Monthly Archives: augustus 2022

Cent’n griep’m bee ut olde gemientehuus

In de landelijke krant Het Parool verscheen op 6 mei 1954 het volgende bericht over het huwelijk van twee broers en twee zusters op dezelfde dag in het oude gemeentehuis aan de brink van Deever. Gelukkig strooiden de vier bruidegoms op 5 mei 1954 nog wel met centen naar de verzamelde jeugd bij het oude gemeentehuis. In de zestiger jaren van de vorige eeuw is de traditie van ut cent’n strooi’n en ut cent’n griep’m helaas verloren gegaan.

De centen rolden
Burgemeester J.C. Meiboom te Diever voltrok gisteren vier huwelijken, waarbij twee broers en twee zusters uit hetzelfde gezin. H.L. Pot trouwde Harm Hessels, Henderika Hessels koos Albert J. Reiber, Grietje Hessels huwde Albert de Weerd en Jacobus Hessels verbond zijn leven aan Henderika Mos. Naar oud Drents gebruik strooiden de bruidegoms centen bij het verlaten van het gemeentehuis.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het echtpaar Harm Hessels en Johanna Louissen kregen drie zonen, Hermannus (Mans), Harm en Jacobus (Kobus) en drie dochters Jantje, Henderika en Grietje. De familie woonde op een boerderij an ut Pot’sweggie, adres Wittelte 113, tegenwoordig Meester Broer 3 in Wittelte.

In ut Deevers Archief is een op 11 februari 1933 door schooljuffrouw Christina Johanna Augusta ter Horst gemaakte foto van deze boerderij opgenomen. Deze boerderij brandde in december 1934 af. In de buurt van de verbrande boerderij is een nieuwe boerderij gebouwd.

Klaas de Boer besteed in zijn bijzonder waardevolle publicatie Wittelte – Geschiedenis van de boerderijen vanaf 1770 tot heden uiteraard ook aandacht aan het echtpaar Hessels, hun kinderen en hun boerderij. Op bladzijde 18 van zijn publicatie is een foto van de vier bruidsparen veur ut olde gemientehuus an de brink van Deever te zien.

Het bruidspaar Albert Jan Reiber en Henderika Hessels

Henderika Hessels is geboren op 24 april 1919 in Wittelte. Zij trouwde op 35-jarige leeftijd op 5 mei 1954  in Deever met Albert Jan Reiber. Zij is overleden op 26 januari 2002 op 82-jarige leeftijd in Dwingel. Zij is ten ruste gelegd op de kaarkhof in Dwingel.
Albert Jan Reiber is geboren 17 april 1921 in Dwingel. Hij is overleden op 30 juli 1987 op 66-jarige leeftijd in Dwingel. Hij is ten ruste gelegd op de kaarkhof in Dwingel.
Albert Jan Reiber en Henderika Hessels hadden een fietsenzaak an de brink van Dwingel.

Het bruidspaar Albert de Weerd en Grietje Hessels

Grietje Hessels is geboren op 20 maart 1923 in Wittelte. Zij trouwde op 31-jarige leeftijd op 5 mei 1954 in Deever met Albert de Weerd. Zij is overleden op 16 augustus 2020 op 93-jarige leeftijd in Deever.
Albert de Weerd is overleden op 26 augustus 2011.
De redactie heeft in de openbare bronnen nog geen gegevens van Albert de Weerd gevonden.
Het echtpaar bleef wonen en werken op de boerderij aan ut Pot’sweggie.
Na hun pensionering als boer en boering gingen ze wonen an de Vlasstroate in Deever.


Het bruidspaar Jacobus (Kobus) Hessels en Hendrika Mos

Jacobus (Kobus) Hessels is geboren op 8 februari 1925 in Wittelte. Hij trouwde op 29-jarige leeftijd op 5 mei 1954 in Deever met Henderika Mos. Hij is overleden op 4 juli 1988 op 63-jarige leeftijd in Dwingel. Hij is ten ruste gelegd op de kaarkhof in Dwingel.
Henderika Mos is geboren op 6 februari 1930 in Dwingel. Zij is overleden op 4 juli 1988 op 58-jarige leeftijd in Dwingel. Zij is ten ruste gelegd op de kaarkhof in Dwingel.
Jacobus (Kobus) Hessels en Henderika Mos zijn gaan wonen en werken in Dwingel. Maar waar ? En wat deden ze ?

Het bruidspaar Harm Hessels en Christina (Chris) Hendrika Leonora Pot

Harm Hessels is geboren op 8 oktober 1927 in Wittelte. Hij trouwde op 26-jarige leeftijd op 5 mei 1954 in Deever met Christina (Chris) Hendrika Leonora Pot. Hij is overleden op 21 maart 1995 op 67-jarige leeftijd. Hij is ten ruste gelegd op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Christina (Chris) Hendrika Leonora Pot is geboren op 27 juli 1923 in Wittelte. Zij is overleden op 10 december 1979 op 56-jarige leeftijd. Zij is ten ruste gelegd op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Harm Hessels en Christina (Chris) gingen wonen en werken op een boerderij bee de Wittelerbrogge an de Dwingeler kaante.

Posted in Cent'n griep'm, Traditie, Wittelte | Leave a comment

De ehoakte poaseierbuul van tante Nel

In de tijd van het burgemeesterschap van Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) was het in het dorp Deever gelukkig ook nog steeds de gewoonte dat met Palmpasen kinderen met ‘n haentie op ’n stokkie van de brink in Deever in optocht naar het huis van de burgemeester an de Heufstroate gingen. Daar hing Nelly Veltman (die in de Deeverse volksmond altijd tante Nel werd genoemd), de vrouw van de burgemeester, aan elke versierde stok een netje met eitjes. En het bijzondere was dat zij in de weken vóór Palmpasen al die netjes zelf had gehaakt. Of heeft dochter Elsebé ook wel eens mee geholpen met het haken van de netjes ?
De redactie van ut Deevers Archief vond in een van de dozen met de (papieren) nalatenschap van zijn moeder ook een door burgemeestersvrouw Nelly Veltman (die in de Deeverse volksmond altijd tante Nel werd genoemd) gehaakt netje uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw terug. Zie de bijgaande afbeelding van dit netje. Tante Nel haakte met grote steken, snel klaar, om haar voorpret niet te veel te drukken. En ze haakte met garen in de kleuren rood, oranje, wit en blauw. Nationalistischer en koninginnegezinder kon je het met Palmpasen in de vijftiger jaren van de vorige eeuw in Deever niet krijgen.
De redactie heeft in een aantal berichten aandacht besteed aan de Palmpasen-traditie. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief klikke aan de rechterkant van het scherm op het onderwerp Palmpoas’n.

In de Friese Koerier (onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden) verscheen op 1 april 1958 het volgende korte bericht.over de palmpasen-traditie in Deever

Diever – De kleuters hebben op Palmzondag met hun kleurige palmhaantjes weer hun opwachting gemaakt bij de burgemeesterswoning. Burgemeester en mevrouw Meiboom konden tot hun spijt niet aanwezig zijn, maar zij hadden voor een vervangster gezorgd. Zuster Broer ontving het jeugdige gezelschap en de ongeveer 120 kleuters gingen ieder met een netje vol lekkernijen naar huis.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief 
Burgemeestersvrouw Nelly Veltman (die in de Deeverse volksmond altijd tante Nel werd genoemd) zal ongetwijfeld voldoende netjes hebben gehaakt en hebben gevuld voor die 120 kleuterschoolkinderen en lagereschoolkinderen. En wijkzuster, beter gezegd dorpszuster, nog beter gezegd gemeentezuster Elje Broer-Doodhagen was een bijzonder goede vervangster van tante Nel, want per slot van rekening heeft ze als zuster de geboorte van heel veel van die 120 kinderen meegemaakt. Elje Doodhagen is geboren op 29 augustus 1894. Zij is overleden op 26 januari 1985 op 90-jarige leeftijd in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Posted in Deeverse prullaria, Palmpoas’n, Traditie | Leave a comment

Ut vurhaèl van Paolo over ut kaamp an de Gowe

De redactie van ut Deevers Archief kwam in januari 2022 op het internet het volgende verhaal over het jongenskamp De Eikenhorst an de Gowe tegen. Het verhaal is geschreven door een ex-bewoner met de naam Paolo. De redactie wil bijzonder graag met Paolo in contact komen. De redactie verzoekt ex-bewoners van jongenskamp De Eikenhorst vooral te reageren op het verhaal van Paolo.

De Vorming Buiten Schoolverband, later Buitengewoon Jeugdzorgwerk in Internaatsverband ging uit van het toenmalige ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De grote baas in Den Haag was mr. A.J.M. Schats. De jongens (van 10 tot 14 jaar) konden worden opgenomen als bijvoorbeeld thuis of op school moeilijkheden waren. Daarbij gold wel de voorwaarde dat tijdens het verblijf van de jongen in het kamp aan de thuissituatie het nodige gedaan moest worden. De plaatsing van de jongens in een internaat verliep via contactambtenaren, die verzoeken tot opnamen van bijvoorbeeld scholen, huisartsen of de ouders zelf behandelden. Al naar gelang het inkomen van de ouders werd een ouderbijdrage gevraagd. De jongens verbleven een jaar in kamp De Eikenhorst. Om in contact te blijven met de eigen gezinssituatie hadden de jongens een paar maal ‘verlof”, bijvoorbeeld met Kerstmis.
Wat het personeel betreft, de directie werd gevoerd door ‘de commandant’, die bijgestaan werd door ‘de adjudant’. Dan waren er ten minste vier groepsleiders, twee (bevoegde) onderwijzers, een sportleider en een leider voor de creatieve vakken, zoals tekenen, knutselen en dergelijke. Naar ik meen zorgden twee jonge vrouwen voor de huishoudelijke dienst en waren tegelijkertijd ‘groepsdame’. Ze draaiden naast hun hoofdtaak mee in de groepen om het ‘vrouwelijk element’ bij de benadering van de jongens te realiseren. De onderwijzers waren veelal militaire dienstweigeraars, die hun vervangende dienstplicht in het kamp doorbrachten. De commandant en de adjudant hadden een eigen woning op het terrein. De overige stafleden hadden een (slaap)kamertje in de groepsbarakken. De administratie werd gedaan door een aparte kracht. Tot het personeel van het kamp behoorden ook een kok, een magazijnmeester en een kampmonteur, die buiten het terrein woonden.
Op ‘de Eikenhorst’ werd het ‘goudzoekersspel’ gespeeld. In de loop van hun jaar konden de jongens de rangen van ‘kompel’ tot en met ‘goudzoeker’ doorlopen. Het ‘goudzoekersspel’ was bedoeld om de jongens het goud van de vriendschap bij te brengen en op die manier aan hun problematiek te werken.
Het jongenskamp in Geeuwenbrug bood ruimte aan 64 jongens, die verdeeld waren over vier groepen van 16 jongens. In ‘mijn tijd’ is de bezetting altijd 100% geweest. De vier groepsbarakken hadden de namen Peru, Klondike, Transvaal en Alaska, streken waar ‘echt’ goud werd gevonden. De groepsbarak was het eigen home van de jongens. In de barak was een slaapzaal met 16 bedden, een toilettengroep en een washalletje. In de barak bevonden zich ook het schoenenhalletje en het groepsverblijf. In mijn tijd stonden in de groepsverblijven levensgrote kolenkachels. De eerste taak van een groepsleider na een verlof in de winter was de kachel aan te steken, want dan kon het venijnig koud zijn in de barakken.
In een aparte barak waren de douches en stonden de wasmachines. De ‘gewone was’ werd niet in het kamp gedaan, maar de was van de ‘straaljagers’ werd wel gedaan met de wasmachines in het kamp. ‘Straaljagers’ waren jongens die in hun bed plasten. ‘Bommenwerpers’ heb ik in mijn tijd gelukkig niet meegemaakt.
Voor de dagelijkse activiteiten buiten de groep waren de jongens ingedeeld in vier aparte groepen. De jongens met de meeste mogelijkheden, bijvoorbeeld in schoolkennis, werden ingedeeld bij groep C, iets minder ontwikkelden kwamen in groep L, daarna volgde A en tenslotte N. Samen: Clan!
Overdag, op ongeveer dezelfde tijden als ‘thuis’, namen de jongens deel aan onderwijs, sport, creativiteit en corvee.
In het dagelijks leven werd een forse discipline gehandhaafd. Als de jongens ‘s morgens van de groepsbarak naar de naar de eetzaal liepen, dan gebeurde dat netjes in een rij, die voor de barak werd gevormd. De groepsleider moest dan zeggen: ‘In de stand. Staat !’, waarop de jongens in de houding sprongen. Het volgende commando was dan ‘Kwartdraai linksom. Naar de eetzaal !’. Voor de dagactiviteiten begonnen werd het ‘vlagappèl’ gehouden, waarbij de jongens per leefgroep rond de vlaggenmast in de houding stonden en de vlag door een van hen werd gehesen.

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Kaèle wilg’n an de raand van de Deeverse bos

De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de verandering ut kopplaètie van ut Deevers Archief.
Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht een uitsnede van deze afbeelding echt wel geschikt als kopplaètie voor deze webstee, aarzel dan niet een goede scan van deze afbeelding naar de redactie te sturen.
Als jij vind dat het hier getoonde kopplaètie te lelijk is als kopplaètie van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
Als jij een reeds getoond kopplaètie graag nog een keer als kopplaètie van ut Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
Fotograaf Bas Dekker uut Stienwiek had geen enkele moeite met het gebruiken van zijn hier afgebeelde mooie kleurenfoto van wilgen in de winter aan een bosrand van de Deeverse Bos in ut Deevers Archief. De redactie is Bas Dekker bijzonder erkentelijk voor deze toestemming. Bas Dekker heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 14 december 2009. Deze kleurenfoto is toch wel een mooi fragmentje uit de geschiedenis van de natuurfotografie in de gemiente Deever.
Een uitsnede van deze hier getoonde kleurenfoto is op 25 augustus 2022 voor het eerst als kopplaètie van ut Deevers Archief getoond.

Posted in Kopplètie, Landschap | Leave a comment

Jan Booiman en Jan Booiman op un boer’nkarre

Op bijgaand afgebeelde zwart-wit foto zijn vader Jan Booiman Sr. en zijn zoon Jan Booiman Jr. te zien op een boerenkar zonder luchtbanden. Jan Booiman Sr. ment het paard. De opgeschoten jongen Jan Booiman Jr. zit links naast zijn vader Jan Booiman Sr.. De redactie van ut Deevers. Archief weet niet wie het kleine kind op de karre is. De wegen over en langs de Heezeresch waren alleen maar zandwegen, beter uitgedrukt karresporen, onbegaanbaar in de regentijd. Aan de rechterkant van de hier afgebeelde foto is nog net een ander huisje te zien.
De hier afgebeelde foto is vlak voor de Tweede Wereldoorlog gemaakt. Een afdruk van het originele negatief van de hier afgebeelde foto was aanwezig in de verzameling van de familie Hilbrink in Wilhelminaoord.
Jan Booiman Sr. is geboren op 3 maart 1895 in Havelte. Hij is overleden op 7 april 1958 in Zwolle. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Schuitenvaarder Jan Booiman Sr. trouwde op 3 december 1921 in Deever met machine-breister Gezina Jentina Mastenbroek. Zij is geboren op 21 maart 1896 in Meppel. Zij is overleden op 15 januari 1958 in een plaats in de Noordoostpolder. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Jan Booiman Jr. is geboren op 4 april 1924 in ut keutereegie an de Heezeresch bee Deever. Hij is overleden op 29 juli 1943 op 19-jarige leeftijd in Warnemünde Rostock in Duitsland tijdens een bombardement van de geallieerden op de plaatselijke oorlogsindustrie van de Duitsers. De Duitse overlijdensakte vermeldt: durch Bombenangriff getötet. Zie de aan dit bericht bijgevoegde afbeelding van zijn overlijdensacte. Jan Booiman Jr. is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Voordat de jonge Jan Booiman Jr. als dwangarbeider moest vertrekken naar de oorlogsindustrie in Warnemünde Rostock in Duitsland was hij werkzaam op de meubelfabriek De Toekomst an de Deeverbrogge. Zie het overlijdensbericht van directie en personeel van De Toekomst. Het bericht vermeldt dat Jan Booiman Jr. is overleden als gevolg van een ongeluk, want in oorlogstijd kon vanwege de Duitse censuur niet worden vermeld dat Jan Booiman Jr. tijdens een geallieerd bombardement op de Duitse oorlogsindustrie was omgekomen.
Jan Booiman Sr. en Gezina Jentina Mastenbroek hadden un keutereegie an de Heezeresch bee Deever. Jan Booiman Sr. was naast keuterboer ook landarbeider en petroleumventer. Zijn keuterijtje is te zien op de hier afgebeelde zwart-wit foto achter de drie mensen op de boerenkar. Zie voor de plaats van het keuterijtje ook de zwarte pijl in een bijgevoegd detail van een topografische kaart uit 1933/1934. Op de plaats van het keuterijtje heeft zwembad-Dieverzand-badmeester Hendrik Kamphuis later pension-restaurant De Zandkamp gebouwd. Ter plekke is nu (2022) het opgekalefaterde toeristisch-industriële complex met de naam Villa De Zevende Hemel gevestigd.
De hier opgenomen uitsnede van de hier afgebeelde foto is van 26 oktober 2014 tot en met 21 november 2014 gebruikt als kopplaètie van ut Deevers Archief.


Posted in Keutereegie, Kopplètie, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

De laèste schoemaèkers in de gemiente Deever

In 1956 is in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever voor de negende keer een toneelstuk van de oeroude William Shakespeare uit Stratford aan de rivier de Avon in Engeland opgevoerd. In 1956 koos huisdokter en regisseur Ludolf Dirk Broekema, net zoals in 1946, voor het opvoeren van het toneelstuk Een midzomernachtdroom.
Hordes journalisten uit het verre westen des lands stortten zich ook in de zomer van 1956 weer op het amateur-gebeuren om en in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever. Die journalisten vonden het eigenlijk maar wat raar dat boeren, handwerkslieden, bouwvakkers, onderwijzers, middenstanders, arbeiders, burgers en fine fleur uut de gemiente Deever in dat onderontwikkelde achtergebleven verre Drenthe samen in staat waren op hoog niveau toneelstukken van Sjakie uut Spier te spelen. Hè ? Wat ? Uh ? Dat kon toch niet waar zijn ? Elke naar Deever gesnelde en zichzelf toneeldeskundig achtende journalist wist in zijn artikeltje van die prestatie dan ook altijd wel wat af te dingen.
In juni 1956 stond bij het bericht ‘Een dorp speelt toneel’ ter illustratie en ter accentuering van het amateur-toneelspelen in Deever bijgaande afbeelding waarop zijn te zien de schoenmakers vader Jan Mulder en zoon Marinus Mulder, de laatste schoenmakers in de gemiente Deever. Vader Jan Mulder en zoon Marinus Mulder hadden hun schoenmakerij in een pand an de Heufdstroate in Deever. Dit winkelpand bestaat nog steeds.
De redactie van ut Deevers Archief herinnert zich van deze schoenmakerij met name de elektrisch aangedreven machine voor het borstelen, schuren, enzovoort van schoeisel, die boven het hoofd van Jan Mulder is te zien. Aan de muur bij de deur hangen enige hölpseel’n, blijkbaar werden die ook in deze werkplaats gemaakt of gerepareerd.
De redactie van ut Deevers Archief weet helaas nog niet in welke krant en op welke datum het hiervoor genoemde bericht heeft gestaan. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan een goede scan van dit bericht ?
De redactie toont ook bijzonder graag bijgaande goede scan van een afdruk van het originele negatief van de afgebeelde zwart-wit foto. Bij de redactie zijn maar weinig foto’s uut de gemiente Deever bekend, die binnen de muren van een gebouw zijn gemaakt. De hier afgebeelde foto is één van die foto’s. De redactie rekent deze foto echt wel tot de topstukken van de binnemuurse fotografie in de gemiente Deever.

Afbeelding 1
Vader en zoon Mulder hebben beiden een aandeel in het openluchtspel. Vader Jan Mulder vervaardigt het schoeisel van de edelen en zijn zoon Marinus speelt de rol van Lysander, een der hoofdrollen in het toneelstuk Een Midzomernachtdroom.

Posted in Eup’mlogtspel, Neringdoende, Shakespearitis, Topstuk | Leave a comment

Saand menn’n veur paviljoen Baark en Heuvel

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 69 een afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart van paviljoen Berk en Heuvel aan de Bosweg in Deever opgenomen. De foto voor deze ansichtkaart is in 1935 gemaakt. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is enige aandacht besteed aan de totstandkoming van dit paviljoen. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen

69 – Berkenheuvel – Paviljoen Berk en Heuvel – 1935
In die jaren was grond aan beide zijden van de weg van Diever naar Wateren tussen de Schaapsdrift en de Haarweg bestemd als bouwterrein. De N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het Landgoed Berkenheuvel wilde geld verdienen door de verkoop van villa-terreinen van diverse grootte.
Timmerman-architect Pieter Punter en zijn vrouw kochten in 1932 voor vijfhonderd gulden het eerste bouwterrein van 0.23.00 ha van mr. Albertus Christiaan van Daalen, bewindvoerder van N.V. Berkenheuvel.
Pieter Punter was een zoon van Jan Punter, bakker te Smilde en Maria Seinen, een dochter van koopman Pieter Seinen uit Dwingeloo en Grietje Schipper. Pieter Punter werd geboren op 8 januari 1912 te Bovensmilde.
In 1932 werd het door Pieter Punter ontworpen paviljoen of theehuis door hem gebouwd. Daartoe werd eerst het terrein opgehoogd met zand uit de Paaschberg, die aan de overkant van de Bosweg lag. Het zand werd met boerenkarren naar het bouwterrein vervoerd. Dit zo genoemde saand menn’n was aangenomen werk en werd uitgevoerd door Tieme Bakker, Hendrik Bakker, Marinus Bakker, Jan Bakker en Roelof Bennen.
Op de achterkant van de afgebeelde ansichtkaart staat het volgende: Bezoekt paviljoen Berk en Heuvel te midden van 1300 ha bosch, heide en zandverstuivingen, moderne speeltuin, te Diever.
De toegang tot de speeltuin samen met een glas ranja kostte wel tien cent. Van deze speeltuin met glijbaan en schommels is niets overgebleven. Enkelen herinneren zich nog dat het hout van de glijbaan niet al te hard was, want soms bleef een splinter in de billen achter.
Het paviljoen was voor wandelaars en fietsers een heel mooi vertrek- en aankomstpunt. Een jaarkaart voor de bossen, de heide en de zandverstuivingen van Berkenheuvel kostte tien cent. Leden van diverse verenigingen hadden echter op vertoon van hun bewijs van lidmaatschap vrij toegang, evenals kunstschilders en tekenaars.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Jan Punter is geboren op 4 maart 1884. Hij is overleden op 25 juli 1945. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Maria Punter is geboren op 24 november 1885. Zij is overleden op 21 september 1965. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Pieter Punter is geboren op 8 januari 1912 in Bovensmilde. Paviljoenhouder Pieter Punter trouwde op 14 september 1933 in Hoogkerk met Roelfina Jacobina Postema. Hij is overleden op 16 augustus 1994 in Hoogkerk. Hij is begraven op het kerkhof van Hoogkerk. De redactie is nog steeds op zoek naar aanvullende gegevens van Pieter Punter. Was Pieter Punter nu wel of niet timmerman-architect ?
Pieter Punter zou met zijn paviljoen-theehuis an de Bosweg in de Deeverse bos best wel eens de pionier-ondernemer van de Deeverse toeristenindustrie kunnen worden genoemd. Hij verkocht het paviljoen-theehuis in 1938 aan Kornelis Vierhoven.
Zie ook de bijgevoegde afbeelding van een advertentie in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 1 juni 1934, waarin melding wordt gemaakt van een prachtige speeltuin met rutschbaan.
De redactie twijfelt of de jonge toen 20-jarige Pieter Punter het eerste bouwterrein zelf heeft gekocht; wellicht was zijn vader Jan Punter de koper van het bouwterrein. De redactie moet nog enig aanvullend onderzoek doen.
Tijmen (Tieme) Bakker is geboren op 9 september 1902 in Deever. Hij is overleden op 3 april 1987 in Deever. Hij was getrouwd met Aaltje Bennen. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Marinus Bakker is geboren op 13 februari 1891 in Deever. Hij is overleden op 12 december 1981. Hij was getrouwd met Geertje Bennen. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Roelof Bennen is geboren op 13 november 1901 in Deever. Hij is overleden op 28 mei 1982 in Deever. Hij was getrouwd met Geesje Krol. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie moet nog op zoek naar gegevens van Hendrik Bakker en Jan Bakker.
De redactie zal te gelegener tijd enige zelfgemaakte kleurenfoto’s van de huidige situatie ter plekke aan dit bericht toevoegen.

Afbeelding 1
Abracadabra-299
Afbeelding 2

Afbeelding 3
Deze afbeelding is overgenomen uit google.com/maps (© maart 2022 google)
Het oorspronkelijke paviljoen met stolpdak (afbeelding 1) stond op de plek waar nu het middelste deel met stolpdak van het gebouw met adres Bosweg 17 staat.


Afbeelding 4
Advertentie in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 1 januari 1934.

Posted in Ansigtkoate, Diever, ie bint 't wel ..., Paviljoen Berkenheuvel, Toeristenindustrie, Verdwenen object | Leave a comment

Twee skiere kleur’nfoto’s van de kalkoom’s

Tussen de Deeverbrogge en de Gowe liggen an de voat de kalkovens. Vroeger werden de te branden schelpen in deze oven met het schip aangevoerd. Van de drie ovens zijn twee ovens gerestaureerd. De redactie van ut Deevers Archief  heeft in verschillende berichten in ut Deevers Archief aandacht besteed aan de kalkovens.
De redactie toont graag mooie afbeeldingen van deze twee kalkovens aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief. Fotograaf Bas Dekker is de maker van bijgaande afgebeelde kleurenfoto’s van de kalkovens. De redactie is Bas Dekker bijzonder erkentelijk voor zijn toestemming bijgaand afgebeelde kleurenfoto’s in ut Deevers Archief te mogen tonen.
Het restanten van het kalkovencomplex tussen de Deeverbrogge en de Gowe zijn gebombardeerd tot rijksmonument.

Afbeelding 1
Bas Dekker heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van de kalkovens gemaakt op 27 juli 2010 (© Bas Dekker, www.degrotedromer.nl).

Afbeelding 2
Bas Dekker heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van de kalkovens gemaakt op 1 november 2011 bij zondsondergang(© Bas Dekker, www.degrotedromer.nl).

Posted in An de Deeverbrogge, de Kalkoo’ms | Leave a comment

Un pentiekening van de Peperstroate en de kaarke

In oude kranten is veel te vinden over het openluchtspel in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever. In juni 1951 verscheen bijgaande pentekening van de tekenaar Bert Bouwman in een landelijke krant. Het is duidelijk te zien dat de pentekening een kopie is uit een krant, een beetje bruin geworden.
De redactie van ut Deevers Archief heeft zich een slag in het vierkant gezocht, teneinde te achterhalen in welke krant deze pentekening is gepubliceerd, maar dat is helaas niet gelukt. Weer zo’n gevalletje van jammer. Weer zo’n tegenvallertje. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet in welke krant deze pentekening heeft gestaan ? Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers weet waar het origineel van deze pentekening aan de muur hangt ? Maar zo’n leuke pentekening van de Peperstroate en de kaarke an de brink van Deever is toch maar mooi wel weer een mooi fragmentje uit het verleden van de kunst in Deever.

De redactie heeft het vermoeden dat de kunstenaar niet een foto als voorbeeld heeft gebruikt, maar dat hij de pentekening ter plekke heeft gemaakt, gelet op de ‘snelle lijnen’ in de tekening. Het is duidelijk te zien dat de tekenaar haast had. Maar hij heeft zelfs de schuur naast café Brinkzicht getekend ! En let op het mannetje aan de linkerkant in de tuin achter het oude boerderijtje, het lijkt alsof hij an ut eà’pl rooi’n is. En dat in juni ? Bert Bouwman was ’s avonds in het openluchttheater om voor die landelijke krant wat ‘penneschetsen’ van de spelers van Driekoningenavond te maken.
Van de grafisch ontwerper, illustrator, pentekenaar, tekenaar, typograaf, vervaardiger van houtsneden Bert Bouman zelf zijn wel gegevens te vinden.
De kunstenaar schreef bij zijn pentekening: Een paar dagen geleden raakte ik (voor ’t eerst van m’n leven) in het dorpje Diever verzeild, in de zuid-west hoek van Drente. Mijn bedoeling was hier wat te tekenen en schetsen te maken, maar van die schetsen is weinig terecht gekomen. Wel waren er de verwachte Saksische boerderijen om de brink, en de bomen en het hoge gras ruisten er inspirerende genoeg. …… 

Posted in Kuunst, Peperstroate, Tiekening | Leave a comment

De auto mit kentiek’n D-7940 van dokter Van Nooten

De redactie van ut Deevers Archief heeft van klasgenoot Lambert (Bert) Rolden, zoon van Hendrik Jan Rolden en Zijntje (Sina) Bel, toestemming oude foto’s van het bedrijf van zijn vader Hendrik Jan Rolden en zijn grootvader Lambert Rolden te tonen in ut Deevers Archief. De redactie is hem bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
Bijgaand afgebeelde foto is in 1936 gemaakt. Kort nadat Lambert Rolden zijn bedrijf voortzette in de boerderij van Teunis Wesseling aan de Hoofdstraat, die hij voor ongeveer vierduizend gulden van Teunis Wesseling had gekocht. Op deze plek staat nu de enige plaatselijke concurrentieloze zelfbedieningswinkel van Deever.
Op de hier afgebeelde foto zijn van links naar rechts te zien: monteur Piet Dekker uit Uffelte, Jo Rolden en Hendrik Jan Rolden (zijn voornaam was in de Deeverse volksmond Henneman).
Op de hier afgebeelde foto is achter de mensen de auto van dorpsdokter Sebastiaan van Nooten te zien. Kenteken D-7940 is op 21 december 1931 op naam van Sebastiaan van Nooten, adres Hoofdstraat 43 in Deever, geschreven.
Het kenteken op zijn naam is op 15 september 1944 vervallen. Het kenteken is op 15 september 1944 overgeschreven op naam van de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (N.S.D.A.P.), Kreis Groningen-Friesland-Drenthe (Zweigstelle Assen). Zoek in het Drents Archief naar kenteken D-7940.
Een citaat uit het bericht Wat op 22 november 1944 en ur noa gebeude luidt:
Diezelfde dag, 27 november 1944, vervoegde zich de Kriminalsecretär P. Nauheim, zich wederom bij de woning van de Dieverse huisarts Sebastiaan van Nooten. Hij eiste daarbij de auto op van de huisarts. Nadat een hem vergezellende monteur de auto rijklaar had gemaakt, reden de twee er mee weg.
Het is de redactie van ut Deevers Archief niet helemaal duidelijk, beter gezegd helemaal niet duidelijk, waarom de auto van dokter Sebastiaan van Nooten op 15 september 1944 is overgeschreven op naam van de N.S.D.A.P.  Is de auto toen in beslag genomen, maar mocht dokter Van Nooten zijn auto blijven gebruiken ? Want pas op 27 september 1944 kwam Kriminalsecretär P. Nauheim de auto opeisen en is de auto daadwerkelijk meegenomen ! Of heeft de Duitse bezetter bewust in de provinciale administratie van de kentekens geknoeid met datums ? Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan hier helderheid in verschaffen ?

Posted in Alle Deeversen, D-nummer, Olde auto | Leave a comment

Kiender van de legere skoele op Eelde in 1956

De redactie van ut Deevers Archief heeft in de periode 1998-2000 een aantal keren een bezoek gebracht aan de gepensioneerde juffrouw Rigtje Johanna van der Land in haar huis -het eerst gebouwde- an de Binnenesch in Deever. Wie heeft niet bij haar in de klas gezeten ? Ze had heel wat foto’s van groepen kinderen van de legere skoele an de Tusschendarp in Deever –waar ze zelf ook op staat- bewaard. Deze foto’s waren vaak gemaakt bij de legere skoele, maar ook tijdens schoolreisjes.
De redactie mocht al haar schoolfoto’s scannen. Daar had ze geen enkele moeite mee. De redactie is haar daar postuum alsnog bijzonder erkentelijk voor.
De bijgaand afgebeelde schoolfoto is gemaakt in 1956 op het platform van vliegveldje Eelde. Tijdens het schoolreisje is het vliegveldje Eelde bezocht en zal ongetwijfeld ook een boottochtje op het Paterswoldse meer zijn gemaakt. De namen van de kinderen en de onderwijzers op de afgebeelde foto zijn bekend. De chauffeur van de bus staat niet op de afgebeelde foto. De redactie zal trachten in de openbare bronnen enige gegevens van het K.L.M.-vliegtuig met de naam Willem van de Velde te vinden.


1.  Meino de Jong
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

2.  Willem Nijboer
Hij is geboren op 2 augustus 1945 in Oll’ndeever.
Hij is overleden op 18 december 1967.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

3.  Roelof (Roelie) Schieving
Hij woonde in 1956 aan de Veentjesweg in Deever.
Hij is overleden.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

4.  Jacob Koning
Hij is een zoon van Lambertus Koning en Deeltje van der Helm.
Hij woonde in 1956 aan de Veentjesweg in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

5.  Hendrik (Henk, Henkie) Tissingh
Hij woonde in 1956 aan de Westerdrift op Kalteren.
Hij is overleden.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

6.  Bront (Bronnie) Hayo Andree (André ?, Andrea ?, Andreae ?)
Hij is een zoon van hoofdmeester Albertus (Bart) Andree (André, Andrea ?,Andreae ?)
Hij is geboren in augustus 1946.
Hij woonde in 1956 aan de Tusschendarp in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

7.  Wemmigje (Wemmie) Warries
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

8.  Albertus (Bart) Andree (André ?, Andree ?, Andreae ?)
Hij is de bovenmeester.
Hij woonde in 1956 in de gemeentelijke onderwijzerswoning aan de Tusschendarp.
Hij werd in de Deeverse volksmond altijd Bart Eulie genoemd.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

9.  Willy Bodenstaff
Zij woonde in 1956 in de woning bij de manufacturenwinkel van De Vries aan de Hoofdstraat in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

10.  Harmina Kuiper
Ze woonde in 1956 aan de Binnenesch in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

11.  Margje (Marrie) Smit Wdr.
Zij is een dochter van postbode Wolter Smit.
Zij woonde in 1956 an de Deeverbogge.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

12.  Jan Oostra
Hij woonde in 1956 aan de Binnenesch in Deever.
Hij nam later de achternaam Gritter van zijn moeder aan.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

13.  Rigtje Johanna van der Land
Zij is schooljuffrouw.
Zij is geboren op 1 november 1909 in de kolonie Willemsoord.
Zij is een dochter van onderwijzer Hendrik van der Land en Geertruida Catharina Posthumus
Zij woonde in 1956 en vele jaren daarna aan de Binnenesch in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

14.  Roelofje (Roelie) Stoker
Zij woonde in 1956 in de Olde Willem.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

15.  Pieter Bolding
Hij woonde in 1956 in de oude meesterswoning tegenover de oude lagere school aan de Hoofdstraat in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

16.  Jacob (Jaap, Japie) Barels
Hij woonde in 1956 aan het begin van de Bosweg
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

17.  Wout van Voorst
Hij woonde in 1956 an de Kloosterstroate in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

18.  Roel Hendriks
Hij is schoolmeester
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

19.  Hendrik Jan Tuut
Hij woonde in 1956 in de woning bij de Coöperatie an de Heufdstroate in Deever.
Hij is getrouwd met Meintje Brugging (zij staat ook op deze foto).
Zijn laatstelijk bekende woonplaats is Varsseveld.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

20.  Jitze Betten
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

21.  Ko Meiboom
Hij is een zoon van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) en Nelly Veltman (die in de Deeverse volksmond altijd tante Nel werd genoemd)
Hij is geboren in 1946.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

22.  Margje (Marrie of Marry) Seinen
Zij woonde in 1956 in de boerderij naast het gemeentehuis aan de brink van Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

23.  Geesje (Geeske) Wanningen
Zij is een dochter van Lubbert (Lub) Wanningen en ….
Zij woonde in 1956 bij de brink van Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

24.  Jantje Klok
Zij woonde in 1956 op ’t Kastiel.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

25.  Lammigje (Lammie) Wesseling
Zij woonde in 1956 in de boerderij mit de koe boo’m de deure an de Heufdstroate in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

26.  Catrinus (Rinus) Kannegieter
Hij is een zoon van Jans Kannegieter.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

27.  Remmelt Warries
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.
Wie kan gegevens aanleveren ?

28.  Meintje Brugging
Zij is een dochter van Jan Brugging en Griet Oost.
Zij woonde in 1956 in het dorpswarenhuis an de Heufdstroate in Deever.
Zij trouwde met Hendrik Jan Tuut (staat ook op de foto).
Haar laatst bekende woonplaats is Varsseveld.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

29.  Jantje (Jannie of Janny) Mulder Hdr.
Zij is een dochter van Hendrik Mulder en Jantje Wesseling.
Zij woonde in 1956 in de boerderij van haar ouders aan de brink van Deever.
Laatst bekende woonplaats is Diever.
Zij is overleden.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

30.  Hilbert Smit
Hij is een zoon van Helprich Smit en Wietske van Leeuwen.
In Deever woonde hij op ut Kastiel.
Hij is in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw met zijn ouders verhuisd naar Capelle aan den IJssel.
Laatst bekende woonplaats is Amsterdam.
Hij is overleden.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.
Wie kan gegevens aanleveren ?

Posted in Alle Deeversen, Legere skoele in Deever | Leave a comment

Ut swömbad Deeversaand hef 10000 gull’n ekost

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 7 juli 1967 verscheen het volgende bericht over het vijfentwintig jarig bestaan van het natuurzwembad Dieverzand aan de Bosweg in Deever.

Kwart eeuw zwemmen in Diever
Zwembad Dieverzand kostte 10 mille
Diever – Dinsdag was het een kwart eeuw geleden dat burgemeester J.C. Meyboom van Diever onder zeer grote belangstelling het zwembad Dieverzand opende. De feestelijke ingebruikneming van het toentertijd riante bad geschiedde op originele wijze. Door een groot aantal verenigingen, zoals gymnastiek-, voetbal- en korfbalclubs en tal van andere, waren groepen zwemmers en zwemsters gevormd die om het bad geschaard stonden. Op een bepaald moment sprong van iedere groep een zwemmer van de plank in het bad, zwom naar zijn groep, waarna alle zwemmers tegelijkertijd te water gingen. Het slot van de vierde juli 1942 werd gevormd door demonstraties van de zwemclub ‘de Spatters’ uit Beilen (redactie: deze zwemclub bestaat nog steeds).

De Vereniging voor Vreemdelingenverkeer in Diever had reeds jarenlang geijverd voor een zwembad, maar door allerlei omstandigheden was dit steeds op niets uitgelopen. toen echter van de zijde van de overheid het zwemmen voor scholieren werd verplicht, werd een nieuwe kans geboden en die werd niet onbenut gelaten. Het bad mocht niet duurder worden dan tienduizend gulden, een bedrag waarvoor in deze tijd zelfs het pierebadje niet te verwezenlijken zou zijn. Er werd een inschrijvingslijst aangeboden bij de voornaamste ingezetenen van Diever. Het lag in de bedoeling dat de gemeente ook zou bijdragen in de kosten, maar toen men na korte tijd reeds de helft van het bedrag bij elkaar had, zei het gemeentebestuur, dat de bevolking nu ook maar voor de andere helft moest zorgen, het ging immers toch zo goed …
Het geld kwam er, maar het bad nog niet, want de winter brak aan en de bouw kon nog niet worden begonnen. In het voorjaar, toen Diever al in spanning zat te wachten wanneer het werk zou beginnen, kwam er opnieuw een teleurstelling; er werd een verbod afgekondigd om arbeidskrachten tot een bepaalde leeftijd in dienst te nemen. Men kon alleen oudere werknemers krijgen en daardoor vlotte het werk niet erg, ook niet toen enkele kleine gesteunde boeren gingen helpen. De enige mogelijkheid was om de bevolking in te schakelen. Het resultaat was geweldig. Niet alleen mannen gaven zich op, maar ook dames, die hun hulp gaarne wilden geven. Zo was er onder meer de echtgenote van dokter Van Nooten, die met een spade heeft gewerkt op een wijze, die menigeen haar niet kon verbeteren. Het graven van het bassin was geen pretje, want honderden kubieke meters zand moesten worden verplaatst. Bomen moesten worden verplaatst, maar uiteindelijk kreeg Diever in de bange oorlogsjaren toch zijn zwembad.
Veranderingen
Er is in Diever heel wat veranderd in die vijfentwintig jaar. ook het zwembad is lang hetzelfde niet meer. Het bad is oud en een nieuw natuurbad zou voor toeristisch Diever lang geen overbodige luxe zijn. Er wordt wel aan gewerkt, maar er zullen nog heel wat moeilijkheden moeten worden overwonnen, voordat burgemeester Meyboom een nieuw zwembad in zijn gemeente zal kunnen openen. Over de plaats waar het bad zal komen te liggen is nog geen zekerheid. Voordat het oude natuurbad Dieverzand kon worden geopend, zijn er echter ook heel wat besprekingen gevoerd en plannen gemaakt en ging het ook niet van een leien dakje.
Misschien is deze korte opsomming van de moeilijkheden waarmee de Dieversen van vijfentwintig jaar geleden te maken hadden, een stimulans voor hen die nu aan de plannen voor een nieuw bad werken, want dat het bad er zal komen, dat staat vast.

Afbeelding 1
Bij deze foto in het bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van vrijdag 7 juli 1967 stond als onderschrift: ‘Het graven van het bassin was lang geen gemakkelijk karwei.’ De foto laat ook ‘het houten bruggetje’ in aanbouw zien. De redactie van ut Deevers Archief wil bijzonder graag de naam van de maker van deze foto vermelden.

Afbeelding 2
In het artikel in de  Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van vrijdag 7 juli 1967 was bijgaande foto opgenomen. De foto laat de kleedgebouwen van zwembad Dieverzand in aanbouw zien. Deze zijn gebouwd door lokale aannemers. Het benodigde hout was afkomstig uit de bossen van de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Berkenheuvel. De redactie van ut Deevers Archief wil bijzonder graag de naam van de maker van deze foto vermelden.

Afbeelding 3

 

Posted in Swömbad Deeverse Saand, Toeristenindustrie, Verdwenen object | Leave a comment

De offeskeid’n meugt neet Shakespeare speul’n

In de naoorlogse conservatieve anti-revolutionaire krant Trouw verscheen op 25 juni 1951 het volgende anti-shakespeariaanse bericht ‘Drents dorp speelt Shakespeare’s Driekoningenavond’.

Drents dorp speelt Shakespeare’s Driekoningenavond
(Van een onzer redacteuren)
Het aloude Devere, thans Diever geheten, is een bekoorlijk ongerept dorp, gelegen in de prachtige zuid-westhoek van Drente. Het landschap is er ongemeen boeiend; je kunt er heerlijke wandelingen maken; er zijn bossen en weiden, roggevelden en statige bomenlanen; langs de zandwegen zie ik het tedere paars van de wilde orchidee, en rijk bloeit er de kamperfoelie. Het dorp en de hoeven zien er verzorgd uit. Er is een uitstekend gerestaureerd schoutenhuis, het schultehuis geheten, er is een moderne coöperatieve zuivelfabriek, een hunnebed en een natuurbad, en ten slotte: er is een heel eenvoudig openluchttheater.
In dat theater is sinds de bevrijding elk jaar een uitstekend voorbereide, verzorgde opvoering gegeven van een niet-modern stuk: vijf maal Shakespeare en één maal Ibsen. Wie in de grote stad woont en in de omstandigheid verkeert, elke dag een bepaalde kunstmanifestatie te kunnen meemaken, kan moeilijk begrijpen, wat zulk een uitvoering voor een dorp als Diever betekent. Het is cultureel team-work, dat, naast Tegelen, enig is in Nederland.
Dit jaar is Shakespeare’s Driekoningenavond, voor het eerst op 22 juni, door de dorpelingen opgevoerd. Tal van autoriteiten waren aanwezig, o.a. de commissarissen van Drente, Friesland en Overijssel. De plaatselijke arts, L.D. Broekema had de regie. De spelers worden uit alle ‘rangen en standen’ gerecruteerd. De veearts en de kapper, de smid en het schoolhoofd, de landarbeider en de ambtenaar ter secretarie doen mee. Tekenend in dit verband is, dat van de twee uitvoerenden, die naar algemene opinie wel het best waren, de een de dochter van de café-houder en de andere de echtgenote van de veearts. Ook hier viel op, zoals dat bij de meeste amateur-toneelopvoeringen het geval is, dat de vrouwen over het grootste talent beschikken.
Het spel van deze groep mensen kan zeker een behoorlijke kritiek doorstaan; houding, beweging en gebaar zijn echter beter dan de stemtechniek. Waarom Driekoningenavond is gekozen, is niet geheel duidelijk. Het is te begrijpen, dat ditmaal eens aan een blijspel de voorkeur werd gegeven, maar voor een openluchtspel is dit Driekoningenavond toch niet allermeest geschikt. De waarde van dit hoofse spel is te vinden in de milde, kostelijke spot op de mens, dit ongedurig en ijdel wezen. Wat de nar zegt, het is vaak kostelijk om aan te horen en om te overdenken.
Toch, hoeveel verder staat het stuk van onze tijd af dan Shakespeare’s ernstig oeuvre, dat immers nog altijd actueel is, al noemen wij het niet meer modern. Het is helaas zo, dat ons leven misschien in nog beklemmender mate dan vroeger, de tragedie van de menselijke ondergang kent, maar de hoofse zwier en het romantische spel als onwezenlijk ervaart. Het zal wel daarom zijn, dat de mens van nu zo genieten kan van een spel als Driekoningenavond is. Dat zulk een uitvoering voor de spelers van niet geringe betekenis is, spreekt wel vanzelf. Het veredelt de smaak en verdiept het stijlbegrip. Juist hierom is het amateurtoneel (wat iets heel anders is dan dilettantisme) van minstens even grote betekenis is als het professioneel beoefenen van kunst.
Na de eerste opvoering zullen er nog vijf volgen, en wel op 26 en 30 juni en 7, 11 en 14 juli.
Aan de Dieverse opvoeringen zit echter helaas een onbevredigende kant. Bijna een kwart van de gemeente is gereformeerd en dit gedeelte van de dorpsgemeenschap doet aan het spel niet mee. Wij hadden een onderhoud met de plaatselijke predikant, die ons verzekerde, dat de gemeente niet principieel afwijzend stond tegenover openluchtspel van amateurs, maar dat zij als een volwaardig deel van de dorpsgemeenschap wenste gekend te worden in alles wat het openluchtspel betrof, wilde men een samenwerking overwegen. Ook spreekt de levenspractijk uiteraard een belangrijk woord mee. Wat allereerst nodig is, is eerbied en begrip voor elkaars standpunt.
Wij tekenen hierbij aan, dat de kwestie inderdaad moeilijk is. De samenspraak is altijd in orthodox-kerkelijke kringen in ere geweest. In de practijk werd het gezamenlijk voorstellen van bepaalde situaties niet verworpen. Iets anders is, of dit impliceert, dat nu alle toneelmanifestatie maar moet worden ingehaald. Wij geloven, dat dit niet het geval is, en dat het niet meedoen van een gedeelte der Dievenaren op grond van hun bezwaren tegen bepaalde stukken, allerminst mag worden gezien als een nukkig of benepen spel breken. Pas wanneer het alle partijen duidelijk is, dat aan de afwijzende houding zeer reële overwegingen ten grondslag liggen, overwegingen gegrond op historische ontwikkeling van levensstijl en overtuiging, zal een gesprek zonder rancuneuze ondertoon mogelijk zijn. Het resultaat er van laat zich echter nog allerminst bevroeden. Tot zolang speelt niet heel Diever, maar een gedeelte ervan de zomerspelen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het culturele, religieuze en maatschappelijke leven in de gemiente Deever scheurde volledig bij het ontstaan van de offeskeid’n kaarke in de negentiende eeuw. Een offeskeid’n jongen trouwde uitsluitend en alleen met een offeskeid’ n meisje. De offeskeid’
n gingen lekker samen volstrekt apart van de hervormden en de katholieken en de ongelovigen hun eigen offeskeid’n weg in de gemiente Deever. Dus niet meer naar de hervormde kaarke an de brink, maar lekker naar de eigen offeskeid’n kaarke an de Kruusstroate. Dus lekker een eigen offeskeid’n muziekcorps. Dus lekker een eigen offeskeid’n reciteervereniging. Dus lekker een eigen offeskeid’n gymnastiekvereniging. Dus niet meer naar de openbare lagere school voor alle gezindten, maar lekker naar een eigen offeskeid’n school. Dus ook lekker een eigen offeskeid’n toneelvereniging.
In de statuten van de toneelvereniging Diever staat uiteraard niet dat offeskeid’n Deeversen geen lid mogen worden van deze vereniging. Iedere offeskeid’n Deeverse kon zonder problemen een rol -ook de hoofdrol- in een toneelstuk van Shakespeare in het openluchttheater an de Heezeresch gaan spelen.
Het probleem in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw waren de onuitgesproken bezwaren tegen die goddeloos gevonden Shakespeare van die nukkige en benepen, zeg maar orthodox-fundamentalistische onbeweegbare dominee en het benauwend-conservatieve anti-revolutionaire onbeweegbare offeskeid’n Deeverse kerkbestuur. De shakespeare-toneel-speel-kat werd in het donkere onbeweegbare offeskeid’n Deever aan alle kanten doodgeknepen.
De grote vraag is natuurlijk of de situatie nu na zeventig jaar in enige mate is veranderd. Mogen offeskeid’n Deeversen van mijnheer de dominee en het kerkbestuur nu wel meespelen in een toneelstuk van Shakespeare ?

