Oude gemeentehuis aan de brink werd verlaten

Het volgende artikel over de verhuizing van het gemeentelijke apparaat van het oude gemeentehuis aan de brink van Deever naar het noodgemeentehuis op ut Bultie is gepubliceerd in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 16 november 1955. Dit artikel is ook als bladvulling gepubliceerd in nummer 00/3 (september 2000) en 00/4 (december 2000) van Opraekelen, het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge verening uut Deever.

Uit Diever en omgeving – Oude gemeentehuis werd verlaten
Nu van de voormalige hervormde pastorie nog slechts een troosteloze puinvlakte is overgebleven is het aloude vervallen gemeentehuis aan de Brink nu ook voor sloping gereed gekomen, want eind vorige week heeft de grote verhuizing naar het tijdelijke gemeentehuis op het Bultje plaats gehad. Dit nieuwe onderkomen voor het gemeentelijke overheidsapparaat is reeds een herademing. Van ‘scheiden doet lijden’ was dan ook bij het verlaten van het oude gebouw geen sprake. Of er ook in dezen zo iets als een veurspooksel (redactie: spookachtig voorteken) was, daarover het volgende.

Muizenschemering aan de Brink
Grijs en grauw is de mistrijke dag vergleden. Langzaam hult de avond het dorp Diever in zijn donkere sluiers. Rustig en stil ligt de Brink in avondstemming. Een eenzame wandelaar, die het paadje voorlangs het gemeentehuis en de voormalige pastorie wil betreden, stuit op een bord, dat verlicht is door een rode lantaarn, dat wil aangeven dat het paadje voor verkeer is afgesloten. Over het paadje ontrolt zich een miniatuur-spoorbaan, die zijn eindpunt vindt vlak vóór het oude gemeentehuis. De oude pastorie is geheel ten offer gevallen aan slopershanden, evenals de schuur achter het gemeentehuis. Een met puinbrokken bezaaide vlakte is naast het gemeentehuis ontstaan rond welke her en der afbraakhout ligt opgestapeld.
Onze wandelaar heeft zich niet aan het bord, dat hem een halt heeft toegeroepen, gestoord en is door alle afbraak en puin heen bij het afgeleefde gemeentehuis aangekomen. Hier wordt zijn oor getroffen door ongewone geluiden in het gebouw. Het ritselt en piept er op haast lugubere wijze. Zijn aandacht is gewekt en zijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Hij stapt over het vervallen hek heen en gluurt door de ramen, die hem als holle ogen aanstaren, naar binnen. Gelukkig dat de maansikkel hem gunstig gezind is en de vertrekken in een mysterieus bleek licht hult. Hij ziet dat zich daar iets spookachtig afspeelt, dat zo sterk van het alledaagse afwijkt, dat het zijn zinnen bijna begoochelt.
Midden in het grote vertrek, dat overdag als secretarie fungeert, ontwaart hij een enorme muizen-aartsvader, tronend tussen ware heirlegers van muizen, die uit alle hoeken en gaten te voorschijn zijn gekomen. Dan neemt de oppermuis het woord: Gij die gekomen zijt van de zolders, vanuit de diverse kamers, achter het behang vandaan. Mannen uit Apeldoorn zijn gekomen en hebben onze broeders uit de pastorie verdreven en dit eerbiedwaardige gebouw tot puinhopen doen verworden. En hoe benard de woonruimtepositie ook is, we hebben deze bloedverwanten uit de pastorie inwoning verleend. Maar we zijn er nog lang niet. De vijand staat op het punt ons ook dit bolwerk te ontnemen. Ik heb hen, die hier daags werken horen zeggen: ‘Dit moet eerst weg. Dan dat. Het verhuizen begint vrijdagmiddag’. Het zal dus nodig zijn dat we ons terugtrekken naar de boerderij van Seinen. Die biedt veel ruimte en herbergt veel eten voor ons.’ Dan gaan al die grauwe diertjes naar de plaats van waar ze gekomen zijn. De man, die dit aanschouwt, herademt. Als hij vrijdagmiddag en zaterdag de heuse verhuizing aanschouwt, twijfelt hij geen opgenblik meer aan dat wat zijn voorgeslacht met het woord veurspooksel aanduidde.

Verhuizing
Zo is dan vrijdagmiddag het overbrengen van de gehele inventaris van het oude gemeentehuis naar de barak op het Bultje, dat als tijdelijk gemeentehuis zal fungeren, begonnen. Dit was een enorm karwei, dat pas zaterdagmiddag zijn beslag heeft gekregen.
De burgemeester, de gemeetesecretaris, de gemeentebode en het personeel van secretarie en gemeentewerken zijn hiervoor in de weer geweest en met het grootste plezier, omdat ze zich eindelijk verlost wisten uit dit vunzige, ongezonde, totaal uitgeleefde gebouw.
De barak die al eens als tentoonstellingslokaliteit en als noodwoning dienst deed, is verdeeld in een ruime secretarie, een burgemeesterskamer, een secretariskamer in een kleinere personeelskamer.
Als gevolg van een nieuwe vloerbedekking, een nieuw behang, een kwastje verf en doordat ze op een na alle prachtig op de zon zijn gelegen, zijn het aantrekkelijke hygiënische appartementen, die het tot een lust maken om er tijdens de overbruggingsperiode te werken. Het ligt in de bedoeling de raadsvergaderingen op de secretarie te blijven houden en de vergaderingen van burgemeester en wethouders en trouwpartijen in de burgemeesterskamer. Bij de barak is zaterdag een nieuwe kleinere loods gebouwd voor het kantoor van gemeentewerken.
Het oude gemeentehuis is woensdag meteen ook onder de slopershanden gevallen. De kop werd reeds voor het grootste gedeelte verwijderd. De terreinen met de er achter gelegen tuinen kunnen na de afbraak rijp gemaakt worden voor de bouw van het nieuwe huis der gemeente, waarvoor de aanbesteding reeds op 5 november jongstleden plaats had.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het najaar van 1955 viel het oude gemeentehuis, dat daarvoor dienst deed als lagere school en daarvoor als boerderij, onder de slopershamer. Opnieuw verdween een prachtig oud pand uit het dorp.
Het noodgemeentehuis was een houten barak op ut Bultie, gelegen aan de zo genoemde Kloosterstraat. Zou er een klooster op ut Bultie hebben gestaan ? Wat heeft de cultuurhistorische waardenkaart van de gemeente Westenveld hierover te melden ? Op ut Bultie is eigenlijk in ut Bultie, want het werkelijk hoger liggende gedeelte van de akkers lag meer in de richting van de Binnenesch en werd Scholten’s Bultie genoemd, zeg maar de bult in de akker van Scholten, derhalve zou de zo genaamde Kloosterstraat omgenaamd moeten worden naar Scholten’s Bultie, met als onderschrift: oude akkernaam.
Nadat het ambtenarencorps zich riant had gevestigd in het nieuwe gemeentehuis aan de brink vn Deever werd de barak in gebruik genomen als lesruimte voor de leerlingen van de school voor uitgebreid lager onderwijs (U.L.O).
Was het op de foto’s zichtbare spoorlijntje een gemakkelijk verplaatsbaar smalspoortje van het type Decauville ? De Decauville-deskundige bij de Zorgvlied-Wateren-Oude-Willem dependance van de heemkundige vereniging uut Deever weet daar vast wel een antwoord op.

This entry was posted in Binnenesch, Brink, Gemiente Deever, Gemientehuus, Kloosterstroate, Opraekelen. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *