Deur de haand van de vijaand vusmölt’n tot geweld

In de Nieuwe Drentse Volksalmanak: jaarboek voor geschiedenis en archeologie, uitgave 2008, was opgenomen het artikel Drentse kerkklokken in Duitse smeltkroezen van H.M. Luning. In het artikel is op bladzijde 64 van de volksalmanak de volgende tekst (afbeelding 1) over de kerkklokken in de gemiente Deever tijdens de Tweede Wereldoorlog te lezen. 

Diever.
In de hervormde dorpskerk hingen voor de oorlog twee klokken, de mannenklok van 428 kg en de vrouwenklok van 290 kg. Beiden waren in 1764 na een blikseminslag hergoten door Johannes Borchhard, een klokkengieter uit Noord-Duitsland, die zich in Groningen had gevestigd. Beide klokken werden op 16 februari 1943 uit de toren gehaald. Een klok uit Nijhuizum (Fr.) werd alarmklok voor Diever.
De mannenklok van Diever kwam uit Hamburg via Groningen terug en werd op 15 augustus 1946 weer opgehangen in de toren. De vrouwenklok bleef vermist. Dit was min of meer voorgeprogrammeerd, omdat deze klok op de eerste smeltlijst stond en de mannenklok op de vijfde lijst. Het was één van de moeilijke keuzes die Westra van Holthe heeft moeten maken.
Pas in 1956 werd de verdwenen klok van Diever vervangen. In de toelichting die Eijsbouts bij de offerte va 3december 1955 geeft, lezen we: “De stemming van de aanwezige klok stemt overeen met de diameter, dat wil zeggen een lage B of een hoge Ais, echter dichter bij de Ais komende. De hierbij in diameter bijkomende nieuwe klok zal een lage Cis of een hoge C moeten worden, derhalve min of meer tussen de C en de Cis gelegen. Het gewicht hiervan zal ongeveer 260 moeten zijn. Nu de gelegenheid daartoe aanwezig is, zouden wij U willen voorstellen de nieuwe klok te stemmen in aanwezigheid van de oude klok, die dan tevens een goede en wenselijke schoonmaakbeurt krijgt door zandstralen. Tegelijk kan dan de nieuwe luidas en klepel precies passend worden gemaakt en daarmede dan tevens het luidtempo goed passend met de nieuwe klok geregeld worden.” En zo gebeurde het dat de grote klok werd vervoerd naar de fabriek in Asten. De nieuwe klok kreeg een C/Cis toon. Het opschrift luidt: In 1943 door ’s vijands hand versmolten tot geweld, werd ik in 1956 opnieuw gevormd. Nu roep ik de levenden wanneer zij God zoeken en begeleid de doden, opdat zij hem vinden. Gegoten door de Nederlandse Klokkengieterij B. Eijsbouts te Asten voor de Gemeente Diever.” ’s Morgens op bevrijdingsdag 1957 werden de klokken in de juist gerestaureerde toren voor het geluid.
De 40 kg zware van de vroegere katholieke kapel te Zorgvlied, gegoten in 1897 door Petit en Fritsen, was in de later aldaar gebouwde hervormde kerk gehangen en is bewaard gebleven, omdat ze ter plaatse voor alarmdoeleinden gebruikt zou worden. Burgemeester Meiboom had namelijk geprotesteerd, omdat de klok van Diever niet te horen was in het verre Zorgvlied. In de nieuwe katholieke te Zorgvlied werd in 1924 een grotere klok gehangen, die op de lijst voor vordering ontbreekt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De toren en de klokken in de toren aan de brink van Deever waren van de burgerlijke gemiente Diever en niet van de hervormde gemiente Deever. De grote vraag is dus wat J. Westra van Holthe te Assen, secretaris van het College van Toezicht op de Hervormde Gemeenten in Drente van doen had met het vorderen van de klokken in de toren aan de brink door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.

Afbeelding 1

This entry was posted in Toor'n an de brink. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *