Monthly Archives: december 2020

Brandwièrpost Deever is weg ekrömp’m

In de webstee gemeentewesterveld.nl van de gemeente Westenveld is op 10 september 2013 het navolgende bericht over de sluiting van de brandweerpost Diever geplaatst.

Het college van Burgemeester en Wethouders van Westerveld stelt aan de gemeenteraad voor, de brandweerzorg per 1 januari 2014 vanuit de posten in Havelte, Vledder en Dwingelo te organiseren. Dat betekent dat het college voornemens is om de post in Deever te sluiten.
Burgemeester Jager: “Het college beseft dat dit voorgenomen besluit een enorme impact heeft op de vrijwilligers van de post. Het uitoefenen van het brandweervak is niet zomaar een hobby. Het is een passie waarvoor deze mensen zich enorm inzetten. Daarom heb ik namens het college maandagavond 9 september eerst de vrijwilligers van de te sluiten post op de hoogte gebracht”.
Door de brandweerzorg vanaf 2014 vanuit drie in plaats van vier posten te organiseren kan de gemeente Westerveld een structurele bezuiniging realiseren. In een eerdere bezuinigingsronde in 2010 bleef de brandweer grotendeels buiten schot, maar bij behandeling van de tweede bestuursrapportage 2012 besloot de gemeenteraad een taakstellende bezuiniging op te nemen en werd de bijdrage van Westerveld aan brandweer Zuidwest Drenthe met € 250.000 naar beneden bijgesteld. Ook is binnen de regio een regionale taakstelling opgenomen van twee keer 5%. Het afgelopen jaar heeft het college van Westerveld verschillende mogelijkheden onderzocht om de taakstellende bezuiniging te realiseren. Hieruit blijkt dat het organiseren van de brandweer in Westerveld vanuit drie posten mogelijk is.
Met de organisatie van de brandweerzorg vanuit de posten in Havelte, Dwingelo en Vledder blijft het grotendeels mogelijk om binnen vijftien minuten na alarmering bij een incident te zijn. Voor de huizen en bedrijven buiten deze aanrijtijd neemt de gemeente in samenwerking met de Veiligheidsregio aanvullende maatregelen, zoals het plaatsen van rookmelders en het geven van voorlichting aan bewoners en gebruikers. Het college stelt aan de gemeenteraad voor, in totaal € 40.000,- beschikbaar te stellen voor het opstellen en uitvoeren van deze preventieve maatregelen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Moeten de Deeverse Dorpskrachten, die zich vrijwillig voor incidentbestrijding (brandweerzorg is een verkeerd Nederlands woord, dat gelukkig steeds minder wordt gebruikt) inzetten, zich straks thuis in hun brandweerpak hijsen, om zich vervolgens in eigen vervoer, per tweewieler of per vierwieler naar een plaatselijke brand te spoeden of worden ze op 1 januari 2014 bedankt voor bewezen vrijwillig verleende diensten ?
Weer een vet signaal van krimp in de gemiente Deever !
Is het de bedoeling dat de brandweerpost van Deever, zie de foto, wordt afgebroken ?
Of kan het verhuurd worden als clublokaal aan de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, dat wil zeggen de plaatselijke heemkundige vereniging ?
En wat gaat met het materieel gebeuren ? Wellicht zal dit verkocht worden en zullen van het geld incidentdetectiesystemen worden gekocht voor de huizen in bijvoorbeeld Zorgvlied, Wateren, Olde Willem, Wittelte en ’t Moer ?
Wellicht kan het brandweerembleem boven de linker garagedeur worden geschonken aan de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, dat wil zeggen de plaatselijke heemkundige vereniging.

Posted in Braandwièr, Deever, Dorpskracht, Krimpsignaal | Leave a comment

Un waetervaarfskildereeje van un olde boerdereeje

De kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. (Jaap van Zyderveld, Jacob Maria Zijderveld) heeft het bijgaand afgebeelde impressionistische waterverfschilderij in 1975 op papier gemaakt in de gemiente Deever. De titel van het waterverfschilderij is gewoon Diever. Het schilderij heeft een breedte van 47 centimeter en een hoogte van 40 centimeter. De kunstenaar heeft het schilderij in de rechter benedenhoek van zijn handtekening voorzien. De schilder heeft het kunstwerk in de linker benedenhoek van de naam Diever en het getal 75 (het jaar 1975) voorzien. De kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. is geboren op 25 september 1919 in Den Haag en is overleden op 8 maart 1985 in Den Haag.
Niet bekend is de plaats waar de kunstenaar voor het maken van dit schilderij heeft gezeten. De redactie van ut Deevers Archief schat in dat dit fraaie schilderij in Deever op ut Kastiel of misschien wel in Oll’ndeever is gemaakt. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet welke boerderij hier is geaquarelleerd ?

Posted in Kuunst, Tiekening | Leave a comment

Zorgvlied lig skier teeg’n de Dreins-Freese grens an

De redactie van ut Deevers Archief laat zijn zeer gewaardeerde bezoekers graag meegenieten van bijgaande afbeelding van ut goeie olde Zorgvlied. De nostalgisch aandoende sepiakleurige afbeelding is gepubliceerd in het geïllustreerde familieweekblad voor Friesland met de naam Fan Fryske Groun (Van Friese Bodem), 2e jaargang, 1927-1928, 14 oktober 1927. De foto voor deze afbeelding zal eerder dat jaar zijn gemaakt, de bladeren zitten aan de bomen.
In die tijd ging een verslaggever van dit weekblad nog op zijn fiets en met zijn fototoestel op pad voor het maken van een reportage. De verslaggever had voor de gelegenheid even de journalistieke vrijheid genomen de Friese Bodem te verlaten en was voor het maken van deze foto een paar honderd meter de Drents-Friese grens overgestoken. En wellicht heeft de verslaggever daarna even een kopje koffie gedronken in café De Harmonie, een eindje verderop in het dorp. Bij de redactie zijn geen ansichtkaarten van dit dorpsgezicht uit die periode bekend.
Links naast het nieuwe kerkgebouw van de rooms-katholieke geloofsgemeente is zichtbaar het Witte Huis, de woning van de pastoor. Deze woning bestaat niet meer. Rechts naast het kerkgebouw met de naam Heilige Andreaskerk staan de vijf woninkjes van het Sint Anthonij Gasthuis. Twee woninkjes hadden een dakkapel. De vijf woninkjes bestaan niet meer. In het achterhuis van het grote witgekalkte huis aan de rechterkant was een klompenmakerij gevestigd. Dit huis is later afgebrand. De redactie weet niet of de zichtbare weg in 1927 al was verhard en toen al Dorpsstraat heette.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto van de Dorpsstraat gemaakt op donderdag 4 november 2017.

Posted in Verdwenen object, Zorgvliet | Leave a comment

Ut hunnebedde D52 noa ut knutselwaark in 1953

De grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen schreef in 1918 over hunnebed D52 in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever:  “Het hunebed verkeert in geheel vervallen staat, zoodat zelfs enkele hoofdbijzonderheden nauwelijks herkenbaar zijn; het geheel is dan ook zonder meer niet reconstrueerbaar”.
Duidelijker en directer uitgedrukt: het hunnebed was één grote niet te reconstrueren hoop stenen.
Toch zou volgens professor doctor Albert Egges van Giffen het graf honderd jaar eerder nog geheel ongeschonden zijn geweest. Hij telde bij een eerste visuele inspectie in 1918 in totaal twee en twintig stenen, maar zette toen al bij meer dan de helft van de stenen vraagtekens over de aard of de positie.
Toch ging de grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen in 1953 als een soort van twintigste eeuwse hunnebedbouwer over tot een soort van herstapeling van de stenen.
De bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is in mei 1955 uitgegeven en was te koop bij Jan Brugging (Jan Wiba) in de Heufdstroate in Deever. Op de afbeelding is het resultaat van het partijtje hunnebedje knutselen van de grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen te zien.
De redactie van ut Deevers Archief is ten zeerste van mening dat de grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen dat professorale geknutsel an de Dikke Stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever maar beter had kunnen nalaten. In ut Deevers Archief zijn enige afbeeldingen van de Dikke Stien’n van vóór 1953 te vinden. Bijvoorbeeld deze afbeelding uit 1911. Of deze afbeelding uit 1918. Of deze bijzonder fraaie afbeelding uit 1952. Laag’n de Dikke Stien’n ur nog moar so bee in de kaele Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie heeft de twee kleurenfoto’s van de Dikke Stien’n gemaakt op vrijdag 28 november 2020.
De grote vraag is natuurlijk wel de volgende. Waar is de dikke stien die op de zwart-wit ansichtkaart uit 1953 rechts aan het einde van het hunnebed is te zien, gebleven ? Deze dikke stien zou op de twee kleurenfoto’s links op de voorgrond moeten staan. Het was wel un dikke stien, die bij de twee en twintig door de professor getelde stenen van het hunnebed D52 hoorde. Waarom is deze dikke stien verdwenen ? Zo’n dikke stien is niet zo maar met een paar man te verslepen en in de kattebak van een auto te stoppen of op een boedelwagentje te laden.

Posted in Ansigtkoate, Hunnebedde D52 | Leave a comment

De aachterkaante van de olde kapelle van Obadja

De redactie van ut Deevers Archief weet nog niet in welk jaar de hier getoonde zwart-wit foto van de achterkant van de Obadja-kapel op Zorgvlied is gemaakt en weet ook nog niet wie deze foto heeft gemaakt. Op de zwart-wit foto is aan de linkerkant ut törfhokke te zien. Het is een afbeelding die zeer zeker wel in elk geval moet worden gearchiveerd.
De redactie heeft wel het vermoeden dat de foto ná de Tweede Wereldoorlog is gemaakt, maar wel vóórdat de kapel in 1968 is verlengd. Bestudering van de op de zwart-wit foto zichtbare en nog steeds aanwezige grafstenen kan mogelijk een preciezere datering opleveren.
In die jaren vonden de zeer geachte leden van de geloofsgemeente, die in de Obadja-kapel ter kerke gingen, het nog niet nodig de buitenkant van hun houten kerkgebouwtje spierwit te verven.
De kapel is in 1968 aan de voorkant verlengd, waarbij de voorgevel naar voren is verplaatst. De op de eerste kleurenfoto zichtbare oostelijke zijgevel heeft drie oorspronkelijke en aan de rechterkant twee toegevoegde vensters, die alle voorzien van negenruits ramen, een kalf en een halfrond drieruits bovenlicht. Op de plek van het vierde oorspronkelijk venster is een nooduitgang gemaakt.
De redactie heeft de twee kleurenfoto’s gemaakt op vrijdag 28 november 2020.


Posted in Aarfgood, De aandere kaante van de Deeverse bos, Obadja, Zorgvliet | Leave a comment

Ièst ut paark A op de kaarkhof van Deever ruum’m

Voordat je als kind of kleinkind of achterkleinkind of achterachterkleinkind het in de gaten zou kunnen hebben, zouden de overijverige werkertjes van de voorkant van het gelijk – die hun bureautje in het raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever hebben staan – op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever kunnen beginnen met het opruimen van de stoffelijke resten van een ouder of een grootouder of een overgrootouder of een overovergrootouder in één van de perken A tot en met Z.
Als vanwege het voorgewende of geveinsde ruimtegebrek op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever dan zo nodig een perk zou moeten worden geruimd, dan is dat voor de erfgenamen van de stoffelijke resten en de grafsteen ethisch en juridisch gezien alleen te verantwoorden als de overijverige werkertjes beginnen bij de graven in het zo genoemde perk A.
De Engelsen zeggen dat zo: first in, first out. Wie het eerst is begraven, die wordt ook het eerst geruimd. Dus de conclusie is dat de stoffelijke resten in perk A in volgorde van overlijden en zonder aanziens des persoons het eerst moeten worden geruimd.
En dan kan het wel zo zijn dat de overijverige bestuurdertjes van de zo genoemde Historische Vereniging Gemeente Diever -niet gehinderd door enige kennis- wel voortdurend en heel hard schreeuwen en brullen en lobbyen dat perk A van historisch belang is en dan kan het wel zo zijn dat de ijverige werkertjes van de genoemde vereniging als een soort van tijdverdrijf zo nu en dan in perk A hier en daar de gevallen bladeren opharken, hier en daar een grafsteentje rechtzetten, hier en daar de korstmosjes van een grafsteen wegkrabben of hier en daar de rode grafsteentor bestuderen, maar dat heeft nul en generlei waarde, dat doet niets af aan het ethische, objectieve en juridisch te volgen principe dat de oudste stoffelijke resten in het oudste perk A het eerst worden geruimd, en niet subjectief eerst perk D waar veel arbeiders liggen en dat perk K en dan perk B waar veel dikke boeren en notabelen liggen.
In het geval van Jan Lefferts ten Brink en Grietje Veenhuis, die begraven zijn in perk A, zal het overijverige werkertje van de voorkant van het gelijk inderdaad -als een soort van beginnend notarisklerkje- overijverig en gratis overuren makend op zoek moeten gaan naar alle erfgenamen van de stoffelijke resten van Jan Lefferts ten Brink en Grietje Veenhuis en de grafsteen en hen via een officieel document de wettelijke en objectieve mogelijkheden voor het omgaan met de stoffelijke resten en de grafsteen en de geldelijke gevolgen van een keuze mee te delen.
Jan Lefferts ten Brink is geboren op 1 juni 1850 in Deever en is op 30 april 1887 overleden in Wittelte. Hij is een zoon van Leffert ten Brink en Grietje Hessels. Jan Leffert ten Brink was boer in Wittelte.
Geertje Veenhuis is geboren op 18 maart 1858 in Wapse en is op 29 mei 1915 overleden in Wittelte. Zij is een dochter van Fokke Jans Veenhuis en Annechien Niklaas Krijthe.
Op de grafsteen staat de voor boeren erg toepasselijke eerste regel van psalm 103, vers 8.
Dit vers heeft betrekking op de vergankelijkheid van het leven, het sterven en de rouw.
De tekst van psalm 103, vers 8 luidt als volgt:
Gelijk het gras is ons kortstondig leven,
Gelijk een bloem, die op het veld verheven,
Wel sierlijk pronkt, maar krachteloos is en teer,
Wanneer de wind zich over ’t land laat horen,
Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren,
Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer.
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto op 3 oktober 2017 gemaakt.
De redactie is bezig alle grafstenen in alle perken van de kaarkhof an de Grönnegerweg in Deever te fotograferen.

Posted in Deever, Kaarkhof an de Grönnegerweg | Leave a comment

Now hef Deever twee Bert Haanstra sitbaankies

Het laatste deel van de film Fanfare, te weten het beroemde muziekconcours, nam filmmaker Bert Haanstra in 1958 op in een weiland an de Kloosterstroate in Deever, aachter ut huus mit de naeme ut Zonnehoekje. Dat weiland is geen weiland meer, op die plek staan al lang vier burgerwoningen.
Bert Haanstra schonk een duurzaam houten zitbankje aan de inwoners van de gemiente Deever, als dank voor het gebruik van het weiland en de inzet van vele Deeverse figuranten bij de opnamen. Dit duurzame houten zitbankje kreeg een plekje an ut asfaltpad langs de Bosweg, vlak bee ut huus woar vrogger bode Vossie hef ewoond en woar Roelof (Roef) Zoer ok hef ewoond. Zie afbeeldingen 1 en 2.
Pas bij de opening van de Bert Haanstra wandelroute is het duurzame houten zitbankje voorzien van een tekstplaatje: ‘Ter herinnering aan Bert Haanstra (1916-1997). In juni 1958 filmde de cineast in Diever het laatste gedeelte van zijn komische speelfilm Fanfare’. Zie het tekstplaatje op afbeelding 3.
De redactie van ut Deevers Archief hoopt dat dit duurzame houten zitbankje, toch un ech stukkie aarfgood van de olde Deeversen, tot in lengte van jaren zal blijven bestaan. Wie is eigenaar van dit duurzame houten zitbankje ? Zijn dat de oude inwoners van de gemiente Deever of is dat het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld ? Wellicht is het een duurzaam idee om dit duurzame zitbankje met het fraaie tekstplaatje eervol en respectvol te verplaatsen naar de achterkant van het grote gemeentelijke gemetselde veldkeiengedrocht met de naam Burgemeester van Os bank ? Want in Deever zijn ze ondertussen wel een beetje gewend geraakt aan het gesleep met zitbanken.
De redactie was toch wel bijzonder erg verbaasd en verrast en veraldereerd op vrijdag 28 november 2020 een nepversie van het originele enige echte Bert Haanstra zitbankje in de vorm van een metalen zitbankje van het type Ikarus van het bedrijf Gardelux b.v. voorzien van een neptekstplaatje aan een nepslijtpad op de kaarkhof an de brink van Deever aan te treffen. Zie de afbeeldingen 5 en 6. Welke lomperik heeft dat bedacht ? Dit bankje is daar in 2019 of 2020 neergezet in het kader van het peperdure onderbestratingwerk met de naam Deever op Drift. Is dit gecoate metalen zitbankje wel duurzaam ? Voldoet dit gecoate metalen zitbankje wel aan de Fairtrade criteria van het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld ? Is het gecoate metalen zitbankje wel circulair, met andere woorden kan van het zitbankje aan het einde van zijn levensduur over dertig jaren wel een nieuw zitbankje worden gemaakt ?
En wat is de bedoeling van het Publieke Bedrijf Gemeente Diever ? Blijft het originele enige echte duurzame Bert Haanstra zitbankje, echt aarfgood van Deever an de Bosweg, staan en zal het nepzitbankje op de kaarkhof an de brink van Deever op een dag zijn verdwenen ? Of blijft het nepzitbankje op de kaarkhof an de brink van Deever staan, en zal het enige echte duurzame Bert Haanstra zitbankje, echt aarfgood van Deever an de Bosweg, op een vroege ochtend na een mistige nacht zijn verdwenen ?

Afbeelding 1
De Bert Haanstra zitbank met twee duurzame houten zitplanken en drie duurzame houten rugleuningplanken an de Bosweg. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 2
De Bert Haanstra zitbank met drie duurzame houten zitplanken en twee duurzame houten rugleuningplanken an de Bosweg. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 3 
Tekstplaatje dat is vastgeschroefd aan een van de twee duurzame houten rugleuningplanken van de Bert Haanstra zitbank. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 4
Aan de linkerkant is zichtbaar de achterkant van het gemeentelijk gemetselde veldkeiengedrocht met de naam Burgemeester van Os bank. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 5
Deze nepversie van het originele enige echte Bert Haanstra zitbankje met drie metalen zitplanken en één metalen rugleuningplank, waarin die onneusele D is geponsd, staat in de kaarhof (ok wè kaarketuun enuumd) an de brink van Deever. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 6
Aan de rugleuning van het nep Bert Haanstra zitbankje is een metalen nepplaatje bevestigd. De tekst is niet precies overgenomen van het originele tekstplaatje, want bevat in elk geval twee onnozele fouten, te weten ‘cinecast’ is ‘cineast’ en ‘Komische’ is ‘komische’. Maar alleen een critecast let op dergelijke onnozele fouten. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Posted in Aarfgood, Fanfare | Leave a comment

Loat oen topstokk’n in ut Deevers Archief seen

De redactie van ut Deevers Archief biedt uiteraard ruimte in het Deevers Archief voor het tonen van jouw eigen topstukken van de geschiedenis van de gemiente Deever.
Een topstuk kan zijn een verhaal, een artikel, een document, een foto, een afbeelding, een …….
Overal is wel wat over de geschiedenis van de gemiente Deever te vinden !
Wat vind jij een topstuk dat behoort tot de geschiedenis van de gemiente Deever en volgens jou een mooi plekje in ut Deevers Archief verdient ?
Een foto van een afgebroken pand ?
Een foto van een melkboer ?
Een verkoopakte van een boerderij uit 1833 ?
Een verhaal over een dorpsfiguur ?
Een foto van het interieur van een smederij ?
Een vooroorlogs jaarverslag van de zuivelfabriek ?
Een beschrijving van een archeologische vondst ?
Een foto van een klompenmaker ?
Een beschrijving van de regels van het bolderen ?
Een foto van een auto met een D-nummer op de kentekenplaat ?
Een verhaal uit de Tweede Wereldoorlog ?
Een foto van overgrootmoeder met oorijzer ?
Een  …. ?
Reageer of stuur een digitale versie van jouw topstukken in.
De redactie zal deze zeker tonen in ut Deevers Archief !
Bij voorbaat hartelijk dank !

Posted in Gemiente Deever, Topstuk | Leave a comment

Ee’m kiek’n in de Heufdstroate van Deever

De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren (scannen) van zijn papieren archief bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, en zo voort, en zo voort, en zo voort, uut de gemiente Deever bijgaand knipsel met een afbeelding van een boer met een door een paard getrokken geladen kar bij de gereformeerde school in de Heufdstroate in Deever vroeg in de ochtend.

De redactie weet helaas nog niet in welke tijdschrift deze fraaie afbeelding heeft gestaan en in welk jaar de foto is gemaakt. De redactie heeft het vermoeden dat de foto voor deze afbeelding ongeveer rond 1935 is gemaakt. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief het wel weet, die mag het de redactie natuurlijk melden.
De maker van de foto voor de kleuren ansichtkaart met de titel Groet’n uut Deever stond ongeveer op hetzelfde punt als de maker van de foto voor de afbeelding uit het tijdschrift. De maker van de kleurenfoto deed dat op de vuilnisophaaldag. Ee’m de conteen’r an de weg zett’n.
De organisatie Diever Sportief heeft de kleuren ansichtkaart in 2016 uitgegeven ter gelegenheid van de Internationale Drents-Friese Woud Wandelvierdaagse. Daarvoor alsnog driewerf hulde: hulde, hulde, hulde.

Posted in Ansigtkoate, Boer'nlee'm, Heufdstroate, Kaarke an de brink, Topstuk | Leave a comment

Deever, bonito rincón restaurado en su estado orginal

De redactie van ut Deevers Archief kwam bij het digitaliseren van zijn papieren archief – bestaande uit vooral veel dozen en veel ordners met kranten- en tijdschriftenknipsels uut de gemiente Deever – bijgaande afbeelding van het huis van Klaas Kleine an de Peperstroate in Deever tegen.

De redactie heeft het donkerbruine vermoeden – vanwege het bijschrift in het Nederlands, het Engels, het Duits, het Frans en het Spaans – dat deze foto heeft gestaan in een nummer van het periodiek Kijk op het Noorden, maar heeft op de achterkant van de afbeelding niet aangetekend in welk nummer van dit periodiek de afbeelding heeft gestaan.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet in welk nummer van Kijk op het Noorden deze foto heeft gestaan ?
Of Klaas Kleine het pand van de familie Koning in zijn oorspronkelijke staat heeft gerestaureerd, dat is de vraag. Want zeker is dat de levensboom in het bovenlicht van de voordeur vóór de restauratie niet aanwezig was; zie het bericht De olde kouwe van Oaltie Keuning-Hoaveman.
De redactie vermoedt dat siersmid Klaas Kleine deze levensboom zelf wel zal hebben gesmeed.
De redactie heeft al in verschillende berichten aandacht besteed aan Klaas Kleine. De trouwe bezoeker van het Deevers Archief die meer wil lezen over Klaas Kleine wordt uitgenodigd aan de rechterkant op de categorie ‘Klaas Kleine’ te klikken.

Posted in Deever, Dorpsfiguur, Klaas Kleine, Peperstroate | Leave a comment

Ut Deevers Archief söch foto’s van ut boer’nlee’m

In de vijftiger jaren van de vorige eeuw waren in de gemiente Deever in totaal meer dan vierhonderd kleine, wat grotere en voor die tijd grote boeren bezig met hun veelal gemengde bedrijf. Het aantal boerenbedrijven is in de daaraan volgende decennia door diverse redenen gestaag afgenomen.
In de foto-albums van de kinderen en de kleinkinderen van deze boeren moeten heel veel foto’s van het boerenleven van hun familie aanwezig zijn.
Foto’s van ploegen, zaaien, maaien, hooien, dorsen, dorsmachines, aardappels rooien, knollen plukken, tractoren, landbouwmachines, melken, melkbussen, veetransport, en zo voort, en zo voort, en zo voort.
Zie als voorbeeld de bijgaande kleurenfoto van ploegen met het paard na het oogsten van rogge op de Heezenesch van Deever. Wie is deze ploegende boer ?
Zie als voorbeelden ook de afbeeldingen die in deze webstee worden getoond als aan de rechterkant de categorie Boer’nwaark wordt aangeklikt.
De zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief worden verzocht te melden (klik onder aan dit bericht op ‘leave a comment’) of de redactie van ut Deevers Archief bij hen bekende of aanwezige foto’s van het boerenleven mag scannen en mag publiceren in ut Deevers Archief. De redactie is hen daar bij voorbaat zeer erkentelijk voor.
Bijgaande afbeelding is in bijgeknipte vorm en in zwart-wit opgenomen op bladzijde 142 van het papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

Posted in Boer'nlee'm, Boerdereeje, Heezeresch | Leave a comment

Ee’m kiek’n of ‘r ok gesellige doo’jn bee bint

De redactie van ut Deevers Archief ontkomt niet aan de besteding van enige aandacht aan Nell Meiboom-Veltman (die in de Deeverse volksmond altijd tante Nel werd genoemd), de echtgenote van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd). Nell Veltman is op 4 mei 1908 geboren in Makkinga in Friesland. Nell Veltman is op … 1994 overleden in Bilthoven. 

Nell Veltman ging na drie jaar HBS als correctrice werken bij het Leeuwarder Nieuwsblad en de Haagsche Courant. Op 19 juli 1935 trouwde ze in Wassenaar met Jan Cornelis Meiboom, die werkzaam was op het ministerie van Binnenlandse Zaken. In 1939 werd hij benoemd tot burgemeester van Diever. Dat bleef hij tot april 1975, slechts onderbroken in het laatste bezettingsjaar, toen hij ondergedoken was.
Zij vergezelde haar man in de onderduik (vanaf 14 april 1944) en begon zich op het schrijven toe te leggen. Ze schreef gedichten, onder meer over haar actuele situatie, die in 1945 verschenen in de bundel ‘Hunkering’.
Na haar debuut schreef Nell Veltman meisjesboekjes, zoals Heleen heeft vacantie [1948], Een mand vol letters [1951] en Een nazaat van Marijke Meu ? (1951).
Zie de bijgevoegde afbeelding van de drie vermelde boekjes. Deze boekjes zijn voor een habbekratsje of een paar eurootjes op de kop te tikken in onder meer tweedehandsboekwinkeltjes.
In de courant De Heerenveensche Koerier (Onafhankelijk dagblad voor Midden, Zuid-Oost-Friesland en Noord-Overijssel) schreef een recensent – zie de bijgevoegde afbeelding van de recensie – over het meisjesboekje Een nazaat van Marijke Meu ? als conclusie: Met litteratuur heeft dit boek weinig te maken.
Ook als (gelegenheids)toneelschrijfster kreeg ze bekendheid. Enkele titels van haar toneelstukken zijn: ‘Het uitbreidingsplan’ [1948], ‘Witte cyclamen’ (1948) en – in samenwerking met Jan Naarding – het openluchtspel ‘Zwedera van Ruinen’.
Voor het 25-jarig jubileum van de Vereniging Voor Veel Vreemdelingen Verkeer (V.V.V.V.V.) in Deever schreef ze samen met stratenmaker en schrijver Abe Brouwer en politieagent en schrijver Roel de Lange de revue ‘Liever naar Diever’.
Ze was betrokken bij de oprichting van de Toneelvereniging Diever, waarvoor ze jarenlang actief bleef als regieassistente en souffleuse.
In 1975 reikte de gemiente Deever haar een oorkonde uit voor haar werk als ambassadrice van de openluchtspelen en voor het organiseren van folkloristische evenementen.
Vanaf de oprichting was ze bestuurslid van de Drentse Schrieverskring.
Ze leverde bijdragen aan de Drentse schrieversalmanak 1954 en de Drentse schrieversalmanak 1956.
Voorts schreef ze toneelrecensies.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het orgaan ‘Het Amateur Toneel’ – zie de bijgevoegde afbeelding van een citaat uit bladzijde 572 van het boek Geschiedenis van de Drentse literatuur, 1816-1956 – deed Nell Meiboom-Veltman (die in de Deeverse volksmond altijd tante Nel werd genoemd) zich in 1953 – in de naoorlogse periode van armoede en hard werken – nogal laatdunkend uit over het culturele peil in de provincie Drenthe, lees de gemiente Deever.
Haar in het Deevers (met spelfouten) geschreven uitspraak ‘Ee’m kiek’n of ’t er ok gezellige dojen bi’j bint’ werd haar niet in dank afgenomen, maar gaf wel haar houding tegenover de inwoners van de gemiente Deever op juiste wijze weer. See haar de Deeversen agin neet in de reken.
Waren haar hoogcultureluurse meisjesboekjes wel te lenen in de eerste leesbevorderende (openbare) bibliotheek in de gemiente Deever ?
In het citaat staat NATU voor Nederlandse Amateur Toneel Unie.

Posted in Abe Brouwer, Alle Deeversen, Cultuur, Jan Cornelis Meiboom | Leave a comment

J. SL. en B.M. hept de ièste stien elegt op 16-5-53

De redactie van ut Deevers Archief heeft op 3 oktober 2012 des morgens om 10.14 uur toevallig in het voorbijgaan de hier afgebeelde eenvoudige gevelsteen an de Kruusstroate in Deever waargenomen en natuurlijk op de foto gezet:
J.SL. B.M. 16-9-53.
Blijkbaar heeft het echtpaar J.SL en B.M de ‘eerste steen’ van het op 3 oktober 2012 leegstaande pand op 16 september 1953 ‘gelegd’ in de vorm van een gevelsteen. Heeft hij of heeft zij hem ‘gelegd’ of hebben zij hem samen ‘gelegd’ ?
Het pand stond op 3 oktober 2012 nog te koop. De staat van het pand was toen niet al te best meer. Hopelijk hebben de kopers van dit pand de gevelsteen bij het opknappen van het pand niet verwijderd.
Hopelijk herkennen bezoekers van het Deevers Archief deze gevelsteen en kunnen en willen zij een en ander vertellen over het echtpaar J.SL en B.M.

Abracadabra-1277

Posted in Deever, Toevallige waarneming | Leave a comment

De jonge laandgeities van Klaas Kleine uut Deever

De redactie van ut Deevers Archief kwam bij het scannen van grote stapels Deeverse krantenknipsels bijgaand berichtje uit de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 8 februari 1980 tegen. Het is een berichtje over geitenfokker Klaas Kleine uut de Peperstroate in Deever. De redactie probeert zo veel als mogelijk is over deze markante en veel te vroeg overleden dorpsfiguur te publiceren. Wie van de trouwe bezoekers helpt de redactie een handje ?

Jonge landgeitjes in Diever
Diever. De bok Gerold, die op 12 september vorig jaar door burgemeester H.G. Overweg van Diever naar het op die dag geopende fokcentrum ‘de Veentjes’ geleid werd, heeft een actiever rol gespeeld bij de instandhouding van zijn ras.
Woensdagmorgen aanschouwden zijn eerste nakomelingen van dit jaar het levenslicht.
Op de foto burgemeester Overweg (rechts) en de heer Kleine, eigenaar van het fokcentrum met de lammetjes Christoffel en Cecile. Tussen hen in moeder Yfke.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Alleskunner wijlen Klaas Kleine (dertien ambachten en geen ongelukken, van nature kritisch en een beetje cynisch) was onder meer hoefsmid, siersmid, edelsmid, romanticus, historicus, bouwkundige, huizenbouwer, restaurateur, timmerman, metselaar, landgeitenfokker, landgeitenhouder, landgeitenkaasmaker, vioolbouwer, toneelspeler, schrijver, dichter, vertaler, docent cursus Drents, onderzoeksjournalist, klokkenluider, koster, ouderling, kerkvoogd (als nog een kunde of beroep aan deze lijst moet worden toegevoegd, aarzel dan niet die kunde of dat beroep aan de redactie door te geven).
Meer gegevens over Klaas Kleine zijn te vinden op een bladzijde van Wikipedia.
Wijlen Klaas Kleine (geboren op 20 maart 1940 op Koldervene, veel te jong overleden op 24 oktober 2000 in Deever) kocht op 14 oktober 1966 het huis op de hoek van de grote en kleine Peperstraat voor f. 6.000,- van Aaltje Haveman, de weduwe van Hendrik Koning, en ging met het pand aan de slag op basis van een vermetel plan voor restauratie en herbouw.
Burgemeester Overweg is burgemeester Hermen Gerrit Overweg.
Gegevens over de landgeit zijn te vinden op een bladzijde van Wikipedia.

Posted in Alle Deeversen, Deever, Dorpsfiguur, Klaas Kleine | Leave a comment

Haentie op mien stokkie mit Palmpoas’n in 1939

De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren (scannen) van zijn papieren archief bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, en zo voort, en zo voort, en zo voort, uut de gemiente Deever bijgaand knipsel -nota bene een hele bladzijde- uit het tijdschrift Het Noorden in Woord en Beeld, Jaargang 15, Nummer 4, 7 april 1939, van de ‘Haentie op mien stokkie’ traditie met Palmpasen. In 1939 viel Palmzondag op 2 april. Dat deze tradtie in de dorpen van de gemiente Deever nooit verloren moge gaan.

Het bijschift bij de bovenste foto luidt als volgt
Op Palmzondagmorgen ontving de burgemeester van Diever de palmpaaschdragers op hartelijke wijze. Een 80-tal kinderen waren ditmaal van de partij ! Onze foto laat dit aardige, oude gebruik hier zien. De optocht met al de fraaie ‘haenties op ’n stokkie’ lokt heel wat belangstelling.

Het bijschrift bij de tweede foto luidt als volgt.
Links: Mevrouw Van Os, de echtgenoote van den burgemeester, zien we op deze foto geheel rechts.

Het bijschrift bij de derde foto luidt als volgt.
Hieronder: De Paascheieren worden uitgereikt. Een mooi moment

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het moge duidelijk zijn dat de eerste foto voor de Griffemeerde Skoele an de Heufdstroate is genomen en de twee andere foto’s bij het huis van de burgemeester an de Heufdstroate.
Zou mevrouw Saakje Lena van der Veen -getooid met cowgirlhoed- zelf de eiernetjes hebben gehaakt ?
Wie herkent personen op de derde foto ?

De redactie is op zoek naar oude foto’s van de ‘Haentie op mien stokkie’ traditie in de dorpen van de gemiente Deever. Wie zou een scan van deze foto’s ter beschikking willen stellen ?
De redactie is op zoek naar nazaten van het burgemeestersechtpaar Hendrik Gerard van Os en Saakje Lena van der Veen. Mogelijke kinderen van dochter Jacqueline van Os zouden nog kunnen leven.
Het is te betreuren dat heden ten dage mevrouw de echtgenote van de burgemeester de kinderen niet meer ontvangt of niet wenst te ontvangen. Of woont de burgemeester van de gemeente Westenveld buiten de gemiente Deever ? Of is de burgemeester van de gemeente Westenveld niet geïnteresseerd in Deeverse tradities ?

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit foto van de haentie-op-mien-stokkie-optocht ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 47 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boekwerkje zijn of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Deever, Haentie op mien stokkie, Palmpoas’n, Traditie | Leave a comment

De ieser’n baarge van snikkevaeder Beijer

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 24 juli 1852 verscheen het volgende bericht over de nieuwe ijzeren barge van snikkevaeder Beijer.

Met verneemt, dat waarschijnlijk door den snikkevaarder Beijer de door hem bestelde ijzeren barge in het veer tusschen Assen en Meppel in de vaart zal gebragt worden, alsmede dat de snikkevaarders voorhands van hun voornemen, om ook een nacht-barge-dienst in werking te brengen, hebben afgezien, om de te bezwarende voorwaarden, welke, naar hunne meening, door het Provinciaal bestuur, in het belang van de werken der Hoofdvaart, voor de vergunning, om des nachts te varen, zijn gesteld.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Hoe krijgt de schrijver van dit artikeltje het voor elkaar een artikeltje van één lange zin te maken !
Dat het bestuur van de provincie Drente het varen in de nacht van de snikke tegen hield, dat is wellicht te verklaren vanwege de noodzaak  dan ’s nachts bruggen en sluizen te moeten bemannen.
Een barge was een bepaald type ijzeren trekschuit met een recht vallend voorsteven, een rond klipperachtig achtersteven. en een houten ruime kajuit over de gehele lengte, welke van enkele ramen was voorzien. De barge was in gebruik tussen ongeveer 1850 en 1920. De barge werd evenals de snikke getrokken door een paard.
De redactie heeft in het verleden wel gesproken met olde Deeversen en olde Deeverbroggers, die in hun jonge jaren nog snikkejaeger waren geweest.
Uiteraard deed snikkevaarder Beijer ook Dieverbrug aan.
In het boek An de Brogge, die de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever ter gelegenheid van haar twintigjarige bestaan heeft uitgegeven, is ook enige aandacht besteed aan de snikkevaeder, de snikkejaeger, de snikke en de barge. Daarvoor driewerf hulde: hulde, hulde, hulde. 

Posted in An de Deeverbrogge, Boek An de Brogge, de Voat, Scheepvaart, Snikke | Leave a comment

In de grote saele van Blok an de Deeverbrogge

Op deze kleurenfoto uit het einde van de zestiger jaren van de vorige eeuw is het interieur van het restaurant van hotel-restaurant-café-pension Blok an de Deeverbrogge te zien, met name het duur en chique ogende linker deel van de ruimte. In die tijd stonden nog geen vaasjes met plastic bloemen op de tafels. Wel stond op elke tafel het bekende flesje van het nog steeds bestaande merk Maggi met veel zouthoudend soeparoma.
Zijn de stoelen van het merk Stako (stapelbare en koppelbare stoelen) en an de Deeverbrogge gemaakt in meubelfabriek De Toekomst ?
De ruimte was niet altijd ingericht, zoals hier is te zien, want soms, in elk geval enige keren aan het einde van de vijftiger en het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw, was deze ingericht als een soort van bioscoop, rijen stoelen achter elkaar, zonder tafeltjes daartussen. Voor de kinderen van de laegere skoele an de Tusschendarp in Deever werd dan op een woendagmiddag een kinderfilm gedraaid.
Het is de redactie van ut Deevers Archief niet bekend of daar ook kinderen van andere scholen uut de gemiente Deever bij aanwezig waren of dat deze op een andere middag naar de film gingen kijken. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan hier duidelijkheid over verschaffen ?
Het was in die tijd voor kinderen in elk geval wel een ware gebeurtenis naar een echte film te kunnen kijken.
In deze heden ten dage totaal anders uitziende ruimte vond in november 2014 de uitreiking plaats van het eerste exemplaar van het onvolprezen boek met de titel An de Brogge, dat de heemkundige vereniging uut Deever ter gelegenheid van haar twintigjarige bestaan uitgaf. Een afdruk van deze geschiedkundig zeer waardevolle kleurenfoto had zeker niet misstaan in het hiervoor genoemde boek. Jammer, weer een opgelegd kansje gemist.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Bedrief, Boek An de Brogge, Hotel Blok | Leave a comment

Hartelijk dank – Kees, Nell, Elsje en Wouter

In 1943 verstuurden het burgemeestersechtpaar Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd, die op een Solex reed en die North State sigaretten rookte) en Nelly Veldman (die zichzelf Nell noemde en die in de Deeverse volksmond altijd tante Nel werd genoemd) en hun kinderen Elsje (Elisabeth, die in de Deeverse volksmond altijd Elsebé werd genoemd) en Wouterus Albertus bijgaande Agfa-fotokaart van hun woning vanuit Deever naar den Heer en Mevrouw de Könnigh-Veldman, Groot Hoefijzerlaan 49 in Wessenaèr.
De fotokaart moet een in eigen beheer gemaakte kaart van de familie Meiboom-Veldman zijn geweest, die was niet bij een neringdoende in Deever te koop. Was Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) de maker van de foto voor deze kaart ? Was dit het 102-de exemplaar dat was verstuurd ?
In 1943 – in het derde jaar van de Tweede Wereldoorlog – was burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) nog volop in functie.
De familie Meiboom-Veldman noemde de gemeentelijke burgemeesterswoning ‘de Eschhorst’. In het Oud-Germaans wordt met een horst een ‘vogelnest’ bedoeld. Vanuit de woonkamer, de serre en enige slaapkamers van hun ‘vogelnestje’ an de Heufdstroate in Deever had de burgemeesterlijke familie in de Tweede Wereldoorlog nog een mooi uitzicht op de Westeresch. Aan de achterkant van het ‘vogelnestje’ kon de familie vanuit de ramen van de eerste verdieping en de zolderverdieping uitkijken over de Noorderesch, aannemende en zo te zien dat de bomen in het bosje achter de woning nog niet hoog waren.
Dus eigenlijk had de familie de woning beter de ‘de Eschenhorst’ kunnen noemen. Wellicht stond de woning op een soort van zandruggetje tussen de Westeresch en de Noorderesch, maar dan had de familie de woning ook ‘de Eschenhors’ kunnen noemen.
Blijkbaar waren de kinderen Hubert (Huup), Cornelis (die in de Deeverse volksmond altijd Cow werd genoemd) en Peer (die in de Deeverse volksmond altijd Peerke de Boskaeter werd genoemd) nog niet geboren in 1943.
De redactie van ut Deevers Archief heeft nog niet uitgeplozen wie de heer en mevrouw de Könnigh-Veldman zijn. De redactie heeft wel het vermoeden dat de genoemde mevrouw Veldman niet de tweelingzuster Elisabeth van Nelly Veldman is. Misschien een tante ?
De gemiente Deever heeft de gemeentelijke burgemeesterswoning kort na het intrekken van de familie Meiboom in de woning in 1939/1940 laten voorzien van een eerste verdieping. Ja, de familie Meiboom-Veldman kon vanwege het groeiende gezin wel wat leefruimte gebruiken.
Het bouwen van de eerste verdieping werd als volgt gedaan. Zolderverdieping naar boven krikken, eerste verdieping bouwen en de zolderverdieping naar beneden krikken. Tijdens de bouw stortte de zolderverdieping wel een keer zo’n beetje in. Een echt staaltje van Deeverse bouwkunde, bouwkunst, bouwgekunstel en bouwgestuntel.

Posted in Ansigtkoate, Burgemeisterwoning, Jan Cornelis Meiboom | Leave a comment

Gemeentelijk propagandabord net niet plat gereden

Komende vanuit Kalteren over de Ten Darperweg wordt bij het marktterrein ter hoogte van de bocht bij de Bosweg de aandacht van de weggebruiker sterk getrokken naar een tamelijk nutteloos en erg luxe, erg degelijk en erg protserig uitgevoerd elektronisch propagandabord van de gemeente Westenveld.
Dit propagandabord is waarschijnlijk door een nijvere medewerker van de voorkant van het gelijk vanuit het raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever te programmeren met allerlei propagandistische teksten. Wat is eigenlijk het gemeentelijke verdienmodel voor dit dure propagandabord ?
Toen de redactie deze foto op 2 januari 2017 nam, was op het propagandabord de tekst ‘Diever, 15 januari nieuwjaarsconcert Drents symfonie orkest, Sint Pancratiuskerk, 15.00 uur’ te lezen.
Het is knap vervelend dat de nijvere propaganda-medewerker van de voorkant van het gelijk, al dan niet gehinderd door enige kennis van en respect voor religieuze zaken, het kerkgebouw, dat als eeuwen in gebruik is bij de hervormde geloofsgemeente, de naam van een katholieke heilige durft te geven.
Zo te zien is kort voor het tijdstip van deze opname een voertuig uit de bocht gevlogen, zijn daarbij enige paaltjes omver of kapot gereden, is het voertuig vlak langs het gemeentelijke propagandabord gereden, en is waarschijnlijk tot stilstand gekomen bij het omver gereden boompje. Hopelijk hebben de daarbij betrokken weggebruikers geen letsel opgelopen. Maar hoe zou het ongeval afgelopen zijn als het voertuig tegen de forse rechter staander van het gemeentelijke propagandabord was geknald ?
Zou tussen de plaats van het schreeuwerige en vooral in het donker sterk de aandacht trekkende gemeentelijke propagandabord en het uit de bocht vliegen van het voertuig een oorzakelijk verband zijn ?
Het is de hoofdbeleidsmedewerker voor verkeersdeskundige zaken van de gemeente Westenveld aan te bevelen zijn licht nog eens te laten schijnen over de plaats van dit soort lichtbakken bij de invalswegen naar de dorpen in de gemiente Deever, de plaats nog eens goed tegen het licht te houden, de plaats nog eens goed door te lichten.
Maar wie zit met de grenzeloze en uitdagende mogelijkheden van het internet eigenlijk nog te wachten op dit soort amateuristisch overkomende propagandagedoe ?

abracadabra-543

Posted in Bosweg, Gemeente Westenveld, Maarktturrein, Ten Darperweg, Verkeer en vervoer | Leave a comment

Un brocante kleefplaetie van ut woap’m van Deever

In de jaren vóór de samenvoeging van de gemiente Deever, de gemiente Dwingel, de gemiente Vledder en de gemiente Oavelt waren in verschillende winkels van neringdoenden in Deever kleefplaeties mit ut woap’m van de gemiente Deever te koop.
De redactie van ut Deevers Archief toont aan zijn zeer gewaardeerde trouwe bezoekers graag bijgaande afbeelding van zo’n kleefplaetie dat te koop was bij Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever. Veel jongens in Deever reden met zo’n kleefplaetie op hun fiets of hun brommer rond. Veel toeristen kochten zo’n kleefplaetie en plakten dat op de achterkant van hun automobiel.
Jij kunt als verzamelaar van brocante toeristische prullaria uut de gemiente Deever dit soort van souvenirs toch maar beter wel in jouw hopelijk steeds fraaier wordende verzameling hebben.

Posted in Deever, Gemiente Deever, Woap'm van Deever | Leave a comment

Un riegel betuttelpoalties van ut type Amsterdamned

De redactie van ut Deevers Archief heeft de bijgaande kleurenfoto gemaakt op vrijdag 28 november 2020 in de Kruusstroate in Deever, helaas midden in de tweede golf van de Corona-pandemie, Deever leek op die dag uitgestorven.
An de Kruustroate in Deever staat voor het bedrijfspand van twee horeca-ondernemers un hiele riegel betuttelpoalties van ut type Amsterdamned. Let daarbij op de drie andreaskruisen op het linker bruingeschilderde plaatstalen paaltje.
Deze rij Amsterdamnertjes is daar in 2019 of 2020 geplaatst ten tijde van de uitvoering van het peperdure herbestratingswerk Deever op Drift in ut olde Deever. Staat de rij paaltjes in openbare grond of staat de rij paaltjes in de grond van de twee horeca-ondernemers ? De redactie van ut Deevers Archief vermoedt dat de rij paaltjes in openbare grond staat en daar is neergezet om de grens van de verrommelende terrasruimte voor het bedrijfspand van de twee horeca-ondernemers vanwege de precariobelasting te markeren.
De Deeverse dorpsgemeenschap mocht in 2017 ten tijde van de voorbereiding van het peperdure herbestratingswerk Deever op Drift eventjes meeleuteren over de inrichting van de openbare ruimte. Een paar inwoners mochten, let op, nota bene, meedoen en hun stem laten horen. Het is meer dan waarschijnlijk dat de Deeverse dorpsgemeenschap zijn kans schoon heeft gezien en hier heeft beslist wat echt nodig is: poalties van ut type Amsterdamned en gien poalties mit die raere onneusele D.
Dat is dus een zekere factor. Want die keuze past geheel bij de veramsterdamisering en vercolacolarisering van het historische binnendorp van Deever. De Kruusstroate straalde vroeger rust en gezelligheid uit, ondanks het verkeer, het had de charme van een historische binnendorpse straat. Nu zetten de Hoge En Minder Dametjes en Heertjes Van Het Ontegenspreekbare Gelijk Van Het Sterk Vergroten Van De Inkomsten Uit De Toeristenbelasting Van De Gemeente Westenveld vol in op massaverblijfstoerisme en hordes dagjesmensen en veel openluchttheaterbezoekers. Daar horen veel en grote terrassen bij. Het is te voorspellen maar niet te verwachten dat na het verdwijnen van de enige en zeker 75-jaren oude Deeverse aardappel-, groente- en fruitwinkel an de Kruusstroate, daar een horeca-onderneming met terras zal worden gevestigd.
Maar weinig terraseuro’s te besteden hebbende inwoners van Deever en dagjesmensen kunnen helaas nu geen patatje of bereklauw meer halen bij de snackwagen van Gerrie Jissink, die is merkwaardigerwijs verdwenen. Merkwaardigerwijs staat op de plaats van die onmisbare snackwagen nu het gemeentelijke gemetselde veldkeigedrocht met de naam Burgemeester Van Os bank.

Posted in Corona-pandemie, Kruusstroate | Leave a comment

Nepkuunstbekie mit de naeme Kwoawadi op Kalter’n

Aan de erg kwetsbare westrand van ut dorp Deever is de uit de grond te stampen nieuwbouwwijk Kalterbroeken niet om aan te zien, wellicht erger dan de slechtste grootstedelijke uitbreidingswijk, wellicht een dorpenbouwbouwkundige ramp van de ergste orde.

Op afbeelding 1 zijn de Kalterbrook’n op een topografische kaart uit 1965 te zien. De Kwoa ontspringt in de Sloet’n. In 1965 is de Kwoa al lang geen nostalgetisch kronkelend en murmelend oerbeekje meer, maar was door de eeuwen heen verworden tot een aantal korte en wat langere rechte stukjes boerensloot, dus terecht dat de boeren deze afwatering niet meer de Kwoa noemden, maar gewoon de Kwoasloot. Tussen de Sloet’n en het einde van ut Aachterste Kalter’n zit ongeveer 3 meter hoogteverschil, dat verschil zorgde voor een snelle afstroming van het water in de boerensloot door de Kalterbrook’n. Om het afstromende water in de zomer te kunnen benutten voor het bevloeien van de hooilanden in de brook’n moesten de boeren het water in de boerensloot vasthouden door middel van stuwen.

Op afbeelding 2 zijn de Kalterbrook’n op een topografische kaart uit 1986 te zien. Op deze kaart is te zien dat de korte en wat langere stukjes boerensloot zijn verdwenen. De Kwoasloot tussen de Sloet’n en ut Aachterste Kalter’n bestond toen nog maar uit drie lange rechte stukken boerensloot. Boerensloteriger kan een boerensloot niet zijn.

Op afbeelding 3 zijn de Kalterbrook’n op een detail van een topografische kaart uit 2011 te zien. Op deze afbeelding is te zien dat het eerste rechte stuk boerensloot gezien vanaf de Ten Darperweg is verdwenen. In plaats daarvan hebben de Hoge En Minder Hoge Dametjes en Heertjes Van Het Grote Gelijk Van En Het Grote Geloof In De Onstuitbare Maakbaarheid Van De Openbare Ruimte Van De Gemeente Westenveld een nostalgetisch meanderend nepkuunstbekie in een nepoerdal zonder stromend water laten bedenken en laten uitvoeren. Ze noemen dit nepkuunstbekie eufemistisch een wadi, zeg maar een gewone droge rivierbedding. De redactie van ut Deevers Archief stelt nederig en met teneergeslagen ogen en met de pet in de hand voor om water uit de visvijver via een buisleiding naar de Sloet’n te pompen en het water vandaar lekker te laten stromen en murmelen door ut nepkuunstbekie in het nepoerdal en het water na het afstromen tot aan de helft van het aansluitende rechte stuk Kwoasloot via een buisleiding terug te pompen naar de visvijver. Nepbekeriger kan een nepbeek niet zijn.

De kern van het idee om de dorpenbouwkundige ramp in de Kalterbrook’n te verenigen met de ontwikkeling van duurzame nepcultuur in een duurzaam nepoerlandschap zit in het lucratieve verdienmodel van het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld. De kosten voor de aankoop van de grond, de aanleg van de speciaal ontwikkelde duurzame nepnatuur en het speciaal ontwikkelde duurzame nepoerlandschap ten faveure van de happy few geprivilegieerde bewoners van de Kalterbrook’n zitten verwerkt in de exorbitant hoge grondprijzen en zitten verwerkt in de onroerend zaak belasting van de bewoners van de gemeente Westenveld. De exorbitant hoge gemeentelijke grondprijzen in de Kalterbrook’n en de speciaal gecreëerde gunstige ligging ten opzichte van de duurzame nepnatuur en het duurzame nepoerlandschap zal de huizenprijzen in de Kalterbrook’n tot ver boven het landelijke gemiddelde opdrijven en dat is gunstig voor de taxatie van de waarde van de onroerende zaken in de Kalterbrook’n en dat is gunstig voor het vergroten van de inkomsten uit de onroerend zaak belasting van het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld. Met het soepeltjes verdiende geld is helaas soepeltjes Kalterbrook’n II met duurzame nepnatuur in een duurzaam nepoerlandschap te ontwikkelen en is ook het daarbij behorende noodzakelijke onderhoud te bekostigen. Nu hoeft dat laatste goed beschouwd niks te kosten, want het schijnt de bedoeling te zijn dat de duurzame nepnatuur in het duurzame nepoerlandschap in de Kalterbrook’n niet onderhouden gaat worden. Dus ook daar gaat het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld (the Public Policy Industry) veel geld aan overhouden. Het schijnt dat zelfs het maaien van het gras in particuliere gazons is verboden. Hoe duurzaam en hittestressbestendig en klimaatbestendig wil je het hebben ?

De nepnatuur in het nepoerlandschap is uiteraard ook ontwikkeld om te dienen als een soort van overgangsgebied naar het Drentian-Frysian National Park. In het overgangsgebied staat nota bene langs een soort van spannend aandoend houten golvend nepvlondertje in een nepmoerasgebied naar de visvijver een geel betuttelbordje van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten. Dus de gemeente Westenveld is niet de eigenaar van de grond met de nepnatuur en het nepoerlandschap en de visvijver, maar de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten ? Dus is de grond met de nepnatuur en het nepoerlandschap een natuurmonument en onderdeel van het Drentian-Frysian National Park geworden ? Dat is snel, zo snel is in Nederland nepnatuur in een nepoerlandschap nog nooit gebombardeerd tot natuurmonument, daarmee is toch wel een Nederlands record gebroken. Of is de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten in concurrentie met Staatsbosbeheer alsvast begonnen met het beetje bij beetje opkopen of cadeau krijgen van gronden ten zuiden van de Ten Darperweg in de richting van Kalter’n, ut Oll’ndeeverseveld, de Sproakeling’n en ut Wittelerveld naar het Oosterzand ten behoeve van een te realiseren uiterst urgent noodzakelijke ongeveer één kilometer brede zogenaamde ecologische hoofdverbindingszone tussen Berkenheuvel en het Oosterzand, zeg ruwweg zo’n 800 hectares ?

Op een satelietfoto (zie afbeelding 4) zijn in de Kalterbrook’n bijzonder goed de contouren van de meanderende loop van de verdwenen oeroude Kwoa in de landbouwgronden tussen de rechtgetrokken Kwoasloot en de weg naar het Aachterste Kalter’n door kleurverschillen te herkennen. Het is voorstelbaar en voorspelbaar dat op de plek van de meanderende loop van de verdwenen oeroude Kwoasloot ut nepkuunstbekie met het brede nepbeekdal zal worden doorgetrokken en dat tussen ut nepkuunstbekie en de visvijver nog meer nepnatuur in een nepoerlandschap zal worden ontwikkeld. Het is voorstelbaar en voorspelbaar dat de uitbreidingswijk Kalterbrook’n II ten zuiden van ut nepkuunstbekie zal komen te liggen. Het is voorstelbaar en voorspelbaar dat daarvoor de straatweg naar Kalteren vanaf de Westerdrift tot aan de tweede bocht zal moeten verdwijnen en dat de rechte straatweg door ut Aachterste Kalter’n in rechte lijn zal worden doorgetrokken naar de Westerdrift. Dus gelukkige eigenaren van grond in de aanstaande Kalterbrook’n II: Nog Even Geduld, Want Binnenkort Gaat De Kassa Vet Rinkelen.

Naar aanleiding van de oproep ‘wat is volgens jou het mooiste plekje in Westerveld ?’ is in het online-magazine InWesterveld een kleurenfoto van de Kwoasloot in de Kalterbrook’n van een zeer gewaardeerde inwoonster van Deever opgenomen. Wat betreft de huidige Kwoasloot concludeert zij : ‘Het is eigenlijk een doodnormale sloot, maar ik denk dat het door mijn verhalen bijzonder wordt.’ De redactie van ut Deevers Archief citeert uit het online-magazine InWesterveld van een geboren en getogen Deeverse, lid van het dagelijks hoofdbestuur van de heemkundige vereniging uut Deever en succesvol leidend topamateurstreekhistoricus de volgende reactie: ‘Maar… de Kwasloot was géén eenvoudige sloot. De sloot stond in verbinding met de Wapserveensche Aa en via de Steenwijker Aa in verbinding met de zee, die later de Zuiderzee werd genoemd. In de prehistorie voeren de schepen vanaf die zee naar Calthorne. Het huidige Kalteren was toentertijd een belangrijke binnenlandse zeehaven.’

De redactie van ut Deevers Archief mag het niet nalaten als volgt te reageren op de conclusies van het Kwaslotendiepgravende historische onderzoek van de succesvolle leidende topamateurstreekhistoricus van de heemkundige vereniging uut Deever.
De Kwoa was in de vroege middeleeuwen in het gebied waar later de hooilanden in de Kalterbrook’n kwamen te liggen een klein smal meanderend ondiep oerbeekje, waardoor het kwelwater vanuit de dichtbije Stroet’n werd afgevoerd, in natte tijden wat meer water dan in droge tijden. Het beetje water in het oerbeekje stroomde naar de Wapserveense Oa en het water uit de Wapserveense Oa stroomde naar de Stienwieker Oa en de Stienwieker Oa mondde uit in de Zuiderzee. Het waren open waterlopen, waarbij het water vanuit de hogere zandgronden snel afstroomde naar het lager gelegen Stienwiek. De Wapserveense Oa en de Kwoa waren in de vroege middeleeuwen volstrekt onbevaarbaar voor vrachtschepen van enige afmetingen, wellicht bij tijd en wijle wel enigszins bevaardbaar met een boomkano of een roeibootje. De bewoners van de vroegmiddeleeuwse boerderij met de naam Calthorne, die in de buurt van de Kwoasloot is opgegraven, zijn vast mede, misschien wel de eerste ontginners van de gronden voor de hooilanden in de Kalterbrook’n geweest. Zo kon naast de landbouw op de essen op een grootschaliger wijze veeteelt worden bedreven. De voor de bisschop van Utrecht bestemde opbrengsten van de landbouw en de veeteelt werden natuurlijk met boerenkarren vervoerd naar Stienwiek, zo is de oeroude Stienwiekerweg ontstaan. Stienwiek had vast en zeker wel een soort van binnenzeehaventje in de vroege middeleeuwen.

De redactie van ut Deevers Archief heeft de afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

Afbeelding 1- Op deze afbeelding zijn de Kalterbrook’n op een topografische kaart uit 1965 te zien. 

Afbeelding 2
Op deze afbeelding zijn de Kalterbrook’n op een topografische kaart uit 1986 te zien.

Afbeelding 3
Op deze afbeelding zijn de Kalterbrook’n op een topografische kaart uit 2011 te zien.

Afbeelding 4
Op deze satelietfoto zijn de contouren van de meanderende loop van de oude Kwoasloot in de landbouwgronden tussen de rechtgetrokken Kwasloot en de weg naar het Achterste Kalteren in de Kalterbroeken door kleurverschillen te herkennen. 

Afbeelding 5
In de Kwoasloot op ut Aachterste Kalter’n sol sunder stuwgies gien waeter stoan.

Afbeelding 6
In de Kwoasloot op ut Aachterste Kalter’n sol sunder stuwgies gien waeter stoan.

Afbeelding 7
De nepwadi met nepnatuur in een nepoerlandschap in wat vrogger de Kalterbrook’n waar’n .

Afbeelding 8
De toegang tot ut Drentian-Frysian National Park, speciaal voor de happy few bewoners van de Kalterbrook’n.
Afbeelding 9
See hept ok een stuwgie ebaut in de nepwadi in wat vrogger de Kalterbrook’n waar’n.

Posted in Kalter’n, Kalterbrook’n | Leave a comment

Ut nepbeeld op ut gras bee de dokter

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande foto tijdens een van zijn periodieke fotografeerrondes deur de gemiente Deever op donderdag 4 november 2017 gemaakt.
De apotheekhoudende huisartsenpraktijk Deever is gevestigd in een gebouw aan de Gemeentehuislaan in de buurt van het Raadhuis van de gemeente Westenveld op de Westeresch van Deever.
Op het grasveld voor het raam waarboven de twee woorden ‘medisch centrum’ zijn te lezen, staat een beeld van een zittende man. Het is de redactie niet duidelijk of het beeld een uitbeelding is van een zieke man of een gezonde man. Het ligt wel een beetje voor de hand te veronderstellen dat het een zieke man moet voorstellen, want gezonde mannen zullen niet zo gauw naar apotheekhoudende huisartsen gaan.
Deze nepversie van het beeld de Denker van Auguste Rodin moet tamelijk recent op het grasveld zijn gezet, want op de foto die is te vinden op de openingsbladzijde van de webstee van de apotheekhoudende huisartsenpraktijk Deever is het nepbeeld niet te zien.
De grote vragen zijn natuurlijk of het beeld van metaal of plastic is gemaakt, of het beeld is gemaakt in opdracht van de twee apotheekhoudende huisartsen of dat het beeld is gekocht bij een postorderbedrijf voor nepversies van echte beelden.
Het echte antwoord is natuurlijk dat het om kitsch gaat.
Wellicht kan één van de twee in de praktijk spreekuurhoudende en apotheekhoudende huisartsen op dit bericht reageren.

Posted in Beeld, Kitsch in de gemiente Deever | Leave a comment

Gedèènkplaete veur de bouwers van de noodbrogge

Bee de Deeverbrogge is op 2 augustus 2020 een gedenkteken voor de mannen, die een noodbrug in de nacht van 11 op 12 april 1945 bouwden, naast de door de Duitsers opgeblazen Deeverbrogge. Vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever hebben dit gedenkteken geplaatst. Onder meer de Olde Möppeler (Meppeler Courant) besteedde in het bericht Historische Vereniging Gemeente Diever plaatst informatiepanelen aandacht aan deze toch wel zeer te waarderen actie.
Op de in de tijd van de coronapandemie gemaakte foto bij het bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) is duidelijk waar te nemen dat de heren vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever de coronaregel van anderhalve meter afstand houden tot elkaar zeer in acht nemen. Daarvoor hulde.
De redactie van ut Deevers Archief zag her en der in Nederland al wel steeds vaker objecten van weervast staal, zoals plantenbakken, tafelpoten, buitenhaarden, erfafscheidingen, tuinwanden, borderwanden, boomkorven, zandbakken en kunstobjecten. En nu blijkt de als lessenaar gebogen plaat, waarop het nieuwe informatiepaneel bee de Deeverbrogge is aangebracht, ook van weervast staal te zijn gemaakt. Weervast staal is een soort staal dat te herkennen is aan de bruine roestkleur. De zeer dichte roesthuid schermt het dieper liggende materiaal af van zuurstof, waardoor het roesten sterk wordt vertraagd. Weervast staal is een metaal dat bestaat uit koper, fosfor, silicium, nikkel, chroom en ijzer. Dit staal gaat bij blootstelling aan weersinvloeden vroeg of laat roesten. Die roestlaag zal de nu nog een beetje donkere plaat mettertijd een opvallend oranjebruine kleur geven.
De redactie van ut Deevers Archief weet nog niet van welk materiaal de nieuwe gedenkplaat op de lessenaar is gemaakt.

De tekst op de gedenkplaat bee de Deeverbrogge luidt als volgt.
In de nacht van 11 op 12 april 1945 werd door burgers van Dwingeloo en Diever hier een noodbrug gebouwd, ter vervanging van de opgeblazen Dieverbrug.
Dit gebeurde om de gevechtswagens van het Canadese leger de mogelijkheid te bieden de Drentsche Hoofdvaart over te steken om het getroffen Diever te bevrijden.
In de nacht van 7 op 8 april waren bij Diever Franse parachutisten geland met als doel de Duitse zaak achter het front te ontregelen en bruggen en kruispunten te bezetten om de opmars van de geallieerde legereenheden te bespoedigen. Op 10 april verschenen Duitse troepen in Diever, die wilden afrekenen met de para’s. Ze namen 11 willekeurige mensen in gijzeling en toen de aanval op de para’s volledig mislukte en waarbij de Duitsers verliezen leden, werden de 11 gegijzelden zonder pardon geëxecuteerd. Slechts één van hen wist te overleven door zich urenlang dood te houden.
Het gerucht ging dat de Duitsers weer terug zouden komen om hun werk af te maken. Een delegatie Dievernaren verzocht de Canadese commandant om naar Diever te trekken, maar deze zei dat dit onmogelijk was zonder een deugdelijke noodbrug. Het kon nog enige dagen duren voordat de genie arriveerde met materiaal om een brug te bouwen. Burgers van Dwingeloo en Diever besloten om de klus dan maar zelf te klaren en bouwden die nacht een noodbrug.
In de vroege ochtend van 12 april trokken de eerste gevechtswagens over deze noodbrug, waardoor het westen van Drenthe en grote delen van Friesland eerder konden worden bevrijd dan gepland.

Afbeelding 1 – De redactie heeft deze kleurenfoto gemaakt op 27 november 2020

Afbeelding 2 – De redactie heeft deze kleurenfoto gemaakt op 27 november 2020

Posted in An de Deeverbrogge, Canadees’n, Oorlogsmonement, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Un neeje gedèènkplaete op un wièrvaaste sokkel

Bij het oorlogsmonument De Zwerfkei op ut maarkterrein an de Bosweg is op 2 augustus 2020 een extra gedenkteken geplaatst. Vrijwilligers van de heemkundige vereniging uut Deever hebben dit uitgevoerd. Onder meer de krant het Dagblad van het Noorden besteedde in het bericht Historische Vereniging Gemeente Diever plaatst informatiepanelen aandacht aan deze toch wel zeer te waarderen actie  Hierbij rechtvaardigden de ergonomische en audiovisuele deskundigen van de heemkundige vereniging uut Deever hun handeling an de Bosweg met de de volgende twee redenen; a). Op het zwerfkei van het in 1992 onthulde oorlogsmonument an de Bosweg in Deever waren om redenen van geldgebrek twee te kleine tekstplaatjes aangebracht; b). Over de slechte leesbaarheid van de tekst op de twee plaatjes waren in de loop der jaren veel klachten binnengekomen. De redactie van ut Deevers Archief kan nog wel een derde reden bedenken, te weten de voorovergebogen houding, die je lang moet aannemen, om de te kleine tekst helemaal te kunnen lezen.
Op de in de tijd van de coronapandemie gemaakte foto bij het bericht in het Nieuwsblad van het Noorden is duidelijk waar te nemen dat de heren vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever de coronaregel van anderhalve meter afstand houden tot elkaar zeer in acht nemen. Daarvoor hulde.
De redactie van ut Deevers Archief zag her en der in Nederland al wel steeds vaker objecten van weervast staal, zoals plantenbakken, tafelpoten, buitenhaarden, erfafscheidingen, tuinwanden, borderwanden, boomkorven, zandbakken en kunstobjecten. En nu blijkt de als lessenaar gebogen plaat, waarop het nieuwe informatiepaneel is aangebracht, ook van weervast staal te zijn gemaakt. Weervast staal is een soort staal dat te herkennen is aan de bruine roestkleur. De zeer dichte roesthuid schermt het dieper liggende materiaal af van zuurstof, waardoor het roesten sterk vertraagt. Weervast staal is een metaal dat bestaat uit koper, fosfor, silicium, nikkel, chroom en ijzer. Dit staal gaat bij blootstelling aan weersinvloeden vroeg of laat roesten. Die roestlaag zal de nu nog een beetje donkere plaat mettertijd een opvallend oranjebruine kleur geven.
De redactie van ut Deevers Archief weet nog niet van welk materiaal de nieuwe gedenkplaat op de lessenaar is gemaakt.
Wijlen Bertus Koning uit Delden, zoon van de op de Hezenesch doogeschoten Jan Koning, schreef destijds als reactie:
Op bladzijde 23 van het blad Opraekelen 95/1 van de Historische Vereniging Gemeente Diever is geschreven dat het lichaam van Jan Koning naar het Schultehuis is gebracht. Dat is onjuist. Ook is in een andere Opraekelen geschreven dat Harm Kloosterman mijn vader van de Hezenesch heeft opgehaald. Dat is onjuist. De juiste versie is als volgt.
Bertus Vos heeft mijn vader met paard en wagen opgehaald. Ik weet nog dat dit bij ons in huis is besproken. Bertus Vos woonde destijds in de boerderij naast de Openbare Lagere School aan de Hoofdstraat. We wisten dat het ophalen nog niet zonder gevaar was, maar het is wel gebeurd. Mijn vader is thuis gebracht en heeft in de voorkamer opgebaard gelegen. Van huis uit is hij door de buren naar de Hervormde Kerk gebracht. 

Afbeelding 1 – De redactie heeft deze kleurenfoto gemaakt op vrijdag 27 november 2020

Afbeelding 2 – De redactie heeft deze kleurenfoto gemaakt op vrijdag 27 november 2020
Afbeelding 3 – De redactie heeft deze kleurenfoto gemaakt op vrijdag 27 november 2020.

Posted in 10 april 1945, Bosweg, Oorlogsmonement, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

De krimp’nde hervormde kaarkgemiente van Deever

De tekst op het witte plastic bordje, dat met roestvast stalen kruiskopschroeven is vastgemaakt aan de muur bij de ingang onder de gemeentelijke toren aan de brink van Deever, luidt als volgt.

De hervormde gemeente Diever en de hervormde gemeente Dwingelo zoeken samen naar een vorm van samenwerking. We kerken daarom de ene week in de Pancratiuskerk in Diever en de andere week in de Nicolaaskerk in Dwingeloo. De diensten beginnen om 10 uur. Voor nadere informatie, waar de dienst wordt gehouden, verwijzen wij u naar het mededelingenbord.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het mag duidelijk zijn dat het aantal leden van de hervormde kerkgemeente in de gemiente Deever al jaren aan het krimpen is. Dit is ook het geval met het aantal leden van de hervormde kerkgemeente in de gemiente Dwingel. Teneinde de kosten, zoals bijvoorbeeld de hoge loonkosten van de dominee, voor het onderhouden van een kerkgemeente op te kunnen hoesten, zijn de hervormde kerkgemeente Deever en de hervormde kerkgemeente Dwingel samen op zoek naar samenwerking (is samen op zoek naar samenwerking een pleonasme of een tautologie ?). Van een fusie is blijkbaar nog geen sprake ? Toch nog even apart samen ? Het is slechts een kwestie van afzienbare tijd en dan zullen de door blijven krimpende hervormde kerkgemeente Deever, de door blijven krimpende hervormde kerkgemeente Dwingel, de door blijven krimpende hervormde kerkgemeente Vledder en de door blijven krimpende hervormde kerkgemeente Oavelte samen naarstig moeten gaan zoeken naar samenwerking, anders gezegd zullen moeten gaan fuseren tot een hervormde kerkgemeente Westenveld in de burgerlijke krimpgemeente Westenveld. En waarom dan in vier dorpen nog een duur kerkgebouw aan de brink onderhouden ? Wellicht doet zich tegen die tijd wel de mogelijkheid voor een oude boerderij of een bedrijfspand an de centraler gelegen Deeverbrogge om te bouwen tot kerkgebouw ?
Overigens is de nadere informatie (is nadere informatie een pleonasme of een tautologie ?), niet alleen te vinden op het informatiebord bij de gemeentelijke toren an de brink van Deever, maar ook in de webstee www.kerkdienstgemist.nl.
Goed beschouwd kan het bruine bordje van de muur van de gemeentelijke toren worden geschroefd, want op het witte bordje staan de juiste gegevens over de diensten.
De redactie heeft de bijgaande kleurenfoto van de bordjes naast de ingang onder de gemeentelijke toren aan de brink van Deever gemaakt op vrijdag 27 november 2020. 

Posted in Kaarke an de brink, Krimpsignaal | Leave a comment

Jeudse mann’n uut Amsterdam in kaamp Deever A

In het kader van de systematische intimidatie, discriminatie, isolatie, deportatie en vernietiging van de Joden besloot de Duitse bezetter in december 1941 Amsterdamse joodse mannen naar de Drentse rijkswerkkampen in Diever, Geesbrug, Gijsselte, Kremboong, Mantinge, Orvelte, Stuifzand en Vledder te sturen. Het eerste resultaat was dat 905 van de 1402 geplaatste mannen op zaterdag 10 januari 1942 vanaf het Centraal Station in Amsterdam per trein vertrokken naar Drente. Op een met potlood beschreven velletje papier, dat bewaard is gebleven in het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, is te lezen dat de mannen voor de rijkswerkkamp Diever A (zie afbeelding 2) en rijkswerkkamp Diever B om 9.45 uur vanaf het vijfde perron moesten vertrekken. Naar aanleiding van de ‘lage opkomst’ van 905 van de eerste groep van 1402 Amsterdamse joodse mannen, die aangewezen was voor tewerkstelling in de werkkampen van den Nederlandschen Rijksdienst voor de Werkverruiming op 10 januari 1942, voerde de Duitse bezetter direct de druk op.

Op 13 januari 1942 deed de Joodsche Raad voor Amsterdam in opdracht van de Duitse bezetter een oproep aan alle mannelijke Joden in Amsterdam die geen arbeid of vaste bezigheid hadden, tot het invullen van een formulier (zie afbeelding 1). Daarin kon men verklaren ‘geen arbeid, noch vaste bezigheid’ te hebben. Uiteraard was het de bedoeling van de Duitse bezetter meer Amsterdamse joodse mannen via rijkswerkkampen in onder meer Drente en vervolgens via concentratiekamp Westerbork te deporteren naar de vernietigingskampen in Duitsland en Polen.

Op 14 april 1942 schreef de Joodsche Raad voor Amsterdam in opdracht van de Duitse bezetter een nota (bron: collectie 182, Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies) over de werkverruiming met de navolgende tekst.
Een belangrijk percentage van hen, die voor keuring en tewerkstelling ten behoeve van de werkverruiming wordt opgeroepen, laat niets van zich horen. Hun wegblijven leidt ertoe, dat anderen worden opgeroepen. De Nederlandsche autoriteiten kunnen en mogen te dezen geen maatregelen nemen. De Duitsche autoriteiten mogen dat wel; zij hebben dan ook den Voorzitters (van de Joodsche Raad voor Amsterdam, redactie) medegedeeld, dat zij er ernstig over dachten, hen, die zonder gegronde redenen niet opkomen, te straffen. Teneinde zoveel als mogelijk is moeilijkheden te voorkomen, is daarom de volgende circulaire verzonden, aan welke is voorafgegaan een herhaalde oproep van het Gewestelijk Arbeidsbureau:
De autoriteiten hebben gelast, dat Joden, ongeacht het feit of zij werk hebben dan wel werkloos zijn, bij de Werkverruiming moeten worden geplaatst en wel in de Nederlandse kampen van den Nederlandschen Rijksdienst voor de Werkverruiming. Ook Gij zijt voor keuring ten behoeve van dezen arbeid opgeroepen, doch hebt aan dezen oproep geen gevolg gegeven. Wellicht leeft Gij in de veronderstelling, dat Ge niet naar de keuring behoeft te gaan, omdat Ge werk hebt. Daarom wijzen wij er U nadrukkelijk op, dat het thans niet meer gaat om keuring van werkloozen, doch om keuring en tewerkstelling van allen, ongeacht of zij al dan niet werkloos zijn. In uw eigen welbegrepen belang raden wij u dringend aan, aan den oproep, welke
het Gewestelijk Arbeidsbureau U heeft gezonden, gehoor te geven. Bij niet voldoen hieraan wacht U, naar wij weten, ernstige straf. Wij hebben verkregen, dat deze straf nog vermeden kan worden, indien Gij alsnog aan de oproeping gevolg geeft, en wel onmiddelijk.

De oproep van de Duitse bezetter van 13 januari 1942 enkel aan mannelijke Joden in Amsterdam, die geen arbeid of vaste bezigheid hadden, tot het invullen van een formulier (zie afbeelding 1) was een brutale repressieoproep, want van de personen op de lijst met namen van Amsterdamse joodse mannen, die op 10 januari 1942 naar rijkswerkkamp Diever A hadden moeten vertrekken, hadden de meesten wel degelijk eerbare arbeid: chauffeur, winkelbediende, koopman, musicus, reclameschilder, diamantbewerker, postsorteerder, boekbinder, gids, reiziger, kleermaker, marktkoopman, huidenzouter, sigarenmaker, agent, kleermaker, verplegende, huidenkoopman, glasbewerker, fotograaf, toneelspeler, slager, huisschilder, loopknecht, behanger, kantinehouder, boekhouder, venter, magazijnbediende, havenarbeider, diamantslijper, toneelspeler, darmenbewerker, schijvenschuurder, heilgymnast.

In het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies is document 363A bewaard gebleven in doos 235 in archief 216. In dit document deelt de directeur Sociale Zaken (van … ?) mede de namen van 90 Amsterdamse joodse mannen, die met ingang van 10 januari 1942 waren geplaatst in het werkverruimingkamp Diever A aan de Waterseweg in de Olde Willem. Welke van deze 90 mannen daadwerkelijk niet op sabbad 10 januari 1942 naar rijkswerkkamp Diever A vertrokken, dat is niet bekend, maar zal aanzienlijk zijn geweest. Welke van de 90 mannen die niet op 10 januari 1942 naar rijkswerkkamp Diever A waren vertrokken, maar op een latere datum naar rijkswerkkamp Diever A vertrokken, dat is ook niet bekend.
De redactie van ut Deevers Archief neemt aan dat de in die lijst genoemde Saul Monnikendam niet in rijkswerkkamp Diever of rijkswerkkamp Diever B is geweest. De redactie neemt aan dat de in de lijst genoemde Jacob Knegje ook niet in rijkswerkkamp A of rijkswerkkamp B is geweest, hij overleed op 13 juli 1942 in Amsterdam.
De redactie heeft de namen van de mannen op deze lijst opgezocht in de webstee van het Joods Monument en de gegevens van deze mannen (sommigen met foto) in de volgende lijst weergegeven.

De Duitse bezetter en zijn Nederlandse handlangers ontruimden de rijkswerkkampen Diever A en Diever B in de nacht van vrijdag 2 oktober 1942. De toen nog aanwezige joodse mannen uit diverse delen van Nederland moesten in de nacht van vrijdag 2 op 3 oktober 1942 (op de joodse Grote Verzoendag) vanuit de Olde Willem zo’n vijfentwintig kilometer lopen naar concentratiekamp Westerbork.

Het merendeel van de mannen in de navolgende lijst van Amsterdamse Joden zullen in rijkswerkkamp Diever A zijn geweest en stierven vóór vrijdag 2 oktober 1942 in Auschwitz of Sobibor: Mozes Aandagt, Alexander Aldewereld, Levie Appelboom, Bernard Aussen, Mozes Bacharach, Izaäc Blitz, Juda Canes, Abraham Cohen, Andries Couvern, Jacob van Esso, Abraham Groothuis, Benjamin van Hes, Elias Korthoef, Benjamin de Levie, Aäron van Rooijen, David Salomon, Barend Waas, Isaäc Walvisch, Siegried Wolder, Joseph Zwaab.
Daarmee mag het duidelijk zijn dat de Duitse bezetter het rijkswerkkamp Diever A (en het naastliggende rijkswerkkamp Diever B) gebruikt heeft als doorstroomkamp (durchgangslager) van concentratiekamp Westerbork.
Slechts enige in de lijst genoemde mannen overleden na het einde van Tweede Wereldoorlog: Samuel Bierman (1951), Israel Cohen (1970), Isaac Gobets (1993).

Lijst van Amsterdamse Joden die op 10 januari 1942 moesten vertrekken naar werkkamp Diever A
Mozes Aandagt, woonachtig in de Sint Antoniesbreestraat 67 II in Amsterdam, geboren op 15 juni 1883 in Amsterdam, overleden op 7 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 59 jaar, beroep: niet bekend
Naftalie Achttienribben, woonachtig in de Oleanderstraat 21 huis in Amsterdam, geboren op 30 juli 1897 in Amsterdam, overleden op 28 februari 1943 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 45 jaar, beroep: chauffeur.
Alexander Aldewereld, woonachtig in de Van Woustraat 101 II in Amsterdam, geboren op 16 augustus 1901 in Amsterdam, overleden op 30 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 41 jaar, beroep: winkelbediende.
Levie (Louis) Appelboom, woonachtig in de Nieuwe Achtergracht 113 III, geboren op 22 februari 1878 in Amsterdam, overleden op 21 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 64 jaar, beroep: koopman.
Willem David Augurkiesman, woonachtig in de Sarpathiestraat 96 I in Amsterdam, geboren op Sobibor, bereikte de leeftijd van 49 jaar, beroep: musicus.
Bernard Aussen, woonachtig in de Hofmeyrstraat 5 I in Amsterdam, geboren op 14 januari 1881 in Amsterdam, overleden op 10 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 60 jaar, beroep: reclameschilder.
Mozes Bacharach, woonachtig in de Blasiusstraat 116 I in Amsterdam, geboren op 2 december 1879 in Amsterdam, overleden op 10 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 62 jaar, beroep: diamantbewerker.
Barend Beek, woonachtig in de Boterdiepstraat 19 II in Amsterdam, geboren op 2 mei 1892 in Amsterdam, overleden op 11 december 1944 in Extern Kommand Burggraben, bereikte de leeftijd van 52 jaar, beroep: diamantbewerker.
J. Baan, woonachtig in de Ruijschstraat 91, geboren op 1 juli 1912 in Amsterdam.
Van deze persoon is niet vastgesteld of hij de oorlog heeft overleefd.
Samuel Bierman, woonachtig in de Latherusstraat 78 in Amsterdam, geboren op 2 februari 1881 in Amsterdam, overleden op 20 november 1951 in Amsterdam, bereikte de leeftijd van 70 jaar, beroep: loswerkman.
Isaäc Blitz, woonactig in de Spitskopstraat 12 huis in Amsterdam, geboren op 18 april 1887 in Amsterdam, overleden op 10 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 55 jaar, beroep: postsorteerder.
Nathan Bonewit, woonachtig in de Louis Bothastraat 17 huis in Amsterdam, geboren op 13 december 1900 in Amsterdam, overleden op 9 april 1943 in Sobibor, beroep: niet bekend.
Jacob Bueno de Mesquita, woonachtig in de Van Zesenstraat 7 huis in Amsterdam, geboren op 4 april 1886 in Amsterdam, overleden op 21 mei 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 57 jaar, beroep: boekbinder.
Hijman Buijs, woonachtig in de Schalk Burgerstraat 12 huis in Amsterdam, geboren op 4 april 1883 in Amsterdam, overleden op 5 maart 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 59 jaar, beroep: diamantbewerker.
Juda Canes, woonachtig in de Uiterwaardenstraat 75 II in Amsterdam, geboren op 17 januari 1880 in Amsterdam, overleden op 14 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 62 jaar, beroep: niet bekend.
David Cavalje, woonachtig in de Van Ostadestraat 328 II in Amsterdam, geboren op 15 december 1894, overleden op 7 mei 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 48 jaar, beroep: niet bekend.
Abraham Cohen, woonachtig in Amstel 128 I, geboren op 24 april 1881, overleden op 17 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 61 jaar, beroep: gids.
Israel Cohen, woonachtig in Govert Flinckstraat 84 IV in Amsterdam, geboren op 10 augustus 1907 in Amsterdam, overleden op 19 juli 1970 in Amsterdam, bereikte de leeftijd van 62 jaar, beroep: niet bekend.
Andries Couvern, woonachtig in de Nieuwe Prinsengracht 48 huis in Amsterdam, geboren op 7 maart 1887 in Amsterdam, overleden op 14 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 55 jaar, beroep: reiziger.
Emanuel Degen, woonachtig in de Danie Theronstraat 36 in Amsterdam, geboren op 15 maart 1913 in Amsterdam, overleden op 31 maart 1944 in Midden-Europa, bereikte de leeftijd van 31 jaar, beroep: kleermaker.
Samuël Degen, woonachtig in de President Brandstraat 28 III in Amsterdam, geboren op 9 juli 1880 in Amsterdam, overleden op 5 oktober 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 62 jaar, beroep: reiziger.
Levie Abraham Drukker, woonachtig in Nieuwe Kerkstraat 31 II in Amsterdam, geboren op 10 maart 1883 in Zaandam, overleden op 30 april 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 60 jaar, beroep: marktkoopman.
Jacob van Esso, woonachtig in de Minervalaan 19 huis in Amsterdam, geboren op 15 juli 1881 in Meppel (Drente), overleden op 28 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 61 jaar, beroep: huidenzouter.
Abraham Fraenkel, woonachtig in de Zwanenburgwal 112 III in Amsterdam, geboren op 2 juli 1880 in Amsterdam, overleden op 26 maart 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 62 jaar, beroep: sigarenmaker.
Levie Fraenkel, woonachtig in de Reitzstraat 31 I in Amsterdam, geboren op 30 juni 1879 in Leeuwarden (Friesland), overleden op 12 februari 1943 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 63 jaar, beroep: koopman.
Marcus Eliazer Friezer, woonachtig in de Volkerakstraat 50 I in Amsterdam, geboren op 13 oktober 1904 in Amsterdam, overleden op 2 april 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 38 jaar, beroep: agent.
Salomon Gobes, woonachtig in de Plantage Badlaan 3 II in Amsterdam, geboren op 29 augustus 1893 in Amsterdam, overleden op 4 juni 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 49 jaar, beroep: marktkoopman.
Isaac Gobets, woonachtig in Nieuwe Prinsengracht 102 in Amsterdam, geboren op 14 mei 1907 in Amsterdam, overleden op 14 augustus 1993 in Amsterdam, bereikte de leeftijd van 86 jaar, beroep: niet bekend.
Jacob Gobets, woonachtig in de Veeteeltstraat 104 huis in Amsterdam, geboren op 8 maart 1896 in Amsterdam, overleden op 9 juli 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 47 jaar, beroep: coupeur en tailleur.
Samuel Mendel Goldstein, woonachtig in de Nieuwe Kerkstraat 14 I in Amsterdam, geboren op 27 oktober 1889 in Chrzanów (Polen), overleden op 11ereikte de leeftijd van 53 jaar, beroep: verplegende.
Abraham Groothuis, woonachtig in de Nieuwe Herengracht 51 I in Amsterdam, geboren op 16 juli 1881 in Amsterdam, overleden op 28 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 61 jaar, beroep: niet bekend.
David Halmans, woonachtig in de Govert Flinckstraat 227 II in Amsterdam, geboren op 17 september 1877 in Amsterdam, overleden op 21 mei 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 65 jaar, beroep: niet bekend.
Willem Harpman, woonachtig in de Ruijschstraat 47 I in Amsterdam, geboren op 19 juli 1905 in Amsterdam, overleden op 31 maart 1944 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 38 jaar, beroep: niet bekend.
Maurits Hartog, woonachtig in de Van Woustraat 118 III in Amsterdam, geboren op 1 februari 1897 in Eindhoven, overleden op 26 maart 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 46 jaar, beroep: huidenkoopman.
Abraham Benjamin de Hes, woonachtig in Lepelstraat 73 I in Amsterdam, geboren op 4 februari 1882 in Hoogeveen (Drente). Van deze persoon is niet vastgesteld of hij de oorlog heeft overleefd.
Benjamin van Hes, woonachtig in de Weesperstraat 30 I in Amsterdam, geboren op 19 juni 1899 in Amsterdam, overleden op 30 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 43 jaar, beroep: koopman.
Marcus Hoed, woonachtig in de Borssenburgstraat 31 I in Amsterdam, geboren op 9 juli 1894 in Amsterdam, overleden op 16 juli 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 49 jaar, beroep: glasbewerker.
Eliazer Jacobs, woonachtig in de 2e Boerhaavestraat 19 I in Amsterdam, geboren op 3 maart 1888 in Amsterdam, overleden op 5 oktober 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 54 jaar, beroep: fotograaf.
Jacob Jacobs, woonachtig in de Albert Cuijpstraat 134 III in Amsterdam, geboren op 9 februari 1879 in Amsterdam, overleden op 5 februari 1943 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 63 jaar, beroep: niet bekend.
Philip Elias Jacobs, woonachtig in de Waverstraat 101 III in Amsterdam, geboren op 2 9 februari 1884 in Zutphen, overleden op 28 mei 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 59 jaar, beroep: reiziger.
Georg Jacobsohn, woonachtig in de Zandstraat 13 huis in Amsterdam, geboren op 23 februari 1880 in Berlijn, overleden op 26 februari 1943 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 63 jaar, beroep: toneelspeler.
Samuel Kats, woonachtig in de Tilanusstraat 68 II in Amsterdam, geboren op 18 mei 1880 in Rheden (Gelderland), overleden op 2 april 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 62 jaar, beroep: slager.
Jacob Knegje, woonachtig in de Tugelaweg 115 huis in Amsterdam, geboren op 23 mei 1889 in Amsterdam, overleden op 13 juli 1942 in Amsterdam, bereikte de leeftijd van 53 jaar, beroep: niet bekend.
Elias Korthoef, woonachtig in de Blasiusstraat 127 I in Amsterdam, geboren op 13 december 1900 in Amsterdam, overleden op 30 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 41 jaar, beroep: koopman.
A. de Leeuw, woonachtig in de ’s Gravenzandestraat 18 in Amsterdam, geboren op 6 augustus 1894.
Van deze persoon is niet vastgesteld of hij de oorlog heeft overleefd.
S. Lelie, woonachtig in de Tweede Jan van der Heijdenstraat 22 II in Amsterdam, geboren op 2 september 1880.
Van deze persoon is niet vastgesteld of hij de oorlog heeft overleefd.
Benjamin de Levie, woonachtig in de Rapenburg 98 huis in Amsterdam, geboren op 20 augustus 1888 in Groningen, overleden op 24 september 1942 in Monowitz, bereikte de leeftijd van 54 jaar, beroep: huisschilder.
Marcus Lisser, woonachtig in de Schalk Burgerstraat 24 huis in Amsterdam, geboren op 23 april 1884 in Amsterdam, overleden op 23 april 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 59 jaar, beroep: sigarenmaker.
Jacob Haïm de Mesquita, woonachtig in de Zandstraat 13 I in Amsterdam, geboren op 24 januari 1877 in Amsterdam, overleden op 26 januari 1943 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 66 jaar, beroep: koopman.
Emanuel Mok, woonachtig in de Valkenburgerstraat 206 II in Amsterdam, geboren op 16 juli 1882 in Amsterdam, overleden op 2 april 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 60 jaar, beroep: koopman.
Saul Monnikendam, woonachtig in de Gaaspstraat 56 I in Amsterdam, geboren op 18 mei 1901 in Amsterdam, overleden op 2 april 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 41 jaar, beroep: heilgymnast.
Joseph Naarden, woonachtig in de Nieuwe Kerkstraat 61 I in Amsterdam, geboren op 25 september 1883 in Amsterdam, overleden op 16 april 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 59 jaar, beroep: niet bekend.
Joseph Neuman, woonachtig in de Vechtstraat 14 II in Amsterdam, geboren op 4 september 1880 in Roermond (Limburg), overleden op 21 januari 1943 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 62 jaar, beroep: niet bekend.
Aron Nunes Vaz, woonachtig in de Nieuwe Kerkstraat 19 III in Amsterdam, geboren op Sobibor, bereikte de leeftijd van 26 jaar, beroep: huisschilder.
Lion Pesaro, woonachtig in de Louis Bothastraat 29 I in Amsterdam, geboren op 18 juni 1879 in Amsterdam, overleden op 7 december 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 63 jaar, beroep: loopknecht.
David Polak, woonachtig in de Rapenburgerstraat 58 I in Amsterdam, geboren op 30 augustus 1898 in Amsterdam, overleden op 28 mei 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 44 jaar, beroep: koopman.
Levie Polak, woonachtig in de Lange Houtstraat 17 II in Amsterdam, geboren op 11 oktober 1880 in Amsterdam, overleden op 3 december 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 62 jaar, beroep: koopman.
Meijer van Praag, woonachtig in de Tweede Boerhaavestraat 3 II in Amsterdam, geboren op 9 februari 1882 in Amsterdam, overleden op 26 maart 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 61 jaar, beroep: niet bekend.
Emanuel Querido, woonachtig in de Van Woustraat 189 III in Amsterdam, geboren op 24 mei 1894 in Amsterdam, overleden op 11 juni 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 49 jaar, beroep: diamantbewerker.
Jozeph Reens, woonachtig in de Nieuwe Kerkstraat 115 III in Amsterdam, geboren op 15 januari 1909 in Amsterdam, overleden op 28 februari 1943 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 34 jaar, beroep: behanger.
Joël de Roos, woonachtig in de Camperstraat 16 III in Amsterdam, geboren op 25 december 1879 in Amsterdam, overleden op 5 maart 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 63 jaar, beroep: niet bekend.
Juda Roos, woonachtig in de Tilanusstraat 83 II in Amsterdam, geboren op 20 maart 1893 in Amsterdam, overleden op 11 december 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 49 jaar, beroep: kantinehouder.
Aäron van Rooijen, woonachtig in de Kraaijpanstraat 44 huis in Amsterdam, geboren op 28 februari 1885 in Amsterdam, overleden op 30 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 57 jaar, beroep: koopman.
Aäron Salomons, woonachtig in de Zuider Amstelstraat 10 I in Amsterdam, geboren op 30 september 1882 in Amsterdam, overleden op 27 november 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 60 jaar, beroep: koopman.
David Salomon, woonachtig in de Borssenburgstraat 24 II in Amsterdam, geboren op 23 juli 1905 in Rogasen (Polen), overleden op 30 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 37 jaar, beroep: boekhouder.
Joseph Sacksioni, woonachtig in de Tugelaweg 82 in Amsterdam, geboren op 25 september 1882 in Amsterdam, overleden op 13 maart 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 60 jaar, beroep: niet bekend.
David Santen, woonachtig in de Spitskopstraat 4 II in Amsterdam, geboren op 7 mei 1878 in Amstedam, overleden op 26 februari 1943 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 64 jaar, beroep: koopman.
Mozes Schuijer, woonachtig in de Nieuwe Uilenburgerstraat 117 III in Amsterdam, geboren op 21 april 1883 in Den Haag, overleden op 19 november 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 59 jaar, beroep: huisschilder.
Levie Sluijter, woonachtig in de Plantage Doklaan 32 huis in Amsterdam, geboren op 17 juli 1879 in Amsterdam, overleden op 21 mei 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 63 jaar, beroep: koopman.
Sander Speelman, woonachtig in de Zwanenburgwal 48 I in Amsterdam, geboren op 11 oktober 1876 in Rotterdam, overleden op 4 juni 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 66 jaar, beroep: reiziger.
Salomon Speelman, woonachtig op het Waterlooplein 84 II, geboren op 24 december 1881 in Amsterdam, overleden op 19 november 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 60 jaar, beroep: koopman.
Elkan van Sijs, woonachtig in de Vaalrivierstraat 20 huis in Amsterdam, geboren op 17 december 1896 in Amsterdam, overleden op 4 juni 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 46 jaar, beroep: venter.
Mozes Tailleur, woonachtig in de Borssenburgstraat 18 IV in Amsterdam, geboren op 5 september 1879 in Amsterdam, overleden op 13 november 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 63 jaar, beroep: magazijnbediende.
Jozes Tertaas, woonachtig in de Foeliestraat 40 II in Amsterdam, geboren op 27 februari 1880 in Amsterdam, overleden op 27 november 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 62 jaar, beroep: havenarbeider.
Aäron Troeder, woonachtig op het Afrikanerplein 32 II in Amsterdam, geboren op 13 oktober 1896 in Amsterdam, overleden op 28 februari 1943 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 46 jaar, beroep: diamantslijper.
Bernard Troostwijk, woonachtig in de Iepenweg 26 I in Amsterdam, geboren op 6 april 1878 in Amsterdam, overleden op 27 november 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 64 jaar, beroep: koopman.
Mozes Veffer, woonachtig in de Tugelaweg 50 I in Amsterdam, geboren op 4 mei 1894 in Amstersam,. overleden op 4 juni 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 49 jaar, beroep: diamantwerker.
David Vierra, woonachtig in de Lepelstraat 61 I in Amsterdam, geboren op 17 juni 1885 in Amsterdam, overleden op 4 juni 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 57 jaar, beroep: venter.
… Vierra, woonachtig in Amsterdam, zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.
Van deze persoon is niet vastgesteld of hij de oorlog heeft overleefd.
Cosman Vos, woonachtig in het Sarpathipark 36 II in Amsterdam, geboren op 17 november 1891 in Amsterdam, overleden op 9 april 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 51 jaar, beroep: toneelspeler.
Barend Waas, woonachtig in de Zwanenburgerstraat 21 I in Amsterdam, geboren op 21 augustus 1900, overleden op 29 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 42 jaar, beroep: sigarenmaker.
Gabriël Walvis, woonachtig in de Weesperstraat 18 I in Amsterdam, geboren op 2 augustus 1877 in Amsterdam, overleden op 26 maart 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 65 jaar, beroep: niet bekend.
Isaäc Walvisch, woonachtig in de Amstellaan 27 II in Amsterdam, geboren op 21 september 1888 in Amsterdam, overleden op 14 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 53 jaar, beroep: koopman.
… de Vries, woonachtig in de Lutmastraat 11 II in Amsterdam, geboren op 3 januari 1877, gegevens ontbreken.
Van deze persoon is niet vastgesteld of hij de oorlog heeft overleefd.
Abraham Winnik, woonachtig in de Vaalrivierstraat 18 huis in Amsterdam, geboren op 4 november 1884 in Amsterdam, overleden op 2 april 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd van 58 jaar, beroep: darmenbewerker.
Joseph Winnik, woonachtig in de Sparrenweg 1 III in Amsterdam, geboren op 30 maart 1907 in Amsterdam, overleden op 30 april 1943 in Midden-Europa, bereikte de leeftijd van 36 jaar, beroep: venter.
Siegried Wolder, woonachtig in de Tweede Jan Steenstraat 73 I in Amsterdam, geboren op 24 november 1918 in Amsterdam, overleden op 30 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 23 jaar, beroep: niet bekend.
Jacob Zak, woonachtig in de Krugerstraat 17 II in Amsterdam, geboren op 5 juni 1877 in Amsterdam, overleden op 17 september 1943 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 66 jaar, beroep: schijvenschuurder.
Izak Zilverberg, woonachtig in de Retiefstraat 15 II in Amsterdam, geboren op 9 augustus 1885 in Coevorden, overleden op 28 mei 1943 in Sobibor, bereikte de leeftijd vn 57 jaar, beroep: huisschilder.
Joseph Zwaab, woonachtig op de Nieuwe Keizersgracht 56 II in Amsterdam, geboren op 18 november 1879 in Amsterdam, overleden op 24 september 1942 in Auschwitz, bereikte de leeftijd van 62 jaar, beroep: diamantbewerker.

Afbeelding 1
Mannelijke Joden in Amsterdam zonder arbeid of vaste bezigheid moesten een formulier invullen, dat leidde tot tewerkstelling in rijkswerkkampen in onder meer Drente. Dit formulier is aanwezig in het archief van het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies in Amsterdam.

Afbeelding 2
Ingang van rijkswerkkamp Diever A op een door Roelof (Roef) van Goor uut Deever in 1935 uitgegeven ansichtkaart

Afbeelding 3
Gedenkteken bij de rijkswerkkampen Diever A en Diever in de Olde Willem

Posted in Ansigtkoate, Oorlogsmonement, Tweede Wereldoorlog, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Gemiente geet proat’n mit de kebiet skeeters

In de Meppeler Courant (de Olde Möppeler) van 26 november 2012 verscheen het navolgende bericht over het traditionele carbid schieten (kebiet skeet’n) in Deever.

Gemeente gaat om tafel met carbidschutters
Diever – Over een aantal weken is het oudejaarsavond en wordt er traditiegetrouw flink met carbid geschoten in de gemeente Westenveld. Om ervoor te zorgen dat het carbidschieten veilig gebeurt, wil de gemeente om de tafel met carbidschieters. Burgemeester Jager wil graag meewerken aan het in stand houden van de traditie en daarom worden er twee bijeenkomsten gehouden over de spelregels voor carbidschieters. De overleggen vinden plaats op 6 en 13 december om 20.00 uur in het gemeentehuis. Aan bod komen onder meer de huidige en de toekomstige schietlocaties.

Aantekeningen van het redactie van ut Deevers Archief
De ‘spelregels’ voor het ‘kebiet skeet’n’ zullen wel bedacht zijn door die nijvere niet uut Deever komende en niets van tradities begrijpende regelzuchtige ambtenaren van het Team Veiligheid van de gemeente Westenveld. Wie wil nou regels bedenken voor het spel ‘kebiet skeet’n’ ? Het is geen spel, het is een traditie !
Traditie is een melkbusse an un iekeboom bien’n op ut pièrdemaarktterrein bee de kaarkhof. Ut lid an un laank stuk touw knupp’m en dan in ut pikkedonker bolder’n tot daij ur doof van wödt of tot dat de plisie komp. Dat möt now en doalijk en veur altied de stee veur ’t kebiet skeet’n weed’n.
Het plaatselijke niet uit Deever komende correspondentje van de Olde Möppeler (Meppeler Courant) vergiste zich een beetje bij het bedenken van de titel voor zijn berichtje: carbidschutters = carbidschieters. Het zij hem voor deze ene keer vergeven.

 

Posted in Gemeente Westenveld, Kebied skeet’n, Traditie | Leave a comment

Ansichtkaart van een oude boerderij in Oldendeever

De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van de boerderij van ….. Hessels in Oldendeever is uitgegeven door Jan Brugging (de Wiba) in juli 1960. Wat was de voornaam van deze Hessels ?
De redactie van ut Deevers Archief heeft de eerste kleurenfoto van deze boerderij met pothokke gemaakt op 3 oktober 2012.
De tweede afbeelding in kleur is een scan van de voorkant van het boekje ‘Oldendiever in de twintigste eeuw’. De heemkundige vereniging uut Deever heeft dit onvolprezen boekje in 2009 uitgegeven ter gelegenheid van haar 15-jarige bestaan. Wellicht is het boekje voor een paar eurootjes of een habbekratsje nog te koop bij een handeltje in tweedehands boeken ergens in den lande.
Het mag toch wel merkwaardig worden genoemd dat de makers in het boekje ‘Oldendiever in de twintigste eeuw’ geen aandacht hebben besteed aan de boerderij die op de voorkant van het boekje is te zien. Het moet toch wel enigszins belangwekkend zijn wie daar sinds de nieuwbouw in 1818 zoal hebben gewoond en hebben gewerkt en zijn geboren en zijn overleden ?
De redactie kwam de derde afbeelding in kleur in een webstee op het internet tegen. De redactie weet niet wie de maker is van deze foto.


Posted in Ansigtkoate, Boerdereeje, Oll'ndeever | Leave a comment

Diever kreeg nieuw gemeentehuis an de brinq

In de Leeuwarder Courant van 20 juni 1957 verscheen het volgende korte bericht over de ingebruikname van een nieuw gemeentehuis aan de brinq van Deever.

Diever kreeg nieuw gemeentehuis
De Drentse gemeente Diever heeft de gewoonte, belangrijke evenementen in het gemeentelijke leven of in de dorpsgemeenschap te laten samenvallen met de première van de jaarlijkse Shakespeare-uitvoeringen en het dient daarmee zowel het een als het ander. Immers: wie niet voor Shakespeare naar Diever zou komen, komt wel voor ‘het evenement’ en omgekeerd, waarmee geenszins gezegd wil zijn, dat de uitvoeringen in ’t sprookjesachtige openluchttheater géén evenement zouden zijn. Integendeel ! Was het vorig jaar de ingebruikneming van de geheel gerestaureerde korenmolen De Vlijt, waarvoor mede de Dieverse gasten van heinde en verre waren gekomen, gisteren gold ‘het evenement’ de opening van het nieuwe gemeentehuis aan de Brink -een gebeurtenis, die het volgend jaar moeilijk zal zijn te evenaren, want het gemeentehuis is gebouwd volgens plannen, waaraan de bestedingsbeperking nog vreemd was.
Het is een gebouw geworden, dat vele andere noordelijke gemeentebesturen ertoe zal brengen, Diever te benijden. Niet alleen qua stijl (het doet het uitstekend aan de Brink) en qua omvang, maar vooral om zijn inrichting zal het beantwoorden aan de wensen van meer dan één burgemeester en secretaris.
Van waarde vooral zijn de geschenken van de burgerij en de organisaties (waarvan wij noemen de originele aardewerken krans met de symbolen van bijna alle plaatselijke sociale en culturele instellingen in de hall en het enorme, esthetisch zeer verantwoorde gezandstraalde raam van de plaatselijke coöperaties), omdat zij tonen dat dit het huis der gemeente is in de beste zin des woords.
Daarvan getuigt ook de oplossing, die voor enkele ruime zolderzalen is gevonden: de ene is gepromoveerd tot ‘cultuurzolder’, waarin bijeenkomsten met ruim 200 mensen kunnen worden gehouden en de andere is ‘expositiezolder’ geworden. Daarin is nu tentoonstelling van schilderijen, verbazend aardige kindertekeningen over eigen dorp en een collectie foto’s en ansichtkaarten van Diever. Een prima idee !

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
Op bijgaande afbeelding (aanwezig in de beeldbank van het Drentsch Archief in Assen) is de cultuurzolder van het gemeentehuis an de brinq (de voorkant van het gelijk heeft een nieuwe schrijfwijze voor deze vernielde openbare ruimte bedacht) van Deever te zien. Let vooral op de Stako-stoelen (stapelbare en koppelbare stoelen), die an de Deeverbrogge zijn geproduceerd.
In de vijftiger jaren van de vorige eeuw dacht de voorkant van het gelijk tegen beter weten in dat de vraag naar ruimte bij Deeverse verenigingen opgelost kon worden met een ‘cultuurzolder’ in het gemeentehuis.
De redactie herinnert zich dat schaakclub ‘Koning Schaak’, waar burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de volksmond altijd ome Kees werd genoemd) ook spelend lid van was, zijn clubavond op de ‘cultuurzolder’ hield.  
De ‘cultuurzolder’ op de bovenste verdieping van het gemeentehuis an de brinq van Deever zou beschouwd kunnen worden als een soort van voorloper van het voor Deever onmisbare en nog altijd zeer gemiste Dingspilhuus, de spil van het sociale en culturele leven in Deever, het sociale warme hart van Deever.
Wellicht is het nog steeds mogelijk de ‘cultuurzolder’ na de rampzalige sloop van het Dingspilhuus op te delen in kleinere ruimten, die in gebruik genomen kunnen worden door enige verenigingen; een zeer geschikte kandidaat is bijvoorbeeld de heemkundige vereniging uut Deever.
De redactie blijft wel met een grote vraag zitten: waar zijn de ten toon gestelde kindertekeningen, foto’s en ansichtkaarten, zoals vermeld in het bericht, gebleven ? Wie het weet, die mag het natuurlijk melden.


Posted in Cultuur, Deever, Gemientehuus | Leave a comment

Langs de Wapserweg bee ut Addervene in 1891

De redactie van ut Deevers Archief mocht van wijlen Albertus (Bert) Doorman aan het einde van de vorige eeuw van enige door zijn grootvader mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom op Berkenheuvel gemaakte foto’s een scan maken. Opnieuw, maar nu posthuum, hartelijk dank daarvoor.
Mr. Albertus Christiaan van Daalen kocht in 1890 het landgoed Berkenheuvel, een landgoed van 700 ha in de gemiente Deever. Hij maakte de hier afgebeelde foto op Berkenheuvel.
De tekst bij deze foto in zijn fotoalbum luidt als volgt: Langs Wapserweg bij Adderveen in 1891.
De redactie van ut Deevers Archief kent van het landgoed Berkenheuvel vooralsnog geen oudere bosgezichten dan deze.
Wel is nu enig lastig uitzoekwerk ontstaan, want op de wandelkaart van het landgoed Berkenheuvel uit 1936 is bij het Adderveen geen Wapserweg te vinden, wel Adderveenweg en Jacobaweg. Wie weet waar de Wapserweg lag ? In elk geval in heuvelachtig terrein.
De redactie heeft op een stukje topografische kaart uit 1881 het gebied rond het Adderveen rood gemarkeerd, zie de bijgevoegde afbeelding.

Reactie van Marten Wouwenaar van 16 februari 2016 
De achterkleinzoon van boschbaas Marten Wouwenaar gaf in zijn reactie aan waar volgens hem de Wapserweg ligt of moet hebben gelegen. Deze reactie is verwerkt in het bericht Achterkleinzoon van Marten Wouwenaar reageert.

Reactie van Peter Haveman van 15 augustus 2017
Het Adderveen ligt tegenover het boshuis van roofvogelkenner Rob Bijlsma, aan het zandpad met de naam Doldersummerweg, vroeger Wapserweg.

Abracadabra-1603

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Bosgesigte, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment