Category Archives: Canon van de gemiente Deever

De vudieling van de boermarke van Deever

In de Provinciale en Asser Courant verscheen op 12 maart 1856 het navolgende korte bericht over het besluit tot de verdeling van de ongescheiden marke van Deever.

Diever, 8 maart.
Op vrijdag den 7 dezer heeft alhier eene vergadering plaats gehad van deelgeregtigden in de ongescheidene markte van Diever, ten einde te beraadslagen over de verdeeling der markte.
Er is besloten de markte te verdelen en voorts eene commissie te benoemen, die de zaak zal regelen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De boeren van het dorp Deever hebben de gronden van de boermarke van Deever eeuwenlang gemeenschappelijk in bezit, beheer en gebruik gehad.
Aan het einde van de achttiende eeuw vormden de boermarken een belemmering voor meer ontginning. In 1809 en 1810 kwam er wetgeving voor de verdeling van boermarken, maar deze hadden niet het gewenste effect. Bij Koninklijk Besluit van juli 1837 werd de wetgeving van 1809 en 1810 opnieuw onder de aandacht gebracht. Veel boermarken werden als gevolg daarvan wel verdeeld, waaronder die van Deever. Maar die van Deever werd pas ná 1856 verdeeld, maar wel vóór de inwerkingtreding van de échte Markewet van 10 mei 1886.

Posted in Boermarke van Deever, Canon van de gemiente Deever | Leave a comment

Ut pothokke in de gemiente Deever

De redactie van ut Deevers Archief heeft in jaar 2007 de zogenaamde Historische Kalender voor het jaar 2008 samengesteld voor de leden van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, zo ook de teksten bij de foto’s en de eerste bladzijde met enige uitleg over de betekenis van ut pothokke.

Ut pothokke staat nu bijna altijd bij boerderijen die al lang niet meer daadwerkelijk in gebruik zijn als boerderij. Wie let er in het vooorbijgaan op ? Wie hecht nu nog belang aan dit kleine huisje ? Toch hoorde ut pothokke honderden jaren bij het boerenleven, want in dat kleine gebouwtje werd brood gebakken, melk gekarnd, de was opgekookt, varkensvoer gekookt, het vlees van het geslachte varken verwerkt, geweckt, in de zomer huisde het boerengezin in ut pothokke. Een kleine, maar onmisbare ruimte voor het leven op de boerderij in vroeger tijden in Deever. Niet alleen nuttig, maar ook aangenaam. In de avonduren trof de jeugd elkaar in ut pothokke, er werd in gevrijd, jenever gestookt, geboomd, tabak gedroogd.
De voormalige werkgroep ‘Pothokken in de gemeente Diever’, bestaande uit Deeverse Dorpskrachten, waaronder wijlen dorpsfiguur Jan Hessels, is vanaf 1999 bezig geweest met het lokaliseren, inventariseren, bestuderen en fotograferen van alle pothokken in de gemiente Deever en zijn de afmetingen, het bouwjaar, de opdrachtgever van de bouw, de bouwaannemer, de aard van de gebruikte materialen, de huidige staat van onderhoud en de huidige bestemming vastgelegd. daarbij zijn de nijvere verzamelaars van gegevens wel vergeten de verhalen bij de pothokken vast te leggen. Het geheel is in 2007 als een losbladig boekwerk ’Pothokken in de gemeente Diever’ uitgegeven. Gelukkig heeft de redactie van ut Deevers Archief wel het verhaal uit de mond van dorpsfiguur wijlen Jan Hessels opgeschreven en dit bericht verwerkt.
In de gemiente Deever stond vroeger bij de meeste boerderijen een pothokke, bij de meeste boerderijen staat gelukkig nog steeds een pothokke. Er waren kleine en grote pothokken. Een klein pothokke was meestal alleen bestemd voor het koken van de pot met varkensvoer. Dat was een grote pot waarin, afhankelijk van het aantal te voeren varkens, enkele keren per week aardappels werden gekookt. In de kookpot ging als regel dree maande eapels, ongeveer vijfenzeventig kilo aardappelen. Als de aardappels gaar waren, dan werden ze met een aparte klauw fijn gestampt.
Het vuur onder de pot werd meestal gestookt van takkenbossen of oude verrotte afrasteringspalen. De takkenbossen stonden in een bult bij de boerderij. Ze stonden in weer en wind. Bij flinke regen werden de takkenbossen behoorlijk nat, wat bij het opstoken veel rookontwikkeling gaf.
De familie Hessels aan de Kruisstraat in Deever had twee binnenpotten. ’s Maandags werd in de buitenpot een geëmailleerde binnenpot geplaatst, waarin de was werd opgekookt. Kinderen moesten vaak het vuur onder de pot stoken. Ook werd in het najaar in de pot water gekookt voor het slachten van het varken. Het warme water was nodig om het haar van het varken te broeien. Het haar kon dan beter van het varken worden verwijderd. Daarna werd in de pot de bloedworst gekookt en vervolgens het zogenaamde kortgoed. Dit waren de kop, de lever en het hart van het varken. Die werden verwerkt in de leverworst en hoofdkaas. Hiervoor werd een grote pot gebruikt.
Bij de familie Hessels aan de Kruistraat stond een wat groter pothokke, dit pothokke bestaat staat steeds (zie de bij dit bericht gepubliceerde foto, die de redactie op 20 november 2005 is gemaakt). In het pothokke stond ook een kachel, waarop drie pannen konden worden geplaatst. In de winter werd in de huiskamer gekookt. In de zomermaanden was het in de huiskamer te warm en werd in ut pothokke gekookt. Dit was een manier om de warmte van het koken buiten het huis te houden. Ook stond in ut pothokke de wasmachine. Dit was een wasmachine, die met de hand moest worden gedraaid. Dorpsfiguur wijlen Jan Hessels moest ook wel eens draaien. Hij moest dan tweehonderenvijftig slagen draaien. Hij was de tel nog wel eens kwijt, maar begon dan niet opnieuw.
De kachel in ut pothokke werd in de regel gestookt met hout en turf of sudd’n. Grotere pothokken bestonden uit twee gedeelten. In één gedeelte werd in de zomer gegeten. Het was voor de huisvrouw wel gemakkelijk, want de kachel, waarop het eten werd gekookt, was dan dichtbij. Je hoefde daarnaast niet zo ver te lopen met de pannen. Het eten vond plaats naast de pot waar het varkensvoer werd gekookt. Je zorgde dan wel dat je snel at, want het stikte in ut pothokke van de vliegen.
In ut pothokke werd veel water gebruikt bij het koken van varkensvoer, bij het slachten, bij het wecken en bij het wassen. Daarom stond ut pothokke aan de kant van de pompestroate en kon men via de zijdeur van de boerderij zo ut pothokke in lopen.
Vanwege het brandgevaar was ut pothokke altijd bedekt met dakpannen, bij voorkeur met cementpannen, omdat deze het meest afdichtend gelegd konden worden. Altijd met dakpannen ? Niet altijd, want in Wapse staat een pothokke mit’n reet’n doake.
Ut pothokke heeft in de loop van jaren zijn oude functies verloren. Sommige pothokken zijn helaas afgebroken, maar pothokken kregen vooral een nieuwe bestemming. Uit de inventarisatie van de pothokken in de gemeente Diever blijkt dat het gebruik van ut pothokke verrassend veelzijdig is. Veel pothokken zijn helaas in gebruik als fantasieloos baarghokke, maar gelukkig ook veel als fietsenhok, voorraadruimte, kippenhok, konijnenhok, paardenbox, keuken, galerietje, schildersatelier, expositieruimtetje, cv-ketelhuisje, tuinhuisje, garage, strijkkamertje, zomerverblijf, trainingsruimte, washok, kantoor en badkamer.
Dat deze bestemmingen tot voorbeeld moge zijn van de eigenaren, die hun pothokke gebruiken als baarghokke. Ook het kleinste pothokke in de gemiente Deever, met een binnenoppervlak van slecht 3,6 m², is in gebruik als baarghokke, het verdient een beter lot. In het verleden was op Zorgvliet een pothokke in gebruik als werkruimte van een fietsenmaker.
Elders zijn pothokken in gebruik als winkeltje en als sauna en wie weet wat voor bestemmingen nog meer. Kortom ut pothokke is voor veel doeleinden geschikt. Uit de inventarisatie bleek ook dat bij een oude boerderij in 2004 een pothokke is ingestort en is afgebroken. Het is zeker de moeite waard dat voor onze streek zo karakteristieke gebouwtje te herbouwen.

Posted in Aarfgood, Atlas van de gemeente Diever, Canon van de gemiente Deever, Deever, Dorpskracht, Kruusstroate, Pothokke | Leave a comment

Canon van de gemiente Deever

Volgens de Canon van Westenveld geeft de canon antwoord op de vraag: ‘Wat zijn de belangrijkste onderwerpen uit de geschiedenis van deze gemeente’. Het aantal onderwerpen in een canon is in principe niet begrensd.
In deze Canon van de gemiente Deever van de redactie van ut Deevers Archief zijn ook onderwerpen uit de Canon van Westenveld opgenomen.
In een volgende versis van deze Canon van de gemiente Deever zal deze worden uitgebreid en zullen de onderwerpen beetje bij beetje van een passende tekst worden voorzien.
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wordt van harte uitgenodigd onderwerpen en inhoud aan te dragen voor de Canon van de gemiente Diever.

– Archeologische vindplaatsen
– Brink van Deever
– Esdorp Deever
– Hunnebed D52 op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever
– Kluften van Wapse
– Professor dr. Albert Egges van Giffen
– Kerk aan de brink van Deever
– Kunst in de gemeente Deever
– Bisschoppelijke hof bij Kalteren
– De Baarg van Wittelte
– Deeverder dingspil
– Boermarken in de gemiente Deever
– Ruilverkaveling in de gemiente Deever
– Reformatie in de gemiente Deever
– Afscheiding in de gemiente Deever
– Schultehuis van Deever
– Amsterdamse veencompagnie
– Drentse Hoofdvaart
– De weg langs de Vaart
– Saksische boerderij
– Stichting Maatschappij van Weldadigheid
– Molens van Deever
– Molen van Wapse
– Gemeentehuizen in Deever
– Medische zorg
– Scholen in de gemiente Deever
– Foto’s van Engelke Jan Boneschanser
– Zuivelfabrieken in de gemiente Deever
– Ontginning van woeste gronden
– mr. Albertus Christiaan van Daalen
– Landgoed Berkenheuvel
– Johannes Fransiscus de Ruiter de Wildt
– Lodewijk Guillaume Verwer
– Zorgvliet
– Rijkswerkkampen Diever A en Diever B
– Joden in de gemiente Deever
– Tweede Wereldoorlog
– Onderduikershol
– Sporen van de Tweede Wereldoorlog
– Openluchtspel
– Kalkovens an de Deeverbrogge
– De Deeverse bos
– Veldnamen

Posted in Albert Egges van Giffen, Canon van de gemiente Deever, de Olde Willem, Eup’mlogtspel, Gemiente Deever, Hunnebedde D52, Landgoed Berkenheuvel, Skultehuus, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Het reglement van de Lijkwagendienst uit 1912

In het Deevers Archief bevindt zich een exemplaar van het reglement van de Vereniging “Lijkwagendienst” voor de gemiente Deever. Het reglement is vastgesteld op 23 december 1912. Het exemplaar is afkomstig uit het papieren archief van de erven Hendrik Donker uut Woater’n (de aandere kaante van de bos).
De lijkwagendienst was de voorloper van de begrafenisvereniging en was mede het gevolg van het opheffen van de boermarken, de verminderende sociale binding binnen boerengemeenschappen, de groei van de dorpen en de verwatering van het noaberschop. Door de noabers hen de kaarkhof gebracht worden op een boerenkar is op een gegeven moment uit de tijd geraakt.   

Reglement van de Vereniging “Lijkwagendienst” voor de gemeente Diever
Artikel 1
De vereeniging “Lijkwagendienst” voor de gemeente Diever stelt voor begrafenissen beschikbaar een lijkwagen met toebehoren.
Artikel 2
Het verenigingsjaar loopt van 1 januari tot 1 januari.
Artikel 3
Leden zijn zij, die vóór 1 februari 1913 hunne contributie betaald hebben.1
Artikel 4
Na 1 februari 1913 worden nieuwe leden slechts toegelaten met den aanvang van een nieuw vereenigingsjaar.
Personen die in den loop van een vereenigingsjaar zich metterwoon in de gemeente vestigen, of een zelfstandig gezin vormen, kunnen onmiddelijk lid worden, mits binnen een maand na de vestiging of na de gezinsvorming zich daarvoor aangevende tegen betaling der volle contributie. Laten zij dezen termijn voorbijgaan, dan is de eerste zinsnede van dit artikel van toepassing.
Artikel 5
De contributie wordt jaarlijks vastgesteld en geïnd in januari. Wie niet betaalt wordt geacht niet meer lid te zijn.
Een eventueel tekort wordt gedekt door een hoofdelijke omslag over de leden.
Artikel 6
Het lidmaatschap eindigt ook door bedanken of vertrek uit de gemeente Diever. Als een lid sterft, gaat zijn lidmaatschap over op wie dan als ’t hoofd van ’t gezin wordt beschouwd.
Artikel 7
Het bestuur bestaat uit 7 leden, waarvan 3 in Diever, 1 in Wapse, 1 in Wittelte, 1 in Wateren en 1 te Dieverbrug en omstreken.
Op den in artikel 8 bedoelde algemeene vergadering treden ieder jaar 3 of 4 bestuursleden af volgens rooster. Ze zijn herkiesbaar.
Het bestuur verdeelt de functies onderling.
Artikel 8
Elk jaar wordt in Januari een algemeene ledenvergadering gehouden. De agenda bevat onder andere rekening over het afgeloopen, en behandeling der begrooting voor het komende dienstjaar.
Artikel 9
Indien 40 leden het verlangen, is het Bestuur verplicht binnen 14 dagen een buitengewone vergadering te beleggen.
Artikel 10
Het rijden van den wagen en ’t schoonhouden van dezelve en ’t schuurtje enzovoort, wordt door het Bestuur geregeld.
Artikel 11
Het gebruik van den wagen is voor leden kosteloos. Indien hij buiten de gemeente Diever gebruikt wordt door een lid, is deze verplicht, de meerdere onkosten te betalen tegen een door het Bestuur vast te stellen tarief.
Armlastigen hebben kosteloos ’t gebruik van den wagen.
Artikel 12
Aanvraag van den wagen geschiedt bij den Secretaris, minstens 2 x 24 uur voor de begrafenis (buitengewone gevallen uitgezonderd).
Artikel 13
Bij meerdere aanvragen op één dag, gaat de eerste voor. De Secretaris kan door schikking in de uren der begrafenis, trachten aan meerdere aanvragen te voldoen.
Artikel 14
Stemming over personen geschiedt schriftelijk, over zaken mondeling; bij staking beslist het lot. Besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid der op de vergadering uitgebrachte stemmen.
Artikel 15
Geen voorstellen ter verandering van dit Reglement worden behandeld, tenzij minstens 1/4 der op de vergadering aanwezige leden of het Bestuur zulks verlangd.
Artikel 16
In onvoorziene gevallen beslist het Bestuur.

Alsdus vastgesteld in de vergadering van 23 december 1912.
Het Bestuur:
J.B.M. van Dalfsen, Voorzitter
A. Kloeze, Secretaris
J. Mulder Wzn., Penningmeester
R. Haveman
A. Kruit
S. Benthem

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief, versie van 2016-11-24
Het bestuur bestond bij vaststelling van het reglement niet uit 7 reglementaire leden, maar uit 6. Deever was vertegenwoordigd met 4 leden, Wapse met 1 en deDeeverbrogge met 1. Wittelte en Woater’n waren niet vertegenwoordigd. Opvallend is dat Zorgvlied in artikel 10 niet wordt genoemd.
J.B.M. van Dalfsen was de predikant Jochem Berend Martinus van Dalfsen. Hij is geboren op 11 juli 1978 in Aalsmeer en is overleden op 6 mei 1957 in Zutphen. Hij was van 1905 tot 1931 dominee in de hervormde kerk van Diever.
A. Kloeze was de dorpsmid Albert (Aubert) Kloeze uut de Heufdstroate in Deever. Hij is geboren op 18 maart 1873 in Veeningen (Zuidwolde) en is overleden op 15 mei 1944 in Deever. Nazaten van Albert Kloeze wonen nog in Deever.
J. Mulder Wzn, was boer Jan Mulder uut de Heufdstroate in Deever, zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht. Nazaten van hem wonen nog in de gemeente Deever.
R. Haveman was boer Roelof Haveman uit Wapse. Roelof Haveman is geboren op 17 februari 1858 en is overleden op 9 oktober 1941.
De gegevens van A. Kruit zijn nog niet gevonden.
S. Benthem was café-logementhouder Sjoert Benthem van de Deeverbrogge. Sjoert Benthem is geboren op 18 november 1864 an de Deeverbrogge, hij is overleden op 50-jarige leeftijd op 20 maart 1915 an de Deeverbrogge. Was hij toen nog bestuurslid van de Lijkwagendienst ? Zou hij na zijn dood ook met de lijkwagen van de Deeverbrogge hen de kaarkhof van Deever zijn vervoerd ? Of besloot zijn familie hem toch maar met de kiddewaegen naar zijn laatste rustplaats op de kaarkhof van Deever te brengen ?

In artikel 10 van het reglement is sprake van ’t schuurtje. Daarmee wordt het gebouwtje voor de lijkwagen van de Lijkwagendienst op het marktterrein aan de Bosweg in Deever bedoeld, zoals deze is te zien op een op 3 oktober 2012 gemaakte foto. De baander zit aan de andere kant van het schuurtje. Bij de bouw van het schuurtje moet een vergissing zijn gemaakt, want de achteringang van het schuurtje zit goed beschouwd aan de kant van de Bosweg.
Het schuurtje van de Lijkwagendienst is eigendom van de ondernemersvereniging in het dorp, maar die heeft het schuurtje al jaren lang niet meer onderhouden.
De plaatselijke heemkundige vereniging is van mening dat het honderd jaar oude schuurtje, waar de lijkwagen stond van grote waarde is voor het dorp. De vereniging hoopt dat de gemeente het gebouwtje van de ondernemersvereniging wil overnemen. De ;plaatselijke heemkundige vereniging staat te popelen om met behulp van dorpskrachten het schuurtje een grote opknapbeurt te geven. De gemeente wil het bouwvallige schuurtje niet overnemen, vanwege de bezuinigingen, zij wil juist zoveel mogelijk voorzieningen en panden en projecten privatiseren en wil daarom geen panden aankopen. Ook niet voor het symbolische bedrag van 1 euro ? De dorpskrachten doet de rest wel.

De Mepperler Courant van 9 april 2012 meldt het volgende:
Het lijkwagenhuisje aan de Bosweg in Diever heeft een schoonmaakbeurt gehad. Samen met drie vrijwilligers van de Historische Vereniging Gemeente Diever heeft Rian van de Berg donderdag het huisje van de buitenzijde schoongemaakt. Het honderd jaar oude lijkwagenhuisje is eigendom van de ondernemingsvereniging Diever. Die heeft het gebouwtje aangeboden aan de historische vereniging. Die wil het stukje erfgoed graag voor Diever behouden, maar het onroerend goed niet overnemen. In een schrijven aan de ondernemigsvereniging verzoekt het bestuur van de historische vereniging de handelsvereniging contact op te nemen met het gemeentebestuur van Westerveld om het lijkwagenhuisje over te nemen. De historische vereniging heeft wel toegezegd de onderhoudswerkzaamheden voor haar rekening te nemen. Een eerste bespreking over de toekomst van het gebouwtje heeft inmiddels plaatsgevonden, maar duidelijkheid is er nog niet.

Posted in Aarfgood, Atlas van de gemeente Diever, Bosweg, Canon van de gemiente Deever, Deever, Dorpskracht, Kaarke an de brink, Lijkwagendienst | Leave a comment

De steeg tussen Schultehuis en Schulteboerderij

Van oudsher (wellicht al vanaf 1604) was het Schultehuis an de brink van Deever het woongedeelte van de Schulteboerderij, waarbij het Schultehuis vast zat aan die Schulteboerderij.
Bij de mislukte ‘grote restauratie’ van het Schultehuis, dus het voorhuis van de Schulteboerderij, in 1936 vonden de hoge heren deskundigen van Monumentenzorg het nodig het Schultehuis (het voorhuis) te scheiden van de bijbehorende Schulteboerderij (het achterhuis) en voor het Schultehuis een volledig nieuwe achtergevel bij elkaar te fantaseren.
Als gevolg van al deze ‘hoge heren zorg’ zit het dorp Deever sinds 1936 opgescheept met een verminkt Schultehuis en een steeg tussen het Schultehuis en de Schulteboerderij. Zie de bijgaande foto, die de redactie heeft gemaakt op 3 oktober 2012.
Na de foutieve scheiding van het Schultehuis (het voorhuis) van de Schulteboerderij (het achterhuis) in 1936 is aan de andere kant van de Schulteboerderij een nieuw voorhuis gebouwd.
Het Schultehuis an de brink in Deever is ook genoemd in het in 2009 verschenen lauweloenige boekje ‘De canon van Westerveld’. De redactie van het Deevers Archief heeft dit object ook opgenomen in de digitale ‘De canon van Deever’.

Posted in Brink, Canon van de gemiente Deever, Skultehuus | Leave a comment