Het sluimerende snurkende ons-kent-ons upper-class adelachtige bobo-bestuur van de Stichting Oud-Drenthe stuurde in het voorjaar van 1935 plotsklaps een geldbedelbrief over het door de stichting gewenste en mogelijke ‘behoud en herstel’ van het zogenaamde Schultenhuis an de brink van Deever de wereld in. Of de buitenstaande Deeversen en Drenten maar even wilden dokken voor de hobby van het sluimerende snurkende ons-kent-ons upper-class adelachtige bobo-bestuur van de Stichting Oud-Drenthe. Zie de twee bijgevoegde afbeeldingen.
Stichting Oud-Drenthe te Assen, voorjaar 1935
L.S.
Het bestuur van Oud-Drenthe verzoekt beleefd Uwen aandacht voor het onderstaande.
Wegens het overlijden van de leden van het Bestuur, dat overigens steeds onvolledig is gebleven, wijlen de H.H. Mr. J.T. Linthorst Homan, Dr. H.A. Poelman en Jhr. Mr. A.W. van Holthe tot Echten, heeft dit zich in het voorjaar van 1934 opnieuw geconstitueerd. Daarin hebben thans zitting genomen:
voor de Provincie Drenthe, Mr. Dr. R.H. Baron de Vos van Steenwijk, Voorzitter,
voor het Provinciaal Museum, Mr. Dr. J. Linthorst Homan, Vice-Voorzitter,
voor de Stichters, Frederik Lieftinck, Secretaris te Haren (Gr.),
voor de Drentsche Praehistorische Vereniging, Dr. A.E. van Giffen,
en voorts de Heer Notaris W.L. Tonckens te Assen, die zich met het penningmeesterschap heeft belast.
Het bestuur heeft besloten de zaak van de Stichting zoo krachtig mogelijk ter hand te nemen. Het beoogt daartoe zijne belangstelling vooreerst te bepalen tot enkele objecten, welker behoud naar zijn inzien en tevens naar dat van ter zake in het bijzonder bevoegde autoriteiten, alleszins gerechtvaardigd of noodzakelijk is, en die zonder de opzettelijke bemoeienis zijnerzijds voor altijd dreigen te loor te gaan te gaan of verhaspeld te worden. De werkzaamheid der Stichting is door den ongelukkigen loop der omstandigheden tot nu toe beperkt gebleven tot het beheer der haar bij de oprichting afgestane eigendommen, te weten de Schans te Een, Gemeente Norg en een klein gedeelte van de zogenaamde heidensche legerplaats (Celtic Field) te Zeijen en voorts tot dat van de destijds en sedert ingekomen geldmiddelen.
Nadat nog in 1934 aan het nieuwe Bestuur zijn aangeboden, door Mevr. S.E.G.A. Offerhaus, geboren Westra van Holthe te Dwingeloo het Batinger Schut aldaar en door den Heer J.Th. Hoben te Westerbork de daar gelegen zogenaamde Galgenberg, tezamen met eenigen grond er om heen en een behoorlijken toegangsweg van 3.50 M. breed en circa 425 M. lang, welke laatste schenking inmiddels aanvaard is, heeft het gemeend in de eerste plaats zijn geheelen aandacht te moeten concentreeren op het behoud van het zogenaamde Schultenhuis te Diever.
Dit is een oud gebouw aan den Brink. Sedert 1604, het tijdstip van den bouw, hebben daarin 6 generaties van de familie Ketel gewoond, die achtereenvolgens het Schulteambt te Diever hebben uitgeoefend. Intusschen is het oude huis wel veranderd, doch ook als zoodanig mag, mede en vooral volgens het oordeel van den Directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, den Heer Dr. J. Kalf, het gebouw in zijn omgeving als een monument beschouwd worden. Aldus is ons inziens het behoud, alsook het hoog noodige herstel in elk opzicht gemotiveerd. Dr. Kalf heeft ons door zijn bureau een plan met kostenbegrooting voor de restauratie doen toekomen, terwijl de tegenwoordige eigenaresse ons het huis, indien het tenminste behouden blijft, inclusief eenigen grond heeft aangeboden voor 2000 gulden. De door het Rijksbureau geraamde kosten van herstel bedragen 3520 gulden, waarin Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, gezien Zijne hoogelijk gewaardeerde toewijzing, bij missive Nr. 6842, d.d. 20 december 1934 van ons daartoe strekkend verzoek van 30 juni d.a.v., behoudens de gebruikelijke voorwaarden , heeft beslist te willen bijdragen met een Rijkssubsidie van 40% tot een maximum van f. 1408,-.
Aangezien ons voor het beoogde doel inmiddels nog buitendien reeds f. 1500,- ter beschikking of in uitzicht zijn gesteld, en ons Bestuur uit eigen kasmiddelen eveneens f. 1500,- voor den aankoop heeft bestemd, is daartoe thans overgegaan. Er ontbreekt derhalve, zal de totstandkoming van het geheel (aankoop en restauratie beide) verzekerd zijn, nog circa f. 1100,-.
Het Bestuur van de Stichting Oud-Drenthe neemt daarom de vrijheid zich langs dezen weg ook tot U te wenden. Daarbij doet het een beleefd beroep ook op Uwe belangstelling en financiële medewerking, in het vertrouwen, dat U zijn streven wel zult willen steunen om het bewuste, niet alleen in zijn naaste omgeving, doch ook in de Provincie Drenthe merkwaardige gebouw door aankoop en restauratie te redden, en het vervolgens als uit een historisch oogpunt belangrijk monument onder ons toezicht tot een levend dorpscentrum voor cultureele doeleinden te bestemmen, zulks onder onmiddelijke leiding van een plaatselijke commissie met als voorzitter den Burgemeester.
Namens het Bestuur van de Stichting Oud-Drenthe te Assen:
Mr. Dr. R.H. Baron De Vos van Steenwijk, voorzitter.
Ferniand Lieftinck, Secretaris.