Elk lid kreeg so moar un hiele kilo botter veur niks

De heer Roelof Fransen sprak het openingswoord uit bij de viering van het 60-jarig bestaan van de ‘Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij Diever’ aan het Moleneinde in Deever op 29 maart 1959.

Nu we deze maand – maart 1959 – het feit herdenken, dat de ‘Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij Diever’ te Diever, 60 jaar bestaat, is het mij, en dit namens mijn medebestuursleden, leden van de commissie van toezicht en directie een voorrecht, u allen een zeer hartelijk welkom te roepen.
60 jaren Coöperatie, een lange reeks van jaren, voor en tegen met elkaar gedeeld. Is er mooier in deze wereld denkbaar ? Het loont zeker de moeite om met elkaar onze gedachten te concentreren omstreeks onze jongste eeuwwisseling. We zagen in die tijd de grote opkomst van de coöperatieve zuivelfabrieken. Dit wil niet zeggen dat hiervoor de melk nog op de boerderij tot boter werd gekarnd. In vele gevallen zeer zeker nog wel, maar ook werd toen reeds de melk naar speculatieve melkfabriekjes gestuurd, om daar te worden ontroomd en tot boter verwerkt. De financiële resultaten waren echter zeer povertjes en men ondervond aan den lijve, of liever gezegd in de geldbuidel, dat men van de wal in de sloot was geraakt, dat wil zeggen men had zich ontlast van de melkkoeken-handelaren (vaak zwendelaars), maar men was overgeleverd aan de speculanten, die eerst op hun eigen zak gingen letten en als er dan nog wat over was, ook de boer-melkleverancier iets toeschoven.
Men werd gedwongen om de melkverwerking in eigen hand te nemen en wat was hiervoor de enige weg ? Coöperatie !
Ook in Diever en Wittelte was reeds de melk van onderscheidene boeren-melkleveranciers gezamenlijk gekarnd, zoals ik al zeide in ondernemingen van speculatieve mensen.
In 1899 ging men over tot oprichting van de tegenwoordige fabriek. Zo zien we, dat op een vergadering, gehouden op 20 februari 1899, ten huize van W. Huiskes, staande op de plaats, waar u vandaag het gebouw van de Coöperatieve Boerenleenbank vindt, veel voorstanders en ook enige tegenstanders bijeen waren.
Deze vergadering stond onder leiding van wijlen Leonardus Willem van Os, toen burgemeester der gemeente Diever. Met veel waardering moeten we de naam vermelden van wijlen Hendrik Krol, die volgens de revue opgevoerd ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan, de volgende woorden sprak:
Wees stil ! In dizze vergadering van boeren,
Uut Diever, wil ik graag het woord eens even voeren !
Zo dan bekend, wordt ônze botter slecht betaald,
In Müppelt minder dan 10 stuvers
En kooken daar gehaald
Zij waren pependuur. Zo kan ’t niet langer goan
Zonder verbeetering in dizze toestand, goan wij allen naar de moanv!
In deze vergadering werd burgemeester Van Os als voorzitter aangewezen, die volgens de notulen de laatste vergadering leidde op 25 april 1900. In deze vergadering werd in beginsel tot oprichting besloten. Aan Hendrik Krol en vijf anderen, zoals de notulen vermelden, werd opdracht gegeven, hier en daar hun licht eens op te steken en een plaats uit te zoeken waar de fabriek zal verrijzen. Op 1 maart 1899 werd ten huize van R. Hummelen in de Peperstraat, een tweede vergadering gehouden. Burgemeester Van Os leidde deze vergadering en gaf de commissie het woord. Bij monde van de heer Krol werd verslag uitgebracht van hun bevindingen, opgedaan in Wapse en Dwingeloo. Meegedeeld werd, dat met de bouw van een fabriek zeker f. 4000,- gemoeid zal zijn. De commissie adviseerde, wat de plaats betreft, waar de fabriek zal verrijzen, de gemeentegrond, liggend aan de straatweg naar Dieverbrug, en wel vóór het land van de familie Hessels, tegenover de boerderij van Bennen en naast de korenmolen. De gemeente Diever stelde de grond beschikbaar voor de som van f. 15,-.
De commissie werd in de vergadering gemachtigd de grond aan te kopen, een reglement vast te stellen en verdere maatregelen te nemen, welke zij wenselijk achtten. Op 29 maart 1899 passeerde de acte van oprichting ten overstaan van notaris mr. J. Bekkering van Loenen, notaris te Dwingeloo onder de stichtingsnaam: ‘Coöperatieve Landbouwvereniging voor Boterbereiding en Aanschaffing van Veevoeders Diever’ te Diever.
In het notulenregister werd de geschiedenis van het ontstaan opgemaakt door Leonardus Willem van Os, voornoemd.
Op 30 maart 1899 zijn als lid toegetreden:
1. Hessel Harm Hessels;
2. Frederik Boelens;
3. Hendrik Moes;
4. Johannes Noorman;
5. Roelof Daalman;
6. Hendrik Koops Kruit;
7. Hendrik Roelof Hessels;
8. Roelof Arends Bult;
9. Klaas Bennen;
10. Willem Boverhof;
11. Jan Ofrein Schuring;
12. Albert Egberts Mulder;
13. Lucas Tijmes;
14. Roelofje Wever;
15. Hendrik Oost;
16. Klaas Willem Fledderus;
17. Willem Bakker;
18. Cornelis Offerein;
19. Roelof Seinen;
20. Egbert Bennen;
21. Harm Kok;
22. Henderikus Moes;
23. Cornelis Andreae;
24. Albert Fledderus;
25. Jan Manden;
26. Roelof van Kampen;
27. Hendrik Mulder;
28. Willem Huiskes;
29. Lammigje Klaster;
30. Hendrik Kiers;
31. Jan Bennen;
32. Cornelis Rodermond;
33. Hendrik Zanting;
34. Marcus Koetsier;
35. Hendrik Krol;
36. Jannes Bult;
37. Jannes Moes;
38. Roelof Wesseling;
39. Jacob Frederiks Offerein;
40. Reinder Hummelen;
41. Tjibbe van de Burg;
42. Geert Smidt;
43. Harm Hummelen;
44. Roelof Noord;
45. Hendrik Wouwenaar;
46. Barteld Oost;
47. Klaas Posthumus;
48. Annigje Bartelds Warnders;
49. Jan de Ruiter;
50. Henderikus Ofrein;
51. Jannes Koning;
52. Hendrik van Wester;
53. Lambert Winters;
54. Jan Klaster.
Op 1 april 1899 werd de bouw van de boterfabriek opgedragen aan de heer Johannes Noorman te Diever voor de som van 2736 gulden. Op 18 mei van dit jaar werd de eerste steen gelegd door Leonardus Willem van Os, in tegenwoordigheid van de bestuursleden. De heer Jan Hendrik Benthem, werkzaam bij de boterfabriek te Dwingeloo, werd op 19 mei 1899 tot directeur benoemd. Er waren 7 sollicitanten.
Voor levering van de inventaris werd aangewezen de firma Boeke en Huidekooper te Groningen, voor de som van f. 1515,-.
Tot arbeiders werden aangewezen in de bestuursvergadering van 17 juli 1899: Jan Jonkers, Arend Klaster en Roelof van Nijen.
Opening van het bedrijf op 25 juli 1899 in tegenwoordigheid van alle bestuursleden te weten:
Leonardus Willem van Os;
Hessel Harms Hessels;
Klaas Willem Fledderus;
Cornelis Offerein en
Roelof Seinen;
en de commissarissen:
Hendrik Krol;
Barteld de Ruiter;
Harm Kok;
Willem Bakker en
Reinder Hummelen
werd het bedrijf in werking gesteld.
Op de eerste morgen (25 juli 1899) wordt van 54 leden en 46 niet leden in totaal 2.194 kg melk ontvangen, waar 138 pond boter uit werd bereid. Voor de bereiding van 1 kg boter was benodigd 31.6 kg melk, wat overeenkomt met een gemiddeld vetgehalte van 2.93 % vet.
In april 1900 worden de eerste nieuwe leden in Wittelte geboekt. Men is over de gang van zaken zeer tevreden.
In juni 1900 werd burgemeester Van Os ten grave gedragen. Zijn pionierswerk werd door de boeren uit Diever zeer geroemd.
In de notulen van de bestuursvergadering van dinsdag 7 mei 1901, leren we, dat het afgesloten boekjaar sluit met een voordelig saldo van f. 23.25. Na aftrek van rente en aflossing werd besloten het geld onder de leden te verdelen.
In 1903 werd de handkarn door de stoomkracht te vervangen. Een gelegenheid om zelf koren te malen werd ingericht. Het een en ander vroeg een investering van f. 12.000,-.
De eerstvolgende jaren zien we steeds een toename van de aangevoerde melk en uitbreiding van de malerij-afdeling en omzet in veevoeder.
In 1914 brak de eerste wereldoorlog uit. Vele jonge mannen werden onder de wapenen geroepen. Niemand vermoedde dat deze oorlog, welke door het Duitse Keizerrijk zo zegevierend werd ingezet, vier jaar zou duren. Alhoewel ons land voor ’t ruw geweld bleef gespaard, drukte ze diepe wonden in het economische leven van ons land. Toen de vrede getekend was en het machtige Duitsland door de Geallieerde strijdkrachten was overmeesterd, haalde men weer ruimer adem. De heidevelden rondom Diever en ook in de Oude Willem worden ontgonnen. Steeds rijker vloeit de melkstroom naar de fabriek. Zonder veel tam-tam passeert het feit dat de fabriek 25 jaar bestaat. Ieder lid krijgt een kilo boter thuisbezorgd. Geheel gratis.
In 1928 komt na veel wikken en wegen de kaasmakerij tot stand. De verbouwing vraagt een investering van f. 60.000,-.
In 1930 wordt besloten het lidmaatschap van de Coöperatieve Landbouwersbank te Meppel aan te vragen en vanaf deze tijd, tot vandaag, worden de voederproducten en kunstmest via deze coöperatie aangevoerd.
Na een trouwe dienstloopbaan van 32 jaren neemt de directeur, de heer Jan Hendrik Benthem, ontslag. Hij heeft ontegenzeggelijk veel gedaan voor de boeren van Diever. Een foto van deze eenvoudige werker heeft thans een ereplaats op het kantoor van de fabriek.
De heer J. Andreae volgt de heer Benthem op. De beruchte dertiger jaren breken aan. Het wordt een moeilijke tijd. De zuivelprijzen brokkelen steeds af en komen op een niveau, dat het haast hetzelfde is of men er nog wat voor betaalt of niet ! De jonge directeur stuurt met veel tact en wijsheid onze coöperatie door de crisisjaren heen, maar, helaas, nog groter ramp zal ons treffen.
In 1939 wordt met veel luister het 40-jarig bestaan der coöperatie herdacht. Een door de heer Andreae geschreven revue en in de Dieverse toneelzalen voor het voetlicht gebracht, is lange tijd het gesprek van de dag. Veel landbouw-jongeren werkten aan dit grootse gebeuren mee !
Op 10 mei 1940 worden wij door de Duitse legers overvallen en 5 dagen later zijn wij bezet gebied. Een 5-tal duistere jaren volgen. Ieder van ons ligt dit gebeuren nog vers in het geheugen. Ook onze secretaris, de heer Jacob Hessels, raakte na veel omzwerving in Duitse concentratiekampen. In 33 bestuursvergaderingen was hij aanwezig. In mei 1944 werd directeur Andreae in gelijke betrekking benoemd aan de Coöperatieve Zuivelfabriek te Zuidwolde. In de gecombineerde vergadering van bestuur en commissarissen van 8 juni 1944 werd de heer R.W. Bosscha als opvolger van Andreae aangewezen.
In februari 1948 werd de heer Bosscha benoemd als directeur der Coöperatieve Zuivelfabriek te Balkbrug. Met veel waardering mogen we vandaag getuigen, dat beide genoemde heren hun beste krachten aan onze fabriek hebben gegeven. Ook voor hun beiden mag ik zeggen dat een prachtige omlijste foto een ereplaats is gegeven ten kantore van de zuivelfabriek.
Na een mislukte poging om met de zuivelfabriek te Wapse een combinatie aan  te gaan, werd op 18 februari 1948 de heer F. Bouwstra als directeur benoemd. Tot vandaag stuurt hij, trouw bijgestaan door z’n assistent De Jong, op voorbeeldige wijze de Dieverse zuivelcoöperatie een nieuwe periode binnen. Wat deze nieuwe periode zal brengen ? Niemand onzer is bij machte, ook maar één tipje van de toekomstsluier op te lichten ! Sinds enige jaren hebben wij gemeend ons te moeten specialiseren, gezien ook de beperkte uitbreidingsmogelijkheden die ons ten dienste staan. De lunchkaasproductie voor de N.C.K. wordt reeds enige jaren uitgevoerd. Belangrijke investeringen hebben we de laatste tijd moeten doen om deze specialisatie naar wens te doen verlopen. Zostraks zult u met eigen ogen kunnen zien, wat is bereikt, al verklap ik er direct bij dat het misschien wel enige slapeloze nachten heeft gekost. Maar dit is geweest, en vol vertrouwen gaan we de toekomst tegemoet, gedachtig aan de spreuk, die u voor op uw uitnodiging aantrof: Uw ijver, zij een blijver ! Dat het zo moge zijn !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in een flink aantal berichten aandacht besteed aan de ‘Coöperatieve Landbouwvereniging voor Boterbereiding en Aanschaffing van Veevoeders Diever’ te Diever.

This entry was posted in Süvelfubriek Deever. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *