenige aldaar tot op dien tijd, sinds 1818 bekende en toen nog ongeschonden, hunebed (DLII) gelegen is aan den ouden Groninger weg, ruim 1 km oostelijk van het dorp (afb. 2 : c).
Aangezien ik zeven jaren van mijn jeugd in Diever, waar mijn Vader destijds predikant was, heb doorgebracht, waren de verhoudingen in en bij dit dorp mij van ouds bekend. Dit te meer, omdat ook nadien het contact steeds bewaard bleef. Zoodoende was het voor mij duidelijk, dat de bovenvermelde vindplaats op Berkenheuvel een andere moest zijn dan de standplaats van het hunebed aan den ‘Groninger weg’. Ik schreef derhalve (in 1922) om eventueele andere inlichtingen aan den sedert overleden Heer Mr. A.C. van Daalen, den toenmaligen eigenaar van het genoemde landgoed. Deze deelde mij mede, dat er op zijn bezit, en wel aan de Bolsweg, tusschen de boschwachterswoning Berkenheuvel en het gehucht Doldersum, inderdaad een merkwaardige heuvel was gelegen, dien men van oudsher het ‘Pottiesbargien’ noemde. Een kort daarop, onder vriendelijk geleide van den Heer van Daalen, naar de bewuste plek gedane excursie en de daar bij die gelegenheid gevonden scherven van diepsteekceramiek bevestigden mijn vermoeden, dat het zogenaamde ‘Pottiesbargien’ het restant was van een hunebedheuvel, waaruit de groote steenen waren verdwenen.
De eigenaar gaf, behoudens eenige restrictie in verband met het dennenbestand op den heuvel, welwillend verlof tot eennader onderzoek. Dit is echter eerst vrij veel later, namelijk in Augustus 1929, ingesteld. Daarbij werd ik bijgestaan door den vroegeren teekenaar bij het Biologisch-Archeologisch Instituut der Rijksuniversiteit Groningen, den Heer L. Postema, en voorts door den Heer J. Lanting, thans technicus-voorgraver bij den Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, doch destijds nog als bediende-voorgraver aan genoemd Instituut verbonden. Overigens waren ons eenige grondwerkers behulpzaam.
Het onderzoek
In een kromming van den Bolsweg ligt het ‘Pottiesbargien’, het langgerekte, onregelmatige, eenigszins sauskomvormige Z.Z.O. – N.N.W. georiënteerde heuvelrestant van het vernielde hunebed. Het is gelegen in het perceel, kadastraal bekend F 1179, Gemeente Diever, circa 2,5 km N.W. van het gelijknamige dorp (Afbeelding 2 : d). Het terrein was vroeger een stuifzandgebied (Afbeelding 2 : c).
Bij het nader onderzoek begonnen wij met het uitzetten van een paar naar de windstreken gerichte lijnen, loodrecht op elkaar. Overeenkomstig dit assenstelsel werden eenige profielen afgestoken en geteekend. Voorts werd het langgerekte, verlaagde middengedeelte zoo zuinig mogelijk afgeschaafd en schoongemaakt.
In den aldus verkregen plattegrond kwamen nu duidelijk een aantal standsporen aan het licht, die tezamen onmiskenbaar het grondplan van een groot hunebed van ganggraftype vormden (Afbeelding 1). Een en ander werd geteekend en in een kadastraal extract vastgelegd (Afbeelding 2 : b).
Natuurlijk waren het alleen de standsporen van de draagsteenen, te weten:
1. aan de korte zijden, van telkens één sluitsteen, S1 1 en S1 2 ….. 2; 2. aan de lange zijden, van telkens acht zijsteenen, Z1 1-8 en Z1¹-8¹ ….. 16 [van de laatste vormden Z4¹ en Z5¹  klaarblijkelijk de toegangssteenen, ter weerskanten van de(n) verdwenen drempelsteen(en)]; 3. voor het midden van de zuidzijde, naar het schijnt -geheel zeker is dit niet- van twee paar poortzijsteenen, PZ 1-2 en PZ 1’-2” ….. 4; totaal 22.
Het aantal deksteenen heeft derhalve vermoedelijk negen beloopen, namelijk acht (D1-8) van de kelder en één (PD1) van de poort.
Overblijfselen van de vloer werden in situ niet aangetroffen. Ook constateerden wij geen sporen van een kring van randsteenen. Toch zou de aanwezigheid der laatste zeer wel te verwachten zijn geweest, gezien de configuratie der standkuilen. Deze pleit immers voor een geprononceerd ganggraftype, en dit gaat in den regel samen met een steenkrans om den dek- of mantelheuvel. Het geheel, zooals het echter door ons werd aangetroffen, kan mijns inziens het beste vergeleken worden met het Westelijke (D XIX) van de beide, door J.H. Holwerda in 1911 onderzochte hunebedden bij Drouwen. Alleen is het laatste één bouweenheid of trilithon grooter.
De maten waren als volgt:
lengte kelder: binnenmaats 15.25 m en buitenmaats 17.90 m; lengte poort: 4.40 m; breedte kelder westzijde: binnenmaats 1.80 m en buitenmaats 3.80 m; breedte kelder midden: binnenmaats 2.00 m en buitenmaats 3.40 m; breedte kelder oostzijde: binnenmaats 1.90 m en buitenmaats 3.95 m; breedte poort: binnenmaats 1.00 m ? en buitenmaats 3.10 m ?; dek- of mantelheuvel: grootste lengte 25.00 m en grootste breedte 20.00 m; hoogste deelen van het bewaarde heuvelrestant (top 11.50, zool 10.40): 1.10 m.
De ondergrond van de niet geroerde heuveldeelen bestond als gewoonlijk uit tamelijk, schoon, bruin geaderd zand; de vaste grond of moederbodem onderscheidde zich van den opgeworpen heuvelgrond door zijn oud humusdek, dat zich evenwel slechts zeer zwak afteekende. Een heidepodsolprofiel ontbrak ook onder dezen heuvel (Afbeelding 2 : A-E).
De ondergrond is pas in den laatsten tijd (Mei 1947) op pollen onderzocht. Hoewel een iets donkerder gekleurde, oogenschijnlijk eenigszins humeuze band de beste verwachtingen wekte, is het aan den Heer H. Tj. Waterbolk, die, zooals bekend, ook andere soortgelijke analyses verrichtte, niet gelukt de noodige pollen met voldoende zekerheid te bepalen; de conservatietoestand bleek daartoe ten eenenmale onttoereikend.

Hierna volgt de tekst van de resolutie van de ‘Ridderschap en Eigenerfden, de Staten van de Landschap Drenthe’, waarin de sloop van het hunnebed in ut Wapser Saand helaas toch wordt toegestaan. Volledig luidt de bewuste resolutie, die in het Drents Archief (de voortzetting van het vroegere Rijksarchief in Drente) in Assen aanwezig is in Dl X, folio 153, sub 25, aldus:

Op de Requeste van Jan Hindriks en Hindrik Jans bij Steenwijk, vertonende wat volgens de Remonstranten in den voorleden jare eenige weinige dagen voor Meij van de Boüren van Wapse hadden gehüurt het Wapserveld, om daar uit steenen te roden, so kleine als grote, en daar onder wel in specie eenige steenen bij kans of meest onder het zant bestoven, die misschien oirspronkelijk waren van een Hüinebedde, welke niet verbragt mogten worden. So versogten Remonstranten dat zij als kopers ( : vermits de verkopers haar contract mede wel wilden hoüden : ) en om de Freijigheijt des gesights niet behoefden te verblijven, dewijl dog meest bestoven waren, deze hare steenen onnasprekelijk moghten wegh halen.
Hebben de Heeren Ridderschap en Eigenerfdens het gedane versoek, als een speciaal geval, geaccordeert, confirmerende voorts de ordonnantie bij de Heeren Drost en gedepüteerdens geëmaneert.

Posted in Deever, Hunnebedde D52a, Landgoed Berkenheuvel, Verdwenen object | Leave a comment

De sloop van ut hüinebedde D52a an de Bolsweg

In ut Wapser Saand liep het verkeerd af met het hunnebed onder het zand van de heuvel die later ut Pottiesbaargie aan de Bolsweg op het landgoed Berkenheuvel werd genoemd. Dit hunnebed (hunnebed D52a) viel in 1735 helaas ten prooi aan de slopershamer.
De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van de redactie van het prachtige tijdschrift Noorderbreedte -en is de redactie van dit tijdschrift daarvoor uiteraard bijzonder erkentelijk- het volgende stuk tekst over ut Pottiesbaargie uit het artikel ‘Berkenheuvel, een bebost heide- en stuifzandgebied’ van Jan Abrahamse in Noorderbreedte 90 te citeren en de daarbij behorende afbeelding van ut Pottiesbaargie te mogen tonen.

Pottiesbargien
De route kronkelt zich rond een grafheuvel, Pottiesbargien geheten, die vroeger een hunebed bevatte. Dat is zo’n 250 jaar geleden gesloopt. Op 15 maart 1735 gaven de Staten van Drente toestemming tot het verwijderen van enige grote stenen in het Wapserveld, die waarschijnlijk (de resten van) een hunebed vormden. Omdat deze stenen gedeeltelijk overstoven waren, en omdat de indieners van het verzoek, Jan Hendriks en Hendrik Jans uit Steenwijk, reeds vóór 1734 een kontrakt voor het rooien van stenen in het Wapserveld hadden gesloten met de boeren van Wapse, verleenden de Staten ontheffing van de bepaling van 21 juli 1734, dat hunebedden niet vernield mochten worden. Als argumentatie voor dit besluit gaven de Staten op, dat het hunebed ‘om de Freijgheifs des gesights niet te verblijven’ hoefden!
Rond 1883 werden op het landgoed Berkenheuvel scherven van hunebedden-aardewerk gevonden, op een plaats die sindsdien als ‘Pottiesbargien’ bekend stond. Kennelijk betrof het de plaats van het in 1735 gesloopte hunebed. De ligging in de voormalige marke Wapse, aan de rand van het grote stuifzandgebied Dieverzand, komt overeen met de summiere omschrijving in de resolutie van 1735.
In 1922 kreeg Dr. A. E. van Giffen, direkteur van het Biologisch-Archaeologisch Instituut (BA1) van de Rijksuniversiteit Groningen, toestemming van Mr. A. C. van Daalen, tot onderzoek van het Pottiesbargien. Dit vond echter pas in 1925 plaats. Van Giffen had zich beperkt tot het vaststellen van de plattegrond van de verdwenen grafkelder.
Na het onderzoek van 1929 werden nog steeds grote hoeveelheden scherven en vuursteen verzameld, in de oorlogsjaren door de kleinzonen van Mr. Van Daalen en door de zonen van Dr. Van Nooten uit Diever, in de 50-er jaren door K. Vlierman uit Steenwijk en G. L. Brante uit Wapserveen. Van Giffen kende de verzameling Van Nooten-Van Daalen, maar meende dat deze afkomstig was uit de door hem niet onderzochte delen van het Pottiesbargien. Uit korrespondentie en gesprekken met de diverse vinders in de afgelopen jaren bleek echter, dat deze vondsten uit het stort van de opgraving van 1929 afkomstig moesten zijn.
Bij nader inzien is dat ook wel waarschijnlijk. Volgens de deklaraties in het archief van het BAI, duurde het onderzoek in 1929 maar 8 dagen. Gelijktijdig werd bovendien een tweede objekt, de zogenaamde steenkistheuvel aan de Oude Groningerweg in Diever, onderzocht. Deze tijd was veel te kort om de inhoud van een hunebed van de grootte van het Pottiesbargien ook maar bij benadering nauwkeurig te kunnen onderzoeken. Bovendien was Van Giffen in de eerste plaats geïnteresseerd in de plattegrond, niet in de vondsten. Dat veel scherven enzovoort op het stort terecht kwamen, is daarom niet vreemd. Uit de profieftekeningen van de opgraving van 1929 blijkt, dat van de oorspronkelijke aarden heuvel rond de stenen grafkelder, de zogenaamde dekheuvel, nog delen intakt aanwezig waren onder het stuifzand.
‘Van Giffen had nogal slordig gewerkt en dat heeft geresulteerd in een na-onderzoek, wat tegelijkertijd een rekonstruktie van Pottiesbargien zou betekenen’, vertelt Schuiling. ‘Dat onderzoek werd gedaan door J. N. Lanting’, die ook het rapport hierover samenstelde:
Het eigenlijke na-onderzoek vond plaats tussen 4 juli en 12 augustus 1988. Op drie plaatsen werd een uitgebreide stort van Van Giffen teruggevonden. Deze storthopen werden afgegraven en gezeefd. Dit leverde 15.800 scherven van aardewerk, 9 kralen van barnsteen, 1 kraal van git en 1580 stuks vuursteen op. Van het aardewerk behoren 54 scherven tot Middeleeuws
materiaal en 32 tot 17e en 18e eeuwse kleipijpen. De rest stamt uit het Neolithicum, de periode waarin dit hunebed in gebruik was. Van het vuursteen zijn 111 stuks werktuigen, nl. 88 pijlpunten, 14 vuurslagen, 7 schrobbers, één gave vuurstenen bijl en 1 snede van een vuurstenen bijl.
In overleg met Natuurmonumenten werd besloten een heuvel te konstrueren die de vorm van de dekheuvel zou hebben, zoals die er uitzag vlak na de bouw van het hunebed, rond 3200 v. Chr. De nog intakte delen van de dekheuvel zouden op die manier goed beschermd zijn, want de dekheuvel was door erosie in de loop der tijden veel lager geworden dan hij oorspronkelijk was. De gerekonstrueerde heuvel is ovaal, 26 x 16 m en reikt 1 m boven het oude maaiveld. Aangezien de omgeving is uitgestoven, lijkt de heuvel echter hoger. Ter plaatse van de oorspronkelijke toegang in het midden van de zuidelijke lange zijde is een smalle gang in de heuvel uitgespaard. De flanken van de heuvel werden met plaggen bekleed, om verspoeling tegen te gaan. Het is wenselijk te zijner tijd de bomen op de heuvel en in de direkte omgeving te verwijderen. Met gras en/of heide begroeid is de heuvel een opvallend monument. Door zijn ligging in een bocht van de weg wordt hij pas op het laatste moment zichtbaar.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft de kleurenfoto van een deel van ut Pottiesbaargie gemaakt op 9 april 2013. De verminkte grafheuvel is vervuild met een betuttelbord van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten.

Posted in Albert Egges van Giffen, Hunnebedde D52a, Landgoed Berkenheuvel, Pottiesbaargie | Leave a comment

Ansichtkoate van ut monement op Baark’nheuvel

Van het monument op het landgoed Berkenheuvel van mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom hebben Deeverse middenstanders verschillende foto’s op prentbriefkaarten uitgebracht, zo ook de bijgaande afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart uit 1936..
Het monument is in 1925 geplaatst ter gelegenheid van de voleindiging van de ontwikkeling van het landgoed. Op de foto is mooi de oorspronkelijke omgeving van het monument te zien. De bos rododendrons bij het monument is niet goed te zien, maar oogt nog klein.
Op een van de zijkanten van het gedenkteken staat een voor de gelegenheid aangepast deel uit een strofe van het gedicht ‘Aan een heereboer’ van Petrus Augustus de Génestet (1829-1861):
Daar rijz’, uit stuivend zand en ledige aard, een lachend paradijs.
De originele tekst staat in het elfde couplet van het gedicht Aan een heereboer en luidt als volgt:
Daar, o Verhoorder ! rijz’, Uit stuivend zand en ledige aard, Een lachend Paradijs !

Posted in Ansichtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Paviljoen Vierhoo’m an de Bosweg in Deever

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op dinsdag 25 januari 1938 het volgende korte bericht over de verkoop van paviljoen Berk en Heuvel an de Bosweg in Deever.

Naar we vernemen heeft de heer P. Punter zijn paviljoen ‘Berk en Heuvel’ in de bosschen alhier, verkocht aan den heer C. Vierhoven te Dieverbrug voor f. 3100.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op de hier afgebeelde zwart-wit-ansichtkaart uit omstreeks 1949-1950 is het nog originele paviljoen Berk en Heuvel an de Bosweg in Deever te zien. Wie kan de redactie gegevens met betrekking tot de juiste datum van uitgifte van deze ansichtkaart verschaffen ?
De in het bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) genoemde C. Vierhoven is Kornelis Vierhoven en de genoemde P. Punter is Pieter Punter. Kornelis Vierhoven is geboren op 11 februari 1915 en is overleden op 10 februari 1972. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Bij de ingang van paviljoen Vierhoven staat een witte ijsco-kar.
De redactie heeft het vermoeden dat de ijsco-kar, met op de zijkant van de kar de woorden consumptie en ijs, een kar is van de firma Huberts uit Steenwijk. Wie kan de redactie gegevens met betrekking tot deze ijco-kar verschaffen ?
Op de plek van paviljoen Vierhoven staat nu het zo genoemde restaurant Route 36.
In google.nl/maps is een afbeelding van de huidige bebouwing te vinden. Iets van het oorspronkelijke paviljoen, met name de vorm van het dak, is te herkennen in de huidige bebouwing.

Posted in Ansichtkoate, Bosweg, Landgoed Berkenheuvel, Paviljoen Berkenheuvel | Leave a comment

Ut naembröttie van de Greinsweg op Baark’nheuvel

Het lijkt de redactie van ut Deevers Archief een echte uitdaging voor de vrijwilligers van de heemkundige vereniging uut Deever om bij elk van de oorspronkelijke wegen op het landgoed Berkenheuvel, uiteraard in samenwerking met de Nederlandsche Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en het Staatboschbeheer, weer van die mooie witte kleine naambordjes met zwarte letters aan bomen te spijkeren.
En dan natuurlijk ook een naambordje plaatsen bij wegen die de Nederlandsche Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten al heeft laten overwoekeren door cultureluurnatuur.
Je mag van de Nederlandsche Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten toch wel bordjes aan bomen vastspijkeren ? Nestkastjes worden op het landgoed Berkenheuvel toch ook aan bomen vastgespijkerd ?
Laten we ons culturele erfgoed vooral behouden en de steeds meer verloren gegane en gaande namen van wegen op het landgoed Berkenheuvel aan de vergetelheid ontrukken.
Op bijgaande afbeelding op een ansichtkaart, die is uitgegeven in juli 1951, toen het landgoed Berkenheuvel nog eigendom was van de erven van mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom, is als voorbeeld het naambordje van de Grensweg bij de Hoekenbrink te zien.

Posted in Aarfgood, Albertus Christiaan van Daalen, Ansichtkoate, Bosgesigte, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Ik mösse oense tente skone maek’n

In de zomer van 1940 -in het begin van de Tweede Wereldoorlog- stuurde student J. van der Plaats bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart naar den weledele heer A.J. van der Plaats in Beetgumermolen in Friesland.

Student J. van der Plaats schreef op de achterkant van de ansichtkaart:
Gisteren, zondag en vannacht en vanmorgen heeft het hier geregend.
Ik heb corvé gehad met mijn tent. Dan kun je zelf eerst eten krijgen en zo veel je wilt. De tent was vanmorgen vol zand. Alle strozakken in een hoek plus bagage en aan het schoonmaken.
We hebben zo wel plezier.
Ik eindig met de hartelijke groeten voor allen.
J. van der Plaats.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De student J. van der Plaats vierde vakantie in de Studentenkamp. Dat was het vakantiekamp van de Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond (V.C.S.B.) bee ut Mastenveltie an de Bosweg in Deever. Dat kon blijkbaar nog in de eerste maanden van de Tweede Wereldoorlog.

Van het monument (gedenknaald) op het landgoed Berkenheuvel van mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom hebben Deeverse neringdoenden verschillende ansichtkaarten uitgegeven, zo ook de bijgaand afgebeelde ansichtkaart.
De vraag is natuurlijk welke neringdoende in Deever deze ansichtkaart verkocht ?
Mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom plaatste het monument (gedenknaald) in 1925 ter gelegenheid van zijn voleindiging van de ontwikkeling van het landgoed Berkenheuvel.
Op de ansichtkaart is mooi een vroegere omgeving van het monument (gedenknaald) te zien. De bos rododendrons bij het monument is wel al goed te zien, maar oogt nog klein.
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande kleurenfoto van het monument (gedenknaald) op Berkenheuvel gemaakt op donderdag  26 april 2018. De oude bos rododentrons was toen heel hard aan groot onderhoud toe.

Posted in Ansichtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel, Student’nkaamp | Leave a comment

De sproanust’n in de beuk’n an de Toor’nlaene

Op ontzettend veel zwart-wit ansichtkaarten uit de vijftiger, zestiger en ook nog uit het begin van zeventiger jaren van de vorige eeuw is een fraai bosgezicht van de Deeverse bos te zien. Heden ten dage is de grote uitdaging uit te vinden waar precies zo’n zichtbaar stukje van de Deeverse bos op zo’n ansichtkaart zich bevond. Voor de meeste bosgezichten is het schier onmogelijk die uitdaging aan te gaan.
Bijgaand afgebeelde wit-omrande zwart-wit ansichtkaart is in november 1949 uitgegeven door Van Leer’s Fotodrukkerij N.V. De ansichtkoate was in de Wiba-winkel van Jan Brogg’n (Jan Brugging) en Griet Oost an de Heufdstroate in Deever te koop. De foto voor deze ansichtkaart is wellicht en allicht al in de zomer of herfst van 1949 gemaakt.
De redactie van het Deevers Archief weet de plaats van het bijgaand afgebeelde bosgezicht toevallig wel, want aan dit bosgezicht zijn eigen herinneringen verbonden.
De foto voor de zwart-ansichtkaart is aan het begin van de Torenlaan op Berkenheuvel gemaakt, dus vlak bij de Westerschaapsdrift. De redactie heeft voor de duidelijkheid op een stukje topografische kaart uit 1949 een vette zwarte pijl bij de plaats gezet, zie de bijgevoegde afbeelding.
De natuurfabriek Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten, gevestigd in het verre verre ’s Graveland in de provincie Utrecht, is niet van plan de zandwegen in zijn deel van het natuurmonument Berkenheuvel te onderhouden, laat staan te behouden; die zandwegen worden steeds onbegaanbaarder, moeten blijkbaar uit het landschap verdwijnen. Toch zal de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten ook een Vereniging Tot Behoud van Cultuurmonumenten moeten zijn, want de kronkelige zandweg Westerschaapsdrift is zo’n te behouden cultuurmonument, die is eeuwenlang een looproute van Deeverse skoap’m tuss’n ut dörp en de heide ewest. De Westerskoapsdrift is Deevers aarfgood ! Mr. Albertus Christiaan van Daalen had daar in elk geval wel respect voor.
De wandelaar en de fietser kunnen steeds moeilijker hun eigen weg volgen deur de bos, die moeten steeds meer een eigen weg deur de bos banen. En dat lijkt de bedoeling te zijn. De wandelende klanten worden ten zeerste geacht braaf en uitsluitend de door de natuurfabriek vastgestelde en voorgekauwde en gemarkeerde routes door zijn natuurwinkel te volgen. En het parool is: met de fikken overal van afblijven. De fietser wordt ten zeerste geacht weg te blijven.
In de vijfiger en zestiger jaren van de vorige eeuw bestond in Deever in het voorjaar in de eierlegperiode onder de sterkere niet zo benauwde straatjongens van de hogere klassen van de lagere school nog de traditie van het eier seuk’n.
In de op de afbeelding zichtbare beuken aan het begin van de Torenlaan zaten op een behoorlijke klimhoogte van de grond holen van spechten. Spreeuwen bezetten verlaten spechtenholen of verjoegen brutaal de spechten uit hun hol voor het bouwen van een eigen nest. Het uithalen van eieren van kraaien, spreeuwen, eksters en duiven betekende in bomen klimmen. Dus na schooltijd oude kleren aantrekken voor het onvermijdelijke en vaak zware klimwerk en een pet opzetten.
Een keer in de paar dagen werden ook de holen in de beuken aan het begin van de Torenlaan, maar ook holen in beuken op andere plekken in de bos, gecontroleerd op de aanwezigheid van nog niet bebroede sproaeier. Gevonden eieren werden na het uithalen direct onder de pet gestopt, dan gingen de eieren niet kapot en waren de handen weer vrij voor het klimwerk. Niet alle eieren in een nest werden meegenomen. Eén ei moest blijven liggen, bij een leeg nest zouden de vogels het nest kunnen verlaten.

Posted in Aarfgood, Ansichtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Saandweg, Traditie | Leave a comment

De bos op Baark’nheuvel

De redactie van het Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de broodnodige variatie de kopafbeelding van het Deevers Archief.
Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht deze echt wel geschikt als kopafbeelding van deze webstee, aarzel dan niet deze afbeelding naar de redactie te sturen.
Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes.
Als jij de hier afgebeelde kopafbeelding 20 lelijk vind als kopafbeelding van het Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
Als jij de hier afgebeelde reeds getoonde kopafbeelding graag nog een keer als kopafbeelding van het Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
Op bijgaande kopafbeelding is een stukje van een foto van de bos op Berkenheuvel te zien.
Deze kopafbeelding is voor het eerst te zien geweest van 26 oktober 2016 tot en met 5 januari 2017.

abracadabra-487

Posted in Deevers Archief, Kopplètie, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Canon van de gemiente Deever

Volgens de Canon van Westenveld geeft de canon antwoord op de vraag: ‘Wat zijn de belangrijkste onderwerpen uit de geschiedenis van deze gemeente’. Het aantal onderwerpen in een canon is in principe niet begrensd.
In deze Canon van de gemiente Deever van de redactie van ut Deevers Archief zijn ook onderwerpen uit de Canon van Westenveld opgenomen.
In een volgende versis van deze Canon van de gemiente Deever zal deze worden uitgebreid en zullen de onderwerpen beetje bij beetje van een passende tekst worden voorzien.
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wordt van harte uitgenodigd onderwerpen en inhoud aan te dragen voor de Canon van de gemiente Diever.

– Archeologische vindplaatsen
– Brink van Deever
– Esdorp Deever
– Hunnebed D52 op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever
– Kluften van Wapse
– Professor dr. Albert Egges van Giffen
– Kerk aan de brink van Deever
– Kunst in de gemeente Deever
– Bisschoppelijke hof bij Kalteren
– De Baarg van Wittelte
– Deeverder dingspil
– Boermarken in de gemiente Deever
– Ruilverkaveling in de gemiente Deever
– Reformatie in de gemiente Deever
– Afscheiding in de gemiente Deever
– Schultehuis van Deever
– Amsterdamse veencompagnie
– Drentse Hoofdvaart
– De weg langs de Vaart
– Saksische boerderij
– Stichting Maatschappij van Weldadigheid
– Molens van Deever
– Molen van Wapse
– Gemeentehuizen in Deever
– Medische zorg
– Scholen in de gemiente Deever
– Foto’s van Engelke Jan Boneschanser
– Zuivelfabrieken in de gemiente Deever
– Ontginning van woeste gronden
– mr. Albertus Christiaan van Daalen
– Landgoed Berkenheuvel
– Johannes Fransiscus de Ruiter de Wildt
– Lodewijk Guillaume Verwer
– Zorgvliet
– Rijkswerkkampen Diever A en Diever B
– Joden in de gemiente Deever
– Tweede Wereldoorlog
– Onderduikershol
– Sporen van de Tweede Wereldoorlog
– Openluchtspel
– Kalkovens an de Deeverbrogge
– De Deeverse bos
– Veldnamen

Posted in Albert Egges van Giffen, Canon van de gemiente Deever, de Olde Willem, Eup’mlogtspel, Gemiente Deever, Hunnebedde D52, Landgoed Berkenheuvel, Skultehuus, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Dorspkrachten bouwen in 1942 mee aan Dieverzand

In het Drentsch Dagblad (officieel orgaan voor de provincie Drenthe) verscheen op 30 juni 1942 het artikel ‘Gemeenschap bouwde een zwembad’ met als ondertitel ‘Rijk en arm, jong en oud hielp naar vermogen mee’.

DIEVER. Dat een juist opgevat gemeenschapsgevoel, zo als men dat op onze landelijke Drentsche dorpen zoo bij tijd en wijle nog eens mede kan maken, grootsche werken tot stand kan doen komen* is te Diever dezer dagen op overduidelijke Wijze gebleken.
Avond aan avond trok de mannelijke en vrouwelijke jeugd en ook de ouderen, gemeenschappelijken weg naar Zorgvlied op, om te verdwijnen in de bosschen van Berkenheuvel en spoedig kon men hier zien graven, spitten en kruien alsof hun bestaan er van afhing. Maar…. met al dat werken en zwoegen (en dat geheel vrijwillig) is Diever een belangrijke inrichting rijker geworden, die op a.s. Zaterdag officieel in gebruik gesteld zal kunnen worden. We bedoelen het natuur-zwembad „Het Dieverzand” gesticht door de bekende en actieve plaatselijke Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer. Het was in den loop van het vorig jaar, dat de plannen tot stichting van een zwembad vastere vorm gekregen hadden en zoo volgde na eenigen tijd de aanbesteding waarna de aannemer Boltje uit Heerenveen voor de V.V.V. aan den arbeid toog.
Door de eigenaar van Berkenheuvel was een mooi stuk grond in erfpacht te midden van de geurende dennen een kwartiertje loopen buiten het dorp en onmiddellijk gelegen aan den straatweg naar Zorgvlied, beschikbaar gesteld.
Met behulp van kleine boeren uit de omgeving werd begonnen, doch later rezen verschillende moeilijkheden en naar de bestuursleden ons verklaarden was de toestand wel eens zoo geweest, dat men van plan was er mee op te houden.
Tenslotte zat men vrijwel zonder werkkrachten en toen werd een beroep gedaan op de burgerij, die zich spontaan voor alle werk beschikbaar stelde, vanaf de burgemeester met diens echtgenoote tot den kleinsten arbeider toe.
Man en vrouw, jongens en meisjes alles werkte hier elken avond naarstig samen en ras zag men het groote werk groeien. De bassins werden uitgegraven, de dijk van 280 M. lengte met een hoogte van 1.80 M. en aan de voet breed 8 m. en aan de kruin 2 m. verrees gestadig tusschen de dennen. Vakmenschen waren bezig met het bouwen van een brug tusschen het ondiepe en midden-diepe bassin en met de kleedgelegenheden. De kleedkamertjes zijn alle z.g.n. wisselcabines en bevinden zich ter weerszijden van een aardige hoofdingang met vertrekken voor badmeester en badjuffrouw. Verder werden de noodige toiletteri opgetrokken. Schilders legden tijdens ons bezoek hieraan de laatste hand. Verder was men nog doende om de afrasteringen uit te zetten, die door de burgerij en schooljeugd zouden worden opgesteld.
Een goede Indruk kregen we van de uitstekende aanleg van dit waarlijke natuurbad, dat drie bassins zal hebben, nl. een ondiep van 15 bij 35 Mm.; een middendiep van 25 bij 35 M. varieerende in diepte van 1.40 tot 1,75 M. en een evengroot diep bassin met een diepte van 2,80 M.
De afvoer van het water geschiedt eveneens door een slootenstelsel. De bodem van bad en omgeving is van een harde leemsamenstelling met mooie zandlaag. Nog moest er veel gebeuren toen we ter plaatse waren, doch tegen komende Zaterdag zal deze inrichting haar poorten kunnen openen en heeft de gemeente Diever door goede burgerzin er een bijzondere attractie voor de vreemdelingen, die deze schoone omgeving zullen bezoeken, bij gekregen.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De eigenaar van het landgoed Berkenheuvel was mr. Albert Christiaan van Daalen uit Bennekom bij Wageningen.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Bosweg, Deever, Dorpskracht, Landgoed Berkenheuvel, Swömbad Deeverse Saand | Leave a comment

Dorpskrachten onderhouden Onderduikershol

De leerlingen van groep 7 van de paar nog overgebleven basisscholen binnen de grenzen van de gemiente Deever legden in 2013 (net zoals in andere jaren) een krans bij het Onderduikershol op Berkenheuvel.
Vanwege deze aanstaande kranslegging en vanwege het begin van het nieuwe toeristenseizoen hebben enige Deeverse dorpskrachten de uit palen en planken bestaande afrastering langs het toegangspad naar het Onderduikershol en bij het Onderduikershol op 10 april 2013 helemaal vernieuwd.
Da’s mooi waark.
De redactie van het Deevers Archief heeft deze kleurenfoto op 11 april 2013 gemaakt.
Het toegangshekje dat moet voorkomen dat -niet meer in het gebied aanwezige- runderen het pad kunnen betreden, wan nog niet aanwezig, maar is inmiddels wellicht wel geplaatst.

Posted in Dorpskracht, Landgoed Berkenheuvel, Onderduikershol, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment