Jacobus Franciscus bedaagt de nème Zorgvliet

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 15 juni 2015 verscheen het bericht ‘ Nazaat Michiel de Ruyter is naamgever Zorgvlied’, geschreven door Lourens Loyenga.

Nazaat Michiel de Ruyter is naamgever Zorgvlied
Zorgvlied – Michiel de Ruyter was een tijdgenoot van de Stellingwerfse beroemdheid Peter Stuyvesant uit Peperga, De Engelse vloot dwong gouverneur Peter Stuyvesant in 1664 tot capitulatie van ‘zijn’ Nieuw Amsterdam. Het gebied werd in bezit genomen voor de hertog van York. De naam werd veranderd in New York. De Ruyter had dat weer ongedaan kunnen maken. De Ruyter slaagde er wel in gebieden in West-Afrika te heroveren. Het lukte hem niet om de bezittingen in Noord-Amerika te ontzetten, waardoor ‘Nieuw Amsterdam’ voortaan ‘New York’ heette.
Bij de première van de film werd onlangs actie gevoerd. Volgens de betogers was De Ruyter geen held, maar ‘de beschermheer van de Nederlandse slavenhandel’ en daarmee een koloniale ‘zeeschurk’. Dat was Stuyvesant dan in feite ook. Toen Stuyvesant de macht had verloren, mocht hij van de Britten uiteindelijk gedurende de oorlog met de Engelsen ruim zes jaar in rust en vrede leven in New York. Hij woonde op zijn boerderij van 25 hectare even buiten de snel groeiende nederzetting, bijgestaan door niet minder dan vijftig negerslaven. Het heeft nooit een smet op zijn naam opgeleverd of het oprichten van een standbeeld in de weg gestaan. Ook niet dat hij Luthersen, Baptisten, Joden en Quakers zonder genade vervolgde.

Handel in suiker
Nederland verdiende in die tijd heel veel geld met de handel in suiker. Om suiker te maken had je heel veel arbeiders in het veld nodig. Daar werden slaven voor gebruikt. Deze dirty business past niet in het geromantiseerde en geïdealiseerde (film)beeld van De Ruyter en dus ook van Peter Stuyvesant. Overigens, toen De Ruyter in 1644 met Nederlandse slaven werd geconfronteerd, aarzelde hij niet hen vrij te kopen.
Eén van die nazaten van de beroemde admiraal, en nu ook filmheld. Michiel de Ruyter was de in Boyl begraven achter-achter-achter-achterkleinzoon Jacobus Franciscus de Ruyter de Wildt. Hij is een zoon van de gewezen priester en wijnkoper Jacobus de Wildt. De naam De Ruyter liep na drie huwelijken verder via de vrouwelijke lijn van zijn drie kleindochters, Jacobus is via Neeltje Engels, de tweede echtgenote van Michiel de Ruyter, een nazaat van hem.
Op 23 september 1817 werd bij Koninklijk Besluit van Willem I toestemming verleend om ‘De Ruyter’ toe te voegen aan de familienaam ‘De Wildt’. Ook De Ruyter’s wapen werd toegevoegd aan dat familiewapen.
Deze Amsterdammer Jacobus Franciscus de Ruyter de Wildt (1809-1870) was tientallen jaren als ambtenaar op Java werkzaam (employé bij het agentschap van de factorij te Semarang van de Nederlandse Handelsmaatschappij). Hij ontmoette daar ook Henriette Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt, met wie hij in 1837 trouwde. Hij had een broer, Johan Willem de Ruyter de Wildt (1812-1894) die -geheel in de familietraditie- schout-bij-nacht was. De broers zetten zich in 1841 samen in voor de oprichting van een standbeeld voor Michiel de Ruyter.
In 1860 kocht Jacobus Franciscus 860 bunder land in Klein Wateren van de Maatschappij van Weldadigheid, die in geldzorgen verkeerde. De Maatschappij had tussen 1823 en 1859 in Wateren het instituut voor de landbouw, één van de eerste landbouwscholen van ons land, bedoeld als een interne ‘kweekschool’. Het landbouwinstituut werd ook door De Ruyter de Wildt gekocht.
Op de nieuw aangekochte grond liet De Ruyter de Wildt een huis bouwen. Daarvoor werden 250.000 stenen van Willemsoord naar Zorgvlied gebracht, met paard en wagen over deels bijna onbegaanbare zandpaden. Niet alle paarden overleefden de krachtinspanning. De gronden rond de villa werden in 1862 door De Ruyter de Wildt in een advertentie al aangeduid met Landgoed Zorgvliet, zoals blijkt uit een advertentie in de Leeuwarder Courant van 18 september 1862.
Er kan dus geen discussie meer zijn over wie de naam Zorgvlied heeft ingevoerd. In 1862 betrok de familie ook nog een huize Zorgvliet bij Noordwolde. Dat imposante herenhuis werd slechts acht jaar door De Ruyter de Wildt bewoond. In die periode werd veel heide van zijn landgoed ontgonnen. Zelfs de Maatschappij van Weldadigheid was in het jaarverslag van 1866 diep onder de indruk over wat er in Zorgvlied ‘in weinigen jaren’ gepresteerd was en schreef over grasrijke weiden, vruchtbare akkers, aangename dreven en weelderige bossen op de plek waar eerst alleen heide was.

Ondernemingsgeest
Drenthe mocht volgens de Maatschappij trots zijn op de ondernemingsgeest van De Ruyter de Wildt, die kosten noch moeite had gespaard. Dat landgoed was volgens de Drentse en Asser Courant in 1869 nog zo’n 500 hectare: 70 hectare bos, 13 hectare bouwland, 30 hectare weidegrond en de rest heide. Volgens ditzelfde artikel waren in de villa ‘onderscheidende voorwerpen te zien die aan de admiraal hadden toebehoord’. Jacobus de Ruyter de Wildt bezat inderdaad familiepapieren, documenten, portretten, schilderijen, andere roerende goederen van de zeeheld Michiel de Ruyter, want die werden na zijn overlijden op 25 november 1870 door de notaris en erfgenamen toegewezen aan zijn broer Johan Willem. Die besloot schilderijen en portretten aan het rijk te verkopen vanwege de hoge kosten voor berging en restauratie.
De villa en de landgoederen Zorgvliet en Groot-Wateren werden door de familie voor samen zo’n 169.000 gulden op 14 september 1871 verkocht aan Gerardus Frederik Enger, geboren in 1830 in Semarang Oost-Indië, toen woonachtig in Arnhem. Deze was actief als landverhuurder. Het landgoed Zorgvlied (in de advertentie gespeld met een ‘d’) was 500 hectare groot en lag in de gemeenten Diever en Vledder. In april 1879 meldde de Javabode de terugkeer van Enger, die in 1880 op Java de suikerfabriek Tjebogan stichtte. Hij overleed in 1908 in Den Haag.

Lodewijk Guillaume Verwer
Op 1 juni 1879 kochten de rijke idealistische Leeuwarder advocaten Julius en Lodewijk Guillaume Verwer het landgoed Groot en Klein Wateren, alsmede Zorgvliet. Het is vooral Lodewijk Guillaume Verwer die het dorp van maar negen gezinnen (vijftig gezinsleden) onder de naam Zorgvlied verder ontwikkelde. Verwer haalde arme katholieken, speciaal uit Brabant en Limburg, over om  een beter bestaan op te bouwen in Zorgvlied. Een Roomse versie van het werk van de Maatschappij van Weldadigheid met vanaf 1880 kerkdiensten in een kapel in de villa. Daarom werd ook in 1884 de parochie door de aartsbisschop van Utrecht gesticht en een bijgebouw van de villa omgebouwd tot kerk. [De echte kerk komt er pas in 1923.] In 1887 volgende een Noordelijke Hypotheekbank (pand Aurora Dorpsstraat), een sigarenfabriek en stoomzuivelfabrieken in Elsloo en Steggerda.
Het liep echter allemaal anders dan de ondernemende Verwer zich had voorgesteld. Alleen wat kleine boeren toonden interesse. Friese boeren braken hun woningen in Friesland af en bouwden deze weer op in Zorgvlied en Wateren. Na een sukkelend bestaan vertrokken ze dan meestal weer na enige jaren. Met de industrie lukte het al evenmin. Hij zocht tabaksplanters met kinderrijke gezinnen. De sigaren- en klompenindustrie maakten een korte opgang en een snelle neergang mee. Er stond een veel te grote kerk en een veel te grote school. Tijd om van Zorgvlied een bloeiende parochie te maken, kreeg Verwer niet. Hij overleed op 8 november 1910. In de rouwadvertentie stond overigens weer ‘Zorgvliet’. Verwer liet een gehalveerd landgoed van 250 hectare na met drie villa’s, diverse boerderijen en huizen erop, weides en bouwlanden en wandelbossen.

Brand
In 1905 ging bij een enorme brand 40 hectare bos verloren en wisten soldaten nog net het dorp te redden. Van 1913 tot 1919 was ‘Castra Vetera’ onbewoond. Frederik Wilhelm Ackermann kocht het landgoed in 1919. In 1938 – na de dood van de echtgenote van Ackermann – werd het landgoed van nog maar 40 hectare (was dus ooit 860 hectare) onder de nieuwe naam ‘Castra Vetera’ voor ruim 17.000 gulden doorverkocht aan de familie Pasman uit Den Haag. Deze familie sloopte het vervallen herenhuis. Ackermann werd opzichter rijks werkverschaffing. De inboedel van Castra Vetera werd door Ackermann in 1942 geveild. Ackermann verkocht niettemin in 1952 nog hout uit ‘de bossen van Castra Vetera’.
De impact van Jacobus de Ruyter de Wildt als naamgever van het dorp Zorgvlied is dus relatief groot. En was de zeeheld Michiel Adriaanszoon de Ruyter nooit geboren, dan had het dorp Zorgvlied met die naam vermoedelijk nooit bestaan. Er is een laan naar Jacobus de Ruyter de Wildt vernoemd.
De vraag waarom hij in Boijl begraven ligt, is historisch gezien nog nooit beantwoord. Zorgvlied viel immers onder Diever. Misschien ging hij in Boijl naar de kerk. Zijn (jonk)vrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth is na haar overlijden in 1886 in Arnhem niet bijgezet in het imposante deels dus lege graf vlabbij de klokkenstoel. Ze lieten drie zonen na: Jacobus Nicolaas, Willem Jan en Alexander, de latere burgemeester van Smilde.
De twaalfde generatie na Michiel de Ruyter, marineofficier Frits de Ruyter de Wildt, hielp actief mee aan de speelfilm. Zo heeft hij vol trots georganiseerd, dat in de rouwstoet ruim 30 nazaten figureerden. Hij is voorzitter van de Stichting Michiel de Ruyter, die waakt over de nagedachtenis van de zeeheld. Het archief De Ruyter is via hem in 2013 in zijn geheel ondergebracht bij het Nationaal Archief, dat ook al het deel had dat eerder door de familie was verkocht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het artikel van Lourens Loyenga is sprake van een speelfilm.
De grote vraag is natuurlijk om welke speelfilm het gaat.
In de paragraaf ‘Brand’ staat de zin: Van 1913 tot 1919 was ‘Castra Vetera’ onbewoond.
De naam ‘Castra Vetera’ is niet juist, dit moet zijn ‘Huize Zorgvliet’. De nieuwe bewoner Frederik Wilhelm Ackermann gaf de villa de naam ‘Castra Vetera’.
De in het bericht getoonde afbeelding van Huize Zorgvlied/Castra Vetera is gekopieerd van een ansichtkaart die in het begin van de twintiger jaren van de vorige eeuw is uitgegeven

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds graag artikelen uut de gemiente Deever op papier leest, kan het hier opgenomen artikel ook ten zeerste lezen in hoofdstuk 4 Zorgvlied op de bladzijden 178, 179, 180 en 182 van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven boek Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever, het Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto van het graf van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt op de kaarkhof van Boijl (Buil) gemaakt op 4 april 2013.

This entry was posted in de Ruiter de Wildt, Landgoed Groot en Klein Wateren, Landgoed Zorgvliet, Lodewijk Guillaume Verwer, Maatschappij van Weldadigheid. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *