Meer dan twintig jaar (vanaf 1942 ?) was N.V. Meubelfabriek ‘de Toekomst’ gevestigd an de Deeverbrogge,
In het najaar van 1966 ging de fabriek failliet, verloren 18 medewerkers hun baan en werd de inventaris geveild.
Een bekend product van deze fabriek was de stapelbare en koppelbare stoel, die onder het merk STAKO (STApelbaar en KOppelbaar) op de markt werd gebracht.
In de krant Het Vrije Volk (democratisch-socialistisch dagblad) verscheen op 10 augustus 1963 bijgaand afgebeelde personeelsadvertentie.
Het kan voorkomen dat STAKO-stoelen heden ten dage nog via internet te koop worden aangeboden of worden geveild. Wees er dan snel bij. Het zijn degelijke stoelen. Ut bint Deeverbrogse aarfstukk’n. De op de foto’s zichtbare stoelen waren zo te zien wel STApelbaar, maar niet KOppelbaar.
De stoelen moeten een flink aantal jaren vóór 1963 zijn gemaakt, want het abonnee-nummer van de telefoon is in de personeelsadvertentie 1415 en op het metalen merkplaatje op de stoel 15.
De redactie van ut Deevers Archief is op zoek naar foto’s van meubelfabriek ‘de Toekomst’, in het bijzonder foto’s van het interieur van de fabriek.
De heer Willem Jan Kruyt stuurde op 3, 6, 7 en 11 december 2018 enige reacties die zijn samengevoegd tot de volgende reactie;
De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor.
Mijn vader Jan Kruyt heeft bij de meubelfabriek ‘de Toekomst’ van Brilman gewerkt van 1942 tot ongeveer juni 1949. Als jonge jongen nam mijn vader mij wel eens mee naar de fabriek.
Het kan zijn dat mijn vader destijds heeft gereageerd op een soortgelijke als hier afgebeelde advertentie voor de functie van bedrijfsleider bij ‘de Toekomst’ in Dieverbrug. Na de Toekomst-periode is mijn vader vertegenwoordiger geworden voor meubelfabriek Kuiper in Almelo
De heer en mevrouw Brilman waren joodse mensen. Zij hadden één zoon Jan, die is verongelukt in de fabriek. Dat gebeurde na de Toekomst-periode van mijn vader. Ik ben op de hoogte van de details van het ongeluk van Jan Brilman. Het is zo gegaan. In de fabriek zat bovenin een drijfwerk van wielen met leren riemen die de machines aandreven. Zo’n riem kon je ook verplaatsen naar een ander wiel. Wat deed Jan ? Hij gebruikte een lange lat om zo’n riem te verplaatsen naar een ander wiel. Die lat raakte een spaak van zo’n wiel en is met kracht teruggestoten in het lichaam van Jan. Ik dacht in zijn lies. Hij was zeer zwaar gewond en is aan de gevolgen van het ongeluk overleden. Dit verhaal heeft mijn vader mij zo verteld. Wij waren heel erg onder de indruk, toen we dat bij ons thuis hoorden.
Zelf was ik 2 jaar oud toen we in de mooie provincie Drenthe kwamen wonen. Het was in 1942, dus tijdens de Tweede Wereldoorlog. We woonden in Leggeloo in het huis wat nu als adres Leggeloo 37 heeft. Mijn ouders vertelden mij dat bij de bevrijding in 1945 Canadese tanks al schietend Duitse soldaten achtervolgden. Ik was toen een jochie van 5 jaar. Ik werd snel naar binnen gehaald.
De familie Brilman woonde in het mooie statige huis in Dieverbrug, waar vroeger de burgemeester van Dwingeloo heeft gewoond. Dat huis stond naast het huis waar Jan Oostenbrink woonde. Die had een café, waar mijn vader mij wel eens op die indertijd lekkere priklimonade trakteerde. Jan Oostenbrink was ook kolenboer. Hij bracht bij ons regelmatig een nieuwe voorraad kolen. Het kan zijn dat de familie Brilman voor onze tijd in het het huis met adres Leggeloo 37 woonde en toen mijn vader in de meubelfabriek ging werken, zij in Dieverbrug is gaan wonen. .
Mijn vader was vóór de oorlog gemobiliseerd als soldaat en heeft aan het begin van de oorlog dicht bij Den Haag daadwerkelijk aan de strijd deelgenomen. Op het vliegveld Iepenburg hebben ze een behoorlijk aantal Duitse vliegtuigen neer kunnen halen met de luchtartillerie. Ik denk dat in 1942 de grond te heet onder zijn voeten werd en dat wij daarom zijn verhuisd naar Leggeloo.
In de Tweede Wereldoorlog was de gewoonte van de Duitsers om in veel fabrieken in Nederland een Duitse officier neer te zetten. Dat waren wat oudere officieren, die niet meer in staat waren om te vechten. Dat was ook het geval bij ‘de Toekomst”, daar zat ook een oudere Duitse officier. De fabriek kon in de Tweede Wereldoorlog ‘normaal’ doorgaan met de productie. Op een keer moesten ze bij ‘de Toekomst’ echter houten paaltjes zagen voor de bouw van Duitse (zand)bunkers. Mijn vader had wel door, dat die bunkers totaal geen strategische betekenis hadden. Het was een moeilijke situatie natuurlijk.
Mijn vader was gespecialiseerd in het buigen van hout met stoom. Hij had in Amsterdam een fabriek waar houten speelgoed en ook kleine meubelen, zoals naaidozen, werden gemaakt.
Ik heb nog een foto van mijn vader, een foto van mijn vader met Bram Haasjes en een foto van een jonge jongen met de achternaam Pieper.
De bij dit bericht gevoegde zwart-wit foto van mijn vader is genomen bij een houten bijgebouw van de fabriek. Dat bijgebouw stond vanaf de weg gezien aan de rechterkant van de fabriek.
Bram Haasjes werkte ook bij Brilman. Hij woonde aan de Juliana Bernhardweg in Leggeloo. Hij slachtte in de Tweede Wereldoorlog ook ons varken illegaal, hij kon ook riet dekken. Zijn dochter Ginie zat bij mij in de klas op de lagere school in Leggeloo.
Op de hoek van de Dwingelderdijk en de Juliana Bernhardweg woonde een zekere Scholten, die werkte ook bij ‘de Toekomst’; hij was een vriendelijke man.
Aan de Molenstad in Leggeloo woonde een zekere Bel, die werkte ook bij Brilman. We hebben nog regelmatig contact met zijn kleindochter Jannie Bel, die woont in de nieuwbouwwijk bij de voormalige melkfabriek van Dwingeloo, waar nu meubelzaak Wiechers is gevestigd.
Mijn vader had in de fabriek, waar hij zelf het buigwerk deed met het hout, hulp van een jongen van ongeveer 14 jaar oud. Die jongen had als achternaam Pieper, hij woonde in een boerderijtje aan het Keizerspattie. Als ik het goed heb woont hij nu in Dieverbrug aan de de Drentsche Hoofdvaart. Hij zal nu ongeveer 80 jaar oud zijn.
Ook Geert Schute uit Diever heeft voor Brilman gewerkt.
Zelf komen ik en mijn vrouw Coby regelmatig met vakantie in ‘Landgoed ’t Wildryck’ bij Dieverbrug. Ik zelf heb ongeveer zeven jaar in Leggeloo gewoond en ben nogal gehecht aan de omgeving daar.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 25 juli 1949 verschenen twee berichten over het overlijden van Jan Harmen IJsbrand Brilman, zoon van Jan Herman Brilman en Elisabeth Haringman. Zie de bijgevoegde berichten
De familie Brilman-Haringman woonde eerst enige tijd op het adres Leggeloo 49a, nu Leggeloo 37.
De Joodse Elisabeth Haringman (geboren op 16 juni 1899 in Amsterdam, dochter van Marcus Haringman en Sara Pool) huwde op 9 maart 1938 in Amsterdam met de niet-joodse handelsagent Jan Herman Brilman (geboren op 28 januari 1900 in Deventer, zoon van Jan Harmen Brilman en Fennechien Koops).
De niet-joodse Jan Harmen Brilman en zijn joodse echtgenote Elisabeth Haringman hebben de Tweede Wereldoorlog overleefd.