Gevechtshandelingen op 9 april 1945 aan de Geeuwenbrug
Een stick van vijftien Franse parachutisten van de Special Air Service (S.A.S.) kwam in de nacht van 7 op 8 april 1945 in de buurt van de Grönnegerweg bee ut Aarm’mhuus neer. Op 9 april 1945 kwamen de parachutisten voor het eerst in actie tegen de Duitsers, nadat ze 8 april 1945 hadden besteed aan het installeren van een kamp, het verkennen van de omgeving en het leggen van contacten met het plaatselijke verzet.
Franse parachutisten hielden de wacht aan de rijksweg Meppel-Assen, nabij de woning van Albert Oostra [1], [2] te Geeuwenbrug, gemeente Diever. Er passeerden voor zover bekend op 9 april 1945 Duitsers en Nederlanders, die door de parachutisten werden staande gehouden. Twee Duitsers gaven zich onmiddellijk over en werden door de Fransen ingerekend. Vier der Nederlanders, te weten: Sijtse van der Bij, oud 25 jaren, rechercheur van politie, wonende te Amsterdam [3]; Cornelis Charles Dierikx, oud 34 jaren, rechercheur van politie, wonende te Amsterdam [4]; Pieter Luchtenberg, oud 37 jaren, rechercheur van politie, wonende te Groningen [5]; Geert Steenbergen, oud 28 jaren, bedrijfsleider ijzerhandel, wonende te Groningen, deze laatste ook een politiefunctie bekledende [6]; trachten aan de haal te gaan. De eerst drie genoemden werden op staande voet neergeschoten en aan de kant van de weg gelegd. Genoemde Steenbergen sprong in de Drentsche Hoofdvaart, doch werd door de parachutisten daarbij dodelijk getroffen door een schot.
De vijfde Nederlander, die zich ook daar bevond, schijnt aanvankelijk niet aan de haal te zijn gegaan. Hij moet door de Fransen bij de drie doden aan de kant van de weg zijn gebracht, waar men hem én in de borst én in de nek geschoten moet hebben.
Desondanks schijnt hij in leven te zijn gebleven, daarbij misschien voor schijndode [7] te hebben gespeeld. Naderhand is een Duitse Rode Kruisauto verschenen, die, naast de één of meer gesneuvelde Duitsers, die zich aldaar hebben bevonden, deze Nederlander hebben meegenomen.
Het lijk van Steenbergen is naderhand uit de Drentse Hoofdvaart opgehaald en overgebracht naar het lijkenhuisje te Diever door de Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.) te Diever. De papieren die op het lijk werden aangetroffen, zijn meegenomen door de B.S. te Dwingelo, doch later naar Diever overgebracht, omdat zich daar ook het lijk van Steenbergen bevond. Ook de lijken van Van der Bij, Dierikx en Luchtenberg zijn naar Diever gebracht en met het lijk van Steenbergen op de algemene begraafplaats te Diever in één graf ongekist begraven. Van deze vier overlijdensgevallen zijn overlijdensakten opgemaakt op 3 mei 1945 (nummers 38 t/m 41).
De boerderij van Albert Oostra en Klaasje Dijkman aan de Drentse Hoofdvaart is op zondag 8 april 1945 na een luchtaanval vanuit een geallieerd vliegtuig op een Duitse vrachtwagen met munitie, die verscholen stond onder de bomen voor hun boerderij, zwaar beschadigd en afgebrand. De boerderij, die in de buurt van de Haarsluis stond, is niet herbouwd. De grond, waarop de boerderij stond, is nu in gebruik als weiland. (© 23-02-2006, Coen Broekema, Diever)
Notities bij het document
[1] De boerderij van de familie Albert Oostra is op 8 april 1945 afgebrand, als gevolg van een beschieting vanuit een geallieerd vliegtuig op een Duitse vrachtwagen, die onder de bomen voor de boerderij was verscholen.
[2] Verwezen wordt onder meer naar de artikelen: Bevrijding van Diever in Opraekelen 95/1; Twee verhalen van luitenant parachutist Gilles Anspach in Opraekelen 03/1; Landing in Nederland: Missie Amherst; Herinneringen van René Giguelay in Opraekelen 04/1.
[3] Hij is begraven in perk B in graf 268. Volgens overlijdensakte 38 werd hij geboren in Oostdongeradeel en woonde hij in Amsterdam.
[4] Hij is begraven in perk B in graf 61. Volgens overlijdensakte 39 werd hij geboren in Middelburg en woonde hij in Amsterdam.
[5] Hij is begraven in perk B in graf 60. Volgens overlijdensakte 40 werd hij geboren in Slochteren en woonde hij in Groningen.
[6] Hij is begraven in perk B in graf 235. Volgens overlijdensakte 41 werd hij geboren in Norg en woonde hij in Groningen.[7] Volgens een verklaring van de overlevende Nederlander, een zekere Sikkens, die een politiefunctie bekleedde en tijdelijk gedetacheerd was bij de Sicherheits Dienst (S.D.), zijn het niet de Franse parachutisten geweest, die de Nederlanders en de Duitsers hebben neergeschoten, doch Duitse Fallschirmjager, die vloeiend Duits spraken. Sikkens heeft zich inderdaad schijndood gehouden.
Bron: Archief van de voormalige gemeente Diever, dossier 200-6.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie publiceerde dit artikel in het Opraekelen 06/1, dit blad wordt uitgegeven door de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.