In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 7 april 1905 het volgende korte bericht over de vondst van een volkomen ongeschonden urn in de buurt van het hunebed.
Diever, 6 april. In de nabijheid van het hunnebed bij ons dorp vond een arbeider op ongeveer 1 meter diepte een urn, die volkomen ongeschonden is gebleven.
De hoogte is 18 cm, de halswijdte bedraagt 49 cm, de buikwijdte 66 cm. De inhoud bestaat uit asch en gedeeltelijk verbrande beenderen. Op ongeveer anderhalven meter afstand vond men op dezelfde diepte overblijfsels van een vuur.
Het is te hopen, dat de urn voor het Drentsch museum worde aangekocht.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De vraag is wat die arbeider bewoog om in de Stienakkers een gat met een oppervlakte van een paar vierkante meters en zeker 1 meter diepte te graven. Was hij een amateur-archeoloog of deed hij werkzaamheden in opdracht van een archeoloog ? Zeker is wel dat de kleine Albert Egges van Giffen in die tijd in Deever woonde, zijn vader was dominee van de hervormde kerkgemeente van Deever en woonde in de pastorie aan de Brink. Stond hij bij het gat naar de opgraving te kijken ? Is de urn inderdaad in het Drents Museum in Assen terecht gekomen ?
Op de ansichtkaart is het hunnebed te zien, dat door professor doctor Albert Egges van Giffen in de vijftiger jaren van de vorige eeuw met veel ‘deskundige fantasie’ is ‘gerestaureerd’.