Monthly Archives: september 2020

De sloop van de piepe van de Deeverse botterfubriek

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 12 augustus 1977 verscheen het volgende korte bericht over de sloop van de schoorsteenpijp van de voormalige zuivelfabriek aan het Moleneinde in Deever.

Weg pijp…
Diever. De enige fabriekspijp in Diever wordt afgebroken. Het gevaarte van de voormalige zuivelfabriek (het tegenwoordige garagebedrijf van de gebroeders Boer) wordt van bovenaf afgebroken. Men kan de pijp niet laten vallen in verband met de bebouwing in de omgeving. De pijp heeft een lengte van van 30 meter en wordt door de firma Van de Werf uit Meppel afgebroken.
Het bovenste gedeelte van de pijp was in zeer slechte staat en leverde gevaar voor de omgeving op. Het eerste gedeelte is met een lift afgebroken en daarna wordt een kooi om de pijp aangebracht. De stenen (het puin) wordt in de pijp gegooid en men gaat door tot de pijp vol is. Het onderste gedeelte blijft staan. Men rekent op plusminus 15 meter. De rest van de pijp zal overigens niet gebruikt worden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De gammel wordende schoorsteen van de voormalige Coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij aan het Moleneinde (Katteneinde) in Deever is op 8 augustus 1977 gesloopt. De nieuwe eigenaren van de veelal in de Deeverse volksmond genoemde ‘botterfabriek’ waren de gebroeders Boer uut Dwingel, die er een autobedrijf in vestigden.

Het kon gewoon echt niet missen dat de Deeverse dorpsfotograaf en dorpsfiguur Harm (Haarm) Hessels dit klusje op de gevoelige plaat heeft vastgelegd. Zie de hier getoonde zwart-wit foto van hem. Daarvoor brengt de redactie van ut Deevers Archief alsnog posthuum driewerf hulde uit: hulde, hulde, hulde. Foto’s van Harm (Haarm) Hessels behoren tot het culturele erfgoed uut de gemiente Deever.
De redactie van ut Deevers Archief heeft, ongeveer 30 jaar later, bijgaand getoonde  kleurenfoto op 26 mei 2018 gemaakt. Heden ten dage is gevestigd in het pand met adres Moleneinde 28 het door Harm Jan Boer, zoon van Roelof Boer en Jantje Pouwels, geleide Autobedrijf Boer.
In het berichtje in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) is de foto van Harm (Haarm) Hessels helaas niet in zijn geheel afgebeeld. Daar had de redactie van de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) wel meer last van. Het kwam ook regelmatig voor dat een foto die Harm (Haarm) Hessels wel voor een bepaald Deevers nieuwsbericht maakte, niet in het bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) werd opgenomen.
Een grote vraag is natuurlijk wanneer het onderste gedeelte van 15 meter van de schoorsteenpijp is afgebroken ?
Een andere grote vraag is natuurlijk ook of de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief in het bezit zijn van foto’s van de afbraak van de schoorsteen en of zij een goede scan van die foto’s voor opname in ut Deevers Archief ter beschikking willen stellen ?

Posted in Haarm Hessels, Meul’nende, Süvelfubriek Deever, Verdwenen object | Leave a comment

De bou van veer oll’nvandaeg’nhuussies op Zorgvlied

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 27 september 1982 een kort bericht over de financiering van de bouw van vier bejaardenwoningen op de plaats van het Sint Anthony Gasthuis op Zorgvlied.

Krediet Diever nodig voor bouw bejaardenwoingen
Diever. Indien de gemeenteraad van de gemeente Diever donderdagavond accoord gaat met het voorsel van het college van Burgemeester en Wethouders een krediet van f. 18.000 beschikbaar te stellen, dan is daarmee de financiering van de bouw van vier bejaardenwoningen te Zorgvlied rond. De bejaardenwoningen zullen worden gebouwd op de plaats waar het Sint Anthony Gasthuis heeft gestaan.
De Stichting Woningbouw Zuidwest-Drenthe ontwikkelde een bouwplan, dat op belangrijke plaatsen zodanig is aangepast, opdat de te bouwen woningen enigszins overeenkomen met de vier afgebroken gasthuisjes. Dit heeft wel enkele financiële problemen opgeleverd. De stichtingskosten werden aanzienlijk overschreden en wel met f. 90.000. Onlangs is overeensteming bereikt over de dekking van dit bedrag. De provincie Drenthe neemt f. 60.000 voor haar rekening, terwijl de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf minimaal f. 12.000 op tafel zal leggen. Het project wordt namelijk als leerlingenbouwplaats uitgevoerd. De resterende f. 18.000 moet Diever op tafel leggen.
Vorig jaar werden de gasthuisjes afgebroken. Ze hadden een historische waarde en stonden lang op de monumentenlijst. Ze waren jaren eigendom van de Stichting voor Weldadigheid ‘Het Sint Anthony Gasthuis’.

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 24 januari 1983 het volgende bericht over de bouw van vier bejaardenwoningen op de plaats van het Sint Anthony Gasthuis op Zorgvlied.

Bejaardenwoningen in aanbouw
Diever. Op de plaats waar de huisjes van de Stichting Sint Anthony Gasthuis in Zorgvlied hebben gestaan wordt nu hard gewerkt aan de bouw van de vier bejaardenwoningen. In de maand november is men met de bouw begonnnen. Het is de bedoeling dat de woningen voor de bouwvakvakantie worden opgeleverd. De bouw wordt uiitgevoerd in opdracht van de Stichting Woningbouw Zuidwest-Drenthe. De toewijzing van de woningen zal geschieden door de Stichting Sint-Anthony Gasthuis. De bejaardenwoningen zullen in eerste instantie worden toegewezen aan ouderen die een binding hebben met Zorgvlied of de gemeente Diever. De bouw wordt uitgevoerd in het kader van het project leerlingenbouwplaatsen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het bericht uit de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 27 september 1982 wordt de afbraak van vier gasthuisjes gemeld. Dit is niet juist, het waren vijf gasthuisjes.

De Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels is de maker van de de hier afgebeelde zwart-wit actiefoto (afbeelding 3), die is gepubliceerd bij het bericht van 24 januari 1983 in de Olde Möppeler (Meppeler Courant). Postuum hulde aan Harm (Haarm) Hessels.

Afbeelding 1 – Bericht uit de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 27 september 1982   

Afbeelding 2 – Bericht uit de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 24 januari 1983

Afbeelding 3 – Vier bejaardenwoningen in aanbouw op Zorgvlied (foto Harm Hessels)

Posted in Haarm Hessels, Sint Anthonij Gasthuis, Zorgvliet | Leave a comment

Braandtoorn’s en un braandpoal op Baark’nheuvel

In het in 1999 verschenen Deeverse fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is de volgende tekst opgenomen bij afbeeldingen 82 en 83, zijnde een afbeelding van een ansichtkaart van een brandtoren op Kijkduin en een afbeelding van een ansichtkaart van een brandtoren an de Gowe op het landgoed Berkenheuvel. Beide ansichtkaarten zijn vóór de Tweede Wereldoorlog uitgegeven.

82 en 83 – Berkenheuvel – Houten uitkijktorens – 1939
In het grote aaneengesloten bosgebied van Berkenheuvel kon het begin van brand alleen tijdig vanuit de hoogte worden ontdekt. In de twintiger jaren werden de hier afgebeelde houten uitkijktorens in gebruik genomen.
Op de linker foto is de toren aan de Torenweg bij de Van Daalensweg te zien. Deze uitkijktoren stond op de hoogste heuvel van de omgeving. Mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van Berkenheuvel, gaf deze heuvel een aardige naam: Kijkduin. Deze toren is aan het begin van de veertiger jaren afgebroken.
Op de rechter foto staat de toren die zich bevond op een heuvel in de buurt van de Pastoorszandweg bij de Geeuwenbrug. Bij de uitkijktoren stond een houten huis dat bewoond werd door een werknemer van het landgoed Berkenheuvel. Nadat de N.V. Berkenheuvel grond had verkocht aan het ministerie van Sociale Zaken lag de toren op het terrein van een werkkamp van de arbeidsdienst, later het kamp voor sociale jeugdzorg De Eikenhorst. Deze toren is in de vijftiger jaren afgebroken.
De twee houten uitkijktorens werden ontworpen door architect ir. Mello van Daalen, de jongste zoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen en één van de latere bewindvoerders van de N.V. Berkenheuvel. Naar hem is de Mellolaan vernoemd.
Op het landgoed Berkenheuvel werd voor het uitkijken over het bos ook gebruik gemaakt van een brandpaal. Dit was een lange
houten paal die was voorzien van klimijzers en was geplaatst in een zware sokkel van veldkeien en tras. Deze werd op 14 april 1934 centraal opgesteld op een hoge heuvel aan de Middenlaan, tegenover de Juniperusweg. Het is niet bekend tot wanneer deze brandpaal dienst heeft gedaan.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het in de tekst vermelde werkkamp van de arbeidsdienst is het werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst (N.A.D.), dat in de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd en gebruikt.
De twee hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaarten zijn in 1942, nota bene in de Tweede Wereldoorlog, verzonden. Op de achterkant van beide zwart-wit ansichtkaarten staat de uitgever niet vermeld en ook staat de Deeverse neringdoende, die de kaart verkocht, niet vermeld.
De houten brandtoren aan de Torenweg bij de Van Daalensweg is wel terug te vinden op topografische kaarten van vóór de Tweede Wereldoorlog. De houten brandtoren in de buurt van de Pastoorszandweg an de Gowe is helaas niet terug te vinden op topografische kaarten van vóór de Tweede Wereldoorlog.
De redactie is benieuwd of iemand van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief de standplaats van de houten brandtoren in de buurt van de Pastoorszandweg an de Gowe wel weet en bereid is de deze kennis met de redactie te delen.
Bart Buiter heeft de twee hier getoonde kleurenfoto’s van de nog steeds bestaande resten van de fundering van de brandpaal op de hoge heuvel aan de Middenlaan en tegenover de Juniperusweg, gemaakt op 7 augustus 2015.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Posted in Ansigtkoate, Braandtoor’n, Diever, ie bint 't wel ..., Landgoed Berkenheuvel, Uutkiektoor’n, Verdwenen object | Leave a comment

Gedèènktiek’n veur de bouwers van de noodbrogge

In de krant Ons Noorden : Dagblad voor de Noorderlijke Provinciën verscheen op 21 mei 1945 een artikel over de bouw van de noodbrug over de Drentse Hoofdvaart an de Deeverbrogge in de nacht van 11 op 12 april 1945. 

Drentse burgers bouwden een noodbrug en bevorderden Frieslands bevrijding
In de dagen rond 10 april, zo lezen we in de ‘De Vrije Pers’, toen het noorden des lands in angstige spanning op de bevrijdende Canadese legers wachten, ging er in de huizen van de gelukkigen, die nog op de een of andere elektrische stroom konden bemachtigen, geen uur voorbij of de radio werd ingeschakeld. De hoop op een spoedige verlossing van de onderdrukkers nam toe in de harten van de Drenten en Groningers, naarmate de tankspitsen ten oosten van de Drentse Hoofdvaart vorderen. Doch de Friezen werd het bang te moede, want wie beter dan zij wisten welk een barrière hen nog van de oprukkende geallieerden scheidde.
Op een goede dag meldde Herrijzend Nederland evenwel plotseling dat de Canadese spitsen tot in Diever doorgedrongen waren. Diever, over het kanaal dus ! En zie, dit bruggenhoofd is het geweest van waaruit Frieslands victorie begon. Dit bruggenhoofd danken zij aan een Drentse opzichter van de Rijkswarerstaat, die met een aantal burgers onder het bereik der Duitse kanonnen een noodbrug over het kanaal sloeg, waarover het materiaal naar het westen stroomde.
Canadezen en Polen rukten in Drente op: Coevorden werd bevrijd, de spoorbaan Hoogeveen – Meppel gepasseerd, in de loop van woensdag den 11de april werd Dwingeloo bereikt en even later stonden Canadezen aan de Drentse Hoofdvaart. Waarschijnlijk heeft het niet in de bedoeling gelegen om de operaties onmiddelijk aan de westzijde ervan voort te zetten, doch er zijn factoren geweest (onder andere een noodkreet van de bevolking van Diever, waar de terugtrekkende Duitsers een vreselijke terreur uitoefenden, die den commandant de wenselijkheid van een noodbrug bij Dieverbrug deden inzien.
Mer een opzichter van de Rijkswaterstaat te Dwingeloo werd overleg gepleegd en deze bood aan, met een aantal vrijwilligers een brug over het kanaal te slaan. Ondanks het feit, dat zowel Wittelte, de Haarsluis (ten zuiden van Geeuwenbrug) en Diever nog in Duitse handen was en het geenszins denkbeeldig was, dat deze tegen het vallen van de avond het vuur zouden openen, meldden zich tal van vrijwilligers aan. Uit deze groep werden zestien bekwame vaklui gekozen, die ’s avonds om negen uur met de bouw begonnen, terwijl de Canadezen de wegen naar Dieverbrug onder controle hielden.
De opdracht van den Canadesen commandant luidde: maak  mij een brug geschikt voor maximaal 9-tons wagens en zorg, dat die morgenvroeg half zeven klaar is. De hele nacht zwoegden en ploeterden de vrijwilligers, daarbij gebruik makend van een bok met marteriaal afkomstig van de op last van de Duitsers afgebroken Wittelterbrug, welk materiaal men speciaal met het oog op de bouw van een noodbrug in de buurt had weten vast te houden. De mannen smaakten tenslotte het genoegen debrug tien minuten voor de vastgestelde tijd gereed te hebben en onmiddellijk starten de geallieerde colonnes naar het westen.
Het schijnt dat de Canadese bevelvoerder na deze voorspoedige vorming van het ‘bruggenhoofd Dieverbrug’ het krijgsplan gewijzigd heeft en meteen Friesland en de Kop van Overijssel heeft ‘meegenomen’. Dezelfde morgen omstreeks elf uur stonden de eerste Canadese verkenners voor Steenwijk en nog de zelfde dag werd Wolvega bereikt.
Is het teveel gezegd, dat de Friezen, die er op enkele plaatsen na (Pingjum onder andere) bijna zonder kleerscheuren zijn afgekomen, dit mede te danken hebben aan de mannen van de Rijkswaterstaat en hun Drentse vrijwilligers ?

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in verschillende berichten aandacht besteed aan het ontbreken van een gedenkplaat of een plaquette voor de Deeverse en Dwingeler bouwers van de noodbrogge over de Drentse Hoofdvaart an de Deeverbrogge in de nacht van 11 op 12 april 1945. De noodbrug is gebouwd geweest naast de Deeverbrogge, die de Duitse bezetter tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft opgeblazen. Op de hier afgebeelde helaas niet zo scherpe foto is de opgeblazen Deeverbrogge te zien; deze foto is vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog gemaakt door de an de Deeverbrogge wonende Wopke Veenstra.
Zie bijvoorbeeld het bericht Bouwers van de noodbrogge kriegt un gedenkplaete
en het bericht De seu’m lange staarke ieser’n balk’n van Oere Chris of het bericht Un ienvoldig gedèènktiek’n bee de Deeverbrogge.
De bedoeling van het bestuur van de Historische Vereniging Gemeente Diever was deze gedenkplaat, eigenlijk meer een vandalenbestendig informatiebord, met enig ceremonieel te plaatsen op 12 april 2010, vijfenzeventig jaar na de bevrijding van de gemiente Deever, te plaatsen, maar vanwege de corona-pandemie bleek dat helaas op die datum niet tot de mogelijkheden te behoren.
In de webstee van de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 3 augustus 1920 het bericht Historische Vereniging Gemeente Diever plaatst informatiepanelen
waarin ook verslag wordt gedaan van het plaatsen van een bord met gegevens over de bouw van de noodbrogge ter plaatse van de vernielde Deeverbrogge.
Het is er dus na 75 jaren en bijna 4 maanden na 12 april 1945 dan toch nog van gekomen. Niet op initiatief van de Hoge Heertjes En Dametjes Van Het Dagelijks Bestuur Van De Gemeente Westenveld En Hun Ambtelijke Medewerkers In Hun Luxe Onderkomen Aan de Gemeentehuislaan In Deever, maar wel op het zeer te waarderen intiatief van de Historische Vereniging Gemeente Diever.
De redactie zal te gelegener tijd bij een volgende fotoexpeditie door de gemiente Deever, dus zeker niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf enige foto’s van dit gegevensbord maken, en toevoegen aan dit bericht.

Posted in An de Deeverbrogge, Canadees’n, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

De sloop van ut Wittelter skut in 1880

In het in 1999 verschenen Deeverse fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is bij afbeelding 1, een afbeelding van de oudst bekende zwart-wit foto van de streek Wittelte, nota bene een foto uit 1880, die gemaakt is tijdens het slopen van de Wittelter schutsluis, de volgende tekst vermeld.

1 – Wittelte – Wittelter schutsluis – 1880
De Smildiger veenschappen Molenwijk en aanhorigheden en De Zeven Blokken, de Drentsche Stoombootmaatschappij en anderen verzochten de Minister van Waterstaat om de opruiming der Witteltersluis op de Drentsche Hoofdvaart niet in den zomer, maar gedurende de wintermaanden December, January en February te doen verrigten.
De Waterstaat vond dat het winterseizoen met zijne korte dagen en sechte weersgesteldheid zich daartoe niet leent en dat het onverantwoord zou zijn om de vaart af te dammen en den geregelden afvoer van het water te versperren op een tijd dat aan een goeden afvoer de grootste behoefte kan bestaan.
Op 17 december 1879 schrijft de Minister aan de Commissaris des Konings in Drenthe dat het tijdstip voor de afsluiting zal worden bepaald tusschen 1 July en 15 Augustus 1880, gedurende welke tijd voor de vaart door het bovenpand naar zee toch nog altijd de weg langs de Kolonievaart open staat.
Na het slopen van de sluis zou het peil in het pand Dieversluis – Wittelte lager worden, waardoor geen gebruik meer kon worden
gemaakt van de overlaten boven de sluis voor het bevloeien van hooilanden. Op verzoek van de eigenaren van de hooilanden in
de Witteltermade en de aangrenzende Uffelter hooilanden werden in de kanaaldijk duikers aangelegd.
De stenen sluis werd in de zomer van 1880 opgeruimd, nadat het pand tussen deze sluis en de Dieversluis op zijn nieuwe diepte was gebracht. Voor het gebruik van ’s Lands Grooten Weg langs de vaart werd bij het niet zichtbare tolhuis tot in 1899 tol geheven. Achter de bomen is het sluiswachtershuis te zien. In het rechter deel van het voorhuis was een café gevestigd. Het huis is in 1905 op een openbare verkoping geveild.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Zie ook het bericht Ièst mit de vlegel un legge rogge döss’n op de deele.
De laatste zin van de tekst bij de foto van het slopen van het Wittelterschut is niet juist. Het huis van de sluiswachter is in 1881 geveild.

Afbeelding 1 – Foto uit 1880 van de sloop van het Wittelterschut

Afbeelding 2 – Afbeelding van de bladzijde met foto 1 met tekst uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Verdwenen object, Witteler skut | Leave a comment

An de Deeverbrogge – Kalkovens staan op instorten

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 21 januari 1983 het navolgende artikel ‘Voor 1 februari omheining Kalkovens in Dieverbrug’ naar aanleiding van gedoe over de bouwvallige restanten van de kalkovens an de Deeverbrogge.

Burgemeester en Wethouders van Diever hebben eigenaar H.J. Schoenmaker uit Haren gesommeerd vóór 1 februari de kalkovens in Dieverbrug af te schermen voor het publiek. Het gevaar is niet ondenkbeeldig dat stukken van de schoorsteenpijp naar beneden vallen. Twee jaar geleden is dat al eens gebeurd, overigens zonder dat zich ongelukken voordeden. Ook toen hebben Burgemeester en Wethouders gevraagd te zorgen voor een deugdelijke afrastering rond de uit het begin van deze eeuw stammende kalkovens. Hieraan heeft Schoenmaker niet voldaan.

Omdat het gevaar voor instorten nog groter is geworden, wil het college op grond van de bouwverordening nu kracht achter het verzoek zetten. ‘De tand des tijds heeft haar nimmer aflatende invloed steeds sterker doen gelden.’ staat in een brief aan Schoenmaker. Hij krijgt een maand de tijd in beroep te gaan. Anders zal de gemeente op zijn kosten voor een deugdelijke omheining zorgen. De gemeente heeft overigens al diverse pogingen ondernomen de kalkovens te behouden. ‘Ons is gebleken dat de helft van de kalkovens in ons land de laatste jaren verloren is gegaan.’ zegt burgemeester H.G. Overweg. ‘Het is goed om er dan een paar te bewaren. Deze ovens zijn daarvoor uitermate geschikt, omdat uit de plaats een relatie blijkt met de omgeving. De schelpen werden altijd aangevoerd via de Drentsche Hoofdvaart.
Als bestuurslid wist Overweg de Stichting Oud-Drenthe voor de ovens te interesseren. Onderhandelingen met de eigenaar liepen echter op niets uit. ‘Schoenmaker vroeg zo’n hoge prijs dat de stichting daar niet op in kon gaan. Er zijn altijd mensen die denken dat in een dergelijk bezit geld zit. Het is echter eigenlijk een negatief bezit, want je hebt er geen donder aan. Voor het behoud van de ovens was het voor de stichting echter wel interessant.
De suggestie van Schoenmaker de gemeengte de oven te laten opknappen leverde geen gehoor op. ‘Wanneer je geen eigenaar bent moet je niet gaan prutsen aan dit soort dingen.’ zegt Overweg. ‘Ook in het belang van de toeristen willen we wel graag iets doen. De kalkovens zijn een monumentje van industrie en techniek.’
Ondersteuning krijgt het gemeentebestuur van G.J.P. Bloemen uit Doesburg. Tijdens zijn vakantie maakte hij kennis met de ovens. In een brief aan de gemeenteraad pleit Bloemen voor het behoud ervan. De gemeenteraad van Diever vergadert donderdagavond.

Posted in Aarfgood, An de Deeverbrogge, Bedrief, Boek An de Brogge, Cultuurhistorie, de Kalkoo’ms, de Voat, Economie | Leave a comment

De meule van Ab Jansen hef gien stelling mièr

De redactie van ut Deevers Archief is verzot op mooie afbeeldingen van korenmolen ‘de Vlijt’ in Oll’ndeever. Het maakt niet uit of het oude of jonge afbeeldingen zijn. Het maakt niet uit of deze molen op een gewone foto, op een ansichtkaart, op een tekening, op een schilderij, op een lucifersdoosje, op een suikerzakje of op een tegeltje is te zien. En het maakt ook niet uit of de molen op de afbeelding in vervallen of in pas gerestaureerde staat is te zien.
De redactie toont de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief hier een afbeelding van een zwart-wit foto uit de tijd dat Jan Albert (Ab) Jansen nog de mulder was van de molen in Oll’ndeever, voordat hij, zijn vrouw en twee kinderen in 1954 emigreerden naar Grand Rapids in Michigan in de Verenigde Staten van Amerika. De foto is gemaakt op 22 april 1948. De foto is aanwezig in de collectie van de Vereniging de Hollandse Molen. De redactie heeft de afbeelding niet bewerkt. De korenmaalmachine in Oll’ndeever is een stellingmolen, maar had in 1948 geen stelling meer. De woning van de familie Jansen staat een beetje verborgen achter de molen.

Posted in Alle Deeversen, Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

Vlag hijsen en breken in jongenskamp De Eikenhorst

De heer Pieter Verdonk stuurde op 10 september 2020 de volgende reactie naar ut Deevers Archief. De redactie van ut Deevers Archief is hem bijzonder erkentelijk voor deze reactie. De heer Pieter Verdonk is van 1961 tot 1963 groepsleider geweest in het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe. Van de heer Pieter Verdonk zijn verschillende bijdragen verwerkt in berichten in ut Deevers Archief.

Ik heb destijds een foto van de appèlplaats in het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ gemaakt. Ik meende, dat ik van die foto nog een exemplaar had. Ik heb die foto helaas nog niet terug kunnen vinden.
Op die foto is de appèlplaats met de vlaggemast in het midden van de appélplaats te zien. Rond de vlaggemast staan de vier groepen jongens uit de barakken Perú, Klondike, Transvaal en Alaska, daar tegenover staan enkele stafleden. In bepaalde opzichten leken bepaalde zaken in het kamp op het doen en laten bij de toenmalige padvinderij. Daar werd in die tijd ook de vlag gehesen, terwijl men in de houding stond, enzovoorts.
Misschien is het leuk het volgende bij de hier ontbrekende foto van de appèlplaats op te merken. We hadden een enorm boek, de zogenaamde stafbijbel, waarin alle aanwijzingen, enzovoorts uit Den Haag waren opgeborgen. In die stafbijbel stond ook, dat als een lid van het Koninklijk Huis was overleden, dan de vlag ’s morgens tot halfstok moest worden gehesen en dan moest worden “gebroken”.
Op 28 november 1962 overleed prinses Wilhelmina. Dat moest worden meegedeeld bij het vlagappèl en de vlag moest na het hijsen worden gebroken. “Doe jij dat maar, dat kan ik niet”, fluisterde de adjudant, die anders het vlagappèl leidde, me toe. Tja, ’t was in de zestiger jaren en in die tijd kon zoiets al gezegd worden… Dus heb ik het overlijden van de prinses aangekondigd en het commando “vlag hijsen en breken” gegeven. Na drie dagen hoefde dat niet meer, want de prinses had in haar testament opgenomen dat ze geen plichtplegingen wilde.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Als een vlag na het hijsen moet worden “gebroken”, dan moet de vlag op een speciale manier zijn gevouwen.
Het “breken” van de vlag werd voornamelijk gedaan bij harde wind.
Wie van de voormalige bewoners van het jongenskamp ‘de Eikenhorst’
an de Gowe is in het bezit van een exemplaar van de in het bericht beschreven foto van de appélplaats ? De redactie zou bijzonder graag een goede scan van deze foto bij dit bericht willen tonen.

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Haarm Hessels hef ut hunnebedde ok op de foto set

De Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels heeft in maart 1984, de redactie van ut Deevers Archief weet de precieze datum nog niet, ook een keer ut hunnebedde D52 op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever op de foto gezet. Een afbeelding van die foto is in dit bericht te zien. Voorwaar geen slechte foto.
De foto is ook als illustratie gebruikt bij het artikel met de merkwaardige titel ‘Lijden en dood: en toch leven !” van de gereformeerde dominee O. Doorn. De redactie heeft nog niet kunnen achterhalen in welk tijdschrift dit artikel heeft gestaan.
De redactie is een verwoed verzameling van afbeeldingen van hunnebedde D52. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bereid een scan van foto’s van dit hunnebedde naar de redactie te sturen, teneinde deze te kunnen tonen in ut Deevers Archief ?

Posted in Grönnegerweg, Haarm Hessels, Hunnebedde D52 | Leave a comment

In de tillefooncel kö’j dag en naacht automaties bell’n

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op woensdag 11 november 1964 het volgende bericht over de opening van het nieuwe PTT-kantoor an de Peperstroate in Deever op 10 november 1964. 

Aanwinst voor de gemeente
Nieuw postkantoor in Diever geopend
In de toekomst brievenkastjes op de DVM-autobussen ?

Burgemeester J.C. Meyboom heeft dinsdagmiddag in Diever het nieuwe postkantoor aan de Peperstraat officieel geopend. Hij deed dit door de deur te ontsluiten met een sleutel die hij van de heer J. Folkers, directeur van het Postdistrict Zwolle had gekregen. Het nieuwe postkantoor van Diever biedt een fraaie indruk en is een aanwinst voor deze gemeente. Met de opening van dit gebouw is het postkantoor Dieverbrug opgeheven. Voortaan zullen alle postzaken voor Diever en omstreken door de heer J. Doorten, de postkantoorhouder, met zijn medewerkers worden afgehandeld.

Mozaïek van Abe Brouwer
Voor het kantoorgebouw heeft de straatmaker-schrijver Abe Brouwer met keistenen een fraai mozaïek aangelegd afbeeldende een briefkaart.
Voorafgaande aan de opening vond in hotel Doorten een bijeenkomst plaats van de vele genodigden. Bijzonder aardig was dat verschillende oud-postkantoorhouders(sters) deze feestelijke gebeurtenis bijwoonden.
De heer J. Folkers zei zeer verheugd te zijn dat Diever nu zo’n fraai postkantoor bezit. Hij wees op het feit dat reeds in mei 1955 begonnen werd met de planning van een nieuw kantoor in Diever. Toen was het al hard nodig, zei spreker, want de behuizing liet alles te wensen over. gelukkig zijn alle besprekingen nu achter de rug en heeft Diever een kantoor dat aan alle eisen voldoet. Spreker ging diep in op de geschiedenis van het postwezen in deze contreien. Hij releveerde dat in 1789 Dieverbrug al van belang was voor de post. Daar werden toen namelijk de paarden gewisseld van de postkoets Groningen-Zwolle. In 1995 werd in Diever een hulppostkantoor geopend.

Belang
De naam Schoemaker is van groot belang als men de ontwikkeling van de posterijen in Diever volgt. Enkele generaties van dit geslacht zijn namelijk postkantoorhouder geweest. Zij hebben altijd tot ieders tevredenheid de postzale zaken behandeld, aldus spreker.
In 1957 werd de heer J. Doorten aangesteld en deze gaat nu de PTT-scepter over het gebouw zwaaien.
Tot slot bracht de heer Folkers dank aan allen die aan de totstandkoming van het gebouw hebben meegewerkt.

Klachten
Burgemeester Meyboom gewaagde in zijn toespraak van de klachten van de inwoners van de buurtschappen dat er slechts zo’n gering aantal brievenbussen zijn. Tevens van het feit dat deze bussen per dag niet zo vaak worden gelicht. Zou het niet mogelijk zijn, zo vroeg de burgemeester zich af, dat men in navolging van Amsterdam aan de autobussen van de DVM brievenbussen bevestigd. Dit zou de verzending van de post aanmerkelijk versnellen en vergemakkelijken.
De heer A.K. Moerman, directeur van het postdistrict Meppel waaronder Diever ressorteert, die hierna het woord voerde, merkte hieromtrent op dat hij nimmer van deze klachten had gehoord. Hij zegde toe een en ander te laten onderzoeken.
Mr. dr. H.K. de Langen, voorzitter van de PTT-kamer voor Drenthe en secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Drenthe merkte op dat het nieuwe postkantoor zeer goed past in het typische toeristendorp Diever. Hij wees op het grote belang van een goed postkantoor in een gemeente.

Eer
De heer J. Doorten sloot de sprekersrij. Hij wees op de mogelijkheden die er nu door dit nieuwe gebouw zijn geschapen om de goede naam van Tante Pos zo veel mogelijk eer aan te doen.
Hierna begaf het gezelschap zich naar het postkantoor om een en ander in ogenschouw te kunnen nemen. Het gebouw bestaat uit een kantoorruimte met twee loketten en een hal voor het publiek. In deze hal zijn 25 postbussen bevestigd. Verder is er een telefooncel die van buiten bereikbaar is. Dit impliceert dat de cel dag en nacht beschikbaar is. Er kan volledig automatisch worden gebeld.
Aan het postkantoor is een woning gebouwd, waarin de heer J. Doorten met zijn gezin intrek heeft genomen.
Architect is de heer Van Keulen. Aannemers: de firma Mors en Zoer uit Dieverbrug. De bouwkosten bedragen f. 106.000.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Postkantoorhouder J. Doorten is Jan Doorten. Hij is geboren op 1 oktober 1910. Hij is overleden op 12 juni 1976 in Deever . Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Waren de aannemers Mors en Zoer of waren de aannemers Mos en Zoer ?
Het briefkaart-mozaïek van Abe Brouwer bij de ingang van het postkantoor is helaas verdwenen. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is in het bezit van een foto van dit briefkaart-mozaïek ? De redactie zou van deze foto graag een goede scan willen ontvangen, teneinde deze te tonen bij dit bericht.
Een namaak van het briefkaart-mozaïek van Abe Brouwer is te vinden in de bestrating bij de brievenbus bij de zelfbedieningswinkel an de Heufdstroate in Deever. Zie de hier getoonde kleurenfoto van dit namaak-mozaïek, die de redactie op woensdag 11 december 2019 heeft gemaakt.
De redactie heeft de foto van het voormalige postkantoor en de foto van de zijgevel van het voormalige postkantoor gemaakt op vrijdag 29 november 2019.
Aan het metselwerk om het grote raam in de zijgevel, achter het donkerbruine gemeentelijke betuttelpaaltje, is te zien waar de toegangsdeur van de openbare telefooncel, die ongeveer 1 meter breed en 1 meter lang was, heeft gezeten.

Posted in Abe Brouwer, Peperstroate, Postkantoor | Leave a comment

Un mooie ansichtkoate van ut Pension Vierhoven

Op deze afbeelding van een mooie zwart-wit ansichtkaart, uitgegeven in juni 1951 door Van Leer’s Fotoindustrie in Amsterdam, is aan de linkerkant Pension Vierhoven (eerder Paviljoen Berkenheuvel) an de Bosweg bee’Deever, nog in min of meer de oorspronkelijke staat te zien.
Het is niet zo gek dat ’s zomers bij Pension Vierhoven een ijscokar (met het opschrift Consumptie-ijs) stond, want tegenover het pension, aan de andere kant van de Bosweg, stond op een heuvel de in januari 1950 afgebouwde uitkijktoren, die na betaling van een klein bedrag beklommen kon worden door mensen uit de omgeving en vakantiegangers.
Pension Vierhoven was in die tijd eigendom van Kornelis (Knelus) Vierhoven (geboren op 11 februari 1915, overleden op 10 februari 1972) en Grietje Enting (geboren op 8 oktober 1913, overleden op 24 maart 1989).

Posted in Ansigtkoate, Bosweg, Paviljoen Berkenheuvel | Leave a comment

Ansichtkoate – Groet’n uut Deever

In de gemiente Deever zijn in de loop van de jaren zeker meer dan 200 ansichtkaarten uitgegeven met de titel ‘Groeten uit Diever (Dr.)’ of een daar op lijkende titel. Bijgaande ansichtkaart is daar een goed voorbeeld van.
Deze kaart is uitgegeven door het bedrijf Van der Meulen uit Sneek in Meulen’s Ultracolor 03856. Deze kaart is derhalve uitgegeven in de beginjaren van de ansichtkaart in kleur, zeg in de loop van de zestiger jaren van de vorige eeuw. De kaart was te koop in de boekhandel van Roelof van Goor an de Kruusstrroate in Deever.
Op een aantal foto’s is duidelijk het toen nog agrarische karakter van de gemiente Deever te zien.
Paarden in plaats van tractoren.
Roggemiet’n in plaats van combines. Wie weet wie bezig zijn met het an de miete zett’n van de rogge ? Op welke nes is deze foto gemaakt ? ‘
Ut huusie van Albert Keizer (geboren op 14 augustus 1883, overleden op 30 december 1979) en Jantje Warring (geboren op 12 december 1888, overleden op 30 november 1972) an de Kruusstroate stiet nog op zien stee.
In ut boerdereegie op ’t Kastiel woonde toen nog Jan Klok. Was ut boerdereegie toen nog eigendom van professor Albert Egges van Giffen ?
De foto in het midden van de bovenste drie foto’s is een foto die vanaf de Noorderesch is gemaakt.
De redactie van ut Deevers Archief verneemt van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief graag verbeteringen en aanvullingen op dit bericht.

Abracadabra-452

Posted in Ansigtkoate, Boer'nlee'm, Kruusstroate, Meule van Oll’ndeever, Noorderesch, ut Kastiel | Leave a comment

De ièste 90 joodse mann’n in warkkaamp Diever A

In het kader van de systematische intimidatie, discriminatie, isolatie, deportatie en vernietiging van de joden besloot de Duitse bezetter in december 1941 joodse Amsterdammers naar de Drentse rijkswerkkampen in Diever, Geesbrug, Gijsselte, Kremboong, Mantinge, Orvelte, Stuifzand en Vledder te sturen.
Het eerste resultaat was dat 905 van de 1402 geplaatste mannen op zaterdag 10 januari 1942 vanaf het Centraal Station in Amsterdam per trein vertrokken naar Drenthe.
Op een met potlood beschreven velletje papier, dat bewaard is gebleven en aanwezig is in collectie 216 van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (N.I.O.D.), is te lezen dat de mannen voor de rijkswerkkampen Diever A en Diever B om 9.45 uur vanaf het vijfde perron moesten vertrekken.
Een copie van de lijst met de eerste negentig in Diever A geplaatste joodse mannen uit Amsterdam is compleet met hun adres en geboortedatum bewaard gebleven en aanwezig in collectie 216 van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD).
Op deze lijst komen de volgende personen voor:
M. Aandagt;
N. Achttienribben;
A. Aldewereld;
L. Appelboom;
W.D. Augurkiesman;
B. Ausson;
M. Bacharach;
B. Barend;
J. Baan;
S. Bierman;
I. Blitz;
N. Bonewit;
J. Bueno de Mesquita;
H. Buijs;
J. Canes;
D. Cavaljo;
A. Cohen;
I. Cohen;
A. Couvern;
E. Degen;
S. Degen;
L.A. Drukker;
J. van Esse;
A. Fraenkel;
L. Frenkel;
M.E. Friezer;
S. Gobes;
I. Gobets;
J. Gobets;
S.M. Goldstein;
A. Groothuis;
D. Halmans;
W. Harpman;
M. Hartog;
A.B. de Hes;
B. van Hes;
M. Hoed;
E. Jacobs;
J. Jacobs;
Ph. E. Jacobs;
G. Jacobsohn;
A. Kats;
J. Knegje;
E. Korthoef;
A. de Leeuw;
S. Lelie, Tweede Jan van der Heijdenstraat 22 II, Amsterdam, geboren op 2 september 1880;
B. de Levie;
M. Lisser;
J.H. de Mesquita;
E. Mok;
S. Monnikendam;
J. Naarden;
J. Neuman;
A. Nunes Vas;
L. Pesaro;
D. Polak;
L. Polak;
M. van Praag;
E. Querido;
J. Reens;
J. de Roos;
J. Roos, Tilanusstraat 83 II, Amsterdam, geboren op 20 maart 1893;
A. van Rooijen;
A. Salamons;
D. Salomon;
J. Sacksioni;
D. Santen;
N. Schuijer;
L. Sluijter;
S. Spoelman;
E. van Sijs;
M. Tailleur;
J. Tertans;
A. Troeder;
B. Troostwijk;
M. Veffer;
D. Vierra;
M. Vierra;
C. Vos;
H. de Vries;
B. Waas;
G. Walvis;
I. Walvisch;
A. Winnik;
J. Winnik;
S. Wolder;
J. Zak;
I. Zilverberg;
J. Zwaab.
Voor rijkswerkkamp Diever A fungeerde als zogenaamde contactcommissie de heren J. Roos (registratienummer 174043, geboren op 20 maart 1893, laatste adres Tilanusstraat 83 II in Amsterdam) en S. Lelie (registratienummer 66086, geboren op 2 september 1880, laatste adres Tweede Jan van der Heijdenstraat 22 II in Amsterdam).

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie wil zo veel als mogelijk is aandacht besteden aan de geschiedenis van de rijkswerkkampen Diever A en Diever B an de Woaterseweg in de Olde Willem, in het bijzonder aan de geschiedenis van de twee kampen in de Tweede Wereldoorlog toen de Duitse bezetter deze kampen gebruikte als isolatie- en doorvoerkamp van Joodse landgenoten.
De zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van ut Deevers Archief kan de reeds verschenen berichten over deze twee kampen in ut Deevers Archief vinden door in de rechter kolom of onder aan dit bericht de categorie ‘Werkkampen Diever A en B’ aan te klikken.

Posted in de Olde Willem, Tweede Wereldoorlog, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Pakschuitendienst tusschen Assen, Deever en Meppel

In de krant Het nieuws van den dag (kleine courant) verscheen op 20 april 1877 het navolgende bericht over de oprichting der naamlooze vennooschap Drentsche Stoomboot Maatschappij (D.S.M.) te Assen.

De Koninklijke bewilliging is verleend op de akte van oprichting der naamlooze vennootschap ‘Drentsche Stoombootmaatschappij’ te Assen. Vooreerst zal de werkkring der Maatschappij zich bepalen tot het voortzetten der volgende bestaande diensten: de stoombootdienst tusschen Assen en Zwolle, de bargedienst tusschen Assen en Groningen, de bargedienst tusschen Assen en Veenhuizen en de pakschuitendienst tusschen Assen, Diever en Meppel.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
De heemkundige vereniging uut Deever heeft in 2014 haar twintigjarige bestaan opgeluisterd met een zo genoemd jubileumboekje met de titel ‘An de Brogge’, waarin aandacht is besteed aan de geschiedenis van de Deeverbrogge.
De redactie van ut Deevers Archief heeft helaas nog niet de tijd gevonden het te verifiëren, maar in het boekje zijn ongetwijfeld onderwerpen aan de orde gekomen, zoals de bewoners, de boerderijen, de Bolderhoek, de pothokken, de snikke, de barge, de stoombootdiensten van de Drentse Stoombootmaatschappij, de postkar, de pakschuiten, de scheepvaart, de turfschippers, de transportbedrijven, het steenfabriekje, de kalkovens, Ellert- en Brammert, de noodslachtplaats, het busstation, de bedrijvigheid aan de loswal, de bedrijven an de Deeverbrogge, de stoomtram, de tramlijn, het tramemplacement, het tolhek, het tolhuis, veeartsen, hotel Blok, logementen, café-logement Sjoert Benthem, Concordia, het hulppostkantoor, meubelfabriek ‘de Toekomst’, het melkfabriekje, de wolspinnerij, de schutsluus, de brogge, de Tweede Wereldoorlog, de winning van turf, de winning van ijzeroer, het arrestantenlokaal achter hotel Blok, kermissen, markten, culturele voorstellingen, filmvoorstellingen, dansavonden, enzovoort, enzovoort.  

Het is interessant te lezen dat ook vóór 1877 een pakschuitendienst werd onderhouden tussen Assen, Deever en Meppel. Waren dat door paarden getrokken pakschuiten ? Een mooie klus voor de dorpskrachten van de heemkundige vereniging uut Deever om dit uit te zoeken.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Boek An de Brogge, D.S.M., Scheepvaart | Leave a comment

Ut vroggere noodgemientehuus wöd ofebreuk’n

De ambtenaren van de gemiente Deever verhuisden op 11 november 1955 van het oude gemeentehuis an de brink van Deever naar het noodgemeentehuis in barakken op ’t Bultie.
De ambtenaren van de gemiente Deever namen op 19 juni 1957 het nieuwe gemeentehus an de brink van Deever in gebruik.
Met ingang van 28 juni 1957 is het postkantoor verplaatst van de woning van Lambertus Schoemaker an de Heufdstroate in Deever naar een noodpostkantoor in een barak van het voormalige noodgemeentehuis in het uitbreidingplan. Dat is de groene barak op de twee afbeeldingen.
De witte barak is toen in gebruik genomen als leslokaal voor een klas van de U.L.O.-school van Pieter Zijlstra (die in de Deeverse volksmond altijd ome Piet werd genoemd).
Het noodpostkantoor is op 10 november 1964 verhuisd naar het nieuwe postkantoor an de Peperstroate in Deever.
De nieuwe U.L.O.-school op de Westeresch is op 29 januari 1965 geopend en is op maandag 1 februari 1965 in gebruik genomen. Daarna konden de barakken op ut Bultie en an de Tusschendarp in Deever worden afgebroken.
De twee hier getoonde afbeeldingen (afdrukken van diapositieven) van de barakken op ut Bultie zijn dus na 1 februari 1965 gemaakt. De grote vragen zijn natuurlijk: op welke datum zijn de twee foto’s gemaakt en wie is de sloopaannemer van deze twee barakken ? De redactie heeft het vermoeden dat dit in februari of maart 1965 is gebeurd, gelet op de kale eikeboom an ut Swatte Pattie achter de groene barak. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan gegevens ? De redactie zou bijzonder graag willen weten wie de maker is van deze twee afbeeldingen.


Posted in Gemiente Deever, Gemientehuus, Postkantoor, U.L.O.-skoele, Verdwenen object | Leave a comment

Wapse hef now un woap’m en un vlagge

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant van 31 juli 2000 verscheen het volgende korte verbazingwekkende berichtje over het wapen en de vlag van het dorp Wapse in de gemiente Deever. 

Wapse krijgt wapen en vlag
Wapse. Op dinsdag 15 augustus zal wethouder Roelof Martens van de gemeente Westenveld het ontworpen dorpswapen van Wapse onthullen. Naast het dorpswapen zal Wapse worden verrijkt met een dorpsvlag.
De vlag zal door wethouder Martens om 19.30 uur worden gehesen in de vlaggemast van het dorpshuis Oens Huus.
Muziekvereniging Vogido zal het een en ander muzikaal omlijsten en na de ceremonie zal Th. Hessels, voorzitter van de Wapser Gemeenschap, zowel wapen als vlag symbolisch overdragen aan het dorp Wapse.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie kwam bij het digitaliseren (scannen) van dozen met papieren knipsels uit de Meppeler Courant (de Olde Möppeler) bijgaand korte verbazingwekkende bericht tegen.
Wat ? Ehhh? Heeft Wapse -net zoals Deever en Zorgvlied- ook een bij elkaar gefantaseerd wapen en een bij elkaar gefantaseerde vlag ?
Waar een klein dorp zich zoal groot in kan achten. Zijn dit wapen en deze vlag bevorderlijk voor de Wapser identiteit en de Wapser gemeenschapszin ?
Waar een wethouder (van cultuur of van het geld ?) van de gemeente Westenveld zich zoal voor laat lenen. Is het hijsen van de Wapser vlag bevorderlijk voor de politieke overlevingskansen van een wethouder ?
Toch maar even naar de gegevens in de online encyclopedie Wikipedia gekeken onder Wapse, voor wat deze waard zijn. Wie van de Wapser Gemeenschap is de ijverige beheerder/bewaker van deze pagina ?
Ook maar even gekeken naar de gegevens in de webstee van Heraldry of the World.

In de laatst genoemde webstee is over het dorpswapen het volgende te lezen:
In zilver een zwarte vierpuntige ster met over het snijpunt der armen een rood gezoomde zilveren penning, beladen met een rode klokberker; het geheel in het eerste kwartier vergezeld van een rode aanziende koeienkop, in het tweede kwartier van een rode aanziende hertenkop, in het derde kwartier van een groene eikel met twee bladeren en de steel omlaag, en in het vierde kwartier van een groene korenschoof.
De uitleg bij dit wapen is de volgende:
De kleuren rood zwart en wit zijn de kleuren uit de vlag van de provincie Drenthe.
De ring staat voor het dorp zelf, het is namelijk een zogenaamd kring-esdorp.
De vierpuntige ster staat voor de vier windstreken en de vier jaargetijden.
Bovendien staan de punten voor de vier dorpsdelen, Soerte, Ten Have, Veenhuizen en Veldhuizen.
De overige symbolen geven het landbouwkarakter van het dorp aan.
De urn in het midden van het wapen geeft de zeer lange bewoning van de streek weer, die uit archeologische opgravingen is gebleken.

Met de kop van een edelhert in het wapen hebben de bedenkers van het wapen aan willen geven dat het edelhert in deze streken in het verleden van nature voorkwam, dus zonder de betuttelende bemoeienis en tussenkomst van de beterweters van de natuurfabrieken Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
De urn lijkt een verwijzing te zijn naar gevonden urnen op de Tweeënberg op de Oeren bij Wapse.



Posted in Wapse | Leave a comment

De student’nkaam’pm bee ut Mast’nveltie

De Verenigde Christelijke Jongeren Bond (V.C.J.B.) begon in 1922 met kampen, goedkoper van opzet en met meer zelfwerkzaamheid. Deelnemers waren aanvankelijk leerlingen van het voortgezet lager onderwijs.
In 1923 werd door de Verenigde Christelijke Studenten Bond (V.C.S.B.) en de Verenigde Christelijke Jongeren Bond (V.C.J.B.) gezamenlijk kampwerk opgezet.
In 1924 kwam tot stand de ‘Centrale Raad van het Vrijzinnig Christelijk Jeugdwerk’. Het was een samenwerkingsverband van beide hiervoor genoemde bonden voor wat betreft het jeugdwerk, meer in het bijzonder het kampwerk. Onder andere werden van beide zijden leiders geleverd voor de gemeenschappelijke kampen.
Een van de kampen was het kamp in Deever aan de Bosweg bij het Mastenveldje. Het kampterrein in Deever aan de Bosweg bee ut Mast’nveltie was van de ‘Centrale Raad van het Vrijzinnig Christelijk Jeugdwerk’, die het terrein in erfpacht had genomen van mr. Albertus Christiaan van Daalen, de eigenaar van het landgoed Berkenheuvel.
De zwerfstenen op de voorgrond van deze eenvoudige tekening uit 1932 zijn nog steeds aanwezig op het voormalige kampterrein.

Posted in Bosweg, Mast'nveltie, Student’nkaamp, Tiekening | Leave a comment

Foto van de brink van Deever

De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto van de brink van Deever met het Schultehuis en het kerkgebouw met de gemeentelijke toren gemaakt op 20 november 2005. Voor wat deze foto waard is.

Posted in Brink, Deever, Kaarke an de brink, Skultehuus, Toor'n an de brink | Leave a comment

Wee goat mit de snikke hen de maarkt in Möppel

In het Nieuwsblad van het Noorden van 9 december 1896 verscheen het navolgende bericht over ervaringen met het vervoer per snikke van de Deeverbrogge hen Möppel.

Gemengd Nieuws.
Uit Drenthe’s Zuidwesthoek schrijft men aan de ‘Telegraaf’:
Drente is door natuur en menschen beide al zeer stiefmoederlijk bedeeld. De dorre heidevelden worden door een armoedige bevolking bewoond, die tracht van den schralen zandgrond nog te halen wat er van te halen is. En de noodige middelen om de producten van het land te vervoeren en het vee ter markt te brengen, zijn slechts in geringe mate aanwezig en vaak nog zeer primitief. In deze streken moet men zich nog behelpen met het vervoer per trekschuit, een vaartuig dat de bewoners van meer bevoorrechte oorden alleen nog uit de Camera Obscura kennen.
’t Is waar, er bestaat een dagelijksche stoombootdienst der Duitsche Stoomvaartmaatschappij. Hare booten, die geregeld vice-versa voorbij Smilde, Dieverbrug, Uffelte en Havelte tusschen Meppel en Assen varen, maken het mogelijk aan de bewoners deze streken iederen dag naar Assen of Meppel te komen en hunne goederen daarheen te zenden.
Maar wat voor het personenvervoer nogal lastig is, deze booten gaan zeer langzaam (moeten langzaam varen om de wallen der Drentsche Hoofdvaart niet te beschadigen) en, dit geldt ook voor het goederenvervoer, zijn erg duur. Onze boeren maken er dan ook zoo weinig mogelijk gebruik van. Wie op een niet-marktdag te Meppel moet wezen, en ieder onzer moet er zo nu en dan zijn, gaat per as (op een hortenden boerenwagen) of te voet.
Als het markt te Meppel is (Donderdag) echter gaan we met de trekschuit. We staan vroeg op, vroeg althans naar steedsche opvatting en hebben als we te Uffelte of Havelte wonen, keus uit vier trekschuiten, twee Dieversche en twee Uffelter ‘snikken’ (trekschuiten). Haasten we ons een goed plaatsje uit te zoeken, want als gewoonlijk zijn de ‘snikken’ meer dan vol, zoowel aan personen als goederen.
Wat ’n drukte in het vroege morgenuur. Boeren op klompen (de boer draagt altijd klompen, ’s zomers en ’s winters, op zon- en werkdagen), die varkens of geiten voortdrijven, boerinnen met oorijzers en witte muts, die manden met boter of eieren torsen, allen eenigszins gehaast om in de ‘snikke’ te komen. Als allen er op zijn, gaat het vooruit, natuurlijk bedaard, doodbedaard, zooals het ’n trekschuit past.
Laten we nu eens ’n kijkje in de schuit nemen. Op vier banken zitten de passagiers opeeengepakt. Geen wonder bij zo’n volte, dat het er na een half uur al benauwd wordt en dat veelen te Meppel met ‘heufdzeerte’ (hoofdpijn) aankomen. Men gaat er niet licht toe over een raampje open te zetten, want de plattelandbewoner vreest niets zoozeer als tocht. De meest verpestende atmosfeer is hem liever dan het gevaar van op den tocht te zitten. Opgeschoven ramen ziet men zelfs op snikheete zomerdagen slechts bij uitzondering.
Zo’n reisje per trekschuit is, vooral als men het reeds eenige malen meegemaakt heeft, verre van gezellig. Luister slechts waar die passagiers over redeneeren, die beide bejaarden in den hoek. De een beweert dat goede mest toch het ware is op het land, waarop zijn buurman bevestigend knikt.
Deze bewering is niet juist nieuw voor hem; vóór een halve eeuw was hij reeds van de waarheid ervan overtuigd. Een oud moedertje weidt lang en breed uit over de goedkoopte van de varkens, welke mededeeling voor hare toehoorders ook al geen nieuws bevat. Maar wie ter wereld zou in een trekschuit ook met wat nieuws voor den dag komen ? Toch heb ik eens een nieuwe stelling hooren te berde brengen, door een man met bakkebaardjes en laarzen. Hij was dus geen boer. Een boer heeft baard noch knevel en draagt geene laarzen. De man beweerde met kracht van woorden en gebaren (hij sloeg bij iederen zin met flinken slag op knie van zijn buurman), dat het liggen gaan van koren niet zooals de heerschende mening wil, het gevolg is van ‘geilheid’ (overmaat aan vruchtbaarheid), maar juist van gebrek aan voedsel. In de ‘snikke’ is men het altijd met elkaar eens, maar met iemand, die wat nieuws zegt, nooit. Een opgewekt debat volgde dan ook. Gelukkig, want dit verkortte den drie uren langen, anders eindeloos vervelende tocht.
Godsdienst-quaesties of politieke dito worden nooit besproken.  Eens hoorde ik ’n ouden boer beweren, dat die van Houten toch een flinke kerel was en dat de nieuwe kieswet … Maar de man praatte voor doove oren. Niemand interesseerde dit onderwerp. Er is maar ééne enkele zaak, die den boer belang inboezemt, dat is het boerenbedrijf. Al wat daar buiten ligt, is voor hem terra incognita en daar bemoeit hij zich niet mee.
Eindelijk zijn wij te Meppel, want zelfs een trekschuit komt ten slotte op de plaats harer bestemming.
Meppel is onze stad. Meppel is de plaats waar we onze producten en onze ‘diers’ (dieren) aan den man brengen. Meppel is ook de stad, waar we onze inkoopen doen. Veele huishoudelijke benodigdheden, kleederen, eetwaren (vleesch bijvoorbeeld) zijn op onze landbouwdorpen niet te krijgen of erg duur en slecht.
We zijn dan erg ingenomen met onze ‘snikken’, die ons den tocht naar Meppel mogelijk maken en zeer goedkoop zijn. Toch zouden we het oogenblik zegenen, dat we hier een tram kregen. Er is al eens over gepraat. En we hopen dus !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De schrijver van bovenstaand artikel probeert op enigszins negatieve manier de sfeer in de snikke te beschrijven tijdens het vervoer van mensen, dieren en goederen van de Deeverbrogge hen Möppel.
Desalniettemin nochthans evenwel had publicatie van dit verhaal in hoofdstuk 6 ‘Transport’ van het onvolprezen boekje ‘An de Brogge’, dat de heemkundige vereniging uut Deever in 2014 heeft uitgegeven ter gelegenheid van haar 20-jarig bestaan, niet misstaan.

In het artikel is sprake van Duitsche Stoomvaartmaatschappij, dit moet zijn Drentsche Stoomboot Maatschappij.
Op de afbeelding van de zwart-wit ansichtkaart uit 1905 ligt voor de löswal an de Deeverbrogge de snikke van waarschijnlijk Sjoert Benthem.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van ansichtkaarten op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 44 van het in 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige Gemeente Diever in oude ansichtkaarten, dat is samengesteld door een keur van vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Abracadabra-451

Abracadabra-449

Abracadabra-450

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Boek An de Brogge, Café-Logement Sjoert Benthem, de Voat, Snikke, Vervoer | Leave a comment

Ut bidplaetie van Jurjen Bos uut Zorgvlied

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag bidprentjes van rooms katholieken die zijn geboren in de gemiente Deever en zijn overleden in de gemiente Deever of zijn geboren in de gemiente Deever, maar niet zijn overleden in de gemiente Deever of niet zijn geboren in de gemiente Deever, maar wel zijn overleden in de gemiente Deever. Dit bericht toont de voorkant en de achterkant van het bidprentje van Jurjen Bos. Hij is niet geboren in de gemiente Deever, maar hij is wel overleden in de gemiente Deever.

Gedenk in Uw gebeden en H.H. Misoffers Jurjen Bos, echtgenoot van Alida van den Akker,
Geboren te Blesdijke 28 maart 1875, overleed hij voorzien van het Heilige Oliesel te Zorgvlied 5 maart 1957; 9 maart daar aan volgend werd hij begraven op het Rooms Katholieke kerkhof te Zorgvlied in afwachting van de glorievolle verrijzenis.
Met kinderlijk blijde geest, die heel zijn leven kenmerkte, vervulde hij de plichten, die God hem had opgelegd. In liefdevolle toewijding zorgde hij voor zijn huisgezin, dat hem zo dierbaar was. Vol rechtvaardigheid en zorg gaf hij het voorbeeld van christelijke naastenliefde. Zo zal hij ook bij velen in dankbare herinnering blijven.
Vele jaren -van 15 maart 1920 tot 20 april 1956- was hij lid van het kerkgebestuur van de Sint Andreasparochie te Zorgvlied en stond hij op de bres voor kerk en parochianen, vooral gedurende de laatste oorlog.
Dierbare vrouw, heb dank voor Uw zorg. Lieve kinderen, eert mij in Uw moeder en volgt mijn voorbeeld na. Steeds bereid als God U roept.
Gebed
Open voor hem, o Heer, de deur des hemels en maak hem deelachtig aan de vreugde der heiligen in Gods eeuwige glorie.
Hij ruste in vrede.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Jurjen Bos is begraven op de rooms katholieke kaarkhof an de Monden op Zorgvlied.

Posted in Bidplètie, Zorgvliet | Leave a comment

Un foto van de olde Kruusstroate in Deever

Drukkerij en Boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld in januari 1975 uitgegeven. De Deeverse boerenzoon Arend Mulder is de schrjjver/samensteller van dit boek. In het boek is op bladzijde 105 een afbeelding van een oude zwart-wit foto uit omstreeks 1910 te zien. Onder de afgebeelde zwart-wit foto op bladzijde 105 staat de volgende tekst.

De doolhof
Zoals deze foto laat zien, is de zogenaamde Doolhof nu lang niet meer wat hij vroeger was. Waaraan de Doolhof zijn naam ontleend wordt in dit boek nader omschreven.
Op de voorgrond zien we het café van P. Seinen (nu geheel verbouwd tot pension-restaurant van ”t Olde huus’ van W. de Lange, met daarnaast het huis van de vroegere bewoner Albert Mulder (in de volksmond Albert Kuiper) en z’n vrouw Aoje Draod, een dorpsfiguur uit die jaren. Menig huisvrouw immers riep haar hulp in als er wat te naaien of te verstellen was.
Later is op dit perceel het café B. Slagter, genaamd De Veehandel,  verrezen. Thans heet het Hotel Centrum en wordt het bestuurd door L. Warnders.
Op de voorgrond links zien we het vroegere café van de eigenaar Reinder Hummel, thand verbouwd en bewoond door de familie de Graaf.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
P. Seinen is Pieter Seinen. Hij is geboren op 26 februari 1862. Hij is overleden op 20 maart 1946. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
W. de Lange is Willem de Lange. Hij is geboren op 4 februari 1913. Hij is overleden op 2 januari 1991. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Albert Mulder is geboren op 1 april 1849 in Deever. Hij is overleden op 24 februari 1916 in Deever. Hij trouwde op 1 mei 1872 in Deever met Reintje Houwer. Na het overlijden van Reintje Houwer hertrouwde hij op 29 april 1903 met Aaltje Draat (Oaje Droat), dochter van kleermaker Albert Draat en Aaltien Hendriks Scheper. Albert Mulder werd Albert Kuiper genoemd, omdat hij in zijn jonge jaren boterkuipjes voor de boeren maakte; zijn vader Egbert Jans Mulder was ook kuiper. Albert Kuiper was winkelier, toen hij met Aaltje Draad trouwde.
B. Slagter is Berend Slagter. Hij is geboren op 10 augustus 1882 in Ruinen. Hij is overleden op 4 maart 1967 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij trouwde met Femmigje Mulder, die een dochter was van Albert Mulder en Reintje Houwer. Het café heette niet De Veehandel, maar De Veemarkt.
L. Warnders is Lambertus Warnders (Bertus Waanders). Hij is op 12 mei 1925 geboren an de Deeverbrogge. Hij is overleden op 4 november 1999 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Lambertus Warnders was brandstoffenhandelaar an de Deeverbrogge, voordat hij het café overnam van Klaas Doorten en Alberdina Slagter.
Reinder Hummel is Reinder Hummelen. Hij is geboren op 17 december 1852 in Deever. Hij is overleden op 8 maart 1914 in Deever.
Familie de Graaf is de familie Martinus de Graaf.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van het lezen van tekst op papier is, kan de hier weergegeven tekst uiteraard ten zeerste lezen in het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld, dat in januari 1975 uitgegeven. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dit steeds zeldzamer wordende papieren boek zijn of dit papieren boek bij iemand in kunnen zien.

Posted in Braandkoele, Eendeviever, Kruusstroate, Publicatie | Leave a comment

De lüder van de klokk’n in de toor’n an de brink

De redactie van ut Deevers Archief kreeg in de jaren 2000-2005 bij zijn bezoeken aan wijlen Anne Mulder, een Deeverse uut de Aachterstroate, die eerst an de Kloosterstroate in Deever, daarna in Gasselte en later in Assen woonde, steeds van hem verhalen, schrijfsels, artikelen, krantenknipsels en documenten over Deever ter hand gesteld met de bedoeling deze voor hem al dan niet in geredigeerde vorm te publiceren.
Het is de redactie bij het leven van Anne Mulder helaas niet gelukt al zijn Deeverse documenten in het blad Opraekelen van de heemkundige vereniging uut Deever te publiceren, dan maar postuum en beetje bij beetje opnemen in ut Deevers Archief.

Tussen de documenten zat ook het rijmsel, dat wijlen Anne Mulder voor dorpsfiguur Geert Dekker schreef ter gelegenheid van diens veertigjarige luiderschap van de klokken in de gemeentelijke toren an de brink van Deever.

Geachte gemeente
Veertig lange, lange jaren
Werd het orgel en de klok
Van de kerk in ’t dorpje Diever
Regelmatig als een klok
Trouw bediend door steeds dezelfde
Alom bekende dorpsfiguur
Geert Dekker en wij weten
Hoe trouw en hoe secuur
Hij deze functies naast veel anderen
Als nevenfuncties heeft verricht
En hoe hem dit werk bezielde
Als man van eer en deugd en plicht.

Geachte jubilaris
Ik weet, U bent een man van eerzucht
Niet één, die graag gehuldigd wordt
Maar toch, als Diever dit thans naliet
Schoot het schromelijk tekort
Aan z’n verplichting tegen iemand
Als U, die hier bij groot en klein
De klokkenluider van ’t dorp Diever
Was en is en nog zal zijn
Wat hebt ge in al die veertig jaren
Niet aan Uw oog voorbij zien gaan
Bij hoeveel verenigingen en burgers
Hebt ge al niet in dienst gestaan ?
U bent, in dubbele zin gesproken
Naast de kerk hier opgegroeid
Zelfs met begrafenis en ’t kerkhof
Was u jarenlang gemoeid
Nooit, in al die veertig jaren
Was u daarbij eens absent
Hetgeen getuigd, hoe kerngezond U
En uit welk hout U gesneden bent
Diever, zonder een Geert Dekker
Zou bepaald ondenkbaar zijn
In deze dorpsgemeenschap vast verankert
Is U, bij oud en jong, bij groot en klein
Naast U, zie ik voor mijn oog verschijnen
Eén, die thans met u jubileert
Een vrouwspersoon achter ’t gordijntje
Van ’t olde huus, Uw zuster Geert
Zij was die U steeds verzorgde
Meeleefde met haar werk en geest
Als een figuur achter de schermen
Zij is deelachtig aan dit feest
Ik hoop van harte, trouwe dienaar
Dat u nog lang het klokketouw
Als voorheen moogt bedienen
Zowel bij vreugde, als bij rouw
En dat ook de orgeltonen
Nog zullen galmen jarenlang
Met behulp van Uwe krachten
Bij des Heerens lofgezang.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie verwijst voor berichten over Geert Dekker naar het bericht Geert Dekker, Aebel Wiekstroa en Hillechien Dekker en naar het bericht Er staat een kerk op instorten. In het laatst genoemde bericht is ook een foto van Geert Dekker opgenomen.
Oook stond er in het christelijke weekblad de Spiegel van 6 juni 1956 een foto van Geert Dekker.

Posted in Alle Deeversen, Deever, Dorpsfiguur, Geert Dekker, Toor'n an de brink | Leave a comment

De ofscheidskoate van ut somerkaamp

In de verzameling van ut Deevers Archief is bijgaande zwart-wit ansichtkaart aanwezig. Op de afbeelding is de gemeentelijke toren en het kerkgebouw aan de brink van Deever te zien.
De zichtbare deur aan de linkerkant van de kerk dateert nog uit de tijd dat in het westelijke deel van de zuidelijke beuk van de kerk de lagere school van Deever was gevestigd. Deze deur is terecht verdwenen tijdens de grote restauratie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Let vooral ook op het zwaar vervallen dak van de kerk. En let vooral ook op de glint’n um de braandkoele op de brink.
De achterkant van de kaart is tussen 13 en 20 augustus 1948 beschreven. Daarmee is nog niet duidelijk of de kaart in 1948, 1947 of 1946 is uitgegeven en ook is op de achterkant van de kaart niet vermeld bij welke neringdoende in Deever deze meer dan 70 jaar oude ansichtkaart te koop was. De kaart werd zelfs in Deever nog verkocht in 1950 !
Uit de tekst op de achterkant blijkt dat de kaart is beschreven door de kampleiding van zomerkamp IV van de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale (V.C.J.C.). De redactie heeft het vermoeden dat iedere deelnemer aan zomerkamp IV met zo’n afscheidskaart naar huis ging. De V.C.J.C. hield haar zomerkampen in Deever an de Bosweg bee ut Mastenveltie. De redactie weet niet wat de afkortingen op de achterkant van de ansichtkaart betekenen en weet ook niet wie zijn naam bij een afkorting heeft geschreven.
In het tekstgedeelte van de ansichtkaart is de volgende tekst geschreven:
Verbonden met allen die van goeden wille zijn ….
Volledig luidt deze nog steeds toepasselijke zegenspreuk: Verbonden met allen die van goeden wille zijn, geroepen tot vernieuwing van de wereld en ons leven, willen wij ieder voor zich en tezamen een teken van hoop, geloof en liefde zijn in de wereld van vandaag !
Op de plaats voor de postzegel is een wijnroodkleurig plaatje geplakt. De redactie zou van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief graag willen weten of dit het logo van de V.C.J.C. was en wat de betekenis van dit logo was.
De V.C.J.C. maakte ook reclame voor haar zomerkampen, zie de bijgevoegde afbeelding van een aanplakbiljet, dat in 1938 werd ontworpen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De heer Henk Matthijssen stuurde naar aanleiding van de zin ‘Verbonden met allen die van goeden wille zijn’ op de achterkant van de hier afgebeelde ansichtkaart op 8 september 2020 een reactie naar ut Deevers Archief. De redactie is hem bijzonder erkentelijk voor deze reactie, die luidt als volgt.
Uit mijn tijd bij de Vrije Vogels (ook van de V.C.J.C.) herinner ik mij dat de hele spreuk was:
Verbonden met allen die van goeden wille zijn, gedragen door hoger kracht, geroepen tot vernieuwing van ons leven en de wereld, willen wij God met al onze krachten dienen.
Is deze langere spreuk bij iemand bekend?


Posted in Ansigtkoate, Kaarke an de brink, Student’nkaamp, Toor'n an de brink | Leave a comment

Frièrik Westerling hef ok mulder in Oll’ndeever ewest

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 31 maart 1881 het volgende berichtje over de brand in de molen van Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

Diever, 29 maart. Hedennacht ten half twee is de voor twee jaar nieuw gebouwde korenmolen van Frederik Westerling totaal afgebrand. Oorzaak natuurlijk onbekend. De molenaar was sedert enige dagen afwezig. Alles verzekerd.


In het Het Nieuws van den Dag : Kleine Courant verscheen op 4 april 1881 het volgende berichtje over de brand in de molen van Frederikus Westerling in Oll’ndeever. De achternaam van de molenaar Westerling is in het berichtje per abuis als Wesseling vermeld.

In de gemeente Diever (Drente) is Maandagnacht de korenmolen van den Heer Wesseling geheel afgebrand. De oorzaak is nog onbekend.


In de Opregte Steenwijker Courant verscheen op 22 december 1884 de volgende advertentie over de verkoop van ‘den windkoornmolen’ van Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

De Notaris Mr. J. Beckeringh van Loenen te Dwingelo, zal op Woensdag 24 december 1884, des namiddags om 3 uren, ten huize van Lense Dijkstra te Diever, ten verzoeke van F. Westerling te Oldendiever, bij palmslag publiek verkoopen den windkoornmolen te Oldendiever, gemeente Diever, met daarbij staand nieuw gebouwd huis, benevens eenige perceelen groenland, bouwland en heideveld, een en ander bij den eigenaar in gebruik.


In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op woensdag 15 juli 1891 de volgende advertentie over de verkoop van de ‘windkoornmolen’ en het daarbij staande huis van molenaar Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

Uit de hand te koop: een goed onderhouden en welbeklante windkoornmolen te Oldendiever, met daarbij staand huis, toebehoorende aan en in gebruik bij F. Westerling.
Te aanvaarden 1 november 1891 of 1 mei 1892.
Te bevragen bij den eigenaar en ten kantore van mr. J. Beckeringh van Loenen, notaris te Dwingelo.


In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 9 april 1892 de volgende advertentie over de verkoop van dieren en inboedel van molenaar Frederikus Westerling ten huize van en op verzoek van Frederikus Westerling in Oll’ndeever.

Mr. J. Beckeringh van Loenen, notaris te Dwingelo, zal op woensdag 13 april eerstkomende, des voormiddags 10 uur, ten huize en ten verzoeke van Frederikus Westerling te Oldendiever, publiek verkoopen:
een best 12-jarig ruinpaard (mak in alle tuigen), melkkoe, 7 varkens (waarvan 2 drachtig), 2 beste wagensopzet, chais, groote sneeuwslede, koornwinde met sjouw, karn, kookpot van 100 hectoliter, trog en verder boeren-, deel- en melkgereedschappen, eet- en pootaardappelen, stroo, mest, zoden, gezaagd eikenhout, voorts huismeubelen als: ouderwets eikenhouten kabinet, kleerkast, groote kookkachel met ketels, klok, spiegels, tafels, stoelen, glas- en aardewerk en verder huisraad, naaimachine, groote harmonica, enzovoort.


In de Opregte Steenwijker Courant verscheen op 15 januari 1894 de volgende advertentie over de verkoop van een welbeklanten windkorenmolen in Oll’ndeever.

Mr. J. Beckeringh van Loenen, Notaris te Dwingelo, zal op Dinsdag 23 Januari 1894, des voormiddags 11 uur, in het Logement van R. Seinen te Diever, voor de Erven Jan Hessels Rz., publiek bij palmslag verkoopen: een welbeklanten windkorenmolen te Oldendiever, met daarbij staande molenaarswoning en bijgelegen perceel bouwland. Zeer laag ingezet, als: de molen op f. 1450.-, de woning op f. 206.- en het bouwland op f. 101.-.


Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Het moet molenaar Frederikus Westerling in 1884 niet zijn gelukt zijn ‘windkoormolen’  uit de hand te verkopen, want op 15 juli 1891 verscheen in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) een nieuwe advertentie over de voorgenomen verkoop van de ‘windkoornmolen’ van Oll’ndeever. Blijkbaar lukte het hem in juli 1891 wel de ‘windkoornmolen’ uit de hand te verkopen, met aanvaarding op 1 mei 1892, want op 9 april 1892 verscheen in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) een advertentie, waarin Frederikus Westerling de voorgenomen verkoop van levende have en nogal wat inboedel aankondigt. Frederikus Westerling en zijn gezin verhuisden op 3 juni 1892 van Oll’ndeever naar Odoorn.

Molenaar Jakob Friedrichs Westerling is geboren op 14 juli 1805 in Nieuwe Pekela. Hij is op 14 augustus 1884 op 79-jarige leeftijd overleden in Oll’ndeever. Aleid Geerds Penning is geboren op 11 november 1811 in Bunde in Duitsland. Zij is op 2 augustus 1882 op 70-jarige leeftijd in Oll’ndeever overleden. Zij zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Molenaar
Jacob Friedrichs Westerling en Aleid Geerds Penning zijn de ouders van molenaar Frederikus Westerling.

Molenaar Frederikus Westerling is geboren op 16 februari 1840 in Bunde in Duitsland. Hij is overleden op 11 mei 1912 in Duitsland. Zijn laatste woonplaats was ’t Haantje bij Sleen. Hij was toen in dat dorp de molenaar van molen ‘Alberdina’. Hij trouwde op 3 augustus 1867 in Borger met Geesien Middeljans. Zij is geboren op 24 december 1840 in Borger. Zij is overleden op 19 maart 1924 in ’t Haantje bij Sleen.
Aleida Westerling is geboren op 16 november 1868 in Anloo. Zij is een dochter van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Zij trouwde op 8 februari 1918 met boschopzichter Jan Meijer. Zij is overleden op 7 december 1958 in Sleen.
Jacob Westerling is geboren op 31 januari 1871 in Buinen. Hij is een zoon van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Hij is overleden op 25 februari 1872 in Buinen.
Jacob Westerling is geboren op 16 november 1872 in Elp. Hij is een zoon van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Hij is overleden op 21 februari 1940 in Sleen.
Grietje Westerling is geboren op 18 maart 1875 in Balinge. Zij is een dochter van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans.
Grietje Westerling is geboren op 13 december 1876 in Balinge. Zij is een dochter van molenaar Frederikus Westerling en Geessien Middeljans. Zij is overleden op 12 januari 1839 in Sleen.

Blijkbaar verkocht molenaar Frederikus Westerling zijn welbeklanten windkorenmolen aan Jan Hessels Rz., want begin 1894 stond deze molen weer te koop.

Posted in Meule, Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

Wie hef de olde sluuswaachterswoning ekocht ?

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 4 april 1881 een aankondiging van de verkoop van de oude sluiswachterswoning bij de afgebroken Witteltersluis.

Verkoop van een huis en land te Wittelte.
De ontvanger der registratie en domeinen te Meppel, zal op vrijdag 15 april 1881 des morgens elf uur, ten huize van Jan Wanders, herbergier aan de Wittelterbrug, ten overstaan van mr. W.O. Servatius, notaris te Dwingelo, publiek verkoopen:
de oude sluiswachterswoning te Wittelte, gemeente Diever, met omliggenden tuin, bouw- en weiland, kadastraal in die gemeente bekend in sectie D nummers 863, 1003, 865, 862 en 866, te zamen groot 98.24 aren, beide laatste perceelen thans in pacht bij Roelof Snijders, tolpachter te Wittelte.
Aanvaarding van huis en schuur met 1 mei, van tuin en een stukje weiland dadelijk, van een ander perceel weiland 1 november en van bouwland na den oogst.
Inlichtingen ten kantore van den ontvanger.
(Zie de gedrukte biljetten.)

Aantekeningen van de redacie van ut Deevers Archief
De redactie heeft nog niet kunnen achterhalen wie de oude sluiswachterswoning en de tuin en het bouw- en weiland hebben gekocht in 1881.
Klaas de Boer schrijft in zijn onvolprezen boek ‘Wittelte. Geschiedenis van de boerderijen vanaf 1770 tot heden’, dat te bekomen is bij de Wittelter Dorpsvereniging, dat de bewoners van het oude sluiswachterswoning, te weten Jan Pot en zijn gezin, in 1902 verhuisden naar de boerderij met het huidige adres Rijksweg 70 en dat de sluiswachterswoning in 1903 publiekelijk is geveild en dat de koper Klaas Klaassen is.
Dat is dan toch wel een niet te verdoezelen verschilletje tussen de aankondiging in de Provinciale Drentsche en Asser Courant en dat wat Klaas de Boer heeft geschreven ! Dat is toch wel een dingetje ! Dat behoeft wel enig grondig onderzoek !
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van de boerderij ter plekke van de voormalige oude sluiswachterwoning bij ut Wittelterschut gemaakt op 9 april 2013. Het voorste woongedeelte van de boerderij is de oude sluiswachterswoning geweest. De redactie zal te gelegener tijd en zeker niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf enige nieuwe kleurenfoto’s van deze locatie toevoegen aan dit bericht.
Zie in het bijzonder ook het bericht Ièst mit de vlegel un legge rogge döss’n op de deele.

Posted in de Voat, Witteler skut, Wittelte | Leave a comment

Ièste anplakbiljet van ut eup’mlochtspel uut 1946

Dorpsdokter Ludolf Dirk Broekema maakte in 1946 eigenhandig het eerste aanplakbiljet voor het aankondigen van de uitvoering van ‘een Midzomernachtsdroom’ van William Shakespeare.

De gedreven dorpsdokter Ludolf Dirk Broekema was de grote man achter het succes van de opvoeringen van stukken van William Shakespeare in het openluchttheater van Diever. Hij was mede-oprichter van de toneelvereniging Diever op 24 mei 1946.
Hij was het die toen voorstelde die zomer de Midzomernachtsdroom van William Shakespeare te spelen. Leden vroegen zich af of dat niet te hoog gegrepen was. De dokter was echter de mening toegedaan dat Shakespeare zijn 37 stukken had geschreven voor het gewone volk. Hij had zijn toekomstplannen in gedachten al klaar.
Zo gebeurde het dat al kort daarna op 31 augustus en 2 september 1946 (beginnende op 8.30 precies) een voorstelling werd gegeven. Een lange en zeer succesvolle traditie van Shakespeare spelen door het volk en voor het volk was begonnen. Want nooit is iets verkeerd of ongepast, wat eenvoud in oprechten ijver biedt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In 2006 was het zestig jaar geleden dat in Deever in de bos voor het eerst het Openluchtspel werd opgevoerd.
De redactie van ut Deevers Archief heeft in 2005 voor de zeer gewaardeerde leden van de heemkundige vereniging uut Deever voor het kalenderjaar 2006 een zogenaamde ‘historische kalender’ gemaakt. Het samenstellen van deze kalender was een echte wandeling op de wegen der vrijheid.
Deze kalender toont mooie beelden uit de beginjaren van het Openluchtspel. De redactie wil de zeer gewaardeerde
 bezoekers van ut Deevers Archief een afbeelding van het allereerste aanplakbiljet van het Openluchtspel van 1946, die ook het voorblad van genoemde kalender siert, niet onthouden.
Dorpsdokter Ludolf Dirk Broekema heeft deze affiche met eigen hand gemaakt, de gedrevenheid straalt van deze afbeelding af. Het origineel van deze afbeelding bevindt zich in ut 
Drents Archief in Assen.
Opvallend is dat in het eerste jaar van het Openluchtspel maar twee uitvoeringen zijn gegeven. De entreeprijs was twee gulden. De kaarten voor het Openluchtspel van 1946 konden worden gekocht in café Figeland an de brink
 van Deever.

Posted in Cultuur, Deever, Eup’mlogtspel, Historische kalender, Kuunst, Topstuk | Leave a comment

Maurice Domingo hef sien oorlogsherinneringskruus

De staat der Nederlanden kende op 2 januari 1951, wel een beetje erg rijkelijk laat, het Oorlogsherinneringskruis met de gesp ‘Krijg te land 1940 – 1945’ toe aan de Franse parachutist Maurice Domingo uit Narbonne. Bij de onderscheiding zat geen fraai gekalligrafeerd en door de koningin der Nederlanden ondertekend diploma, maar een tamelijk nogal in vette ambtelijke taal geschreven papperasje, niet ondertekend door de koningin der Nederlanden, die was even niet op kantoor, die was op wintersportvakantie in Sankt Anton, ook niet ondertekend door de minister van oorlog en ook niet ondertekend door de tijdelijke minister van buitenlandse zaken, maar uiteindelijk onder aan de hiërarchische ladder ondertekend door de secretaris-generaal van het ministerie van oorlog.

De tekst van het papperasje luidt als volgt.
Wij Juliana, bij de gratie Gods, koningin der Nederlanden, prinses van Oranje, enz., enz., enz. 
Op de gemeenschappelijke voordracht van onze minister van oorlog en van buitenlandse zaken van 20 december 1950, DG Litt, Z 310; en van 27 december 1950, directie kabinet en protocol  /DE, no. 127018; hebben goedgevonden en verstaan: Toe te kennen het oorlogsherinneringskruis met de gesp ‘Krijg te land 1940 – 1945’ aan Maurice Domingo, van het voormalig 3e ‘Regiment de Chasseurs Parachutistes’ der S.A.S. troops van het Franse leger; wegens: ‘Heeft zich door moedig optreden tegenover de vijand onderscheiden, door na in de nacht van 7 op 8 april 1945 per valscherm in Drenthe achter de vijandelijke linies te zijn geland, op onverschrokken wijze deel te nemen aan de daaropvolgende gevechten. Door dit optreden mede te werken aan de bevrijding van Nederland en daardoor de belangen van de Nederlandse staat te dienen.’ Onze ministers van oorlog en van buitenlandse zaken zijn, ieder voor zoveel hem betreft, belast met de uitvoering van dit Besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden aan de kanselier der Nederlandse orden. Sankt Anton, 2 januari 1951. Juliana. De minister van oorlog, H.L. s’ Jacob. De minister van buitenlandse zaken a.i., W. Drees. Overeenkomstig het oorspronkelijke, de secretaris-generaal van het ministerie van oorlog, Rietveld. Voor eensluidend uittreksel, de secretaris-generaal van het ministerie van oorlog.

De redactie van ut Deevers Archief heeft in enige berichten aandacht besteed aan de Franse parachutist Maurice Domingo. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan deze berichten vinden door in het rechter deel van het scherm de categorie ‘Franse parachutist’ aan te klikken of via het zoekvenster te zoeken naar ‘Maurice Domingo’.
Het Oorlogsherinneringskruis diende als beloning voor a). militairen, in dienst van het koninkrijk der Nederlanden; b). Nederlanders of Nederlandse onderdanen, dienende aan boord van Nederlandse koopvaardij- of vissersschepen onder Nederlands dan wel geallieerd beheer; c). Nederlanders of Nederlandse onderdanen, deel uitmakende van vliegtuigbemanningen der Nederlandse burgerluchtvaart onder Nederlands dan wel geallieerd beheer.
De Franse luchtcommando Maurice Domingo voldeed niet aan deze drie voorwaarden, maar kreeg desalniettemin het Oorlogsherinneringskruis met de gesp ‘Krijg te land 1940 – 1945’ toegekend. Want ut was ur iene mit hoar op de koes’n.

Posted in Fraanse parachutist, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Wie hef toch die plèsnème Zorgvlied bedaagt?

Historische kringen op Zorgvlied zijn bezig uit te zoeken wie toch de bedenker is van de naam Zorgvlied of hoe de naam Zorgvlied is ontstaan.
Was Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt de bedenker van deze naam ?
Of komt Lodewijk Guillaume Verwer de eer toe ?
Of heeft het dorp zijn naam ontleend aan Huize Zorgvlied, de villa die Jacobus de Ruijter de Wildt liet bouwen op het toen nagenoeg lege Wateren ?
Maar wie gaf de naam Huize Zorgvlied aan de villa ? Was het de eerste eigenaar Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt of was het de tweede eigenaar Lodewijk Guillaume Verwer ?
Had de villa eerst de naam Castra Vetera om vervolgens omgedoopt te worden tot Huize Zorgvlied of omgekeerd ? Of kreeg de villa pas veel later de naam Castra Vetera ?
De redactie van ut Deevers Archief wacht rustig de resultaten van dit diepgaande en belangwekkende heemkundige uitzoekwerk af en zal hier te zijner tijd over berichten.
Wellicht weet een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief de antwoorden, aarzel dan niet een reactie in te sturen.

Posted in Castra Vetera, Zorgvliet | Leave a comment

Sukersakkie van pension Vierhoven an de Bosweg

In de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw lag hotel-café-restaurant-pension ‘Berk en Heuvel’ van Kornelis (Knelus) Vierhoven (hij is geboren op 11 februari 1915 en is overleden op 10 februari 1972, hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg in Deever) an de Bosweg in Deever tegenover de Uitkijktoren.
Het was toen met name in de zomer een druk beklant hotel-café-restaurant-pension met nota bene een grote theetuin..
Het hotel-café-restaurant-pension met theetuin had net zoals zoveel andere hotels, cafés, restaurants, pensions, cafetaria’s, lunchrooms, kantines, enzovoort ‘eigen’ sukersakkies. Eén van die sukersakkies – aanwezig in de verzameling van ut Deevers Archief – is hier afgebeeld.
De maker van de tekening op het sukersakkie heeft zijn tekening niet zelf bedacht, maar waarschijnlijk min of meer heeft overgetekend van een mooie zwart-wit ansichtkaart.
Merkwaardig genoeg lijkt Kornelis Vierhoven zelf geen ansichtkaarten van zijn bedrijf te hebben uitgegeven.
De redactie van ut Deevers Archief is bekend met een aantal uitgaven van deze ansichtkaart.
In januari 1963 is de afgebeelde ansichtkaart uitgegeven door Roelof (Roef) van Goor’s boekhandel, Deever (Dr.).
In november 1965 is de afgebeelde ansichtkaart heruitgegeven door Levensmiddelenbedrijf Albert Kuiper, Deever (Dr.), telefoon 05219-1221.
In november 1966 is de afgebeelde ansichtkaart heruitgegeven door Hendrik Koopman, Drogisterij ‘de Gaper’, Deever (Dr.).
In januari 1968 is de afgebeelde ansichtkaart heruitgegeven door Levensmiddelenbedrijf Albert Kuiper, Deever (Dr.), telefoon 05219-1221.
In november 1968 is de afgebeelde ansichtkaart heruitgegeven door Roelof (Roef) van Goor’s boekhandel, Deever (Dr.).
Wellicht zijn er nog meer (hopelijk oudere) uitgaven geweest. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief het weet, die mag het natuurlijk zeggen.
De redactie heeft het vermoeden dat de gebruikte foto voor de ansichtkaart is gemaakt in de zomer van 1963.

 

Posted in Alle Deeversen, Ansigtkoate, Bosweg, Sukersakkie, Toeristenindustrie | Leave a comment

Vincent en Daniëlle holt van mekaèr

In de buurt van het Monument van mr. A.C. op Berkenheuvel staan beuken, die een bast hebben, die heel geschikt is om met een scherp mes (bijvoorbeeld een Kloezie) in te snijden. Zeker in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw kwam het nog wel voor dat verliefde stelletjes hun verkering ‘vereeuwigden’ in een houtsnede in een beuk. Vincent en Daniëlle. Twee namen met daartussen een met een pijl doorboord hart. De letters van de houtsnede worden door het groeien van de boom elk jaar iets groter en deze letters zijn door de jaren heen steeds slechter te lezen en zullen uiteindelijk vervagen.
De rodondendrons bij het Monument op Berkenheuvel bevinden zich in een verhoute en slecht onderhouden staat. Het lijkt alsof de zeer vele erfgenamen/nazaten van mr. A.C. in geen zestig jaar naar deze struiken hebben omgekeken. De redactie van ut Deevers Archief raadt de zeer vele erfgenamen/nazaten van mr. A.C aan deze hinderlijke struiken te verwijderen.
De redactie heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto op 25 april 2018 gemaakt. De rodondendrons bloeiden nog niet.
De afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is in juli 1951 uitgegeven. In die tijd stonden geen rodondendrons bij het monument, zodat het monument van alle kanten goed was te zien.

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Ansigtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment