De redactie van ut Deevers Archief heeft van de heer Ab Bout toestemming het navolgende bericht op te nemen in ut Deevers Archief. De redactie is de heer Ab Bout bijzonder erkentelijk voor deze toestemming, temeer omdat het verhaal is geïllustreerd met een tekening.
Woar was de toor’nhèène van Zorgvliet ?
Het was ongeveer in 1978. Op een zondag in mei. Vanuit Slagharen was ik met mijn vrouw Ria Brinkmann en onze twee dochtertjes op bezoek bij mijn schoonouders aan de Wilhelminastraat in Steenwijk. Het was een prachtige dag en buiten werd de koffie geschonken, de kinderen speelden in de tuin. Tijdens het koffiedrinken stelde mijn schoonvader Gerard Brinkmann, mij voor een ritje te maken naar Zorgvlied. “Ik ken daar nog een familie Van Opzeeland, die heb ik lange tijd niet gesproken en zou ze graag eens willen bezoeken”, gaf hij als reden.
En zo zaten we even later met z’n tweeën in de auto, waar Gerard mij vertelde dat naast de kerk in Zorgvlied een gebouwtje staat waarin in de vorige eeuw een sigarenmakerij was gevestigd. Zijn vader (Bernardus Brinkmann) is van Zorgvlied op klompen naar Steenwijk gelopen en heeft daar later een sigarenfabriek gevestigd.
Na een half uurtje rijden kwamen we aan in Zorgvlied. Een dorpje met veel groen en huizen rondom de kerk. Een plek waar het altijd Zondag leek te zijn. Wat opviel was dat de toren van de kerk tot aan de spits in de steigers stond. “Daar woont Van Opzeeland”, zei Gerard en wees naar een huis dat tegenover de kerk stond. “We gaan kijken of ze thuis zijn, we lopen achterom, dat is hier zo de gewoonte”. Even later stonden we bij de achterdeur. Gerard stak zijn hoofd naar binnen in de halfgeopende deur en riep: “Volluk!” en nog eens “Volluk!”. Het bleef stil, maar even later verscheen een kleine magere man die ons met wantrouwende blik aankeek. Het was Van Opzeeland. “Of ken je mij niet meer”, zei Gerard en toen in het plat: “Brinkmann uut Steenwiek”. “Ach ja, nou zie ik het”, Van Opzeeland keek ineens blij verrast. “Kom verder”, zei hij. Even later zaten we in de woonkamer aan de tafel met een Smyrna tafelkleed en daarop voor ieder een kopje koffie.
Er werd gepraat over familiezaken, over de doden en de nog levenden en waar die woonden, enzovoort, enzovoort. Ik begreep er niet veel van en toen er een stilte viel, maakte ik van de gelegenheid gebruik ook iets te zeggen. Ik wees naar het raam met uitzicht op de omsteigerde toren en zei: “Nou, dat is een grote restauratie”. “Praat me d’r niet van”, zei Van Opzeeland en keek zorgelijk naar buiten. “We zijn jaren bezig geweest het geld bij elkaar te krijgen. Acties en collectes, je weet hoe moeizaam dat gaat temeer, omdat ik zelf in de bouwcommissie zit. Het kost een paar lieve centen. Alleen hebben we een lastig probleem dat zit namelijk zo. De leidekkers hebben de haan van de toren gehaald en beneden ergens neergezet, zodat deze opnieuw kan worden verguld. Het vreemde is, we kunnen hem nergens vinden. Hij is verdwenen, weg, foetsie. Iedereen beschuldigd elkaar de haan niet goed te hebben opgeborgen. Het is een vervelende situatie.” Gerard had het verhaal aangehoord, liep naar het raam en zei ineens “Ik weet waar die haan is.” Van Opzeeland keek Gerard verbaasd aan en zei: “Hoe kan jij dat nou weten helemaal vanuit Steenwijk ?” “En toch weet ik waar die haan is”. “Waar dan ?” “In Slagharen !”
Wat was er gebeurd…… Pastoor Noordman uit Slagharen ging in diezelfde tijd met emeritaat en moest de pastorie uitruimen voor de nieuwbenoemde pastoor en hij kreeg een huis in een nieuwbouwwijkje van Slagharen. Het eerste wat hij deed, nu hij vrije tijd had, was met de auto een bezoek brengen aan het dorpje van zijn jeugd: Zorgvlied. Op een dag in april reed de pastoor erheen en zag daar de kerktoren in de steigers staan. Hij liep om de kerk en ontmoette daar de dienstdoende kapelaan.
De pastoor vertelde hem over zijn jeugdtijd in het dorp. “Kijk”, zei de pastoor, “kijk, die heeft mijn vader nog gemaakt”. En hij wees op de torenhaan, die bij wat bouwmateriaal stond. “Hij was siersmid en was heel erg trots dat hij die haan mocht maken”. De kapelaan zag dat de pastoor met grote interesse de haan bekeek en vroeg hem of hij de haan wilde hebben. “Hij staat hier toch maar als oud vuil”. Dat liet de pastoor zich geen twee keer zeggen en laadde de haan in de auto. Enkele dagen later prijkte de haan met een smeedijzeren bord, waarop de naam “Zorgvlied” stond, op een blinde muur van de nieuwe woning van de pastoor in Slagharen.
Mijn schoonvader Gerard Brinkmann had tijdens een bezoek aan Slagharen toevallig gezien dat de haan aan een muur hing en vooral de tekst “Zorgvlied” kwam hem bekend voor. Hij herinnerde het zich, toen wij die zondagmiddag op bezoek waren bij Van Opzeeland. Wanneer de bouwcommissie uit Zorgvlied de torenhaan in Slagharen heeft teruggehaald, dat weet ik niet precies. De haan heeft ongeveer een jaar of misschien langer dan een jaar aan de muur van het huis van pastoor Noordman gehangen. De haan is weer terug op het oude nest, zodat ook deze zorg vliedt.
Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Hendrikus Johannes Anthonius Noordman was in de periode 1958-1972, tot zijn emeritaat, pastoor van de Rooms-Katholieke parochie Sint Alphonsus de Liguori in Slagharen. Pastoor Noordman is op 9 februari 1907 geboren in Arnhem. Hij is op 24 april 1979 overleden in Slagharen. Hij werd met ingang van 14 maart 1958 benoemd als pastoor in Slagharen.
Zijn vader was siersmid in Arnhem. Het is de redactie niet duidelijk of pastoor Noordman inderdaad in zijn jeugd op Zorgvliet heeft gewoond.
De sigarenfabriek stond niet naast de rooms-katholieke kerk aan de Dorpsstraat op Zorgvliet, maar aan de weg naar Elsloo, vlak bij de Drents-Friese grens. Zie de berichten in ut Deevers Archief.
Sigarenfabriek ‘De Adelaar’ is in 1926 als firma opgericht door Bernardus Brinkmann en was gevestigd aan de Wilhelminastraat 39 in Steenwijk. Bernardus Brinkmann is geboren op 16 juni 1879 in Terband in de gemeente Aengwirden (Fryslân) als zoon van Johannus Frederiks Brinkmann (vervener) en Gala van Balen. Hij is overleden op 17 januari 1942 in Steenwijk.
Afbeelding 1
De heer Ab Bout is de maker van deze tekening. De tekening roept wel enige vragen op. De vijf oude woningen naast de kerk zijn in 1981 afgebroken. Ter plekke zijn daarna vier nieuwe woningen gebouwd. Zie de afbeeldingen in ut Deevers Archief. Dus het zal na 1981 zijn geweest, dat de toren van de rooms-katholieke kerk op Zorgvliet in de steigers heeft gestaan ? Of de maker gebruikte een foto, die ná 1981 is gemaakt, als voorbeeld voor het maken van deze tekening en tekende daarbij een steiger om de toren, maar niet tot de spits ?