Monthly Archives: mei 2019

Vernieling 1.0 van de kerkbrink van Deever in 1957

Na het afronden van de bouw van gemeentehuis 3.0 aan de kerkbrink van Deever en het in de oorspronkelijke toestand brengen van het kerkgebouw, dat in gebruik is bij de hervormde kerkgemeente, vonden de Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemiente Deever onder het bewind van Jan Cornelis Meiboom (die in de volksmond altijd ome Kees werd genoemd) het nodig de kerkbrink van Deever in 1956/1957 aan te passen aan het megalomanistische nieuwe gemeentehuis. Het euvele doel van de hiervoor genoemde Hoge Heren was de kerkbrink ondergeschikt te maken aan het nieuwe gemeentehuis, te moderniseren, toekomstbestendig te maken en te verduurzamen. Daarvoor moest de oude kerkbrink grondig worden vernield. Dit is meer dan duidelijk te zien op de hier afgebeelde zwart-wit foto, die is gemaakt in 1957. Zo verdween de authentieke braandkoele. Zo verdwenen de authentieke glint’n um de authentieke kaarketuun (de kaarkhof) en werd de authentieke kaarketuun (de kaarkhof) aan de zuidkant van de kerk gründlich en rucksichtlos toegevoegd aan de brink.
De maker van deze foto heeft waarschijnlijk voor het maken van deze foto zo hoog mogelijk op het dak van het huis met de naam Iemenhof gestaan. Heeft bewoonster Harmanna Cornelia Coster van schrik deze foto gemaakt ?
Nu de Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemeente Westenveld het marktterrein aan de Bosweg hebben gebombardeerd tot marktbrink, waar vroeger een paar keer per jaar de koeienmarkt en de paardenmarkt werd gehouden, is het onontkoombaar dat de kerkbrink wordt gebombardeerd tot schapenbrink, want de schapenmarkt werd vroeger op de kerkbrink gehouden.
In het kader van het proces Deever op Drift beginnen de Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemeente Westenveld, ruim 60 jaar na Vernieling 1.0, binnenkort in 2019 met Vernieling 2.0 van de kerkbrink van Deever. Want de kerkbrink moet zo nodig worden gemoderniseerd, moet zo nodig toekomstbestendig worden gemaakt en moet zo nodig worden verduurzaamd. Wellicht vonden de Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemeente Westenveld het nodig de bevolking van Deever al in 2016 ver voor de Dingspilhuus-nederlaag vet te pemperen en te vergulden met een bittere pil van ruim 1.8 miljoen euro voor het proces Deever op Drift. Wellicht mochten daarom ook een paar inwoners van Deever in het kader van het proces Deever op Drift zo nu en dan een beetje meebabbelen en een beetje meebeslissen over de nieuwe inrichting. Now möj neet meer zeur’n, ie hept ur sölf bee’j eseet’n.

Posted in Brink, Deever | Leave a comment

Bolder’n is een traditie die nooit verloren zal gaan

In Deever wordt gelukkig nog door een beperkt aantal mannen een spel gespeeld, dat vroeger werd aangeduid met de naam bolder’n, tegenwoordig ook wel onterecht blok gooi’n (met een verzwaarde houten bal naar een houten blok gooien) genoemd.
De redactie van het Deevers Archief weet zeker dat in het dorp Roden heden ten dage wordt gebolderd. Daar wordt elke donderdagmiddag gespeeld op het Moltmakersstuk, een restant stuk heidegrond ten zuiden van het Mensingebos van Roden op de grens van Alteveer.
Het vermoeden bestaat dat dit spel ook nog in Dwingel wordt gespeeld of misschien daar al niet meer wordt gespeeld. De redactie van het Deevers Archief zal hier bij gelegenheid onderzoek naar doen.
Vroeger werd ebolderd aan het begin van de Bolderhook an de weg hen de Deeverbrogge en werd ook in Oldendeever ebolderd op de hof van Geert Kok en misschien ook wel op andere plekken in de gemiente Deever, later bij het Openluchtspel, in de winter ook wel in de bos op het gemeentelijke kampeerterrein, tegenwoordig op een speelveld an de Dwasdrift in Deever. De redactie weet niet of en waar in Wittelte en Wapse ebolderd wödde.
In een ander bericht zal worden ingegaan op de spelregels.
Hier wordt vooralsnog een omstreeks 1955 door drogist en huisschilder Hendrik Mulder (die in de volksmond Henduk Moessie of Moessie Peep genoemd; alle Mulders hadden vrogger in Deever een bijnaam) gemaakt kleurenpositief van ut bolder’n op de Bolderbrink bij de ingang van het openluchttheater. Ut blok steet in ‘midd’n van de foto. De mann’n bint an ut bolder’n op un sundagmiddag, want see hept allemoal ut sundagse pak an.
In het kader van de verstikkende Shakespirificatie van Deever is de kans aanwezig dat de Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Absolute Gelijk van de gemeente Westenveld het op een akkoordje gooien met de Hoge Heren Van Het Hoge Shakespearetheater en Bolderbrink, de naam van het terrein bij de ingang van het toneelspeeltheater (dat nog steeds niet is overkapt), te wijzigen in Shakespearebrink.

Posted in Aarfgood, Bolder’n, Traditie | Leave a comment

De snikke bee café-losement Sjoert Benthem

Dank zij het ondernemerschap van Sjoert Benthem, marktschipper, schipper, schuitenvoerder, tolgaarder, logementhouder en kroegbaas an de Deeverbrogge, zijn door hem in de tijd dat hij kroegbaas en logementhouder an de Deeverbrogge was een hele mooie serie ansichtkaarten van met name café-logement Dieverbrug en de omgeving daarvan uitgegeven.

Op deze ansichtkaart uit ongeveer 1914 is aan de linkerkant café-logement Dieverbrug te zien. In de vaart voor het logement ligt een snikke (die van Sjoert Benthem ?). Bij het logement staan twee vrouwen (Grietje Benthem-Merk en haar dochter Jantje Benthem ?). De brug is nog een draaibrug. In het rechts zichtbare huis woonde veearts Boerhave. In het rechts zichtbare huis heeft later een … Benthem gewoond. Roelof Stoker (Harrio) heeft hier ook gewoond. En ook zuster Broer heeft in het huis gewoond. Het huis is afgebroken, nadat zuster Broer met haar zoon Ludolf Wolter hen de Brinkstroate in Deever was verhuisd (in het jaar … ?).

Sjoert Benthem werd op 18 november 1864 geboren an de Deeverbrogge  (zoon van schipper Hendrik Benthem en Meika Roelfsema). Sjoert Benthem, toen van beroep marktschipper, trouwde op 5 mei 1886 op 21-jarige leeftijd met Grietje Merk, geboren te Zuidlaren; oud: 21 jaren; beroep: dienstmeid (dochter van Willem Richard Merk, beroep: rijksveldwachter, en Jantje Noorda, beroep: zonder). Sjoert Benthem overleed op 50-jarige leeftijd op 20 maart 1915 an de Deeverbrogge. Sjoert Benthem en Grietje Merk zijn begraven op de kaarhhof an de Grönnegerweg bee Deever.

De titel An de Deeverbrogge zou geen slechte titel zijn geweest voor het boekje dat een groepje Deeverbrogse dorpskrachten heeft samengesteld ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de heemkunduge vurening uut Deever. Het boekje kreeg echter de titel An de brogge – Geschiedenis van Dieverbrug in woord en beeld.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van mooie ansichtkaarten op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van het café-logement Dieverbrug ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 38 van het in september 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige gemeente Diever in oude ansichtkaarten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Café-Logement Sjoert Benthem, Scheepvaart, Snikke | Leave a comment

Veiling van goederen van Barteld de Ruiter en familie

In de Olde Möppeler (de Meppeler Courant) van 17 januari 1912 verscheen het volgende korte bericht over de uitslag van de veiling van onroerende goederen van Barteld de Ruiter en familie op 13 januari 1912.

Diever.
De heer Bon veilde op Zaterdag 13 dezer de volgende goederen voor B. de Ruiter en familie:
1. Huis en erf, inzet f. 690, gekocht voor f. 810, H. Schuring;
2. Voorste Noordma, inzet f. 1385, gekocht voor f. 1650, H. Boerhof;
3. Achterste Noordma, inzet f. 1395, gekocht voor f. 1545, R.H. Hessels;
4. Broek, inzet f. 725, gekocht voor f. 755, J. Mulder Wz.;
5. Spiek (half), inzet f. 678, gekocht voor f. 678, D. Moes;
6. Lange Blik, inzet f. 770, gekocht voor f. 830, J. bij de Berg;
7. Meunenkolk, inzet f. 335, gekocht voor f. 381,50, G. Pot;
8. Westelijke helft De Kamp, inzet f. 150;
9. Oostelijke helft De Kamp, inzet f. 155, gevoegd f. 350, H. Schuring;
10. Padakker, inzet f. 99, gekocht voor f. 106,50, J. ter Heide;
11. Molenakker, inzet f. 195, gekocht voor f. 217,50, A. Kuiper;
12. Kleine Blik, inzet f. 189, gekocht voor f. 220,50, B. Slagter;
13. Oostelijke Tip, inzet f. 125;
14. Westelijke Tip, inzet f. 125,-, gevoegd f. 251,50, R. van Kampen;
15. Breegje, inzet f. 88, gekocht voor f. 92,50, W. Oost;
16. Disselvoet, inzet f. 229, gekocht voor f. 236,50, H. Kerssies;
17. Groenewegakker, inzet f. 199, gekocht voor f. 199, H. Moes;
18. Moleneschakker, inzet f. 150, gekocht voor f. 150, A. Davids;
19. Voorste Delakker, inzet f. 76, gekocht voor f. 95,50, J. Bentum;
20. Achterste Delakker, inzet f. 26, gekocht voor f. 32, J. Bentum;
21. Voorste Slagveld, inzet f. 91, gekocht voor f. 107,50, H. Kerssies;
22. Achterste Slagveld, inzet f. 69, gekocht voor f. 100,50, B. Winters;
23. Bouwland, inzet f. 255, gekocht voor f. 294, J. Bennen;
24. Groote Blik, inzet f. 350, gekocht voor f. 395, R. Hummelen;
25. Westelijke Disselvoet, inzet f. 174, gekocht voor f. 189, J. Wesseling;
26. Oostelijke Disselvoet, inzet f. 191, gekocht voor f. 206, J. Wesseling;
27. Westerhoek, inzet f. 239, gekocht voor f. 243,50, H. Berends.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De heemkundige vereniging uit Deever presenteerde op zaterdag 18 februari 2013 de publicatie ‘Veldnamen van de gemeente Diever omstreeks 1832’. Het is een enige uitgave, waaraan de zogenaamde werkgroep ‘Veldnamen’ ruim vijf jaar heeft gewerkt. Van de publicatie is helaas maar een beperkt aantal exemplaren gedrukt en verkocht. Veel bezoekers van het Deevers Archief zullen niet beseffen wat de cultuurhistorische waarde van de veldnaam is.
In 1811 werd in Nederland het kadaster op Franse wijze in gebruik genomen. Het proces van kadastrering werd in 1832 voltooid. In het kadaster werd het eigendom van grond op systematische wijze vastgelegd.
Dat was in de gemiente Deever niet zo moeilijk, want iedereen in de omgeving wist welke veldnaam bij welk stuk grond hoorde en wie de eigenaar van dat stuk grond was.
Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw werden deze veldnamen nog in de volksmond gebruikt.
De Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk hebben in het nabije verleden straten vernoemd naar de vroegere akker, waarop de straat bij benadering is komen te liggen, bijvoorbeeld de in het krantenbericht vermelde Padakker.
In de genoemde publicatie zijn de veldnamen uit 1832 vastgelegd, welke nieuwe namen na deze periode zijn ontstaan, als gevolg van opdeling of samenvoeging, is niet terug te vinden in deze publicatie. Het kan best zo zijn dat in het krantbericht uit 1912 veldnamen staan, die in 1832 nog niet bestonden. De redactie zal nagaan of dit inderdaad het geval is.
Bij de veiling in 1912 bleef de Kamp ongedeeld bestaan, omdat de nieuwe eigenaar Hubertus Schuring de westelijke én de oostelijke helft kocht.

De Voorste Noordma en de Achterste Noordma komen niet voor in de publicatie Veldnamen, wel staat in deze publicatie in sectie D1 genaamd Wittelte de veldnaam Noordmaden (nummer 9) en in sectie D3 genaamd Wittelte staat de Noordmade (nummer 166).
De Meunenkolk of Meunekolk komt voor in de publicatie Veldnamen in sectie D1 genaamd Wittelte (nummer 146).
De Westerhoek komt voor in de publicatie Veldnamen in sectie C1 genaamd Deever (nummer 81)

Posted in Alle Deeversen, Landbouw, Veldnème | Leave a comment

Een ezel stoot zich geen tweede keer aan dezelfde ….

De redactie van ut Deevers Archief publiceerde in het bericht Uutlegböd veur ’n olde boer’nhof op Kalter’n
bijgaande afbeelding 1. De redactie heeft de foto voor deze afbeelding op 2 januari 2017 gemaakt.
De redactie heeft het vermoeden dat de hoofdbeleidsmedewerker (hoofdbeleidsregisseur ?) voor verkeersveiligheid van de voorkant van het gelijk, zeg maar het rechterbeen van de hoogedelgestrenge heer Homme Geertsma, de wethouder van de openbare ruimte en het milieu (wegen, groen, water, overige ruimte, verkeersveiligheid, milieubeleid, duurzaamheid, reiniging en riolering) van de gemeente Westenveld, de inhoud van het genoemde bericht van de redactie zeer grondig tot zich heeft genomen, maar er niet al te veel mee heeft gedaan.
De redactie heeft het vermoeden dat de hoofdbeleidsmedewerker (hoofdbeleidsregisseur ?) voor verkeersveiligheid van de voorkant van het gelijk na 2 januari 2017 met gezwinde spoed een ingenieursburootje heeft ingehuurd voor het bedenken van een totaal andere barrière op de kruising van het naamloze voet- en fietspad met de Kalterseweg.
Blijkbaar heeft de hoogedelgestrenge heer Homme Geertsma ingestemd met de bouw van een stalen superbarrière, zie de afbeeldingen 2 en 3. De redactie heeft de foto voor deze afbeeldingen gemaakt op donderdag 4 november 2017.
De grote vraag is natuurlijk uit welke post de onverwachte en ongewenste forse kosten voor deze stalen superbarrière zijn betaald ?
Voetgangers, fietsers en bromfietsers worden nu wel op de juiste wijze gedwongen (gij zult de voorkant van het gelijk gehoorzamen) tussen de twee delen van de superbarrière door te laveren.
Blijkbaar zijn een paar zwerfsteentjes verplaatst naar de andere kant van de barrière.
Over de duurzaamheid van de stalen superbarrière hebben de hoofdbeleidsmedewerker (hoofdbeleidsregisseur ?) voor verkeersveiligheid en de hoogedelgestrenge heer Homme Geertsma niet erg nagedacht, want het gebezigde materiaal staal scoort op de duurzaamheidsladder een stuk lager dan het echt duurzaam geproduceerd tropische loofhout (?) van de vorige barrière.
De vraag is of de stalen superbarrière voldoet aan de eisen die voortvloeien uit het door de voorkant van het gelijk onderschreven VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een beperking ?
Blijkbaar kan de stalen superbarrière worden geopend, zie het hangslot dat op afbeelding 3 is te zien. Waarom vond de voorkant van het gelijk dat noodzakelijk ? Om bij brand in het op de afbeeldingen zichtbare deel van de nieuwbouwwijk Kaltersebroeken de poort te kunnen openen en zo de aanrijdtijd van een brandweerauto uut Dwingel of uut Vledder met 3 seconden te verminderen ?
En waarom zijn in de bestrating nog steeds die die twee zo genoemde haaietanden opgenomen ? Denkt de hoofdbeleidsmedewerker voor verkeersveiligheid van de voorkant van het gelijk dat iedereen maar naar de grond zit te koekeloeren ? Naderen de gebruikers van het pad een voorrangsweg ? Zo ja, dan zou ook voorrangsbord B06 geplaatst moeten worden ? Zo nee, dan gelieve nog steeds de haaietanden te verwijderen.  Of handhaaft de hoofdbeleidsmedewerker (hoofdbeleidsregisseur ?) voor verkeersveiligheid deze haaietanden om zijn eigen aansprakelijkheidshachje af te dekken ?
De hoofdbeleidsmedewerker (hoofdbeleidsregisseur ?) voor verkeersveiligheid van de voorkant van het gelijk en de hoogedelgestrenge heer Homme Geertsma, de wethouder van de openbare ruimte en het milieu van de gemeente Westenveld, zijn gelukkig geen intelligente ezels, want volgens het gezegde stoot een intelligente ezel zich geen twee keer aan dezelfde steen. Echter beide genoemde ambtsdragers stoten zich wel degelijk twee keer aan dezelfde houten barrière, want een eindje verderop bij de kruising van een ander naamloos fiets- en voetpad met de Kalterseweg, zie afbeelding 4, zijn de door de redactie in het bericht Uutlegböd veur ’n olde boer’nhof op Kalter’n gesignaleerde verkeersveiligheidproblemen nog steeds niet opgelost. Waarom is daar nog geen zwaar overgedimensioneerde stalen superbarrière geplaatst ? Geldgebrek ?
De redactie heeft de foto voor afbeelding 4 op donderdag 4 november 2017 gemaakt.
En waarom is het nodig – zie afbeelding 4 – aan de ene kant van de Kalterseweg in het pad wel zo’n zware lompe stalen superbarríère neer te zetten en aan de andere kant van de Kalterseweg niet ?
En in de gemiente Deever zijn wel een paar kruisingen aan te wijzen waar de verkeersveiligheid meer in het geding is dan bij de kruising van de Kalterseweg met de fiets- en voetpaden naar de Kaltersebroeken.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Posted in Gemeente Westenveld, Kalter’n, Verkeer en vervoer | Leave a comment

Knipselmappen KB I 314 en KB I 315 van het N.I.O.D.

In de knipselcollectie van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (N.I.O.D.) in Amsterdam is een map met knipsels betreffende de beruchte Deeverse N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma te vinden. Het betreft knipselmap KB I 315.
Het N.I.O.D. bewaart ook een map met knipsels, die betrekking hebben op Jolle Balsma, een zoon van Klaas Marcus Balsma. Het betreft knipselmap KB I 314.
De KB-collectie is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog en is opgebouwd voor het onderzoek van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.

Posted in Klaas Marcus Balsma, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Aanlegplaats en Kantoor der D.S.M. te Dieverbrug

De redactie van ut Deevers Archief laat de zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van de webstee van ut Deevers Archief graag meegenieten van aanwinsten in zijn verzameling ansichtkaarten. Slechts enkele verzamelaars van ansichtkaarten uut de gemiente Deever zullen bijgaande ansichtkaart in hun albumpje hebben.
Het gaat in dit geval niet zozeer om de fraaie sfeervolle opname van de aanlegplaats van de stoomboot bij en het kantoor van de Drentsche Stoomboot Maatschappij in het café-logement van Sjoert Benthem, waarbij Sjoert Benthem, met wit overhemd, links naast de stoomboot zit, dan wel om de twee afzenders van deze kaart.
Neef en nicht, Sjoert Benthem en echtgenoote, verstuurden deze eigen ansichtkaart op 2 januari 1907 aan den heer Johan Jacob Pieter Merk, Agent van Politie, Korte Lijdsche Dwarsstraat 25 in Amsterdam.
Johan Jacob Pieter Merk was een neef van Griet Merk, de vrouw van Sjoert Benthem. Sjoert Benthem moet deze kaart geschreven hebben en wel in een redelijk handschrift, met inkt en kroontjespen, in de schrijfstijl uit die tijd.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Boek An de Brogge, Café Sjoert Benthem, D.S.M., de Voat, Löswal | Leave a comment

De begrafenisvurening is gien neeje noaberskop

In het provinciaal Drents maandblad Drente, jaargang 26, nummer 2, februari 1955, verscheen het artikel ‘Oude en nieuwe noaberhulp – spanning en samengroei’ van de heer Jan Boesjes, secretaris van de gemiente Deever. Het maandblad Drente was het officiële orgaan van het Drents Genootschap. Het maandblad Drente richtte zich op praehistorie, historie, folklore, heemschut, opbouw en toerisme.

Oude en nieuwe noaberhulp – spanning en samengroei in de Drentse samenleving
Als ik een artikeltje ga schrijven over ‘oude en nieuwe noaberhulp’, dan meen ik mij te mogen beperken en zou dan willen kiezen deze hulp speciaal bij begrafenissen. Het onderwerp op zichzelf is uiteraard veel omvangrijker maar ik veronderstel dat mij dit te ver zou leiden. In deze rubriek gaat het in hoofdzaak om ‘spanning en samengroei in de Drentse samenleving’ en ik geloof wel dat bij de noaberhulp de meeste spanning in Drenthe ontstaat bij begrafenissen en dat, althans op verschillende plaatsen, de samengroei in casu nog moet plaats vinden en in ieder geval bezig is tot leven te komen.
De noaberhulp bij begrafenissen is van oudsher zeer belangrijk geweest. Men vergete vooral niet dat men juist op die momenten het innigst met elkaar in aanraking kwam. Als een oude buur voorgoed het aardse bestaan had beëindigd, dan trof dat niet alleen de familie doch ook in sterke mate de naaste buren. De buurtschap was sterk met elkaar verweven. Bij geboorte, huwelijk en overlijden troffen deze zeer belangrijke gebeurtenissen niet alleen de familie doch ook de buren, de buurtschap. Men leefde erg met elkaar mee. Dat men elkaar op deze tijden hulp verleende spreekt voor zichzelf. Bij een geboorte kon dit zich beperken tot kraamvisites, de mannen hadden geen taak. Bij huwelijk werd het uitgebreider. Dan kwam jong en oud voor de trouwdag op buurtvisites bijeen en werd er braaf feest gevierd. Maar pas bij een overlijden in de buurt werd de band sterk gevoeld.
Zodra er iemand gestorven was moesten de buren hun hulp actief verlenen. Vanuit het sterfhuis werd de naaste buurman gewaarschuwd en die zorgde er op zijn beurt voor dat de hele buurtschap werd ingeschakeld. In sommige plaatsen beperkte deze buurtschap zich tot drie huizen aan iedere kant doch ook zijn mij dorpen bekend waar dit ter weerszijden zes waren. Op deze wijze kreeg men een enorme hulp. De naaste buurman had de belangrijkste taak. Hij vormde een team van drie personen, twee mannen en een vrouw, uit de naaste buren ter weerszijden. Indien de overledene een man betrof, dan moesten de beide mannen voor het verkleden en kisten zorgen, was het een vrouw, dan werd deze taak verricht door de naaste buurvrouw, daarbij geassisteerd door een tweede buurvrouw. Omdat het de naaste buur betrof die was heengegaan moest deze extra dienst als een eer worden beschouwd. Het werk gebeurde oorspronkelijk dan ook met grote zorg en liefde. Behalve het verkleden en kisten moesten er verschillende andere werkjes worden verricht. Er moest aangifte worden gedaan bij de burgerlijke stand, de familie en vrienden in het dorp zowel als elders dienden op de hoogte gesteld te worden, het zo genaamde aanzeggen. Dit gebeurde door een der buren en het zal aanvankelijk wel geen herrie veroorzaakt hebben wie dit moest doen. Later werd dit anders en ging men het onder de buren soms ook aan anderen aanbesteden. Het aangeven bij de burgerlijke stand en het verluiden, dit is het door middel van het luiden met de torenklok de volke kondt geven van het sterfgeval, geschiedde meestal door enige buren gezamenlijk. In de tijd toen er nog geen lijkwagenvereniging of begrafenisvereniging was, vonden deze karweien plaats door de buren. Verder zorgden op de dag der begrafenis de buren voor een boerenwagen, waarop het lijk naar de begraafplaats werd vervoerd. De beide naaste buren moesten het lijk zo genaamd uitdragen en werden verder bijgestaan door de overige buren in volgorde. Op de wagen legde men ter weerszijden van de kist een bos stro, teneinde schuiven te voorkomen.
Al met al hadden de buren een vrij omvangrijke taak bij het overlijden van een noaber. Deze hulp werd zonder morren en stellig
met liefde gegeven in de tijd toen de Drentse dorpen nog een gemeenschap vormden en de bevolking volkomen op elkaar was ingesteld en elkaar van haver tot gort kende.
Maar zoals met zoveel… de tijd bracht hier de verandering. De zogenaamde ‘import’ in de Drentse dorpen kon niet het gevoel opbrengen voor de buurman zoals de misschien eeuwenlang in hetzelfde dorp samenwonende dorpelingen. Onverschillig of deze import Drent uit een ander dorp of geen Drent was. Vaak wordt de Drent voor achterlijk uitgescholden. Zou hier echter niet te veel gegeneraliseerd worden ? De Drent als zodanig is niet achterlijker dan de overige Nederlander. Alleen de in zijn enge gemeenschap vastgeroeste en daaruit nimmer losgekomen Drent houdt vast aan zijn oude gewoonten, waardoor hij achter blijft en ouderwets wordt. Plant men hem over, liefst in een ander milieu, dan is hij even vooruitstrevend als de niet-Drent.
Bij de noaberhulp is dit kenmerkend. Het was vroeger zo -en op verschillende plaatsen nog wel- dat wanneer zich iemand in een Drents dorp vestigde hij zich dan naar de buren moest begeven, teneinde de noaberschap aan te zeggen. Deed men dit niet dan werd men niet opgenomen en bleef men verstoken van noaberhulp. Men had zich niet gemeld en wenste immers niet mee te doen! Deze persoon of dit gezin telde dus bij de noaberschap niet mee. Zolang dit een enkel geval betrof, paste een nieuweling wel op, dat hij de noaberschap aanzegde. Toen er echter in talloze dorpen een aantal ‘vreemdelingen’ zich vestigde werd het anders. Deze nieuwelingen gevoelden niet zo direct de behoefte aan noabers en konden zich wel zonder hun hulp redden. Echter bij overlijden liep men vast, omdat men hulp moest hebben. Het gevolg was, dat, hoewel er velen waren die de noaberschap niet meer aanzegden, ze toch wel tot de buurtschap werden gerekend en bij sterfgevallen dienst deden. Dat tallozen dit niet plezierig vonden is onnodig te vermelden. We zien al het jonge vrouwtje uit de stad, dat bij een oude overleden buurvrouw in de bedstee moet klimmen om deze te verkleden. Dat dit aanleiding gaf tot narigheid laat zich denken.
In navolging van de grotere plaatsen kwamen dientengevolge ook in de Drentse dorpen de begrafenisverenigingen. Voorlopers daarvan waren meestal lijkwagenverenigingen. Het met een gewone wagen naar het kerkhof vervoeren van een lijk werd niet plechtig genoeg geacht. Men schafte dus een lijkwagen aan en daarvoor werd ieder lid van de lijkwagenvereniging. Ik weet niet of de eerste lijkwagenverenigingen in Drenthe dezelfde moeite hebben gehad als de begrafenisverenigingen. Vermoedelijk wel. Ook hier zal het wel zijn voorgekomen dat ouderwetse Drenten niet per lijkwagen doch per boerenwagen naar het kerkhof gebracht wensten te worden. Maar via de lijkwagenvereniging kwam de begrafenisvereniging. Werden de eerste niet gezien als een de buurtschap ontbindende kracht, met de laatste was dit op verschillende plaatsen wel het geval. Men zag -geheel ten onrechte- in de begrafenisvereniging een instelling welke de buurtschap ondermijnde. Immers de ‘import’ die zich zonder de buurman kon redden, behalve met betrekking tot begrafenissen, kon zich nu geheel zelf helpen en de buurman was er niet meer bij nodig. Hierdoor was de noaberhulp overbodig geworden. Inderdaad daaraan had men gelijk. Maar een noaberhulp die -als door het stadse vrouwtje- verleend werd op basis van ‘in vredesnaam het kan niet anders’, echter zonder een zweem van liefde of gevoel voor de gestorvene, had toch ook geen enkele reden van bestaan meer. Hier was de zin van de burenhulp volkomen verdwenen. Bovendien behoeft een goede noaberschap niet alleen bestaan in een elkaar hulp bieden bij begrafenissen. Er zijn op het terrein van het leven verschillende andere gebieden waar men elkaar als een goede buur ten gerieve kan zijn.
Vermoedelijk om te doen uitkomen dat een begrafenisvereniging niet tot doel heeft de buurtschap te ontbinden, komt in verschillende reglementen dezer verenigingen de bepaling voor dat de burenhulp niet vervalt. Er volgt dan een opsomming van de burenplichten welke men bij overlijden moet vervullen. Deze beperken zich uiteraard tot de eenvoudigste werkzaamheden -de eerste waarschuwing aan de voorganger der vereniging, het lenen van paarden en volgrijtuigen, het lenen van stoelen, serviesgoed e.d., maar men wil toch uitdrukkelijk stipuleren dat de noaberschap door deze verenigingen niet heeft afgedaan.
Ik juich het toe dat men een dergelijk voorschrift ‘ontdekt’ heeft, omdat hiermee meteen grond wordt ontnomen aan de bewering van te ouderwetse Drenten dat de begrafenisverenigingen de buurtschap ontbinden. De historie heeft reeds bewezen dat deze bewering ongegrond is, want in plaatsen waar reeds jaren een begrafenisvereniging bestaat en ieder er lid van is, vertoont de noaberschap bepaald geen meerdere decadentie dan elders waar geen soortgelijke vereniging aanwezig is.
De noaberhulp, waarvan men misschien weleens gemeend heeft, dat zij onder deze moderne (!!) instellingen zou lijden, heeft er alleen een hoger plan door bereikt. Uit de botsingen der meningen is ook hier de juiste toestand gegroeid. Natuurlijk is de burenhulp thans van geheel andere aard dan vroeger, leende men elkaar toen zijn paard, thans is het de bromfiets. Maar ook nu nog gaat de moderne buurvrouw, zelfs al komt ze uit de stad, nog wel kijken naar de pasgeborene in de buurt en betuigt men elkaar zijn vreugde bij huwelijk, ook stellig de deelneming bij overlijden.
Het  geestelijke contact tussen de buren is anders maar niet minder dan vroeger, het materiële is om mij te beperken tot begrafenissen anders maar daarom niet slechter geworden. Werd vroeger de gehele buurtschap ‘ingespannen’ om actief hulp te verlenen, thans kan ze zich beperken tot morele hulp, welke de getroffen familie dikwijls meer nodig heeft.
Om een juist begrip ingang te doen vinden in deze zaak en wanbegrip te likwideren, heeft de begrafenisvereniging te Diever de naam aangenomen van ‘De nije noaberschap’, aan welke naamgeving dr. Naarding niet geheel vreemd is. De spanning om deze Dieverse nije noaberschap is geluwd, de samengroei in volle gang.
Diever, februari 1955, J. Boesjes.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De grote vraag is natuurlijk wat was de oorzaak en wat was het gevolg ?
Ontstond de lijkwagenvereniging en later de begrafenisvereniging als gevolg van slijtend noaberschop ?
Of speelde bij begrafenissen het noaberschop geen rol meer als gevolg van de begrafenisvereniging ?
Gemeentesecretaris Jan Boesjes is lang van stof, maar probeert aan te tonen dat eerst de lijkwagenvereniging en later de begrafenisvereniging konden ontstaan als gevolg van uit elkaar vallend noaberschop door maatschappelijke ontwikkelingen.
In de gemiente Deever is de vereniging Lijkwagendienst al in 1912 opgericht. In het eerste bestuur zaten hervormde en gereformeerde boeren uit Diever, Wapse, Wittelte en Zorgvlied. Boeren die maar al te goed de eeuwenoude betekenis van de noaberschop wisten. Het doel van de lijkwagendienst was enkel het ter beschikking stellen van een keurige lijkwagen aan de leden van de vereniging. De keurige lijkwagen met lijkwagenmenner was de vervanger van de boerenkar. De lijkwagendienst deed opgenschijnlijk geen afbreuk aan de noaberschop. Maar pas in 1948 -enige jaren na de Tweede Wereldoorlog- werd in de gemiente Deever een begrafenisvereniging opgericht.
En het zal de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wellicht niet verbazen dat de schrijver van het artikel, gemeentesecretaris Jan Boesjes, de eerste voorzitter van de nieuwe begrafenisvereniging werd.
De redactie verwijst voor een korter en beter te begrijpen bericht over de acceptatie van de begrafenisvereniging naar het bericht .De eeuwugheid begön as de klokke stille eset wödde.

Posted in Noaberskop, Traditie | Leave a comment

Grafsteen van mr. Lodewijk Guillaume Verwer

Op het door de Friese ondernemer mr. Lodewijk Guillaume Verwer mogelijk gemaakte kerkhofje voor mensen van de rooms katholieke geloofsgemeente op Zorgvlied (an de aandere kaante van de bos) ligt mr. Lodewijk Guillaume Verwer zelf ook gegraven. Zo te zien worden de letters op de grafsteen zo nu en dan opnieuw geverfd.

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, Kaarkhof de Monden, Lodewijk Guillaume Verwer, Zorgvliet | Leave a comment

Hoofd Politieke Opsporingsdienst neemt ontslag

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 19 september 1945 stond het volgende bericht over de ontslagaanvraag van Jozef Lezer, die direct na de bevrijding in april 1945 hoofd van de Politieke Opsporingsdienst in de gemeente Diever was.

Diever. Het hoofd van den P.O.D. alhier, de heer J. Lezer, heeft als zoodanig ontslag aangevraagd. Als zijn opvolger is aangewezen de heer A. Vos alhier.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Direct na de bevrijding van de gemiente Deever op 12 april 1945 werd de in de Woaterse bos ondergedoken gezeten hebbende Jozef Lezer hoofd van de Politieke Opsporingsdienst (P.O.D.)
De Politieke Opsporingsdienst was de Nederlandse organisatie die van februari 1945 tot 1 maart 1946 verantwoordelijk was voor de opsporing en aanhouding van personen die tijdens de Duitse bezetting (1940-1945) ‘fout’ waren geweest.
Albert Vos (geboren op 10 augustus 1915 in Deever, overleden op 26 januari 2005) (zoon van bode Vossie) woonde aan de Bosweg in Deever.


Posted in Alle Deeversen, Bosweg, Gemiente Deever, P.O.D., Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Vacature Schoolonderwijzer, Koster en Voorzanger

Op bladzijde 120 van het Aanhangsel Schoolberigten behorende bij het tijdschrift ‘Bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding, voornamelijk met betrekking tot de lagere scholen in Holland’, uitgave Oogstmaand 1810 verscheen het navolgende bericht.

Diever. Door den vrijwilligen afstand van Jacob Hagedoorn, zijn de posten van Schoolonderwijzer, Koster en Voorzanger  bij de Hervormde Gemeente alhier, vacant geworden.
De Sollicitanten moeten voorzien zijn met eene Acte van Algemeene Toelating, ten minste van den derden Rang, en worden uitgenoodigd, om voor den 1. van Herfstmaand aanstaande, zich met hunne Getuigschriften bij Roelof R. Seinen, te Diever, aan te geven.
Het jaarlijks inkomen mag min of meer op f. 340 geschat worden.
Hoofd District, mr. J. Tonckens.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
Denk niet dat het gaat om drie afzonderlijke posten waarin door drie personen moest worden voorzien, nee, één persoon moest de drie genoemde functies vervullen.
De lagere school was toen uiteraard nog gevestigd in de kerk aan de brink van Deever.
In de boerderij annex café-logement van Roelof Seinen an de Heufdstroate in Deever was in één van de twee voorkamers de gemeentekamer, zeg maar even voor gemak het gemeentehuis, gevestigd, hier hield de burgemeester kantoor, hier was ook het gemeente-archief ondergebracht.

Posted in Cafe-Logement Roelof Seinen, Deever, Gemiente Deever, Gemientehuus, Kaarke an de brink, Onderwies | Leave a comment

Dorpskrachten beheren de openbare buitenruimte

In de Meppeler Courant verschenen in 2015 een aantal terloopse maar wel opmerkelijke berichten over het onderhands uitbesteden en overdragen van het beheer van twee percelen van de openbare buitenruimte van de gemeente Westenveld aan de boermarke van Wapse en aan de boermarke van Wittelte.

In de Meppeler Courant van 10 april 2015 verscheen het volgende berichtje over de onderhandse aanbesteding van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in het buitengebied van Wapse.

Boermarke beheert voortaan buitengebied rond Wapse
Wapse
Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in het buitengebied van Wapse, ligt het komende jaar in handen van de boermarke in het dorp. Voorzitter Wessels van de boermarke en wethouder Geertsma hebben het contract ondertekend.
Volgens Geertsma is bij eerdere projecten gebleken dat door de inzet van dorpskracht, de kwaliteit van het onderhoud aan de openbare ruimte verbetert. ‘We zien dat onder meer in Vledderveen, Zorgvlied en Wapserveen, waar al geruime tijd het beheer en het onderhoud door inwoners wordt uitgevoerd. Inwoners voelen zich meer betrokken bij het onderhoud en verantwoordelijk voor hun eigen leefomgeving.’
Kwaliteit verhogen
Boermarke Wapse heeft het streven om de kwaliteit van het onderhoud aan de bermen, sloten en zandpaden in het buitengebied te verhogen. De gemeente heeft een nulmeting uitgevoerd, om inzichtelijk te maken wat het huidige onderhoudsniveau is van de onderhoudsarealen in het buitengebied van Wapse. Drie keer per jaar wordt een schouw uitgevoerd om te kijken hoe het ervoor staat met het beheer en onderhoud. Na één jaar wordt een evaluatiegesprek gevoerd en bekeken of het contract wordt verlengd.

In de Meppeler Courant van 22 mei 2015 verscheen het volgende berichtje over de onderhandse aanbesteding van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in het buitengebied van Wittelte.

Wittelte neemt beheer en onderhoud in eigen hand
Wittelte
Boermarke Wittelte gaat de komende drie jaar het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in het buitengebied van Wittelte uitvoeren. Deze week heeft wethouder Homme Geertsma het beheer en onderhoud officieel overgedragen. Boermarke Wittelte heeft het streven om de kwaliteit van het onderhoud aan bermen en sloten en zandpaden in het buitengebied te verhogen. Ook gaan ze in eigen beheer zorgen voor compostering van het maaisel.
Westerveld voert drie keer per jaar een schouw uit om te kijken hoe het ervoor staat met het beheer en onderhoud. Boermarke Wittelte is de vijfde op rij, die met inzet van dorpskracht het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in hun dorp en omgeving overneemt van de gemeente. De werktuigenvereniging Vledderveen, boermarke Wapserveen, oudejaarsvereniging Tied Zat uit Zorgvlied en boermarke Wapse gingen hun voor. Ook met de dorpsgemeenschap Geeuwenbrug wordt gesproken over een overdracht.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
Is het beheer en onderhoud van bermen, sloten en zandpaden in de gemeente Diever een levering van spullen of het verlenen van een dienst of het uitvoeren van een werk ? Het antwoord is natuurlijk het verlenen van een dienst.
Op het aanbesteden van een dienst die wordt betaald met geld van de gemeenschap (belastinggeld) is de Aanbestedingswet van toepassing, daarnaast zijn binnen de grenzen van de gemeente Diever en passend binnen het kader van de Aanbestedingswet de Algemene inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten van de gemeente Westenveld van toepassing.
Blijkbaar is volgens de twee artikeltjes een zekere heer Homme Geertsma (nooit van gehoord, wie is toch die man ?) de politiek verantwoordelijke wethouder voor het juist toepassen van de Aanbestedngswet en de gemeentelijke inkoopvoorwaarden.
In de gemeentelijke inkoopvoorwaarden is het begrip dienst als volgt omschreven: de door de contractant te verrichten werkzaamheden ten behoeve van een specifieke behoefte van de gemeente, niet zijnde werken of leveringen.
De gemeente Westenveld heeft blijkbaar de behoefte het beheer en onderhoud van bermen, sloten en zandpaden binnen de grenzen van de gemeente uit te besteden aan een ondernemer, die contractant wordt genoemd.
Een ondernemer van het beheer en onderhoud van bermen, sloten en zandpaden kan in de gemeente Westenveld blijkbaar ook een hobby-ondernemer zijn, bijvoorbeeld een boermarke, een grappenmakersvereneniging, een groepje dorpskrachten, een werktuigenvereniging. Maar dan kan een ondernemer ook een voetbalvereniging of een klootschietvereniging zijn.
En wat te denken van bijvoorbeeld reguliere kleine professionele ondernemers, zoals kleine plaatselijke professionele loonbedrijven en kleine plaatselijke professionele dienstverleners in de groensector ? Kunnen die ook letterlijk aan bod komen ?
De gemeente Westenveld heeft het oppervlak van de gemeente voor het beheer en onderhoud van bermen, sloten en zandwegen blijkbaar opgedeeld in een groot aantal percelen: Wapse, Wittelte, Zorgvlied/Wateren/Oude Willem, omgeving Diever, Geeuwenbrug, Wapserveen, Havelte, Uffelte, Dieverbrug, Lhee, Lheebroek, Leggelo, Eemster, omgeving Dwingelo, omgeving Havelte, omgeving Vledder, Vledderveen, Doldersum, Frederiksoord, Darp en mogelijk andere percelen.
Het is waarschijnlijk dat – zeker omdat het bij sommige percelen om contracten met een looptijd van veelal drie jaren gaat – dat de geraamde waarde van de opdracht voor de te leveren diensten voor het totale beheer en onderhoud van de bermen, sloten en zandwegen in de gemeente Westenveld het Europese drempelbedrag van € 207.000 te boven gaat.
Zo ja, dan mag wel de zo genoemde percelenregeling worden toegepast. En dan zou het best zo kunnen zijn dat op basis van een zuivere toepassing van die zo genoemde percelenregeling de percelen Wapse, Wittelte en Zorgvlied wel onderhands mochten worden aanbesteed, maar misschien ook niet. En welke percelen zijn dan wel Europees aanbesteed of gaan Europees aanbesteed worden ?
Reguliere kleine professionele ondernemers in de gemeente Westenveld, zoals kleine plaatselijke professionele loonbedrijven en kleine plaatselijke professionele dienstverleners in de groensector, hebben bij het door de verantwoordelijke wethouder onderhands uitventen van het beheer en onderhoud van bermen, sloten en zandwegen aan dorpskrachten wel erg lelijk het nakijken, ze maken zo te lezen geen schijn van kans op een fatsoenlijke opdracht.
Maar niets hoeft hen te weerhouden van het stellen van kritische vragen aan een zekere heer Homme Geertsma (nooit van gehoord, wie is toch die man ?), de politiek verantwoordelijke wethouder van de gemeente Westenveld (waar in hemelsnaam ligt de gemeente Westenveld ?). Desnoods eerst alle gewenste gegevens opvragen via een verzoek volgens de Wet openbaarheid bestuur.
In beide artikelen is vermeld dat ook het beheer van bermen, sloten en zandpaden aan de dorpskrachten is opgedragen. Dat houdt in dat een gemeentelijke taak is overgedragen aan dorpskrachten, derhalve zal er gesneden moeten worden in de omvang van het ambtelijke apparaat. Eén 40-uurs-baan schrappen ?

Abracadabra-1643
Abracadabra-1644

Posted in Boermarke, Gemiente Deever, Gemientebestuur, Wapse, Wittelte | Leave a comment

Het schoolverzuim in de gemiente Deever in 1889

In de Olde Möppeler (de Meppeler Courant) verscheen op 11 september 1889 het volgende korte bericht over het enorme schoolverzuim in de bouw.

Diever.
Met ’t oog op ’t aanhangig wetsontwerp op ’t lager onderwijs is ’t zeker niet overbodig eens eene opgaaf van schoolverzuim te doen, om te doen zien, dat leerplicht inderdaad niet overtollig zou wezen.
De drie hoogste leerjaren verzuimden in de maanden Mei, Juni, Juli en Augustus, respectievelijk 12, 18.9, 29.9 en 26.9 procent. Hierbij is het verzuim wegens ziekte en slecht weer niet gerekend, zoodat bijna uitsluitend veldarbeid als oorzaak kan aangenomen worden.
Vooral tijdens de roggeoogst en in ’t aardappelrooien is ’t verzuim enorm. Onze gemeente steekt in dezen volstrekt niet ongunstig bij de buurtgemeenten af, zoodat men gerust mag aannemen, dat het elders erg, zo niet erger is.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
In 1889 was de gemiente Deever nog een echte landbouwgemeente, een echte boerengemeenschap. De toeristenindustrie bestond toen nog gelukkig helemaal niet in de gemiente Deever.

Een aanhangig wetsontwerp is een voorstel voor een nieuwe wet, in dit geval de wet op het lager onderwijs.
De eerste leerplichtwet trad echter pas op 1 januari 1901 in werking.
Het mag duidelijk zijn dat kinderen van ‘dikke boeren’, die knechten en meiden in dienst hadden, minder of misschien wel helemaal niet de lagere school verzuimden en dat kinderen van keuterboertjes en arbeiderskinderen veel meer de lagere  school verzuimden om mee kunnen te helpen bij het werk op het land.   

Posted in Onderwies | Leave a comment

Eerste diploma’s in Dieverzand – augustus 1942

In het Drentsch Dagblad (officieel orgaan voor de provincie Drenthe) verscheen op 25 augustus 1942 het volgende bericht over het eerste diploma-zwemmen in het natuurbad Dieverzand aan de Bosweg in Deever.

Diever. In het zwembad Dieverzand werd voor de eerste maal examen afgenomen voor het zwemdiploma (100 meter schoolslag, 50 meter rugslag, 25 meter gekleed zwemmen, 3 maal springen of duiken van de plank).
Het diploma werd behaald door Ali Benthem, Jantje Schoemaker en Van Santen, de heeren L.W. Broer, Gerh. Koster, A. Vos, C.M. Groenewoud, J. Boesjes Sr. en de jongeheeren Jan Kamp en Jan Boesjes. 8 Candidaten werden afgewezen, terwijl eveneens 8 herexamen moeten doen.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
In het zwembad Dieverzand werd ruim anderhalve maand na de opening in het begin van juli 1942 al voor de eerste maal het zwemexamen afgenomen.

Wie kan gegevens verschaffen over Ali Benthem ?
Jantje Schoemaker was een dochter van postkantoorhouder Lambertus Schoemaker en Hilligje van Es.
Wie weet wie mejuffrouw Van Santen was ?
Luite Wolter Broer was een zoon van zuster Broer, de zeer bekende wijkverpleegster. 
Geert Gerhardus Koster was een zoon van huisschilder Geert Koster (geboren op 4 januari 1900, overleden op 26 maart 1996) en Jantina Roelfina Boelens (geboren op 26 september 1901, overleden op 26 maart 1973). Geert Gerhardus Koster (geboren op 25 mei 1925) overleed op 24 maart 1945 in het kamp Paigerhorst bij Ludwigslust in Wöbelin in Duitsland. Zijn naam staat op het oorlogsmonument op het marktterrein in Deever.
Marechaussee Albert Vos was een zoon van bode Vossie van de Bosweg in Deever.
Cornelis Marinus Groenewoud was controleur der steunverleening bij de gemiente Deever. Hij overleed op 21 februari 1945 in het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg in Duitsland. Zijn naam staat op het oorlogsmonument op het marktterrein in Deever.
Jan Boesjes Sr. was de secretaris van de gemiente Deever. Hij werd geboren in 1904 in Gees, hij overleed in 1984 in Wolvega.
Jan Kamp was een zoon van de groenteboer Jochem Kamp.
Jan Boesjes was de zoon van gemeentesecretaris Jan Boesjes en Trijntje de Jong. De jongeheer Jan Boesjes werd geboren op 18 november 1929 in Deever.

 

Posted in Bosweg, Deever, Swömbad Deeverse Saand | Leave a comment

De snikke an de löswal bee café-losement Benthem

Drukkerij en Boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld in januari 1975 uitgegeven. De Deeverse boerenzoon Arend Mulder is de schrjjver/samensteller van dit boek. In het boek is op bladzijde 80 een afbeelding van een ansichtkaart uit 1905 te zien. Onder de afbeelding op bladzijde 80 staat de volgende tekst.

Gezicht op Dieverbrug
Naast andere schepen zien we rechts de ‘snikke’ liggen. De schuur rechts is het zogenaamde ‘holtstek’ van café Benthem. Daarachter de woning van brugwachter Klaas Post. In de verte het huis van de opzichter van de Rijkswaterstaat, de heer Dalebout, later De Ruiter.
Dat het graven van de Drentsche Hoofdvaart in de jaren 1768-1780 veel heeft bijgedragen tot de verdere ontwikkeling van de aangelegen dorpen, laat zich denken. Hierdoor kwam Meppel in het bezit van een goede verbinding per water met Amsterdam en tevens deed het dienst als schakel tussen het achtergelegen Drentsche land.

In de Groninger Courant van 1780 meldt men van Assen:
“den 7 deezer maand hadden de inwoonderen deezer plaats het genoegen om het nieuwe Kanaal (hetgeen langs een uitgestrektheid van 9 uren, zedert 10 jaren is gegraven en voorbij Meppel naar en door de Zwartsluis in de Zuiderzee loopt) ten einde te zien brengen, wordende ter dier tijd de twee eerste hier aankomende schepen met klein geschut en waajende vlaggen en veel vreugde, verwelkomt, zoodat thans dit groote werk op eenige verwijding na, die nog in de venen moet gemaakt worden, gelukkig is volbracht.”

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft de indruk dat de naam Meppel in de tweede alinea van de tekst moet worden gelezen als Assen.
De redactie attendeert de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief voor meer gegevens bij de afbeelding graag op het bericht Veul heil en seeg’n in 1906.

Posted in An de Deeverbrogge, Publicatie | Leave a comment

Hunnebed D52 – Documenten

Over hunnebed D52 op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee’j Deever is veel opgeschreven in documenten.
Hoeveel Drentsche en Groningse hunnebedden zouden op een akker met de naam Stienakker of Stienakkers liggen ?
De redactie van het Deevers Archief zal de trouwe bezoekers op de hoogte houden van zijn resultaten van het zoeken naar documenten of verwijzingen naar documenten in webstees.
De webstee van Data Archiving and Networked Services vermeldt het rapport Trechterbekeraardewerk uit het hunebed D52 te Diever – Gemeente Westerveld (Dr.). Een beschrijving van een particuliere collectie van A. Ufkes (2007-03-14).

Posted in Deever, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Gevolgen vergroten aanrijdtijden brandbluswagens

Op 16 oktober 2013 stuurde de redactie van het Deevers Archief bijgaand e-mail bericht met vragen over de gevolgen van het vergroten van de aanrijdtijden van brandbluswagens vanwege de voorgenomen sluiting van de brandweerpost in Diever aan de verantwoordelijke beleidsmedewerker voor brandweerzaken in de gemeente Westenveld.
Op 22 oktober 2013 stuurde het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westenveld een ontvangstbevestiging van het op 16 oktober 2013 verstuurde e-mail bericht. Dit bericht is hier na de tekst van het e-mail bericht opgenomen. Tot op heden hebben burgemeester en wethouders of heeft de verantwoordelijke beleidsmedewerker voor Veiligheid, niet gereageerd op de vragen in het e-mail bericht. Hoe transparant is het bestuur van de gemeente Westenveld ?

Geachte heer/mevrouw,
Dit bericht is gericht aan de verantwoordelijke beleidsmedewerker voor brandweerzaken van de gemeente Westerveld.
Op de site van RTV-Drenthe kom ik het volgende bericht van 15-10-2013 tegen.
DIEVER – Er is geen sprake van het achterhouden van informatie over het plan om de brandweerpost van Diever te sluiten. Dat zegt een woordvoerder van de gemeente Westerveld. Volgens de woordvoerder wordt niet alles openbaar gemaakt om te voorkomen dat persoonsgegevens op straat terecht komen.
Vanavond wordt in de gemeenteraad van Westerveld een besluit genomen over de opheffing van het brandweerkorps. Westerveld doet dit vanwege bezuinigingen. Volgens de gemeente is de veiligheid voor het overgrote deel van inwoners gewaarborgd als de brandweerposten van Vledder, Havelte en Dwingelo de taken overnemen. Een klein deel van de inwoners van Westerveld woont straks op een afstand van meer dan 18 minuten aanrijtijd vanaf een brandweerkazerne. Het zijn juist deze panden die genoemd staan in de stukken die niet naar buiten gaan.
Het brandweerkorps van Diever vindt dat de gemeente daarmee deze mensen de kans ontneemt om protest aan te tekenen. Ze worden na het besluit van de raad aangeschreven met de mededeling dat ze zelf meer moeten doen om hun veiligheid te waarborgen. Volgens de woordvoerder van de gemeente is het ook de eigen verantwoordelijkheid van mensen om iets te doen aan brandveiligheid. Tijdens de commissievergadering een aantal weken geleden zei de regionale brandweercommandant van Drenthe, Fred Heerink, ook al dat het beter is om zelf maatregelen te nemen, dan te vertrouwen op een brandweerkorps in de buurt.
Een klein deel van de inwoners van Westerveld woont straks op een afstand van meer dan 18 minuten aanrijtijd vanaf een brandweerkazerne. Ze worden na het besluit van de raad aangeschreven met de mededeling dat ze zelf meer moeten doen om hun veiligheid te waarborgen. Volgens de woordvoerder van de gemeente is het ook de eigen verantwoordelijkheid van mensen om iets te doen aan brandveiligheid.
Graag verneem ik wat de woordvoerder van de gemeente bedoelt met ‘dat ze zelf meer moeten doen om hun veiligheid te waarborgen’.
De verzekeringsmaatschappijen baseren hun polisberekeningen op een aanrijtijd van 18 (?) minuten. Twee of drie of vijf minuten later beginnen met blussen kan tienduizenden eurootjes extra schade betekenen. Derhalve zullen de bewoners die op meer dan 18 minuten van een brandweergarage zitten, de bewoners van die (vanwege het verzekeringsaspect) bewust geheim gehouden panden zeker worden gefronteerd met hogere kosten voor hun brandverzekering, misschien worden die panden wel onverzekerbaar. Gaat de gemeente deze meerkosten en risico’s voor haar rekening nemen ? Of gaat de gemeente dat op de burger afwentelen met ‘dat ze zelf meer moeten doen om hun brandveiligheid te waarborgen’. De dorpsparticipatiemaatschappij ten top: zoekt u het zelf maar uit. Of gaat de gemeente de checqlist voor dat ‘zelf meer doen’ met de verzekeringsmaatschappijen ontwikkelen ? Of moet die bewoner van dat extra-risico pand dat zelf maar uitzoeken ? Of gaat de gemeente voor de panden in de risico-gebieden een eigen onderlinge-brandwaarborgvereniging oprichten ?
De verkoopwaarde van panden in risico-gebieden zal zeker ook dalen. Hebt u daar ook over nagedacht ? Hoe gaat u dat compenseren ? En waarom moet een bewoner in een risico-gebied meer aandacht besteden aan zijn eigen brandveiligheid, dan bewoners in niet-risico-gebieden ?
Graag verneem ik ook waar ik de objectieve criteria voor het bepalen van de aanrijdtijd van een brandbluswagen kan vinden. Ik neem aan dat dit publieke informatie is, of moet ik hiervoor een beroep doen op de Wet Openbaarheid Bestuur ?
Ik verneem graag uw reactie.

Ontvangstbevestiging van 22 oktober 2013 van gemeentesecretaris N.L.J.J. Dusink en burgemeester H. Jager.

Op 16 oktober 2013 hebben wij van u een e-mail ontvangen. Deze is geregistreerd onder nummer 13/21551 en in behandeling bij het team Veiligheid. U ontvangt zo spoedig mogelijk antwoord op uw schrijven. Als u nog vragen heeft kunt u contact opnemen met de gemeente via telefoonnummer 140521 en via info@gemeentewesterveld.nl. In verband met de vrijdagsluiting in de even weken adviseren we u op onze website te kijken voor de openingstijden. Deze brief komt uit een geautomatiseerd systeem en is daarom niet ondertekend.
Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders
N.L.J.J. Dusink , secretaris en H. Jager, burgemeester

Posted in Braandwièr, Dorpskracht, Gemientebestuur | Leave a comment

Gedraaide vierkante ramen in een boerderij

In de boerderij an de Heufdstroate in Deever, waar eerder de familie Bakker -wie heeft gegevens over de familie Marinus (?) Bakker ?- woonde, bevinden zich in de zijgevel aan de straatzijde drie gedraaide ramen, zo te zien zitten de kozijnen keurig in de verf en bevindt zich in de siedbaander ook een gedraaid raam, dat nota bene ook kan worden geopend. Zie de twee kleurenfoto’s. Die vier op deze manier aangebrachte ramen moeten enigst zijn in Nederland. Echt wel.
Wat ook opvalt is het mooie grote lange dubbele muuranker. Dit anker brengt blijkbaar voldoende kracht over op de constructie, want de buitenmuur staat nog steeds mooi recht.
Wel is het de eigenaar van het pand aan te raden bij de hoofdbeleidsambtenaar voor de openbare ruimte van de voorkant van het gelijk vergunning aan te vragen voor het verwijderen van het openbare groen uit het looppad bij de gevel, want wortelgroei is op den duur schadelijk voor de fundering. Echt wel. Zou funderingsschade ook het geval zijn geweest bij de netjes gerepareerde scheur onder het rechtse raam in de zijgevel ?
De reet’n doake is mooj mit grüne mos begröjt, moar so loat’n meins’n, aans verrop ie de bool.
De redactie van het Deevers Archief heeft de kleurenfoto van de ramen in de zijgevel gemaakt op 3 oktober 2012 en heeft de kleurenfoto van de zijbaander gemaakt op 26 april 2018.
Ter vergelijking of juist niet ter vergelijking is op bijgevoegde ansichtkaart uit de twintiger jaren van de vorige eeuw, aan de rechterkant de boerderij te zien, waarvan de drie ramen in de zijgevel en het raampje in de baander deel uitmaken.
Aan de linkerkant van de ansichtkaart was in het tweede pand met de hoge rechte voorgevel an de Heufdstroate in Deever het postkantoor gevestigd. Het pand was in Deever het enige pand met een plat dak. Het pand werd bewoond door de postkantoorhouder met zijn gezin. Wie kan de redactie van het Deevers Archief helpen met het benoemen van de bewoners van de andere panden. De foto is genomen in de richting van de Kruusstroate.


Posted in Ansigtkoate, Baander, Boerdereeje, Deever, Heufdstroate | Leave a comment

Roelof Santing verkoopt Shell Butagas reclamebord

De redactie van het Deevers Archief kwam op 22 juli 2014 in de webstee van Marktplaats een advertentie tegen, waarin Roelof Santing uit Wapse een gebruikt Shell Butagas reclamebord van emaille te koop aanbiedt. Voor € 49,- (klinkt beter dan € 50) en op te halen in Wapse.
Het bord is 75 cm lang en 25 cm breed. De fabrikant van het bord was de destijds welbekende fabriek Langcat in Bussum.
De redactie heeft het vermoeden dat het door de tand des tijds aangetaste bord lange tijd aan de buitenmuur van het bedrijf van Roelof Santing aan de Ten Darperweg in Wapse heeft gehangen. Wie kan dit vermoeden bevestigen ?

Posted in Bedrief, Smedereeje Santing, Ten Darperweg, Toevallige waarneming, Wapse | Leave a comment

Versiering van een erfbestrating an de Binnenes

Bij een huis an de Binnenesch in Deever – het huis waar vroeger het echtpaar Geert Kuiper en Mina Godwaldt en hun kinderen woonden – hebben de huidige bewoners voor de sier een mooi fietsje met berijdster (made in China ?) met -let wel- op elke pakkiesdraeger een klein echt plantje op de erfbestrating voor het huis geplaatst.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van dit voorwerpje op 3 oktober 2012 in het voorbijgaan gemaakt. De redactie vraagt zich wel af of dit voorwerpje nog steeds in het voorbijgaan is te bewonderen.

Posted in Binnenesch, Toevallige waarneming | Leave a comment

Wateren – Gegevens in de webstee plaatsengids.nl

De webstee plaatsengids.nl beweert in de kop: Alles over Nederland op één site ! Da’s een mooi streven, maar slaat nergens op.
Deze webstee bevat niet alle, maar wel enige wetenswaardige gegevens over Wateren. Zo meldt de webstee dat een inwoner van Wateren in het Drents een Waoterse wordt genoemd. Dan kan dan misschien wel zo zijn, maar een inwoner van Wateren wordt in het Deeverse dialect een Woaterse genoemd.
In de gegevens wordt helaas nergens verwezen naar bronnen.
In de webstee is ook niet te vinden wie de schrijver/toevoeger/bedenker van deze gegevens is.
Wel is in de webstee een min of meer aardige foto van een zekere heer Hans van Embden opgenomen.

Posted in Webstee, Woater’n | Leave a comment

A-junioren van v.v. Diever – Eind vijftiger jaren

De redactie van ut Deevers Archief ontving bijgaande mooie foto van zijn zeer gewaardeerde trouwe bezoeker Wim Jansen (uut de Aachterstroate). Hij wist ook de namen van de spelers. De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor.

Op de foto staat het elftal van de A-junioren van de voetbalvereniging Diever (v.v. Diever).
In die tijd werd steevast gespeeld met een linksback, een stopperspil, een rechtsback, een linkshalf, een rechtshalf, een midvoor, een linksbinnen, een linksbuiten, een rechtsbinnen en een rechtsbuiten.
In die jaren werd met één reserve gespeeld.
Wim Jansen wist zich te herinneren wie de jongens op de foto zijn en wie waar speelde; zie de navolgende opsomming.
De foto is gemaakt aan het einde van de vijftiger jaren van de vorige eeuw.
Het op de foto zichtbare elftal speelde zeer goed, maar werd in het seizoen dat de foto werd gemaakt geen kampioen.
Ook als een elftal geen kampioen werd, dan werd toch zo nu en dan een foto gemaakt. Deze foto is gemaakt op het gemeentelijke sportterrein bij de U.L.O.-school en de openbare lagere school. De ingang van het sportterrein bevond zich aan de Tusschendarp bij veearts Van der Eijk.
Links op de achtergrond staat het houten kleedgebouw; twee kleedhokken, twee washokken, een toilet, een hok voor de scheidsrechter en twee berghokken.
Tussen het doel en de kleedgebouw was het speelterrein van de korfbalclub O.D.I.V.A.L. (Ontspanning Door Inspanning Voor Alle Leden) van ome Piet Zijlstra.
Het kleedgebouw werd gebruikt door v.v. Diever en door korfbalvereniging O.D.I.V.A.L.
Op de foto zijn op de bovenste rij van links naar rechts te zien:
– Hilbertus (Bertus) Noorman (overleden) (linksbinnen) (uut de Kloosterstroate);
– Wolter Smit (rechtsbinnen) (van de Deeverbrogge);
– Lambertus (Bertus) Barels (linksback) (van de Bosweg);
– Albert Klok (overleden) (midvoor) (uut Oldendeever);
– Reinder van Leeuwen (linksbuiten) (uut de Kloosterstroate);
– Corné Andree (wellicht was zijn achternaam Andreae of Andrea, wie het weet mag het zeggen) (reserve);
– Anne Nijzingh (trainer) (van de Brinkstroate);
De twee jongens in het midden zijn van links naar rechts:
– Aaldert Soer (overleden) (rechtsback) (van ’t Noord);
– Bart Buiter (linkshalf) (van bee’j de febriek);
De vier jongens op de onderste rij zijn van links naar rechts:
– Jan Kuiper (rechtsbuiten) (uut de Binnenesch);
– Geert Room (stopperspil) (van de Bosweg);
– Schelte Betten (keeper) (van de Veentiesweg);
– Willem (Wim, Wimpie) Jansen (rechtshalf) (uut de Aachterstroate).

abracadabra-560

Posted in Deever, Sport, Voetbal | Leave a comment

Brandweerpost Deever wordt gesloten

DIEVER – De brandweerpost in Diever wordt gesloten. Gisteravond heeft burgemeester Jager van Westerveld het korps op de hoogte gebracht van het besluit van het college.

Volgens de burgemeester heeft de sluiting gevolgen voor de veiligheid. De brandweer kan straks niet binnen een kwartier bij 1,6 procent van de objecten in de gemeente zijn. Daarom wil het college geld beschikbaar stellen, om de mensen die daar wonen van apparatuur te voorzien om preventieve maatregelen te nemen.

Het korps is teleurgesteld en verdrietig om het besluit, dat volgens de gemeente Westerveld niet is te voorkomen. Inmiddels is de eerste actie opgestart. Via Facebook worden inwoners van Diever opgeroepen actie te voeren voor behoud van het brandweerkorps.

Posted in Braandwièr, Gemiente Deever | Leave a comment

Eerste Hollandsche Levensverzekerings-Bank

Op 13 juni 1888 verscheen in de krant ‘Het nieuws van den dag – kleine courant’ de hier afgebeelde advertentie over de Eerste Hollandsche Levensverzekerings-Bank.

Meester Lodewijk Guillaume Verwer, advocaat op Zorgvlied (an de aandere kaante van de bos), was commissaris van de Eerste Hollandsche Levensverzekerings-Bank. De bank was gevestigd in Amsterdam, maar had ook een bijkantoor in Villa Aurora op Zorgvlied (an de aandere kaante van de bos).

Posted in Lodewijk Guillaume Verwer, Zorgvliet | Leave a comment

An de Deeverbrogge zagen huizen vaak geheel wit

In het Nieuwsblad vaan Friesland (Hepkema’s Courant) verscheen op 23 oktober 1928 het navolgende bericht over overlast van wegwaaiend kalk op het emplacement van de Nederlandse Tramweg Maatschappij.

Dieverbrug, 20 october. Het emplacement van de Nederlandse Tramweg Maatschappij ondergaat een groote verbetering. Bij het laden en lossen van kalk en dergelijke licht-wegwaaiende stoffen hadden de omwonenden grooten hinder. Doordat hier veel kalk gelost wordt, zagen sommige huizen vaak geheel wit. Thans wordt voor het lossen een groote loods gebouwd, zoodat genoemde ongeriefelijkheid weldra tot het verleden zal behoren.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
Het is een mooie taak voor de Deeverse dorpskrachten, leden van de plaatselijke heemkundige vereniging, die bezig zijn geweest met de samenstelling van het boek over de geschiedenis van de Deeverbrogge uit te zoeken waar het emplacement, dat wil zeggen het laad- en losterrein, bij de tramhalte an de Deeverbrogge precies was gelegen en waar de genoemde loods heeft gestaan. Konden de tramwagons de loods in worden gereden ? Kalk werd ook gebruikt om jonge ontginningen van woeste grond vruchtbaar te maken en werd in grote hoeveelheden aangevoerd. In die jaren had men nog nooit gehoord van wat tegenwoordig een omgevingsvergunning heet.

Posted in An de Deeverbrogge, Dorpskracht, Stoomtram | Leave a comment

Kleinste museumpje ter wereld nog steeds niet open

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van vrijdag 20 oktober 2017 verscheen op bladzijde 13 het bladzijdegrote poeha-bericht ‘Uitvaartmuseum gaat er eindelijk komen’ over de opening van een uitvaartmuseumpje in ut liekwaeg’nschuurtie an de Bosweg in Deever. Zie de bijgevoegde afbeelding van het onleesbaar gemaakte bericht.
Hier volgt een kort citaat uit het bericht.
Het gaat dan eindelijk toch gebeuren. Het lijkwagenhuisje aan de Bosweg in Deever wordt ingericht als een uitvaartmuseumpje. Het is de bedoeling dat het museum in het voorjaar van 2018 wordt geopend. Het museum is vanaf dat moment één middag per week en op afspraak toegankelijk voor het publiek.
Het voorjaar is inmiddels verstreken en bij ut liekwaeg’nschuurtie an de Bosweg in Deever is nog geen spoor van enige inrichtingsbezigheid te bekennen. De redactie leeft in de veronderstelling dat de timmerkunstenaar van de heemkundige vereniging uut Deever toch wel al een soort van fraai aankondigingsbord in elkaar had geknutseld of gekunsteld en aan de voorbaander van ut liekwaeg’nschuurtie had vastgespijkerd.
Maar dat bleek niet het geval. De redactie heeft voor alle zekerheid de foto voor bijgaande afbeelding van de voorgevel van ut liekwaeg’nschuurtie op zaterdag 16 juni 2018 gemaakt. Het was inderdaad nog in de lente. Nergens aan de gevel is te lezen dat hier een uitvaartmuseumpje is gevestigd of zal worden gevestigd. Of zou een en ander met een poster zijn aangekondigd op het groene elektriciteitskastje naast ut liekwaeg’nschuurtie en is daar inmiddels een poster van het popfestival Dauwpop 2018 overheen geplakt ?
Wat aan de op 16 juni 2018 gemaakte foto opvalt zijn de twee betekenisloze en hinderlijke betuttelpaaltjes van de voorkant van het gelijk en het ontbreken van een oud uitvaartsymbool in de bestrating van het opritje naar de voorbaander. De bestratoloog van de heemkundige vereniging uut Deever moet nog een middagje hard aan de slag om met rode of paarse stukjes straatklinker een stemmig en passend symbool in het opritje aan te brengen.
De redactie zou het niet openen van het uitvaartmuseumpje in ut liekwaeg’nschuurtie an de Bosweg in het museumloze Deever (het Oermuseum is geen museum, maar een soort van veredelde bezigheidstherapiewerkplaats) toch wel een klein rampje van de derde orde vinden, temeer omdat het mogelijk aanstaande uitvaartmuseumpje als kleinste museumpje ter wereld na opening regelrecht gaat worden vermeld in de volgende editie van het Grote Guiness Book Of Records. Echt wel.


Posted in Baander, Bosweg, Lijkwagenschuurtje, Museum | Leave a comment

Plèties in de Magnum Opus

De Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, heeft in 2021 de prachtige en luxe uitgevoerde zwart-wit boekwerk Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever uitgegeven. Driewerf hulde voor de samenstellers van dit boek. De redactie van ut Deevers Archief noemt dit dikke zware magistrale boek voor het gemak maar de Magnum Opus van deze vereniging.

In de Magnum Opus ontbreekt helaas een overzicht van de daar in opgenomen plaatjes. De redactie van ut Deevers Archief zal beetje bij beetje trachten in deze leemte te voorzien. Als het betreffende plaatje aanwezig is in ut Deevers Archief, die kans is misschien wellicht hopelijk aanwezig, dan is een link aangebracht naar die afbeelding in ut Deevers Archief.

001 – Voorkant van het boek – Foto van ut hunnebedde D52.
002 – Bladzijde 6 – Foto filmset an de Kloosterstroate in Deever in 1958 voor de film Fanfare.
003 – Bladzijde 6 – Foto van de opnamen an de Kloosterstroate in Deever in 1958 voor de film Fanfare.
004 – Bladzijde 6  -Foto van de opnamen an de Kloosterstroate in Deever in 1958 voor de film Fanfare.

Inleiding
005 – Bladzijde 9 – Foto van het wapen van de familie Ketel in gebrandschilderd glas in een raam van het Schultehuis.

van ‘de Boerderij’ van Johannes Minderaa
xxx – Bladzijde 402 – Foto van een reclameplaatje van museum Dieverza an de brink van Deever
xxx – Bladzijde 403 – Ansichtkaart van museum Dieverza an de brink van Deever.
xxx – Bladzijde 405 – Pentekening van de toren en het kerkgebouw an de brink van Deever van Jan Otter
xxx – Bladzijde 463 – Foto schoolkinderen in het ‘Het Noorden in Woord en Beeld’, jrg 3, 1927-1928, no 31, 28-10-1927

xxx – Bladzijde 531 – Ansichtkaart van de huisjes van de familie Davids en de familie Smit op ut Kastiel
xxx – Bladzijde 541 – Foto van de pas geopende kleuterschool de Buitelbam met de vlag in top
xxx – Bladzijde 541 – Foto van de opening van de Buitelbam met Ome Kees en Hansie Bakker

Overzicht is nog niet compleet.
Wordt uiteraard vervolgd.

Posted in Magnum Opus | Leave a comment

Wie gaat de cultuurhistorische waarde versterken ?

Op de website van de gemeente Westenveld  verscheen op 14 februari 2014 het navolgende bericht.

Westerveld brengt cultuurhistorische objecten in kaart voor gemeentelijke monumentenlijst
Gemeente Westerveld heeft de belangrijkste cultuurhistorische objecten zonder monumentenstatus in kaart laten brengen voor een gemeentelijke monumentenlijst. Stichting Oversticht uit Zwolle heeft in opdracht van de gemeenten een inventarisatie gemaakt van karakteristieke gebouwen en de overblijfselen uit de tweede Wereldoorlog. Daarmee is Westerveld één van de eerste Drentse gemeenten die het oorlogserfgoed onderdeel laat zijn van een gemeentelijke monumentenlijst.
Uit het onderzoek blijkt dat cultuurhistorie verder reikt dan de provinciale en rijksmonumentenlijsten. Wethouder Kleine Deters: “Veel objecten die het verhaal van de Westerveldse geschiedenis vertellen, staan nog niet op een monumentenlijst. Voorbeelden zijn onder anderen de overblijfselen van het oorlogsvliegveld op de Havelterberg, een veldwachterwoning in Wapse en het landgoed van de ‘Bezier Stichting’ bij Wateren”.
Eigenaren
Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek neemt de gemeente Westerveld in de loop van 2014 contact op met betrokken eigenaren van de cultuurhistorische objecten. Gezamenlijk wordt onderzocht hoe de cultuurhistorische waarde versterkt en geborgd kan worden in een gemeentelijk monumentenregister. De medewerking van eigenaren geschied op vrijwillige basis. Wethouder Kleine Deters: “Wij hopen natuurlijk dat veel eigenaren mee willen werken en dat we een zo compleet mogelijke lijst krijgen van gemeentelijke monumenten”.
Aanleiding
Aanleiding voor het onderzoek naar cultuurhistorische objecten voor een gemeentelijke monumentenlijst is de vaststelling van het nieuwe erfgoedbeleid door de gemeenteraad in 2012, waaronder de erfgoedverordening en de cultuurhistorische waardenkaart.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De cultuurhistorie binnen de grenzen van de gemiente Deever reikt blijkbaar verder dan de provinciale monumentenlijst en de rijksmonumentenlijst. Dat zal dan een vrijwillige gemeentelijke monumentenlijst worden, in het voorgaande artikel -heel prachtig bedacht- het gemeentelijk monumentenregister genoemd. En dan vermeldt het artikel ook nog dat met de betrokken eigenaren ‘gezamenlijk’ zal worden onderzocht hoe de cultuurhistorische waarde van hun pand kan worden ‘geborgd en versterkt’.
Jij kunt op jouw Drentsche boerenklompen aanvoelen dat de eer naar de voorkant van het gelijk zal gaan en dat de eigenaar van een gemeentelijk monument op zal moeten draaien voor de kosten van het ‘borgen en versterken van de cultuurhistorische waarde’ van zijn eigen pand en bovendien opgescheept zal worden met allerlei regeltjes en beperkingen. Dat zou je de gemeentelijke participatiemaatschappij kunnen noemen.
Op de foto, die de redactie van het Deevers Archief op 30 september 2010 is gemaakt, is de grauwgrijze achterkant van het onderkomen van de voorkant van het gelijk aan de Gemeentehuislaan in Deever te zien, voorwaar een soort van bedrijfspand pand zonder enige architectonische waarde. Let daarbij vooral op de grote loods op het dak van het raadhuis.

Posted in Aarfgood, Gemeente Westenveld | Leave a comment