Category Archives: Grönnegerweg

Digitaal skildereeje van un huus an de Grönnegerweg

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag afbeeldingen van schilderijen en tekeningen en etsen van objecten in de gemiente Deever. De redactie heeft al heel wat afbeeldingen van schilderijen en tekeningen en etsen opgenomen in ut Deevers Archief. Maar hoe meer afbeeldingen van schilderijen, tekeningen en etsen van objecten in de gemiente Deever de redactie in ut Deevers Archief kan tonen, hoe liever het hem is.

De kunstenaar Hans van Leuven heeft een uitgebreide eigen webstee Hans’blog. In zijn eigen webstee zijn gegevens van hem te vinden. En bekijk ook vooral zijn webshop. Een exemplaar van het in dit bericht afgebeelde digitale schilderij is te koop via een externe partij.
De redactie is bijzonder verguld met de toestemming van kunstenaar Hans van Leuven enige Deeverse werken van hem te mogen tonen in ut Deevers Archief. Het betreft een digitaal schilderij (afbeelding 1), een aquarel (afbeelding 2) en een pentekening (afbeelding 3) van hetzelfde object, te weten de woonboerderij met adres Grönnegerweg 2 bee Deever. En nota bene mét de foto (afbeelding 4), die als voorbeeld voor deze werken heeft gediend.

Afbeelding 1
Kunstenaar Hans van Leuven heeft dit digitale schilderij van een boerderij an de Grönnegerweg bee Deever in 2023 gemaakt, met als voorbeeld de in afbeelding 4 opgenomen foto.
Het is een zogenaamd digitaal schilderij. Dat is een schilderij dat met behulp van digitale technologie is gemaakt, bijvoorbeeld met behulp van een computer of getekend en gescand worden met behulp van een muis. Dit is de eerste afbeelding van een digitaal schilderij in ut Deevers Archief. (© Hans van Leuven, 2023)

Afbeelding 2
Kunstenaar Hans van Leuven heeft dit aquarel van een boerderij an de Grönnegerweg bee Deever op 21-10-2023 gesigneerd, met als voorbeeld de in afbeelding 4 opgenomen foto. (© Hans van Leuven, 2023).

Afbeelding 3
Kunstenaar Hans van Leuven heeft deze pentekening van een boerderij an de Grönnegerweg bee Deever op 2 januari 2023 gemaakt, met als voorbeeld de in afbeelding 4 opgenomen foto. (© Hans van Leuven, 2 januari 2023).

Afbeelding 4
Deze foto van de boerderij staat aan de Groningerweg bij Diever, adres Groningerweg 2
Kunstenaar Hans van Leuven heeft deze foto gemaakt op 2 januari 2023, toen hij en zijn vrouw op vakantie waren in het mooie Drentse land. (© Hans van Leuven, 2 januari 2023).

Posted in Grönnegerweg, Kuunst in de gemiente Deever, Skildereeje, Tiekening, Wètervaarfskildereeje | Leave a comment

Hunnebedde bee Deever veural wè en veule beklöm’m

Het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger bedacht tot verbijstering en verbolgenheid van de honderdduizenden binnen- en buitenlandse Hunnebeddenbeklimliefhebbers een eigen en juridisch waardeloos verbodsbetuttelbord met de betekenis ‘Hunnebed niet beklimmen’. Zie de bijgaand afgebeelde figuur.
Het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger vindt het beklimmen van hunnebedden erg gevaarlijk.
Je zou toch maar eens van zo één herstapelde en dus al lang niet meer in originele staat verkerende stapel dikke stien’n uut Scandinavië kunnen vallen. Beschikt het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger over betrouwbare gegevens over het aantal en de ernst van de valpartijen van de 53 Drentse hunnebedden in de afgelopen tien jaren ? Of hebben de hoogdoorgestudeerde leden van het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger op een regenachtige vrijdagmiddag tijdens een uitgebreide vrijdagmiddagborrel eens flink en lekker op hun dikke duim gezogen ?
Het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger vindt het beklimmen van hunnebedden een ernstige vorm van grafschennis.
De grond onder de gerestaureerde en dus al lang niet meer in ooorspronkelijke staat verkerende en vervangbare stapels dikke stien’n uut Skandinavië is echter al zo vaak geschonden, mishandeld, afgegraven, uitgegraven, vergraven, doorploegd, gezeefd, geplunderd, dat daar dus geen urnscherfje, schedeltje of botje meer is te vinden. Het beklimmen van deze vervangbare en al duizenden jaren in onbruik geraakte stapels dikke stien’n is in de allerverste verre verte niet als grafschennis te beschouwen.
Het tonen van urnen en schedels en botjes uit hunnebedden en urnenvelden in het Hunnebeddencentrum van het Hunnenbeddenbezoekersbetuttelteam in Borger, het Drents Museum in Assen en het zo genoemde Oermuseum in Deever is als een oneindig veel grotere grafschennis aan te merken. En wat te denken van het serieuze idee van de weledelgestrenge hooggeleerde en hoogdoorgeleerde professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffen, die de grond onder alle Drentsche hunnebedden diep door zijn arbeiders liet doorploegen, zich na zijn dood te laten begraven in de steenkistheuvel bee ut Aar’mhuus an de Grönnegerweg bee Deever ?
Het zou ook zo kunnen zijn dat het Hunnebeddenbezoekersbetuttelteam van het Hunnebeddencentrum in Borger zo maar plotseling tijdens een oergezellige vrijdagmiddagborrel vindt dat door het beklimmen ernstige slijtage optreedt aan deze vervangbare en al duizenden jaren in onbruik geraakte stapels dikke stien’n.
Stel dat het bovenste deel van een dikke dekstien per beklimming gemiddeld 0,000000001 meter slijt en stel dat een deksteen ruim geschat 10000 keren per klauter- en klimseizoen wordt bezocht, dan slijt die deksteen 0,00001 meter per jaar, dus ongeveer ten hoogste 1 mm per honderd jaar.
De redactie van ut Deevers Archief hoopt ten zeerste dat de door de weledelgestrenge hooggeleerde en hoogdoorgeleerde professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffen in 1955/1956 vernielde stapel dikke stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever tot in lengte van jaren door elke, maar dan ook door elke, bezoeker uitgebreid zal worden beklommen.
De redactie van ut Deevers Archief vreest dat het betuttelteam van de beheerder van de bossen van de Nederlandse Staat (de eigenaar van de vernielde stapel dikke stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever), het betuttelteam van de heemkunduge vurening uut Deever en het betuttelteam van het zo genoemde Oermuseum uut Deever, met instemming van het betuttelteam van de Hoge Dames En Heren Van De Voorkant Van Het Odheidkundige Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever, wellicht in de persoon van de cultuurbeleidsbeïnvloeder en monumentenballoteur Bernard Stickfort, het hier afgebeelde verbodsbetuttelbordje (gij zult het hunnebed niet beklimmen) wel heel graag zullen willen plaatsen bij de vele betuttelbordjes bee de verropte staepel dikke stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 26 juni 2012.

Posted in Aarfgood, Albert Egges van Giffen, Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Un olde auto bee ut hunnebedde an de Grönnegerweg

De redactie van ut Deevers Archief is nog steeds toeroeroeroe en ondersteboven van het niet hebben kunnen bemachtigen van de hier afgebeelde uiterst unieke zwart-wit ansichtkaart met witte rand van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever. De kaart werd tijdens een lang bewust telefoonloos verblijf elders van de redactie compleet met plastic beschermhoesje te koop aangeboden. Zo’n ansichtkaart komt slechts één keer in het leven van een verzamelaar langs. De redactie bezit -helaas, helaas- geen goede scan van de hier afgebeelde ansichtkaart.
Op de ansichtkaart is te zien hoe in het verleden werd omgegaan mit ut in mekèèr esakte hunnebedde: De auto gewoon vlak naast ut hunnebedde parkeren en dan ut hunnebedde beklimmen en fotootjes nemen. Wellicht en hopelijk kon de chauffeur met zijn automobiel om ut hunnebedde rijden. Was het nu nog maar zo.

Posted in Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Un survettie mit een rère reclame onder un muffin

In het Landhotel Diever, dat gevestigd is in ut Aar’mhuus an de Grönnegerweg bee Deever, kan je bij een kopje koffie bijvoorbeeld een lekkere muffin met blauwe bessen eten. Een muffin mag niet worden verward met een cupcake. Zo’n lekkere muffin met blauwe bessen wordt geserveerd op een servetje op een schoteltje.
Op het rouwzwarte servetje onder die lekkere muffin maakt de handels-, winkeliers-, horeca-, neringdoenden- en middenstandsvereniging met de zeer merkwaardige naam ‘Diever Village of Shakespeare’ reclame voor zichzelf. Diever is helemaal niet het dorp van Shakespeare. Diever is helemaal het dorp van de echte Deevers’n. Zo’n servetje is weer een ernstig kenmerk van de in Deever heersende shakespearitis.
Dus Landhotel Diever an de Grönnegerweg bee Deever maakt niet reclame voor zichzelf, maar maakt reclame voor de handels-, winkeliers-, horeca-, neringdoenden- en middenstandsvereniging met de zeer merkwaardige naam ‘Diever Village of Shakespeare’.
De leden van de handels-, winkeliers-, horeca-, neringdoenden- en middenstandsvereniging met de zeer merkwaardige naam ‘Village of Shakespeare Diever’ denkt vette pegels te kunnen verdienen aan het uitbaten van de achternaam van die eeuwen geleden overleden oubollige toneelstukkenschrijver met zijn volkspubfilosofietjes uit Stratford aan de Avon in het Engelse graafschap Warwickshire.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de twee bijgaand afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op 1 december 2023. Het had die ochtend wat gesneeuwd an de Grönnegerweg bee Deever.

Posted in Aar'mhuus, Grönnegerweg, Shakespearitis | Leave a comment

Albert Egges’s fotoos van sien troetelhunnebedde

Van de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen is wel een trucfoto bekend waarop hij zelf met een fototoestel op een steen bee ut hunnebedde an de Grönnegerweg is te zien, maar de redactie van ut Deevers Archief had nog nooit door hem gemaakte foto’s van hunnebedden gezien, laat staan foto’s van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever. Dat was zo vlak bij zijn troetelhuisje De Keet op zijn landgoed De Heezebaarg toch echt wel het troetelhunnebedde van de pufesser. Maar die foto’s heeft hij gelukkig wèl gemaakt ! Zie de bijgaande serie afbeeldingen van zijn foto’s van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever. De pufesser was agin gien spittertie, moar wè un glasplaètefotograaf.

Afbeelding 1 – 1918
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an Grönnegerweg bee Deever te zien. De dekstenen en de draagstenen hebben zo al vele vele eeuwen in het zand van de Steenakkers gelegen. Ze hadden daar zo nog wel vele vele eeuwen kunnen blijven liggen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1918 voor onderzoeksdoeleinden gemaakt. Achter ut hunnebedde is de Heezeresch te zien. Aan de onderkant van de foto is nog net een stukje van de saandweg mit de naème Grönnegerweg te zien. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045202 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto opgenomen als plaat 109 in zijn boek ‘De hunebedden van Nederland’.

Afbeelding 2 – 1918
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an Grönnegerweg bee Deever te zien. De dekstenen en de draagstenen hebben zo al vele vele eeuwen in het zand van de Steenakkers gelegen. De namen van de twee mannen op de afgebeelde foto zijn niet bekend.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1918 voor onderzoeksdoeleinden gemaakt. De rechterkant van ut hunnebedde is de noordkant. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045215 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 3 – 1933
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an Grönnegerweg bee Deever te zien. De dekstenen en de draagstenen hebben zo al vele vele eeuwen in het zand van de Steenakkers gelegen. Ze hadden daar zo nog wel vele vele eeuwen kunnen blijven liggen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1933 gemaakt. Op de achtergrond zijn de bomen op ut Kastiel in Deever te zien  De rechterkant van ut hunnebedde is de noordkant. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045201 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 4 – 1953
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an Grönnegerweg bee Deever te zien. De dekstenen en de draagstenen hebben zo al vele vele eeuwen in het zand van de Steenakkers gelegen. Ze hadden daar zo nog wel vele vele eeuwen kunnen blijven liggen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1953 gemaakt vóór het begin van het dikke stenen stapelen. De linkerkant van ut hunnebedde is de zuidkant. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045206 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 5 – 1954
Op de hier afgebeelde foto is te zien ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever tijdens het dikke stenen opkrikken in 1954 onder directie van de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen. De zichtbare kant van ut hunnebedde is de zuidkant  De redactie van ut Deevers Archief is helaas niet bekend met de namen van de arbeiders bee ut hunnebedde. Waren het Deeversen ? Heel mooi is te zien hoe de arbeider aan de linker kant van de afbeelding een zwaar handwerktuig – een soort van dikke-stenen-krik of een soort van dikke-stenen-dommekracht – vast houdt. De arbeider in het midden – is dat Harm van Nijen ? – houdt een dikke plank vast. Ja, het is Harm van Nijen, dat hebben zijn oudste kinderen bevestigd.
Die van dik hout gezaagde dikke planken werden onder de dikke-stenen-dommekracht geplaatst, teneinde het verzakken van de dikke-stenen-dommekracht tijden het opkrikken van een deksteen te voorkomen. De meeste dekstenen zijn al opgekrikt. Het is bijzonder jammer dat de professor niet meer van dit soort bijzonder illustratieve foto’s van zijn arbeiders – sien spitterties – tijdens hun werk heeft gemaakt.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1954 gemaakt tijdens het dikke stenen opkrikken. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045212 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde foto ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 1 van het papieren blaadje Opraekelen nr. 23/3 (september 2023) van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blaadje zijn of dat papieren blaadje bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 6 – 1954
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever te zien ná het dikke stenen stapelen in 1954 onder directie van de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen. De rechterkant van ut hunnebedde is de zuidkant.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1954 gemaakt ná het dikke stenen stapelen  Het glasplaatnegatief met nummer DA3045210 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 7 – 1954
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever te zien ná het dikke stenen stapelen in 1954 onder directie van de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1954 gemaakt, uiteraard ná het dikke stenen stapelen. Hij stond voor het maken van de hier afgebeelde foto op de zandweg met de naam Grönnegerweg. De hier afgebeelde foto is waarschijnlijk de eerste foto van de zijkant van ut hunnebedde nà het dikke stenen stapelen. Blijkbaar had de professor ná het dikke stenen stapelen nog een paar kleinere stenen uit de voet van de oorspronkelijke aarden dekheuvel over, die heeft hij voor het gemak maar bee de Grönnegerweg laten plaatsen. Het glasplaatnegatief met nummer DA3045214 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 8 – 1954
Op de hier afgebeelde foto is ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever te zien ná het dikke stenen stapelen in 1954 onder directie van de oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen.
Professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de hier afgebeelde foto (glasplaatnegatief) in 1954 gemaakt, uiteraard ná het dikke stenen stapelen. Hij stond voor het maken van de hier afgebeelde foto bijna op de zandweg met de naam Grönnegerweg. Let vooral op de dikke steen aan de linkerkant van de foto. Is dat de ontbrekende deksteen ? Het glasplaatnegatief met nummer DA3045213 is aanwezig in de collectie met de naam Groninger Instituut voor Archeologie van het Drents Archief in Assen.

Afbeelding 9 – 2021
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 22 april 2021.

Posted in Albert Egges van Giffen, Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Ur möt wièr ekapt en esnujt wödd’n bee D52

De redactie van ut Deevers Archief  toont bijzonder graag afbeeldingen van ut hunnebedde D52 an de Grönnegerweg bee Deever, waaruit blijkt dat de beheerder van ut hunnebedde met de begroeiing maar wat aan het prutsen is.
Teneinde vandalisme te ontmoedigen met open terrein en daardoor met meer zicht op ut hunnebedde, liet de beheerder van ut hunnebedde met behulp van Deeverse dorpskrachten alweer heel wat jaren geleden de begroeiing om ut hunnebedde, op enkele eikebomen na, verwijderen. Het is hoog tijd voor een nieuwe, maar nu echt grondige verwijderactie, dat wil zeggen dat alle begroeiing, met inbegrip van de bomen en met inbegrip van de wortels, moet worden verwijderd.

Afbeelding 1
Topfotograaf Bas Dekker heeft deze kleurenfoto van ut hunnebedde D52 an de Grönnegerweg bee Deever gemaakt op 6 juli 2010 mei 2012, dat was vóór de grote kaalsnoeiactie (© Bas Dekker).
Afbeelding 2
Topfotograaf Bas Dekker heeft deze kleurenfoto van ut hunnebedde D52 an de Grönnegerweg bee Deever gemaakt op 21 mei 2012, dat was ná de grote kaalsnoeiactie (© Bas Dekker).

Afbeelding 3
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto van ut hunnebedde D52an de Grönnegerweg gemaakt op dinsdag 14 maart 2023. De begroeiing, met inbegrip van alle eikebomen en met inbegrip van alle wortels, moet zo snel mogelijk worden verwijderd, opdat ut hunnebedde op de Stienakkers al van verre over de Heezeresch kan worden waargenomen. In de tijd van de hunnebedbouwers was ut hunnebedde ook niet omsingeld door begroeiing.  

Posted in Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud mit kleinkiend

De redactie van ut Deevers Archief ontving bijgaand afgebeelde  zwart-wit foto van Carla Kragt, een dochter van Karel Kragt en Geertje van Gijssel. De redactie is haar bijzonder erkentelijk voor haar toestemming deze foto te mogen publiceren in ut Deevers Archief.
Geertje van Gijssel is opgegroeid in ’t Aar’mhuus an de Grönnegerweg bee Deever. Zij is een dochter van Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud.
Op de zwart-wit foto zijn te zien het echtpaar Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud en hun kleinkind Carla Kragt. De zwart-wit foto is in het najaar van 1952 gemaakt aan de zijkant van het gesticht Armenwerkhuis.
In ut Deevers Archief bevindt zich bijgaande ansichtkaart in kleur. Deze kaart is in januari 1972 uitgegeven door hotel-restaurant-manege ’t Ruterhuus an de Grönnegerweg bee Deever, telefoon 05219-1680. Op de achterkant van de kaart is ook nog vermeld: Gelegenheid voor buitenritten, paardenboxen beschikbaar.
De Nederlands Hervormde Kerk verkocht het gesticht Armenwerkhuis in 1967.
Bij de grondige verbouwing van het Armenwerkhuis in 1967-1968 zijn de siedbaanders in de hier zichtbare zijgevel vervangen door grote ramen en werden in de hier zichtbare zijgevel extra ‘stalramen’ en een zijdeur aangebracht. Zo te zien waren en zijn de ‘stalramen’ helaas niet van het model Deever. Let bij de ansichtkaart in kleuren ook op de televisieantenne, die is vastgemaakt aan de schoorsteen.
Het Armenwerkhuis werd of bleef na de grondige verbouwing een zo genoemd rijksmonument (voor zolang het duurt, want eeuwig is wel erg lang), ondanks al het gesleutel en gerommel aan de buitengevels. Zijn bij de verbouwing de originele bakstenen wel opnieuw gebruikt ? Hoe ruim worden de voorwaarden voor het verkrijgen of behouden van de status van een zo genoemd rijksmonument geïnterpreteerd ? Of is een zo genoemd rijksmonument niet meer dan een onbetrouwbaar conjunctuurgevoelig bordje aan de muur ?

Abracadabra-1234Abracadabra-1233

Posted in Aar'mhuus, Ansichtkoate, Boerdereeje, Grönnegerweg, Rieksmonement, Toeristenindustrie | Leave a comment

Neeje tieken’s op olde grond bint vut

In de digitale versie van de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 20 mei 2009 verscheen een bericht over het kunstproject ‘Nieuwe tekens op oude grond’, onderdeel van het project ‘Duusternis en Laokeblad’, dat is uitgevoerd vanwege het feit dat de gemiente Westenveld in dat jaar de culturele gemeente van Drenthe was. 

In het jaar 2009 heeft in de buurt van de al meer dan 130.000 jaar niet meer zwervende dikke stien’n van het hunnebed D52 an de Grönnegerweg bee Deever een tijdelijk kunstwerk van drie van boomstammen gemaakte ruimtelijke elementen gestaan. De maker van dit kunstwerk Mark van der Staay, die toen in Darp woonde, noemde zijn tijdelijke herbruikbare kunstwerk ‘Zwerfvolumes’.

Op 13 augustus 2018 reageerde kunstenaar Mark van der Staay uit Meppel op enige vragen van de redactie van het Deevers Archief als volgt:
Met alle genoegen geef ik toestemming voor het gebruik van de foto van de installaties.
Het hout voor het kunstwerk is in maart 2009 door mannen van Staatsbosbeheer uit het Drents-Friese Wold bij Diever gehaald en de installaties heb ik, met hulp van mijn kunstbroeder Hashuury Zhong Nai uit Meppel, ter plaatse opgebouwd.
De volumes zijn een uitbeelding van de zwervende keien na de ijstijd.
Het kunstwerk is na het culturele jaar afgebroken.
Met het hout van de volumes zijn nog diverse bouwwerken gemaakt op het Kunstveld te Uffelte in 2010 en 2011.
Het hout heeft in de kunstroute Grenzeloos Kunst Verkennen in IJhorst en De Wijk gediend als staanders voor een installatie aan de Reest.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is de heer Mark van de Staay bijzonder erkentelijk voor het mogen tonen van de foto van zijn kunstwerk ‘Zwerfvolumes’. Het is verbazingwekkend hoe hij met 36 stukken denneboomstam en een paar rollen koetouw in de vorm van drie kubusvormige elementen toch zo herkenbaar twee draagstenen en een verzakte deksteen van het vroegere hunnebed D52 heeft kunnen uitbeelden. Het tijdelijke kunstwerk heeft tevens heel subtiel de tijdelijkheid van hunnebed D52 aangegeven. Het vervallen en verzakte hunnebed D52 had nooit herstapeld mogen worden. Er is geen stap vooruit naar het verleden.
Dat de titel van het project ‘Duusternis en Laokeblad’ van de gemeente Westenveld bedacht is door met de vette portefeuille voor cultuur belaste niet-dialectsprekende Hoge Dames En Heren Van De Voorkant Van Het Onaantastbare Gelijk Van De Gemeente Westenveld mag blijken uit het woord ‘duusternis’ en het woord ‘laokeblad’.
In de gemiente Westenveld gebruiken de dialectsprekende inboorlingen het woord ‘duuster’. En het woord ‘laokeblad’ (loakeblad) is een in 2009 al meer dan zeventig jaar niet meer door de dialectsprekers gebruikt woord voor de plant met de naam grote weegbree. Bovendien is het woord ‘laokeblad’ verkeerd geschreven, want volgens de grammatica van het dialect in de gemiente Deever moet dit woord als ‘loakeblad’ worden geschreven.
Beter ware het geweest het woord ‘braannekkel’ te gebruiken, dus ‘Duuster en Braannekkel’. Zelf een in 2009 naar de gemiente Deever geïmmigreerde Westerling uit Airdenghout of Wessenair zou met enige goede wil kunnen begrijpen dat de inboorlingen van de gemiente Deever het woord ‘braannekkel’ gebruiken voor de plant met de naam brandnetel. Kunst moet branden, kunst moet diepe sporen in de geest achterlaten.
De Hoge Dames En Heren Van De Voorkant Van Het Onaantastbare Gelijk Van De Gemeente Westenveld hebben de resultaten van het tijdelijke project ‘Duusternis en Laokeblad’ ook echt als een tijdelijk niet onder de archiefwet vallend project beschouwd en dus de sporen van dit project met geschwinde spoed en in gestrekte draf definitief en voor altijd opgeruimd, want in de webstee van de gemiente Westenveld wordt met de zoekterm ‘duusternis’ of wordt met de zoekterm ‘laokeblad’ helaas geen enkel resultaat gevonden. Ech neet.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan een foto van het getoonde kunstwerk vanuit een andere positie ?



Posted in Cultuur, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Kuunst in de gemiente Deever, Verdwenen object | Leave a comment

Un trouwjurk van siede van un Fraanse parachute

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 10 april 2016 bijgaande reactie van Carla Kragt, een dochter van Karel Kragt en Geertje van Gijssel. Haar reactie ging vergezeld van de hier afgebeelde scan van de trouwfoto van haar ouders. De redactie is haar bijzonder erkentelijk voor haar bijdrage aan het beschrijven van de geschiedenis van Deever. Alle beetjes helpen. Haar moeder Geertje van Gijssel is opgegroeid in ’t Aar’mhuus an de Grönnigerweg bee Deever. Geertje van Gijssel is een dochter van Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud.

Ik ben een kleinkind van Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud.
Het bevreemde mij dat het Armenwerkhuis door de gereformeerde gemeente was opgezet, maar voor zover ik weet waren mijn grootouders hervormd.
Sommige mensen die het over het Armenwerkhuis hadden, dachten dat daar arme mensen woonden, maar mijn grootouders waren niet arm. De mensen die verzorgd werden, die waren arm. Jans en Geert waren de laatste twee mannen, die in het Armenwerkhuis werden verzorgd.
Ook kwamen in de zomer groepen jongens (padvinders ?) naar het Armenwerkhuis. Daar herinner ik mij nog een voorval van. Enige jongens hadden zout in de custard pudding gegooid en werden voor straf naar huis gestuurd. Ik zie nog voor mij hoe mijn oma in hele grote gietijzeren potten kookte voor de jongens. De groepen jongens aten in de half open schuur. De tafels waren planken op balen stro. De jongens sliepen ook in die schuur, op balen stro.
Geertje van Gijssel is mijn moeder. Zij was gehuwd met Karel Kragt. Mijn vader gaf vroeger dansles, ook in Diever. Ik weet niet of hij in Diever ook dansles gaf tijdens de oorlog, maar ik denk het wel.
Geertje was de oudste van de vier dochters van Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud.
Ik weet dat mijn oma de scepter zwaaide in het Armenwerkhuis, mede omdat mijn opa een beroerte – wat nu een TIA wordt genoemd – had gehad en als gevolg daarvan was verlamd in zijn aangezicht.
Over het einde van de oorlog in april 1945 vertelde mijn moeder ooit, dat de lijkkoets toen wel erg vaak door de Groningerweg (toen nog een zandweg) kwam. Achteraf had ze het idee dat met de lijkkoets verzetsmensen werden verplaatst of parachutisten.
Mijn moeder vertelde mij dat mijn opa en anderen aan het einde van de oorlog parachutes van de Franse parachutisten uit de bomen in het bos tegenover het Armenwerkhuis haalden. Ook haalden ze daar een Franse parachutist, die in een boom hing, naar beneden. Dat werd in het donker gedaan om geen risico te lopen.
Mijn ouders Karel Kragt en Geertje van Gijssel trouwden op 30 oktober 1945. Op hun trouwfoto -zie de bijgaande afbeelding- is het niet goed te zien, maar de trouwjurk van mijn moeder is gemaakt van stof afkomstig van een van de parachutes van de Franse parachutisten. De eerste tijd na de Tweede Wereldoorlog was alles schaars. Dus stof van een parachute, die van echte zijde was gemaakt, was zeer gewild bij de dames.
Mijn grootouders Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud zijn na hun tijd in het Armenwerkhuis verhuisd naar Ruinerwold. Daar zijn zij ook in een boerderij gaan wonen. Die boerderij kon je bezichtigen, die is nog steeds te bezichtigen. Na het overlijden van mijn grootvader is mijn grootmoeder daar nog een aantal jaren blijven wonen, waarna ze naar het bejaardenhuis in Dwingelo is gegaan, waar zij is overleden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De boerenknecht Albert van Gijssel trouwde op 15 augustus 1924 op 29-jarige leeftijd in Zuidwolde met de 20-jarige Aaltje Hagewoud.

Albert van Gijssel is geboren op 16 januari 1895 in Ruinerwold. Hij is overleden op 10 januari 1967 in Ruinerwold. Hij is een zoon van Jan van Gijssel en Geertje Ridderman. Albert van Gijssel ligt begraven op de kaarkhof van Runerwold.
Aaltje Hagewoud is op 6 juni 1904 geboren in Hoogeveen. Zij is op 8 maart 1992 overleden in Dwingel. Zij is een dochter van Theunis Hagewoud en Hilligje Schipper. Aaltje Hagewoud ligt begraven op de kaarkhof van Runerwold. 
Karel Kragt is geboren op 27 juni 1916 in Vledderveen. Hij is overleden op 30 januari 1990.
Geertje van Gijssel is geboren op 30 december 1924. Zij is op 9 augustus 2008 overleden in Deever.
Karel Kragt gaf in de Tweede Wereldoorlog dansles in het café van Klaas Marcus Balsma.
Boven de voordeur van het Armenwerkhuis is te lezen: Armenwerkhuis der Gereformeerde Gemeente van Diever, opgerigt in het jaar 1861′. In die jaren werd naast de term ‘Nederlands Hervormde Gemeente’ ook nog de term ‘Christelijk Gereformeerde Gemeente’ of ‘Gereformeerde Gemeente’ gebruikt.
Jan Havermans maakte bestek en tekeningen voor het Armenwerkhuis aan de Groningerweg, ver buiten het dorp Deever. Het Armenwerkhuis werd in 1861 gebouwd in opdracht van de diaconie van de Nederlands Hervormde Kerk. Voor de bouw van het Armenwerkhuis schreef hij met 750 gulden te hoog in. Aannemer werd Harm Roelfs Kuiper uut Deever voor het inschrijfbedrag van 725 gulden.

Abracadabra-1232

Posted in Aar'mhuus, Boerdereeje, Grönnegerweg, Kaarke an de brink, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Un kuierrontie langes de Dikke Stien’n

Het boekje ‘Drie wandelingen rond Diever’ (dit leuke boekje is aanwezig in ut Deevers Archief), dat is uitgegeven door de Provinciale V.V.V. Drente, is voor de afwisseling verluchtigd met veel pentekeningen. De redactie weet nog niet in welk jaar het boekje is uitgegeven.
Bij route 1 begint de wandelaar bij de Olde Kaarke aan de brink de lopen, giet deur de Peperstroate, slat dan linksof de Kruusstroate in, löp dan véur de Eendeveever rechtsof de Grönnegerweg in, en ziet dan na zo’n acht minuten lopen aan de linkerkant hunnebed D52 op de Stienakkers liggen.
In het boekje is op bladzijde 10 de hier getoonde pentekening van hunnebed D52 opgenomen. Het is altijd weer aardig na te gaan welke ansichtkaart of welke foto de tekenaar als inspirerend voorbeeld heeft gebruikt. De redactie denkt dat de tekenaar in dit geval de hier getoonde zwart-wit ansichtkaart uit 1968 heeft gebruikt of eentje die daar op lijkt.
De hier getoonde ansichtkaart werd uitgegeven en verkocht door Boek-en Kantoorboekhandel Fa. van Goor an de Kruusstroate in Deever. Deever is Roelof (Roef) van Goor veel dank verschuldigd. Hij heeft immers onbedoeld in de loop van zeker meer dan dertig jaren een historisch zeer waardevolle verzameling ansichtkaarten uitgegeven en verkocht.
De tekenaar heeft de creatieve vrijheid genomen de steen die op de ansichtkaart net wel aan de linkerkant is te zien, niet op te nemen in zijn tekening. Een kniesorige hunnebeddoloog die daar op let.
De hunnebeddologen van de heemkunduge vurening uut Deever zijn op wetenschappelijke gronden tot het inzicht gekomen dat rond de Dikke Stien’n minder struweel en minder bomen mogen groeien, vandaar dat een groep dorpskrachten enige jaren geleden rond het hunnebed een flinke voorraad open haardhout heeft weggekapt en weggezaagd.
De redactie van ut Deevers Archief is van mening dat ál het struweel en álle bomen rond de Dikke Stien’n moeten worden verwijderd, opdat het kale terrein rond de Dikke Stien’n gewoon weer als bouwakker met de naam Stienakkers kan worden gebruikt.

Abracadabra-1642Abracadabra-1641

Posted in Deever, Grönnegerweg, Heezeresch, Hunnebedde D52, Oudheid, Stienakkers, Tiekening | Reacties uitgeschakeld voor Un kuierrontie langes de Dikke Stien’n

Disse ansichtkoate van de Dikke Stien’n is un topstuk

In 1952 bevonden de Dikke Stien’n an de Grönnegerweg bee Deever zich nog in hun fraaie verzakte en vervallen staat. Niks mis mee. Zo hadden deze er nog steeds bij moeten liggen. Oude verzakte en vervallen tekens in oude esgrond. En overwoekerd met brömmels. Het is wel jammer dat ook in die tijd de Stienakkers niet regelmatig volledig en grondig vrij werden gemaakt van bomen en struiken.
Wat op de deze zwart-wit ansichtkaart uit 1952 is te zien is Deeverse nostalgie in het kwadraat.
Fraaie verzakte Dikke Stien’n in de Stienakkers. Wat rustgevend.
Wat een prachtig klauterspeelgoed veur kiender uut Deever. Wat rustgevend.
De Grönnegersaandweg. Wat rustgevend.
Twee pauzerende trekkers. Wat rustgevend.
Met gewone fietsen. Wat rustgevend.
En met de bepakte fietsen tegen elkaar gezet. Wat rustgevend.
Een slootwal mit brömmels. Wat rustgevend.
Roggeschoven op een bouwakker. Wat rustgevend.
Geen onrustige betuttelbordjes en betuttelpaaltjes en betuttelhekjes en betuttelstenen te bekennen. Wat rustgevend.
Geen merkwaardig en amechtig gedoe en gehijg van de hunnebeddologen van de Oerclub uut Deever. Wat rustgevend.
Geen merkwaardig en amechtig gedoe en gehijg van de vrijwilligers van de heemkundige club uut Deever. Wat rustgevend.
Nog geen resultaten van het geknutsel van de zeer hooggeleerde en doorgestudeerde professor en doctor in de oudheidkunde en Drentsch kampioen dikke stien’n stapelen Albert Egges van Giffen te zien. Wat rustgevend.
Deze ansichtkaart – een echt topstuk – is in 1952 uitgegeven door Jan Brugging (de Wiba) an de Heufdstroate in Deever. Postuum hulde veur Jan Brogg’n en Griet Oost. Wat een rustgevende kaart.

De verstokte liefhebber van afbeeldingen van ansichtkaarten op papier kan de hier afgebeelde foto van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 28 van het in 2007 uitgegeven papieren boekwerkje Voormalige Gemeente Diever in oude ansichten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Ansichtkoate, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Topstuk | Leave a comment

Op ut Deeverse hunnebedde stön un olde skure

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 64 een afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever. De foto voor deze ansichtkaart is rond 1933 gemaakt. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is aandacht besteed aan de aankoop van het hunnebed door het rijk en een globale beschrijving van ut hunnebedde door professor doctor Albert Egges van Giffen. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

64 – Heezeresch – Hunebed op de Steenakkers – ± 1933
Op 6 januari 1855 werd ter voldoening aan het Koninklijk Besluit van 28 december 1854 aan het Rijk gemeld dat op de Heezeresch in een akker van Hendrik ter Mast een hunebed lag. Op deze akker stond bij een huisje een schuur, waaronder stenen van het hunebed lagen.
Het Rijk besloot pas op 20 oktober 1871 de akker en het hunebed aan te kopen. Het Rijk verzocht wethouder Klaas Kok om met de eigenaar te onderhandelen over de aankoop en het verplaatsen van de schuur, opdat het hunebed in zijn geheel vrij zou komen.
Hendrik ter Mast was wel bereid de akker met het hunebed te verkopen. Voor de grond vroeg hij 12 gulden. Voor het verplaatsen van zijn schuur vroeg hij 200 gulden. Ook bedong hij dat een op zijn akker aanwezig voetpad over de publieke weg moest gaan lopen. Uiteindelijk ging hij accoord met een vergoeding van 88 gulden voor de schuur. Daarbij stelde het Rijk wel als voorwaarde dat deze niet hoger zou zijn, als de schuur in zo’n slechte staat zou blijken te zijn, dat deze na het afbreken niet meer zou kunnen worden herbouwd. De totale verkoopprijs kwam zo op 100 gulden te liggen. Op 2 november 1871 werd de koop gesloten. Na het afbreken van de schuur konden de daar onder liggende stenen worden blootgelegd.
De archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen beschreef het hunebed later als volgt:
Het hunebed is onregelmatig spits-eivormig. Het heeft een ongeveer noord-oostelijk-zuidwestelijk gerichte lengte-as. De ingang bevindt zich vermoedelijk aan de zuidkant, doch de plaats waar is niet zonder meer vast te stellen. Het steengraf bestaat uit minstens 10 draagstenen en totaal uit 22 stenen. Ze bestaan allen uit graniet. Toen het hnnebed nog geheel ongeschonden was, werd als bijzonderheid aangegeven dat in één der dekstenen een grote mensenhand was gegraveerd of uitgehouwen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De foto voor de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever dateert uit 1933. In de achtergrond van de afbeelding is de bebouwing van de Dwarsdrift en van ut Kastiel te zien.
Had meneer de weledelgestrenge professor doctor in de oudheidkunde Albert Eggen van Giffen het hunnebed maar nooit naar eigen inzichten ‘gerestaureerd’ ! Ut hunnebedde op bijgaande afbeelding oogt veel echter, zo zijn het mooie dikke stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
Hedendaagse slimme professoren in de oudheidkunde ‘restaureren’ niet zo maar meer een oudheidkundig object, maar proberen dit zo mogelijk zo goed en duurzaam mogelijk te ‘conserveren’, in de (vervallen) staat te houden waarin het zich bevindt, dus wat betreft dit hunnebedde plat en kort door de bocht gezegd: met de fikken er van afblijven en letterlijk saand uut de Stienakkers erover.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op maandag 2 januari 2017. Het had in de nacht van 1 op 2 januari een beetje gesneeuwd. Dat leverde toch wel weer een mooi fragmentje uit het recente verleden van ut hunnebedde op.

Abracadabra-465

Posted in Albert Egges van Giffen, Ansichtkoate, Diever, ie bint 't wel ..., Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Stienakkers | Leave a comment

De old-germaansche urn uut de Stienakkers is vöt

In de krant ‘Het nieuws van den dag: kleine courant’ is op 14 april 1905 het volgende artikeltje gepubliceerd.

In een akker bouwland, niet ver van het hunnebed te Diever, is een fraai oud-Germaansche urn gevonden, gevuld met asch, houtskool en beenderen.
Het voorwerp, dat geheel onbeschadigd is, werd aangekocht voor het Museum van Oudheden te Assen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wellicht doelde de schrijver van dit artikeltje met ‘oud-Germaansche urn’ op een ‘oude Germaansche urn’, wellicht een van de oudste Germaansche urnen, die ooit in de omgeving van Deever is gevonden.
De redactie zal pogingen doen meer gegevens van deze urn te achterhalen.
Hunnebed D52 is te vinden in de Stienakkers op de Heezeresch an de Grönnegerweg bee Deever.
Met Provinciaal Museum van Oudheden te Assen was de voorloper van het huidige Drents Museum te Assen.
De zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van ut Deevers Archief
 wordt tevens verwezen naar een ander bericht over deze vondst.

Op 24 augustus 2022 stuurde de redactie van ut Deevers Archief het volgende bericht naar het Drents Museum in Assen:
Geachte heer/mevrouw,
Ik wil graag verwijzen naar het bericht ‘Oud-Germaansche urn evön’n in de Stienakkers’. 
Ik zou graag een scherpe afbeelding (jpg.bestand) van deze urn willen ontvangen, teneinde deze aan het bericht in ut Deevers Archief toe te kunnen voegen.
Ik ben u bij voorbaat bijzonder erkentelijk voor de te nemen moeite.
Met vriendelijke groet.

Pas op 20 september 2022 stuurde het Drents Museum in Assen de volgende teleurstellende korte reactie:
Beste redactie,
We hebben in de collectieadministratie van 1905 en 1906 gezocht, maar we kunnen geen gegevens vinden over een urn gevonden in de omgeving van het hunebed te Diever.
Wij kunnen dus helaas niet herleiden om welke urn dit zou gaan.
Met vriendelijke groeten.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief van 23 september 2022
Dat is wel een zeer verontrustende reactie van een medewerker van het Drents Museum.
Het volgende is mogelijk. Het bericht in ‘Het nieuws van de dag’ was een nepbericht. De medewerker van het Drents Museum had geen zin het geval goed te onderzoeken. De urn is nota bene wel aangekocht, maar nooit in het Museum voor Oudheden terecht gekomen. De aangekochte urn is doorverkocht. De urn is anoniem in het Drents Museum aanwezig. De urn is verdwenen. De urn is gestolen. De urn is weggegooid. De urn is per ongeluk gevallen en in tienduizend stukjes gebroken. De urn is uitgeleend en nooit weer teruggebracht. Wellicht zijn nog vele andere mogelijkheden te bedenken. De administratie van het Museum van Oudheden in Assen, nu het Drents Museum in Assen, was bij alle mogelijkheden een grote puinhoop.

abracadabra-480

Posted in Deever, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde | Leave a comment

Un tiekening van ut Aar’mhuus an de Grönnegerweg

De kunstenaar Jaap Berk heeft bijgaand afgebeelde mooie pentekening van ut Aar’mhuus an de Grönnegerweg bee Deever gemaakt in december 2010. Dat is in het pad rechts naast de boom op de voorgrond te herkennen. Die pentekening is toch maar weer een mooi fragmentje uit het kunstverleden in de gemiente Deever.
De redactie van ut Deevers Archief is naarstig op zoek geweest naar gegevens van de hem tot nu toe onbekende kunstenaar Jaap Berk, maar heeft deze helaas nog niet kunnen vinden. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft wel gegevens van de kunstenaar Jaap Berk ? De redactie verneemt deze graag, teneinde deze met geschwinde spoed en in gestrekts draf aan dit bericht te kunnen toevoegen. De redactie zou ook graag willen weten of de kunstenaar deze tekening ter plekke heeft gemaakt of dat hij als voorbeeld gebruikt heeft gemaakt van een foto.
En hangt deze tekening ergens in het in het Armenwerkhuis gevestigde Landhotel Diever ?

Posted in Aar'mhuus, Grönnegerweg, Kuunst in de gemiente Deever | Leave a comment

Herinnerings an ’t Aar’mhuus an de Grönnegerweg

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 23 april 2016 van de heer Guido Schoonheim bijgaand fraai en vlot geschreven bericht over zijn herinneringen aan de mensen in het Aar’mhuus an de Grönnegerweg bee Deever. De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor. Wellicht kan hij in een tweede bijdrage meer van zijn herinneringen op papier zetten. De redactie is graag bereid ook die te publiceren in ut Deevers Archief.  

Binnenkort is Janny Goettsch-Veen in Noordwolde jarig. Ik hoop haar dan even op te zoeken; dat doe ik namelijk al 56 jaar !
Gôh, denkt u wellicht, wat interessant: een ons volkomen onbekende ‘vogel’ bericht ons even, dat een ons al even onbekende kennis van hem jarig is …
Maar het zóu kunnen zijn, dat u die namen Goettsch en Veen toch wel kent. Zij waren de eerste (en voor zover ik weet ook laatste) boeren in het voormalige Armenwerkhuis van de hervormde kerk te Diever. Piet Goettsch (afkomstig uit Zorgvlied) en Janny Veen (afkomstig uit Wapserveen) zijn met elkaar getrouwd op 29 april 1959 en zijn toen neergestreken aan de Groningerweg 3 in Diever.
In augustus stopte daar een ‘karretje dat op de zandweg reed’. Ik weet het zeker, want ik zat in dat karretje. Verder zaten daarin mijn vader en mijn moeder mijn twee zusjes; mijn broer was al te ‘oud’ om nog met de ouwelui mee op vakantie te willen.
Wij zochten een kampeerplekje, niet op een camping, maar bij een boer. Dat mochten toen alleen zogeheten kampeerpaspoorthouders: mensen, die bij de ANWB (in Ommen-Hardenberg) het kamperen hadden geleerd en zogezegd ‘gediplomeerd’ waren; dát waren mijn ouders. Papa is op verzoek van Piet Goettsch nog naar ’t gemeentehuis -schuin tegenover de kerk in Diever- geweest om één en ander te regelen.
We hebben drie weken bij Piet en Janny op het erf gestaan. Papa en mama en mijn zusjes maakten lange wandelingen. Tot aan Wateren toe, hoor !

Ik bleef liever bij boer Piet. Ik wilde leren melken. Dat kon ! Maar dan moest ik wel klompen aan, want koeien kunnen soms even op een voetje gaan staan en doet pijn. Ik was een stadsjongen en ik had geen klompen. Nou, ik ging melken op oude klompen van Piet, waar ik met mijn sandaaltjes aan precies in paste. Ik heb het melken geleerd. Ik weet nog dat mijn ‘leer-koe’ Nellie 4 was. Ze had maar drie spenen, want eentje was gesneuveld ‘an ’t stiekeldroad’. Zij was een oude tamme koe, ze was ook tam voor ‘vreemde’ stadse leerling-melkers. Ze was niet bepaald moeders mooiste, wel moeders lelijkste, maar dat interesseerde mij niet.
Het ‘boerenarbeider’ zijn beviel van weerskanten zo goed, dat ik werd uitgenodigd om het volgende jaar terug te komen. Dat heb ik gedaan. Dat heb ik tien of elf keer gedaan. En …. ik ken Piet en Janny nog altijd. We zien elkaar in elk geval op onze verjaardagen en verder zo nu en dan tussendoor. Ik was in mijn vakanties van de middelbare school áltijd in het Armenwerkhuis aan de Groningerweg 3 in Diever en later in Zorgvlied.
Piet en Janny waren niet alleen boer en boerin, maar waren óók de laatste ‘vader’ en ‘moeder’ van de laatste twee ‘armen’: Jans Grit en Geert ….. (zijn achternaam heb ik nooit gehoord). Over deze beide mannen wil ik graag iets vertellen.

Jan en Geert waren totaal verschillende mannetjes, ze waren maar klein van stuk. Ze deelden in het Armenwerkhuis samen één grote kamer. De inrichting van die kamer is gauw omschreven: daar was zogezegd ‘niks’ aanwezig. Nou ja…., in de kamer waren twee bedsteden. Die hadden nog de ouderwetse afmetingen, dat wil zeggen deze waren klein, want mensen waren vroeger kleiner. Jans en Geert pasten er perfect in. Ze hadden wel een divanbed aangeboden gekregen, maar dat vonden ze maar een neimoeds ding, dus die wilden ze niet. Zo konden ze ook ‘iets voor op de vloer’ krijgen. Ook dat vonden ze onnuttig en neimoeds. Een gewone kale plankenvloer was goed genoeg, toch ?

Zo ook het warme eten, waar Janny dagelijks voor zorgde. Daar had ze een makkie aan, want het favoriete menu van beide heren was gebakken aardappeltjes en uitgebakken spek. Nee, géén groente, want dat was ook neimoeds spul, althans als ze die dag een goed humeur hadden. Als ze een dag een minder goed humeur hadden, dan was groente knienevoer en dus niet bedoeld voor menselijke consumptie ! ’s Zondags kregen ze een waar feestmaal, want dan kregen ze ook soep en pudding.

Jans en Geert waren verschillend. Jans was altijd vrolijk, maar Geert kon zo nu en dan mopperen. Geert was namelijk de ‘opzichter’ op het boerenbedrijf. Hij had zichzelf daarvoor ‘aangesteld’, maar daar was iedereen het mee eens. Ik hoorde Geert een keer duidelijk een vloek mompelen, toen ik een volle kuip met waai ondersteboven had gereden met paard en wagen. Ik dacht toen even: je bent zeker vergeten dat dit een christelijk Armenwerkhuis is. Ik ben later dominee geworden. Ik heb Geert deze vloek nooit als ‘zonde’ aangerekend, maar slecht als ‘gebrek aan een beter woord’.

Jans hoefde op de boerderij niets te doen, want Jans kón bijna niks. Jans was niet helemaal honderd procent. Jans kon alleen aardappelen schillen. Dat deed hij zo nu en dan. Soms schilde hij de hele ochtend aardappelen ! Dat spaarde Janny dan natuurlijk veel tijd uit, tijd die zij nodig had voor het doen van de huishouding.

Jans had een speciale ‘hobby’: klokjes. Jawel, in het ‘huis’ van Jans en Geert hingen maar liefst twéé klokjes. Er hing een echt koekoeksklokje, dat ook echt koekoekte. Piet gaf zo nu en dan een ruk aan het opwind-kettinkje, daar dacht Jans zelf nooit aan.  En er hing een ombeschrijfbaar ‘geval’, dat niet liep. Buitenshuis droeg Jans altijd een polshorloge en soms tot wel vier ‘onderarmhorloges’. Let wel: Jans kon niet klokkijken. Hij en Geert konden trouwens ook niet lezen en schrijven. Als al eens iets ‘ondertekend’ moest worden -beide heren genoten AOW-, dan wees Piet even aan waar ze precies een kruisje moesten zetten. Ik heb het over de zestiger jaren van de vorige eeuw, hoor !

Eén dag in ’t jaar was echt helemaal de dag van Jans: de dag van de dorpskermis. Daar móest Jans altijd naar toe, want daar kon hij ‘voordelig’ klokjes kopen van de plaatselijke jeugd, die wel eens geluk had bij het uit zo’n schuifautomaat halen van een botterhorloge. De inkoopprijs van die botterhorloges zal vermoedelijk wel drie of vier kwartjes hebben bedragen, want de eigenaren zijn natuurlijk niet gek: de automaten zijn zó afgesteld, dat je ten minste drie of meer kwartjes moest besteden voor één botterhorloge. Maar de verkoopprijs van die ‘prullen’ (sorry kermisexploitanten) aan Jans kon wel f. 2,50 bedragen….
De dag na de kermis had Piet daardoor enig ‘maatschappelijk werk’ te doen. Dan ging hij bij de klokjesverkopers langs, om hen aan het verstand te peuteren, dat ze eigenlijk ‘crimineel’ bezig waren geweest die ‘prullen’ voor te veel geld te verkopen aan die straatarme Jans. ‘Foei, niet meer doen !’ Piet gaf het horloge terug aan de verkopers en inde het door Jans bestede geld.

Bij dit punt van Jans’s klokjes heb ik trouwens nog een leuk en echt gebeurd verhaaltje. Toen ik Jans eens op zo’n rijke-klokjes-dag vroeg, hoe laat het nou was, stroopte hij zijn linker mouw tot op de elleboog op en keek met geleerde blik op al zijn vier horloges. En toen zei hij: ‘Wil je mij dat morgen nog eens vragen, want kijk, deze klokjes zijn nog erg nieuw; ze lopen nog niet allemaal gelijk, daar ga ik vanavond mee aan de gang; dan kan ik je morgen wel vertellen hoe laat het is, snap je wel ? Ik snapte het wel. Jans was dan wel niet helemaal honderd procent, maar niet dom.

Het is wellicht aardig om te weten, hoe anno 1959 de ‘technische toestand’ op de boerderij was.  Nou, er was toen nog géén aansluiting op enige nutsvoorziening’ Het water kwam uit de pomp op het ‘nekkie’ tussen de woning en de stal. Koel helder water, van zo’n goede kwaliteit, dat het ongekookt kon worden gebruikt.
Gas was er alleen in flessen. Die je in het dorp kon kopen. Janny’s strijkijzer werkte op flessengas. In de woonkamer kon een gaslamp branden. Heerlijk koud, maar geen sfeervol licht, zal ik maar zeggen. In alle andere vertrekken was het behelpen met een olielampje, ja ook op de stal, ook op de deel, overal. Dus ook in de ‘woning’ van Jans en Geert.
Elektriciteit was er gewoon niet. Janny had een stofzuiger, die werkte op kracht, die werd ontleend aan de wielen, dus aan menselijke duwkracht.
Een wasmachine hadden ze ook niet. Janny verstond nog het ‘oude ambacht’ van wassen op de plank. Centrifuge ? Nee, waslijnen !
Melkmachine ? Nee, maar dat was met zeven koeien ook niet echt nodig.
Telefoon ? Nee, die was toen aan de Groningerweg totaal onbekend.
Ik heb alle voorzieningen zien komen. Nou ja, behalve een ordentelijke gasleiding. De gemeente Diever vond de aanleg daarvan waarschijnlijk te duur.
Voor de waterleiding moest een ‘tank’ op de koezolder komen te staan, om ten minste enige druk op het tapwater te krijgen, dan kon gewoon water uit de kraan komen. Die druk kon niet vanuit het centrum van Diever worden gerealiseerd.

Aan de telefoon-aansluiting kleeft weer een leuk verhaaltje. Dat ding deed het altijd prima, totdat Janny aan Piet had gevraagd om de voortuin eens om te spitten. Dat heeft Piet gedaan, maar met paard en ploeg. Daarna deed de telefoon raar. Het geluid viel soms zo maar weg en kwam gelukkig vaak ook weer terug, totdat het op een keer helemaal weg bleef. Toen heeft Piet alle verbindingen binnenshuis gecontroleerd. Daar was niks mee. Dan moest het probleem dus buiten zitten. De P.T.T. werd gebeld. Een man kwam de leiding vakkundig repareren. Hij zei tegen Piet, toen hij even binnen koffie kwam drinken:  ‘Wilt u dat nooit weer doen.’ Piet zei: ‘Wat wil ik nooit meer doen ?’ De man zei: ‘De tuin omspitten met paard en ploeg. Kijk, nu weet ik dat u een ploeg van 30 cm werkbreedte heeft, want de buitenkabel is om de 30 cm beschadigd. Ik heb de kabel vervangen door een nieuwe, maar de P.T.T. is natuurlijk niet gek. Ik denk niet dat u ooit nog een nieuwe buitenkabel van ons krijgt. Dus als u ooit weer eens de tuin gaat omploegen, dan zou dat wel eens definitief het einde van uw telefoonverbinding kunnen betekenen. Piet heeft nooit weer de tuin omgeploegd.

Ik heb aan Diever meer herinneringen. Zo zie ik dokter Broekema nog rijden op zijn motor met aanhangwagen. Zijn grijze kuif wapperde in de wind. Motorhelmen waren toen nog niet verplicht. Zijn colbertje wapperde ook in de wind, ik geloof dat de man een leren jas niet nodig vond. Jawel, dokter Broekema hield spreekuur op de verschillende campings in de omgeving. Ik heb me laten vertellen, dat hij dat later deed met een camper-spreekkamer.

Het zomerhuis ‘de Ossekoele’ schuin tegenover het Armenwerkhuis was -als ik me niet vergis- van professor Van Giffen. Ik heb hem daar nooit gezien, maar ik heb wel zijn dochter en haar man daar vaak in de zomer gezien, nadat de ‘vaste bewoners’, een echtpaar, naar de Veentjesweg waren verhuisd. Ik zou ook het plekje in het bos nog terug kunnen vinden, waar de professor begraven wilde worden, wat niet mocht. Dat is toch gek, hè !

Naast Piet Goettsch en Janny Veen woonde de familie Bijker. Ik herinner mijn van één van de twee zonen, dat hij zingend over het erf reed op een stokoude Solex: ‘Hij doet het weer, hij doet het weer, hij heeft vandaag weer zin !’.

Tegenover de familie Bijker woonde de familie Gerrits (Garries). Daarvan hoorde ik een keer, dat pa Gerrits niet in orde was en dat dokter Broekema was ‘ontboden’. Toen ik tegen Piet zei, dat de dokter nog steeds niet was geweest, zei Piet: ‘Ach ja, de dokter kent zijn pappenheimers hoor. Als ik de dokter bel, dan komt hij al ’s morgens. Bij Gerrits weet de dokter dat het ook best wat later in de middag kan. Gerrits is vast niet zo heel erg ziek.’

Ach ja, ik heb veel herinneringen aan Diever. Zo zaten twee zonen van dokter Broekema een keer ‘vast’ in de Groningerweg. Let wel, in pa’s Amerikaanse slee, want die had de dokter óók, maar die gebruikte hij niet voor zijn praktijk, want met zo’n ding kom je onherroepelijk een keer vast te zitten in een zandweg. Toen hebben we letterlijk ‘het paard achter de wagen’ gespannen, want zo was het Amerikaanse ding wel uit de penarie te trekken. Het waren een beetje stoute jongens, geloof ik, die twee jongens van Broekema. Mochten ze van hun pa wel met zijn auto spelen ?
De Groningerweg was toen nog een onverharde weg, het was een zandweg, met daarnaast een schelpenpattie voor de fietsers. Als ik nú nog wel eens naar het vroegere Armenwerkhuis rij, dan rij ik tot aan het vroegere Armenwerkhuis over een klinkerweg, daarna is de Groningerweg nog steeds een zandweg.

Anno 1960 was de boerderij een ‘gemengd bedrijf’. Dus ik ben zogezegd van alle markten thuis geraakt. Ik kon dus melken. Ik kon ook bij varkens waken, als die moesten bevallen. Een moedervarken is soms zo dom om op haar pasgeborenen te gaan staan. Dus was het raadzaam, dat enig ‘toezicht’ werd gehouden tijdens de bevalling. Nou, in huize Goettsch is onder mijn ‘toezicht’ een twaalfling geboren. En ja, uit een halfwilde moeder, want met die keurige roze varkens kon Piet niet overweg, dus hij had een halfwild zwijn, waar je voor moest oppassen, want madame had een indrukwekkende bek vol tanden, die ze ook wel eens wilde gebruiken. Ze hield blijkbaar wel van bijten in kuiten van mensen. Piet had ook een geheel zwart ‘hangbuikzwijn’, dat nooit enige kip of zelfs vlieg kwaad zou doen.

Die bevalling van het halfwilde zwijn, zal ik me waarschijnlijk de rest van mijn leven blijven herinneren. Piet heeft namelijk de volgende morgen één van de twaalfling afgemaakt. ‘Die is debiel’, zei hij. En een debiele big heeft te midden van zijn broertjes en zusjes geen kans van leven. De broertjes en zusjes laten zo’n big domweg verhongeren. Het is prachtig te zien hoe biggen direct na de geboorte een rangorde instellen: ‘Denk erom broertje of zusje, dit is mijn ‘knopje’ op moeders buik, daar mag jij niet aankomen, want dan krijg je een knauw van mij.’ Het is ook prachtig te zien hoe alle jonkies na het drinken mama ‘bedanken’, ze lopen naar mama’s kop en geven haar een ‘kopje’, zoals katten ook wel doen. Mama knort dan even ‘lief’ naar ze. Ja, ik ben onder de indruk gekomen van het gedrag van varkens. Varkens zijn eigenlijk ‘hoger staande’ dieren dan bijvoorbeeld koeien en paarden. Een koe of paard piest en schijt waar het haar of hem uitkomt. Een big leert die zaken te doen op veilige afstand van z’n ‘etensbordje’, want als hij dit naast of in zijn ‘etendbordje’ doet, dan krijgt hij van mama een geweldige opsodemieter naar het uiterste hoekje van hun hok, ja dat begrijpt een big snel.

We hebben enkele jaren achtereen aan de weg slachtkippen verkocht. Op de boerderij liepen zo’n 35 kippen rond. Die werden op deze manier ‘ververst’, als ze waren uitgelegd, dan gingen ze als ‘slachtkippen’ van de hand. Piet maakte ze af en ik slachtte ze. Ik weet dus precies hoe een kip in elkaar zit. Menig kampeerder op Ellert en Brammert heeft bij het Armenwerkhuis een kippetje ‘opgedaan’, dat kan ik jullie verzekeren. Eentje vond het niet nodig dat het kippetje was geslacht, dat kon hij zelf onderweg wel doen. Ja, dat zagen we dan later, dan hingen langs de Groningerweg plukjes kippenveren an ‘t stiekeldroad. Die had de wandelende slachter dan laten waaien.

Een aparte vermelding verdient de hond Frieda. Ze was een Schotse colly, dus niet bepaald eentje van het type ‘waakhond’, zou je zeggen. Nou, dat was Frieda dan ook niet. Als iemand langs het Armenwerkhuis fietste, dan blafte ze. Als iemand het erf op liep, dan gaf ze geen kik, dan dacht ze kennelijk: ‘Die hoort hier zeker thuis’. Frieda besteedde haar dagen voornamelijk aan …. slapen. Dat deed ze bij voorkeur voor de deur van het woongedeelte naar het werkgedeelte van de boerderij. Als je daar door wilde, dan moest je even over Frieda heen stappen. Toen Piet en Janny kinderen kregen, bleken de pootjes van de kinderen te kort, dus die stapten gewoon op Frieda. En Frieda ? Die vond het allemaal best.
Piet vertelde mij ooit, dat Schotse collies eigenlijk nogal zenuwachtige honden waren. ‘Oh,’, zei ik, ‘behalve Frieda dan’. ‘Nou,’, zei Piet zei, ‘vergis je niet in Frieda, hoor. Ze heeft toen ze jong was, letterlijk het foefje van ‘de postbode en de hond’ uitgehaald. Ze vloog de postbode echt naar zijn keel. Nou toen heb ik haar een pak op haar donder gegeven en gezegd dat ze dat nooit weer mocht doen. Dat heeft ze inderdaad nooit weer gedaan. Ik schaam me nog altijd wel een beetje, dat ik haar toen zo heb gestraft, dat was niet echt nodig geweest.

Piet en Janny zijn verhuisd naar zijn ouderlijk huis in Zorgvlied, toen Jans en Geert in Diever waren overleden -ik heb dat niet meer meegemaakt- én de ouders van Piet waren overleden. Daar heeft Piet nog een aantal jaren geboerd, samen met zijn jongste broer, die in een ‘burgerhuisje’ woonde. Daar ben ik toen nog enkele zomers boerenarbeider geweest. Daar heb ik kennis gemaakt met het fenomeen ‘trekker’, zo’n lekker blaffende Porsche. En met hun span paarden Ria en de Fries, want de broer van Piet was paardenman in hart en nieren.

Ria heb ik eens van Wateren naar Zorgvlied ‘thuis gebracht’, want ze was even niet nodig naast de Fries. Ik had Ria aan een hele lange teugel beet en ik zat op opa’s oude Solex. Ria wilde heel graag naar huis én ging heel hard lopen. Het is een wonder dat ik nog leef. Een paard dat de stal ruikt en een oude Solex is geen ideale combinatie. Gelukkig hebben we het overleefd. Aan het einde van de rit was Ria blij dat ze bij de stal was en ik was blij dat ik weer op beide benen stond. Ik heb sinds die gebeurtenis nooit weer op een Solex gereden. Het ‘motorreke’ van de Solex ligt bovenop het wiel, waardoor het zwaartepunt te hoog ligt en daardoor een waardeloze wegligging heeft. En dan die hefboom naast het stuur, waarmee je de aandrijfrol van de motor op de band kon brengen of kon ontkoppelen. En dan het remmetje, dat was een terugtraprem, zoals op een gewone fiets. Een Solex is met deze ‘comfortabele uitrusting’ echt een levensgevaarlijk ding, hoor ! Ik wilde echt van m’n leven nóóit meer op een Solex rijden.

Ter zake nu weer. Ik heb jullie ‘betrapt’ op een missertje op jullie site. De auto voor het gemeentehuis is niet de auto van de dierenarts. Het is namelijk geen Volvo, zoals jullie beweren. Als ik goed gekeken heb, dan is het een oud model Austin, dan kan het niet de auto van de veearts zijn. Voortaan ietsje beter kijken dus, maar het zij jullie vergeven.

Voor jullie mij een ‘vervelend mannetje’ vinden, stop ik met dit geschrijf. Als jullie ooit met mij willen ‘doorpraten’ over dingen die Diever betreffen, dan hoef je me maar te bellen, dan spoed ik mij naar het nieuwe gemeentehuis.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het gesticht Armen-Werkhuis van de Nederlands Hervormde gemeente an de Grönnegerweg bee Deever werd in het jaar 1861 opgericht. Voor de gang van zaken in het gesticht Armen-Werkhuis onderhield de kerkeraad een reglement dat om de zoveel tijd werd aangepast aan nieuwe inzichten.
De laatste ‘verpleegde’ was de in Deever welbekende dorpsfiguur Jans (Jansie) Grit (geboren op 8 maart 1897 in Wapse, overleden op 26 november 1969 in De Wijk). Hij kwam, nadat de Nederlands Hervormde gemeente het gesticht Armen-Werkhuis in 1967 had verkocht, en na nog enige tijd op ut Kastiel in Deever te zijn ondergebracht, terecht in het bejaardenhuis Dickninge in De Wijk. Is hij in de Wijk gestorven ? Jansie Grit (hij droeg altijd een pet) is op bijgaande foto van het Aar’mhuus uit de collectie van Monumentenzorg in het Drents Archief in Assen net aan de rechterkant te zien. Deze foto is op 24 april 1959 gemaakt. De redactie heeft de bijgevoegde kleurenfoto gemaakt op 22 april 2021.
De redactie schaamt zich wel een beetje dat hij de achternaam van Geert … niet weet. Maar wie het wel weet, die wordt bij deze uitgenodigd die te melden aan de redactie.
Piet Goettsch was wel de laatste boer in het Aar’mhuus, maar zeker niet de eerste. De redactie verwijst bijvoorbeeld naar het bericht Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud met kleinkind.


Posted in Aar'mhuus, Alle Deeversen, Boer'nlee'm, Boerdereeje, Dorpsfiguur, Grönnegerweg | Leave a comment

Roggemiet’n op de Heezeresch bee Deever

Deze zwart-wit foto is in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw gemaakt door de Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels. Harm (Haarm) Hessels stond daarbij op de Grönnegerweg in de buurt van de kaarkhof.
De redactie van ut Deevers Archief heeft het vermoeden dat links op de achtergrond de rechtse groep van de twee groepen van drie miet’n van de gebroeders Jan en Harm (Haarm) Hessels was. De gebroeders Hessels hadden bouwland op de Gieren in de buurt van de Heezebaarg.
In de gemiente Deever werd tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw in de bouw de rogge an de miete gezet, waarna een loonbedrijf uit Lhee of uit Ruinen de rogge dorste met een door een trekker aangedreven döskaaste.
De Grönnegerweg was toen tot aan het gesticht Armenwerkhuis gelukkig nog een echte saandweg, was dat nog maar zo. Naast de saandweg lag gescheiden door betonnen paaltjes het schelpenpad voor de fietsers en de wandelaars.
Bijgaande afbeelding is in nogal bijgeknipte vorm opgenomen op bladzijde 140 van het papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

Posted in Boer'nlee'm, Grönnegerweg, Haarm Hessels, Heezeresch | Leave a comment

Oersicht op ut oerolde hunnebedde bee Deever

In de bijna oerolde Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 13 juli 2012 verscheen het volgende belangwekkende bericht van de hand van de Deeverse krantencorrespondent over het opschonen van het oerolde hunnebed an de oerolde Grönnegerweg bee Deever.

Zicht op hunebed weer vrij
Diever – Vrijwilligers van de Historische Vereniging Gemeente Diever hebben deze week, in overleg met Staatsbosbeheer, een informatiebord geplaatst bij het hunebed van Diever. Met het plaatsen van het bord is het werk om het hunebed beter toegankelijk te maken, bijna afgerond. Met het opschonen van de omgeving van het hunebed aan de Groningerweg en het verplaatsen van het zitbankje, is de beleving van de bijzondere historische plaats geheel veranderd. Door enkele keien te verplaatsen, is het niet meer mogelijk om met de auto tot het hunebed te rijden. De vrijwilligers willen op korte termijn de grasklinkers bij de parkeerplaats nog schoon maken. Staatsbosbeheer plaatst nog een hekwerk voor het plaatsen van fietsen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Als gevolg van het verwijderen van enige bomen en struiken om het oerolde hunnebed an de Grönnegerweg is in 2012 vanaf de wegkant de zichtbaarheid van het oerolde hunnebed vergroot. Voorwaar een goed bedoelde vrijetijdsbesteding van enige vrijwilligers van de heemkunduge vurening uut ut lang neet oerolde Deever. Driewerf hulde: hulde, hulde, hulde. Bij de snoeiactie kwam voor de vrijwilligers flink wat hout voor de open haard en de houtkachel vrij.
De vraag is natuurlijk of deze snoeiactie de kans op vandalisme heeft verkleind ?
De redactie is groot voorstander van het nog verder opschonen, sterker gezegd volledig, maar dan ook volledig opschonen en kaal maken van het gehele terrein om het oerolde hunnebed, dus met inbegrip van het verwijderen van alle bomen, het verwijderen van die vervelende kermis van betuttelende borden en weg met dat zitbankje en weg met die grasklinkers en weg met dat hekwerk voor het plaatsen van fietsen en weg met die parkeerplaats voor auto’s, dus van het gehele terrein weer een echt oerveld maken voor de ultieme oerconsumptie van dit oerobject uit de oertijd van ver voor het ontstaan van het lang niet oerolde Deever.
De redactie is wel benieuwd wat de oervrijwilligers van het verpretparkiserende oermuseum in het lang niet oerolde verprutste gebouw met de naam Schultehuis aan de lang niet oerolde verloederende niet origineel Saksische brinQ van het lang niet oerolde Deever van dit voorstel voor een kwaliteitsimpuls vinden. Heeft het oerverleden wel een toekomst in de gemiente Deever ?
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van het oerolde hunnebed bij een laagstaand zonnetje in de ochtend van 2 januari 2017 gemaakt. Het had die ochtend een beetje gesneeuwd. Echt wel.

 

Posted in Deever, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Toeristenindustrie | Leave a comment

Un mooie foto van de Dikke Stien’n op de Stienakkers

Coöperatie Appelscha Regio 3.0 U.A., gevestigd aan de Venekoterweg 42 in Oosterwolde, is in het mooie gebied rond Appelscha een zeer gedreven en succesvol promotor en belangenbehartiger van de recreatieve en toeristische sector in het mooie gebied rond Appelscha. Zij rekent gelukkig zeer zeker ook de gemiente Deever tot haar mooie gebied rond Appelscha. Dat mag blijken uit onder meer een foto van ut hunnebedde D52 an de Grönnegerweg bee Deever op haar fraaie webstee appelscha.nl.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de zeer gewaardeerde toestemming van de beheerder van de webstee appelscha.nl deze foto te tonen in ut Deevers Archief. De beheerder van de webstee appelscha.nl wist de naam van de maker van deze foto niet en wist ook niet wanneer deze foto is gemaakt. Als de maker van deze foto zijn of haar foto in dit bericht in ut Deevers Archief ziet en niet wil dat deze mooie foto in die webstee wordt getoond, dan verneemt de redactie dat graag van hem of haar, dan zal de redactie deze foto direct verwijderen.
Het mooie van deze foto is de weinige begroeiing achter ut hunnebedde en het bijna vrije zicht op de Stienakkers en andere bouwakkers op de Heezeresch bee Deever. Het is het zelfstandige op afstand geplaatste bestuursorgaan Staatsbosbeheer, die bij dit hunnebedde mag optreden als zetbaasje van de eigenaar van ut hunnebedde D52, zijnde de Staat der Nederlanden (de Nederlandse belastingbetaler), nog steeds niet gelukt het perceel waarin ut hunnebedde is te vinden, geheel vrij te maken van bomen en struikgewas en dat terwijl Staatsbosbeheer wereldkampioen bomen kappen in de gemiente Deever is en dat terwijl vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever staan te popelen de bijl en de kettingzaag ter hand te nemen om dit klusje te klaren.
In de tijd van de bouw van dit hunnebedde stonden rond het hunnebedde geen bomen en struiken. Ut hunnebedde laag gewoon onder ut saand van de Stienakkers. Was dat now nog moar so. Now bint wee opeskeept mit een nepresterasie van ut hunnebedde in een nepbossie. Zie als leidend voorbeeld de in 1915 gemaakte foto van ut hunnebedde.

Posted in Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Ansichtkoate van hunnebedde D52 bee Deever

De foto voor deze ansichtkaart van hunnebedde D52 an de Grönnegerweg bee Deever is in 1954 vlak na de mislukte herstapeling van de dikke stien’n. De redactie van ut Deevers Archief weet nog niet welke neringdoende in Deever de hier afgebeelde ansichtkaart heeft verkocht.

Posted in Ansichtkoate, Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Ut Ruterhuus an de Grönnegersaandweg bee Deever

In februari 1973 was ut Ruterhuus van de familie Dijkstra nog gevestigd in het voormalige Aar’mhuus an de Grönnegersaandweg bee Deever. De familie Dijkstra had eerder un pièrdespul in Oll’ndeever, in de oudste boerderij in de gemiente Deever. De redactie verwijst ook naar het bericht Ie kunt ok buut’n op ut turras van ut Ruterhuus sitt’n.
Uit de tijd van ut Ruterhuus zijn in de beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed van het Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zwart-wit foto’s aanwezig, waaronder de drie hier afgebeelde foto’s. Deze drie foto’s zijn in februari 1973 gemaakt door de fotograaf A.J. (Ton) van der Wal.
Op afbeelding 1 is de voorgevel van het voormalige Aar’mhuus an de Grönnegersaandweg bee Deever te zien. De  Grönnegersaandweg was gelukkig toen nog niet verhard. Maar de Hoge En Lage Heertjes Van Het Bestuur Van De Gemiente Deever toonden zich in al hun goedertierenheid genegen in de toekomst deze weg te verharden. Naast de saandweg ligt het fietspad dat gelukkig in 1973 nog verhard was met schelpen uit de Waddenzee.
Op de afbeeldingen 2 en 3 is het interieur van de eetzaal/restaurant van ut Ruterhuus te zien.

Afbeelding 1 – Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummer 150270.
Afbeelding 2 – Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummer 150279.

Afbeelding 3 – Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummer 150278.

Posted in Aar'mhuus, Grönnegerweg, Ruterhuus | Leave a comment

Gedoe en geklooi en geknutsel an ut hunnebedde D52

In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 1999 staat in het bericht ‘Archeologie in Drente 1995-1997’, zie afbeelding 1, een kort verslag van enige werkzaamheden aan het hunnebed D52 an de Grönnigerweg bee Deever, die in het verslag eufemistisch ‘renovatie’ worden genoemd en elders ‘consolidatie’ worden genoemd.

Diever
In het najaar van 1995 werd hunebed D52 in Diever, gemeente Westerveld, gerenoveerd. De werkzaamheden omvatten de herplaatsing van drie dekstenen, die in de kelder lagen, waarbij één deksteen werd verankerd met een roestvrij stalen pen, de herschikking van een andere deksteen die eveneens aan een kant werd gefixeerd met behulp van de dook – dit ter voorkoming van calamiteiten – en de opvulling van diepe scheuren in enkele stenen met mortel teneinde inwatering tegen te gaan. Aansluitend droeg de eigenaar en beheerder, Staatsbosbeheer, zorg voor het opvullen van de kelder en directe omgeving met leemhoudend zand.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft twee kleurenfoto’s (afbeeldingen 2 en 4) op donderdag 4 april 2013 en één kleurenfoto (afbeelding 3) op vrijdag 28 november 2020 gemaakt op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
Het ware veel beter geweest dat de drie verzakte dekstenen in de kelder waren blijven liggen. Daar lagen ze per slot van rekening vóór de grote miskleunrestauratie in 1953/1954 al duizenden jaren, daar kunnen ze zonder problemen nog honderden, zo niet duizenden jaren blijven liggen.
Dus gewoon alle dekstenen laten verzakken en helemaal niets meer doen aan het hunnebed, dat is pas consolideren. Dus niet meer arrogant renoveren of betweterig repareren. Laat het maar gewoon gebeuren. Dus zonder gedoe en geklooi en geknutsel met roestvrij stalen pennen en doken en fixaties en injectiemortel en wat dies meer zij. Maar wel met geschwinde spoed en in gestrekte draf het hunnebed D52 bedekken mit un dikke loage Stienakkersaand. 

De redactie meent te weten dat het op afstand gezette zelfstandige bestuursorgaan Staatsbosbeheer het zetbaasje is van hunnebed D52 en een omliggend afgezet deel van de Stienakkers en dat de Staat der Nederlanden (de Stoat, de belastingbetaler, wij) de eigenaar is van hunnebed D52 en het omliggende terrein.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Posted in Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Haarm Hessels hef ut hunnebedde ok op de foto set

De Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels heeft in maart 1984, de redactie van ut Deevers Archief weet de precieze datum nog niet, ook een keer ut hunnebedde D52 op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever op de foto gezet. Een afbeelding van die foto is in dit bericht te zien. Voorwaar geen slechte foto.
De foto is ook als illustratie gebruikt bij het artikel met de merkwaardige titel ‘Lijden en dood: en toch leven !” van de gereformeerde dominee O. Doorn. De redactie heeft nog niet kunnen achterhalen in welk tijdschrift dit artikel heeft gestaan.
De redactie is een verwoed verzameling van afbeeldingen van hunnebedde D52. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bereid een scan van foto’s van dit hunnebedde naar de redactie te sturen, teneinde deze te kunnen tonen in ut Deevers Archief ?

Posted in Grönnegerweg, Haarm Hessels, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Toen de Groningerweg nog helemaal een zandweg was

In het kader van het behoud en het volledige herstel van het landelijke karakter van de oude esgronden rond Diever is het erg noodzakelijk her en der bestaande bestratingen te verwijderen, dat wil zeggen de zandwegen die in de zestiger jaren van de vorige eeuw onnodig onder straatklinkers zijn verdwenen in oude glorie te herstellen.
In het geval van de Groningerweg betekent dit het opbreken van de straatweg tussen de overbodige zo genoemde Steenakkersweg en de huidige horeca-gelegenheid in het voormalige gesticht Armenwerkhuis. Het zij zo.
Tegenwoordig zijn er zandmengsels te bedenken die voldoende draagkrachtig zijn om die paar langsrijdende auto’s per dag te kunnen tillen zonder in het regen- en winterseizoen te vervormen.
Op de ansichtkaart uit de zestiger jaren van de vorige eeuw is de oude vertrouwde Groningerzandweg even voorbij het Hunebed te zien, rechts is de voorkant van de woning van de familie Bijker te zien. Waar zijn de Bijkers gebleven ?

Posted in Ansichtkoate, Deever, Grönnegerweg, Heezeresch, Saandweg | Leave a comment

Van Giffen vön un stien’n messie bee ’t Aar’mhuis

In het Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant van 11 september 1931 verscheen het volgende korte bericht over de vondst van een stenen mes bij het Aar’mhuus an de Grönnegerwg bee’j Deever.

Opgravingen 
Diever, 10 september
De bekende oudheidkundige dr. Van Giffen, die in deze omgeving reeds verschillende opgravingen heeft gedaan, is ook nu weer bezig eenige plaatsen te onderzoeken. Bij graafwerk in de buurt van het armhuis kwam een steenen mes te voorschijn. Nog meerdere opgravingen zullen volgen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen wist vanuit zijn jeugd in Deever dat bij de grafheuvel in de buurt van het Aar’mhuus an de Grönnegerweg bee Deever oudheden in de bodem waren te vinden.
Het is niet waarschijnlijk dat de voorname oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen in het vooroorlogse erg standengevoelige Deever zelf met een schop in het zand spitte, waarschijnlijker is dat dagloners uut Deever de spitterties waren.
Het fraaie stenen mesje bevindt zich gelukkig wel in de verzameling van het Drents Museum in Assen en heeft inventarisnummer 1931/IX 2 (de tweede vondst in de maand september in het jaar 1931; hoe eenvoudig kan nummeren zijn). Het mesje is 4,5 cm lang en 2,5 cm breed.
Het mesje is opgeborgen in het Noordelijk Archeologisch Depot (N.A.D.) in Nuis in de provincie Groningen.
De heer Jelle Schokker -beheerder van het Noordelijk Archeologisch Depot- was zo vriendelijk en welwillend bijgaande afbeelding van het stenen mesje voor het tonen in ut Deevers Archief ter beschikking te stellen. De redactie is hem daarvoor bijzonder erkentelijk.
De redactie zou graag meer afbeeldingen van oudheidkundige objecten uut de gemiente Deever, aanwezig in het Noordelijk Archeologische Depot, in ut Deevers Archief willen tonen.

abracadabra-294

Abracadabra-1287

Posted in Aar'mhuus, Albert Egges van Giffen, Deever, Grönnegerweg, Oudheidkunde | Leave a comment

Roggemiet’n op de Heezenesch bee’j Deever

Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw zetten de boeren op de Heezenesch bee’j Deever de gemaaide rogge an de miete, liefst van zoveel mogelijk boeren dicht bij elkaar, waarna een loonbedrijf de rogge döste mit de döskaaste. De redactie van het Deevers Archief is voortdurend op zoek naar foto’s van döss’n mit de döskaaste in de gemiente Deever. Wie wil een scan van dergelijke oude foto’s ter beschikking stellen ?
De Grönnegerweg bee’j Deever was toen tot aan het gesticht Armenwerkhuis (ut Aar’mhuus) gelukkig nog een zandweg. Naast de zandweg lag gescheiden door betonnen paaltjes het schelpenpad voor de fietsers en de wandelaars. Was dat nog maar zo.
Het voorstel aan de Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemeente Westenveld is de bestaande verharding te verwijderen en de situatie, zoals te zien op de hier afgebeelde ansichtkaart, met geschwinde spoed en duurzaam te herstellen. De Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk waren onder het bewind van de Hoogste Heer Burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de volksmond altijd ome Kees werd genoemd) niet zo zuinig op hun zandwegen.
Op de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is aan de linker kant de toegang tot de Belt (de vuilnisbelt) (lekker fikkie stook’n op de Belt, om dan vanwege de rook in de richting van haar huis weggejaagd te worden door Giene Bijker, die daarom de bijnaam Giene de Belthekse had) min of meer te zien.
De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is tussen 1962 en 1964 verkocht door Roelof (Roef) van Goor’s Kantoorboekhandel an de Kruusstroate in Deever. Een echt topstuk. Echt een topstuk. Een topstuk. Ech wė.

Posted in Ansichtkoate, Boer'nlee'm, Grönnegerweg, Heezeresch, Saandweg, Topstuk | Leave a comment

Ut hunnebedde is mit veul vubeelding te resteriè’n

In 1925 schreef de weledelzeergeleerde doorgestudeerde oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen in zijn boek ‘De Hunebedden in Nederland (2 delen tekst met Atlas)’ (gepubliceerd in 1925-1927) over ut hunnebedde an de Grönnegerweg bee Deever het volgende:
‘Het hunnebed verkeert in geheel vervallen staat, zoodat zelfs enkele hoofdbijzonderheden nauwelijks herkenbaar zijn; het geheel is dan ook zonder meer niet reconstrueerbaar’.
Dat was nogal eufemistisch en professoraal uitgedrukt. Met andere woorden ut hunnebedde was niet reconstrueerbaar, want je kunt pas iets reconstrueren als je met ‘meer’ weet hoe het is geconstrueerd. Wat het gebrek aan ‘meer’ voor het duizenden jaren geleden in elkaar gezakte hunnebedde heeft ingehouden, dat is jammer genoeg heden ten dage nog ter plekke te zien.
Bijgaande schitterende foto van de Dikke Stien’n in de Stienakkers op de kale Heezeresch uit 1918 is afkomstig uit het hiervoor genoemde boek.
Wat zou het fantastisch zijn geweest als de weledelzeergeleerde doorgestudeerde oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen deze half onder het zand liggende Dikke Stien’n in 1953 met rust had gelaten.

Posted in Albert Egges van Giffen, Grönnegerweg, Heezeresch, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Stienakkers, Topstuk | Leave a comment

De herstapeling van de stenen van het hunnebed

De weledelzeergeleerde heer professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffes gaf in 1953/1954 leiding aan het creatieve populair wetenschappelijke herstapelen van de stenen van het al duizenden jaren geleden in elkaar gezakte hunnebed op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee’j Deever.
Bijgaand afgebeelde ansichtkaart is de eerste kaart die na de zo genoemde ‘restauratie’ is uitgegeven. Op de afbeelding is het resultaat van het goedbedoelde knutselwerk te zien.
Winkelier Jan Brugging (de Wiba) an de Heufdstroate in Deever gaf deze nu zeer zeldzaam geworden ansichtkaart in juli 1955 uit.
De redactie van het Deevers Archief prijst zich gelukkig wél een exemplaar van deze kaart in zijn verzameling te hebben en deze aan de trouwe bezoekers van de webstee te kunnen tonen.

Abracadabra-1274

Posted in Albert Egges van Giffen, Ansichtkoate, Deever, Grönnegerweg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde, Rieksmonement | Leave a comment

Nicolaas en Klaas Houwer zijn niet geruimd

De redactie van het Deevers Archief publiceerde in het Deevers Archief het bericht De oorlogsgraven van Koop en Nicolaas Houwer. Naar aanleiding van de in dat bericht gestelde vragen ontving de redactie op 30 januari 2019 de navolgende reactie van de dienstdoende ambtenaar van de gemeente Westenveld, gevestigd in het Raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever.  De redactie is de dienstdoende ambtenaar van de gemeente Westenveld zeer bijzonder erkentelijk voor zijn snelle reactie. Desalniettemin nochthans evenwel zijn niet alle gestelde vragen beantwoord en roepen de onduidelijkheden in de reactie ook weer enige vragen op.

Op de openbare begraafplaats in Diever zijn meerdere graven van oorlogsslachtoffers die tijdens de tweede wereldoorlog zijn omgekomen.
Oorlogsgraven zijn te onderscheiden in:
– militaire rijksgraven: dit zijn graven van Nederlandse en geallieerde militairen.
– civiele rijksgraven: dit zijn graven van Nederlandse burgers (meestal verzetsstrijders);
– stichtingsgraven: dit zijn graven die eigendom zijn van de oorlogsgravenstichting;
– particuliere graven: dit zijn graven van Nederlandse burgers (meestal represaille slachtoffers) die eigendom zijn nabestaanden/rechthebbenden.
Op de openbare begraafplaats in Diever bevinden zich:
– 7 militaire graven in vak E, rij 5, nummers 26 tot en met 32;
– 5 stichtingsgraven in vak I, rij 3, nummers 7, 9, 11, 13 en 14;
– 6 particuliere graven in vak I, rij 3, nummers. 2, 3, 5, 12, 15 en 17;
– geen civiele rijksgraven.
Na de oorlog waren op de openbare begraafplaats in Diever alleen militaire rijksgraven en particuliere graven.
Het onderhoud aan de particuliere graven neemt in de loop van de jaren vaak af, omdat nabestaanden overlijden of vanwege minder belangstelling of aandacht. Nabestaanden/rechthebbenden van een oorlogsslachtoffer kunnen de rechten van een particulier graf overdragen aan de oorlogsgravenstichting. Van oorlogsgraven op de begraafplaats in Diever zijn de rechten van 6 particuliere graven door de jaren heen overgedragen aan de oorlogsgravenstichting. Deze graven zijn daarmee stichtingsgraven geworden.
De grafrechten van de door u genoemde oorlogsslachtoffers, de heren vader Nicolaas Houwer en zoon Klaas Houwer, zijn op 1 januari 1964 overgedragen aan de oorlogsgravenstichting en is vanaf die datum verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van beide oorlogsgraven. Uit archiefstukken blijkt dat beide genoemde oorlogsslachtoffers op 10 april 1945 zijn begraven in de aangegeven graven en van ruimen of van herbegraven van hun stoffelijke resten is geen sprake. Vader Nicolaas en zoon Klaas Houwer liggen begraven in hun oorspronkelijke graf.
De oorlogsgravenstichting kan monumenten op stichtingsgraven vervangen en meestal wordt dit gedaan als de kwaliteit van het oorspronkelijke monument matig tot slecht is. De oorlogsgravenstichting vervangt monumenten door een standaard (landelijk) herdenkingsmonument. Het mag duidelijk zijn dat beide monumenten pas zijn vervangen, nadat de grafrechten op 1 januari 1964 zijn overgedragen aan de oorlogsgravenstichting. Voor het vervangen van grafstenen op de begraafplaats in Diever is geen vergunning, mits wordt voldaan  aan de voorwaarden, zoals gesteld in de gemeentelijke verordening voor het beheer van begraafplaatsen.
Op uw vraag hoe de oorspronkelijke monumenten in het bezit zijn gekomen bij Museum Collectie Brands in Nieuw Dordrecht moet ik het antwoord schuldig blijven. Maar kan het zijn dat de oorlogsgravenstichting de grafstenen heeft geschonken aan Jan Brands ? Dit zou u kunnen navragen bij de oorlogsgravenstichting of bij het Museum Collectie Brands).
De laatste jaren kiest de oorlogsgravenstichting steeds meer voor het overbrengen van de stoffelijke resten van oorlogsslachtoffers naar het ereveld in Loenen. De oorlogsgravenstichting kiest hiervoor, opdat oorlogsslachtoffers niet worden vergeten en omdat het onderhoud aan de graven op het ereveld in Loenen gegarandeerd is. De verwachting is dat de komende decennia veel meer oorlogsslachtoffers worden overgebracht naar het ereveld in Loenen.
Zoals u (vast) heeft opgemerkt, is hiervoor aangegeven, dat op de begraafplaats in Diever 5 stichtingsgraven zijn en dat 6 particuliere graven zijn overgedragen aan de oorlogsgravenstichting. Vanaf de begraafplaats in Diever zijn op 1 mei 2013 de stoffelijke resten van oorlogsslachtoffer de heer Jan Booiman (vak I, rij 5, nummer 13) overgebracht naar het ereveld in Loenen. De heer Jan Booiman is op 4 april 1924 geboren in Diever en is op 29 juli 1943 gefusilleerd in Rostock (Duitsland). De oorlogsgravenstichting heeft dit besluit in overleg met de voormalige rechthebbenden genomen.
Het onderhoud aan de 6 particuliere graven wordt jaarlijks uitgevoerd door vrijwilligers uit Diever, waardoor nu nog het onderhoud is gegarandeerd en waardoor de nabestaanden/rechthebbenden nu nog geen behoefte hebben deze graven over te dragen aan de oorlogsgravenstichting.

Posted in Aarfgood, Grönnegerweg, Kaarkhof Grönnegerweg, Oorlogsgraf, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Het oorlogsgraf van Nicolaas en Koop Houwer

De redactie van het Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassjus scannen en vervolgens die papperrassjus in de oud-papier-bak gooien) bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, maar ook volledige jaargangen van tijdschriften, zo nu en dan een door hem belangwekkend geacht bericht. De redactie wil zo één bericht natuurlijk niet onthouden aan de bezoeker van het Deevers Archief.
In het tijdschrift Waardeel, nummer 1, jaargang 2001, van de Drentsche Historische Vereniging is het artikel ‘Gestolde herinneringen. De oorlogsverzameling van Jan Brands’ te vinden. De redactie weet niet wie de auteur van dit artikel is.

Waar het de redactie bij het genoemde artikel met name om gaat is de foto met bijschrift op de eerste bladzijde van het artikel, in dit geval bladzijde 33, zie het bijgaand afgebeelde citaatje uit het hiervoor genoemde tijdschrift.
De foto toont de grafsteen van de Deeverse oorlogsslachtoffer vader Nicolaas Houwer en de grafsteen van de Deeverse oorlogsslachtoffer zoon Koop Houwer. Die stonden in 2001 niet meer op de kaarkhof an de Grönnegerweg in Deever. Die stonden in 2001 wel tegen een muur van de boerderij van superverzamelaar Jans Brands in Nieuw-Dordrecht.
De twee grafstenen staan nu in het Museum Collectie Brands in Nieuw-Dordrecht. Zie de hier afgebeelde kleurenfoto van de twee grafstenen.
Vooral het bijschrift bij de foto in het tijdschrift Waardeel is belangwekkend en zorgwekkend. Deze luidt als volgt:
Twee grafstenen. Vader en zoon Houwer werden twee dagen voor de bevrijding door de Duitsers in Zuidwest-Drenthe vermoord. Toen hun graven na jaren werden geruimd, plaatste Jans Brands de grafstenen achter zijn huis.
Nu staan op de kaarkhof an de Grönnegerweg in Deever tussen de graven van andere oorlogsslachtoffers twee witte grafstenen. Zie de bijgevoegde twee kleurenfoto’s. Toen hun graven na jaren werden geruimd ?? De volgende vragen liggen voor de hand.
Waar lagen vader Nicolaas Houwer en zoon Klaas Houwer oorspronkelijk begraven ?
Zijn de twee grafstenen na het ruimen van de stoffelijke resten van vader Nicolaas Houwer en zoon Koop Houwer aan familieleden overgedragen ?
Waarom werden de stoffelijke resten van vader Nicolaas Houwer en zoon Koop Houwer geruimd ?
Wanneer werden de stoffelijke resten van vader Nicolaas Houwer en zoon Koop Houwer geruimd ?
Waar zijn de stoffelijke resten van de twee oorlogsslachtoffers gebleven ?
Zijn de stoffelijke resten van de twee oorlogsslachtoffers herbegraven bij de twee witte grafstenen ?
Of zit de bezoeker van de kaarkhof naar twee witte grafstenen op twee lege graven te kijken ?
En als vader en zoon Houwer bij de witte grafstenen zijn herbegraven, waarom konden dan de twee oorspronkelijke grafstenen niet worden hergebruikt ?
Zijn de twee witte grafstenen voor rekening van de Nederlandse staat (de Nederlandse belastingbetaler) geplaatst ?
Zijn voor deze twee graven casu quo grafstenen grafrechten verschuldigd ?
Kortom het is tijd deze vragen te stellen aan de ambtenaar van de gemeente Westenveld die is belast met de exploitatie van de begraafplaatsen in de gemeente Westenveld, in het bijzonder de kaarkhof an de Grönnegerweg in Deever, kantoor houdende in het Raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever.

Posted in Aarfgood, Grönnegerweg, Kaarkhof Grönnegerweg, Oorlogsgraf, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Foto uut 1918 van hunnebedde D52 in de Stienakkers

De weledelgestrenge hooggeleerde en hoogdoorgeleerde professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffen schreef in 1925 in de atlas bij zijn lijvige opus magnum ‘De Hunebedden in Nederland’:
Het hunebed verkeert in geheel vervallen staat, zoodat zelfs enkele hoofdbijzonderheden nauwelijks herkenbaar zijn; het geheel is dan ook zonder meer niet reconstrueerbaar.
In gewoon begrijpelijk Nederlands schreef hij: het hunnebed bij Deever is een grote onherstelbare in elkaar gevallen hoop stenen.
Van Giffen telde in 1918 in totaal 22 stenen, maar moest bij meer dan de helft van de stenen vraagtekens over de aard en de plaats zetten.
Kortom aan hunnebed D52 an de Grönnegerweg bee’j Deever had nooit mogen worden geknutseld.
Wat de grote hordes beterweters, natuurknutselaars, oerknutselaars, stenenknutselaars, stenenknuffelaars, histerielogen en spitterties wel al lang hadden moeten doen is alle, maar dan ook echt alle begroeiing rond het hunnebed radicaal en voor altijd te blijven verwijderen.
Als voorbeeld mag de foto van hunnebed D52 uit 1918 van professor dr. Albert Egges van Giffen dienen. Het hunnebed D52 lag in 1918 toch maar mooi ontzettend prachtig te wezen ín de Stienakkers an de Grönnegerweg. Mooier kö’j ’t neet krieg’n.

Posted in Aarfgood, Albert Egges van Giffen, Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Ie kunt ok buut’n op ut turras van ut Ruterhuus sitt’n

De redactie van ut Deevers Archief toont graag zijn aanwinsten in de verzameling aan de trouwe bezoekers van ut Deevers Archief. De redactie was al heel lang zoek naar een exemplaar van de hier afgebeelde zeldzaam geworden ansichtkaart (een zo genoemd vijfluik), dat is uiteindelijk gelukt.
De eigenaar, zijnde de familie Dijkstra, van ut Ruterhuus (ut Aar’mhuus) an de Grönnegerweg bee Deever heeft deze kaart in maart 1969 uitgegeven, Dat is alweer bijna een halve eeuw geleden. De familie Dijkstra had voordat ze aan ut Ruterhuus begonnen een pièrdespul in Oll’ndeever.
Op de achterkant van de ansichtkaart staat vermeld: Hotel Restaurant Manege ’t Ruterhuus, Diever (Dr.), telefoon 05219-1680. Gelegenheid voor buiten zitten en paardenboxen beschikbaar.
Op de hier afgebeelde ansichtkaart is geen gelegenheid voor buiten zitten te zien, echter deze gelegenheid is wel te zien op een andere in het Deevers Archief afgebeelde kleuren-ansichtkaart (even naar beneden scrollen). Op de hier afgebeelde ansichtkaart is wel een afbeelding van enige paardenboxen te zien.
De familie Dijkstra maakte voor ut Ruterhuus veel reclame in de landelijke en regionale kranten, zie als voorbeeld de hier afgebeelde advertentie uit de Leeuwarder Courant van 26 februari 1969.

Abracadabra-1259Abracadabra-1260

 

Posted in Aar'mhuus, Ansichtkoate, Grönnegerweg, Neringdoende, Toeristenindustrie | Leave a comment

Roggemiete zett’n an de Grönnegerweg bee’j de Belt

Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw zetten de boeren de rogge an de miete, liefst van zoveel mogelijk boeren dicht bij elkaar, waarna een loonbedrijf de rogge döste mit un döskaaste.
De Grönnegerweg bee’j Deever was toen tot aan het gesticht Armenwerkhuis gelukkig nog een zandweg. Naast de zandweg lag gescheiden door betonnen paaltjes het schelpenpad voor de fietsers en de wandelaars. Was dat nog maar zo.
Het voorstel aan het raad van de fusiegemeente Westenveld is de bestaande verharding te verwijderen en de situatie, zoals te zien op deze foto, spoedig te herstellen. De gemiente Deever was niet zo zuinig op zijn zandwegen.
Op de zwart-wit ansichtkaart is aan de rechter kant de toegang tot de Belt (de vuilnisbelt) te zien (lekker fikkie stook’n op de Belt, om dan vanwege de rook weggejaagd te worden door Giene Bijker, die daarom in de volksmond Giene de Belthekse werd genoemd).
Op de achtergrond is links naast de roggemiete in opbouw het boerderijgedeelte van het gesticht Armenwerkhuis te zien. Wie zijn bezig met het zetten van de rogge an de miete ? Wie van de bezoekers van het Deevers Archief heeft foto’s van dit boer’nwaark ? Lag het bouwland rechts van de Grönnegerweg op de Heezenesch ? Zo nee, tot welke esch dan ? En wie was de eigenaar van dat bouwland ?
De hier afgebeelde ansichtkaart is tussen 1962 en 1964 verkocht door Roelof van Goor’s Kantoorboekhandel an de Kruusstroate in Deever.

Posted in Ansichtkoate, Boer'nlee'm, Grönnegerweg, Heezeresch, Saandweg | Leave a comment