Posted in Shakespearitis | Leave a comment

De naèm’m op un wandelkoate van Baark’nheuvel

In het papieren blad Opraekelen 09/4 (december 1999) van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundugge vurening uut Deever, verscheen als gemakkelijke bladvulling (16 van de 32 bladzijden) het artikel ‘Een wandeling op het landgoed Berkenheuvel’.
De samensteller van het artikel maakt terecht trots melding van het feit dat de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundugge vurening uut Deever, in het bezit is van een wandelkaart uit 1936, die is uitgegeven door de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het Landgoed Berkenheuvel. De naamloze vennnootschap was het geldverdienvehikel van eigenaar mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom.
Zie ook het bericht Un wandelkoate veur Baark;nheuvel uut 1936.
De wandelkaart is gemaakt met behulp van de dunne metalen drukplaat, zoals op de bijgaande afbeelding 1 is te zien.
Dus houd een spiegel voor het scherm en de wandelkaart zal zichtbaar en wellicht leesbaar worden, maar tegenwoordig kunnen computerprogrammaatjes voor het bewerken van foto’s dit ook, zie afbeelding 2. En zie ook een afbeelding van een gedrukt exemplaar van deze wandelkaart.
De schrijver van het artikel in het papieren blad Opraekelen 09/4 (december 1999) vraagt zich ook terecht af wie alle namen van de zandwegen, de plassen, de veentjes, de stukken bos en diverse objecten nog kent.
De redactie van ut Deevers Archief doet daarom een poging niet alleen alle namen vast te leggen, maar daarbij ook een verklaring van het waarom van deze namen te geven.
Deze zullen in nieuwere versies worden herzien, waarbij ook afbeeldingen zullen worden geplaatst. De redactie verzoekt de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief gescande foto’s in te sturen.
De redactie van ut Deevers Archief baseert zich daarbij voor een deel op een serie interviews uit de periode 1999-2002 met Albert (Bert) Christiaan Doorman, kleinzoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen, die toen met zijn gezin in de door hem in de zestiger jaren van de vorige eeuw gebouwde bungalow Kon Tiki tegenover de weg naar het Openluchtspel woonde, zeg maar in de tippe grond bij de Bosweg en het begin van de zandweg langs de Noorderesch.
Het lijkt de redactie van ut Deevers Archief een uitdagende taak voor de dorpskrachten uut Deever (vrijwilligers van de heemkundugge vurening uut Deever) en de dorpskrachten uit Zorgvlied, Wateren en Oude Willem (in plaats van naar niet bestaande Friesche en Germaansche karresporen te zoeken) om bij elk van de hierna genoemde wegen, enzovoort, in samenwerking met Nederlandsche Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten uit het verre ‘s Graveland weer van die mooie witte kleine naambordjes aan bomen vast te spijkeren. Je mag van de Nederlandsche Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten uit het verre ‘s Graveland toch wel bordjes aan bomen vast spijkeren ? Nestkastjes worden in de Deeverse bos toch ook aan bomen vast gespijkerd ?). Ook in die gevallen dat de Nederlandsche Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten uit het verre ’s Graveland de weg al heeft laten overwoekeren door kunstmatige tekentafelcultuurnatuur ! Laten we ons eigen Deeverse culturele erfgoed behouden en de steeds meer verloren gegane en verloren gaande namen aan de vergetelheid ontrukken. Zie het voorbeeld voor zo’n naambordje in bericht Ut naèmbröttie van de Greinsweg op Baark’nheuvel.

Afbeelding 1
Dunne metalen drukplaat van de wandelkaart van Berkenheuvel uit 1936. Deze zwart-wit foto is gemaakt op 26 april 2000 door Coen Broekema.

Afbeelding 2

Adderveenweg
Weg die langs het Adderveen loopt.
Albertweg
Albert Christaan van Daalen is geboren op 21 mei 1927. Hij was de oudste zoon van civiel-ingenieur Mello van Daalen, geboren op 14 september 1897 te Bennekom, en Johanna Maria Klik, geboren op 3 juli 1889 te Den Helder.
Mello van Daalen en Johanna Maria Klik trouwden op 12 mei 1925 in Heemstede.
Albert Christiaan van Daalen trouwde op 6 september 1952 met jonkvrouw Anny Leonore Elizabeth Röell, geboren op 7 november 1930 in Soerabaja.
Albertinaweg
Albertina Johanna Sichterman is geboren op 23 juni 1861 te Groningen. Zij is overleden op 30 maart 1935 in Huize Dorpszicht, Dorpsstraat 54 in Bennekom. Zij was de echtgenote van mr. Albertus Christiaan van Daalen. Hij is geboren op 1 juni 1853 in Bennekom. Hij is overleden op 16 januari 1939 in Huize Dorpszicht, Dorpsstraat 54 in Bennekom.
Albertina was ook de tweede voornaam van de derde dochter Christina Albertina van het echtpaar Albertus Christiaan van Daalen en Albertina Johanna Sichterman. Christina Albertina van Daalen is geboren op 21 april 1896 in Arnhem. Zij is overleden op 30 september 1989 in Wassenaar. Bert Doorman noemde haar tante Zus. Zij trouwde op 29 maart 1920 in Bandoeng met Karel Meerkamp van Embden. Hij is geboren op 8 juli 1892 in Manilla. Hij was administrateur van de suikerfabriek Soerawinangoen van de Nederlandsche Handelsmaatschappij in Nederlands Indië.
Almaweg
Alma was een dochter van Christina Albertina van Daalen en Karel Meerkamp van Embden. Alma Meerkamp van Embden overleed op 28 december 1972 op 51-jarige leeftijd in Hoogeveen.
Annieweg
Antoinetta (Annie) was de jongste dochter van mr. Albertus Christiaan van Daalen en Albertina Johanna Sichterman. Zij is op 3 juni 1934 op 41-jarige leeftijd in Ede gestorven na een val van het paard. Zij kon goed piano spelen. Zij speelde op feestjes voor de kinderen van Bennekom. Bert Doorman heeft van haar pitriet leren vlechten.
Berkenheuvel
De naam van het landhuis van de beheerder en de vakantiewoning van de aandeelhouders van Berkenheuvel b.v.
Dit landhuis staat afgebeeld op veel ansichtkaarten.
Het landhuis is ontworpen door civiel-ingenieur Mello van Daalen, een zoon van mr. Albertus Christiaan van Daalen.
De afgebeelde ansichtkaart (afbeelding 3) is in juli 1963 uitgegeven door JosPé in Arnhem en was te koop in het dorpswarenhuis van Jan Brugging en Griet Oost an de Heufdstroate in Deever.

Afbeelding 3

Afbeelding 2
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto gemaakt op donderdag 4 november 2017.


Berkenheuvel

De naam van het gehele landgoed (bosgoed).
De Berkenwal
De naam van een gedeelte van de bos.
Berkenwalweg
Weg door de Berkenwal.
Bertlaan
Bert is de roepnaam van Albert (Bert) Christiaan Doorman.
Hij is de eerste kleinzoon die naar mr. Albertus Christiaan van Daalen is vernoemd.
Albert Christiaan Doorman werd geboren op 3 maart 1918 en is op 12 oktober 2004 in Deever overleden.
Hij was een zoon van Paul Carel Louis Doorman en Josephine Harmanna Johanna van Daalen.

Blauwwater
Naam van een plas. Maar waarom had deze plas de naam Blauwwater ?
Boltsweg
Wie van de bezoekers van het Dievers Archief weet wie Bolts was.
Het zal wel een vrindje van mr. Albertus Christiaan van Daalen zijn geweest.
Wie van de aandeelhouders van de Berkenheuvel b.v. kan de redactie van ut Deevers Archief hierover inlichten ?
Brandpaal
Verticaal in een betonnen sokkel geplaatse houten paal met klimijzers, die in de zomer gebruikt werd als post voor het waarnemen van bosbrand. De dienstdoende waarnemer moest  daarvoor zo nu dan naar boven klimmen.
De Brandpaal heeft gestaan aan de Middenlaan, bij het begin van de Kelderweg en de Juniperusweg in het Laatste Zand.
Christinaweg
Christina (1896) was de eerste voornaam van de vierde dochter van mr. Albertus Christiaan van Daalen en Albertina Johanna Sichterman. C.A. van Daalen en Karel Meerkamp van Embden, gescheiden in 1953.
C.J.O.-kamp
Het C.J.O.-kamp was een kamp van de Christelijke Jongeren Organisatie.
In 1951 is grond verkocht voor de ‘De Eikenhorst’, het kamp voor verwaaarloosde jeugd an de Gowe.
Het C.J.O.-kamp staat op verschillende ansichtkaarten afgebeeld.
De Haar
De naam van een gedeelte van de bos. De Haar is de oude naam van het gebied bij de Haarsluis.

De Dennekamp
De naam van een gedeelte van de bos. Mr. Albertus Christiaan van Daalen bedacht deze naam.
De Kelder
De naam van een gedeelte van de bos.
De Nul
De naam van een gedeelte van de bos in de buurt van de Wapser es met de oude naam De Nul.
De Veentjes
De naam van een veentje.
Dit veentje staat afgebeeld op ansichtkaarten.
Dieverveld
De naam van een gedeelte van de bos.
Dieverzand
De naam van een gedeelte van de bos.
Het zwembad Dieverzand aan de Bosweg is genoemd naar dit gedeelte van de bos.
Het zwembad Dieverzand staat op veel ansichtkaarten afgebeeld.
Eerste Dwarsweg
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Eerste Veentjesweg
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Evapad
Eva was de jongste zuster van Albertus (Bert) Christiaan Doorman
Ewoudweg
Ewoud was de zoon van Mello van Daalen en Johanna Maria Klik.
Gerardinaweg
Gerardina Barelds is geboren op 14 december 1889 in Rogat (de Wijk) als dochter van machinist Jan Barelds en Aaltje Middelbrink. Na hun verhuizing naar Deever was Jan Barelds de koffiehuishouder van café Brinkzicht an de brink van Deever..
Wolter Smit is geboren op 5 mei 1893, hij was een zoon van de Harm Smit, de tweede boschbaas op Berkenheuvel, en Jacoba Monis. Wolter Smit was de derde boschbaas op Berkenheuvel.
Wolter Smit en Gerardina Barelds trouwden op 30 oktober 1914 in Deever. Wolter Smit overleed op vrijdag 19 december 1947 in Rheden. Is hij vlak na de oorlog verhuisd naar Rheden ?
Gezina Catharina Smit was een dochter van Harm Smit en Jacoba Monis. Zij was een zuster van Wolter Smit. Zij was getrouwd met de in de Tweede Wereldoorlog in Deever beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma. Harm Smit kocht café Brinkzicht van zijn zwager Jan Barelds.
Grensweg Greinsweg)
Weg langs de grens van het landgoed Berkenheuvel.
Zie ook de afbeelding van de Grensweg op een zwart-wit ansichtkaart uit 1951.
Groningerweg (Grönnegerweg)
Deze bekende al heel oude zandweg (vooral zo houden), die loopt van het Kasteel naar de Gowe, was een weg langs de grens van Berkenheuvel.
 De Grönnegerweg is ook te zien op een aantal mooie ansichtkaarten.
Haarbos
Perceel bos in de Haar.
Haarweg (Hoarweg)
De weg die van de Bosweg naar de Haar loopt. De Haar is de oude naam van het gebied bij de Haarsluis.
De Hoarweg is ook op enige ansichtkaarten te zien.

Harm Smitweg
Harm Smit was de tweede boschbaas op Berkenheuvel, de opvolger van de eerste boschbaas Marten Wouwenaar.
Hertekamp
De naam van een gedeelte van de bos.
Zag mr. Albertus Christiaan van Daalen hier voor het eerst een hert ?
Het Laatste Zand (Ut Laèste Saand)
De naam van een gedeelte van de bos.
Voor de bebossing was dit een gebied van woeste zandduinen.
Deze al zeer oude naam is niet bedacht door mr. Albertus Christiaan van Daalen.
Hezeneschweg
Weg langs de Heezeresch.
Hoekeveenscheweg
Weg langs het Hoekveen.
Hoekveen
De naam van een gedeelte van de bos.
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt nog.
Hunnebedweg
De Hunnebedweg loopt langs de plaats van het verdwenen hunnebed met de naam Potties Baargie.
De Hunnebedweg is ook op enige ansichtkaarten te zien.
Janweg
Jan was de broer van Albertus (Bert) Christiaan Doorman.
Jodenzand
De naam van een gedeelte van de bos.
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Johannaweg
Johanna was de tweede voornaam van de echtgenote van mr. Albertus Christiaan van Daalen.
Johanna (1894) was ook de voornaam van de derde dochter van mr. Albertus Christiaan van Daalen en Albertina Johanna Sichterman.
Juniperusweg
Juniperus is de Latijnse naam voor de jeneverbes.
Deze struik komt niet veel voor op Berkenheuvel.
Kalterschegat
De oude naam van een gedeelte van Berkenheuvel
Drassige weilanden waar Albertus (Bert) Christiaan Doorman wel naar kievitseieren zocht.
Kampweg
Weg in het Deeverse Zaand.
De weg loopt langs het terrein van het V.C.J.C.-kamp.
Kanaalweg
Deze weg loopt van de Tolweg naar het Kanaal (Drentsche Hoofdvaart), vandaar de naam Kanaalweg.
Karelweg
Karel Meerkamp van Embden was een zoon van Christina Albertina van Daalentante en Karel Meerkamp van Emden
Karel is geboren op zaterdag 26 mei 1923 in Tjikini in Nederlands Indië.
Kelderweg
Weg in het bosgedeelte met de naam De Kelder.
Kijkduin
Toepasselijke naam van de heuvel waarop een houten brandtoren (de opvolger van de brandpaal) stond. De resten van de vier palen zijn nog steeds aanwezig. Het is een mooie heuvel met een lange helling om in de winter bij sneeuw van af te sleeën.  
Koekoeksvijver
Plas in de buurt van de Torenlaan, niet zo diep in de bos, is makkelijk vindbaar.
Het was in de zestiger jaren van de vorige eeuw een mooie grote plas om ’s winters bij ijs op te spelen, bijvoorbeeld ijshockey met een zelfgemaakte stick van een tak van een eik.

Kogelvangers
Resten van de plaats waar in het begin van de twintigste eeuw (1906-1908) schietoefeningen werden gehouden door het leger.
Kogelvangerweg
Langs deze weg liggen vier kogelvangers.
Krater
De naam van een heuvel in de buurt van de Tolweg.
Kraterweg
Weg naar de heuvel met de naam Krater.
Op de Krater heeft ook een uitkijktoren gestaan. Van deze uitkijktoren is geen foto bekend.
Kronkelweg
De naam van deze weg spreekt voor zich.
Martenshoek
De naam van een gedeelte van het bos dat is vernoemd naar Marten Wouwenaar, de eerste boschbaas van Berkenheuvel.
De naam van Marten Wouwenaar staat ook op het Monument.
Marten Wouwenaarweg
Marten Wouwenaar was de eerste boschbaas van Berkenheuvel.
De naam van Marten Wouwenaar staat ook op het Monument.
Mastenveldje
De naam van een veentje aan de Bosweg bij de Studentenkamp.
Dit veentje staat vaak afgebeeld op ansichtkaarten van voor de Tweede Wereldoorlog.
Meeuwenplas
Grote ondiepe plas achter in de bos.
Het is een mooie plas om in het voorjaar doorheen te banjeren en eieren te zoeken.
Deze plas staat afgebeeld op enige ansichtkaarten.
Melloweg
De Melloweg loopt vlak langs de Koekoeksvijver.
Mello van Daalen was de tweede en jongste zoon van mr Albertus Christiaan van Daalen en Albertina Johanna Sichterman. Hij is geboren op 14 september 1897 in Bennekom. Civiel-ingenieur Mello van Daalen heeft in Indië gewerkt. Hij bouwde daar spoorbruggen.
Midden Dwarsweg
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Middenlaan
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Monument
Herdenkingsteken, geplaatst ter gelegenheid van de voltooiing van de bebossing van Berkenheuvel.
Het monument staat vaak afgebeeld op ansichtkaarten.
Nulweg
Weg in het gedeelte van de bos bij Wapse met de naam de Nul.
Ooster Schaapsdrift
Naam moet te maken hebben met de tijd dat Deever nog een kudde schapen had.
Oude Willemspark
De naam van een gedeelte van de bos in de Oude Willem.
Oude Willemsweg
Weg in het Willemspark.
Pastorieweg
Verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt.
Paulweg
P
aul is de vader van Albertus (Bert) Christiaan Doorman. Paul Christiaan Louis Doorman is geboren op 6 april 1891 in Limbangan in Midden-Java. Hij is in 1943 overleden in Soekamiskien op Bandoeng. Hij trouwde op 23 oktober 1913 in Bennekom met Josephine Harmanna Johanna van Daalen.
De Paulweg loopt van de Ringweg naar de Adderveenweg.
Peterweg
Peter was ….., moet nog worden uitgezocht.
Reeënheuvel
Heuvel in de buurt van de Grensweg.
Ringweg
De langste zandweg van het landgoed Berkenheuvel.
Schaapsdrift
Looproute van de kudde schapen van Groot- en Klein Wateren.
Simonslaan
Simon was ….., moet nog worden uitgezocht.
Slangenbad
Plas in het Wapser Zand.
Een verklaring voor het ontstaan van het Slangenbad is dat ter plekke leem is afgegraven. Mr. Albertus Christiaan van Daalen gaf als verklaring dat het Slangenbad is gegraven voor de afwatering van het Adderveen. Klinkt logisch.
Sluisbos
Perceel bos in de buurt van de Haarsluis.
Snoekveen
Aaltje Smit, de dochter van Wolter Smit, wist te vertellen dat bij het Snoekveen turf is gegraven.
Studentenpad
Studenten die vóór de Tweede Wereldoorlog in de zomer hun kamp hadden in de boerderij De Uilenhorst in de Olde Willem hebben mede gewerkt aan de aanleg van deze weg.
Stroetlaan
De Stroeten zijn nog in het bezit van Berkenheuvel b.v. Deze zijn gedeeltelijk verpacht.
Tilgrup (Tillegröppe)
Een verklaring voor de naam van deze stroom ontbreekt nog.
Tolweg
Een verklaring voor de naam van deze weg ontbreekt nog.
Toren
Uitkijktoren op de heuvel met de naam Kijkduin.
Deze uitkijktoren staat afgebeeld op een paar ansichtkaarten.
Torenlaan
Komende vanuit Wateren was vroeger in het verlengde van deze weg de toren van de gemiente Deever te zien.
Torenweg
Aan de Torenweg ligt een heuvel met de naam Kijkduin. Op deze heuvel heeft een houten uitkijktoren gestaan. De fundamenten van deze toren bevinden zich nog op de heuvel.  Het ontwerp van deze toren is gemaakt door civiel-ingenieur Mello van Daalen.
Tweede Veentjesweg
Deze plas staat afgebeeld op ansichtkaarten.
Van Daalenweg
Dit is de weg die mr. Albertus Christiaan van Daalen naar zichzelf vernoemde.
Van Tienhovenpark
De naam van een gedeelte van de bos.

Mr. Pieter Gerbrand van Tienhoven, was voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Hij was ongetwijfeld een vrindje van de familie Van Daalen, wellicht een studievrindje van mr. Albertus Christiaan van Daalen.
Het Van Tienhovenpark staat afgebeeld op ansichtkaarten.
Van Tienhovenweg
Weg in het van Tienhovenpark.
Veldweg
Deze weg staat afgebeeld op ansichtkaarten.
V.C.J.C.-kamp
Zomerkamp van de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale bij het Mastenveldje aan de Bosweg.
Wapser Schaapsdrift
Oude naam van de looproute van de Wapserse kudde schapen naar de heide.
Wapserweg
Naam behoeft geen uitleg.
Wapser Veld
Vóór de bebossing was dit een gebied van woeste zandduinen van de marke van Wapse.
Wapser Zand
Wapser Zand is een andere naam voor Wapser Veld.
Vóór de bebossing was dit een gebied van woeste zandduinen van de marke van Wapse.
Wester Schaapsdrift
Oude naam van de looproute van de Dieverse kudde schapen naar de heide.
Wolter Smitweg
Wolter Smit was de zoon van Harm Smit en Gerdardina Barelds, zie hiervoor voor gegevens.
Hij was de tweede boschbaas op Berkenheuvel. Zie ook de inscriptie op het Monument.
Zandblokken
Naam van een stuk woeste grond.
Zandlotten
Zandlotten = Zandvlokken ?
Naam van een stuk woeste grond.
Zuurlandweg
Vrouw Kappe wist te vertellen dat ten westen van de Zuurlandweg in de buurt van de Vledder A ook turf is gegraven.

Posted in Aarfgood, Albertus Christiaan van Daalen, Ansigtkoate, Bosgesigte, Landgoed Berkenheuvel, Opraekelen | Leave a comment

Grös meej’n mit de sende in de Olde Willem

De redactie van ut Deevers Archief heeft in de periode 1999-2007 meegewerkt aan de totstandkoming van 40 nummers van het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. In het najaar van 1999 interviewde hij de bejaarde Gerard Goettsch weer in zijn Amsterdamse huis an de Dörpstroate op Zorgvliet. De redactie publiceerde het volgende bericht in Opaekelen 99/4 (december 1999).

Gerard Goettsch vertelt verder

De nu 96-jarige Gerard Goettsch sukkelt met een zwakke rug, maar is gelukkig geestelijk nog altijd heel scherp. Gerard had het bij mijn binnenkomst een beetje koud en draaide het gaskacheltje hoger. Al suizend bracht deze het woonkamertje in zijn Amsterdamse huis op Zorgvlied snel op een tropische temperatuur. Hij stopte een verse pruim tabak achter z’n kiezen, leunde achterover in zijn speciale stoel bij het raam en begon te vertellen onder meer over boerenwerk, zoals het gras maaien mit de sende.

Het werken op de boerderij was zwaar. Alles werd met de hand gedaan. Als jongen van zestien liep ik al aachter de sende. In de zomer als het warm was, dan gingen we ’s nachts al om twee uur naar het land in de Oude Willem om te maaien. Langs het land stonden geen bomen. Daarom gooiden we om twaalf uur een hoop gras over het hek om bij de schoft te schuilen voor de zon. Als we gegeten hadden, dan gingen we eerst anderhalf uur slapen. Na de schoft moesten we eerst de sende haèr’n (de zeis scherpen). Ik maaide in mijn beste jaren wel een halve bunder per dag.

In mijn jonge jaren heb ik anderhalf jaar verkering gehad met de knappe Trijntje Wolters. Zij was huishoudster bij Albert Benthem. Ze was de dochter van Egbert Wolters, die boer was op de Uilenhorst en ook in schapen handelde. De Uilenhorst was een apart oud huis. Dwars achter het huis stond een grote stal. Egbert Wolters had een heleboel schapen op half gewin. De helft van de opbrengst was voor de eigenaar van de schapen, de andere helft was voor hem. Het is toen niet wat tussen Trijntje en mij geworden.

Na wat andere verhalen vond Gerard het toch wat te warm geworden. Hij gaf de brander wat minder gas en stuurde voor hij verder vertelde eerst deskundig een straal sap van zijn pruim tabak naar de emmer naast zijn stoel.

Na de overdracht van de boerderij aan mijn zoon heb ik nog een paar jaar gewerkt op de zuivelfabriek in Wapse. Op mijn vijfenzestigste ben ik daar gestopt. Daarna heb ik nog allerlei lös waark gedaan. Bij Levert Haveman heb ik nog samen met jonge jongens vrachtwagens met aardappelen geladen. De oude pastoor kwam daar voorbij en vond het toch nodig om te zeggen dat de jongens wel net zo hard moesten werken als ik. Bij meneer de Jong van de Gavere heb ik nog geholpen met het bouwen van bungalows. Toen ik 78 jaar was heb ik daar nog een welput gegraven. En nu gaan ze al met 54 jaar met de V.U.T.

Ik kwam weer met Trijntje in contact toen ik 83 jaar was. Zij was het die mij opbelde. Mijn vrouw was toen al een tijdje overleden. Ik ben op de fiets naar haar toe gegaan. Mijn kinderen vonden het denk ik wel goed. Ik zeg maar zo: je moet toch leven met de levenden. Trijntje woonde in Westerbork. Ik wist eerst niet eens goed waar dat lag. Ik ben toen eerst door de ruilverkaveling van Lheebroek naar Beilen gefietst.

Onderweg moest ik een keer van de fiets af. In een groot stuk grasland zag ik mannen bezig met zo’n grote snelle cycloonmaaier. Toen ik klaar was met plassen dacht ik: Here mien tied, die machine heeft in dat ogenblikje dat ik hier sta al meer gemaaid dan ik in mijn beste tijd in een halve dag maaide.|

Ik ben op twaalfjarige leeftijd op Zorgvliet komen wonen en ik heb daar de twee wereldoorlogen meegemaakt. Ik heb daar altijd gewoond en dat kan je als je 83 jaar bent niet meer achter je laten. Ik wilde niet verhuizen naar Westerbork en zij wilde niet naar Zorgvlied komen. Zo is het gegaan. Trijntje en ik hebben toch nog drieëneenhalf jaar kennis aan elkaar gehad. Toen overleed ze. Ze was een door en door goed mens.

Na nog wat andere verhalen vond Gerard het tijd voor een verse pruim half zware midden snede tabak. Zijn merk is ‘Het wapen van Drente’ van de tabaksfabriek Fransiscus Lieftinck uit Groningen.

Ons land in de Olde Willem lag langs de Tillegröppe. Samen met andere boeren moesten we de Tillegröppe voor een goede afwatering open houden. Dat deden we gewoon als boeren onderling, maar we waren geen waterschap. Mijn vader Johan Goettsch en Jan Thijs Seinen uut Deever hadden daar het toezicht op.

Mijn kleinzoon liet daar nog niet zo lang geleden tien bunder gras maaien door een loonwerker en die deed het met zijn grote machines zelfs in één uur. Mijn lieve God in wat voor tijd leven we nu toch.

Nu heeft Staatsbosbeheer veertig bunder land bij het Friese broek onder water gezet en tweehonderd bunder bos gekapt. Staatsbosbeheer doet maar waar het zin in heeft en als wij een boom willen kappen, dan mag dat niet…..

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Gerard Goettsch is geboren op 18 september 1903 in Putten in Gelderland en is overleden op 13 juni 2000 in het Amsterdamse huis. Hij is begraven op het nieuwe kerkhof achter Obadja aan de andere kant van de weg. Zie afbeelding 3.

Afbeelding 1
Gerard Goettsch in zijn speciale leunstoel bij het raam in zijn Amsterdamse huis. (© Coen Broekema, 10 november 1999)

Afbeelding 2
Het Amsterdamse huis an de Dörpsstroate op Zorgvliet. (© Coen Broekema, 10 november 1999)

Afbeelding 3
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto gemaakt op woensdag 22 mei 2022.

Posted in Amsterdamse huus, Boer'nwaark, de Olde Willem, Gerard Goettsch | Leave a comment

De keuneginne bee de speulers van ut eup’mlogtspel

In het door adelijken en hoogdoorgepromoveerde academici geredigeerde en geregeerde blad ‘Drenthe, provinciaal Drents Maandblad, tevens officieel orgaan van ‘Het Drents Genootschap’, mede voorzetting van de Studiekring D.H. van der Scheer’ verscheen in het nummer van september 1953 (jaargang 24) een kort berichtje over het bezoek van koningin Juliana op 25 juli 1953 aan de laatste opvoering van het openluchtspel ‘Eind goed, al goed’ van de Engelse toneelstukkenschrijver William Shakespeare in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever en de ontmoeting van deze koningin met de spelers van ‘Eind goed, al goed’ in het zaaltje van het zo genoemde schultehuis an de brink van Deever.

De tekst bij het berichtje in het genoemde blad ‘Drenthe’ luidt als volgt:
H.M. Koningin Juliana in Diever
Het was in Diever ‘Eind goed. al goed’, want de laatste voorstelling van het Shakespeare-stuk van deze naam werd vereerd met een (onverwacht) bezoek van H.M. Koningin Juliana, die niet alleen de hele voorstelling bijwoonde, maar ook tegenover regisseur en spelers haar grote waardering uitte over het spel. Een welverdiende pluim voor Drenthe’s Shakespeare-dorp en een symbolisch besluit van ‘Eind goed, al goed’.

Uiteraard was het ‘onverwachte’ bezoek van koningin Juliana, die vergezeld was van een hofdame, in het geheel niet onverwacht. Bij het berichtje is een afbeelding van een foto opgenomen. Die foto is gemaakt in het zaaltje van het zo genoemde schultehuis an de brink van Deever. Op de foto is aan de linkerkant koningin Juliana te zien. Regisseur en huisdokter Ludolf Dirk Broekema is in het midden van de foto te zien. In het midden van de foto is ook de als Helena verklede toptoneelspeelster Jantina Figeland te zien. De glimlachende man aan de rechterkant van de foto is baron Reint Hendrik de Vos van Steenwijk, commissaris van de koningin in Drente in de periode 1931-1943 en 1945-1951. Moest de gepensioneerde baron soms invallen voor commissaris Jaap Cramer ? Links achter de koningin is nog net het kalende hoofd van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) te zien.

De hier afgebeelde zwart-wit foto is afkomstig uit de verzameling van wijlen toptoneelspeelster Jantina Figeland zelf. De foto is gemaakt op 25 juli 1953 in het zaaltje van het zo genoemde schultehuis an de brink van Deever. De redactie van ut Deevers Archief mocht tijdens zijn bezoek aan Jantina Figeland in haar woonplaats Lochem in 2005 haar serie afdrukken van de originele negatieven van alle foto’s van het gezellige samenzijn van de koningin met de spelers van ‘Eind goed, al goed’ scannen. De redactie is wijlen Jantina Figeland daar alsnog postuum bijzonder erkentelijk voor. De redactie weet niet wie de maker is van de hier afgebeelde foto, maar zou deze wel graag bij de afbeelding willen vermelden.

Posted in Eup’mlogtspel, Shakespearitis, Skultehuus | Leave a comment

Hengelossche bieren an de Deeverbrogge

Deze foto moet in het begin van de twintigste eeuw, in 1903, 1904 of 1905 zijn gemaakt. De man met de baard is een bekend figuur. Hij is ook op oude door hem uitgegeven ansichtkaarten van zijn café-logement an de Deeverbrogge te zien. Hij en zijn vrouw liggen begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg in Deever.
De mensen om hem heen moeten zijn vrouw en kinderen zijn. Het sjofel geklede jongetje op klompen, dat op enige afstand van de -wellicht speciaal voor de foto geschoeide en netjes geklede- familie, het wiel van de kiddewagen vasthoudt, hoorde uiteraard niet bij de familie. En waarom staat de vrouw van de kroegbaas achter de kidde ? Vond ze haar jurk niet mooi genoeg voor de foto ?
Was de fotograaf bezig met het maken van foto’s voor een nieuwe serie ansichtkaarten voor de caféhouder en daarom zo aardig was een gratis fotootje voor zijn klant en familie te maken ? Wellicht prepareerde de fotograaf de glasplaten met lichtgevoelige emulsie in het donker in één van de schuren en ontwikkelde hij de glasplaat daar ook direct na de opname. Hij deed het wel vakkundig, want aan de randen van de foto zijn geen rafelingen te zien. Zou het jongetje op klompen ook een afdruk van het glasplaatnegatief hebben gekregen ?
Op de kiddewagen staat aan de zijkant Hengelossche bieren. Dit moet een verschrijving zijn geweest, het ging om Hengelosche bieren, want op 1 juni 1879 werd de Hengelosche Stoom Beiersch Bierbrouwerij opgericht, in 1918 werd de naam gewijzigd in Hengelosche bierbrouwerij. Uit deze schrijffout kan wel de conclusie worden getrokken dat de caféhouder deze kiddewagen niet van de bierbrouwer had gekregen.
Was de caféhouder ook de distributeur van Hengelossche bieren in de dorpen in de buurt van de Deeverbrogge ? Het Hengelossche bier kon gemakkelijk via de Drentse Hoofdvaart worden aangevoerd. Zit de oudste zoon van de kroegbaas met zijn zweepje in de aanslag klaar op de bok van deze solide ogende niet overdekte kiddewagen zonder veren om de kidde aan te sporen, om vervolgens bier naar kroegbazen in de omgeving te brengen ? Of is alles voor de foto in scène gezet ?
Het is wel een bijzondere kiddewagen, want deze is voorzien van een houten deksel, waarop enige kisten staan. Vanwege de bok voor de voerman moet de wagen veel gebruikt zijn voor het afleggen van grotere afstanden.
Stonden de schuren bee de löswal an de Deeverbrogge ? Tussen de benen van het trekpaardje bij de achtermuur naast de baander van de stenen schuur is een merkwaardig aanbouwsel te zien.
Wat opvalt is dat de ondergrond niet verhard is, dan zou de foto dus toch niet bee de löswal zijn genomen ? Maar waar dan wel ?

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die een verstokte liefhebber van afbeeldingen van op papier is, kan de hier afgebeelde foto ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 224 van het in 2014 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje An de Brogge – Geschiedenis van Dieverbrug in woord en beeld, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Voormalige Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje van iemand in kunnen zien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Sjoert Benthem
Sjoert Benthem werd op 18 november 1864 geboren an de Deeverbrogge (Deever) als zoon van schipper Hendrik Benthem en Meika Roelfsema. Hij trouwde, toen van beroep marktschipper, op 5 mei 1886 op 21-jarige leeftijd met Grietje Merk, geboren in Zuidlaren; oud: 21 jaren; beroep: dienstmeid (dochter van Willem Richard Merk, beroep: rijksveldwachter, en Jantje Noorda, beroep: zonder). In 1886 was Willem Richard Merk rijksveldwachter in Uffelte. Sjoert Benthem overleed op 50-jarige leeftijd op 20 maart 1915 an de Deeverbrogge. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zie de bijgevoegde afbeelding van de grafsteen.
In geboorte- en trouwakten van zijn kinderen geeft Sjoert Benthem achtereenvolgens als beroep op: marktschipper (1887), schipper (1889), schuitenvoerder (1891), schipper (1891), schipper (1892), tolgaarder (1894), schipper (1897), logementhouder (1910) en logementhouder (1914).
Grietje Merk
Achter het paard staat Grietje Merk. Zij is geboren op 31 oktober 1864 in Zuidlaren, zij is overleden op 30 november 1932 an de Deeverbrogge. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zie de bijgevoegde afbeelding van de grafsteen. Waarom staat Grietje Merk áchter het paard en niet vóór het paard ? Is het omdat ze in verwachting was van dochter Grietje Klazina Alida en niet met haar dikke buik op de foto wilde ?
Hendrik Benthem
De jongen op de bok van de bierkarre is Hendrik Benthem. Hij is geboren op 27 mei 1887 an de Deeverbrogge. Hij is overleden op 26 oktober 1953 op 66-jarige leeftijd in Zwolle. Hij trouwde op 31 augustus 1915 in Zwolle met Neeltje Prins.
Meika Benthem
Zij is geboren op 3 maart 1889 an de Deeverbrogge. Zij is overleden op 27 september 1951 op 62-jarige leeftijd in Assen. Zij trouwde op 2 juli 1010 met Barteld Lucas Knol.
Meika Benthem staat niet op de foto. Was zij toen al het huis uit, had zij toen al ergens een dienstbetrekking ? In Assen ?
Willem Richard Benthem
Rechts naast het meisje staat Willem Richard Benthem. Hij is de tweede zoon van Sjoert Benthem en Grietje Merk. Hij is geboren op 9 maart 1892 an de Deeverbrogge. Hij is overleden op 26 juni 1957 op 65-jarige leeftijd in Doorn in de provincie Utrecht.
Jan Benthem
De jongen aan de rechterkant is Jan Benthem. Hij is de jongste zoon van Sjoert Benthem en Grietje Merk. Hij is geboren op 12 mei 1894 an de Deeverbrogge. Jan Benthem trouwde op 3 augustus 1923 in Avereest met Hillechina Helena Roode. Toen hij trouwde was hij chef van het tramstation van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (N.T.M.) an de Deeverbrogge. Hij is overleden op 13 mei 1963 op 69-jarige leeftijd in Heerenveen.
Jantje Benthem
Het meisje is Jantje Benthem, dochter van Sjoert Benthem en Grietje Merk. Jantje Benthem is geboren op 3 juni 1897 an de Deeverbrogge. Zij trouwde op 25 november 1914 op 17-jarige leeftijd met de 27-jarige dienstknecht Klaas Oldenkamp uut Deever. Jantje Benthem zal op de foto zes, zeven of acht jaar oud zijn, zodat de foto in 1903, 1904 of 1905 moet zijn gemaakt. Jantje Benthem heeft het café tot aan de dood van haar moeder Grietje Merk in 1932 voortgezet.
Grietje Klazina Alida
Zij staat niet op deze foto, omdat de afgebeelde foto vermoedelijk vóór 1905 is gemaakt.
Zij de jongste dochter van Sjoert Benthem en Grietje Merk. Zij is geboren op 20 februari 1905 an de Deeverbrogge. Zij is overleden op 9 oktober 1967 op 62-jarige leeftijd in Dwingel. Zij trouwde op 28 oktober 1933 in Dwingel met Jannes Dolfing. Jannes Dolfing is geboren op 9 november 1894 in Beilen. Hij is overleden op 3 mei 1945 op 50-jarige leeftijd in Lubeckerbocht.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Steen op het graf van Sjoert Benthem en Grietje Merk. De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 26 juli 2012.

Posted in Alle Deeversen, An de Deeverbrogge, Café-Logement Sjoert Benthem | Leave a comment

Alle 84 plaèties in ut bookie ‘Diever, ie bint ’t wel …’

Het in 1999 uitgegeven fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ bevat 86 foto’s uit de periode 1880-1940.
Bij elke foto is een korte min of meer geschiedkundig bedoelde tekst vermeld.

01 – Wittelte – Wittelter schutsluis – 1880
02 – Geeuwenbug – Haarschutsluis – 1884
03 – Diever – Brink met Hervormde Kerk – 1891
04 – Diever – Hoofdstraat – 1891
05 – Kalteren – Huis op Berkenheuvel -1891
06 – Zorgvlied – Villa Castra Vetera – 1895
07 – Diever – Molen en boterfabriek – 28 juni 1903
08 – Wapse – Smederij Roelof Santing en Lagere School – 1903
09 – Diever – Kleine Brink -1904
10 – Wapse – Kantine in de Kaamp op de Oeren – 1905
11 – Dieverbrug – Dieverder schutsluis – 1906
12 – Diever – Café van Jan Barelds aan de Brink – Zomer 1906
13 – Diever- Gemeentehuis en Pastorie op de Brink – 1906
14 – Wapse – Soldatenkeuken in de Kaamp op de Oeren – 1907
15 – Zorgvlied – Kapel van de Evangelisatievereniging OBADJA – 1908
16 – Wapse – Winkel van Marinus Dijkstra – 1908
17 – Zorgvlied – Sigarenfabriek van Lodewijk Guillaume Verwer – 1908
18 – Dieverbrug – Draaibrug – 1909
19 – Diever – Bij Klaas Bennen in de Achterstraat – ± 1910
20 – Veldhuizen – Korenmolen – ± 1910
21 – Dieverbrug – Café-Logement van Sjoert Benthem – 1911
22 – Diever – Hoofdstraat – Gezicht op Diever – ± 1912
23 – Diever – Familie Hendrik Pook in de Kruisstraat – 1913
24 – Diever – Gemeentehuis – 1913
25 – Diever – Gemeentehuis en Pastorie – 1913
26 – Dieverbrug – Aankomst van de stoomboot – 1914
27 – Dieverbrug – Aanlegplaats van de stoomboot – 1914
28 – Dieverbrug – Vertrek van de stoomboot – 1914
29 – Diever – Op de kerkhof – ± 1914
30 – Diever – Smederij Albert Kloeze – ± 1914
31 – Diever – Vrouw aan de was – ± 1914
32 – Dieverbrug – Dieversluis en Woning van den Opzichter – 1915
33 – Zorgvlied – Katholieke Kerk en Sint Anthony Gasthuis – 1916
34 – Zorgvlied – Dorpsstraat met Amsterdamse Huis – 1917
35 – Diever- Schultehuis – 1918
36 – Zorgvlied – Villa Nova – ± 1919
37 – Diever – Peperstraat – 1920
38 – Diever – Brink met Hervormde Kerk – 1920
39 – Wittelte – Bakkerij Aaldert Slot – ± 1921
40 – Diever- Bij café Slagter en café Seinen – 24 oktober 1922
41 – Diever- Kruisstraat – Onder de linden – ± 1923
42 – Dieverbrug – Café Barteld Smit – ± 1924
43 – Wapse -Openbare Lagere School – Zomer 1925
44 – Wateren – Openbare Lagere School – Zomer 1925
45 – Berkenheuvel – Onthulling van het monument – Monument – 5 september 1925
46 – Berkenheuvel – Onthulling van het monument – Rit met boerenwagens – 5 september 1925
47 – Diever – Kleine Brink – 1926
48 – Wapse- In ’t Bakkersveentie – Zomer 1926
49 – Diever – In de Achterstraat – 1927
50 – Diever – Bij de pomp van de Openbare Lagere School – 1927
51 – Zorgvlied – Katholieke Kerk en Witte Huis – 1928
52 – Diever- Hoofdstraat bij Garke Bakker’s jongen – 1929
53 – Dieverbrug – Bij de Dieversluis – ± 1929
54 – Wittelte – Bij de Berg – Voorjaar 1930
55 – Diever – In de Kleine Peperstraat  – 1930
56 – Ten Darp – Schilderachtig dorpsgezicht – ± 1930
57 – Dieverbrug – Stoomtram bij café-logement Johan Blok – 1930
58 – Diever – Zangvereniging Crescendo – 1930
59 – Diever – Hoofdstraat – 1930
60 – Diever – Hoofdstraat – 1934
61 – Diever – Brink met baorhuusie en braandkoele – ± 1930
62 – Diever – Naaicursus bij café Berend Slagter – Winter 1930-1931
63 – Diever – Dokterswoning aan de Hoofdstraat – ± 1932
64 – Heezeresch – Hunebed op de Steenakkers – ± 1933
65 – Diever – Openbare Lagere School – 18 juni 1934
66 – Diever – Gereformeerde School – 1934
67 – Oude Willem – Rijkswerkkampen Diever A en B – Diever A – 1935
68 – Oude Willem – Rijkswerkkampen Diever A en B – Diever A – 1935
69 – Berkenheuvel – Paviljoen Berk en Heuvel – 1935
70 – Wittelte – Bij de waterpomp op het schoolplein – 1936
71 – Diever – Bij Berend Slagter in de Kruisstraat – 1936
72 – Wittelte – Openbare Lagere School – Zomer 1936
73 – Diever – Gereformeerde Kerk – 1936
74 – Dieverbrug – Hotel Blok met de rijksweg – 1937
75 – Berkenheuvel – Studentenkamp aan de Bosweg – 1937
76 – Diever – Bij de manufacturenwinkel van Flip Zaligman – 1936
77 – Diever – Christelijke School – 1938
78 – Geeuwenbrug – Draaibrug – ± 1938
79 – Diever – 40-jarig jubileum zuivelfabriek – 29 maart 1939
80 – Diever – Pastorie van de Hervormde Kerk – 1939
81 – Diever – Afscheid van burgemeester Van Os – 16 november 1939
82 – Berkenheuvel – Houten uitkijktorens – Toren op Berkenheuvel – 1939
83 – Berkenheuvel – Houten uitkijktorens – Toren bij de Geeuwenbrug – 1939
84 – Diever – Dorsen bij Gerrit Jan Wesseling in de Achterstraat – 1940

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Publicatie | Leave a comment

De skoele mit de Biebel an de Heufdstroate

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 77 een afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart van de gereformeerde lagere school aan de Hoofdstraat in Diever uit 1938. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is onder meer enige aandacht besteed aan deze geschiedenis van deze school. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

77 – Diever – Christelijke school – 1938
Onder leiding van dominee Harmen Ages Dijkstra, predikant van de Gereformeerde kerk, werd op 26 december 1902 door een groep van 27 personen besloten tot de oprichting van een Vereniging tot stichting en instandhouding ener school met den Bijbel.
Op 1 mei 1904 kon het eerste lokaal van de school in gebruik worden genomen, zodat bovenmeester Geert de Boer kon beginnen met het geven van christelijk onderwijs aan 53 kinderen. Op 9 september 1904 werd de school officieel in gebruik genomen. De kerkeraad was toen van oordeel dat de zondagschool kon worden opgeheven.
Per 1 januari 1908 werd Geert de Boer als hoofd van de school opgevolgd door Broer Roosjen. Hij bleef hier tot zijn overlijden op 2 januari 1939. Het schoolbestuur benoemde toen per 1 april 1939 Sierd Okke Roosjen, een zoon van Broer Roosjen, als hoofdonderwijzer.
In zijn toespraak ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de school memoreerde dominee Jan Anthony van Arkel dat met het overlijden van Broer Roosjen de school een punctueel mens in de kracht van zijn leven was ontvallen en dat het schoolbestuur met de benoeming van Sierd Okke Roosjen de nagedachtenis van het overleden schoolhoofd niet beter had kunnen eren.
Sierd Okke Roosjen overleed op 5 februari 1973. Het schoolbestuur besloot toen de school te noemen naar vader en zoon Roosjen. Op 25 juni 1973 werd de naam Roosjenschool officieel onthuld.
Het rechter huis hoorde bij de school en werd toen bewoond door Jan Houwer en Jantje Boelens. Hij staat rechts bij het hek.
Links naast de school is te zien een deel van de zijgevel van het huis waar de hoofdonderwijzer met zijn gezin woonde. Achter de meesterswoning en achter de bomen staat de boerderij van de familie Jaopie Krol en Aoltie Odie. In de verte is nog net de dokterswoning te zien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Deze school werd in de volksmond altijd de griffemeerde skoele (gereformeerde school) of de afgescheiden school (offeskeid’n skoele) genoemd. In Deever hadden de fervente voorstanders van openbaar lager onderwijs het ook wel over de grifvurkiède skoele. Tegenwoordig staat op het betreffende terrein an de Heufdstroate de christelijke basisschool met de naam Roosjenschool (christelijke school voor primair onderwijs). Ook kinderen uit gezinnen van onder meer hervormde en katholieke gezindte kunnen vanwege de krimpende aantallen kinderen blijkbaar nu wel terecht op deze school.
De verwachting van de redactie van ut Deevers Archief is dat -nadat het sluimerende streven is gelukt de openbare basisschool in Wapse over enige jaren op te heffen – de openbare en de christelijke basisschool in Deever om voor de hand liggende redenen (krimpgebied, geldgebrek, ontkerkelijking, de steeds meer seculariserende samenleving, enzovoort) zullen worden samengeknepen en gesaneerd tot één zo genoemde ‘brede basisschool’. Want hoe christelijk moet het vak rekenen, het vaak taal of het vak aardrijkskunde zijn? Na de sanering zal met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de naam ‘Roosjenschool’ verdwijnen. Dat zal voor de christenen in de gemiente Deever wellicht aanleiding kunnen zijn tot de wederoprichting van een christelijke zondagschool, want actie roept altijd reactie op.
Broer Roosjen is geboren op 20 januari 1884 in IJlst. Hij is op 2 januari 1939 overleden in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij was getrouwd met Jacoba Tiemersma. Zij is geboren op 30 mei 1888 in Hennaarderadeel en is op 1 mei 1955 overleden in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnigerweg bee Deever.
Domeneer Harmen Ages Dijkstra is geboren op 8 april 1854 in Oosterend. Hij is op 27 februari 1941 overleden in de stichting Dennenoord te Zuidlaren. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij was getrouwd met Aaltje Kok. Zij is op 8 april 1856 geboren in Dwingel. Zij is overleden op 23 mei 1960 in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Sierd Okke Roosjen is geboren op 7 oktober 1908 in Deever. Hij is overleden op 5 februari 1973 in Amsterdam. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij was getrouwd met Grietje Fokkinga. Zij is geboren op 22 september 1907 en is overleden op 19 augustus 1998 in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Broodventer Jan Houwer is geboren op 23 november 1911 op Kalteren en is op 10 april 1945 door de Duitse bezetter vermoord op het marktterrein an de Bosweg in Deever. Hij is een zoon van Nicolaas Houwer en Lammigje Westerhof. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Jantje Boelens is geboren op 9 augustus 1909 in Deever an de Brink. Zij was een dochter van schoenmaker Mans Boelens en Geesje de Leeuw. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever,
Het schoolgebouw op de afgebeelde ansichtkaart bestaat niet meer.

Abracadabra-1219

Posted in Ansigtkoate, Diever, ie bint 't wel ..., Griffemiède skoele, Verdwenen object | Leave a comment

De gristelukke somerkaamp’m an de Bosweg

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’  is als afbeelding 75 een afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart van het studentenkamp aan de Bosweg bij het Mastenveldje tussen Deever en de Olde Willem opgenomen. De foto voor de afgebeelde ansichtkaart is gemaakt in 1937. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is enige aandacht besteed aan het ontstaan van de christelijke studentenkampen aan de Bosweg. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

75 – Berkenheuvel – Studentenkamp aan de Bosweg – 1937
In de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale (V.C.J.C.) waren verenigd de Centrale Raad, de Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond, de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Bond en de Rijzende Kerk. De V.C.J.C. stelde zich tot doel vanuit een vrijzinnig christelijke overtuiging de jeugd te helpen bij de groei naar volwassenheid, opdat zij bereid is in gezin, kerk en maatschappij verantwoordelijkheid te aanvaarden.
De V.C.J.C. trachtte haar doel onder meer te bereiken door het organiseren van kampen. De vereniging had dan ook als insigne
twee evenwijdige schuin oplopende rode strepen, waartussen zich een kampvuurvlam bevond. Het hoofdbestuur van de Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond (V.C.S.B.) huurde al vanaf 1917 een flink bosterrein bij het Mastenveldje van mr. Albertus Christiaan van Daalen. De studentenbond mocht op het terrein bouwen. Zo stond er een professorenhuis en een kampgebouw.
Het secretariaat van het in de universiteitsstad Leiden gevestigde hoofdbestuur van de V.C.S.B. schreef op 29 juli 1922 in een brief aan burgemeester Hendrik Gerard Van Os dat het terrein aan de Bosweg in het vervolg niet meer zou worden gebruikt voor conferenties, maar voor meisjes en jongenskampen. Dezelfde dag nog schreef de commissie voor het zomerwerk van deze studentenbond aan de burgemeester dat daar die zomer twee meisjeskampen en één jongenskamp zouden worden gehouden.
De kampbewoners hadden vrij toegang tot de eigendommen van Berkenheuvel, voor zover die met kaarten toegankelijk waren. De bosbaas en de beheerder hadden het recht de toegang in te trekken bij misbruik, baldadigheid, vernieling en het ontstaan van brandgevaar. Voor het houden van kampvuren moest, ongeacht eventueel benodigde vergunningen, toestemming zijn verkregen van de bosbaas of de beheerder van het landgoed Berkenheuvel.

Posted in Ansigtkoate, Bosweg, Student’nkaamp | Leave a comment

Wat op 22 november 1944 en ur noa gebeude

De redactie van ut Deevers Archief onderhield -in de tijd dat hij lid van de redactie van het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever was- goede contacten met wijlen drs. Hendrik (Henk) Spreen uut Stienwiek. Hij stuurde de redactie in 2002-2003 per post een heel pak papier (dus niet digitaal) met kopieën van documenten over de gebeurtenissen rond 22 november 1944 in Deever en de nasleep daarvan. Bijgaand bericht, dat in het genoemde pak papier zat, heeft de redactie opgenomen in het oorlogsnummer Opraekelen 03/1 (maart 2003). Wijlen drs. Hendrik (Henk) Spreen baseerde bijgaand bericht op zorgvuldig onderzoek van dossiers in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging van het Ministerie van Justitie in Den Haag. Zie de geraadpleegde bronnen. Deze dossiers worden thans bewaard in het Nationaal Archief in Den Haag.

Diever: 22 november 1944 en de gevolgen

Inleiding
Gedurende het jaar 1944 bleek dat de positie van Duitsland steeds zwakker ging worden. Sovjettroepen rukten op in Oost-Europa en in juni 1944 had de geslaagde invasie in Normandië plaatsgevonden. In korte tijd rukten de geallieerden op door Noord-Frankrijk en België. Brussel was al bevrijd op 3 september 1944 en toen er vanuit Londen voorbarig melding werd gemaakt van het feit, dat de invasielegers al in Breda waren, brak ‘Dolle Dinsdag’ uit. Niet alleen raakten daardoor vele N.S.B.’ers, maar vooral ook de Duitsers in paniek.
Hoewel het Zuiden van Nederland vrij vlot bevrijd was, kwam de geallieerde opmars tot stilstand aan de Rijn bij Arnhem. De Slag bij Arnhem, eind september 1944, werd verloren en dat zou voor Nederland boven de rivieren en ook voor Diever en de directe omgeving verstrekkende gevolgen hebben.
Met de opmars van de geallieerden door Frankrijk waren namelijk speciale Duitse terreureenheden, de latere Einsatzkommandos voor hen uit gevlucht. Via een grote omweg door België en Duitsland kwamen deze Einsatzkommandos met name in Noord- en Oost-Nederland terecht, waar ze vooral de opdracht hadden de door de Duitsers aan te leggen IJssellinie te bewaken tegen sabotage en spionnage. Een van deze Einsatskommandos streek neer in Heerenveen, twee andere, welke onder het commando stonden van dat in Heerenveen, vestigden zich in Steenwijk en Meppel. Dat betekende dat de commandant van Heerenveen, de Oostenrijkse SS-Hauptsturmführer Erich Karl Kronberger, tevens de hoogste leiding bezat over de vestigingen Steenwijk en Meppel.
Het was een vreemd allegaartje, dat bestond uit Oostenrijkers, Duitsers, Hongaren, Roemenen, Belgen en een paar Nederlanders. De groep, ongeveer 30 personen groot, was afkomstig uit La-Madeleine-les-Lille in Noord-Frankrijk en had daar tot september 1944 al danig huisgehouden tijdens het bestrijden van het Franse verzet. Via Mechelen, Düsseldorf, Velp, Almelo en Rotterdam kwamen Erich Karl Kronberger en zijn trawanten halt oktober 1944 in Heerenveen aan.
Voordien waren al enkele van deze heren, onder andere Erich Karl Kronberger zelf, actief geweest tijdens de Duitse veldtocht tegen Polen in 1939 en tegen de Sovjet-Unie in 1941. Hier hadden zij de opdracht meegekregen om alle joden, partizanen, geesteszieken, lijders aan besmettelijke ziekten, kortom iedereen, die de Duitse Lebensraum in de weg stond, te elimineren. Het resultaat van dit optreden was dat omstreeks 900.000 mensen door dergelijke eenheden in koele bloede werden vermoord.
Het optreden van deze groep(en) in Heerenveen, Steenwijk, Noordwolde, Meppel en Diever had alles te maken met het Führerbefehl van Adolf Hitler van 30 juli 1944. Het hield in dat de tot dan toe toegepaste Duitse berechting was komen te vervallen. Hanns Albin Rauter, Oostenrijker van geboorte en Höhere SS- und Polizeiführer in Nederland, was degene die, vermoedelijk na overleg in augustus 1944 met Ernst Kaltenbrunner, de chef van het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn, daar een persoonlijke draai aan gaf. Het kwam erop neer, dat gearresteerde illegale werkers onmiddellijk, zonder enige vorm van proces, gefusilleerd moesten worden en dat hun woningen in brand gestoken moesten worden. Na 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) werd deze maatregel verscherpt toegepast. Op 11 september 1944 gaf dr. Karl Georg Eberhard Schöngarth, Befehlshaber der Sicherheitspolizei (Sipo) en van de Sicherheitsdienst (SD) sinds 1 juni 1944, met Rauters toestemming het zogeheten ‘Niedermachungsbefehl’ of ‘Afmaakbevel’ uit. Om op de hoogte te komen van allerlei verzetsactiviteiten werd gebruik gemaakt van zogenaamde V-männer of vertrouwensmannen, die door middel van infiltratie in het verzet informatie moesten inwinnen, waar zich onderduikers, illegale werkers enzovoorts bevonden. Uiteraard moest deze informatie worden doorgespeeld aan de Duitsers. Dit systeem van werken zou met name ook in Diever en omgeving grote en tragische gevolgen hebben.

Arbeidsinzet
Reeds vóór de Tweede Wereldoorlog waren er al door de toenmalige regering Nederlandse arbeidskrachten naar Duitsland gestuurd om er te gaan werken. Dit lot had vooral de werklozen getroffen die bij weigering hun uitkering dreigden te verspelen. Achteraf gezien een dwaze maatregel, aangezien elke Nederlandse arbeidskracht in Duitsland de weg vrij maakte voor Duitse mannen om dienst te gaan nemen in het eigen Duitse leger of te gaan werken in de oorlogsindustrie. Meteen al na het begin van de Duitse bezetting probeerden de Duitsers Nederlandse arbeidskrachten in te schakelen voor hun eigen doelstellingen. Ging tot maart 1942 hun aandacht vooral uit naar werklozen, na maart 1942 trachtten ze ook de Nederlandse arbeidskrachten los te weken uit het Nederlandse bedrijfsleven. Aanvankelijk meldden zich velen vrijwillig om te gaan werken in Nederland of Duitsland, maar ook wel in België en Frankrijk. Vaak was hun bereidheid daartoe door armoede ingegeven. Later, toen de toeloop van vrijwilligers steeds minder werd, gingen de Duitsers over tot gedwongen tewerkstelling. De term arbeidsinzet slaat dus vooral op de groep welke in feite dwangarbeid moest verrichten. Dat begon in de zomer van 1942 toen jonge mannen van achttien jaar verplicht een half jaar lang moesten gaan werken voor de Nederlandse Arbeidsdienst (N.A.D.) Aangezien Adolf Hitler het niet passend vond voor Duitse vrouwen om de opengevallen plaatsen in de fabrieken in te nemen, werd het gebrek aan arbeidskrachten voor de Duitsers steeds nijpender. Vandaar dat er intensiever jacht werd gemaakt op arbeidskrachten om in de bezette de oorlogsproductie op peil te houden, vooral na de Duitse nederlagen bij Stalingrad en in Noord-Afrika. Vanwege de daarmee gepaard gaande verliezen moesten de Duitsers steeds meer Duitse arbeidskrachten inzetten in het leger en moest de oorlogsproductie opgevoerd worden.
Toen op 29 april 1943 de Duitsers bekend maakten dat Nederlandse ex-militairen zich moesten melden voor terugvoering in krijgsgevangenschap , reageerde de Nederlandse bevolking direct. Het antwoord op deze maatregel was de April-Meistaking, die overigens keihard door de Duitse bezetter werd neergeslagen. Zo voerde zij onder andere het politiestandrecht in, hetgeen betekende dat overtreders van verordeningen standrechtelijk, dat wil zeggen zonder enige vorm van berechting, ter plekke konden worden terechtgesteld. Op die manier vonden enkele honderden Nederlanders de door en werden vele honderden gearresteerd.

Onderduiken
Naarmate de oorlog vorderde probeerden steeds meer Nederlandse mannen zich aan gedwongen tewerkstelling in Duitsland te onttrekken. Dat gebeurde vooral door onder te duiken. In het begin was dat niet altijd even gemakkelijk wegens een tekort aan onderduikadressen. Bovendien was het risico voor zowel de onderduiker als voor degene die de mensen onderdak bood levensgroot aanwezig. Pas door een betere organisatie van de in het geheim opgerichte Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en de oprichting van het Nationaal Steunfonds kwamen er vooral in het laatste oorlogsjaar meer onderduikadressen beschikbaar.
Eind 1944 was de arbeidsinzet geldend voor alle mannen tussen de zestien en de veertig jaar. Aangezien de arbeidsinzet voor de Duitsers een groot fiasco was, moesten zij steeds meer razzia’s houden om hun tekort aan arbeidskrachten aan te vullen.
Uiteraard was het voor de Nederlandse illegaliteit niet altijd even gemakkelijk om geschikte en veilige onderduikadressen te vinden. Veelal moest er ook de nodige inventiviteit aan de dag worden gelegd om de Nederlandse onderduikers en later ook de geallieerde vliegtuigbemanningen onvindbaar te maken. Zo werden er schuilplaatsen gerealiseerd in bijvoorbeeld kruipruimtes onder de vloeren, in kasten, op zolders en in in het diepste geheim aangelegde holen in de Nederlandse bossen. Eén van dergelijke holen in het bos was de naderhand zo genoemde Wigwam op het landgoed Berkenheuvel van mr. Albertus Christiaan van Daalen bij Diever. Aanvankelijk ging het hier voor de daarin ondergebrachte onderduikers goed, totdat zich op 24 oktober 1944 een situatie voordeed met een uiterst noodlottige afloop.

Arrestaties in Oosterwolde
Op 24 oktober 1944 om ongeveer 00.30 uur arresteerde de Grenz- en Schutspolizei bij de burgemeesterswoning villa Balhof op het Oosteinde in Oosterwolde (Fr.) twee leden van de Knokploeg uit Smilde, namelijk T.S.W. en Hendrik de Jong. Beide bevonden zich in spertijd op straat en bleken in het bezit te zijn van een stengun. De ernst van hun situatie beseffende smeten ze die wapens snel van zich af. De Duitsers zetten evenwel hun speurhonden in en binnen enkele tellen kwamen die met de wapens in de bek terug. Beiden werden daarop de villa, waarin destijds de Feldgendarmerie onder het commando van de S.S.-Sturmführer Diehle was gezeteld, binnengebracht, gefouilleerd en zeer ernstig mishandeld. Enige tijd later arriveerde een deel van de Sicherheitsdienst (S.D.) uit Heerenveen en weer werden de twee geslagen en mishandeld. T.S.W. noemde geen namen, waarna hij werd overgebracht naar de S.D. in Assen. Daar vroeg men hem of hij een zekere boer Hermannus Vos uit het Grolloërveld kende. Nadat hij dat eerst ontkende, sloeg hij bij confrontatie met Vos door. Meteen daarop werd hij meegenomen naar Heerenveen. Het vervelende nu was echter dat een onbekende K.P.’er uit Smilde een goede relatie onderhield met een dochter van de postkantoorhouder Lambertus Schoemaker in Diever. Deze laatste zat ook in het verzet en was door zijn contacten met Geert Koster, de leider van het verzet in Diever, op de hoogte van de aanwezigheid van het onderduikershol. Hij beging de onvoorzichtigheid om dit aan die K.P.’er uit Smilde te vertellen. Deze was al eerder bij het hol geweest met de bedoeling om de inmiddels vertrokken Amerikanen mee te nemen naar zijn verzetsgroep. Het kan daarbij de bedoeling zijn geweest deze Amerikanen te ‘gebruiken’ voor het geven van wapeninstructies aan de K.P.-leden. Geert Koster en de zijnen hadden hem echter onverrichterzake weggestuurd. Men vroeg zich daarbij overigens wel af hoe deze K.P.’er op de hoogte was van het bestaan van het hol. Daarvan wisten alleen enkele K.P.’ers in Diever, Meppel en Dwingeloo. Het is niet uitgesloten dat T.S.W. via deze onbekende K.P.’er wist van het bestaan van het hol en in zijn angst voor mishandelingen enzovoort de S.D. te Heerenveen vertelde dat Geert Koster uit Diever illegaal werkzaam was.
Hoewel T.S.W. wel daartoe werd gedreigd, werd hij niet geslagen. Voortkomende uit de nodige angst noemde hij eveneens de naam van Sierd Okke Roosjen. Hij meende zeker van zijn zaak te zijn, omdat de genoemde twee waren ondergedoken. Vervolgens sprak hij over een hol in het bos, waarin volgens hem Geert Koster, Sierd Okke Roosjen en twee Amerikanen verscholen waren. Later noemde hij ook de namen van de huisarts Sebastiaan van Nooten en wachtmeester Gerrit Temmingh, die tot over zijn oren in het verzet zat in Diever, evenals die van onderluitenant Auke Feenstra te Dwingeloo. Tijdens de verhoren, die duurden van 24 oktober tot 22 november 1944 werd hij volgens eigen zeggen niet noemenswaardig geslagen, maar raakte hij wel zodanig geestelijk kapot dat hij alles vertelde wat de S.D. van hem wilde weten [1]. Daarmee sloeg het noodlot toe.
Op 22 november 1944 om ongeveer 07.00 uur vervoegden zich vier S.D.’ers uit Heereveen aan het adres Hoofdstraat 26 te Diever. Daar werd, terwijl hij zich nog in zijn onderkleding bevond, Gerrit Temmingh gearresteerd door de commandant van de S.D. te Heerenveen, de S.S.-Hauptsturmführer Erich Karl Kronberger, de S.S.-Sturmscharführer en Kriminalsekretär P. Nauheim en twee Vlaamse S.D.-Wachmänner in Duitse dienst. Terwijl de mannen zich nog in de woning van Gerrit Temmingh woning bevonden, werd deze meteen een kort verhoor afgenomen en werd hem door Erich Karl Kronberger te verstaan gegeven dat hij alles moest vertellen wat hij van het hol in het bos en de ondergrondse beweging afwist. Wanneer hij dat deed, zo zei Erich Karl Kronberger, dan zou hij bij zijn vrouw thuis kunnen blijven, zo niet, dan werd hij gearresteerd en meegenomen naar Heerenveen. Toen Gerrit Temmingh alles ontkende werd hij -nog steeds in zijn onderkleding- mee naar buiten genomen en voor zijn woning geplaatst. Maar daar stond eveneens de N.S.B.-burgemeester Pier Obe Posthumus van Diever, die Erich Karl Kronberger na confrontatie met Gerrit Temmingh zei dat dat de man was die zij moesten hebben. Tevens werd hij geconfronteerd met een persoon die in een Opel zat. Gerrit Temmingh herkende hem als te zijn T.S.W., die in illegaal verband had gewerkt in de omgeving van Diever. Toen Erich Karl Kronberger vroeg of Gerrit Temmingh deze persoon kende, antwoordde deze ontkennend. T.S.W. op zijn beurt, wees daarop Gerrit Temmingh aan als degene die de S.D. moest hebben. Gerrit Temmingh werd daarop terug in zijn woning gebracht, waarbij Erich Karl Kronberger hem vier vragen stelde: ‘Waar is ome Joop ?’, ‘Waar zijn de wapens ?’, ‘Waar is het hol ?’ en ‘Waar zijn de Amerikanen ?’. Gerrit Temmingh verklaarde daarop van niets te weten. Nadat zijn vrouw hem de kleren had gebracht en hij zich stond aan te kleden, zag hij Erich Karl Kronberger in de richting van de keuken gaan en van de daar aanwezige schoorsteenmantel zijn nieuwe glacé-handschoenen wegnemen, die hij meteen aantrok. Bovendien pikte hij en passant ook nog zijn vulpen en vulpotlood in. Verder nam men Gerrit Temmingh zijn dienstpistool af, evenals zijn motor en zijn rijwiel. Aan de verdergaande huiszoeking nam ook P. Nauheim deel. Nadat Gerrit Temmingh zich had aangekleed werd hij mee naar buiten genomen naar een gereedstaande truck met oplegger. De eerste die hij in de trailer zag zitten was de ‘beul van Crackstate’, de Vlaming Emile Steylaerts. Even nadat Temmingh in de trailer had plaatsgenomen stopte er een personenwagen bij de trailer, waar de eveneens gearresteerde onder-luitenant Auke Feenstra uit Dwingeloo uit kwam. Vervolgens reed men naar het begin van de Doldersumseweg. Daar aangekomen moest Gerrit Temmingh uitstappen. Vrijwel op hetzelfde moment stopte er nog een auto en stapte de Dieverse huisarts Sebastiaan van Nooten uit. Ook hij bleek gearresteerd te zijn en ook hij moest in de trailer plaatsnemen. Na nogmaals met T.S.W. geconfronteerd te zijn, die nogmaals toegaf Gerrit Temmingh te kennen, vertrok deze in het ‘gezelschap’ van een aantal leden van de Sicherheitspolizei in de richting van het hol in het bos. Het hol dat hier bedoeld werd was een schuilplaats voor leden van de illegaliteit, waaruit een week tevoren twee Amerikanen, Harry Dolph en Jim Moulton, waren weggebracht naar Noord-Friesland. Gerrit Temmingh moest toen onder bewaking van Erich Karl Kronberger en de S.S.-Hauptscharfüher en Kriminalsekretär Hermann Rosendahl achter T.S.W., die ook bekend was met het hol, aan lopen.
De Doldersumseweg was helemaal afgezet door leden van de Feldgendarmerie, de Wehrmacht, de S.D. en de Sipo uit Heerenveen en Meppel tot aan de directe nabijheid van het hol. Er stonden zelfs twee mitrailleurs opgesteld. Toen het ‘gezelschap’ bij het hol kwam stond T.S.W. daar al onder bewaking van enkele leden van de Sipo. Vrijwel op datzelfde moment schoot Hermann Rosendahl met een stengun dwars door het raam, dat in het hol aanwezig was. Daarna liep hij naar de ingang van het hol, waar zich ook al de S.S.-Sturmscharfüher en Kriminalsecretär Gerhard Johannes Frank bevond. Deze stond alom bekend als ‘de man met de gouden tand’ of als ‘de man met de hond’. Het was deze Gerhard Johannes Frank die zijn ongemeen felle herdershond ophitste en hem vervolgens het hol injoeg [2].
Het gevolg was dat vier personen het hol uitkwamen: Hermannus Vos, Geert Gerhardus Koster, Hilbert Gunnink en Roelof Eggink. Toen de vier het hol uitkwamen stond Hermann Rosendahl daar, die deze vier stuk voor stuk zwaar mishandelde met de achterzijde van zijn Amerikaanse stengun, die hij had aangetroffen in Huize Lidwina te Zenderen en waarbij een belangrijk deel van het Twentse verzet werd uitgeschakeld. Ook de S.S.-Kriminalsekretär Walter Paarmann liet zich hierbij niet onbetuigd. Dit alles gebeurde in het bijzijn van de commandant Erich Karl Kronberger. Dat dit slaan zeer hard aankwam bleek wel uit het feit dat het bloed bij Hilbert Gunnink uit de mond liep. Tijdens dit alles deed Erich Karl Kronberger geen pogingen deze mishandelingen te stoppen.
In het hol werden ook de rijwielen van de vier aangetroffen. Gerrit Temmingh, Hilbert Gunnink, Hermannus Vos en Roelof Eggink werden toen verplicht elk een rijwiel op hun schouders te nemen en deze naar de plaats te zeulen waar de trailer stond. Geert Gerhardus Koster moest met zijn handen in de lucht naar de trailer lopen. De afstand was ongeveer twee kilometer. Bij de trailer aangekomen werden Hermannus Vos, Roelof Eggink, Hilbert Gunnink en Geert Gerhardus Koster in de trailer geplaatst bij Sebastiaan van Nooten en Auke Feenstra, die al die tijd daar gebleven waren, terwijl Gerrit Temmingh naast Hermann Rosendahl en de S.D.-Wachmann Eugen Polianski in de Opel moest plaatsnemen. Om ongeveer 12.00 uur arriveerde men in Crackstate te Heerenveen, alwaar ze allen in de cel werden gezet [3].
Toen Thijs en Jan, de broers van Roelof Eggink, hoorden van arrestaties in Diever realiseerden zij zich meteen dat hun broer Roelof, ’s morgens in alle vroegte met drie anderen naar het hol was gegaan. Daarop trachtte Thijs Eggink meteen de jongens in en bij het hol te waarschuwen. Niets vermoedend liep hij regelrecht in de fuik van een tachtigtal Duitsers, die zich in de bossen rondom het hol verspreid hadden. Ook hij werd meteen ingerekend. Nadat de gevangen genomen personen waren afgevoerd, bleven twee S.D.’ers in het hol achter, wachtend op wellicht nog meer bezoekers. Toen na een week niemand was komen opdagen, vernielden zij het hol met behulp van een handgranaat en vertrokken.
Een paar dagen later, 27 november 1944, kwam een aantal S.D.’ers uit Heerenveen weer naar Diever. Dit werd spoedig opgemerkt door Jan Eggink uit Wapse, de broer van Roelof en Thijs. Deze familie stond midden in het verzet en had onder andere de bewoners van het hol voorzien van de nodige proviand, kleding, enzovoort. Jan Eggink had bijvoorbeeld ook deelgenomen aan overvallen op distributiekantoren en was actief geweest bij wapendroppings. Toen Jan Eggink op pad ging andere onderduikers, die ook door hen verzorgd werden, te waarschuwen, werd hij gearresteerd, hoewel hij nog probeerde weg te komen, nadat op hem was geschoten. Toen Aaltje Timmerman, de vrouw van Jan Eggink, aan een van de S.D.’ers, de Belg Emile Steylaerts, de vraag stelde waarom haar man was gearresteerd, antwoordde deze dat zij daar niets mee te maken had en dat zij nog blij mocht zijn dat ze hem niet hadden doodgeschoten. Hierna begaven de S.D.’ers zich naar de boerderij van de al eerder gearresteerde Thijs Eggink. Daar werden verschillende goederen en ook vee uit de boerderij gehaald en in een auto geladen.
Enkele dagen later meldden zich wederom enkele leden van de S.D. en de Sipo zich bij dezelfde boerderij. Zonder iets te zeggen begonnen zij de aanwezige voorraad levensmiddelen, zoals tarwe, rogge enzovoort in hun auto te laden. Maar dat was nog lang niet alles. Alles met enige waarde werd meegenomen, zodat de gehele boerderij werd leeggeroofd. Daarna was de boerderij van Thijs Eggink aan de beurt. Niet alleen werden hier de spullen, zoals een complete babyuitzet en het vee van Thijs Eggink gestolen, maar ook die van de inwonende zuster van Aaltje Fledderus, de vrouw van Thijs Eggink. De auto was zo volgeladen dat zelfs de in beslag genomen kippen aan de buitenzijde van de auto waren gehangen. Bovendien werd Aaltje Eggink-Fledderus uit de woning gezet. De Duitsers hadden intussen Klaas Marcus Balsma, de boerenleider van de N.S.B., gehaald, aan wiens zorgen de boerderij werd toevertrouwd [4].
Diezelfde dag, 27 november 1944, vervoegde zich de Kriminalsecretär P. Nauheim, zich wederom bij de woning van de Dieverse huisarts Sebastiaan van Nooten. Hij eiste daarbij de auto op van de huisarts. Nadat een hem vergezellende monteur de auto rijklaar had gemaakt, reden de twee er mee weg.
Een paar keer hebben de dames Eggink en Constance van Nooten-Goedbloed, de echtgenote van Sebastiaan van Nooten, getracht inlichtingen te krijgen over hun gevangen genomen mannen. Maar zodra zij zich in Heerenveen bij huize Zevenwouden, de Dienststelle van de S.D., of bij de S.D.-gevangenis Crackstate vervoegden, werden zij vaak op een zeer onheuse manier bejegend of werden zij weggejaagd door de alom gevreesde en vaak opgehitste herdershond van de Kriminalsekretär Gerhard Johannes Frank [5].

De afloop
Uit de na de Tweede Wereldoorlog gedane verklaringen van Gerrit Temmingh blijkt dat niet alleen hij zelf, maar ook Geert Gerhardus Koster door de S.D.’ers Emile Steylaerts, H.J.L. de Wachtere en Hermann Rosendahl zwaar zijn mishandeld.
Op 5 januari 1945 werden Hilbert Gunnink, Geert Gerhardus Koster, Hermannus Vos, Roelof Eggink, Thijs Eggink, Jan Eggink, de inmiddels ook gearresteerde onderwijzer M.J. Koopmans uit Dwingeloo en een groot aantal andere gevangenen overgebracht naar het Polizeiliche Durchgangslager Amersfoort. Van daar zijn zij op transport gezet naar verschillende concentratiekampen in Duitsland. Geen van de hiervoor genoemde personen is daaruit teruggekeerd. Op 15 maart 1945 werden Auke Feenstra, Sebastiaan van Nooten, Gerrit Temmingh en de eveneens gearresteerde opperwachtmeester Jannes Willem Dolfing uit Dwingeloo met nog 23 andere gevangenen uit Heerenveen via het kamp Amersfoort overgebracht naar diverse concentratiekampen in Duitsland, waaronder het beruchte Neuengamme bij Hamburg. Van de hier genoemde gevangenen heeft alleen Gerrit Temmingh de verschrikkingen in de concentratiekampen overleefd. Hij keerde op 31 mei 1945 in Nederland terug. Vermoedelijk hebben zij allen de zogeheten Torsperre gekregen, dat wil zeggen dat zij als gevangenen een dergelijk kamp niet levend zouden mogen verlaten.

Nasleep
Veel van de hiervoor beschreven gebeurtenissen, die destijds in Diever hebben plaatsgevonen, zijn gebaseerd op deuitvoerige verklaringen, die Gerrit Temmingh, de weduwe Aaltje Eggink-Timmerman, de weduwe Aaltje Eggink-Fledderus, de weduwe Constance van Nooten-Goedbloed en T.S.W. na de Tweede Wereldoorlog aflegden. Zoals bij velen bekend zal zijn, hadden de gevangenen te lijden onder de onvoorstelbaar zware omstandigheden in Crackstate in Heerenveen. Velen zijn daar ongelooflijk zwaar mishandeld. Dat is ook Gerrit Temmingh overkomen. Volgens zijn eigen verklaringen hadden de beulen in Heerenveen er ‘wel slag van om datgene uit de gevangenen te slaan wat zij wilden weten’ [6]. Zo confronteerde Hermann Rosendahl hem al in de eerste week van zijn gevangenschap met vier verklaringen, die getekend waren door de vier personen die in het onderduikershol waren aangetroffen. Hij kreeg de indruk dat deze verklaringen niet vrijwillig waren afgelegd, aangezien enkele van deze verklaringen bloedsporen vertoonden. Door deze verklaringen en door hem ondergane mishandelingen gaf Gerrit Temmingh toe Amerikanen vervoerd te hebben.
Het hiervoor beschreven drama lijkt een op zich zelf staande gebeurtenis te zijn, is dat niet het geval. Ook de na de Tweede Wereldoorlog heeft een aantal gevangen genomen leden van de S.D. en de Sipo een verklaring afgelegd. Volgens de verklaringen van Erich Karl Kronberger, de commandant van Heereveen, de S.S.-Untersturmführer Robert Paul Thümmel, de commandant van het S.D.-commando in Meppel en van de S.S.-Oberscharführer en Kriminalsecretär Hugo Heinrich Geigolath in Meppel, zou Gerrit Temmingh de naam hebben genoemd van de Meppeler K.P.’er Peter van den Hurk, evenals het adres van de weduwe J.A. de Groot in Meppel. Dit was het adres van waaruit Peter van den Hurk en andere Meppeler K.P.’ers neergekomen geallieerde vliegtuigbemanningen doorsluisden naar het inmiddels bevrijde Zuiden. Gerrit Temmingh had overigens zelf twee Amerikanen in het hol in Diever achter op zijn motor uit Meppel gehaald.
Deze kennis aan Duitse kant had grote gevolgen voor de verzetsbeweging in Meppel. Het was de commandant van Heerenveen, Erich Karl Kronberger, die persoonlijk zijn collega in Meppel, Robert Paul Thümmel, op de hoogte stelde van de verklaringen welke Gerrit Temmingh had afgelegd [7]. Erich Karl Kronberger gaf als commandant van Robert Paul Thümmel hem opdracht over te gaan tot actie. Dat betekende dat op de avond van 18 december 1944 de S.D. van Meppel een inval deed in de woning van de weduwe J.A. de Groot aan de Weerdstraat in Meppel. Daarbij werden onder andere Peter van den Hurk, zijn verloofde M.A. de Jong en twee Amerikanen opgepakt [8].
De twee Amerikanen, Howard de Mally en Loel Bishop, werden overgebracht naar het Duitse vliegveld bij Havelte.
De gevangen genomen leden van de K.P. van Meppel, Peter van den Hurk en zijn verloofde M.A. de Jong, werden eerst meegenomen naar een villa in het Wilhelminapark in Meppel en daar op een verschrikkelijke manier mishandeld. Daarna werden zij opgesloten in het toenmalige politiebureau in de Hagenstraat in Meppel.
De Meppeler K.P. besloot zijn leden te bevrijden, vanwege de ernst van de situatie. Dat gebeurde in de avond van 24 december 1944. Deze leden werden op spectaculaire wijze bevrijd, maar het kostte wel het leven van de Meppeler K.P.’er Gerrit de Boer.

Geraadpleegde bronnen
[1]
Centraal Archief voor de Bijzondere Rechtspleging, ’s Gravenhage. Dossier E.K. Kronberger, Politieke Recherche Afdeling Drachten, Proces-Verbaal, d.d. 01-06-1946, no. 232 Alg. S.D., 40e getuige T. S.W.
[2]
G. J. Frank was onder andere commandant geweest in de Dossin-kazerne te Mechelen in België. Vanuit deze kazerne werden de Belgische Joden gedeporteerd naar de vernietigingskampen. In België heeft hij een beruchte reputatie achter gelaten.
[3]
Dossier E.K. Kronberger, Politieke Recherche Afdeling Drachten, Proces Verbaal, d.d. 01-06-1946, no. 232, Alg. S.D., 43e getuige G. Temmingh.
[4]
Dossier E. K. Kronberger, stuk 23, Terechtzitting Bijzondere Strafkamer van de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, d.d. 07-02-1950, rol nummer 22, 3e getuige Aaltje Eggink-Timmerman.
[5]
Dossier E. K. Kronberger, stuk 23, Terechtzitting Bijzondere Strafkamer van de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, d.d. 07-02-1950, rol nummer 22, 3e getuige Aaltje Eggink-Timmerman;
Idem, 4e getuige Aaltje Doggen-Fledderus (weduwe van Thijs Eggink);
Idem, 5e getuige Constance van Nooten-Goedbloed.
[6]
Dossier Erich Karl Kronberger, zie [3].
[7]
Dossier Erich Karl Kronberger, Politieke Recherche Afdeling Drachten, nr. 232, Proces-Verbaal van verhoor van voormalige S.D.-leden, d.d. 28-03-1946. Verklaringen van Erich Karl Kronberger en Hermann Rosendahl.
Dossier R.P. Thümmel, verklaring 2e verdachte, R.P. Thümmel en verklaring 3e verdachte Hugo Heinicht Geigolath.
[8]
Bureau Opsporing Oorlogsmisdadigers, Gemeentepolitie Assen. Proces-Verbaal, nr. 435, dossier nr. 80, 12e getuige P. van den Hurk.
Idem, dossier nr. 79, 3e getuige M.A. de Jong

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Drs. Hendrik (Henk) Spreen heeft in de tijd (2000-2002) dat hij het hiervoor opgenomen bericht schreef in overleg met en op aandringen van ambtenaren van het Ministerie van Justitie, de volledige naam van de K.P.’ er op de Smilde niet gebruikt en heeft volstaan met het gebruiken van zijn initialen T.S.W. De redactie heeft dat hier zo gelaten. Echter h
et is tegenwoordig na enig slim surfen op de golven van het wereld wijde web niet moeilijk meer achter de twee voornamen en de achternaam van T.S.W. te komen.
De historicus wijlen drs. Hendrik (Henk) Spreen is de schrijver van het boek ‘Steenwijk in 40-45. Een historisch document’.
De redactie heet wat betreft de paragraaf  ‘Nasleep’ onverkort en ongecensureerd de tekst van drs. Hendrik (Henk) Spreen overgenomen, dit in afwijking van de tekst in Opraekelen 03/1.

Afbeelding 1
De Oostenrijker Erich Karl Kronberger was S.S.-Hauptsturmführer bij de Sicherheitspolizei en de Sicherheitsdienst. Hij was oorspronkelijk goudsmid in Wenen. Hij werd in 1935 beroepssoldaat bij de S.S.-Standarte Deutschland. In 1939 nam hij deel aan de veldtocht tegen Polen en in 1941 tegen Rusland. Hij werd in 1943 overgeplaatst naar Denemarken en was daar het hoofd van een S.D.-eenheid. In mei 1944 ging hij naar Lille in Frankrijk, waar hij tot september 1944 bleef. Vanwege de opmars van de geallieerden trok hij met zijn eenheid via Mechelen en Duitsland naar Nederland, waar hij via Almelo, Velp en Rotterdam in Heerenveen terechtkwam. Tijdens zijn proces na de oorlog ‘beroemde’ hij zich erop dat hij veel ‘extra’s’ voor de gevangenen in Crackstate te Heerenveen had gedaan. Hij kreeg tot veertien jaar gevangenisstraf (foto uit de collectie van het Bundesarchif in Berlijn).

Afbeelding 2
De Duitser Hermann Rosendahl was S.S.-Hauptscharführer en Kriminalsekretär in Heerenveen. Hij was de centrale figuur bij de S.D. in de strijd tegen het verzet. Hij was reeds bij het begin van de oorlog met Frankrijk in Lille. Hij was een fel voorstander van het zogenaamde ‘verscherpte verhoor’, wat betekende dat er tijdens verhoren ongelimiteerd op los moest worden geslagen. Dat deed hij dus ook ! Hij werd na de Tweede Wereldoorlog uitgeleverd aan Frankrijk en aldaar veroordeeld tot levenslange dwangarbeid. (foto uit de collectie van het Bundesarchif in Berlijn)

Afbeelding 3
De Duitser Robert Paul Thümmel was S.S.-Untersturmführer. Hij was vanaf begin juni 1940 Befehlshaber van de Sicherheitspolizei en de S.D. in Parijs. Vervolgens was hij vanaf september 1941 Befehlshaber van de Nebenstelle van de Sicherheits Polizei en de S.D in Douai in Noord-Frankrijk en in België. Hij werd in september 1944 commandant van een S.D.-Kommando te Meppel. Hij gedroeg zich als een bruut en werd alom gevreesd. In Meppel executeerde hij vijf gevangenen. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij veroordeeld tot 11 jaar gevangenistraf, doch kreeg in 1950 één jaar gratie. (foto uit de collectie van het Bundesarchif in Berlijn)

Afbeelding 4
De Duitser Walter Paarmann was S.S.-Kriminalsekretär bij de S.D. Hij verbleef enige jaren in Noord-Frankrijk. In september 1944 werd hij ingedeeld bij het Kommando Kronberger in Heerenveen. Hij was belast met ‘terroristische aangelegenheden’ en nam vaak deel aan razzia’s. Hij is na de Tweede Wereldoorlog uitgeleverd aan Frankrijk en is daar ter dood veroordeeld. Hij is gelijktijdig gefusilleerd met de gevreesde, in Steenwijk gestationeerde, Fritz Habener, die op 10 april 1945 in Diever een bloedbad aanrichtte. (foto uit de collectie van het Bundesarchif in Berlijn)

Afbeelding 5
De Belg Emile Steylaerts was S.D.-Wachmann. Hij was de zoon van een klompenfabrikant uit Herenthals. Hij verbleef van half oktober 1944 tot 15 april 1945 in Heerenveen. Hij deed onder meer dienst als tolk bij de verhoren. Hij was bij de gevangenen bekend als ‘de Beul’ of ‘de Bokser’ en werd alom gevreesd vanwege zijn brute optreden. Hij werd na de Tweede Wereldoorlog uitgeleverd aan België en aldaar berecht. (foto uit de collectie van het Bundesarchif in Berlijn)

Afbeelding 6
De Roemeen Eugen Polianski was S.D.-Wachmann. Hij was slager van beroep. Hij werd in 1943 verplicht tewerkgesteld in Berlijn. Hij deserteerde, werd gearresteerd en mocht vervolgens kiezen uit gevangenisstraf of dienst nemen in het Duitse leger. Hij koos voor het laatste. Hij kreeg een militaire opleiding en werd in oktober 1944 in Heerenveen geplaatst. Hij trad tijdens razzia’s hardhandig op, hij sloeg veelvuldig met de kolf van zijn geweer. (foto uit de collectie van het Bundesarchif in Berlijn)

Posted in 22 november 1944, Onderduikershol, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Ut anplakbiljet van de oam’d van de dree keunings

De toneelvereniging in Deever voerde in 1951 het toneelspel Driekoningenavond van William Shakspeare op in het openluchttheatertje an de Heezeresch bee Deever.
De redactie van ut Deevers Archief is een groot liefhebber van het tonen van mooie afbeeldingen uut de gemiente Deever aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.
Bijgaand afgebeelde tekening is onderdeel geweest van een degelijk ouderwets papieren aanplakbiljet, waarmee en waarop reclame werd gemaakt voor dit eup’mlogtspel. De redactie heeft helaas niet de beschikking over dat volledige aanplakbiljet.
Maar wie kon in Deever en elders ontkomen aan die grote aanplakbiljetten ? Het aanplakbiljet hing zelfs bij de plaatselijke slager. Het aanplakbiljet hing ook bij de voorverkoopadressen in Assen, Emmen, Hoogeveen, Meppel en Steenwijk. Bij de voorverkoopadressen was ook een folder met gegevens over de voorstellingen te verkrijgen. Zie afbeelding 2.
Allemaal eendere aanplakbiljetten van het soort, dat het vaker van het aantal moest hebben dan van de kwaliteit. In ferme letters en stoere regels werd kond gedaan van het feit dat in openluchttheatertje in de prachtige bossen van Deever opvoeringen zouden plaats vinden van Shakespeare’s Driekoningenavond en wel op 22, 26 en 40 juni en 7, 11 en 14 juli 1951.
Maar de tekening op het aanplakbiljet met reclame voor de Driekoningenavond was bepaald wel van goede kwaliteit ! Zie de bijgevoegde afbeelding.
Desalniettemin nochtans evenwel is de bijgaand afgebeelde tekening (afbeelding 1) toch maar weer een fraai fragmentje uit de vroege geschiedenis van de toneelvereniging in Deever. De redactie beschouwt deze tekening (afbeelding 1) toch echt wel een beetje als een soort van kunst.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Eup’mlogtspel, Kuunst, Shakespeare prullaria, Shakespearitis, Tiekening | Leave a comment

Kiender bee de Witteler skoele an ut Pot’s Weggie

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 72 een afbeelding van een zwart-wit foto van leerlingen van de Witteler skoele in de zomer van 1936. In de tekst bij de afgebeelde foto is aandacht besteed aan de kinderen op de afgebeelde foto. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

72 – Wittelte- Openbare Lagere School – 1936
Deze foto komt uit het bewaard gebleven Wittelter album van juffrouw Christina Augusta Johanna Ter Horst. Zij gaf dit mooie document in 1996, op 87-jarige leeftijd, aan de Wittelter gemeenschap. De lijst met namen kon zelfs na meer dan zestig jaar nog met succes worden opgesteld.
Vooraan zitten van links naar rechts:
Pieter Barelds (1929), Hendrik Jonker (1929), Hendrik Siemens (1926), Albert Winters (1924), Jan Kok (1930), Albert Jan Winters (1929) en Arent Noorman (1929).
Op de tweede rij zijn van links naar rechts te zien:
Willem Gelmers (1930), Roelof Lensen (1930), Geert Kok, (1928), Egbert Gelmers (1928), Koop Steenbergen (1927), Lukas Pruntel (1927), Albert Berends (1927), Arend Vrieling (1925) en Albert Lensen (1926).
Op de derde rij staan van links naar rechts:
Trijn Gelmers (1926), Maria Jacoba Boer (1924), Arentje Pouwels (1927), Roelfina Smak (1926), Janna Hilligje Boerhof (1925), Frederika Jantina Odie (1930), Grietje Berends (1924), Jentje Gelmers (1927), Aaltje Jongebloed (1928), Hilligje Barelds (1927), Margje Jonker (1927) en Zwaantje Boer (1929).
Op de vierde rij staan van links naar rechts:
juffrouw Christina Augusta Johanna ter Horst (1909), Hendrik Jan Tabak (1926), Sent Jonker (1924), Albertus Berends (1928), Albert Noorman (1928), Hendrik Slot (1928), Hendrik Jan Zegeren (1928), Lenze Cornelis Boer (1927) en hoofdmeester Hendrik van Leenders (1905).
Op de bovenste rij zijn van links naar rechts te zien:
Lambertus Jonkers (1926), Lambertus Koning (1928), Martinus Harm Lensen (1923), Lubertus Boer (1922), Hendrik Berends (1923), Jacobus (Koos) Smak (1924) en Klaas Tabak (1924).

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De zandweg voor de Witteler skoele werd Slot’s Weggie of Pot’s Weggie genoemd. Pas na de sloop van de Witteler skoele heeft dit weggetje de naam Meester Broerweg gekregen. De redactie geeft echter de voorkeur aan de naam Pot’s Weggie.
De redactie wil bijzonder graag van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief, hopelijk ook kinderen van de kinderen die op de hier afgebeelde schoolfoto staan, ontbrekende gegevens ontvangen.
Het schoolgebouw achter de kinderen bestaat niet meer. 



Op de bovenste rij zijn van links naar rechts te zien:

01.  Lambertus (Lambert) Jonker
Hij is geboren in 1926. Hij trouwde met Lammigje (Lammie) Westerhof. Hij woonde an de Heufdstroate in Deever.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

02.  Lambertus (Bertus) Koning
Hij is geboren in 1928. Hij woonde in Gramsbergen.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

03.  Martinus (Tinus) Harm Lensen
Hij is geboren op 24 maart 1923. Hij is overleden op xx oktober 2001.
Hij trouwde met Grietje Tebbenhof.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

04.  Lubertus (Bertus) Boer
Hij is geboren op 18 augustus 1922 in Oll’ndeever. Hij is overleden op 14 september 1984. Hij trouwde met A.. Nijland. Hij woonde in Oll’ndeever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

05.  Hendrik Berends
Hij is geboren op 2 juli 1922 in Wittelte. Hij is overleden op 27 april 2004. Hij woonde lang in Wittelte. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

06.  Jacobus (Koos) Smak (1924)
Hij is geboren op 17 maart 1924 op ’t Moer. Hij is overleden op …..
Hij trouwde met Anna Francina Goettsch. Hij woonde op de Smilde.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

07.  Klaas Tabak
Hij is geboren in 1924.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

Op de vierde rij staan van links naar rechts:

08.  Christina Augusta Johanna ter Horst 
Zij was de juffrouw.
Zij is geboren in 1909.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

09.  Hendrik Jan Tabak
Hij is geboren op 6 september 1926. Hij is overleden op 19 juni 1990. Hij trouwde met Trijntje Greveling. Hij was boer an de Wapserveenseweg in Wittelte. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

10.  Sent Jonker
Hij is geboren in 1924 in Wittelte.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

11.  Albertus Berends
Hij is geboren op 16 juni 1928 in Wittelte. Hij is overleden op 26 april 2011 in Dwingel. Hij heeft in Wittelte en Meppel gewoond. Hij woonde de laatste jaren van zijn leven in Dwingel. Hij is begraven op de kaarkhof van Dwingel.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

12.  Albert Noorman
Hij is geboren 7 juli 1928 in Wittelte. Hij is overleden op 13 november 2000.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

13.  Hendrik (Henk) Slot
Hij is in 1928 geboren in Wittelte.
Hij is een zoon van bakker Aaltert Slot.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

14.  Hendrik Jan Zegeren
Hij is geboren in 1928. Hij woonde in Assen.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

15.  Lenze (Leinse) Cornelis Boer
Hij is geboren op 24 februari 1927 in Oll’ndeever.
Hij is een zoon van Hendrik Jacob Boer en Lammigje Nieuwenhuis.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van Leinse Boer.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

16.  Hendrik van Leenders
Hij was de hoofdmeester van de Witteler skoele.
Hij is geboren op 21 mei 1909 in Meppel. Hij is overleden op 3 februari 1999 in Zandvoort.
Hij trouwde met Fennegien Speek. Zij was onderwijzeres.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

Op de derde rij staan van links naar rechts:

17.  Trijn (Trientie) Gelmers
Zij is in 1926 geboren in Havelte. Zij trouwde met P…. Winters.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

18.  Maria (Marie) Jacoba Boer
Zij is geboren in 1924.
Zij is een dochter van Hendrik Jacob Boer en Lammigje Nieuwenhuis.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

19.  Arentje Pouwels
Zij is geboren in 1927.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

20.  Roelfina (Roelie of Fina) Titiena Annechina Smak
Zij is geboren op 15 april 1926 op ’t Moer. Zij is overleden op 15 oktober 2004. Zij trouwde met Johan Frederik Goettsch. Zij woonden in Wapse (?).
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

21.  Janna Hilligje Boerhof
Zij is geboren op 6 april 1925 in Wittelte. Zij is overleden op 20 augustus 2003 op Wapservene. Zij trouwde met Hilbert Hessels. Zij is begraven op de kaarkhof op Wapservene.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

22.  Frederika (Rikie) Jantina Odie
Zij is geboren op 17 februari 1930 op ’t Moer. Zij is overleden op 23 oktober 1983.
Zij trouwde op 7 november 1952 met Albert Veen. Zij woonde in Joure in Fryslân.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

23.  Grietje Berends
Zij is geboren in 1924. Zij trouwde met Pouwel Broekman. Zij woonde in Uffelte.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

24.  Jentje (Jentie) Gelmers
Zij is geboren in 1927 in Havelte. Zij trouwde op 21-jarige leeftijd op 29 juni 1946 met Hendrik Westerhuis.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

25.  Aaltje Jongebloed
Zij is geboren in 1928. Zij trouwde met ….. Kiers. Zij woonde in Dwingel.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

26.  Hilligje (Hillie) Barelds
Zij is geboren op 6 maart 1927 in Wittelte. Zij is overleden op 28 juli 2016 in Emmeloord. Zij trouwde met Geert Nijhof.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

27.  Margje Jonker
Zij is geboren in 1927. Zij trouwde met Jan Mones.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

28.  Zwaantje Boer
Zij is geboren in 1929 in Oll’ndeever. Zij woonde in Ossenzijl.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van haar.

Op de tweede rij zijn van links naar rechts te zien:

29.  Willem Gelmers
Hij is geboren op 14 februari 1930 in Havelte. Hij trouwde in Meppel met Minke Dijkstra. Hij woonde in Meppel.
Hij is een zoon van Jan Gelmers. Hij woonde op ’t Moer in de eerste boerderij aan de Wapserveense kant. Hij is in 1978 overleden. Willem was invalide. Hij had manke benen. Hij had een apart ding om te kunnen lopen. De familie Jan Gelmers heeft ook nog een paar jaar gewoond in de eerste boerderij voorbij de Steenbaarger bochte in de gemiente Oavelte. De familie Jan Gelmers is in november 1939 verhuist naar Meppel.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

30.  Roelof Lensen
Hij is geboren in 1930.
Hij is geboren op 4 januari 1930 op ’t Moer. Hij is overleden op zondag 11 april 1943 in Meppel.
Hij is een zoon van Roelof Lensen en Grietje Jonkers.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

31.  Geert Kok
Hij is geboren in 1928 op ’t Noord. Hij is overleden op ….. Hij trouwde met Janna Keizer. Hij was boer op ’t Noord.
De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief voor meer gegevens graag naar het boek ‘Wittelte. Geschiedenis van de boerderijen vanaf 1770 tot heden’, geschreven door de Witteler Klaas de Boer.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

32.  Egbert Gelmers
Hij is geboren op 18 augustus 1928 in Havelte. Hij is overleden op 7 november 1994 in Meppel. Hij trouwde met Geesje Zwolle. Hij woonde in Meppel.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

33.  Koop Steenbergen
Hij is geboren op 27 juli 1927 in Wittelte. Hij is overleden op 17 oktober 2007. Hij is begraven op de kaarkhof in Uffelte. Hij trouwde met Maria Lutina Timus. Hij woonde in Uffelte.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

34.  Lukas Pruntel
Hij is geboren in 1927. Hij trouwde met Jantje Schreuder.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem8

35.  Albert Berends
Hij is geboren in 1927. Hij woonde in Dwingel.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

36.  Arend Vrieling
Hij is geboren in 1925.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

37.  Albert Lensen
Hij is geboren op 1 januari 1928. Hij is overleden op 4 september 2005. Hij trouwde met Vrougje Snijder. Hij woonde in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

Op de onderste rij zijn van links naar rechts te zien:

38.  Pieter Barelds
Hij is geboren op 30 augustus 1929 an de Wittelerweg in Wittelte. Hij is een zoon van Hendrik Lefferts Barelds en Aaltje Pieper. Hij trouwde in 1957 met Trientje Hingstman. Hij was boer an de Wittelterweg 18 in Wittelte. De laatste jaren van zijn leven woonde hij in Dwingel. Hij is overleden op 16 april 2008 op 78-jarige leeftijd in Dwingel. Hij is begraven op de kaarkhof van Dwingel. De redactie verwijst de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief voor meer gegevens graag naar het boek ‘Wittelte. Geschiedenis van de boerderijen vanaf 1770 tot heden’, geschreven door de Witteler Klaas de Boer.

39.  Hendrik Jonker
Hij is geboren op 23 juni 1929 an de Wittelerbrogge in Wittelte. Hij is overleden. Hij trouwde met Petronella (Nella) Godwaldt uut Wapse. Hij woonde de laatste jaren van zijn leven in Vledder. Hij is een zoon van Roelof Jonker en Albertje Pouwels.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

40.  Hendrik Siemens
Hij is geboren op 30 september 1926 in Wittelte. Hij is overleden op …. Hij trouwde met Roelofje Boverhof. Hij woonde na zijn pensionering in Deever.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

41.  Albert Winters
Hij is geboren op 22 april 1924 in Wittelte. Hij is overleden op 18 december 1978 in Wittelte. Hij trouwde met Geesje Doorten. Hij woonde in Wittelte. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

42.  Jan Kok
Hij is geboren op 4 maart 1930 aachter op ’t Noord. Hij is in 1996 overleden. Hij is niet getrouwd geweest. Hij is een zoon van Lambert Kok en Aaltje Harms. Hij was een beetje boer. Hij was ongetrouwd en woonde met zijn twee zusters Jantje en Jantina in een boerderij aachter op ut Noord, die nu als adres Noordswegje 10 heeft.
De redactie verwijst de geïnteresseerde bezoekers van ut Deevers Archief voor meer gegevens graag naar het boek ‘Wittelte. Geschiedenis van de boerderijen vanaf 1770 tot heden’, geschreven door de Witteler Klaas de Boer.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

43.  Albert Jan Winters
Hij is geboren op 24 juli 1929 in Wittelte. Hij trouwde met Margje Smit. Hij woonde in Hengelo.
Hij was machinist bij de Nederlandse Spoorwegen.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

44.  Arend Noorman
Hij is geboren op …….. 1929 in Wittelte. Hij is overleden op ……. Hij was getrouwd met Bertha Bügel. Hij woonde in Oll’ndeever.
De redactie is nog op zoek naar meer gegevens van hem.

Posted in Alle Wittelers, Verdwenen object, Witteler skoele | Leave a comment

De storm bee ut eilaand van Prospero

De toneelvereniging in Deever voerde in 1948 het toneelspel de Storm van William Shakspeare op in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever. De redactie van ut Deevers Archief is een groot liefhebber van het tonen van mooie afbeeldingen uut de gemiente Deever aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.
Bijgaande tekening is onderdeel geweest van een degelijk ouderwets groot papieren aanplakbiljet, waarmee en waarop reclame werd gemaakt voor dit eup’mlogtspel.

In het toneelspel De Storm is Prospero door zijn meineedige broer Antonio verbannen naar een eiland. Door stom toeval zeilt Antonio voorbij dit eiland. Prospero gebruikt zijn magische gave om elementen en geesten aan te roepen en zo een storm te veroorzaken, die het schip met daarop Antonio doet zinken. Op het aanplakbiljet is het zinkende zeilschip te zien.

De redactie heeft helaas niet de beschikking over dat volledige aanplakbiljet. Desalniettemin nochtans evenwel is de tekening op bijgaande afbeelding toch maar weer een fraai fragmentje uit de vroege geschiedenis van de toneelvereniging in Deever. De redactie beschouwt deze tekening toch ook echt wel een beetje als een soort van kunst.

Posted in Eup’mlogtspel, Kuunst, Shakespeare prullaria, Shakespearitis, Tiekening | Leave a comment

Hielke Siebrand Schrale wödde in Wapse vumooid

De redactie van ut Deevers Archief besteedt graag aandacht aan het gebeurde in de Tweede Wereldoorlog in de gemiente Deever. Zo besteedt de redactie ook aandacht aan omgekomen personen, die niet in de gemiente Deever zijn geboren, ten tijde van de Tweede Wereldoorlog niet in de gemiente Deever woonden, maar wel door toedoen van de Duitse bezetter zijn omgekomen in de gemiente Deever.  

In de webstee van de Oorlogsgravenstichting zijn enige gegevens over het oorlogsslachtoffer Hielke Siebrand Schrale te vinden.
Hij is geboren op 13 augustus 1904 in Otterlo in Gelderland. Hij was in de Tweede Wereldoorlog tandarts in Steenwijk, adres Stationsstraat 14.
Hielke Siebrand Schrale zat in Steenwijk in het verzet tegen de Duitse bezetter. Hij werd op 15 september 1944 gearresteerd door de Duitsers. De Duitsers vermoordden hem diezelfde dag in de gemiente Deever. Hij is op 18 september 1944 begraven op de Algemene Begraafplaats in Steenwijk.
Pas op 19 september 1944 deed wachtmeester der staatspolitie Gerrit Temmingh aangifte van het overlijden in de gemiente Deever van Hielke Siebrand Schrale. Gerrit Temmingh verklaart dat hij de vermoorde Hielke Siebrand Schrale op 15 september 1944 dood heeft gezien. Zie afbeelding 1.
Wijlen drs. Henk Spreen beschrijft in zijn boek ‘Steenwijk in 40-45’ op de bladzijden 245, 246, 247 en 248 het treurige einde van Hielke Siebrand Schrale.
Vlak over de gemeentegrens tussen Vledder en Deever, ter hoogte van het oude tolhuis bij Wapse lag links van de weg nog een klein heideveld. Daar stapten de ook later in Deever beruchte S.S. Hauptscharfüher Fritz Habener, de Sturmmann Verwee (een Vlaming) en Hielke Siebrand Schrale uit de auto. In het heideveld, zo’n twintig meter van de weg (zie de pijl in afbeelding 2), schoten Habener en Verwee omstreeks 17.00 uur elk een kogel door het hoofd van Schrale. Echter Schrale overleed niet direct, hij was buiten bewustzijn. Hij overleed pas na 19.00 uur aan de schotwonden in zijn hoofd.
De redactie verwijst voor een samenvatting van de tekst van drs. Henk Spreen in zijn boek ‘Steenwijk in 40-45’ naar de webstee Traces of War.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Oorlogsslachtoffers, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Kiender op ut plein veur de offeskeid’n skoele

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’  is als afbeelding 66 een afbeelding van een schoolfoto met kinderen van de gereformeerde school an de Heufdstroate in Deever opgenomen. De afgebeelde foto is gemaakt in 1934. In de tekst bij de afgebeelde foto is de naam van alle op de foto aanwezige kinderen vermeld. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen.

66 – Diever – Gereformeerde School – 1934
De kinderen op deze foto zijn een deel van de leerlingen die dat jaar op de christelijke lagere school aan de Hoofdstraat zaten. Een flink aantal kinderen kwam uit Oldendiever, Wittelte, Wapse en Wateren. De kinderen uit deze buitendorpen kwamen bijna allemaal uit boerenfamilies.
De bovenste rij wordt van links naar rechts gevormd door:
Jantje Haanstra, Grietje Hessels, Jantien (Jantje) Hessels, Neel de Graaf, Adrie de Graaf, Klaas de Graaf, Jan Timmerman, Jaap Moes, Jan Zantinge en Roelof Schuring.
Op de tweede rij van boven zijn van links naar rechts te zien:
hoofdmeester Broer Roosjen, zijn vrouw Jacoba Tiemersma (alleen een deel van het hoofd is te zien), juffrouw Grietje Schipper, Hendrik Kerssies, Jaap Kerssies, Jacobus (Kobus) Hessels, Arendina Zantinge, Keimpe Roosjen, Lucas Noord, Engbert Oosterga, Dirk Moes, Jans Bult en uiteraard met hoed meester Martinus Strating.
Op de tweede rij van onderen zitten van links naar rechts:
Freek Zantinge, Margje Haanstra, Arend Zantinge, Klaas Vording, Albert Jan Vording, Corrie de Graaf, Aaltinus Noord, Hendrik Noord, Jan Hilberts, Hendrik Hilberts, Gerrit Jan Pook en Onbekend.
Op de onderste rij zijn van links naar rechts te zien:
Wubbina Kruid, Jaap Kruid, Geert Gerhardus Koster, Grietje Haanstra, Klazien Oosterga, Hendrik Pook, Jans Hessels en Lambertus Hessels.
De op 24 mei 1925 geboren Geert Gerhardus Koster werd op 22 november 1944, samen met Hilbert Gunning, Hermannus Vos en Roelof Eggink, door de Duitse Sicherheitsdienst bij het onderduikershol gearresteerd. Hij stierf op 24 maart 1945 in het concentratiekamp Paigerhorst.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De hier afgebeelde foto is afkomstig uit de verzameling van wijlen Klaas Vording.

1.  Jantje Haanstra
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar haar gegevens.

2.  Grietje Hessels
Zij is geboren op 20 maart 1923 in Wittelte. Zij is overleden op 16 augustus 2020 op 93-jarige leeftijd in Deever. Zij trouwde op 31-jarige leeftijd op 5 mei 1954 in Deever met Albert de Weerd. Hij is geboren op 26 augustus 1922. Hij is overleden op 26 augustus 2011. Het echtpaar had een boerderij an ut Pot’sweggie. Na hun pensionering als boer en boerin gingen ze wonen an de Vlasstroate in Deever.

3.  Jantien (Jantje) Hessels
Jantien (Jantje) Hessels is geboren op 11 april 1921 in Wittelte. Zij is overleden op 9 april 2008 op de Smilde. Zij trouwde met Jan Albert Feijen. Hij is geboren op 11 november 1918 op de Smilde. Hij is overleden op 21 juni 2001 op de Smilde. Het echtpaar had een boerderij op de Smilde. Beiden zijn begraven op de begraafplaats Kyllot op de Smilde.

4.  Neel de Graaf
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar haar gegevens.

5.  Adrie de Graaf
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

6.  Klaas de Graaf
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

7.  Jan Timmerman
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

8.  Jaap Moes
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

9.  Jan Zantinge
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

10.  Roelof Schuring
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

Op de tweede rij van boven zijn van links naar rechts te zien:

11.  Broer Roosjen
Hij is de hoofdmeester
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

12.  Jacoba Tiemersma (alleen een deel van het hoofd is te zien)
Zij is de echtgenote van Broer Roosjen
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar haar gegevens.

13.  juffrouw Grietje Schipper
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar haar gegevens.

14.  Hendrik Kerssies
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

15.  Jaap Kerssies
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

16.  Jacobus (Kobus) Hessels
Jacobus (Kobus) Hessels is geboren op 8 februari 1925 in Wittelte. Hij is overleden op 4 juli 1988 op 63-jarige leeftijd in Eemster. Hij trouwde op 29-jarige leeftijd op 5 mei 1954 in Deever met Henderika Mos. Zij is geboren op 6 februari 1930 in Dwingel. Zij is overleden op 20 juni 1992 op 62-jarige leeftijd in Eemster. Beiden zijn begraven op de kaarkhof in Dwingel. Zij hadden een boerderij in Eemster.

17.  Arendina Zantinge
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar haar gegevens.

18.  Keimpe Roosjen
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

19.  Lucas Noord
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

20.  Engbert Oosterga
Hij is geboren op 5 december 1921 op Wateren. Hij is overleden op 14 september 2011 in Haulerwijk.
Hij trouwde met Martje Trul. Zie de grafsteen.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

21.  Dirk Moes
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

22.  Jans Bult
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

23.  Martinus Strating
De meester droeg altijd een hoed.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

Op de tweede rij van onderen zitten van links naar rechts:

24.  Freek Zantinge
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

25.  Margje Haanstra
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar haar gegevens.

26.  Arend Zantinge
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

27.  Klaas Vording
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

28.  Albert Jan Vording
Hij is geboren op 8 september 1926 in Wapse. Hij is overleden op 12 oktober 2006 in De Blesse.
Hij trouwde met Meintje Oldegarm. Zie de grafsteen.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

29.  Corrie de Graaf
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar haar gegevens.

30.  Aaltinus Noord
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

31.  Hendrik Noord
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

32.  Jan Hilberts
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

33.  Hendrik Hilberts
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

34.  Gerrit Jan Pook
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

35.  Onbekende leerling
De redactie wil bijzonder graag weten wie deze leerling is.

Op de onderste rij zijn van links naar rechts te zien:

36.  Wubbina Kruid
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar haar gegevens.

37.  Jaap Kruid
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

38.  Geert Gerhardus Koster
Hij is geboren op 24 mei 1925 in Deever. Hij is overleden op 22 november 1944 op 19-jarige leeftijd in het concentratiekamp Paigerhorst.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

39.  Grietje Haanstra
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar haar gegevens.

40.  Klazien Oosterga
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar haar gegevens.

41.  Hendrik Pook
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

42.  Jans Hessels
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

43.  Lambertus Hessels
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar zijn gegevens.

Posted in Alle Deeversen, Griffemiède skoele | Leave a comment

Wim Stuver vutelt over radioos in de oorlog

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papier scannen en vervolgens selectief in de oud-papier-bak gooien) bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders, en zo voort, en zo voort, en zo voort, uut de gemiente Deever zo nu en dan een document waarvan de redactie het de moeite waard dit te tonen aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.
De redactie vond op de bladzijden 5 en 6 van de op 12 april 1995 -veertig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Deever- door de gemeente Diever uitgegeven speciale Oorlogskrant het bericht ‘Radio in de periode 1940-1945’. Deze krant is niet betaald met belastinggeld, maar met een vette subsidie van de Stichting Cultuurfonds Diever.

Radio in de periode 1940-1945
Radio: Een belangrijk communicatie-middel

De radio heeft in deze periode een heel belangrijke rol gespeeld. Het was oorlog in Nederland en via het radio-toestel (televisie was er nog niet) konden de mensen afstemmen op de Hilversumse zenders om het nieuws te beluisteren. Nieuwsberichten zijn in tijden van oorlog heel belangrijk voor de mensen. De berichten die de huiskamer binnenkwamen via de radio waren na de Duitse inval noet zo betrouwbaar. Het Duitse leger viel op 10 mei 1940 Nederland binnen en de Duitse soldaten bezetten spoedig de radio-zenders in Hilversum. De Nederlandse omroepverenigingen kregen vanaf die tijd een verbod voor bepaalde uitzendingen (censuur). Het uitgezonden nieuws was door de Duitsers samengesteld en was vaak onwaar en onbetrouwbaar, dus Duitse propaganda. Zogenaamde Goebbels propaganda. Goebbels was onder het bewind van Hitler minister van propaganda.

Radio Oranje
Vlak na de Duitse inval week de Nederlandse regering, het Koninklijk Huis en een aantal bekende Nederlanders, waaronder dr. L. de Jong, schrijver A. den Doolaard en een zekere H.J. van de Broek, uit naar Engeland. In de BBC-studio’s (BBC = British Broadcasting Corporation) te Londen kregen ze een ruimte en begonnen radio-uitzendingen in de Nederlandse taal, bestemd voor het bezette Nederland. Vooral nieuwsuitzendingen en berichten in code, bestemd voor het actieve verzet. De zender kreeg als naam Radio Oranje en het doel was de verzetswil en het vertrouwen in de uiteindelijke bevrijding hoog te houden. Ook werd er later muziek en cabaret uitgezonden. De meeste Nederlanders stemden een paar keer per dag op vaste tijden af op Radio Oranje. Het gevolg was dat er praktisch niet meer naar Hilversum geluisterd werd. De Duitse bezetter kwam hier achter en het werd verboden naar de Engelse zender te luisteren. De Duitsers richtten stoorzenders op om de radiogolven vanuit Engeland onhoorbaar te maken. We bleven luisteren met zelfgebouwde raamantennes, die richting gevoelig waren en de storing uitfilterden.

Inleveren van het radio-toestel
Om het luisteren naar de Engelse zenders onmogelijk te maken, maakte de bezetter via raambiljetten door heel Nederland bekend, dat alle radio’s ingeleverd moesten worden (me/juni 1943). Veel mensen deden dit met tranen in hun ogen, omdat ze vaak voor dit kostbare bezit jarenlang hadden gespaard. Nu moest je gewoonweg de radio wegbrengen en zag je het waarschijnlijk nooit weer terug. Sommige mensen hadden nog een oud kapot toestel op de zolder staan. Dit toestel werd dan ingeleverd en hun eigen goede toestel werd verstopt in een kast of onder de vloer. Als de kust veilig was, dan werd het ondergedoken radio-toestel tevoorschijn gehaald en werd er toch naar Radio Oranje geluisterd. Pientere vaders en zoons bouwden vaak een simpele radio, die in een trommel, sigarendoos, schemerlamp of achter een schilderij opgeborgen werd. Soms werd de radio in een dikke bijbel gebouwd. Een mens in nood is zeer vindingrijk. Via vlugschriften werden werden berichten doorgeseind naar mensen die geen radio-toestel hadden.
Wat gebeurde er nu met die ingeleverde radio-toestellen ? Heel veel zijn, met wagonladingen vol, per trein en per volle boten naar Duitsland vervoerd. Sommige toestellen zijn gewoon op de zolder van het gemeentehuis blijven staan. Een mijnheer uit Heerenveen vertelde ons: ‘Mijn toestel stond nog mooi ingepakt en na de oorlog kon ik het zo weer meenemen.’ Gelukkig maar, want hij staat nu in het museum.

Herrijzend Nederland
In september 1944 werd Eindhoven al bevrijd. Bij Philips hadden ze tijdens de oorlog in het geheim, onder leiding van de verzetsman Gehrels, een radio-zender gebouwd met de bedoeling direct met uitzendingen vanuit bevrijd gebied te beginnen. Op 3 oktober 1944 begint men met de uitzendingen vanuit Eindhoven. De zender begint met de woorden: ‘Hier is herrijzend Nederland, de zender op vrije Nederlandse bodem, …..’ De omroeper is Van de Broek, voormalig Radio Oranje medewerker, gevlucht naar Engeland, en via België naar Eindhoven gekomen. De taak van Herrijzend Nederland is de mensen in het bevrijde zuiden van nieuws te voorzien en de mensen boven de grote rivieren, in het nog bezette Nederland, voor hen kwam de bevrijding pas in mei 1945, moed in te spreken en hopen op een spoedige bevrijding. Voor het westen van Nederland kwam toen nog die vreselijke ‘hongerwinter’. Herrijzend Nederland is gebleven tot januari 1946, daarna zijn de uitzendingen weer verzorgd vanuit Hilversum. In het museum vinden we op de schaal van kleine bakelieten radio-toestellen, gemaakt in die periode, xde naam Herrijzend Nederland. Deze toestellen zijn zeer geliefd bij de verzamelaars.

Expositie in Museum Radio-Wereld
Vanaf 1 mei tot 1 november is er een speciale expositie ter herinnering aan het feit, dat het vijftig jaar geleden is dat de bevrijding kwam, genaamd: ‘Radio en elektriciteit in de Tweede Wereldoorlog’. Tijdens de rondleidingen in deze periode, ook voor scholen die het museum bezoeken, wordt extra aandacht aan deze periode besteed.

W.H.G. Stuiver, conservator
S. Stuiver-Van der Heide, educatief medewerkster

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft aan dit bericht een afbeelding van de voor- en achterkant van het reclame-strooibiljet van Museum Radio-Wereld uit 1997 toegevoegd.
Museum Radio-Wereld (voorheen Museum d’Olde Radio) is gevestigd geweest in de boerderij met adres Aachterstroate 9 in Deever.
Wim Stuiver en Sjoukje van der Heide kochten in 1965 deze boerderij en openden hun radio-museum in mei 1987. Daarvoor was de boerderij eigendom van Sime Smidt.

Posted in Museum, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Dörk Kist vumooidde Jan van der Helm

In de Hoogeveensche Courant van 4 februari 2022 verscheen van de amateurhistoricus Albert Metselaar het bijzonder goed geschreven en solide bericht ‘Dodelijke samenloop van omstandigheden’ over de op 7 en 8 februari 1945 gepleegde moord op de in Wittelte geboren Jan van der Helm en de jood Szaya Reiner. 

Moscou, 7 en 8 februari 1945
Dodelijke samenloop van omstandigheden
Nieuw-Moscou – Wie een steen in de vijver gooit, krijgt kringen die zich van klein naar groot uitspreiden. Ligt er iets wat ze kan keren, kun ja rimpels op onverwachte manier terugkrijgen of iets op gang brengen waar je ook niet op had gerekend. In de zomer van 1943 was met name de KP-Nieuwlande actief met de brandstichtingen in en rond de gemeente Hoogeveen.
Geruchtmakend was de brand bij Jan Kist, boerenleider van de Landstand, een organisatie waarvan iedere landbouwer en veehouder verplicht lid moest worden. Brand was gemakkelijk te stichten en de effecten onder de bevolking groot. De bezetter heeft gedurende deze Tweede Wereldoorlog ingespeeld op de angst en ervaren terreur, waardoor het leven van de N.S.B.’ers en andere pro-Duitse Nederlanders onzeker werd. De N.S.B.’ers werden bewapend, voor wie dat wilde, en ingedeeld bij een afdeling van de Landwacht. Dat was een vorm van hulppolitie. Ze werden ingezet bij straatcontroles en huiszoekingen, in ieder geval tegen de Nederlandse bevolking die vasthield aan een vrij Nederland.
Eén van hen was Derk Kist, een gekwetste zoon van Jan Kist. Bang en kwaad tegelijk. Dát is geen excuus voor wat er gebeurde, maar wel een verklaring voor wat er kon gebeuren, toen Derk in een onverwachte situatie terechtkwam. Het ontsloeg Derk niet van zijn verantwoordelijkheid voor zijn daad ….
Jan van der Helm en Jo Moes hadden onderduikers in hun woning. We kennen het pand nog steeds. Zuideropgaande 154. Het was de joodse familie Reiner, later Rinat genoemd, met een pleegzoon, en er waren enige tijd twee zussen, de dames Hoepelmans. De zussen gingen door naar de buurman, meester Pennings.
Op 7 februari 1945 was Jo boodschappen aan het doen. Derk Kist kwam aan de deur van de boerderij, samen met zijn directe leidinggevende Landwachter, Jan Scholing. De deur zat op slot. Er klonk wel wat gestommel op de deel. Ze liepen om het pand. Jan van der Helm werkte achter zijn boerderij op het land, met zijn paard en had zijn oudste zoontje bij zich. Een kleine jongen, die voor zijn leeftijd veel te veel te zien en te horen kreeg. Derk Kist en Jan Scholing liepen naar het land bij de Riegshoogtendijk. Ze zeiden dat ze het paardentuig in beslag zouden nemen. Jan van der Helm weigerde dat niet, wat zou hem dat opleveren, hij had onderduikers te beschermen. Toen kwam de vraag hoe het kon dat er toch mensen in huis werden gehoord, terwijl de deur op slot zat.
Jan van der Helm wist dat er huiszoeking zou komen. Hij zette het op een lopen, westwaarts, naar de familie aan de nabijgelegen Wijdewijk. Aan die wijk haalde een kogel hem in. Derk Kist had hem doodgeschoten. Onder leiding van de S.S.’er Karl Robbertsen zorgde een flinke groep Landwachters voor doorzoeking van de boerderij. De familie Reiner werd gevonden, evenals de pleegzoon. Het ging er hard aan toe bij de verhoren. Er werd een radio gevonden. Het ging er nog harder aan toe. Vader Szaya Reiner werd in elkaar geslagen naast de achterdeur van de boerderij, op het ‘stroatie’ tussen de boerderij en het stookhok. Daar werd hij uiteindelijk doodgeschoten, toen de S.S. niet meer verwachtte dat er wat informatie uit hem zou komen. De moordenaar had bekend, tegenover Offeringa van de Marechaussee en de Politieke Opsporings Dienst van Hoogeveen/Hollandscheveld.
We lezen in een Zeeuwse Courant (daar is hij veroordeeld in 1949):
‘In burger gekleed en strak, bijna verbeten kijkend, verscheen woensdagmorgen de 45-jarige Karl Wilhelm Frans Klünner, verdacht van handelingen, in strijd met de wetten en gebruiken van de oorlog en de menselijkheid, voor het Bijzonder Gerechtshof te Middelburg. (….) De gedragingen van Klünner in Hoogeveen waren onderzocht door de opperwachtmeester der Koninklijke Mareschaussee, Offeringa. Verdachte had tegenover hem erkend, dat, toen op een boerderij in Hollandscheveld, een Joodse familie was ontdekt, hij -tezamen met zijn confrater Karl Lamm- de man (zekere Szaya Reiner) tegen de muur had gezet en hem van dichtbij met een pistool had doodgeschoten.’
De naam van de eigenaar van de radio stond erop geschreven. Zo kwam er op 8 februari 1945 een inval bij meester Pennings. Man en vrouw gingen mee voor verhoor, de onderduiksters werden niet gevonden, en een vrouw uit de buurt werd gevraagd om op de kinderen te passen. Ze vond de dames Hoepelman, toen ze een slaapkamer binnen ging. De vrouwen kregen geen bescherming van de oppas, een kraamverzorgster. Nee, deze meldde het bij de S.S.’er Karl Robbertsen, en dat leidde tot hun arrestatie.

Oorlog overleefd
De familie Reiner, de pleegzoon en de dames Hoepelman hebben de oorlog overleefd in kamp Westerborg. Er gingen geen treinen meer naar de vernietigingskampen. Het late tijdstip in oorlogstijd was hun overlevingskans. Voor Jo Moes en de onderduikers hield de pijn van de oorlog eigenlijk nooit op, al wisten ze wel weer een draai te geven aan hun leven. Jo hertrouwde met Reinder van der Helm, de broer van haar eerste man. De daders werden veroordeeld. Bij de verhoren was uiteindelijk ook de S.S.’er Auke Pattist nog betrokken geweest. Hij ontsnapte en zat zijn levenstijd uit in Spanje, waar hij een talenbureau had.
Al vrij snel na de oorlog kreeg Jo Moes, de weduwe van Jan van der Helm, het eerste huldebetoon onder ogen, voor haar rol van vrouw in het verzet. In april 1946 zond het Joods Nationaal Fonds een briefje rond, waarin werd aangekondigd dat in het voormalige Palestina een boomplanting ’te Uwer ere’ zou plaatsvinden. ‘Het verheugd ons u te kunnen mede delen dat uw Joodse kennissen gemeend hebben, ook uw naam aan een deel van het woud te moeten verbinden, in herinnering aan de gezamenlijk doorstane moeilijkheden tijdens de bezetting van Nederland.’ Lea Reiner-Goldsberg plantte een boom voor Johanna van der Helm, zo toonde een bijbehorend diploma. Ze plantte ook een boom voor Jan van der Helm.
In 1967 is Jo op uitnodiging van de beide zonen van de familie Reiner op bezoek geweest in Israël. Het werd een onvergetelijke reis. Tijdens deze reis plantte ze ook zelf een boom voor Jan.

Hoogste eer
Op 27 mei 1969 viel Jo de hoogste eer ten dele die de staat Israël voor hulp aan onderduikers kan betonen. Ze kreeg met nog tien andere Nederlanders de Yad Vashem onderscheiding. De onderscheiding bestaat uit een oorkonde en een speciaal voor dat doel geslagen medaille, waarop symbolisch tot uitdrukking wordt gebracht de woorden uit de Talmoed: ‘Wie een enkel leven redt, redt de gehele wereld’. De plaats van redding is nog steeds in Moscou, nu Nieuw-Moscou, aanwezig. Hopelijk tot in lengte van dagen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het gebeurde vaak dat ‘fouten in de oorlog’ werden wegeknooid door het verzet, dus de dwingende raad kregen de streek waar ze hun wandaden pleegden, te verlaten. Jan Kist is geboren op 30 juli 1887 in Avereest. Hij is overleden op 2 januari 1954 in Kerkrade in Limburg. Derk Kist is geboren op 10 maart 1914 in Thorne in Engeland. Hij is in 1977 op 62-jarige leeftijd overleden in Westerhaar in Overijssel.
Johanna (Jo) Moes is geboren op 12 februari 1918 in Zuidwolde. Zij is overleden op 14 april 2008 in Deever. Zij hertrouwde op 11 mei 1949 in Hoogeveen met Reinder van der Helm, broer van Jan van der Helm. Reinder van der Helm is geboren op 5 augustus 1924 in Oll’ndeever. Hij is overleden op 29 augustus 2012 op 88-jarige leeftijd in Ruinen. De redactie weet niet of zij zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever of elders of dat zij zijn gecremeerd.
Reinder van der Helm en Johanna (Jo) Moes hebben na de Tweede Wereldoorlog een boerderij gehad in Oll’ndeever. Na hun pensionering als boer en boerin hebben ze vele jaren an de Brinkstroate in Deever gewoond.


Posted in Alle Deeversen, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Die fatale seu’mde febewoari in Kaark’nveld

In het Nieuwblad van Friesland (Hepkema’s Courant) verscheen op 8 december 1948 een verslag van de behandeling door het bijzondere gerechtshof in Leeuwarden inzake het drama van Kerkenveld, waarbij de in Oll’ndeever geboren Jan van der Helm en de joodse onderduiker Szaya Reiner werden vermoord.

Bijzonder Gerechtshof Leeuwarden
Een landwachterstrijd in Drente
De behandeling van drie landwachterszaken uit Drente uit de gehele dag in beslag, waarvan de eerste, tegen Derk Kist, 33 jaar landbouwer te Hollandscheveld, voor onbepaalde tijd werd geschorst, daar een aantal getuigen niet was verschenen. Doch hetgeen kwam vast te staan, was al erg genoeg.
Het drama te Kerkenveld
Zo vertelden de heer en mevrouw Jonkman te Kerkenveld (Zuidwolde) van een dram, dat zich onder hun ogen had afgespeeld. Beiden waren op de Riegshoogtendijk, op weg naar hun zoon, toen zij een paar landwachters zagen. De vrouw besloot terug te gaan om de onderduikers thuis te waarschuwen. Doch zover kwam het niet. Nu wijlen de heer Jan van der Helm werd genoodzaakt het tuig van zijn paard, waarmee hij op ’t land werkzaamheden verrichtte, in te leveren. Hij wierp het de landwachters voor de voeten. Toen hij in de gaten kreeg, dat ze hem wilden arresteren, nam hij de vlucht, achtervolgd door verdachte met de karabijn in de aanslag, waaruit hij een viertal schoten loste, ten gevolge waarvan Jan van der Helm in de borst werd getroffen en onmiddellijk overleed. Een slagader was geraakt. Mevrouw Jonkman had nog gehoord: ‘Sta stil, of ik schiet.’
‘Daar ligt hij; hij is dood’, had verdachte zeer opgewonden uitgeroepen.
Naar het oordeel van de heer A. Bijl, los arbeider te Hollandscheveld, was het laatste schot op ongeveer 50 meter van het slachtoffer gelost.
Dokter Reynierse te Hollandscheveld, die toegang kreeg tot de woning van Jan van der Helm, om op verzoek van de politie de doodschouw te verrichten, ontdekte in het huis ook nog een persoon van Joodschen bloede, die was overleden. Ook lag er nog een pleegzoon van dit slachtoffer zwaar gewond op de vloer. De dokter adviseerde het jongmens naar een ziekenhuis te vervoeren.
Verdachte was vóór het misdrijf bij de woning van Jan van der Helm geweest om paardentuigen te vorderen.
De President verweet verdachte, dat hij de Duitsers had gewaarschuwd om op de boerderij te komen, terwijl hij wist, dat er onderduikers waren. De S.D. had gelast de Jood dood te schieten. Later hadden zij de boerderij geplunderd en de goederen onderling verdeeld. Kist had nog meer op zijn kerfstok. ……
De volgende zaak betrof die van Jan Scholing, 37 jaar, landarbeider te Hollandscheveld, de commandant van de plaatselijke landwacht. Deze was ook bij de bovengenoemde acties betrokken.
President: ‘U bent de oorzaak, dat de Jood ten huize van Jan van der Helm om het leven kwam. Al waart ge landwachter, toch had ge bij de burgemeester moeten verzwijgen, dat er een Jood in huis was.
Verdachte zou zich na de moord uit de landwacht hebben teruggetrokken.
De procureur-fiscaal vorderde 12 jaar. De oorzaak van het hele drama was het optreden van de verdachte. Bovendien heeft verdachte nog in burger dienst gedaan bij de begrafenis van Jan van der Helm om te kunnen optreden tegen terroristen.
De derde landwachter was Jacobus Oostindiën, 34 jaar, landarbeider te Hoogeveen, die beroepslandwachter was en werd bevorderd tot onderschaarleider en sectiecommandant. Deze was ook bij enkele van bovengenoemde misdrijven betrokken, ook bij de plundering van de woning van Jan van der Helm. …..
Bovendien had hij ten huize van Jan van der Helm de man van Joodschen bloede nog gevraagd of hij een Jood was. Na een tweede vraag erkende de man zulks. Daarna had men hem gedood.
De procureur-fiscaal vorderde 8 jaar.
Nadat er twee doden waren gevallen, nam hij deel aan de rooftocht, zo merkte de spreker op.
Uitspraak 21 december aanstaande.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Jan van der Helm is geboren op 15 augustus 1911 in Wittelte. Hij is vermoord op 7 februari 1945 in Hollandscheveld.
De redactie heeft in enige berichten aandacht besteed aan Jan van der Hem.
Zie bijvoorbeeld het bericht Wie was toch die Jan van der Helm ?.

Posted in Alle Deeversen, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Retro-koate van de stoombooties an de brogge

De verwoede verzamelaars van ansichtkaarten uut de gemiente Deever meenden tot voor kort niet beter te weten dan dat van de stoombootjes van de Drentsche Stoomboot Maatschappij (D.S.M.) bee de Deeverbrogge, veur de löswal bee logement-café Sjoert Benthem en in de Deeversesluus drie ansichtkaarten, waarop het stoombootje Assen I of het stoombootje Assen II is te zien, zijn uitgegeven.
Deze ansichtkaarten hebben als titel:
Aankomst der boot, Dieverbrug (Assen II) (poststempel 1909);
Café S. Benthem – Aanlegplaats en kantoor der D.S.M. te Dieverbrug, (Assen II) (poststempel 1907);
Vertrek der boot, Dieversluis (Assen II) (poststempel 1909).
De uitgever van deze drie ansichtkaarten is J. Koops, Fotograaf, Hoogeveen.
De redactie van ut Deevers Archief was flabbergasted en toeroeroeroe, toen na meer dan 25 jaren verzamelen zo maar opeens een vierde stoomboot-ansichtkaart te koop werd aangeboden in een webstee op het internet. Een echte ‘must have’ ansichtkaart. Een echte ‘nu-en-nooit-meer’ ansichtkaart. Een echte ‘die-laat-ik-mij-niet-ontglippen’ ansichtkaart. Een echte ‘missing link’ ansichtkaart.
Deze ansichtkaart heeft als titel:
Veerkade Dieverbrug (poststempel 1918).
De uitgever van deze kaart is Riezebos in Ede.
Nu is het niet zo dat het bestaan van de ansichtkaart met de titel ‘Veerkade Dieverbrug’ onbekend was. De afbeelding is ook te zien op een zogenaamde vijfluiks ansichtkaart met de titel ‘Groeten uit Dieverbrug’ (poststempel 1919). De vijf kleine afbeeldingen op deze ansichtkaart zijn ook op een aparte ansichtkaart uitgegeven.
De redactie weet niet of op de ansichtkaart met de titel ‘Veerkade Dieverbrug’ het stoombootje met de naam Assen I of Assen II is te zien. De redactie wenst (de wens is de vader van de gedachte) ten zeerste dat op een dag ook een ansichtkaart met de titel ‘Vertrek der boot, Dieverbrug’ (in de richting van de Gowe, met geopende brug) en een ansichtkaart met de titel ‘Aankomst der boot, Deeversesluus‘ (waarbij een stoombootje vanuit het benedenpand de Deeversesluus binnenvaart) zal opduiken.
De redactie van ut Deevers Archief was zelfs zo flabbergasted en zo toeroeroeroe van de recent opgedoken ansichtkaart ‘Veerkade Dieverbrug’ dat hij het niet kon laten van een scan van de vier ansichtkaarten een echte retro-ansichtkaart samen te stellen. Zie de bijgevoegde afbeelding.
Deevebroggers opgelet. Download gratis het jpg-bestand van bijgaande afbeelding, ga naar een fotoprintautomaat, maak het gewenste aantal afdrukken en verstuur deze afdrukken als ansichtkaart naar familie, vrienden, kennissen, buren, bekenden en onbekenden.

Een afbeelding van de ansichtkaart ‘Aankomst der boot, Dieverbrug’ is ook ten zeerste te bewonderen op bladzijde 20 van het onvolprezen papieren boekwerkje met de titel An de Brogge, dat de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever in 2014 heeft uitgegeven.
Een afbeelding van de ansichtkaart ‘Café S. Benthem – Aanlegplaats en kantoor der D.S.M. te Dieverbrug’ is ook ten zeerste te bewonderen op bladzijde 75 van het onvolprezen papieren boekwerkje met de titel An de Brogge, dat de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever in 2014 heeft uitgegeven.
Een helaas bijgesneden afbeelding van de ansichtkaart ”Café S. Benthem – Aanlegplaats en kantoor der D.S.M. te Dieverbrug’ is ook ten zeerste te bewonderen op bladzijde 311 van het onvolprezen papieren magnum opus Fragmenten uit het verleden van de vroegere gemeente Diever, dat de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever in 2021 heeft uitgegeven.
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die een verstokte liefhebber van afbeeldingen van op papier is, kan een bijgeknipte afbeelding van de ansichtkaart met de titel ‘Veerkade Dieverbrug’ ook ten zeerste bewonderen op de bladzijde 199 en 217 van het in 2014 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje An de Brogge – Geschiedenis van Dieverbrug in woord en beeld, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Voormalige Gemeente Diever.
Een helaas bijgesneden afbeelding van de ansichtkaart ‘Veerkade Dieverbrug’ is ook ten zeerste te bewonderen op bladzijde 312 van het onvolprezen papieren magnum opus Fragmenten uit het verleden van de vroegere gemeente Diever, dat de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever in 2021 heeft uitgegeven. Maar van welk fanatiek verzamelaartje van ansichtkaartjes uut de gemiente Deever mocht de redactie van dat onvolprezen papieren Magnum Opus zijn exemplaar scannen ?

Afbeelding 1
Retro-ansichtkaart van de D.S.M.-stoombootjes Assen I en Assen II an de Deeverbrogge (uitgave 2022) (vrij te kopiëren)


Afbeelding 2
Aankomst der boot, Dieverbrug

Afbeelding 3
Café S. Benthem – Aanlegplaats en kantoor der D.S.M. te Dieverbrug

Afbeelding 4
Vertrek der boot, Dieversluis

Afbeelding 5
Veerkade Dieverbrug

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, D.S.M. | Leave a comment

Un neeje braandspuite veur de gemiente Deever

In het onvolprezen papieren fotoboekje Diever, zoals het was in de voormalige gemeente zijn foto’s opgenomen uit de periode 1930-1980. Een werkgroep van vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever heeft dit onvolprezen papieren fotoboekje samengesteld. De eerste druk van dit onvolprezen papieren fotoboekje is in 2008 uitgegeven. De redactie van ut Deevers Archief weet niet of daarna een herdruk van dit onvolprezen papieren fotoboekje is uitgegeven.
Op bladzijde 55 van dit onvolprezen papieren fotoboekje is bijgaande afbeelding 1 te zien.
Afbeelding 1 is samen met afbeelding 2 en afbeelding 3 op 22 maart 1940 gepubliceerd op bladzijde 24 van de provinciale Groninger en Drentse illustratie Het Noorden in woord en beeld, jaargang 16, 1940-1941, nummer 2; zie bijgaande afbeelding 4.
De tekst bij de afbeelding op bladzijde 55 van het onvolprezen papieren fotoboekje Diever, zoals het was in de voormalige gemeente is voor het gemak klakkeloos overgenomen uit het bijschrift bij afbeelding 1.
De vraag is of de motorbrandspuit een nieuwe of een tweedehands motorbrandspuit is, want het zichtbare kenteken A-11249 aan het voertuig is niet te vinden in de kenteken-database van het Drents Archief. Echter kenteken A-11249 komt gelukkig wel voor in de webstee www.groningerkentekens.nl. Het Groninger kenteken is op 24 december 1925 op naam geschreven van Jan Jurrien van Bergen, fabrikant van torenklokken, torenuurwerken en hand- en motorbrandspuiten in Heiligerlee, gemeente Scheemda.
Het Groninger kenteken A-11249 was op 11 maart 1940 voor het rit van Heiligerlee naar Deever tijdelijk bevestigd aan de nieuwe motorbrandspuit van brandspuitenfabriek Van Bergen voor de gemiente Deever. De nieuwe motorbrandspuit voor de gemiente Deever kreeg kenteken D-4600. Dit Drentse kenteken werd op 26 maart 1940 op naam geschreven van de gemiente Deever.
Op afbeelding 1 is de nieuwe motorbrandspuit op de brink van Deever voor het oude gemeentehuis en de oude pastorie te zien. Het voor de demonstratie benodigde bluswater werd blijkbaar niet uit de braandkoele op de brink gepompt, maar uit een braandputte (?). Wie heeft kennis van deze braandputte ?
Wie van de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief weet de locatie van wat op afbeelding 2 is te zien ?
De redactie vond bij het digitaliseren van honderden papieren nummers van ut Deeverse Blattie van Japie van Goor in ut blattie van 22 april 1999 in de rubriek ‘Wat weet u nog van vroeger ? van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever bijgaand bericht, zie afbeelding 5. In het bericht wil deze vereniging weten wie van de personen op de afbeeldingen (zie afbeelding 5) lid zijn van de vrijwillige brandweer in Deever. Deze vereniging doelt op de afbeelding van de nieuwe motorbrandspuit, maar daar zijn geen mensen te zien. De vereniging denkt een andere foto van de nieuwe brandweerspuit voor ogen te hebben, want op die foto staan wel leden van de vrijwillige brandweer van Deever, namelijk Lambert Rolden en zijn zoon Hendrik Jan Rolden.

Afbeelding 1
Het bijschrift bij afbeelding 1 (zie afbeelding 4) luidt als volgt.
Maandag 11 Maart werd te Diever (Dr.) aan de gemeente een nieuwe motorbrandspuit afgeleverd en geprobeerd. Dat was een belangrijke gebeurtenis voor het dorp, want het blusschen van branden is in dergelijke plaatsen steeds een moeilijk probleem geweest. Dit uiterst moderne materiaal biedt een maximum van kracht en snelheid door een capaciteit van 4000 liter water per minuut bij 18 atmosfeer druk, door een dubbele schakelpomp, luide sirene en sterk zoeklicht. Verschillende deskundigen uit Meppel en Assen woonden de demonstratie bij.
Afbeelding 2
Het bijschrift bij afbeelding 2 (zie afbeelding 4) luidt als volgt.
De nieuwe spuit stond op 900 meter afstand van deze zogenaamde brand en leverde toch uitstekend werk met de drie stralen, waarin de slang verdeeld kon worden. Ook bij den toren was het succes te bewonderen.

Afbeelding 3
Het bijschrift bij afbeelding 3 (zie afbeelding 4) luidt als volgt.
Ook het oudje, eigenlijk een museumstuk, deed nog eens wat het kon… “Uit den tijd”; zal dat vonnis ook nog eens door een volgend geslacht worden uitgesproken over het thans zoo schitterende, moderne blusch-apparaat ?


Afbeelding 4
Dit is een afbeelding van bladzijde 24 van de provinciale Groninger en Drentsche illustratie Het Noorden in woord en beeld, jaargang 16, 1940-1941, nummer 2, 22 maart 1940.
Afbeelding 5

Posted in 10 april 1945, Automobiel, Braandkoele, Braandwièr, Brink, Olde auto, Verdwenen object | Leave a comment