Reinder en Jan hept de stien’n biele ehöll’n

De zelf uit te voeren opdracht ‘maak foto’s van het stenen bijltje van Reinder van der Helm’ stond al een flinke tijd op het steeds langer wordende ‘nog-te-doen-in-Deever-lijstje’ van de redactie van ut Deevers Archief.  De redactie had deze opdracht op zijn lijstje gezet, nadat hij enige jaren geleden het bericht “Hier woonden dus altijd boeren ?” in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 12 januari 1987 had gelezen. Temeer, omdat in dat krantenbericht geen duidelijke afbeelding van het bijltje was opgenomen. Boer Reinder van der Helm leeft niet meer. Dus kon het niet anders zo zijn dan dat zijn zoon Jan van der Helm in Oll’ndeever zich heeft ontfermd over het bijltje.

Want Reinder heeft het bijltje, nadat hij het had gevonden, niet overgedragen aan het Drents Museum. Maar hij had zich wel het een en ander afgevraagd. “Wat moet je met zo’n ding ?” “Veel weet ik er niet van en hoeveel geld is zo’n bijltje waard ?” “Mag ik het bijltje houden.” Moet ik het “bijltje afstaan aan het museum ?” Gelukkig mocht Reinder zijn vondst houden.

Na de laatste jaren vele keren over de Wittelerweg van Wittelte hen Deever te zijn gereden, was het vrijdag 29 november 2024 eindelijk een keer zo ver. Waar ik vroeger over een zandweggetje liep en fietste, reed ik nu over een keurig aangelegd eigen-terrein-straatweggetje naar het bedrijf van Jan van der Helm. Hij en zijn echtgenote zijn eigenaren van het familiebedrijf De Stoefert. Een mooie naam voor een bedrijf, maar in de verste verte is geen zandverstuiving in Oll’ndeever is te vinden.

De redactie mocht van Jan van der Helm foto’s maken van het stenen bijltje. De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor. Na enig zoekwerk vond Jan het door zijn vader gevonden oudheidkundig waardevolle object.

Amateur-historicus en amateur-archeoloog Egbert Sinkgraven heeft in 1987 kort na het verschijnen van het artikel in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) over de vondst van het bijltje een foto gemaakt. Zie afbeelding 4.

Het betreft een stenen bijltje van een bewoner uit de trechterbekertijd (circa 4350 voor Christus tot ongeveer 2750 voor Christus). Het bijltje is ongeveer tussen de 6700 en 5100 jaren oud. Het bijltje is vrij klein, heeft een lengte van ongeveer 15 centimeter, een breedte van ongeveer 6 centimeter en een dikte van ongeveer 4 centimeter. Het oorspronkelijk gladde oppervlak van het bijltje is sterk geërodeerd. Door de steenaders lopen bruine sporen. Maar met het kleine bijltje konden wel bomen worden omgehakt.

Een amateur-deskundige op het gebied van de samenstelling van gesteenten veronderstelde destijds na enig koekeloeren naar het stenen bijltje in al zijn wijsheid, dat de gebruikte steensoort hoogstwaarschijnlijk amfiboliet is, vandaar die roestkleur. Maar het zou ook zo maar eens kunnen zijn dat de bruine vlekken op het bijltje het gevolg van inwerking van ijzerhoudend grondwater is geweest, want het bijltje werd niet ver een waterloopje gevonden.

Reinder van der Helm zag destijds het bijltje met de scherpe kant naar boven uit zijn land steken. Hij wist toen de vindplaats nauwkeurig te beschrijven. De archeoloog van het provinciaal museum in Assen heeft toen de vindplaats nauwkeurig op een topografische kaart ingetekend. De redactie beschikt nog niet over een goede scan van de archeoloog van de provincie gebruikte topografische kaart.

Op basis van aantekeningen en aanwijzingen van amateur-historicus en amateur-archeoloog Egbert Sinkgraven heeft de redactie de om-en-nabije vindplaats van het bijltje ingetekend in de topografische kaart, die in 1960 is uitgebracht. Zie afbeelding 5.

De redactie van ut Deevers Archief verwijst voor meer informatie over het stenen bijltje naar het bericht Reinder vön un stien’n biele uut de neeje stientied.

Afbeelding 1 – (© Ut Deevers Archief – 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)
Zijkant van het bijltje.

Afbeelding 2 – (© Ut Deevers Archief – 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)
Aan de rechterkant van het bijltje is de scherpe kant te zien. Met het bijltje konden ook bomen worden omgehakt.


Afbeelding 3 – (© Ut Deevers Archief – 29 november 2024 – Alle rechten voorbehouden)
Zijkant van het bijltje.


Afbeelding 4 – (© Egbert Sinkgraven)

Afbeelding 5
Reinder van der Helm vond het stenen bijltje ongeveer bij de punt van de pijl vlak bij het stroompje met de naam Slingegröppe.

This entry was posted in Oll'ndeever, Oudheidkunde. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *