Un vuroddening uut 1865 wödde in 1954 eskrapt

In het Algemeen Dagblad van 10 augustus 1954 verscheen een artikel over het afschaffen in de gemiente Deever van een gemeentelijke verordening, die Burgemeester en Wethouders de mogelijk gaf ingezetenen van de gemeente te dwingen tot het verlenen van hand- en spandiensten.

Oude Drentse gebruiken geraken in onbruik – Diever schaft hand- en spandiensten af
(Van onze correspondent) Meppel, 10 Augustus
De gemeente raad van Diever heeft een oude verordening ingetrokken, waarbij het Burgemeester en Wethouders mogelijk was de ingezetenen tot zogenaamde hand- en spandiensten te verplichten. Het ging hier om een verordening van 13 september 1865, waarin de invordering van hand- en spandiensten als belasting in natura was geregeld. Volgens deze regeling waren de ingezetenen verplicht gedurende bepaalde rijd werkzaam te zijn ten behoeve van een aan de gemeente toebehorend werk, hetzij persoonlijk, hetzij met behulp van een wagen, bespannen met één of twee paarden.
De verordening was eigenlijk een vastlegging van een in de Drentse dorpen sinds eeuwen bestaande gewoonte, die van het boerwerk. Van ouds vormden de dorpen afgesloten gemeenschappen, die geheel ‘self-supporting’ waren. In de gezamenlijke essen, de weiden, de bossen en de heide had ieder zijn aandeel. Voor woningbouw, voor het werk op de essen en andere werkzaamheden was onderlinge hulp nodig. Daaruit groeide het boerwerk, hetwelk niet alleen de onderlinge hulp van de ‘noabers’, de buurtgenoten omvatte, maar ook de gezamenlijke hulp bij werken, die het algemeen belang ten nutte waren. waar ‘de gemeyne bueren’ een regeling troffen, kwamen ook overtredingen voor. De ‘buurspraak’ was dan ook een der oudste vormen van rechtsbedeling.
Toen het isolement der dorpen werd verbroken, het gezamenlijke bezit door de verdeling der marken verdween, bleef het boerwerk in ere waar de omstandigheden dat eisten. Dorsen, het graven van sloten, het ontginnen van het land, het graven van turf, het aanleggen of verbeteren van wegen, dat alles geschiedde nog gezamenlijk. Voor het dorsen heeft men thans evenwel de dorsverenigingen, die er een of meer dorsmachines op na houden. Het turfgraven geschiedt voor eigen rekening, waar het nog mogelijk is. Het ontginnen van land neemt geen grote vlucht meer, omdat er nog maar heel weinig te ontginnen valt. Het graven van sloten geschiedt waar nodig in waterschapsverband. Een van de weinig voorkomende gevallen van hand- en spandiensten op dit gebied vond onlangs onder Ruinerwold plaats, waar de boeren gezamenlijk een in onbruik geraakte sloot schoonmaakten om een noodafvoer te verkrijgen voor het water, dat door de hevige regenval hun landerijen bedreigde.
Aanleg van wegen geschiedt thans van gemeenteweg, onderhoud van wegen eveneens of soms door een marke. Slechts een enkele keer komt het nog voor, in een gemeente, zoals Zuidwolde, bijvoorbeeld, dat de hulp van de aanwonenden wordt ingeroepen voor het verbeteren van één van de nog weinige zandwegen door het aanvoeren van zand met paard en wagen. de samenwerking in de dorpen komt in onze tijd meer tot uitdrukking in de steun aan de instellingen ten algemene nutte, zoals kruisverenigingen, de stichting van wijkgebouwen en buurthuizen en dergelijke.
De Dieverder verordening vond in de laatste jaren in de praktijk geen toepassing meer. Het was daarom, dat van de zijde van het provinciaal bestuur in overweging werd gegeven het in 1865 genomen besluit maar in te trekken.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De grote vraag is natuurlijk waarom het voorstel voor het in overweging nemen van het afschaffen van de in het artikel beschreven feodale archaïsche dwangmiddel van het provinciaal bestuur moest komen en waarom burgemeester en wethouders, in casu Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) met de zijnen, niet zelf met een voorstel aan de gemeenteraad kwamen. Wist burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) wel van het bestaan van dit feodale archaïsche dwangmiddel af ? Of had burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) vanwege zijn voortdurende bemoeienis met het openluchttheater geen tijd of geen zin aan de gemeenteraad voor te stellen uit de tijd geraakte gemeentelijke verordeningen te schrappen ?
De redactie zal in het archief van de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) het verslag van de betreffende vergadering van de gemiente Deever opzoeken en toevoegen aan dit bericht. Voor wat het waard is.

This entry was posted in Gemiente Deever. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *