’t Is moar hoe ai ’t in Deever bekiekt

In dit bericht is afgebeeld een zwart-wit ansichtkaart, die in 1958 is uitgegeven door boekhandel Roelof (Roef) van Goor in Deever. De redactie van ut Deevers Archief brengt de kleine wakkere Roelof (Roef) van Goor daarvoor alsnog postuum hulde: hulde, hulde, hulde.
Op die ansichtkaart is het in 1957 geopende lelijke megalomane gemientehuus van de gemiente Deever an de brink van Deever te zien. Wie heeft ooit de bliend’n dicht voor de ramen gezien ? Ook is een stukje van de brink van na de grote vernieling in 1956/1957 te zien.
Het gebouw is onder neo-drenthiaans-boerse-postbellum-architectuur gebouwd en moest het oude wel volmaakt bij de brinq  passende gemientehuus snel doen vergeten.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto op donderdag 4 november 2017 gemaakt.
Bij de kleurenfoto valt op dat aan het te eerbiedigen ontwerp van de architect Jans Boelens een beetje is gesleuteld. In het dak boven de voormalige gemeente-secretarie is een dakkapel flink vergroot en zijn dakramen aangebracht. Wellicht wordt de ruimte nu gebruikt als een soort van kantoor. Werd die zolder in de gemeentehuis-tijd gebruikt als opslagplaats ? De zij-ingang naar de secretarie is vervangen door een raam. Zijn al deze veranderingen een inbreuk op het auteursrecht van de architect ?
En waar is de op de zwart-wit ansichtkaart zichtbare gemeentelijke zonnewijzer -nota bene geplaatst op een zwerfsteentje- gebleven ? Ligt de zonnewijzer soms nog ergens op een van de vele en te grote zolderverdiepingen van het megalomane gebouw ? En is het zwerfsteentje wellicht verplaatst naar de hoek van de Kerkstraat en de Peperstraat ?
De niet-origineel-saksische brink van Deever en de hof um de kaarke an de brink van Deever is in 2019/2020 op de schop genomen. De politieke anti-Deever lobby (Deever möt neet seur’n, Deever hef sien roadhuus an de Gemientehuuslaène) heeft daar helaas geen dikke stok voor gestoken.
De brink heeft geen echte zo genoemde ‘forward to the past’ qualiteitsimpuls gekregen; trottoirs zijn niet gesloopt, de braandkoele in de brink is niet gegraven, die hiele dikke stien op de brink is niet verwijderd, de bestrating van zwerfkeitjes met de Abe-Brouwer-figuren is niet verwijderd, de glint’n um de hof van de kaarke zijn niet geplaatst, de hof um de kaarke is niet volgeplant met iepen, de onterecht gesloopte erfgoedboerderijen aan de zogenaamde Kerkstraat zijn herbouwd, de brink is niet helemaal autovrij, de toeristenindustrie is niet van de brink verdwenen, het schultehuis staat nog steeds los van de schulteboerderij, het zo genoemde toeristenbezigheidscentrum met de naam Oermuseum is niet verplaatst naar het bedrijventerrein an de Deeverbrogge, en zo voort, en zo voort.
De brink van Deever is niet opgestoten, opgeklopt of neergekalefaterd in de vaart van de hedendaagse toeristenstromen. ’t Is moar hoe ai ’t in Deever bekiekt.
De hedendaagse bevolkeraars van Deever mochten als schrale troost in 2018/2019 bij wijze van soort van proef een paar keer een beetje hun eigen mening mompelen over de inrichting van brink 8.2 in het bijzijn van de ijverige werkertjes van de voorkant van het gruwelijke gelijk in de luxe kantoorparkjes en in de luxe kantoortuintjes achter de wel erg vele ramen van het Roadhuus an de Gemientehuuslaène in Deever en in het bijzijn van de dominante betwetertechneutjes van een duur en chique ingenieursbedrijf, maar die eigen mening is volstrekt genegeerd.

This entry was posted in Brink, Gemientehuus, Kaarkhof an de brink. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *