Category Archives: Landbouw

Foto’s en vuhèl’n van ut boer’nlee’m usögt

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag afbeeldingen van het boerenwerk en het boerenleven van vrogger in de gemiente Deever. De redactie van ut Deevers Archief publiceert bijzonder graag verhalen over het boerenwerk en het boerenleven van vrogger in de gemiente Deever.
Zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief die in het bezit zijn van foto’s van het boerenwerk en het boerenleven -ploegen, maaien, zaaien, hooien, melken, dorsen, melkbussen borstelen, koestal schoonmaken, hond voor de melkkar, de eerste tractor, opoe met het oorijzer, in huis genomen foto’s, enzovoort, enzovoort- worden vriendelijk verzocht deze te scannen of te laten scannen en deze met verhalen naar ut Deevers Archief te sturen.
De redactie is de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief bij voorbaat zeer erkentelijk en zal deze foto’s zeker tonen in ut Deevers Archief.

Abracadabra-1275

Posted in Ansigtkoate, Boer'nlee'm, Boerdereeje, Landbouw | Leave a comment

Iene grote vlakte van heide, russchen en bente

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 9 november 1937 het volgende artikeltje over de ontginning van woeste gronden in de gemiente Deever

Diever. Verdwijnend heideveld
Wanneer we een klein aantal jaren terug zien, dan moet worden geconstateerd, dat het heideveld in onze gemeente in een snel tempo vermindert. We weten ons nog te herinneren, dat voor plusminus 30 jaar het Oude-Willemsveld ten Noorden van de Drentsche Aa vanaf den Waterschen weg tot over de Friesche grens nog in zijn natuurlijken staat verkeerde. Het was een onafzienbare vlakte van heide, russchen en bente. Slechts een 2-tal arbeiderswoningen stonden er eenzaam. Die menschen hadden zich daar vermoedelijk neergezet met het doel er schapen te kunnen houden en ook hadden ze een kleine oppervlakte grond omgespit en bewerkt, waarop iets werd verbouwd.

De schaapherder van Wateren – verschillende boeren van Wateren hielden toen nog schapen – was daar de meeste dagen van het jaar om er de dieren te hoeden. Om telkens weer jong voedsel voor de schapen te krijgen, werden oppervlakten heide, die te grof werden, afgebrand en zoo ontstond later weer jonge heide, die met graagte door de dieren werd genuttigd.

Het was ook ongeveer in dien tijd, dat ondernemende heeren van elders hun geluk aldaar beproefden. Van ontginningen op grote schaal was toen in deze omgeving nog weinig of niets te merken. Toch waren er enkele particulieren uit Diever, die ten Zuiden van de Aa aldaar kleine perceeltjes heide in cultuur hadden gebracht.

Door zooeven genoemde ondernemers werden toen van verschillende eigenaren groote complexen heidevelden aangekocht, met de ontginning waarvan begonnen werd. Men wilde naar het scheen de zaak flink aanpakken. Stoomploegen verschenen op het terrein, die voor vluggere uitvoering moesten dienen. Ook op de bemesting werd niet gespaard. Toch gelooven we, dat verschillende van deze heeren niet zeer heide-deskundig waren en er niet bepaald zijde bij hebben gesponnen, althans, de gronden verwisselden nogal eens van eigenaren. Maar, hoe het zich ook heeft toegedragen, er is na verloop van een 25-tal heel wat veranderd.

De onafzienbare heidevlakte is herschapen in vruchtbaar groen- en bouwland, waarop de laatste jaren al verscheidene flinke boerderijen zijn verrezen. Ook ten Zuiden van de Aa, in het Dieverveld, is het ontginnen van heideveld gedurende dien tijd voortgezet door particulieren en zijn een groot aantal hectares in vruchtbaar land omgevormd.

Voor enkele jaren kocht het Staatsboschbeheer van verschillende eigenaren een groot complex heideveld ten Oosten van den Waterschen weg vanaf den Berkenwal tot en met de boerderij Uilenhorst bij het zo genoemde Prinsbosch. Dit complex grond is na verloop van deze jaren bijna geheel bewerkt. Wegen zijn aangelegd, verschillende gedeelten zijn met bosch beplant en andere oppervlakten zijn bezaaid met lupinen. We hoorden, dat het in de bedoeling ligt om al deze gronden met bosch te beplanten. Het is dus te voorzien, dat na verloop van enkele jaren aldaar bosch in plaats van heide of woesten grond is gekomen. Het is thans wel al de moeite waard er eens een kijkje te nemen.

Voor ongeveer een jaar kocht het Staatsboschbeheer opnieuw een complex heideveld ten Westen van den Waterschen weg tot aan de grens van het landgoed Berkenheuvel. Vele handen vinder er werk en woeste grond wordt omgezet in cultuurgrond.
Het is nog niet lang geleden, dat onderhandelingen plaats vonden over de aankoop van een groote oppervlakte heide in het Wapserveld. En hoewel die plannen toen mislukt zijn, is het toch niet onwaarschijnlijk, dat mettertijd opnieuw dusdanige pogingen zullen worden aangewend.

Ten laatste willen we nog wijzen op het Oldendieverveld, dat met rassche schreden van heideveld in cultuurgrond wordt omgezet. Het was ook naar aanleiding daarvan, dat de snelle vermindering van heide in deze gemeente onze aandacht trok.
De tractorploeg speelt er momenteel de boventoon, en gedeelten die niet geploegd kunnen worden, worden met overheidssubsidie in werkverschaffing uitgevoerd.

Uit deze gegevens blijkt het dus, dat het heideveld in onze gemeente in snel tempo.

Posted in de Olde Willem, Landbouw, Ontginning | Leave a comment

Ur wöd laand mit un veldnèème vukogt

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 11 januari 1935 het navolgende bericht over de verkoop van onroerend goed in de gemeente Diever.

Diever, 10 januari.
Ten overstaan van den heer notaris Heering te Dwingelo vond alhier heden de publieke verkoop plaats van de volgende onroerende goederen ten verzoeke van de weduwe en erven F. Westerhof te Diever:
1. Huis en erf, koopster, weduwe F. Westerhof, Diever, f. 820;
2. en 3. Groenland =, wal en boschgrond ‘de Iemenkanp’, Js. Smit, Diever, f. 1150;
4. Bouwland ‘Schoolakker’, Vereeniging School met den Bijbel, Diever, f. 290;
5. Bouwland ‘Trienenkamp’, R. Oost, Diever, f. 60;
6. Bouwland en heide ‘Kalterscheveld’, weduwe N. Houwer, Kalteren, f. 13.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Kleermaker Fredrik Westerhof is geboren op 23 september 1866 in Deever. Hij is overleden op 28 november 1934 in Deever. Hij was een zoon van Jan Westerhof en Geeske de Boer. Hij is gehuwd geweest met Margje Houwer. Zij is geboren op 24 februari 1866 in Deever. Zij is overleden op 27 november 1900 in Deever. Zij was een dochter van Hendrik Houwer en Roelofje van der Veen). Frederik Westerhof hertrouwde op 30 april 1910 in Diever met Christina Houwer. Zij is geboren in Appelscha. Zij is overleden op 22 november 1949 in Deever. Met de weduwe F. Westerhof wordt Christina Houwer bedoeld.
De Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, presenteerde op zaterdag 18 februari 2013 de publicatie ‘Veldnamen van de gemeente Diever omstreeks 1832’. Het is een enige uitgave, waaraan de zogenaamde werkgroep ‘Veldnamen’ ruim vijf jaar heeft gewerkt. Van de publicatie is helaas maar een beperkt aantal exemplaren gedrukt en verkocht. Veel bezoekers van ut Deevers Archief zullen niet beseffen wat de cultuurhistorische waarde van de veldnaam is.
In 1811 werd in Nederland het kadaster op Franse wijze in gebruik genomen. Het proces van kadastrering werd in 1832 voltooid. In het kadaster werd h
et eigendom van grond op systematische wijze vastgelegd. Dat was in de gemiente Deever niet zo moeilijk, want iedereen in de omgeving wist welk stuk grond bijvoorbeeld de veldnaam ‘de Iemenkamp’, ‘de Stienakkers’, ‘Scholtens bultie’, ‘de Kwabbik’ of ‘de Buunst’  had en wie de eigenaar daarvan was. Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw werden deze veldnamen gelukkig nog in de volksmond gebruikt.
In de genoemde publicatie zijn de veldnamen uit 1832 vastgelegd, welke nieuwe namen na deze periode zijn ontstaan, als gevolg van opdeling of samenvoeging, is niet terug te vinden in deze publicatie. Het kan best zo zijn dat de veldnaam ‘Trienenkamp’ nog niet bestond in 1832.

Posted in Cultuurhistorie, Landbouw, Veldnème | Leave a comment

Huus mit starke draank vurgunning in de Saandhook

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 18 januari 1896 verscheen de volgende belangwekkende advertentie over de verkoop van onroerend goed voor de erven Roelof Bennen in Deever en voor Klaas Jans Haveman en kinderen in Deever.

Mr. J. Beckeringh van Loenen, notaris te Dwingelo, zal op vrijdag 24 januari 1896, des namiddags 2 uur, ten huize van de erven Roelof Bennen te Diever, publiek bij palmslag verkoopen:

Voor de erven Bennen,
Een huis, waarin vergunning, met erf en bijgelegen hof in de Zandhoek te Diever, bij verkoopers in gebruik;
Een daarachter staand huis, bij Koendert Keizer in gebruik;
Een huis, erf en tuin aan de Hoofdstraat te Diever, in huur bij Idema.
Hooiland: 
Vroomskamp;
Het Maatje over de vaart, ook de helft van K.J. Haveman;
Twee perceelen in het Kibbelstuk, het Wapserland en de Wapserkamp.
Weiland:
Ebbenkamp;
Bouwland:
Groote Akker achter Geertskamp;
het Kleine Akkertje;
de Zeven Schepelland met grashoek;
de Schipper;
Tusschendarp;
De Groote Volmolenakker;
Arend Rooboschje;
Giere;
Steenakker;
Kloosterveen.
Veld:
Achter ’t Zand;
Wapserveld;
Veld op Kalteren.
Zand:
het Zandslag;
een gedeelte in de ongescheidene markte van Diever;
een perceel Veld in huur bij de weduwe Geerts.

Voor Klaas Jans Haveman en kinderen,
eenige perceelen veld en zand onder Diever.
Zullende na afloop worden verkocht, het op de perceelen staande houtgewas.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
In de advertentie in de Olde Möppeler werd Dwingel gelukkig nog geschreven met één o !
Roelof Bennen is geboren op 28 augustus 1821 in Deever. Hij is overleden op 18 februari 1895.
De grote vraag is natuurlijk welke -waarschijnlijk onverharde- weg in de gemiente Deever had in 1896 de naam Zandhoek ? Is de naam van deze weg nu misschien de Achterstraat ?
De redactie heeft uitgezocht of de in de advertentie genoemde namen van hooiland, weiland, bouwland, veld en zand wel of niet voorkomen in de publicatie Veldnamen Gemeente Diever Omstreeks 1832, hierna verder publicatie Veldnamen genoemd.
De heemkundige vereniging in de gemiente Deever heeft de publicatie Veldnamen Gemeente Diever Omstreeks 1832 in februari 2013 in een beperkte oplage uitgegeven.
De redactie heeft het hooiland met de naam Vroomskamp niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie heeft de hooilanden met de naam Kibbelstuk, Het Wapserland en De Wapserkamp niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie veronderstelt dat het hooiland met de naam Het Maatje over de Vaart in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie D2 genaamd Wittelte onder nummer 115 met de naam Het Maatje over de Vaart.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Groote Akker achter Geertskamp in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 76 met de naam De Groote Akker of in sectie C2 genaamd Diever onder nummer 143 met de naam De Groote Akker.
De redactie heeft de akker met de naam Geertskamp niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie heeft de akker met de naam Het Kleine Akkertje niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie heeft de akker met de naam De Zeven Schepelland niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam De Schipper in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie C1 genaamd Diever onder nummer 15 met de naam De Schipper.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Tusschendarp in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie C1 genaamd Diever onder nummer 117 met de naam Tusschendarp.
De redactie heeft de akker met de naam De Groote Volmolenakker niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen. De redactie veronderstelt dat de akker met de naam De Groote Volmolenakker behoort tot de akkers die in de publicatie Veldnamen worden genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 49 met de naam Vulmeulakkers.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Arend Rooboschje in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 40 met de naam Arendrooboschje.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Giere behoort tot de akkers die in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 123 met de naam Gieren.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Steenakker in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 156 met de naam Steenakkers.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Kloosterveen in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 86 met de naam Bij Kloosterveen.
De redactie heeft de velden met de naam Achter ’t Zand, Wapserveld en Veld op Kalteren niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie heeft het zand met de naam Het Zandslag niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie is van mening dat óf de publicatie Veldnamen fouten bevat, óf de publicatie Veldnamen niet álle in 1832 bestaande veldnamen bevat, óf dat de naamgeving van akkers na het peiljaar 1832 aan veranderingen onderhevig is geweest, óf een combinatie van de drie hiervoor genoemde factoren.

Posted in Boermarke, Boermarke van Deever, Landbouw, Veldnème | Leave a comment

De Skeeve vukochte neeje en tweedehaans trekkers

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 10 december 1965 stond de korte hier afgebeelde advertentie van handelaar in nieuwe en gebruikte trekkers Roelof Hendrik Schieving (die in de Deeverse volksmond ‘de Skeeve’ werd genoemd).
De familie Schieving, bestaande uit Roelof Hendrik Schieving, Jantje Flokstra en hun vijf zonen Roelof (Roelie), Hilbert (Hippie), Hendrik (Henkie), Alle (Allie) en Rinus (Rinussie), woonde in die tijd in het huis met adres Veentjesweg 1 in Deever, op de hook van de Veentiesweg en de Kloosterstroate. De redactie herinnert zich de nog de stem van Jantje Flokstra. Zij stond tegen etenstijd ’s avonds buiten met hoge stem haar vijf jongens te roepen: Roelie, Hippie, Henkie, Allie, Rinussie, eeeeeetennnnnn !!!!
De redactie van ut Deevers Archief herinnert zich dat af te leveren nieuwe trekkers gewoon op het grasveld bij het huis stonden. De redactie herinnert zich niet welk merk trekker Roelof Hendrik Schieving het eerst vertegenwoordigde.
De familie vertrok in de zestiger jaren (welk jaar ?) van de vorige eeuw uut de gemiente Deever hen de Dwingeler kaante van de voat an de Gowe, waar nu Schieving Mechanisatie is gevestigd.
De redactie is op zoek naar foto’s van trekkers bij het huis met adres Veentjesweg 1. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief stelt de redactie een goede scan van deze foto’s voor opname in ut Deevers Archief beschikbaar ?

De redactie ontving op 9 september 2021 de volgende zeer gewaardeerde reactie van de heer Henk Nijboer:
Roelof Hendrik Schieving was verkoper bij de firma Semler op de Smilde en verkocht trekkers van het merk Porsche Diesel. Toen de heer Schieving voor zichzelf begon an de Gowe, verkocht hij trekkers van het merk Massey Ferguson.
Ik woonde in de Kloosterstraat, tegenover het huis waar de familie Schieving woonde, maar ik kan mij niet herinneren dat bij Schieving op het gazon tractors stonden.

De redactie ontving op 27 januari 2022 de volgende zeer gewaardeerde reactie van de heer Fred van der Zanden:
De familie Schieving van de Veentjesweg verkocht nieuwe trekkers van het merk David Brown in de kleuren wit en rood. Die stonden op het gazon.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft de eerste versie van dit bericht gepubliceerd op 1 september 2021.
Inmiddels hebben twee zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief gereageerd. De twee reageerders zijn het niet eens over het merk van de nieuw verkochte tractoren. Maar het kan natuurlijk ook zo zijn dat Roelof Hendrik Schieving eerst tractoren van het merk Porsche Diesel en daarna van het merk David Brown verkocht. Of omgekeerd. Van de vijf zonen van Roelof Hendrik Schieving en Jantje Flokstra leven Roelof (Roelie) en Hendrik (Henk of Henkie) niet meer. Zoon Rinus (Rinussie) is de huidige eigenaar van Schieving Mechanisatie.

De redactie ontving op 16 januari 2024 de volgende zeer gewaardeerde reactie van de heer Hilbert (Hippie) Schieving, tweede zoon van Roelof Hendrik Schieving en Jantje Flokstra.
In 1965 zijn wij verhuisd van Veentjesweg 1 in Diever naar Geeuwenbrug 42 in Geeuwenbrug (gemeente Dwingeloo).
Toen we nog in Diever woonden stonden inderdaad wel eens tractoren op het grasveld.
Mijn vader begon met het merk Allgaier, dat werd later Porsche Diesel. Ook stonden er rode tractoren van het merk David Brown, die later wit met bruin werden.
Aan de Geeuwenbrug waren er nog dealerschappen van Ford, Ebro, Case en McCormick.
De werkplaats was in het achterhuis bij de familie Boonstra in Dieverbrug. Die hadden voorheen een transportbedrijf.

Posted in Bedrief, Landbouw, Veentiesweg | Leave a comment

De rogge steet an de gaaste bee de meule

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag afbeeldingen van ut boer’nlee’m, ut boer’nwaark en de bau in de gemiente Deever, zoals hij dat in zijn jeugd gelukkig nog heel goed heeft gekend. De redactie heeft al heel wat afbeeldingen van korenmolen De Vlijt in Oll’ndeever opgenomen in ut Deevers Archief. Maar hoe meer afbeeldingen van deze molen hij kan tonen, hoe liever het hem is. En dan vooral afbeeldingen waarop bijvoorbeeld ook akkers met rogge zijn te zien.
In de collectie met de naam ‘Collectie Topografische Foto’s’ van het Drents Museum en aanwezig in het Drents Archief in Assen is bijgaand afgebeelde zwart-wit foto (nummer DM3202487) van korenmolen De Vlijt in Oll’ndeever aanwezig. De naam van de maker van de foto is helaas niet bekend.
De redactie heeft nogal moeite met de datering van de hier afgebeelde foto, beter gezegd het lukt hem niet deze foto te dateren. De foto is in elk geval wel gemaakt vóór de grote restauratie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw aan de brink van Deever in de periode 1955-1957, want de op de afgebeelde foto zichtbare wijzerplaat van de torenklok zit boven het galmgat. In 1942 is de stelling van de molen gevallen, die zal daarna zijn gerepareerd ?
De eigenaar van korenmolen De Vlijt in Oll’ndeever Albert (Ab) Jansen is gestopt met de molen in 1954. Hij is met zijn gezin naar Amerika gegaan. Albert (Ab) Jansen heeft in januari 1954 de molen verkocht aan Arend Uiterwijk Winkel.
De redactie heeft slechts het vermoeden, dat de hier afgebeelde foto, mede gelet op de al redelijk hoge bomen langs de Brinkstraat, ná de Tweede Wereldoorlog is gemaakt. Maar wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de hier afgebeelde foto wel juist dateren ?
En van wie was de bouwakker, waarop rogge an de gaaste staat ?
En was Albert (Ab) Jansen de man die bij de molen staat ?

Posted in Boer'nwaark, Landbouw, Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

Foto uut Oll’ndeever in ut Frese meul’nbook uut 1980

De heer Nico Meinsma, vrijwillig molenaar van korenmolen ‘de Weyert’ in Makkinga stuurde op 11 januari 2016 de volgende gewaardeerde reactie over een van de twee afbeeldingen die bij het artikel ‘Gebroeders Zeephat slepen stenen molen ‘de Vlijt’ in het Deevers Archief zijn opgenomen.

Ik ben vrijwillig molenaar te Makkinga en ik was leerling-molenaar in Diever bij Meint Noordhoek.
Achter Wijert Zeephat zijn rug op de foto van de twee gebroeders ziet u een vlek op een korbeel die nog steeds te zien is.
Deze foto staat in het Fries molenboek van 1980 in een artikel dat over de molen van Makkinga gaat. Helaas wordt in dat boek niet vermeld waar deze foto vandaan komt en ook niet dat deze foto in Diever is gemaakt.
Molenaar Meint Noordhoek heeft ons altijd gewezen op deze vlek als bewijs dat de foto in Diever is gemaakt.
Ik ben bezig wat historische beelden te verzamelen voor de website van de molen ‘de Weyert’ in Makkinga en had genoemde foto gekozen uit het Fries molenboek.
Dat de foto in Diever is gemaakt, daar waren we al van overtuigd, maar ik zal nu ook vermelden dat we dit beeld aan de fotograaf van de Meppeler Courant te danken hebben en aan het Deevers Archief uiteraard.
Intussen heeft de molenaar van molen ‘de Vlijt’ de steenkraan, de kraan waar een molensteen aan kan worden gehangen, vernieuwd, het moet wel veilig blijven. Zie de bijgevoegde foto’s van voor en na de vernieuwing van de steenkraan. Zie ook de laatste foto in de fotocollage van het binnenwerk.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Fries molenboek, Leeuwarden, de Tille, 1980, 264 bladzijden, stof omslag, ingebonden. Het boek is samengesteld met medewerking van de Fryske Mole, Gild Fryske Mouders, De Hollandsche Molen en Fryske Akademy.
Meint Noordhoek is de vrijwillige hobby-molenaar van molen ‘de Vlijt’ in Oldendeever.
Met Wijert wordt Wijert Zeephat bedoeld, zie op bijgaande afbeelding de man aan de rechterkant.
Een korbeel is de schoor, de schuinstaande balk, die het spant met de spantbalk verbindt.
Belangwekkende gegevens over de molen ‘de Weyert’ in Makkinga zijn te vinden in de webstee www.museummolenmakkinga.nl. De dorpskrachten in Makkinga zijn erg goed bezig, daar kunnen de vrijwillige hobby-dorpskrachten die zich bekommeren om korenmolen ‘de Vlijt’ in Oldendeever’ toch nog wel wat van leren.
De afgebeelde ansichtkaart van molen ‘de Vlijt’ is in 1964 uitgegeven. In die tijd verbouwden de boeren nog rogge op de Westeresch.

Abracadabra-1505

Abracadabra-1507

Abracadabra-1509

Abracadabra-1506

Posted in Ansigtkoate, Landbouw, Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

Ut loon wödde mit 10, 7,5 of 5 % vurminderd

De redactie van ut Deevers Archief houdt er een merkwaardige hobby op na en dat is onder meer het verzamelen van jaarverslagen en andere documenten van de Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij ‘Diever’, die was gevestigd aan het Katteneinde (Moleneinde) in Deever. Elk jaarverslag bevat een schat aan gegevens over de melkveehoudende boerenstand in Deever, an de Deeverbrogge, in Oldendeever, op Kalter’n en in Wittelte.
De redactie vond het ‘Jaarverslag over het boekjaar 4 mei 1931 – 30 april 1932’ bij toeval in een achtergelaten doos in het kaaspakhuis in het toen nog bestaande oude pand van de zuivelfabriek aan het Katteneinde (Moleneinde) in Deever.

De jaren 1931 en 1932 waren jaren in de grote vooroorlogse crisis. In het ‘Verslag over het boekjaar 4 mei 1931 – 30 april 1932’ zijn slechts twee zinnetjes in het verslag van de bestuursvergaderingen besteedt aan de beloning van zijn arbeiders:
Verder werd besloten tot loonsverlaging van het personeel over te gaan en wel met percentages van respectievelijk 10, 7½ en 5. Voor de hierna geldende salarissen zie men de tusschen haakjes geplaatste bedragen bij de loonlijst personeel.
Het bestuur was in het boekjaar 4 mei 1931 – 30 april 1932 als volgt samengesteld:
– Jan Seinen, Diever, voorzitter;
– Gerard Meijering, Diever, secretaris;
– Dirk Moes, Diever, vice-voorzitter;
– Hendrik Lefferts Barelds, Wittelte, vice-secretaris;
– Jan Berends van der Berg, Wittelte, lid.
De raad van commissarissen was in het boekjaar 4 mei 1931 – 30 april 1932 als volgt samengesteld:
– Jans Bult, Oldendiever, voorzitter;
– Roelof van Wester, Oldendiever, secretaris;
– Hendrik Jonkers, Dieverbrug;
– Klaas Geerts, Oldendiever;
– Bertus Wemmenhove, Dieverbrug.

De genoemde loonlijst is te zien op de hier afgebeelde bladzijde 4 van het genoemde jaarverslag.
De Heer Directeur J.H. Benthem en de Heer Assistent J. Andree (die zichzelf altijd maar Andreae wilde
noemen)
bleven -ook in die zware crisis- gespaard van deze groffe gedwongen loonsverlaging. Zij hadden bovendien het grote voorrecht van ‘vrij wonen’. Ook de eerste kaasmaker had ‘vrij wonen’.
Op de hier afgebeelde bladzijde 5 van het genoemde jaarverslag is te lezen hoe ook de melkrijders het er van langs kregen. Merkwaardig genoeg namen de melkrijders het voorstel aan voortaan op de zondag gratis te rijden.

Het schrille contrast met de groffe gedwongen loonsverlaging van de fabrieksarbeiders van de toch wel mededogenloze boerenonderneming ‘Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij Diever’ is te lezen in het hier afgebeelde kort-door-de-bocht bericht, dat verscheen op 29 juni 1932 in het Nieuwsblad van het Noorden:
Diever, 28 juni. Van gemeentewege vond dezer dagen de uitkeering plaats van gelden ingevolge de Crisis-Zuivelwet. Bijna 400 veehouders ontvingen kleinere en grootere bedragen, tot een totaal van f. 4369,50. Het gaf een heele drukte.

Om voorlopig in ‘de ergste nood’ van de melkveehouders te voorzien, kon in 1932 elke melkveehouder krachtens de Crisis-Zuivelwet steun ontvangen. Per melkgevende koe, die aanwezig was op 15 juni 1932, kon elke melkveehoudende boer, die zich voor steun aanmeldde f, 2,25 ontvangen. In de gemeente Diever ging het om 376 boeren, die tezamen 1959 koeien hadden, dus het steunbedrag was f. 4407,75. De boerenorganisaties moeten ook in die jaren al krachtige lobbyisten in het Haagsche hebben gehad.
Van hoeveel koeien in 1932 de melk naar de ‘Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij Diever’ werd gebracht, is niet bekend, dus is het ook niet bekend hoeveel steun naar de boeren in Deever, an de Deeverbrogge, in Oldendeever, op Kalter’n en in Wittelte is gegaan.
Na de gedwongen groffe loonsverlaging van de arbeiders van de melkfabriek een maand eerder gaf het met die 203 boeren in Deever, an de Deeverbrogge, in Oldendeever, op Kalter’n en in Wittelte wel een hiele drokte daar bij het gemeentehuis an de Brink in Deever (een gemeentehuis hoort aan de Brink staan). Bestuursleden, commissarissen en leden van de coöperatie, allemaal in de rij staan voor een beetje steun. Hand ophouden. Niet klagen, maar dragen. Geld van de arbeider en geld van de belastingbetaler. Alle beetjes helpen om de crisis door te komen.
De redactie kan belangstellenden een pdf-bestand van het belangwekkende ‘Jaarverslag over het boekjaar 4 mei 1931 – 30 april 1932′ toesturen. Stuur een berichtje.

Abracadabra-1224Abracadabra-1225Abracadabra-1223

Posted in An de Deeverbrogge, Deever, Kalter’n, Landbouw, Oll'ndeever, Süvelfubriek Deever, Wittelte | Leave a comment

Boolgood op Groot Woater’n op 27 maart 1928

eIn het Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant van 20 maart 1923 verscheen het volgende bericht over een belangrijk boelgoed ten huize van boer Pieter Jongsma op Groot Wateren an de aandere kaante van de bos.

Belangrijk boelgoed Groot Wateren (gemeente Diever)
Notaris Bolk te Dwingelo zal op Dinsdag 27 maart 1928 des voormiddags 9½ uur, ten huize van den heer P. Jongsma te Groot Wateren gemeente Diever, publiek à contant verkoopen:
levende have als: 2 paarden (6- en 8-jarig, zwart, merries, mak en bereden), 8 beste melk- en halve koeien, 3 hokkelingen, 2 volle motten, 80 kippen;
voorts boerenmelk- en deelgereedschappen, waaronder boerenwagen, 2-paards Cormick maaimachine met dunne vingerbalk (zoo goed als nieuw), machineslijpsteen, dorschmachine met molen en ketting, korenwinde met zeef, hakselmachine, 2 ploegen, ijzeren dubbele spoorstokken, halsjuk met stroppen, dubbele lijsten, koperen waschketel en hetgeen meer te voorschijn zal worden gebracht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Pieter Jongsma werd geboren op 20 mei 1868 te Jubbega Schurega. Hij trouwde op 12 mei 1893 met Fokje Wijnstra. Hij is op 8 mei 1942 op 73-jarige leeftijd overleden in Noordwolde.
De door Pieter Jongsma te koop aangeboden landbouwgereedschappen geven wel enig inzicht in de mate van mechanisatie in de landbouw op Groot Wateren in 1923.
Met name de uit de Verenigde Staten van Amerika geïmporteerde Mc Cormick 2-paards maaimachine laat zien dat zelfs een gewone boer niet meer enkel met de zeis hoefde te maaien.
Is de in de advertentie genoemde dorsmachine met molen en ketting een rosmolen ?

Abracadabra-1442

Posted in Boer'nlee'm, Landbouw, Woater’n | Leave a comment

De botterfubriek wödde op 1 april 1899 anbesteed

In maart 1899 was het zo ver dat het bestuur van de Coöperatieve Vereeniging te Deever de bouw van de roomboterfabriek publiekelijk kon gaan aanbesteden. Op 26 maart 1899 verscheen in de Leeuwarder Courant de volgende advertentie.

Aanbesteding. Roomboterfabriek.
Het bestuur van de Coöperatieve Vereeniging te Diever zal op Zaterdag 1 april 1899, ’s namiddags 2 uur, ten huize van den Logementshouder R. Seinen te Diever, aanbesteden het bouwen van een roomboterfabriek te Diever, met bijlevering van materialen.
Bestek en teekening liggen van af heden ter inzage bij genoemden Seinen.
Aanwijzing zal plaats hebben op den dag der aanbesteding, ’s morgens 11 uur.
Diever, 25 maart 1899.
Het bestuur

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Een coöperatie is een groep -in dit geval een vereniging- van producenten -in dit geval melkproducerende boeren- die samenwerken om marktaandeel en economische macht te veroveren en te vergroten.
De bouw van de roomboterfabriek aan het Katteneinde in Deever was een reactie van de boeren in Deever, De
everbrogge, Oldendeever, Kalteren, ’t Noord, Wittelte en ’t Moer op de particuliere melkfabriek an de Deeverbrogge van de Nijensleekse ondernemer Jan Frederik Hilkemeijer (geboren op 13 december 1858 te Nijensleek, overleden op 23 juni 1935 te Groningen). Blijkbaar bood deze ondernemer (veel) te weinig voor de melk van de boeren uit de omgeving.
De aanbesteding vond plaats in de gelagkamer van het café-logement van Roelof Seinen an de Heufdstroate in Deever.
De redactie zal trachten een passende foto bij dit bericht te plaatsen.

Posted in Deever, Landbouw, Süvelfubriek Deever | Leave a comment

Un landbouwtrekmotor an ’t waark in de Olde Willem

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 5 januari 2015 van de heer Paul Gols, woonachtig op Zorgvlied, bijgaande tekst en fraaie foto -een afdruk van een glasplaatnegatief- van ontginningswerkzaamheden in de Olde Willem. De redactie is de heer Paul Gols bijzonder erkentelijk voor het beschikbaar stellen van deze historisch waardevolle afbeelding.

Deze foto is afkomstig uit de collectie van Wessel Jansema, een kleinzoon van de rentmeester van ‘De Drie Provinciën’, die in de jaren 1911-1920 onder meer de ontginningen in de Olde Willem leidde. Op de foto is heel veel werkvolk bij een stoom- of benzinetrekker met nummerplaat G2673 te zien en mogelijkerwijs ook de rentmeester zelf en de eigenaar van de te ontginnen gronden.

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 15 februari 2015 van de heer Hans Salverda de volgende reactie op de bijgaande foto. De redactie is de heer Hans Salverda bijzonder erkentelijk voor deze bijdrage.

Dit is een prachtige foto van de ontginning en wat een grote groep mensen.
Het kenteken van de ’trekker’ geeft aan dat deze afkomstig was uit de provincie Noord-Holland.
Naast Wessel Jansema kunnen nog enkele andere namen genoemd worden, zoals Arthur Bigot en Floris Vos.
Floris Vos woonde in het Gooi en mogelijk heeft hij gezorgd dat deze trekker naar Oude Willem is gebracht en kon worden ingezet bij de ontginning. Deze Floris Vos was een kleurrijk figuur en had een landelijke partij opgericht om de tolwegen in Nederland af te schaffen. Voor deze partij zat hij ook in de Tweede Kamer. Hij ligt begraven op het kerkhof van Naarden.
Arthur Bigot was ook medewerker van de Heidemaatschappij en zijn vrouw heeft volgens het telefoonboek, dat onlangs in ut Deevers Archief is gepubliceerd, nog gewoond in het huis Goede Weide dat nu nog in Oude Willem staat. De camping van de familie Theunissen heeft dezelfde naam: Groene Weide.
Arbeiders die bij Arthur Bigot (op zijn Frans uitgesproken als Biegoo) werkten zeiden al gauw dat ze ‘bij God’ werkten………..

Aantekeningen van de redactie van Ut Deevers Archief van 16 januari 2022

De redactie citeert uit het boek ‘Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 3. Landbouw, voeding’ van A.A.A.de la Bruhèze, H.W. Lintsen, A. Rip,  J.W. Schot op bladzijde 29 de volgende tekst:
Een jaar na een eerste proef in 1911, schafte de Heidemij een uit Groot-Brittannië afkomstige ‘motorploeg’ aan. Deze machine combineerde het voordeel van een veel grotere wendbaarheid met een bredere inzetbaarheid.
Kort daarna, in 1913, zette de N.V. Landontginningsmaatschappij ‘De Drie Provinciën’ bij haar ontginningswerk in het Zuidwest-Drentse Diever de eerste ‘landbouwtrekmotor’ (lees: trekker) in ons land in: een 60 pk Caterpillar rupstrekker. De Caterpillar kon het werk van 30 ossen of paarden aan.

Bijgaande afbeelding is eveneens opgenomen op bladzijde 130 van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

Posted in de Drie Provinciën, de Olde Willem, Landbouw, Ontginning | Leave a comment

Blik, Wringe, Boekweitenveen, Giere, Kleine Kwabbik

In het Nieuwsblad van het Noorden van 18 december 1964 -alweer meer dan vijftig jaar geleden- verscheen het volgende korte bericht over de verkoop van bouwland en groenland in café Brinkzicht an de brinq in Deever.

Diever. Ten overstaan van notaris D. Botje te Dwingelo werd in café Brinkzicht te Diever bij toeslag, wegens voorgenomen beëindiging van het bedrijf, in het openbaar verkocht:
1.
Voor de heer R. Hummelen te Almelo:
Bouwland ’t Blik op de Westeres, groot 48 are 10 ca.
Kopers werden gebroeders Elting te Wittelte voor f. 3690,-.
2.
Voor de heer A. Vierhoven te Ruinerwold:
Groenland de Wringe bij de Bolderhoek, groot 97 are en 70 ca.
Koper werd de heer J. Pot te Wittelte voor f. 5650,-.
3.
Voor de  heer H.J. Bennen te Diever:
Groenland Boekweitenveen op de Westeres, groot 2.63.20 ha.
Kopers werden gebroeders Van Wester te Oldendiever voor f. 15.800,-.
Bouwland de Giere op de Hezenes, groot 46 are.
Koper werd de heer H. Offerein te Diever voor f. 3000,-.
Groenland de Kleine Kwabbik aan de Groningerweg, groot 62 are 60 ca.
Koper werd de heer W. Bakker te Diever voor f. 3440,-.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw werden bouwlanden en groenlanden aangeduid met hun eeuwen oude veldnaam. Hoe eenvoudig kon het zijn.
De heemkundige vereniging uut Deever heeft met langdurend en geduldig uitzoekwerk gelukkig zoveel mogelijk oude veldnamen in alle dorpen van de gemiente Deever in kaart gebracht. Deze hebben grote cultuurhistorische waarde. Veldnamen zijn cultureel erfgoed.
Met het in de vorige eeuw doordrukken en uitvoeren van de zo genoemde ruilverkaveling, het verdwijnen van de kleinschalige landbouw en het verdwijnen van de boerenstand uut de gemiente Deever is helaas ook het gebruik van de oude veldnamen van bouw- en groenlanden verdwenen.
Als men nu een willekeurige inwoner van de gemiente Deever vraagt waar ’t Blik, de Wringe, ‘t Boekweitenveen, de Giere en de Kleine Kwabbik liggen, dan zal die inwoner het antwoord hoogstwaarschijnlijk schuldig blijven.
Of wellicht weet die inwoner waar de Wringe heeft gelegen, omdat die veldnaam terug is te vinden op een straatnaambordje an de Deeverbrogge.
De gebroeders Elting waren Jan en Willem Elting uit Wittelte.

Jan Pot is geboren op 3 augustus 1919 in Wittelte en is overleden op 12 november 1987.
De gebroeders Van Wester waren Hendrik, Roelof Willem en Lucas van Wester uit Oll’ndeever.
H.J. Bennen is Harman Jan Bennen. Harman Jan Bennen is geboren op 3 mei 1904 in Deever.
H. Offerein is Hendrik Offerein.
W. Bakker is Willem Bakker.

Posted in Aarfgood, Cultuurhistorie, Deever, Landbouw, Veldnème | Leave a comment

Al is de crisis nog zo fel, de liefde trotseert hem wel

De hier getoonde afbeeldingen zijn in 1933 gepubliceerd in het tijdschrift Eigen Erf (geïllustreerd familieweekblad voor Overijssel en Drente).

De tekst onder de afbeeldingen luidt als volgt.
Vanwege Kieskring I van het D.L.G. werd te Diever de jaarlijksche landbouwtentoonstelling annex veekeuring en volksfeest gehouden. Links een overzicht van de keuring. Recht een wagen uit den optocht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De afkorting van het Drentsch Landbouw Genootschap is D.L.G.
De linker foto is gemaakt op het koeienmarktterrein an de Bosweg in Deever. Veel boeren in een donkere colbertjas op zondagse schoenen met zondagse pet en vaak ook met wandelstok, die gebruikt werd om een koe de maat te nemen. Het koeienmarktterrein is tegenwoordig niet meer in gebruik als onverharde parkeerplaats voor de levende koe, maar als verharde voorlopig gratis langparkeerbrink voor de heilige blikken koe.
Op de rechter foto is een versierde wagen uit de optocht te zien. Het jaar 1933 was een slecht jaar in de grote vooroorlogse economische crisis. Dat blijkt ook wel uit de toepasselijke tekst op de versierde wagen: Al is de crisis nog zo fel, de liefde trotseert hem wel.
Wie herkent mensen die op de twee afbeeldingen zijn te zien ?
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie voorzien van een goede scan van foto’s van de Deevermaarkt van vóór de Tweede Wereldoorlog ? 

Posted in Bosweg, Landbouw, Maarktturrein | Leave a comment

Aubut Kuper hef ut Grünedal veur 65 gull’n ekocht

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 30 oktober 1912 bijgaand berichtje over de afloop van de verkoop van enige landbouwgronden in de gemiente Deever.

Diever, 29 october
Ten overstaan van notaris Bon werd heden bij Seinen voor de familie Hummelen palmslag gehouden.
Koopers werden van:
Perceel 1.
Het Broekje, R. Wever voor f. 2168.
Perceel 2.
De Geeuwenmaat, mr. van Daalen, f. 2401.
Perceel 3.
De Brinkemade, in twee perceelen: 1. A. Westerhof voor f. 230, 2. voor f. 194.
Perceel 4.
Vier perceelen in de Westerma, L. Warries voor f. 1308.
Perceel 5.
De Dikte, K. Offerein voor f. 415.
Perceel 6.
Bouwland:
Westereschakker, H. Krol voor f. 182,50;
Hilgensteen, J. Smit voor f. 555;
Groote Aarlange, R. Seinen voor f. 315,50;
Kleine Aarlange, K. Timmerman voor f. 110;
Het Beentje, J. Oost voor f. 94,50;
Bottekoele, R. van Nijen voor f. 122,50;
Klootzakkien, idem voor f. 71;
Noordeschakker, R.T. Barelds te Emmen voor f. 445;
Zandakker, W. Bakker voor f. 429,50;
Steenakker, R.H. Wesseling voor f. 188,50;
Groenendal, A. Kuiper voor f. 65.
Perceel 7.
Bosgrond:
Delakker, mr. van Daalen voor f. 21,50.
Er heerschte veel animo.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Bij Seinen was in het café-logement van Roelof Seinen an de Heufdstroate in Deever.

Mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom was in 1912 nog steeds druk bezig beetje bij beetje zijn landgoed Berkenheuvel uit te breiden.
Na de opname van De Geeuwenmaat en de Delakker in het steeds groter wordende landgoed Berkenheuvel zal het gebruik van deze twee veldnamen in de volksmond verloren zijn gegaan.
Perceel 3 lag in Leggele en de percelen 4 en 5 lagen in Eemster.
Albert Kuiper, de koper van de akker met de veldnaam Groenendal, zal vast en zeker bakker Albert Kuiper uit de Peperstraat zijn geweest. Verbouwde hij zijn eigen rogge voor het bakken van roggebrood ? Zijn kleinzoon Gerard Krol weet dit wellicht uit overlevering.

Het is opvallend dat ook in 1912 de landbouwgronden niet met hun kadastrale aanduiding, maar nog steeds met hun veldnaam werden aangeduid; elke boer in Deever wist dan gelukkig voldoende.  
Wie van de olde Deeversen kent nu nog de veldnaam van bepaalde akkers buiten de bebouwing ? Wie het weet, die mag het natuurlijk de redactie melden. De redactie is zeker benieuwd naar de ligging van het akkertje met de veldnaam Klootzakkien.
De redactie verwijst voor een uitgebreid en volledig overzicht van de veldnamen in de gemiente Deever graag naar het vanuit cultuurhistorisch oogpunt uiterst belangrijke monnikenwerk van Bart Buiter met de zijnen, dat wellicht nog aanwezig is in het papieren archief van de heemkundige vereniging uit Deever. Veldnamen zijn cultureel erfgoed.
Het bouwland met de veldnaam Groenendal ligt langs de weg naar het Openluchtspel. Zie de afgebeelde fraaie zwart-wit ansichtkaart, die in 1964 is uitgegeven. 
Wie woonden toen in het witte huisje aan de weg naar het Openluchtspel en wie woonden toen in het witte keuterijtje bij het Openluchtspel ? Wie het weet, die mag het natuurlijk de redactie melden.

Posted in Aarfgood, Ansigtkoate, Bosweg, Grünedal, Landbouw, Veldnème | Leave a comment

Ut onderlinge pièrdefons van Deever

dEen van de resultaten van een aantal bezoeken van de redactie van ut Deevers Archief in de periode 2000-2008 aan wijlen Anne Mulder (uut de Aachterstroate in Deever), eerst in zijn woonplaats Gasselte, later in Assen, is het boven water komen van zijn navolgende uit 1965 daterend verslag over het 60-jarig bestaan van het ‘onderlinge paardenfonds’ van Deever (Wapse had een eigen vee- en paardenfonds). Het onderlinge paardenfonds van Deever hield stand tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw, totdat ‘de trekker’ het werkpaard in de landbouw had verdrongen. 

Wel en wee van het paardenfonds Diever van 1905 tot 1965
In een vergadering van het onderlinge veefonds te Diever werd op initiatief van Hendrik Krol en Jan Hilberts besloten dat het bestuur van dit fonds een vergadering zou doen beleggen op 27 februari 1905 ten huize van Roelof Seinen om tot oprichting van een onderling paardenfonds te geraken. De heren Hendrik Krol, Roelof van Wester, Hendrik Warries en Lucas Benning boden aan om ieder in hun omgeving de paardenhouders met genoemde vergadering in kennis te stellen en tot toetreding als lid te verzoeken.
Velen hadden aan de oproep gehoor gegeven. Alleen uit Wittelte was Lucas Benning de enige belangstellende. Op een vraag van Hendrik Offerein of de aanwezige 29 personen (houders van 43 paarden) genegen waren tot het oprichting, antwoordden allen toestemmend, zodat het fonds was geboren. Aan de hand van reglementen van naburige fondsen werd een reglement samengesteld, passend voor Diever.
Als bestuurslid werden gekozen: Lucas Benning, Hendrik Offerein, Jan Mulder Wzn., Roelof van Wester, Barteld de Ruiter en Jan Hilberts. Bij onderling overleg trok Barteld de Ruiter zich terug, zodat Jan Hilberts, die evenveel stemmen had verkregen, gekozen was. Tot schatter werden gekozen Hendrik Warries, Jan Seinen en Hendrik Krol. Bij deze verkiezingen werd buiten het voorlopig reglement om, diegene verkozen verklaard, die de meeste stemmen had verkregen.
In een vergadering op 3 maart 1905 werd het reglement nog eens bekeken en bijgewerkt. Enkele interessante artikelen hieruit zijn de volgende:
Artikel 1.
Deelnemers der vereniging kunnen worden zij, die woonachtig zijn in de gemeente Diever.
Artikel 2.
Het fonds verzekert de paardenhouders onderling tegen alle verliezen en ernstige ongevallen van paarden, behalve tegen brand en hemelvuur. Iedere deelnemer is verplicht al zijn paarden te verzekeren, ten minste één jaar oud zijnde.
Artikel 3.
De paarden, welke ter verzekering worden aangenomen, moeten bij inschrijving een waarde hebben van minstens f. 75,– en mogen niet hoger geschat worden dan f. 300,–.
Artikel 4.
Paarden van scheepsjagers en schuitvervoerders zijn van de verzekering uitgesloten.
Artikel 8.
Bij de hertaxatie in mei en november wordt van elk ingeschreven paard 5 cent aan de schatters betaald.
Artikel 9.
Opgenomen paarden moeten zijn voorzien van een brandmerk op de linker voorhoef.
Artikel 13.
De omslag bedraagt 1% van de verzekerde waarde voor gewone paarden en 1½%  voor veulenmerries, venters- en melkrijderspaarden.
Artikel 14.
Het verlies van verzekerde paarden wordt met 70% vergoed.
Het fonds treedt in werking op 1 april 1905
Na Hendrik Offerein zijn voorzitter geweest Klaas van de Berg, vanaf 1921; Jans Bult vanaf 1928, Geert Kok vanaf 1946 en Hendrik Mulder Jzn. vanaf 1957.
Jan Mulder Wzn. werd in 1941 opgevolgd door Roelof Bisschop als secretaris-penningmeester. Na een jaar vertrok deze en droeg kas en boeken over aan Lambertus Vos, die in 1957 plaats maakte voor Cornelis Klok.
Bestuursleden zijn in 1965 verder Arnold Goettsch, sedert 1930, dus al 35 jaar; Gerrit Vrielink, sedert 1950; A… Barelds, sedert 1944; J… H… H… Bult, sedert 1962; en E… Benthem, sedert 1964.
Schatter zijn Jacobus Kruid, sedert 1949; Hendrik van Wester, sedert 1950 en Jans de Ruiter, sedert 1963.
Er werd steeds in de beste harmonie samengewerkt, maar het is toch gebleken, dat ook bestuursleden wel eens kunnen steigeren. Zo legde Jan Mulder Wzn. in 1920 de functie van secretaris-penningmeester neer wegens een meningsverschil met het bestuur. Na langdurig gehaspel nam betrokkene deze functie weer aan onder beding dat voortaan enkel kreupele paarden, die geen stappend werk meer kunnen verrichten, zullen worden opgenomen door het fonds. Bovendien werd Jan Mulder Wzn. een beloning van f. 50,– per jaar toegekend.
Ook het jaar 1936 vermeldt strubbelingen in het bestuur. De bestuursleden J… H… H… Bult en Geert Kok stellen de portefeuillekwestie, maar na enig geharrewar tussen bestuursleden wordt de zaak bijgelegd en accepteren betrokkenen een herbenoeming als bestuurslid.
In 1906 probeerde G… H… Klaassen het een wijziging van het reglement gedaan te krijgen in zoverre, dat paarden van schuitenvoerders en scheepsjagers niet langer van verzekering zouden zijn uitgesloten. Men voelde daar evenwel niet voor. Het moest nog tot 1915 duren eer deze paarden wel konden worden opgenomen. In 1917 werd de premie voor veulenmerries, venterspaarden en paarden van melkrijders en scheepsjagers gelijk gesteld aan die van zogenaamde gewone paarden.
Ook al in 1906 werd overwogen de maximum-verzekerde waarde met f. 100,– te verhogen, maar het bleef bij f. 300,–. In 1909 -men sprak toen van een dure tijd- gebeurde dit wel, zodat toen hooguit f. 400,– voor een paard kon worden betaald. In 1915 werd dit bedrag verhoogd tot f. 500,– en in 1916 werd de maximum-waarde onbeperkt gelaten.
In 1913 konden ook paardenhouders uit Wateren en Zorgvlied lid worden. Met de paarden moest men voor schatting naar Diever komen.
In 1917 werd het eerste bestuurslid te Wateren benoemd, namelijk W… Barelds. Er waren toen daar al 15 leden en er was een mogelijkheid van uitbreiding.
Om door het fonds overgenomen paarden te kunnen uitbetalen, moest de bode rond bij de leden. Vele jaren fungeerde als zodanig Geert Dekker. Er wordt gesproken van een beloning van f. 5,–. Per ronde staat er niet bij. Herhaaldelijk werd op jaarvergaderingen aangedrongen om het bodelopen uit te besteden, maar het bestuur beriep zich er steeds op, dat het reglement aangaf, dat het bodelopen een bestuurszaak is. Voor verandering werd niet gevoeld, omdat men een zeer goede bode had. Echter in 1932 werd Geert de Leeuw als bode benoemd, in 1934 Willem Punt, die f. 2,80 per ronde ontving. in de loop van de volgende jaren zie we de volgende namen en bedragen per ronde: Geert de Leeuw, f. 23,74; Roelof Pouwels, f, 2,80; L… Oost, f. 2,54½; Bertus Moes, f. 2,95; Willem Punt, f. 3,75; Bertus Moes, f. 5,95 voor 3 jaar; Willem Punt, f. 7,50; en Jan Gerrits sedert 1957. In 1962 wordt een bodeloon van f. 30,– genoemd,
Dat men de belangen rond het paard in het algemeen steeds goed in het oog hield moge blijken uit het feit dat in 1908 de mededeling van Jan Mulder Wzn. op de jaarvergadering, houdende het stationeren van een dekhengst bij Hendrik Krol met ingenomenheid wordt begroet. En verder dat in 1928 en 1933 voor de tentoonstelling van kieskring I van het Drentsch Landbouw Genootschap, die te Diever wordt gehouden, een medaille beschikbaar wordt gesteld voor de rubriek jonge paarden.
Gering bezoek aan vergaderingen is niet van de laatste tijd, want in 1920 wordt besloten een kistje sigaren te verloten onder de leden, die vóór 7 uur ter vergadering aanwezig zijn, dit om het bezoek aan de vergaderingen te doen toenemen. Het heeft succes, want in 1921 zijn er 40 leden komen opdagen. /ingaande 1928 is niet 1 lid met dit kistje gaan strijken, maar is de inhoud van het kistje onder de ter vergadering aanwezige leden verdeeld, zodat een ieder het zijne had.
Niet het kistje sigaren, maar wel een sigarenkistje kwam aan de orde op de jaarvergadering in 1947. De kascommissie had geconstateerd dat een dergelijk kistje dienst deed als geldkist. Men vond dat niet deugdelijk genoeg. Een oproep onder de leden om een ongebruikte brandkast werd in overweging genomen.
De schatters deden altijd goed hun best, maar in 1937 achten sommigen het nodig de schatters er op te wijzen goede controle te houden op dampigheid en ooggebreken. De raadgeving werd door de schatters voor kennisgeving aangenomen.
Het paard had en heeft de liefde van bestuur, schatters en leden.
In 1953 werd dan ook gewezen op de ergerlijke gewoonte om werkpaarden tot laat in het najaar bij slecht weer buiten te laten lopen. Besloten werd per advertentie betrokkenen te waarschuwen dat schade hierdoor ontstaan niet vergoed zal worden.
In 1948 werd besloten afgekeurde paarden over een heel jaar ineens bij inschrijving te verkopen.
In 1954 werd erover geklaagd dat alle paarden naar het abattoir gingen, waardoor de kooplui geen kans kregen. Dit zou een gevolg zijn van een actie van het Landbouwhuis in Assen, dat had aangeraden om zulks te doen, ten einde te voorkomen, dat een afgekeurd paard een schadepost voor een volgende eigenaar zou kunnen worden of dat een ander fonds ervoor zou kunnen opdraaien. Bij een stemming hierover werd weer tot een inschrijving besloten.
Van sommige dingen wilde het fonds beslist niet weten. Dat bewijst het tot drie maal toe afwijzen van een verzoek van een lid om paarden met hogere graad (stamboek- model- of stermerries) voor een hoger bedrag in het fonds op te nemen.
Aan herdenking van jubilea van het fonds is in het verleden weinig gedaan. Er is slechts vermeld, dat het 15-jarig bestaan niet onbetuigd werd gelaten. Over het 25-jarig bestaan is niets vermeld. Het 30-jarige jubileum werd gevierd met een extra rondje.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie van ut Deevers Archief was -toen zij nog trekker en duwer en onderzoeker en samensteller van het blad van de plaatselijke heemkundige vereniging uit Deever was- voortdurend bezig met het verzamelen van mogelijke interessante artikelen voor de lezers van het blad en met het interviewen van zoveel mogelijke oude Deeversen. Dat heeft geleid tot een grote verzameling nooit in het blad van genoemde heemkundige vereniging gepubliceerde artikelen.
Anne Mulder merkte bij het bespreken van het verslag op:
Ik heb dit verslag gemaakt op verzoek van de secretaris-penningmeester Cornelis Klok. Ik vroeg een vergoeding van f. 5,– voor het verslag. Hij schrok zich wild, maar ik kreeg het geld wel.
Verrassend is dat de dorpsfiguur Geert Dekker ook bode van het paardenfonds is geweest.
De Deever-kenners worden verzocht de voornamen van de in het verslag genoemde personen te controleren en mogelijke verbeteringen door te geven aan de redactie.
Wellicht is ergens een vooroorlogse ledenlijst van het paardenfonds bewaard gebleven. De redactie wil zo’n lijst uiteraard graag publiceren.
Reeds eerder was een poging gedaan een onderling paardenfonds in Deever op te richten maar dat mislukte. Zie het navolgende op 21 maart 1903 gepubliceerde zeer korte berichtje in het Nieuwsblad van Friesland. Maar wat waren de bezwaren ?

Abracadabra-458

Posted in Boer'nlee'm, de Olde Willem, Deever, Landbouw, Wittelte, Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

Eapels rooi’n mit de mesiene in de Olde Willem

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassjus scannen en vervolgens die papperrassjus in de container voor het oude papier gooien), bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, zo nu en dan een door hem belangwekkend geachte afbeelding, in dit geval de foto op het voorblad van het maandblad Oeze Volk, nummer 8, jaargang 11, augustus 1967.

In 2016 is na ruim zestig jaren helaas een einde gekomen aan het mooie Drentstalige maandblad Oeze Volk. Het Drentstalige tijdschrift Zinnig is met ingang van 1 januari 2017 de opvolger van het maandblad Oeze Volk. Het Huus van de Toal is de uitgever van het tijdschrift Zinnig.
In augustus 1967 verscheen op het voorblad van nummer 8 van jaargang 11 van het maandblad Oeze Volk bijgaande prachtige foto van het machinaal aardappelen rooien in de Olde Willem. De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van de redactie van het tijdschrift Zinnig dit voorblad in ut Deevers Archief te tonen. De redactie van ut Deevers Archief is de redactie van Zinnig bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
Bijgaande afbeelding is slechts een zo scherp mogelijke scan van het voorblad. De redactie weet niet of in het hopelijk wel bewaard gebleven archief van het niet meer bestaande maandblad Oeze Volk het negatief of een afdruk van de in 1967 gemaakte zwart-wit foto van het aardappelen rooien met een machine in de Olde Willem bewaard is gebleven. De grote vraag is natuurlijk: wie herkent de personen op de foto ? Deze foto behoort wat de redactie van ut Deevers Archief betreft volkomen terecht tot het fotografische erfgoed van de gemiente Deever.
Vijftig jaren nadat de foto van het machinaal aardappelen rooien is gemaakt is het verbouwen van eigen landbouwproducten in de Olde Willem helaas niet meer mogelijk. De Hoge Dametjes en Heertjes Van Het Grote Gelijk Van Staatschboschbeheer In Hun Ivoren Toren In Het Verre Amersfoort hebben alle landbouwgronden in de Olde Willem met veel te schaars belastinggeld opgekocht en zijn daar nu met veel te schaars belastinggeld bezig met het verbouwen van eigen nepnatuurproducten.
Bijvoorbeeld de slingerende bedding van een zogenaamde beek in goed drainerende waterdoorlatende zandgrond, waar dus in ten minste honderdduizend jaar geen beek heeft gestroomd. Zie de kleurenfoto’s van een machinaal geschraapt fantasiebeekbed in de vaak door middel van zware handarbeid ontgonnen woeste gronden in de Olde Willem. De redactie heeft bijgaande twee kleurenfoto’s gemaakt op woensdag 19 september 2018 ten noorden van de Olde Willemsweg in de Olde Willem. Op de tweede foto is nog net een berg in groen plastic verpakte hooibalen te zien. Ut sal wè ut laeste heu’j uut de Olde Willem ewest wee’n.
Voor de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief die ut Deevers echt willen beheersen, zoals bijvoorbeeld Drentenierders (import) die druk en ernstig bezig zijn met een indeeveringcursus Deevers voor Drentenierders, volgt hier de vertaling van de titel van dit bericht: Machinaal aardappelen rooien in de Olde Willem.
En voor wie de zin Ut sal wè ut laeste heu’j uut de Olde Willem ewest wee’n niet begrijpt volgt hier de vertaling: Het zal wel het laatste hooi uit de Olde Willem zijn geweest.

Posted in Aarfgood, de Olde Willem, Landbouw, Staatsbosbeheer | Leave a comment

Metam-natrium is bij teelt van lelies weer toegestaan

Grondontsmettingsmiddelen waarin metam-natrium zit, zijn weer toegestaan. Dat schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma van Landbouw in een brief aan de Tweede Kamer. Deze ‘ontsmettingsmiddelen’ worden bijvoorbeeld gebruikt bij de teelt van lelies in de gemiente Deever.

Volgens Dijksma zijn de middelen van groot belang voor de landbouwsector. Vooral bij de teelt van lelies en aardbeien, maar ook in de boomteelt zijn ze onmisbaar. Ze bestrijden aaltjes in de grond die schadelijk zijn voor planten.
De landbouw zal wel aan verschillende voorwaarden moeten voldoen. Zo moet er een bufferzone komen van 150 meter tussen het behandelde perceel en woningen of openbare gebouwen. Verder moeten behandelde percelen veertien dagen worden afgedekt en moet het middel op minstens 20 centimeter in de grond worden ingebracht. Als laatste mag het oppervlak niet groter zijn dan één hectare.
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTBG) heeft in opdracht van de staatssecretaris onderzoek gedaan naar de effecten van de middelen met metam natrium op de omgeving. Daar zijn de verschillende beperkingen uitgekomen. Het tijdelijke verbod is met ingang van vandaag opgeheven.
Dijksma gaat met de sector overleggen over alternatieven voor metam-natrium:
“Ondanks de noodzaak van beperkende maatregelen ben ik me bewust van de gevolgen voor individuele ondernemers. Om die reden heb ik samen met de sector al stappen genomen om de alternatieven voor grondontsmetting zo snel en goed mogelijk verder te ontwikkelen”.

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden schrijft op maandag 25 augustus 2014 in zijn webstee:
Ctgb legt beperkende voorwaarden op aan gebruik metam-natrium
Het Ctgb stelt vanaf 25 augustus beperkende voorwaarden aan het gebruik van middelen op basis van metam-natrium. Met deze nieuwe aanvullende voorwaarden wordt voldaan aan het beschermingsniveau voor omwonenden en in het bijzonder die voor kinderen.
Beoordeling nieuwe gegevens
Naar aanleiding van de schorsing (28 mei 2014) van de toelating van de metam-natrium houdende gewasbeschermingsmiddelen, heeft de toelatinghouder nieuwe wetenschappelijke informatie aangeleverd. Daarnaast heeft de toelatinghouder, vanwege een herregistratie, dezelfde informatie aangeleverd aan de Belgische toelatingsautoriteit. De beoordeling van de gegevens heeft dan ook in nauwe samenspraak met België plaatsgevonden.
Hieruit blijkt dat de betreffende middelen veilig kunnen worden gebruikt met aanvullende, strikte voorwaarden; namelijk:
Een onbehandelde bufferzone van 150 meter tussen behandeld perceel en de kadastrale grens van woningen en overige verblijfsplaatsen waar mensen langere tijd verblijven, zoals winkels, scholen, bedrijven en kantoren én
Afdekking van het perceel direct na behandeling voor minstens 14 dagen met VIF (virtually impermeable film) én
Inbrengen op tenminste 20 cm diepte én
Maximaal te behandelen areaal van 1 hectare, met minimaal 150 meter afstand tussen behandelde velden.

Met deze beperkende voorwaarden zijn geen risico’s te verwachten voor omwonenden of in het bijzonder voor omwonende kinderen. Bij het bepalen van deze grens is rekening gehouden met het feit dat de verspreiding van metam-natrium afhankelijk is diverse factoren, zoals de weerscondities tijdens en na gebruik.

Posted in Landbouw, Oll'ndeever | Leave a comment

’t Is Sunt Joapik, de hongermaand is voorbij

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 25 juli 1952 verscheen het volgende bericht over het begin van de oogst van de rogge in de tijd dat de boermarke nog bestond.

Sunt Joapik
Vandaag is het Sunt Joapik, Sint Jacobi. De tijd van de rogge-oogst is als vanouds op deze dag aangebroken. Ten gevolge van het stijgen van de temperatuur in het begin van deze week is het koren hard aangerijpt. Is het niet:
Veertien dagen bluijen
Veertien dagen gruijen
Veertien dagen striepen
Veertien dagen riepen ?
Sommige landbouwers in onze omgeving zijn al in de rogge bezig. Vroeger was dat meer ‘geordend’, wat ook wel nodig was in verband met de ligging van de percelen op de es. Dan werd de tijd van het maaien en de tijd van het binnenhalen van de oogst bij algemeen overleg bepaald. Dan werd door klokkleppinge of met de boerhoorn het sein van beginnen en ophouden gegeven. De Boerwilkeur van Diever uit 1723 geeft hier nog regels voor.
Over het algemeen wordt de stand van het roggegewas goed genoemd, al zijn sommige percelen wat legerig. Men spreekt van goedgevulde aren.
Van ouds is de oogsttijd een belangrijke tijd; het is de oogst die de volkeren voeden moet. ”t Is Sunt Joapik; de hongermaand is voorbij’, zei men vroeger. Want de laatste maand vóór de rogge-oogst kon men wel eens krap zitten, vooral in de tijd toen de aardappelen nog niet bekend waren.
De tijd van de mooie maar zware arbeid, het oogsten van het gewas dat men zelf gezaaid heeft, is aangebroken. Het oude versje zegt:
‘Sint Jacobi reikt ons blij te moe,
Den overrijpen graanhalm toe,
Als weldaad uit den Hogen,
Op Landvolk, op,
’t Wordt meer dan tijd,
Dat ge die swellend’ aren snijdt,
Van zwaarte neergebogen.’

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De redactie van het Deevers Archief is bezig achter de vindplaats van die ene wilkeur van de boermarke van Deever uit 1723 te komen. Daar moeten belangwekkende regels voor het oogsten van de rogge staan.
In die jaren was het nog zo dat de bouwakkers op de nes aaneengesloten lagen en niet alle bouwakkers rechtstreeks via een weg bereikbaar waren, derhalve de akkers in een bepaalde volgorde möss’n wödd’n emeeid.
De redactie wil van bezoekers van deze webstee, die het Deeverse dialect (nog) beheersen of gaan beheersen graag vernemen wat de betekenis is van de vier werkwoorden bluij’n, gruij’n, striep’m en riep’m.
Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw werd in Deever de rogge an de miete ezet, waarna een loonbedrijf de rogge döste mit un döskaaste. Op bijgaande afbeelding zijn behoorlijk wat miet’n op de Heezenesch bee’j Deever te zien.
Het deel van de Grönnegerweg bee’j Deever van de Stienakkerweg tot an ut gesticht Aarm’mhuus was gelukkig toen nog een saandweg, was dat nu nog maar zo. Naast de saandweg lag gescheiden door betonnen paaltjes een schelpenpad voor de fietsers en de wandelaars.
De Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm Hessels uut de Kruusstroate maakte bijgaande fraaie zwart-wit foto omstreeks 1960, ongetwijfeld na 25 juli, na Sunt Joapik.
De redactie heeft de kleurenfoto van de Heezenesch bee’j Deever gemaakt op vrijdag 3 mei 2018 gemaakt. De redactie betreurt het zeer ten zeerste dat over de ooit zo schitterende maar nu vernielde Heezenesch, ooit Deevers cultureel erfgoed van buiten-categorie, een volstrekt overbodige asfaltweg loopt. De redactie raadt de Hoge Heren Van De Absolute En Onvermurwbare Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemeente Westenveld zeer ten zeerste aan deze asfaltweg te slopen en de oorspronkelijke situatie ter plekke te herstellen.

Posted in Boer'nlee'm, Boermarke van Deever, Haarm Hessels, Heezeresch, Landbouw, Topstuk | Leave a comment

De vergeten veldnamen in de gemiente Deever

In de Olde Möppeler (de Meppeler Courant) van 17 september 2012 verscheen het volgende mini-berichtje.

Boekwerkje bijna afgerond
Diever – Over enkele maanden presenteert de werkgroep van de Historische Vereniging Gemeente Diever het boekje met veldnamen in de voormalige gemeente Diever. Momenteel wordt hard gewerkt aan de afronding van de laatste items. Het is de bedoeling het boek met daarin de historische namen begin volgend jaar te presenteren.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De redactie heeft bijzonder veel respect voor het langdurende en geduldige uitzoeken van zoveel mogelijk oude veldnamen in alle dorpen van de gemiente Deever.
Wel moet beseft worden dat het boekje niet alle ooit gebruikte veldnamen bevat, want het is bekend dat aan stukken land door de tijd heen een andere naam kan zijn gegeven, niet alles was en is naspeurbaar.
Met het in de vorige eeuw doordrukken en uitvoeren van de zo genoemde ruilverkaveling, het verdwijnen van de kleinschalige landbouw en het verdwijnen van de boerenstand uut de gemiente Deever is helaas ook het gebruik van de oude namen van bouw- en weidegronden verdwenen.
Een veldnaam is soms terug te vinden op een straatnaambordje. Soms ligt zo’n straat niet op de plek van het op het straatnaambordje vermelde veld.
Zo nu en dan heeft de voorkant van het gelijk een cultuurhistorische oprisping en mogen de veldnaam-deskundigen van de plaatselijke heemkundige vereniging komen opdraven om aan straten in een dorpsuitbreiding een veldnaam te geven.
De redactie ziet graag dat ‘de veldnamen’ op de lijst van te koesteren ‘immaterieel cultureel erfgoed’ van de gemiente Westenveld worden opgenomen.
De redactie ziet dat de plaatselijke heemkundige vereniging uut Deever in haar webstee op de bladzijde Publicaties totaal geen aandacht besteed aan deze publicatie. Waarom is de belangrijkste publicatie van deze vereniging niet gewoon te koop ?

abracadabra-482

Posted in Aarfgood, Landbouw, Veldnème | Leave a comment

De melkbusnummers van de fabriek in Deever

Inleiding
In bewaard gebleven jaarverslagen van de voormalige Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmaalderij ‘Diever’ aan het Moleneinde zijn per lidnummer wel de resultaten van de kwaliteitscontroles van de geleverde melk vermeld, maar om voor de hand liggende redenen niet de bij een lidnummer behorende naam en adres van de melkleverancier.
Gelukkig wist wijlen Jannes Smit uit Westerbork wel van bijna alle naoorlogse lidnummers de bijbehorende naam.
In jaarverslag 51 (boekjaar 1949/1950) van juni 1950 worden de melkleveranciers voor het eerst met hun nieuwe nummer vermeld. Daar was slechts door vergelijking met jaarverslag 50 (boekjaar 1948/1949) achter te komen, want jaarverslag 51 maakt helaas geen melding van deze toch niet onbelangrijke hernummering.
De navolgende lijst is door wijlen Jannes Smit uit het hoofd op schrift gesteld. Op een blijk van respect voor deze prachtige prestatie reageerde hij nuchter: ‘Och ’k heb altied al ’n good geheug’n veur cijfers ehad’.
Dank zij dit opmerkelijke geheugen is nu een mooi vertrekpunt voor onderzoek naar de ‘ontboering’ van de voormalige gemiente Deever beschikbaar.
In 1948 had de zuivelfabriek van Deever een kleine tweehonderdentwintig melkleveranciers, in de zestiger jaren van de vorige eeuw liep dit aantal nog op naar meer dan tweehonderdendertig, daarna vond de ‘ontboering’ van de streek in snel tempo plaats. Thans in 2019 zijn in de hiele gemiente Deever nog slechts enkele tientallen (?) melkende boeren over.
Voor het vinden van de naam van de persoon met wie een lid getrouwd was, is dank verschuldigd aan Hendrik Mulder Jzn., Klaasje Pouwels-Punt, Helperig Smit, Wilhelmina Bult, Hilligje Bosker-de Weerd, Arend Zantinge, Piet Vrielink, Jacob Timmerman, Piet Barelds, Reinder van der Helm, Hendrik Jan Zegeren, Roelof Pot, Piet Doggen, Jan Elting, Gijsbert Jansen, Jans Tabak en vele anderen.

Toelichting van wijlen Jannes Smit, Westerbork
Elk lid van de voormalige Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmaalderij ‘Diever’ aan het Moleneinde had een eigen nummer. Dit nummer stond op de melkbussen van het lid. De hiernavolgende lijst dateert van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Na het behalen van het ULO-diploma in 1951 ben ik begonnen te werken als volontair op de zuivelfabriek van Diever. Daar heb ik verschillende afdelingen van het bedrijf doorlopen. Ik wist nu, vijftig jaar later, nog van bijna alle leden het melkbusnummer. Een enkele wist ik niet meer, maar in samenwerking met Pieter Boelens staat nu alles op papier, zoals het toen was. Bij sommige nummers is geen naam vermeld. Die nummers waren bestemd voor nieuwe of beginnende veehouders. Pieter Boelens wist mij te vertellen dat vóór de hernummering in het boekjaar 1949/1950 Jaap Hessels nummer 1 had.

De melkleveranciers met busnummers 1 tot en met 25 in 1950-1953
Toelichting van wijlen Jannes Smit uit Westerbork
Harm Moes (busnummer 1) woonde aan het begin van de Burgemeester van Oslaan. Hij was de zoon van Dirk Moes (busnummer 65), die toen bestuurslid van de zuivelfabriek was. Van hieruit werd verder genummerd over het Kasteel en de Dwarsdrift naar Jan Timmerman (busnummer 21) vlak bij de zuivelfabriek. Ook Hendrik Jan ter Mast (busnummer 22) bee’j de Dikke Stien’n en Albert van Gijssel (busnummer 23) van het Aarm’mhuus werden niet vergeten. Na de hernummering in het boekjaar 1949/1950 is nummer 24 toegewezen. Reservenummer 25 is mogelijk na mijn vertrek bij de zuivelfabriek in gebruik genomen.
Toelichting van de redactie van het Deevers Archief
In de navolgende lijst door wijlen Jannes Smit uit Westerbork zijn van de melkleveranciers wonend aan de Burgemeester van Oslaan en de Groningerweg respectievelijk het busnummer, de naam van de melkleverancier, de naam van de vrouw van de melkleverancier, het adres van de boerderij/keuterij van de melkleverancier in 1950 en het huidige adres van de nog bestaande boerderij/keuterij of op dat adres nieuw gebouwd pand vermeld
Lijst van melkleveranciers wonend aan de Burgemeester van Oslaan en de Groningerweg
1. Harm Moes Dzn, getrouwd met Janna Eggink, Burgemeester van Oslaan 1 (1950), nu Kasteel 1.
2. Teunis Mulder, getrouwd met Marie Houwer,  Burgemeester van Oslaan 27 (1950), nu Kasteel 6.
3. Jacob Oost, getrouwd met Eltje Davids, Burgemeester van Oslaan 2 (1950), nu Kasteel 3.
4. Harm Kloosterman, getrouwd met Jantje Klaster, Burgemeester van Oslaan 26 (1950), nu Kasteel 8.
5. Wolter Folkerts, getrouwd met Marie Boers, Burgemeester van Oslaan 4 (1950), nu Kasteel 7.
6. Gerard Folkerts, getrouwd met Petronella Dermois, Burgemeester van Oslaan 5 (1950), nu Kasteel 9.
7. Albert Davids, getrouwd met Evertje Vierhoven, Burgemeester van Oslaan 6 (1950), nu Kasteel 13.
8. Frederik Offerein, getrouwd met Hendrikje Jonkers, Burg. van Oslaan 29 (1950), nu Van Osstraat 2.
9. Tieme Bakker, getrouwd met Aaltje Bennen, Burgemeester van Oslaan 24 (1950), nu Van Osstraat 6.
10. Hendrik Gruppen Bzn., getrouwd met Ronkje van Nijen, Burg. van Oslaan 23 (1950), nu Van Osstraat 3.
11. Jan Gerrits, getrouwd met Aafje van der Weij, Burgemeester van Oslaan 22 (1950), nu Van Osstraat 1.
12. Klaas Fledderus, getrouwd met Fransina Fledderus, Burgemeester van Oslaan 21 (1950), nu Kasteel 12.
13. Geert van Ankorven, getrouwd met Lammigje Oost, Burgemeester van Oslaan 19 (1950), nu Kasteel 16.
14. Hendrik Moes, getrouwd met Margje Wever, Burgemeester van Oslaan 18 (1950), nu Kasteel 18.
15. Jan Klok, getrouwd met Hendrikje Pruntel, Burgemeester van Oslaan 8 (1950), nu Kasteel 17.
16. Jan Doggen, getrouwd met Margje Timmerman, Burgemeester van Oslaan 9 (1950), nu Kasteel 19.
17. Roelof van Nijen, getrouwd met Ronkje Huisman, Burgemeester van Oslaan 10 (1950), nu Dwarsdrift 24.
18. Jene Haanstra, getrouwd met Jacoba Kerssies, Burgemeester van Oslaan 12 (1950), nu Dwarsdrift 20.
19. Aaldert van Nijen, getrouwd met Aaltje Boers, Burgemeester van Oslaan 14 (1950), nu Dwarsdrift 14.
20. Hendrik Bakker, getrouwd met Hilligje Veen, Burgemeester van Oslaan 15 (1950), nu Dwarsdrift 12.
21. Jan Timmerman, getrouwd  met Aaltje de Weert, Burgemeester van Oslaan 17 (1950), nu Dwarsdrift 4.
22. Hendrik Jan ter Mast, ongetrouwd, Groningerweg 2 (1950), nu Groningerweg 3.
23. Albert van Gijssel, getrouwd met Aaltje Hagewoud, Groningerweg 3 (1950), nu Groningerweg 6.
24. Lammigje Wanningen, weduwe van Roelof Oost, Burgemeester van Oslaan 13 (1950), nu Dwarsdrift 16.
25. Reservenummer.

In 1950 waren de bewoners van de panden met adres Burgemeester van Oslaan 3, Burgemeester van Oslaan 7, Burgemeester van Oslaan 11, Burgemeester van Oslaan 13, Burgemeester van Oslaan 16, Burgemeester van Oslaan 20, Burgemeester van Oslaan 25 en Burgemeester van Oslaan 28 geen melkleverancier.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De redactie vraagt nabestaanden van de melkleveranciers, die in de lijst worden genoemd, te reageren en zo mogelijk een scherpe scan van foto’s van het boerenleven van hun ouders, overgrootouders, enzovoort, ter beschikking te stellen aan de redactie voor publicatie in het Deevers Archief.
De redactie zal de lijst zo spoedig mogelijk en bij gelegenheid verder uitbreiden met de gegevens die behoren bij de busnummers 26 tot en met 220.
Voor de jongere bezoekers van het Deevers Archief die nog niet weten wat een melkbus is en wat een melkbus met een nummer is verwijst de redactie naar het bericht Stalraam model Deever – Boerderij aan de brink

Posted in Alle Deeversen, Landbouw, Süvelfubriek Deever | Leave a comment

Veiling van goederen van Barteld de Ruiter en familie

In de Olde Möppeler (de Meppeler Courant) van 17 januari 1912 verscheen het volgende korte bericht over de uitslag van de veiling van onroerende goederen van Barteld de Ruiter en familie op 13 januari 1912.

Diever.
De heer Bon veilde op Zaterdag 13 dezer de volgende goederen voor B. de Ruiter en familie:
1. Huis en erf, inzet f. 690, gekocht voor f. 810, H. Schuring;
2. Voorste Noordma, inzet f. 1385, gekocht voor f. 1650, H. Boerhof;
3. Achterste Noordma, inzet f. 1395, gekocht voor f. 1545, R.H. Hessels;
4. Broek, inzet f. 725, gekocht voor f. 755, J. Mulder Wz.;
5. Spiek (half), inzet f. 678, gekocht voor f. 678, D. Moes;
6. Lange Blik, inzet f. 770, gekocht voor f. 830, J. bij de Berg;
7. Meunenkolk, inzet f. 335, gekocht voor f. 381,50, G. Pot;
8. Westelijke helft De Kamp, inzet f. 150;
9. Oostelijke helft De Kamp, inzet f. 155, gevoegd f. 350, H. Schuring;
10. Padakker, inzet f. 99, gekocht voor f. 106,50, J. ter Heide;
11. Molenakker, inzet f. 195, gekocht voor f. 217,50, A. Kuiper;
12. Kleine Blik, inzet f. 189, gekocht voor f. 220,50, B. Slagter;
13. Oostelijke Tip, inzet f. 125;
14. Westelijke Tip, inzet f. 125,-, gevoegd f. 251,50, R. van Kampen;
15. Breegje, inzet f. 88, gekocht voor f. 92,50, W. Oost;
16. Disselvoet, inzet f. 229, gekocht voor f. 236,50, H. Kerssies;
17. Groenewegakker, inzet f. 199, gekocht voor f. 199, H. Moes;
18. Moleneschakker, inzet f. 150, gekocht voor f. 150, A. Davids;
19. Voorste Delakker, inzet f. 76, gekocht voor f. 95,50, J. Bentum;
20. Achterste Delakker, inzet f. 26, gekocht voor f. 32, J. Bentum;
21. Voorste Slagveld, inzet f. 91, gekocht voor f. 107,50, H. Kerssies;
22. Achterste Slagveld, inzet f. 69, gekocht voor f. 100,50, B. Winters;
23. Bouwland, inzet f. 255, gekocht voor f. 294, J. Bennen;
24. Groote Blik, inzet f. 350, gekocht voor f. 395, R. Hummelen;
25. Westelijke Disselvoet, inzet f. 174, gekocht voor f. 189, J. Wesseling;
26. Oostelijke Disselvoet, inzet f. 191, gekocht voor f. 206, J. Wesseling;
27. Westerhoek, inzet f. 239, gekocht voor f. 243,50, H. Berends.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De heemkundige vereniging uit Deever presenteerde op zaterdag 18 februari 2013 de publicatie ‘Veldnamen van de gemeente Diever omstreeks 1832’. Het is een enige uitgave, waaraan de zogenaamde werkgroep ‘Veldnamen’ ruim vijf jaar heeft gewerkt. Van de publicatie is helaas maar een beperkt aantal exemplaren gedrukt en verkocht. Veel bezoekers van het Deevers Archief zullen niet beseffen wat de cultuurhistorische waarde van de veldnaam is.
In 1811 werd in Nederland het kadaster op Franse wijze in gebruik genomen. Het proces van kadastrering werd in 1832 voltooid. In het kadaster werd het eigendom van grond op systematische wijze vastgelegd.
Dat was in de gemiente Deever niet zo moeilijk, want iedereen in de omgeving wist welke veldnaam bij welk stuk grond hoorde en wie de eigenaar van dat stuk grond was.
Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw werden deze veldnamen nog in de volksmond gebruikt.
De Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk hebben in het nabije verleden straten vernoemd naar de vroegere akker, waarop de straat bij benadering is komen te liggen, bijvoorbeeld de in het krantenbericht vermelde Padakker.
In de genoemde publicatie zijn de veldnamen uit 1832 vastgelegd, welke nieuwe namen na deze periode zijn ontstaan, als gevolg van opdeling of samenvoeging, is niet terug te vinden in deze publicatie. Het kan best zo zijn dat in het krantbericht uit 1912 veldnamen staan, die in 1832 nog niet bestonden. De redactie zal nagaan of dit inderdaad het geval is.
Bij de veiling in 1912 bleef de Kamp ongedeeld bestaan, omdat de nieuwe eigenaar Hubertus Schuring de westelijke én de oostelijke helft kocht.

De Voorste Noordma en de Achterste Noordma komen niet voor in de publicatie Veldnamen, wel staat in deze publicatie in sectie D1 genaamd Wittelte de veldnaam Noordmaden (nummer 9) en in sectie D3 genaamd Wittelte staat de Noordmade (nummer 166).
De Meunenkolk of Meunekolk komt voor in de publicatie Veldnamen in sectie D1 genaamd Wittelte (nummer 146).
De Westerhoek komt voor in de publicatie Veldnamen in sectie C1 genaamd Deever (nummer 81)

Posted in Alle Deeversen, Landbouw, Veldnème | Leave a comment