Reinder vön un stien’n biele uut de neeje stientied

De redactie van ut Deevers Archief is zich met het schaamrood op de kaken bewust van het feit dat hij in ut Deevers Archief te weinig aandacht besteedt aan het verleden van ut mooie Oll’ndeever en ook aan het hele verre verleden in de gemiente Deever. Om dit enigszins recht te zetten toont de redactie hier het navolgende bericht dat verscheen in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 12 januari 1987. Het bericht beschrijft de vondst van een stenen bijl uit de nieuwe steentijd. Reinder van der Helm, boer in Oll’ndeever, vond deze bijl bij werkzaamheden op zijn land.. 

Van der Helm sr. vindt neolitische bijl in Diever
Hier woonden dus altijd al boeren ?
Diever – Bijlen zijn in de landbouw erg belangrijk en toen Reinder van der Helm uit Diever enkele weken geleden een stenen exemplaar op zijn land vond, was hij meteen op zijn hoede. Ook zijn zoon Jan, die oudheidkundig nieuws in de kranten volgt, zag onmiddellijk de waarde van het stenen voorwerp.
Maar wat moet je met zo’n ding ? Veel weet je er niet van en wat is eigenlijk de waarde in geld uitgedrukt ? Mag je zoiets houden of moet het naar een museum ?
Van der Helm sr. besloot de krant te bellen. Hij zocht contact met een man wiens oordeel hij het meest vertrouwde, Rein Schut uit Meppel, die zo mooi over vogels schrijft. Schut waarschuwde het provinciaal museum in Assen en onze redactie en zo kwam het archeologische balletje aan het rollen, want het werd al snel duidelijk dat de stenen bijl archeologische waarde bezat. Althans dat veronderstelden de deskundigen en zo bevonden zich op een winterse dag Arnold Berbers uit Meppel, die veel van steensoorten weet, Rein Schut, de natuurman, iemand van de krant en Jaap Beukers van het provinciaal museum zich per auto onderweg naar de familie Van der Helm aan de Wittelterweg.
Tot in de verre omtrek waren er alleen de silhouetten van bospartijen en woningen te zien. Toen men aankwam bij de Van der Helms, bleek het boerenerf bezaaid met stenen, grote en kleine. Hier woonde, dat was duidelijk, een ‘stenenman’.
Wolken
Dikke sneeuwwolken pakten zich samen boven de eenzame boerderij, toen men er naar binnen ging om ‘de bijl’ te zien, misschien wel de vondst van het jaar. De nieuwsgierigheid was extra geprikkeld door de mededeling van tussenpersoon Schut, die van Van der Helm sr. had gehoord dat er grote stenen gevonden waren in diens akker. Misschien was er wel een hunebed gevonden of resten daarvan. Misschien was Van der Helm wel op een steenkistgraf gestoten, een uit zwerfkeien bestaand langwerpig graf, zoals er al eens een exemplaar gevonden is in Diever.
Van der Helm liet de groep niet lang in het ongewisse. Als een goochelaar die een konijn uit een hoge hoed tovert, stond hij plotseling op kousenvoeten in de kamer met de bijl in de hand.
Geen gat
Het ding ging van hand tot hand. Het was meteen duidelijk, het betrof hier een oorspronkelijk gladde maar door erosie-invloeden beschadigde stenen bijl van het trechterbekertype. Minstens 4700 jaar oud. Van der Helm sr.: ‘Maar er zit geen gat in voor de steel’. Jaap Beuker legde uit: Het is niet zoals nu dat ze de steel in de bijl stopten, nee, het was net andersom, ze stopten de bijl in de steel. Het drukpunt zat daarbij aan de dunne rechte zijkanten en niet aan de gewelfde onder- en bovenkant, want dan zou het hout onmiddellijk splijten. Maar men hakte er hout mee, bomen met name, en je zou versteld staan als je zag hoe effectief men er mee werkte…
Klein
Het bijltje was vrij klein, ongeveer 15 centimeter lang bij een breedte van 6 centimeter en een dikte van 4 centimeter. Het hele oppervlak was sterk geërodeerd en er liepen bruine sporen door de steenaders. Petroloog Berbers stelde na enig wikken en wegen vast dat het hoogstwaarschijnlijk anifiboliet was, vandaar de roestkleur. Maar archeoloog Beukers dacht dat de bruine kleur afkomstig was van de vindplaats niet ver van een waterloopje. Zijn vragen richtten zich dan ook onmiddellijk op een nauwkeurige beschrijving ervan. Deze kon door Van der Helm sr. worden gelokaliseerd op de door Beukers meegebrachte topografische kaarten en alles werd nauwkeurig beschreven en ingetekend.
De landbouwer had de bijl uit het land zien steken met de scherpe kant naar boven. Voor hem was de situatie zo klaar als een klontje: ‘Er hebben hier dus al mensen gewoond ?’ Met deze uitspraak bevestigde hij de in de beroepsarcheologie steeds meer gehoorde mening dat er in de meeste Drentse nederzettingsgebieden sprake is van een doorgaande bewoning vanaf neolithische tijden, toen zich hier de eerste boeren vestigden.
Ook later op de middag getuigden Van der Helm sr. en zoon Jan op een oorspronkelijke en juiste wijze over archeologische vondsten zoals bijlen te kunne oordelen.
Hunebed ?
Bij het ploegen van een akker stootten beiden op een hard voorwerp. Bij controle van de bodem ontdekten vader en zoon Van der Helm op circa 1 meter diepte een dikke kei met er omheen een serie kleinere stenen. Alles leek door mensenhand aangebracht. Beuker wist er niet goed raad mee. Een hunebed ziet er totaal anders uit en van een steenkistgraf was evenmin sprake.
Na enige discussie kwamen de aanwezigen tot d conclusie dat het oordeel moest worden opgeschort. Eerst graven, aldus Beuker, die de situatie ter plekke graag had willen onderzoeken, maar die zich in dit voornemen gehinderd zag door de bevroren grond en het donkere weer.
‘Ik kom nog wel eens terug.’, zei de provinciaal archeoloog.
Wel werden de uitgegraven stenen bekeken. Het waren imposante zwerfkeien die de nog frisse kleuren bezaten van niet aan de buitenlucht blootgestelde gesteenten. Staande bij de verzameling stenen aan de rand van het bosje boerengeriefhout, dat Van der Helm de Tippe noemde, wees Beuker op de eigenaardigheden van de zwerfkeien. Er lagen enkele fraaie zandstenen bij, die vlak zijn en plat. Op deze stenen werden de bijlen gewet. ‘Je hebt hier een paar fraaie slijpstenen liggen Van der Helm,’, zei Beuker.
De landbouwer beschreef de situatie van kort na de oorlog., hoe het er allemaal had uitgezien in het Wittelterveld. Er waren toen nog houtwallen, heideveld zelfs en veel bos. Bij het graven was hij wel eens op oude wegen gestoten. karresporen die door zandverstuivingen leidden. Ook zijn echtgenote wist nog van de verdwenen heidevegetatie en betreurde het verloren gaan van veel moois in het landschap. Dat verdween trouwens langzaam maar zeker onder een dunne laag jachtsneeuw, alleen de paaltjes van de afrasteringen en de bomen toonden hun grauwe gestalte. De talloze grote zwerfkeien hurkten als vormloze gedrochten op de grond. De avond was gevallen.
Van der Helm bleef achter met zijn trechterbekerbijl die had toebehoord aan zijn voorvaderen. Beuker had hem uitgelegd dat die bijl niet naar het museum hoefde, het was zijn eigen land en hij had zelf de vondst gedaan. Alleen bij zeer belangrijke vondsten, zoals munten, grafheuvels en dergelijke speelt de overheid mee. Maar voor Van der Helm was de bijl wel degelijk belangrijk. ‘Dat daar nou nou mensen mee hebben gewerkt.’ Schut repliceerde onmiddellijk: ‘Ja daar werkten boeren vroeger mee en dat doen ze nu nog…’

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het merkwaardige aan dit gemakkelijk leesbare bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) is dat een aparte foto van dichtbij van de gevonden stenen bijltje uit de nieuwe steentijd ontbreekt. En daar ging alles toch om ?

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds teksten op papier wil lezen en nog steeds naar afbeeldingen op papier wil kijken, die kan het bovenstaande bericht en de hier getoonde illustraties ook ten zeerste bewonderen op de bladzijde 39, 40 en 41 van het Magnus Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dit dikke zware boekwerk zijn of dit dikke zware boekwerk bij iemand in kunnen zien. Wellicht is op de één of andere webstee al een pre-owned -om maar eens een nieuw Nederlands onwoord te gebruiken- exemplaar van dit dikke zware boekwerk te koop.


This entry was posted in Oll'ndeever, Oudheidkunde. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *