Monthly Archives: juli 2020

Ut schultehuus is neet beholl’n moar vurropt

In het blad Heemschut verschenen in 1937 enige foto’s van het schultehuis aan de brink in Deever. Bij de foto’s stond de volgende uitermate merkwaardige tekst.

Naar de nieuwere inzichten mag men weer meer restaureren dan conserveren. Doch daarbij gaat ook wel eens iets teloor van de schilderachtige schoonheid. Bovenstaande cliché’s werden ontleend aan het jaarverslag van de Stichting ‘Oud Drenthe’.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het is onbegrijpelijk dat de Stichting Oud Drenthe heeft toegestaan dat de ambtenaren van Monumentenzorg het pand bij de zogenaamde ‘restauratie’ in de jaren 1935-1937 grondig mochten vurropp’m. Conserveren ware inderdaad vele malen verstandiger geweest, dan het gebouw – zonder betrouwbare historische gegevens of afbeeldingen – op basis van subjectieve ideeën te herontwerpen en te ‘restaureren’. Niet iets ging teloor, een heel gebouw ging teloor. Zelfs de fraaie Davidster boven de ingang moest bij het vooroorlogse geknutsel aan het gebouw verdwijnen. Maar waarom ? En waarom moest de schulteboerderij gescheiden worden van zijn voorhuis; het voorhuis dat nu schultehuis wordt genoemd ? Waren daar ‘restauratieve redenen’ voor ?

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van foto’s op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit foto van het schultehuis van vóór de ‘restauratie’ ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 6 van het in september 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige gemeente Diever in oude ansichtkaarten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Brink, Deever, Rieksmonement, Skultehuus | Leave a comment

De kaarke aan de brink van Deever in 1756

Deze tekening van ‘de Kerk te Diverde’ is gemaakt door Cornelis van Noorde (1731-1795) in 1756 gemaakt. De afmetingen van de tekening zijn 13,0 x 19,4 cm. De tekening bevindt zich in de prentencollectie van de Universiteitsbibliotheek van Leiden.
Bodel Nijenhuis (Museum Bodellianum) noteerde bij deze tekening: ‘Deze kerk heeft zeer veel duifsteen aan zich’. Duifsteen is tufsteen, dat uit Duitsland werd gehaald.
De toren had in 1756 nog geen uurwerk, uiteraard had de toren wel galmgaten. Het op de tekening zichtbare zuid-westelijke deel van het kerkgebouw aan de brink van Deever zag er in die tijd heel anders uit. Brand als gevolg van blikseminslag verwoestte de kerk in 1759.
De topografische topexpert van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, noemt op de webstee van deze vereniging de resultaten van zijn diepgaande en diepgravende bronnenonderzoek naar de door de eeuwen heen veranderende naam van het esdorp Deever:
– Deuvre (1188);
– Deveren (1258);
– de Devere (1262);
– apud Duvere (1298-1304);
– van Dyveren (1327);
– van Deveren (1377);
– tot Deveren (1402);
– Dieveren (1475);
De topografische topexpert van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, kan aan zijn niet-limitatieve lijstje in elk geval toevoegen: Diverde (1756) en Deever (2024).

Posted in Kaarke an de brink, Kuunst, Tiekening, Topstuk | Leave a comment

Oprichting van de Noordelijke Hypotheekbank

Op 31 maart 1887 verscheen in de Leeuwarder Courant in de rubriek Financieele Mededeelingen het volgende bericht over de door mr. Lodewijk Guillaume Verwer opgerichte Noordelijke Hypotheekbank. Deze hypotheekbank was gevestigd in het pand met de naam Aurora aan de Dorpsstraat in Zorgvlied.

Tot directeuren der te Zorgvlied, gemeente Diever, opgerichte Noordelijke Hypotheekbank zijn benoemd, de heeren L.W. van Os, te Diever, en G. Venhuizen, te Zorgvlied.
Commissarissen zijn de heeren mr. D.R. Brants, te Heerenveen, mr. J.T.H. Bekhuis te Leeuwarden, mr. G.H.M. Driessen, te Amsterdam, L.M. de Laat de Kanter, te Leiden, mr. H.W. de Blocq van Scheltinga, te Heerenveen, mr. W. Terpstra, te Leeuwarden, mr. L.G. Verwer, te Zorgvlied, dr. R. Wartena, te Noordwolde.
Het maatschappelijk kapitaal is f. 1.000.000, waarvan door de oprichters f. 229.000 is genomen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Bijzonder opmerkelijk is te noemen dat burgemeester Leonard Willem van Os werd benoemd tot een van de twee directeuren van een commerciële hypotheekbank. Daar zijn wel wat vragen bij te stellen.
Leonard Willem van Os nam bij oprichting vijfentwintig aandelen, dat wil zeggen dat hij voor f. 25.000,- deelnam in het gestorte beginkapitaal van f. 229.000,-. Die f. 25.000,- zouden heden ten dage heel veel eurootjes zijn ….
Waren die f. 25.000,- van hem zelf of was hij stroman voor iemand anders ?
Had hij voor deze schnabbelbaan toestemming van de Commissaris der Koningin in Drenthe ?
Hoeveel tijd was de burgemeester kwijt aan dit bijbaantje ?
Wat vond de gemeenteraad van dit directeurschapje ?
Ontving hij voor dit baantje een vergoeding ?
Zo ja, werd deze vergoeding in mindering gebracht op zijn burgemeestersloon ?
Waren de heren leden van de Raad  van Commissarissen de Leidse studievrindjes (Minerva ?) van Lodewijk Guillaume Verwer ?
Volgens het bericht woonde burgemeester Leonard Willem van Os blijkbaar in maart 1887 in Deever.
Directeur G. Venhuizen is Egge Venhuizen. Egge Venhuizen was directeur van ‘De Eerste Hollandse Levensverzekeringsbank’ te Amsterdam.


Posted in Lodewijk Guillaume Verwer, Noordelijke Hypotheekbank, Zorgvliet | Leave a comment

Geert Dekker, Aèbel Wiekstroa en Hillegie Dekker

Arend Mulder schreef  op bladzijde 92 van zijn boekje ‘De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld’ (uitgegeven in januari 1975) het volgende over ‘De woning van Geert Dekker’.

Onbegrijpelijk, dat geen enkele daartoe bevoegde instantie heeft belet, dat dit knusse boederijtje na overlijden van de eigenaar en bewoner Geert Dekker, met de grond gelijk is gemaakt. Nam het niet ook en klein een aparte plaats in, betreffende zijn bewoners als folkloristen van Diever ?
Alleen al door het feit dat het steeds bewoond is geweest door twee opeenvolgende oude dorpsfiguren, te weten Abel Wijkstra (in de volksmond Aebel Allen of ‘de Smorre’ genoemd). en z’n oomzegger Geert Dekker, zonder welke figuren Diever bijna niet denkbaar was, is dit haast niet te geloven. Samen met Hillegien (zuster van Geert) die immer wat ziekelijk was en niet veel verder dan in en om huis kwam, woonde het drietal daar eenvoudig en tevreden.
Geert Dekker had verschillende bijbaantjes. Hij was namelijk 40 jaar lang klokkeluider, koster en orgelpomper der Nederlands Hervormde Kerk. Bij deze feestelijke herdenking werd hij koninklijk onderscheiden. Landlopers, zwervers en dergelijke lieden warden door hem onderdak verschaft in een hok onder de toren en van eten en drinken bediend, in opdracht van de burgemeester.
Vanaf de oprichting van de lijkwagenvereniging in 1912 tot 1938, dus 26 jaar lang, reed hij de lijkwagen. Zelf reed hij naar Assen en Groningen om de overledenen van het betreffende ziekenhuis te halen. Op deze reizen, in alle weer en wind gemaakt, vergezelde hem dikwijls zijn oom Abel (zelf al ruim 80 jaar). Toen deze in 1930 op 93-jarige leeftijd in Diever overleed en enkele jaren later ook zijn zuster Hillegien, bleef Geert alleen achter.
Veel ook zag men hem werken in de tuintjes van diverse burgers en niet minder in zijn eigen tuin ‘op ’t Bultien’.
Hij bezat als koster de sleutel der kerk en heeft menig toerist, zowel voor als na de restauratie der kerk, het gebouw laten zien. Elke zondagmorgen luidde hij om 9 uur de klok en bij de aanvang van de dienst. Nooit verzuimde hij een dienst, wat wel een bewijs was van zijn sterk gestel. Maar de sterkste boom moet eens vallen. Zo ook Geert Dekker. Op 6 maart 1953 overleed hij  naar een kortstondig ziekbed in een verpleegtehuis te Oosterwolde op de leeftijd van 87 jaar.
Hij schonk bij testament zijn huisje en grond aan de afdeling van het Groene Kruis en de Kerkvoogdij der Nederlands Hervormde Gemeente te Diever. Deze verkochten het aan een aannemer uit Beilen, die jammer genoeg vergunning kreeg om het slopen. ……. Geert Dekker …….. Tallozen heeft hij uitgeluid, Weinigen hebben hem uitgeleid.

Lammert Huizing schreef In de Meppeler Courant van 14 november 2011 in zijn wekelijkse artikelenreeks ‘Eertieds in dizze streek’ een artikel met de titel ‘Deever, niet denkbaor zunder Geert Dekker. Het is geschreven in een soort van net niet echt Hoogeveens dialect. Dit artikel is ook te vinden in de webstee van de heemkundige vereniging van Diever. Dit artikel is een bewerking van het hiervoor weergegeven artikel van Arend Mulder.

Oldere inwoners van Diever hebt nog weet van twei dorpsfiguren, zunder wie Diever niet denkbaor was. Dat waren Aobel Wiekstra, die Aebel Allen (zien va was Alle Wiekstrao) weur enuumd of ‘de smorre’ en zien oomzegger Geert Dekker. Zij woonden in een boerderijgien op ’t Bultien. Het is al meer as veertig jaor eleden dat Geert Dekker in een verpleeghuus in Oosterwolde uut de tied kwaamp.
Aobel Wiekstra mit zien onofscheidelijke pette, ‘knooide’ wat in de grond in de hof rond zien huus. De beide kerels weuren verzorgd deur Hillechien, een zuster van Geert. Hillechien was niet stark, vake ziek en kwaamp niet veule wieder as in en rond heur huus.
Geert was klokkenluder, koster en orgelpomper in de staotige Pancratiuskarke op de Brink. Doe hij dit veertig jaor edaone had, kreeg hij een keuninklieke medallie.
Een hok under de toren was het underdak veur laandlopers, zwarvers, dronken volk en kleine krimmenelen. As ’t er iene op esleuten was veur ien of meer nachten, dan mus Geert in opdracht van de borgemeister de arrestant in ’t hokke veurzien van eten en drinken.
Geert was ok de man van de liekwagen. Doe in 1912 de liekwagenverieneging weur op ericht, weur hij mitiene an esteld as vaste voorman. Daorveur weur een boerenwagen gebruukt, waorop de kiste weur eplaotst op een legge uutgedorst roggenstro. Aoverledenen haalde Geert niet allennig uut het starfhuus in dorp en naoste umgeving, maor ok uut Assen en Grunning, as daor iene uut het darp was aoverleden. Dizze reizen, vake dagreizen, weuren bij tienden emaakt in weer en wiend.
Oom Abel, die de 80 al passeerd was, gunk vake mit hum mit. Oom Aobel aoverleed in 1930, 93 jaor old. E paar jaor later kwaamp ok Hillechien uut de tied en bleef Geert allent achter.
Tot 1938 bleef hij de voorman op de liekwagen, wat hij doe 26 jaor lang edaon had. Tot wied in de viefteger jaoren had hij as koster de sleutel van de Hervormde karke. Zowel veur as nao de resteraosie hef hij honderden toeristen rond eleid in de olde karke, die ok wel de kattedraal van Drenthe enuumd wordt. Elke zundagmorgen um negen ure en an het begun van de dienst bengelde hij de klokke. Het is bekend dat hij nooit een dienst verzuumd hef, wat een bewies is veur zien starke gestel.
Nao een kort ziekbedde aoverleed Geert Dekker in 1963 op 87-jaorige leeftied.’Tallozen hef hij uut elod – weinigen hebt hun uut eleid’, schreef in 1975 de plaatselijke kroniekschriever Aorend Mulder.
Het boerderijgie mit grond was deur Geert Dekker bij testament vermaakt an de ofdieling van het Grune Kruus en an de karkvoogdij van de hervormde gemiente. Zij verkochten het huussie an een annemer uut Beilen, die vergunning kreeg um het te slopen. Een ofbraok die achterof deur hiel wat meinsen weur betreurd.

De redactie van ut Deevers Archief heeft de tekst van het artikel van Lammert Huizing voor de echte liefhebbers van het Deevers vertaald in het Deevers.

Oldere inwoners van Deever hept nog weet van twei dörpsfiguur’n, sunder wie Deever neet denkboar was. Dat waar’n Aèbel Wiekstroa, die Aèbel Allen (sien vä was Alle Wiekstroa) of de Smorre wödde enuumd, en sien oomzegger Geert Dekker.
See woon’n in un boerdereegie op ut Bultie. Ut is al mièr as vièrtug joar elee’n dat Geert Dekker in un vurpleeghuus in Oosterwolde uut de tied kwaamp. Aebel Wiekstroa mit zien onofscheidelijke pette, ‘knooide’ wat in de grond in de hof rond zien huus. De beide keerels wödd’n vuzorgd deur Hillegie, un zuster van Geert. Hillegie was neet staark, vaèke seek en kwaamp neet veule wieder as in en rond heur huus.
Geert was klokkelüder, koster en orgelpomper in de stoatige Pancratiuskaarke an de brink. Doe hee dit vièrtig jaor edoane haar, kreeg hee een keuninklukke medallie.
Un hok under de toor’n was ut underdak veur laandlopers, zwaarvers, dronk’n volk en kleine krimmeneel’n. As ur iene op esleut’n was veur iene of meer naacht’n, dan mus Geert in opdracht van de börgemeister de arrestant in ut hokke veurseen van eet’n en drink’n.
Geert was ok de man van de liekwaèg’n. Doe in 1912 de liekwaègenvurening wödde op ericht, wödde hee mitien an esteld as vaaste veurman. Daarveur wödde ’n boer’nwaeg’n ebruukt, woarop de kiste wödde eset op een legge uutedöste roggestro. Overlee’n haèlde Geert neet allennig uut ut staarfhuus in ut dörp en noaste umgeving, mor ok uut Assen en Grönning, as doar iene uut ut dörp was overlee’n. Disse reizen, vaèke dagreiz’n, wödd’n bee tied’n emaek in weer en wiend.
Ome Aèbel, die de 80 al pesseerd was, gunk vaèke mit hum mit. Ome Aèbel overleed in 1930, 93 joar old. Een paèr joar laèter kwaamp ok Hillechien uut de tied en bleef Geert allennig aachter.
Tot 1938 bleef hee de veurman op de liekwaeg’n, wat hee doe 26 joar laank edoane haar. Tot wied in de viefteger joar’n haar hee as koster de sleutel van de hervormde kaarke. Sowel veur as noa de resteroasie hef hee honderd’n toerist’n rond eleid in de olde kaarke, die ok wel de kattedraal van Drente enuumd wöd. Elke sundagmörn um neeg’n ure en an ut begun van de dienst bengelde hee de klokke. Ut  is bekend dat hee nooit un dienst versuumd hef, wat een bewies is veur sien staarke gestel.
Noa een köt seekbedde overleed Geert Dekker in 1963 op 87-joarige leeftied. ‘Tallozen hef hee uut elut – weinigen hept hum uut eleid’, schreef in 1975 de plaeselukke kroniekschriever Aorend Mulder.
Ut boerdereegie mit grond was deur Geert Dekker bee testement vermaèkt an de ofdieling van ut Gruune Kruus en an de kaarkvoogdij van de hervormde gemiente. See veukocht’n ut hüsie an un annemer uut Beilen, die vurgunning kreeg um ut te sloop’m. Un ofbroak die aachterof deur hiel wat meins’n wödde betreurd.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het mag ook voor de minder oplettende bezoeker van ut Deevers Archief duidelijk zijn dat de genoemde Lammert Huizing zich in zijn artikel in de Meppeler Courant (wekelijkse artikelenreeks Eertieds in dizze streek) volledig heeft bediend van de tekst van Arend Mulder en het hier en daar wat heeft aangedikt en omgevormd en opgeleukt.
Voor meer gegevens over de journalist Lammert Huizing wordt verwezen naar de webstee van Wikipedia.
Abel Wijkstra werd geboren op 26 maart 1837 in Deever. Hij was een zoon van Alles Abels Wijkstra, landbouwer en Jacobje Jans Kremer. Abel Wijkstra werd ook wel Olde Abel, Abel Allen, Allen Abel, de Smorre of Abeltje Smok genoemnd. Abel Wijkstra overleed op 18 september 1930 op 93-jarige leeftijd in Diever.
Geert Dekker werd geboren op 26 februari 1876 in Dwingel. Hij was een zoon van Jan Dekker, arbeider en Marchje Wijkstra. Marchje Wijkstra was een zuster van Abel Wijkstra. Geert Dekker overleed op 6 maart 1963 in het Diaconessenhuis in Möppel. Zie het bijgevoegde overlijdensbericht.
Hilligje Dekker werd geboren in Dwingel op 7 april 1869, Zij was een dochter van Jan Dekker, arbeider en Marchje Wijkstra.
Blijkbaar was Lammert Huizing niet op de hoogte van de woonplaats van Arend Mulder, want de ‘plaatselijke kroniekschrijver’ Arend Mulder woonde in 1975 in Norg.
Geert Dekker stierf in 1963 en liet het huisje na aan de plaatselijke afdeling van het Groene Kruis en de kerkvoogdij van de Nederlands Hervormde Gemeente te Deever. Deze verkochten het aan een aannemer uit Beilen, die jammer genoeg vergunning kreeg om het slopen. Juist in die jaren probeerden burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) en de zijnen rücksichtslos en meedogenloos al het karakteristieke mooie oude te slopen wat in het oude centrum van Deever te slopen viel, denk aan bebouwing bij de kleine Brink, een groot deel van de Peperstraat en panden aan de Hoofdstraat, het niet herbouwen van verbrande panden. En dat is ze aardig gelukt, daarmee verdween de ziel uit ut olde Deever.
De instantie die hem in eerste instantie tegen had kunnen houden was natuurlijk de gemeenteraad van de gemiente Deever (wie zaten toen in de gemeenteraad ?), maar wellicht kon of wilde die geen weerstand bieden aan de ambitieuze burgervader. Bij burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd) stonden woorden en termen, zoals cultuurhistorisch erfgoed, pand voor een streekmusuem, woonboerderijtjes, waardevol voor de toeristenindustrie, beschermd dorpsgezicht, koesteren en restaureren niet in zijn neo-liberale woordenboek.

Posted in Aarfgood, Alle Deeversen, Deevers, Geert Dekker, Overlijdensbericht, Verdwenen object | Leave a comment

Jongenskamp ‘de Eikenhorst’ had eigen kampgeld

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 7 januari 2015 van Alexander Moes de volgende reactie over het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe.

In een artikel uit de Tielse courant van 18 januari 1950 wordt een beschrijving gegeven van de organisatie van Kamp Eikenhorst.
In het artikel staat te lezen dat de jongens 50 cent zakgeld per week kregen, dat gebruikt kon worden voor aankopen in de kantine.
Maar ze konden er ook een duif of een konijn voor kopen als er genoeg gespaard was.
Het zakgeld was niet het normale Nederlandse geld, maar zogeheten kampgeld (biljetten of fiches), een eigen uitgifte, deze waren genummerd en er stond een stempel op.
De vraag is of lezers nog voorbeelden, afbeeldingen, hebben van dit kampgeld en indien mogelijk met ons zou willen delen.

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Het landgoed Castra Vetera op Zorgvlied – 1938

In de Leeuwarder Courant van 2 april 1938 verscheen het volgende bericht naar aanleiding van de verkoop van het landgoed Castra Vetera op Zorgvlied door de heer Friedrich Wilhelm Ackermann.

Vlak bij het dorpje Zorgvlied, een plaatsje bij de Friesch-Drentsche grens, ligt het 40 ha groote landgoed Castra Vetera. daar de uitgestrekte terreinen met zijn groote villa onder de hamer zijn geweest en voor f. 17.113,50 aan den heer D.H. Pasman te ’s Gravenhage, eertijds mede-directeur van de Pasman’s fabrieken te Steenwijk is verkocht, willen we iets van de interessante geschiedenis van dit landgoed vertellen. Onderstaande bijzonderheden werden ons meegedeeld door den heer F.W. Ackermann, die Castra Vetera heeft verkocht.
Het huis is gebouwd in plusminus 1850 door den gepensioneerden schout bij nacht W.J. de Ruijter de Wildt, die tevens de omliggende heidevelden liet ontginnen. In 1861 ging het huis in eigendom over aan de familie Verwer. Vooral de heer L.G. Verwer heeft de ontginning krachtig voortgezet, waardoor aan honderd arbeiders gedurende lange tijd werk werd verschaft.
De heer Verwer heeft veel gedaan voor de ontwikkeling van de streek rondom Zorgvlied. Hij stichtte er een zeevaartschool (!) welke later weer opgeheven is, een bankgebouw en mede bevorderde hij de oprichting van de tegenwoordige stoomzuivelfabriek ‘De drie gemeenten’ in 1887.
Van 1913 tot 1919 was Castra Vetera onbewoond en werd het landgoed verwaarloosd, zelfs zoo erg, dat de villa bijna een ruïne gelijk werd.
De heer Ackermann kocht het landgoed in 1919 en besteedde honderden guldens om alles weer een goed aanzien te geven. In de daarop volgende jaren legde hij fraaie boschcomplexen aan, zoodat het landgoed er thans keurig verzorgd uitziet en een prachtig natuuroord vormt. Enkele jaren terug is midden in het bosch begonnen met de aanleg van een groot natuurbad. De grootsche plannen zijn echter door de plotselinge dood van mevrouw Ackermann niet geheel uitgevoerd.
De nieuwe eigenaar, de heer Pasman, zal op het landgoed speciaal de paardensport beoefenen. Omtrent de bestemming van de villa kon men ons nog niets positiefs mededeelen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De bouwer van het landhuis Zorgvlied is Johannes Franciscus de Ruiter de Wildt, die was geen gepensioneerd schout bij nacht, maar een gepensioneerd koloniaal. Hij was employé bij het agentschap van de factorij te Semarang van de Nederlandse Handelsmaatschappij in Nederlands Indië.
In de op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. is bijgaand afgebeelde krantenfoto zonder bronvermelding opgenomen op bladzijde 179.

Posted in Castra Vetera, de Ruiter de Wildt, Lodewijk Guillaume Verwer, Zorgvliet | Leave a comment

In de kaarke an de brink van Deever

De schilder Maarten ’t Hart (1950) schildert graag onderwerpen, zoals oude verlaten stationsgebouwen, afgelegen staande huizen en bijzondere gebouwen in binnen- en buitenland, met name vanwege de lichtval op oude muren van interieur en exterieur, die een object vaak onwerkelijk en verlaten doet lijken. Hij past bij het schilderen graag de tempera techniek toe.
Het tekenen en schilderen van interieurs en exterieurs van Middeleeuwse kerken is zijn specialiteit.
Dat is te zien op bijgaande afbeelding van zijn schilderij (olieverf op paneel) Interieur kerk te Diever naar het koor. Het betreft een deel van het interieur van het kerkgebouw aan de brink van Deever.
Het is de redactie van ut Deevers Archief  niet bekend in welk jaar dit schilderij is gemaakt.
De andere afbeelding is een afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart uit de zestiger jaren van de vorige eeuw, die de schilder gelukkig niet heeft gebruikt als voorbeeld voor zijn kunstwerk.
De schilder wekt de indruk van onwerkelijkheid en verlatenheid in het schilderij niet zozeer door de lichtinval, als wel door zoveel mogelijk in het schilderij weglaten van wel aanwezige voorwerpen in het interieur, zoals stoelen en kerkmeubilair en daarnaast door het licht-eiken-achtig schilderen van de preekstoel en de deur die toegang geeft tot de consistoriekamer.
Liggen vóór in het kerkgebouw aan de brink van Deever werkelijk zoveel plavuizen van natuursteen ? Het rechter raam is in werkelijkheid lager dan het linker raam. Wel heeft de schilder mooi de kringen van opgetrokken vocht onder in de muren van het koor geschilderd.

Posted in Ansigtkoate, Brink, Kaarke an de brink, Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Ut saandstien’n pottokke van Teunis Kuper

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag afbeeldingen van nog steeds bestaande pothokken bij bestaande boerderijen in de gemiente Deever. Maar de redactie toont nog liever afbeeldingen van niet meer bestaande pothokken bij bestaande boerderijen in de gemiente Deever. En de redactie toont het allerliefst afbeeldingen van niet meer bestaande pothokken bij niet meer bestaande boerderijen in de gemiente Deever.

In de publicatie Pothokken in de voormalige gemeente Diever.van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, verschenen in 2007, staan op bladzijde 16 enige gegevens van ut pottokke van Teunis Mulder (Teunis Kuper) en Maria Houwer op ut Kastiel in Deever.

De woning met adres Kasteel 6 was vroeger een keuterijtje, vandaar dat bij de woning un pottokke stond. Vanuit de pompestraote konden de bewoners zo ut pottokke inlopen. Teunis Mulder had ook un pèèr koegies, die liepen in de zomer in gehuurd weiland in de Olde Willem. Na de hernummering van de melkbussen in 1950 stond nummer 2 op zijn melkbussen.

Dat pottokke bestaat nog steeds, zie afbeelding 1. De afgebeelde foto is gemaakt vóór de verbouwing van het pand in 2023/2024. In 2006/2007 hadden de toenmalige bewoners (wie ?) ut pottokke in gebruik als schildersatelier. Wanneer is Teunis Rozeboom (kleinzoon van Teunis Mulder) in de woning met adres Kasteel 6 gaan wonen ? Voor welke doeleinden gebruikte Teunis Rozeboom ut pottokke ?

De redactie attendeert de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief graag op het bericht Maria Houwer steet bee heur husie op ut Kastiel.

Afbeelding 1 – (© Gert Hardeman – www.ghardeman.nl – 19 mei 2023 – Alle rechten voorbehouden)

Afbeelding 2

Posted in Pothokke, ut Kastiel | Leave a comment

Anthonij Gasthuis – Gratis wonen en een gulden toe

Akte van Schenking en Stichting 

Heden den twee en twintigsten September achttienhonderd acht en tachtig compareerden voor mij Anthonius Bernardus Sjerp, notaris te Leeuwarden, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen:
De heeren Mr. Lodewijk Guillaume Verwer, advocaat, wonende te Zorgvlied, gemeente Diever, en Mr. Julius Verwer, advocaat, wonende te Leeuwarden.

Die verklaarden, omtniet en onherroepelijk af te staan aan de hiermede te Zorgvlied, gemeente Diever, provincie Drenthe, opgericht wordende Stichting van Weldadigheid, het St. Anthonij Gasthuis, bestemd tot verstrekking van huisvesting en zoover mogelijk eene wekelijksche toelage in geld, aan gehuwde of ongehuwde personen, onverschillig van welke Christelijke Geloofsbelijdenis, wier eigen inkomsten onvoldoende zijn.

Primo.
Een gebouw te Zorgvlied, gemeente
Diever, als Pastorij in gebruik bij de Roomsch Katholieke gemeente te Zorgvlied, en als zoodanig ten kadaster bekend gemeente Diever, sectie A, nummer 695, geheel groot twee roeden zestig el, wordende echter niet afgestaan het erf ten zuiden onder dit nummer begrepen, noch de turfloods op dat erf gebouwd, doch alleen het hoofdgebouw en voor de houders het recht van gebruik en bewoning van dit perceel, toekomende aan de Roomsch Katholieke gemeente te Zorgvlied tot het jaar negentien honderd zeventien, of zoveel vroeger als het door het Kerkbestuur zal worden ontruimd.

Secundo.
Het gebouw, naast het vorige, bekend ten kadaster als schuur gemeente en sectie als voren, onder nummer 696, groot vier en twintig el.

Tertio.
Het gebouw, naast het vorige, bekend ten kadaster als huis, gemeente en sectie als voren, onder nummer 697, groot vijf en dertig el.

Quarto.
Zoodanig gedeelte van het perceel ten kadaster als tuin bekend, gemeente en sectie als voren, onder nummer 693, geheel groot zeven en zeventig roeden vijftig el, als gelegen is tusschen de sub primo, secundo en tertio omschreven gebouwen en den publieken weg ten noorden, groot ongeveer tien roeden en zoals op het terrein door paaltjes is aangewezen; alles onder voorwaarde, dat de stichting zal moeten dichtmaken de deur tusschen den stal en perceel nummer 697 en al de deuren en lichtscheppingen in den zuidelijken muur, die in nummers 697 en 696 dadelijk, die in 695 bij het eindigen van het recht van gebruik en bewoning voorschreven, terwijl de comparanten zich voorbehouden het recht van deurslag in hun koetshuis en uitweg door de koetshuisdeur ten noorden, en het recht om in den zuidelijken muur balken te leggen en daartegen te timmeren, terwijl de goot aan den muur ter bede zal liggen, en de stichting gehouden zal zijn alle water op eigen erf te leiden en aftevoeren, zodra dit door de comparanten wordt gevorderd.

Welke perceelen door de comparanten, onder meer, zijn verkregen bij koopacte den twintigsten Mei achttien honderd negen en zeventig voor den notaris Johannes Gijsbertus Moll te Arnhem verleden, overgeschreven ten kantore der hypotheken te Assen den vijfden Juni daaraanvolgende, in deel 474 nummer 43.

De comparanten verklaarden de voorschreven perceelen aftestaan onder de volgende

Voorwaarden en bepalingen:
1.
De stichting zal geheel onafhankelijk en vrij zijn van Staats-, Provinciaaal of Gemeente bestuur;
2.
Haar zetel zal zijn te Zorgvlied in de gebouwen op voorschreven perceelen aanwezig of te stichten;
3.
Zij zal den naam dragen van “St Anthonij Gasthuis”;
4.
De geldelijke baten, die het gasthuis verkrijgt, zullen door het Bestuur rentegevend worden belegd, van de renten, zoodra deze minstens twee en vijftig gulden ’s jaars bedragen, zal wekelijks aan den bewoner der eerste kamer een gulden worden uitgereikt en het restant worden opgelegd, zoodra het kapitaal door giften en opgelegde inkomsten drie duizend gulden zal bedragen zal ook de bewoner van de volgende kamer in het genot der bijdrage worden gesteld; vervolgens zal behoudens het hierna bepaalde, het restant der opkomsten worden opgelegd tot dat bij het einde van voorschreven recht van gebruik en bewoning, de ruimte, thans als Pastorie gebezigd, vrijkomt en voor provenierskamers zal worden ingericht, als wanneer de inkomsten dit toelatende, de bewoners van de derde, vierde en vijfde kamers evenzeer in het genot der toelage zullen worden gesteld.
De verder overig zijnde renten kunnen naar het goedvinden van het Bestuur tot kapitaal vorming en verdere uitbreiding der stichting of tot verhooging der bijdragen van de proveniers worden aangewend, terwijl het aan het Bestuur vrij zal staan , ook op andere wijze de zedelijke of maatschappelijke belangen der omgeving daaruit te bevorderen.
5.
De kamers zullen zoo veel mogelijk worden gegeven aan personen uit den burger of boerenstand, die om de eene of andere reden aan eenige bijstand behoefte te hebben, doch niet geheel onvermogend zijn; ten blijke daarvan zullen zij voor hunne intrede aan het Bestuur moeten aantoonen, dat zij een eigen en vast inkomen hebben van minstens twee gulden vijftig cents ’s weeks, of zoo gehuwde lieden als proveniers worden aangenomen, van vier gulden ’s weeks. Bij elke kamer zal na negentien honderd zeventien eene strook tuingrond ter breedte van de kamer in gebruik worden gegeven.
6.
De keuze van proveniers geschiedt door het Bestuur in volle vergadering, na gemeen overleg in eene vorige vergadering, bij meerderheid van stemmen, met gesloten briefjes.
7.
De proveniers of bewoners van elke kamer moeten vóór hunne intrede ten behoeve van het gasthuis storten eene som van vijftig gulden, welk bedrag eigendom wordt der stichting.
8.
De proveniers, die door slecht gedrag, verregaande onzindelijkheid of andere gewichtige redenen, naar het oordeel van het Bestuur zich het beneficie onwaardig maken, zullen na verloop van eene maand na waarschuwing en kennisgeving door het Bestuur, zonder eenigen vorm van proces, via facti uit de stichting kunnen worden verwijderd, in welk geval hun, het door hen gestorte bedrag wordt teruggegeven; alle proveniers zullen vóór hunne intrede eene verklaring teekenen, ten bewijze dat zij zich naar dien, en andere door voogden te maken bepalingen van orde onderwerpen, alzoo, dat hun genot van huisvesting en toelage geheel ter bede bestaat.
9.
De voogden zullen van bovenstaande bepalingen omtrent het minimum van eigen inkomsten der proveniers, het bedrag der toelagen en storting slechts mogen afwijken wanneer in enig geval, volgens hun oordeel, daartoe bijzondere aanleiding bestaat.
Mochten zich niet dadelijk geschikte proveniers voordoen, dan zullen de Voogden, in afwachting daarvan, de kamers ten behoeve der stichting kunnen verhuren.
10.
Het bestuur der stichting zal bestaan uit drie voogden, die onderling hunne functiën zullen verdeelen en regelen, de voogd die met het geldelijke bestuur is belast, zal een nauwkeurigen staat bijhouden van de bezittingen der stichting, jaarlijks rekening doen en bij het eindigen van zijn bestuur, van zijn beheer door de gezamenlijken voogden worden gedéchargeerd.
De verdere wijze van uitvoering dezer beschikkingen, de regeling van het bestuur en van de huishoudelijke orde worden overgelaten aan het overleg en de rechtschapenheid der voogden, die uit de bovenstaande bepalingen de bedoelingen van de stichters genoegzaam zullen kunnen afleiden.
11.
Twee der voogden zullen bij voorkeur uit de bloed- of aanverwanten der stichters worden gekozen en zal in ieder geval één der drie voogden met derwoon moeten zijn gevestigd in eene der gemeenten Diever, Vledder, Oost- of Weststellingwerf.
Bij overlijden of ontstentenis door welke oorzaak dan ook, van één der voogden zullen de overgeblevenen zijn opvolger benoemen, terwijl bij tijdelijke verhindering om aan het beheer deel te nemen, iedere voogd een plaatsvervanger zal kunnen benoemen.
Als voogden van de stichting worden reeds aangesteld de stichters Mr. Lodewijk Guillaume Verwer en Mr. Julius Verwer voornoemd.
Die verklaarden hunne benoeming aantenemen en de voorschreven goederen te zullen doen stellen ten name der stichting met bestemming als boven is omschreven, en zich een derden voogd te zullen assumeeren.

Waarvan akte.

Verleden te Leeuwarden, ten huize van mij notaris, in tegenwoordigheid van Anskarius Schelte Hoffman, kleermaker, en Lieuwe George Leenhart Hoekstein, boekdrukker, beiden wonende te Leeuwarden, als getuigen, even als de comparanten mij notaris bekend.

Onmiddellijk na voorlezing hebben de comparanten met de getuigen en mij  notaris deze minuut-akte onderteekend.

Geteekend: Mr. L.G. Verwer,  Mr. J. Verwer, A.S. Hoffman, L.G.L. Hoekstein, A.B. Sjerps , notaris.

Geregistreerd te Leeuwarden, den vijf en twintigsten September 1800 acht en tachtig, deel 168, folio 54, ve……vak 4, twee bladen drie renvooien.

Ontvangen voor recht één gulden twintig cent f. 1.20.

De Ontvanger B.A. (geteekend) van Walsem.

Uitgegeven voor Afschrift. A.B. Sjerps. Notaris te Leeuwarden.    

Het Gemeente-bestuur van Diever verklaart naar aanleiding van artikel 7 der wet van 12 Augustus 1854 (Staatsblad nr. 100) mededeling te hebben ontvangen van de bepalingen betreffende de inrichting en het bestuur van de Stichting van Weldadigheid “het St. Anthonij Gasthuis” te Zorgvlied gemeente Diever, opgericht bij akte van den 22 September 1888 voor den te Leeuwarden residerenden notaris A.B. Sjerps verleden.

Diever, 12 November 1888

Het Gemeente-bestuur voornoemd

L….. H. van Os, Burgemeester

W. Mulder, Wethouder

Rectificatie

De ondergetekende Mr. Lodewijk Guillaume Verwer, advocaat, wonende te Zorgvlied, gemeente Diever en Mr. Julius Verwer, avocaat, wonende te Leeuwarden,

Partijen in eene akte van Schenking en Stichting op den 22 September 1888 voor den notaris Antonius Bernardus Sjerps te Leeuwarden verleden, overgeschreven ten kantore van bewaring der hypotheken te Assen, den 4 October 1888, in deel 603, n: 2.

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, Kattelieke Kaarke, Lodewijk Guillaume Verwer, Sint Anthonij Gasthuis, Zorgvliet | Leave a comment

In de Heufdstroate van Deever in 1954

Bijgaande zwart-wit ansichtkaart was in 1954 te koop bij Roelof (Roef) van Goor, Kantoorboekhandel an de Kruusstroate in Deeveraan. De fotograaf van deze mooie afbeelding stond ter hoogte van de boerderij van Hendrik Krol. Links is nog net een deel van het muurtje voor de Gereformeerde School te zien. Rechts staan de woningen van Hendrik Gruppen en … Eising. Wie kan meer gegevens verschaffen over de zichtbare panden en hun bewoners in die tijd ?

Posted in Ansigtkoate, Heufdstroate, Kaarke an de brink | Leave a comment

Anne Mulder over Albert Egges van Giffen

De echte Deeverse wijlen Anne Mulder vertelde in een interview in 1991 in Assen enige persoonlijke herinneringen aan professor doctor Albert Egges van Giffen aan de redactie van ut Deevers Archief. Deze heeft de herinneringen van wijlen Anne Mulder op papier uitgewerkt en in maart 2000 gepubliceerd in het nummer 00/1 van Opraekelen, het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.

Mijn ambtelijke contacten met Van Giffen
In de negentwintig jaren die ik heb gewerkt op de secretarie van het gemeentehuis in Diever, heb ik met de professor op prettige wijze over verschillende zaken contact gehad.

Van Giffen, de bosbewoner
Hij had een tweede woning op de Heezeberg. Daar vertoefde hij regelmatig. Dat was de plaats waar hij het liefst verbleef. Op de Heezeberg was het bosonderhoud een geliefde bezigheid van hem. Hij had altijd een tang bij zich om takken af te kunnen knippen. Na zijn dood heeft zijn oudste zoon Jan daar gewoond.

Van Giffen, zijn contacten met het dorp
Voor zover mij bekend hebben Van Giffen en zijn vrouw nooit deelgenomen aan het gemeenschaps- en verenigingsleven in Diever. Op één uitzondering na. Hij was lid van de commissie van aanbeveling van een geldinzamelingsactie voor de restauratie van de Nederlands Hervormde kerk van Diever. Die actie heeft succes gehad, want de restauratiecommissie heeft de kerk in 1959 schuldenvrij overgedragen aan de kerkvoogdij.

Van Giffen, de altijd gedrevene
Hendrik Jan ter Mast fungeerde als toezichthouder op zijn bosgebied op de Heezeberg. Op een gegeven moment vertelde de professor aan Hendrik Jan over zijn grootse plannen voor de komende jaren inzake de beplanting en het onderhoud van het areaal bos. Hendrik Jan reageerde daarop met: “Mor dan moei’t oasemhael’n neet vergeet’n meneer”, waarop de professor antwoordde met: “Ik zal erom denken Ter Mast”.

Van Giffen, de grappenmaker
Het kwam wel eens voor dat hij bij het hunnebed mensen aantrof die uit het westen van het land kwamen. Hij maakte met zijn kleine gestalte en een pet op zijn hoofd dan niet bepaald een professorale indruk. Hij vertelde dan die mensen wel eens de gekste verhalen over de hunnebedden en de wijze waarop ze waren ontstaan. En met die verhalen togen ze dan huiswaarts.

Van Giffen, de onverbiddelijke
Mijn broer Egbert had een tijdlang het alleenrecht van jagen op zijn grondgebied. Totdat de Dieverse jagers, waaronder mijn broer, eens op de rand van dat gebied de jacht uitoefenden. De oude Hendrik Jubbega (Henduk Jubbegoa) uit Oldendiever was op een gegeven moment moe en ging even zitten. Op dat moment was ook professor Van Giffen ter plaatse en constateerde dat Hendrik Jubbega op het uiterste puntje van zijn bosgebied was gaan zitten. Meteen ontnam de professor Egbert definitief het alleenrecht op de jacht in zijn bosgebied. Maar daarmee was de professor niet van mijn broer af, want wie ligt naast hem en zijn vrouw begraven op de algemene begraafplaats in Diever ? Jawel, de jager Egbert Mulder ! Nu zijn en blijven ze nog buren ook.

Van Giffen, de opmerker
Bij een wandeling door het dorp ontdekte professor Van Giffen een pol huislook op het dak van onze boerderij, Achterstraat 10. Hij vroeg aan mijn moeder, die buiten stond, of hij een stuk huislook mocht hebben. “Eiglijk neet”, zei mijn moeder, “want ‘k vun oe vrogger in de skoele moar een kreng, want ie kneep’m mee altied in de wange”. Ze zaten immers bij elkaar in de klas toen de professor als jongen in Diever woonde. Zij werd geboren op 9 januari 1884 en hij op 14 maart 1884.
De professor wenste zich niet te herinneren wat mijn moeder zei. Het had ook niets met hunnebedden, grafheuvels en urnenvelden te maken. Desondanks heeft hij wel een stukje huislook meegekregen. Ik weet niet hoe die pol huislook op ons dak is gekomen. Misschien is die pol meegebracht door mijn vader, want die was rietdekker van beroep.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Professor doctor Albert Egges van Giffen was namens de Drentsche Praehistorische Vereniging lid van het bestuur van de Stichting ‘Oud-Drenthe’ te Assen, de stichting die in het voorjaar van 1935 meende in de eerste plaats zijn gehele aandacht te moeten concentreren op het behoud en herstel van het zo genoemde Schultehuis an de brink in Deever.
In het zo genoemde Schultehuis is nu gevestigd het zo genoemde Oermuseum, dat wel bijzonder schatplichtig is aan de niet in Deever geboren en ook niet in Deever getogen professor doctor Albert Egges van Giffen.
Lezers die Deeverse herinneringen hebben aan professor doctor Albert Egges van Giffen worden verzocht deze op papier te zetten en voor publicatie in ut Deevers Archief in te sturen.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de afgebeelde zwart-wit foto van het boerderijtje an de Aachterstroate in Deever, waar vroeger de familie Mulder woonde, op 10 februari 2000 gemaakt, da’s ook al weer meer dan zestien jaar geleden.

De heer Klaas Kleine reageerde op 19 augustus 2000 als volgt.
Wat betreft de huislook heb ik een paar opmerkingen. Ook op ons huis aan de Peperstraat staan twee pollen huislook op het dak. Die zijn goed tegen de pest, de tering, blikseminslag en ander ongerief. Het is niet zeker of het helpt. Deze pollen, een kleine en een hele dikke, zijn nakomelingen van de pollen huislook op het dak van de boerderij, Achterstraat 10. Ik kreeg een pol van Eppie Bas (Egbert Mulder).

Abracadabra-1248

Posted in Albert Egges van Giffen, Heezerbaarg, Hunnebedde D52, Oudheidkunde | Leave a comment

De jeud’n muss’n ’s naachts hen Westerbörk loop’m

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ zijn als afbeeldingen 67 en 68 een afbeelding van twee zwart-wit ansichtkaarten van rijkswerkkamp Diever A an de Woaterseweg in de Olde Willem opgenomen. De foto’s voor deze ansichtkaarten zijn in 1935 gemaakt. Toen waren de rijkswerkkampen Diever A en Diever B in het kader van de werkverschaffing nog werkkampen voor werkloze mannen uit andere delen van het land. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaarten is aandacht besteed aan de tijd dat hier joodse mannen werden geïsoleerd van hun familie en werden verzameld voor verplaatsing naar het grote doorvoerkamp Westerbork. Een afbeelding van de betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht opgenomen

67 en 68 – Oude Willem – Rijkswerkkampen Diever A en B – 1935
Het Ministerie van Sociale Zaken huisvestte in de rijkswerkkampen Diever en Diever B in de dertiger jaren van de vorige eeuw werklozen die onder meer heidevelden moesten omspitten. De kampen stonden bij Hoeve aan den Weg in de Olde Willem. Beiden boden plaats aan zesennegentig personen.
In december 1941 besloot de Duitse bezetter Joodse Amsterdammers naar de Drentsche werkkampen in Diever, Geesbrug, Gijsselte, Kremboong, Mantinge, Orvelte, Stuifzand en Vledder te sturen. Het eerste resultaat was dat 905 mannen op zaterdag 10 januari 1942 naar Drenthe vertrokken, waarna ook mannen uit andere delen van het land gedwongen werden te gaan.
Hier volgen een paar aangrijpende citaten uit brieven die manufacturier Jozef Leefsma uit Gorredijk vanuit rijkswerkkamp Diever A aan een vriend schreef:
De lui die hier zijn, lijken wel wolven. Die zijn uitgehongerd. Het lijken wel rovers. Ze zeggen dat wij, als we er veertien dagen zijn, ook zo worden, maar dat weet ik nog niet. Daar ben ik zelf bij. In het kamp mag niets, ofschoon de kampchef een beste kerel is. Maar dat is nu eenmaal voorschrift……….
Ik kon jullie niet bedanken deze week. Ik was wat vol. Daar heb ik tegenwoordig meer last van. Zo gauw ik aan thuis denk of iemand mij er over spreekt, huil ik als een kind en ik kan er niets aan doen……….
In de nacht van zwarte vrijdag 2 oktober 1942 werden de rijkswerkkampen Diever A en Diever B door de Duitse bezetter ontruimd. De Joodse bewoners kwamen in het kamp Westerbork terecht. Vandaar werden ze gedeporteerd naar Duitse concentratiekampen.
Jozef Leefsma heeft het niet overleefd. Welke andere Joodse Nederlanders zaten in de rijkswerkkampen Diever A en Diever B ? …….. Wie van hen overleefden de hel van de vernietigingskampen ? ……….
Niets in de wijde omgeving herinnert aan het feit dat deze kampen als isolatie- en verzamelkamp van joodse landgenoten zijn gebruikt….. Van de rijkswerkkampen Diever A en Diever B, lopend naar Westerbork, en dan per trein naar Auschwitz, Birkenau, Bergen-Belsen, Dachau, Majdanek, Mauthausen, Neuengamme, Schöppenitz, Sobibor, Sosnowiec, Theresienstadt, Treblinka ………………

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in een aantal berichten in ut Deevers Archief aandacht besteed aan de geschiedenis van de rijkswerkkampen Diever A en Diever B.

Inmiddels staat gelukkig – hopelijk mede een klein beetje dank zij de tekst in het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’- an de Woaterseweg in de Olde Willem wél een gedenkteken bij de plaats van de voormalige rijkswerkkampen Diever A en Diever B.
De twee ansichtkaarten zijn in 1935 uitgegeven door en waren te koop bij Roelof (Roef) van Goor, Copieer Inrichting, an de Heufdstroate in Deever. De twee ansichtkaarten waren ongetwijfeld ook te koop in de kantine van rijkswerkkamp Diever A


Posted in Ansigtkoate, de Olde Willem, Diever, ie bint 't wel ..., Joodse inwoner, Tweede Wereldoorlog, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Plaetie 16 uut Bussink’s album ‘Mijn land – Drenthe’

Het boekwerk ‘Bussink’s Album – Mijn land – deel VIII – Drenthe’ is geschreven door G.J. Nijland. Het album is in 1934 uitgegeven door Bussink’s Koekfabriek uit Deventer (ja, die van de Deventer koek). Het album was verluchtigd met 100 plaatjes en 2 platen. Bijgaande kleine afbeeldingen tonen de voorkant en de achterkant van plaatje nummer 16. De redactie van ut Deevers Archief toont dit topplaatje graag aan de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van zijn webstee.
Op de voorkant van het plaatje is ut olde skultehuus an de brink van Deever te zien. Let vooral op het zeldzaam originele licht boven de voordeur in de vorm van de Davidster. Het is het schultehuis, zoals het was in 1933, een paar jaar voor de ‘grote knutselrestauratie’, toen het schultehuis gelukkig nog niet gescheiden was van de schulteboerderij. De redactie van ut Deevers Archief vraagt zich nog steeds af waarom het zo zeldzaam originele bovenlicht in de vorm van de Ster van David bij de ‘restauratie’ is weggeknutseld.
En zoals het meestal met getekende onderwerpen uut de gemiente Deever gaat, is voor dit plaatje ook een ansichtkaart als voorbeeld gebruikt. Deze ansichtkaart uit 1933 is hier ook afgebeeld. De overtekenaar van de ansichtkaart moest op zijn tekening de vrijheid nemen een toegangshek in de ‘glinten’ voor het schultehuis te tekenen, omdat hij het wél op de ansichtkaart aanwezige perspectief niet voldoende volgde. Dat hek was wel aanwezig en is op de ansichtkaart nog net een beetje aan de linkerkant te zien. Ook rommelde de overtekenaar wat met de plaats van de bomen -zo te zien geen geleide linden- voor het schultehuis. De overtekenaar heeft zijn tekening ingekleurd, dat heeft hij bepaald niet slecht gedaan. De overtekenaar van de ansichtkaart is waarschijnlijk niet in Deever geweest.

Abracadabra-1291Abracadabra-1290

Abracadabra-1292

Posted in Ansigtkoate, Brink, Kuunst, Skultehuus, Tiekening | Leave a comment

Over de organisatie van jongenskamp ‘de Eikenhorst’

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 7 september 2014 van de 75-jarige heer Pieter Verdonk bijgaand verhaal over zijn tijd als groepsleider in het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe. De redactie van ut  Deevers Archief is hem bijzonder erkentelijk voor deze bijdrage aan de geschiedschrijving over dit kamp.

Van 1961 tot 1963 ben ik groepsleider geweest in het VBS-kamp, later BJ-kamp ‘de Eikenhorst’ te Geeuwenbrug. De Vorming Buiten Schoolverband, later Buitengewoon Jeugdzorgwerk in Internaatsverband kampen en internaten gingen uit van het toenmalige ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De grote baas in Den Haag was mr. A.J.M. Schats.

De jongens (van 10 tot 14 jaar) konden opgenomen worden als er bijvoorbeeld moeilijkheden thuis of op school waren. Voorwaarde was dan wel dat tijdens het verblijf van de jongen in het kamp aan de thuissituatie het nodige gedaan zou worden. De plaatsing van de jongens verliep via contactambtenaren, die verzoeken tot opnamen van bijvoorbeeld scholen, huisartsen of  de ouders zelf behandelden. Al naar gelang het inkomen van de ouders was er een ‘ouderbijdrage’.

Op ‘de Eikenhorst’ verbleven de jongens een jaar. Om in contact te blijven met de  gezinssituatie was er voor de jongens een paar maal ‘verlof”, bijvoorbeeld met Kerstmis.

Het kamp in Geeuwenbrug bood ruimte aan 64 jongens, die verdeeld waren over vier groepen van 16 jongens. In ‘mijn tijd’ is de bezetting altijd 100% geweest.

Wat het personeel betreft, de directie werd gevoerd door ‘de commandant’, die bijgestaan werd door ‘de adjudant’. Dan waren er minstens vier groepsleiders, twee (bevoegde) onderwijzers, een sportleider en een leider voor de creatieve vakken, zoals tekenen, knutselen en dergelijke. Er waren naar ik meen twee jonge vrouwen die voor de huishoudelijke dienst zorgden en tegelijkertijd ‘groepsdame’ waren. Ze draaiden naast hun hoofdtaak mee in de groepen om het ‘vrouwelijk element’ bij de benadering van de jongens te realiseren. De onderwijzers waren veelal militaire dienstweigeraars, die hun vervangende dienstplicht in het kamp doorbrachten.

De commandant en de adjudant hadden eigen woningen op het terrein, de overige stafleden hadden een (slaap)kamertje in de groepsbarakken. Voor de administratie was er een aparte kracht. Verder waren er een kok, een magazijnmeester en een kampmonteur, die buiten het terrein woonden.

Op ‘de Eikenhorst’ werd het ‘goudzoekersspel’ gespeeld. In de loop van hun jaar konden de jongens rangen van ‘kompel’ tot en met ‘goudzoeker’ doorlopen. Het ‘goudzoekersspel’ was bedoeld om de jongens het goud van de vriendschap bij te brengen en op die manier aan hun problematiek te werken. De vier groepsbarakken hadden de namen Peru, Klondike, Transvaal en Alaska, streken waar ‘echt’ goud werd gevonden.

Voor de dagelijkse activiteiten buiten de groep waren de jongens ingedeeld in vier aparte groepen. De jongens met de meeste mogelijkheden, bijvoorbeeld in schoolkennis, werden ingedeeld bij groep C, iets minder ontwikkelden kwamen in groep L, daarna volgde A en tenslotte N. Samen: Clan!

Overdag, op ongeveer dezelfde tijden als ’thuis’, namen de jongens deel aan onderwijs, sport, creativiteit en corvee. De groepsbarak was het eigen home van de jongens. Er was een slaapzaal met 16 bedden, een toilettengroep en een ‘washalletje’. Verder was er het ‘schoenenhalletje’ en het groepsverblijf. In mijn tijd stonden in de groepsverblijven levensgrote kolenkachels. De eerste taak van een groepsleider na een verlof in de winter was de kachel aan te steken, want dan kon het venijnig koud zijn in de barakken.

Er was een aparte barak met douches en met wasmachines. De ‘gewone was’ werd niet in het kamp gedaan, maar de ‘straaljagerwas’ werd gedaan met de kamp-wasmachine. ‘Straaljagers’ waren jongens die in hun bed plasten. ‘Bommenwerpers’ heb ik in mijn tijd gelukkig niet meegemaakt.

In het dagelijks leven werd een forse discipline gehandhaafd. Ging men ‘s morgens van de groep naar de eetzaal, dan gebeurde dat netjes in een rij, die voor de barak gevormd werd. De groepsleider moest dan zeggen: ‘In de stand – staat!’,  waarop de jongens in de houding sprongen. Het volgende commando was dan ‘Kwartdraai linksom – naar de eetzaal!’.

Voor de dagactiviteiten begonnen was er nog het ‘vlagappel’, waarbij de jongens per leefgroep rond de vlaggenmast in de houding stonden en de vlag door een van hen gehesen werd.

Natuurlijk is in de loop der jaren het regime veranderd; daar kunnen anderen misschien nog eens over vertellen.

Verder: het is mogelijk, dat ik in mijn verhaal dingen ben vergeten of niet helemaal precies juist gesteld. Vergeet daarbij niet dat het meer dan een halve eeuw geleden is dat ik op ‘de Eikenhorst’ werkte en dat ik nu 75 ben!

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Al is de crisis nog zo fel, de liefde trotseert hem wel

De hier getoonde afbeeldingen zijn in 1933 gepubliceerd in het tijdschrift Eigen Erf (geïllustreerd familieweekblad voor Overijssel en Drente).

De tekst onder de afbeeldingen luidt als volgt.
Vanwege Kieskring I van het D.L.G. werd te Diever de jaarlijksche landbouwtentoonstelling annex veekeuring en volksfeest gehouden. Links een overzicht van de keuring. Recht een wagen uit den optocht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De afkorting van het Drentsch Landbouw Genootschap is D.L.G.
De linker foto is gemaakt op het koeienmarktterrein an de Bosweg in Deever. Veel boeren in een donkere colbertjas op zondagse schoenen met zondagse pet en vaak ook met wandelstok, die gebruikt werd om een koe de maat te nemen. Het koeienmarktterrein is tegenwoordig niet meer in gebruik als onverharde parkeerplaats voor de levende koe, maar als verharde voorlopig gratis langparkeerbrink voor de heilige blikken koe.
Op de rechter foto is een versierde wagen uit de optocht te zien. Het jaar 1933 was een slecht jaar in de grote vooroorlogse economische crisis. Dat blijkt ook wel uit de toepasselijke tekst op de versierde wagen: Al is de crisis nog zo fel, de liefde trotseert hem wel.
Wie herkent mensen die op de twee afbeeldingen zijn te zien ?
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie voorzien van een goede scan van foto’s van de Deevermaarkt van vóór de Tweede Wereldoorlog ? 

Posted in Bosweg, Landbouw, Maarktturrein | Leave a comment

Stoomtram van de N.T.M. an de Deeverbrogge

Bijgaande afbeelding van een zwart-wit foto met begeleidende tekst is opgenomen in het in 1999 uitgegeven fotoboekje ‘Diever, ie bint ‘t wel …’. Het betreft -voorzover bekend bij de redactie van ut Deevers Archief- de enige bewaard gebleven foto van de stoomtram van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij bij de halte an de Deeverbrogge in de lijn Meppel – Hijkersmilde langs de Drentse Hoofdvaart.

57 – Dieverbrug – Stoomtram bij café-logement Johan Blok – 1930
De maker van deze unieke foto is de zeventienjarige student Laurent Jacobus Biezeveld, de zoon van de directeur van de Noord-Nederlandse Tram Maatschappij. Voor deze afbeelding is een nieuwe afdruk van het originele gave
negatief op glasplaat gebruikt.
Dieverbrug was altijd een belangrijke halte in de tramlijn langs de Drentsche Hoofdvaart. Locomotief 6502 staat voor het café-logement van Johan Blok. In het café bevonden zich de wachtkamer en het  agentschap van de Noord-Nederlandse Tram Maatschappij.
Uit de pijp van de met kolen gestookte stoomlocomotief komt rook, de veiligheidklep op de regulateur blaast stoom af en ook uit de demper van de vacuümrem ontsnapt stoom. De personeelswagen is aan de locomotief gekoppeld.
De drie mannen bij de locomotief zijn van links naar rechts van Benthem, de stationchef van de Hijkersmilde, controleur van Blanken en tramconducteur Koopmans. In het machinehuis zit machinist Jan Postuma.
In een heel aardig reisverslag uit 1926 is het volgende te lezen:
Ik was in Dieverbrug. U zult vrees ik het wijze voorhoofd rimpelen en trachten de geest te scherpen om zich te herinneren waar een plaats met zo’n naam dan wel in ons land mag liggen. Het ligt afgelegen, tenzij u een plaatsje, dat een uur stoomtramhobbelen buiten het Drentsche stadje Meppel ligt, tot de gemakkelijk te bereiken plaatsen rekent. Een paar maal per dag brengt het trammetje een enkele reiziger, wat postzaken en een pakje. Door het kanaal varen de schepen af en aan. Dat is zo de communicatie met de buitenwereld, waaronder in de eerste plaats zijn te verstaan Meppel en het nog verderaf liggende Assen…………
In 1930 was alles al aan het veranderen. De stoomtram kreeg steeds meer concurrentie van de vrachtwagen. Op 15 februari 1933 reed de laatste tram, waarna de rails werd verwijderd.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In ut Deevers wordt het Nederlandse woord tram niet op zijn Hooghaarlemmerdijks als trèm, maar gewoon als tram uitgesproken, vandaar dat in de titel van dit bericht het woord stoomtram gewoon als stoomtram is geschreven.
Voor de hier getoonde zwart-wit foto heeft de beheerder van het foto-archief van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en Tramwegwezen speciaal voor opname in het fotoboekje ‘Diever, ie bint ‘t wel …’ een nieuwe afdruk van het originele negatief op glasplaat laten maken. De redactie is de beheerder daarvoor bijzonder erkentelijk.
In de tekst staat abusievelijk vermeld dat N.T.M. de afkorting is voor Noord-Nederlandse Tram Maatschappij, dit moet zijn Nederlandsche Tramweg Maatschappij.
Het bedrijf Hohenzollern in Düsseldorf-Grafenberg leverde de hier afgebeelde locomotief in 1881 als rangeerlocomotief aan de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (S.S.) met kenteken SS 401. In 1890 werd het kenteken van deze locomotief gewijzigd in SS 602. Bij de samenvoeging van het materieelpark van de Hollandse Spoorwegmaatschappij (H.S.M.) en de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (S.S.) in 1921 kreeg de hier afgebeelde locomotief het kenteken NS 6502. De Nederlandse Spoorwegen hebben de NS 6502 in 1930 uit dienst genomen. De N.T.M. was 
in dat jaar de huurder geworden van deze locomotief.
De zeventienjarige Laurent Jacobus Biezeveld is de maker van deze scherpe foto. Hij is geboren op 9 oktober 1913 in Nijehaske. Hij is overleden op 20 juli 1969 in Haren in de provincie Groningen. De foto is derhalve gemaakt tussen oktober 1931 en oktober 1932. En niet in het jaar van 1930, zoals abusievelijk staat vermeld in de tekst bij de foto in het boekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ .
Dan staat locomotief NS 6502 bij het café-logement van Johan Blok. Het oude café-logement brandde in de nacht van 30 op 31 maart 1932 af. Derhalve heeft Laurent Jacobus Biezeveld de foto gemaakt tussen 9 oktober 1931 en 30 maart 1932. Echter gelet op de bladeren aan de bomen, zal hij de foto uiterlijk een aantal weken na 9 oktober 1931 hebben gemaakt.
Locomotief NS 6502 oogde als een primitieve locomotief met een open stoomleiding van de regulateur naar de cilinders en een veiligheidsklep op de regulateur. De NS 6502 woog maar 18 ton en was niet zo’n sterke locomotief. Dat was bij de N.T.M. soms wel te merken. De NS 6502 kon een zware goederentrein best op gang brengen, maar als deze dan lang aan één stuk moest doorrijden, dan kon hij geen stoom houden. Toch voldeed de NS 6502 wel bij de N.T.M., met name in de personendienst.
Op bijgaande afbeelding staat de van Meppel komende locomotief NS 6502 met goederenwagons bij de halte an de Deeverbrogge. De halte an de Deeverbrogge was een belangrijke halte voor Deever en voor Dwingel, die beiden op een afstand van ruim twee kilometer van de halte waren gelegen.
Na het opheffen van de tramlijn in 1933 werd de halte an de Deeverbrogge een belangrijke overstapplaats, toen de Drentse Autobus Onderneming (D.A.B.O.) de personendienst overnam. De bussen uit Meppel en Assen ontmoetten elkaar hier, waarna de één doorreed naar Deever en de andere naar Dwingel. Bij terugkomst ontmoetten ze elkaar weer en vervolgde de bus uit Meppel zijn reis naar Assen en vervolgde de bus uit Assen zijn reis naar Meppel.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto van de huidige situatie ter plekke van de situatie op de zwart-wit foto gemaakt op 31 juli 2018.

Posted in An de Deeverbrogge, Café-Logement, Stoomtram, Topstuk, Vervoer | Leave a comment

De Kwoasloot begunt in de Stroet’n op Kalter’n

De redactie van ut Deevers Archief vroeg zich in het bericht Woar laag’n ok awièr de Stroet en de Kreulenakker waar het groenland met de naam de Stroet is gelegen. Het groenland met de naam de Stroet is niet vermeld in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’. Deze publicatie van de heemkundige vereniging uut Deever is nergens te vinden in de webstee van deze induttende vereniging. Nota bene de allerbelangrijkste van alle publicaties, die de heemkundige vereniging uut Deever in zijn vijfentwintig jarige bestaan heeft gemaakt, is niet te vinden in de webstee van deze vereniging.
Het groenland met de naam de Stroet of de Stroeten ligt aan de weg van Deever naar Wapse. De Stroetweg loopt langs de Stroeten. De redactie van ut Deevers Archief heeft deze twee namen in het rood in een detail van een wandelkaart van het landgoed Berkenheuvel uit 1946 aangegeven. Zie de bijgaande afbeelding. Op het detail van de wandelkaart is te zien dat de Stroetweg bij de kruising met de Schaapsdrift overgaat in de Stroetlaene. Tegenwoordig heeft de Stroetweg de naam de Stroeten. De Stroetlaene is op tegenwoordige luchtfoto’s helaas niet meer terug te vinden. De Vereniging Voor De Grote Verwildering Van Natuurmonumenten is in de gemiente Deever al jaren en voortdurend stiekem bezig met het najagen van zijn archaïsche utopietje, het utopietje van een tot in de puntjes geplande en gemaakte en onderhouden cultuurwildernis en het achterbaks weren van alle menselijke aanwezigheid uit zijn deel van het landgoed Berkenheuvel.
In ut Deevers Archief is een zwart-wit ansichtkaart van koeien in het groenland met de naam de Stroet aanwezig. Zie de bijgaande afbeelding van deze zwart-wit ansichtkaart. Deze zwart-wit ansichtkaart is in 1943 uitgegeven door Copieer Inrichting Roelof (Roef) van Goor in Deever.
Het Drentse en Deeverse woord stroet heeft de betekenis van een laag nat terrein in een heideveld, waar water uit de omgeving zich verzamelt. Het groenland met de naam de Stroet langs de weg van Deever naar Wapse zal daarvoor heideveld met de naam de Stroet zijn geweest en komt als zodanig niet voor in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’. Die veldnamen hebben betrekking op bouwland en groenland. Dit heideveld zal zijn ontgonnen in de tijd dat mr. Albertus Christiaan van Daalen bezig was met de ontwikkeling van het landgoed Berkenheuvel, dus veel later dan 1832.
In het lage en natte heideveld en later het groenland met de naam de Stroet stroomt het water naar het begin van de Kwasloot. Het water in de Kwoasloot stroomt naar de Wapserveense Aa.
De redactie van ut Deevers Archief zal te zijner tijd en zeker niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf enige kleurenfoto’s van de toestand ter plekke van de Stroet of de Stroeten maken en in dit bericht tonen.

Posted in Ansigtkoate, Kalter’n, Landgoed Berkenheuvel, Veldnème | Leave a comment

Kantinetente mit militaer’n in de kaamp op de Oeren

De redactie van ut Deevers Archief vond in de fotocollectie van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie de hier afgebeelde foto van de kaamp op de Oeren bee Kalter’n. De redactie is het Nederlands Instituut voor Militaire Historie bijzonder erkentelijk voor de vrije beschikbaarheid van deze afbeelding.
Op de foto is te zien een kantinetent in het soldatenkamp op het heideveld op de Oeren bij Kalteren in de gemiente Deever. De militairen in een voor de kantinetent zijn van het negende regiment infanterie van de landweer, zoals de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief hopelijk kunnen lezen op het bord bij de vlaggemast.
De maker van de foto is helaas niet bekend. De foto is in de collectie van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie gedateerd op 6 januari 1909. Op die datum kan de foto niet zijn gemaakt. De militairen oefenden in de periode 1905-1908 in de zomer op de heidevelden in de gemiente Deever. De foto is wellicht in 1908 gemaakt en wellicht aan het begin van 1909 gearchiveerd.
Als de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief meer berichten over het soldatenkamp op het heideveld op de Oeren bij Kalteren willen lezen, dan worden zij verzocht onder aan dit bericht of in de lijst met categorieën de categorie de Kaamp op de Oeren aan te klikken.

Posted in de Kaamp op de Oeren | Leave a comment

Winternoamedag op ’t Kastiel in jannewoari 1979

OWijlen U.L.O-meester Henk van de Bos, niet geboren, maar wel een leven lang getogen in Deever, heeft deze foto van de boerderij van Klaas Fledderus op ut Kastiel in Deever gemaakt bij het vallen van de avond in de sneeuwrijke winter van 1978 op 1979. Tussen de bomen is Klaas Fledderus te zien. Achter de boerderij van Klaas Fledderus is zichtbaar het boerderijtje, waarin de gezusters Janna (Jannoa) en Roelofje (Roefie) van Ankorven woonden. Wat een fraaie en stemmige foto.

Posted in Alle Deeversen, Boerdereeje, Deever, ut Kastiel, Winter | Leave a comment

Un lochtfoto van ut midd’n van ut olde Deever

De luchtfoto voor de hier afgebeelde ansichtkoate van ut midde’n van ut olde Deever is in 1952 gemaakt door Luchtfoto Nederland. Bijzonder fraai is de omheining van de kaarketuun te zien. Was dat nu nog maar zo ! Na de grote vernieling in de jaren 1955/1957 en als vervolg daarop de grote vernieling in de jaren 2019/2020 is niets echts meer over van de openbare ruimte in het midden van ut olde Deever.

Een exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart is in 1952 verzonden aan den heer P. Barelds, p/a Knud Hansen, Ammendrup, Helsinge, N-Sjaelland, Denemarken. De kaart is verstuurd door de familie Jan Kloeze, Wittelte 13, post Dieverbrug, Holland.
De familie Barelds had en heeft een boerenbedrijf aan de Wittelterweg in Wittelte.
Hendrik Lefferts Barelds is een zoon van Pieter Barelds en Hilligje Wesseling. Hij is geboren op 6 oktober 1900 in Wittelte. Hij is overleden op 10 augustus 1954 in Wittelte. Hij trouwde op 9 juni 1926 met Aaltje Pieper
P. Barelds zal Pieter (Piet) Barelds zijn. Hij is een zoon van Hendrik Lefferts Barelds en Aaltje Pieper,.
De redactie heeft de gegevens van Pieter (Piet) Barelds niet in openbare bronnen op het internet kunnen vinden. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie hierbij helpen ?
Het is wel aannemelijk dat boerenzoon Pieter Barelds uut Wittelte een tijdje bij boer Knud Hansen in het gehucht Ammendrup bij het dorp Helsinge in het noorden van Zeeland in Denemarken in de leer is geweest. Een stage ? Een zomer lang ? Een heel jaar lang ? De redactie verwijst ook naar het bericht Café Berend Slagter an de Kruusstroate in Deever.

Posted in Ansigtkoate, Kaarke an de brink, Logtfoto, Toor'n an de brink | Leave a comment

Ut olde postkantoor an de Heufdstroate in Deever

In de Friese koerier, onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden, verscheen op 8 juli 1957 het volgende bericht over de pensionering van Lambertus Schoemaker, kantoorhouder van het postkantoor an de Heufdstroate in Deever.

Kantoorhouder Schoemaker verlaat de dienst
Diever, – Ingaande 1 juli jongst leden heeft de heer L. Schoemaker, kantoorhouder der posterijen alhier, de P.T.T.-dienst mdet pensioen verlaten. De naam Schoemaker is verweven met de P.T.T. diensten in Diever. De thans scheidende functionaris is vanaf oktober 1916 bij de posterijen werkzaam, de eerste 4 jaar onder meer als hulpbesteller en sedert 20 december 1920 als kantoorhouder. In deze laatste functie volgede de heer Schoemaker zijn vader, de heer J, Schoemaker op, die 32 jaar lang kantoorhouder en besteller is geweest.
Het postkantoor is plusminus 70 jaar lang in hun woning aan de Hoofdstraat gevestigd geweest. Met ingang van 28 juni jongst leden is het verplaatst naar een barak van het voormalige noodgemeentehuisin het uitbreidingsplan.
De directeur-generaal van het staatsbedrijf der P.T.T. heeft in een schrijven zijn dank betuigd voor de vele arbeid en hem erkentelijkheid betuigd voor zijn betoonde activiteit in de bezettingsjaren. Te dien tijde ontving hij ook een schrijven van Z.K.H. Prins Berhard, die hem als bevelhebber van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten zeer verdiende dank bracht voor de belangrijke diensten, verleend bij het ondergrondse verzet.
Maar ook in velerlei ander opzicht heeft de heer Schoemaker de gemeenschap gediend. Zo is hij sedert de bevrijding lid van de raad van Diever voor de V.V.D. Verder is hij voorzitter van de afdeling Diever van de bond voor staatspensionering en secretaris van het bestuur van de coöperatieve boerenleenbank, terwijl hij in het verleden diverse andere functies heeft bekleed.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief.
De heer L. Schoemaker is Lambertus Schoemaker. Hij is geboren op 16 oktober 1900 in Deever. Hij is overleden op 27 januari 1960 in Deever. Hij heeft maar een paar jaren van zijn pensioen kunnen genieten. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Lambertus Schoemaker trouwde op 26 maart 1920 met Hilligje van Es.
Hilligje van Es is geboren op 15 augustus 1898 in Beilen en is overleden op 18 februari 1978 in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De verzetsvrouw Geesje Jantina Schoemaker is een dochter van Lambertus Schoemaker en Hilligje van Es.
Lambertus Schoemaker was een zoon van brievengaarder Jan Schoemaker en Jantien Trompetter.
Jan Schoemaker is geboren op 1 oktober 1856 in Dwingel en is overleden op 23 februari 1946 in Deever. Jan Schoemaker trouwde op 29 april 1882 in Deever met Jantien Trompetter.
De redactie weet niet wanneer het blokkendoosvormige postkantoor met woning precies is gebouwd. Omstreeks 1900 ? De redactie verwijst ook naar het bericht Ut riekstillefoonkantoor is in 1902 eup’mt.

Het lukt de redactie niet goed de datum waarop of het jaar waarin de kleurenfoto met het oude postkantoor is gemaakt te schatten. De kleurenfoto is uiteraard na de Tweede Wereldoorlog gemaakt. Gelet op de vrouw met de Solex brommer zou de kleurenfoto in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw kunnen zijn gemaakt. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief herkent de vrouw met de Solex brommer ? De vrouw vóór het postkantoor zou Hilligje van Es kunnen zijn, zij is op de foto zeker in de buurt van de 65 jaren oud, dan zou de kleurenfoto in de eerste helft van de zestiger jaren van de vorige eeuw kunnen zijn gemaakt.
De redactie heeft nog niet kunnen uitzoeken wanneer het blokkendoosvormige gebouw is afgebroken. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet wanneer dit postkantoor is afgebroken ? Wellicht zijn leden van de familie Zoer in het bezit van foto’s van de afbraak van het postkantoor ?
De redactie heeft de niet zo geslaagde kleurenfoto van het huis dat gebouwd is op de plek van het oude postkantoor gemaakt op donderdag 4 november 2017. De redactie zal te gelegener tijd deze kleurenfoto vervangen door een kleurenfoto van betere kwaliteit.

Posted in Alle Deeversen, Heufdstroate, Postkantoor, Verdwenen object | Leave a comment

Un kwitaansie mit kwitaansiesegel van grote Frièrik

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd in de gemiente Deever het boerenwerk nog gedaan met behulp van werkpaarden.  De smeden in het dorp Deever hadden vooral de vele boeren als klant. Dorpssmid Frederik (grote Frièrik) Offerein was gediplomeerd hoefsmid. Zijn smederij was gevestigd aan ut kleine brinkie in Deever.
De boer ging met zijn paard naar de smederij, waar de hoeven van het paard warm werden beslagen. Voor een nieuw hoefijzer en het beslaan van een paard met dit nieuwe hoefijzer bracht grote Frièrik twee guldens in rekening.
De boeren konden voor het repareren van een houten handvat aan de boom van een zeis ook bij grote Frièrik terecht. Voor een nieuwe dol en het aanbrengen van die dulle aan de zeisboom bracht grote Frièrik tachtig centen in rekening. De kötte dulle saat ut wiedst van de sende.
Veel mensen liepen in die tijd op klompen. Vaak gebeurde het dat de roef van een klompe brak of scheurde. Dat kon gerepareerd worden met een klompkram of een kramband. Voor een klompkram en het aanbrengen van een klompkram over de bovenkant van een klomp bracht grote Frièrik tien centen in rekening.
Het was vaak de vrouw van de boer, die in ut pothokke naast de boerderij het voer voor de varkens in een grote ketel kookte. Die ketel kon door het gebruik lek raken. Grote Frièrik kon dit gat in de ketel door middel van solderen of lassen dicht maken. De redactie van ut Deevers Archief weet niet of boer Roelof Bennen met de grote zware ketel naar de smederij moest of dat grote Frièrik de ketel ter plekke in ut pothokke herstelde.
Blijbaar liep grote Frièrik twee keer per jaar met de kwitanties langs zijn klanten. De kwitantie voor geleverde materialen en gedane arbeid over de tweede helft van 1948 voor Roelof Bennen Kzn. is gedateerd op 1 januari 1949. Blijkbaar had grote Frièrik niet zo’n haast met het innen van de schulden, want pas in februari 1949 werd de kwitantie voldaan en voorzien van een kwitantiezegel met de handtekening van grote Frièrik.
Roelof Bennen is een zoon van Klaas Bennen en Hendrikje Bolding. Roelof Bennen is geboren op 13 november 1901 in Deever en is overleden op 28 mei 1982 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Roelof Bennen trouwde op 1 mei 1926 met Geesje Krol. Geesje Krol is geboren op 17 april 1899 op de Smilde en is overleden op 15 juni 1978 in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De boerderij van Roelof Bennen en Grietje Krol staat an de Aachterstroate in Deever. Wijlen Jans Tabak is een kleinzoon van Roelof Bennen en Grietje Krol en woonde in die boerderij.
Het origineel van de hier afgebeelde nota is aanwezig in de verzameling van wijlen Jans Tabak.

Posted in Alle Deeversen, Boer'nlee'm, Jans Roelof Tabak, Neringdoende | Leave a comment

Mit de hondekarre onder de tolboom deur

Toen Jan Hessels nog leefde sprak de redactie van ut Deevers Archief regelmatig met hem bij hem thuis in zijn boerderij over ut olde Deever, over het boerenleven, over het boerenwerk. Jan hield van het vertellen van annekkedotes, zoals hij die korte en altijd grappige verhaaltjes noemde. De redactie prijst zich gelukkig enige daarvan te hebben vastgelegd. Zijn annekkedotes zijn -het kan niet anders- opgeschreven in ut Deevers. Jan Hessels sprak ut Deevers, net zoals Jantje Oost dat deed, zoals je ut Deevers hoort te spreken. Het is jammer dat ut Deevers in het volledig verhollandiseerde en vercocacolariseerde Deever bijna dood is.

Mit de hondekarre onder de tolboom deur
Ik were neet of ut vurhoal woar is, mor ut is mee wè veur woar vurteld. Ut is gebeurd in de tied dai’j in Wittelte veur ut onderhold van de neeje stroate tuss’n Deever en de Wittellerbrogge tol möss’n betèèln.
Lète op de oam’d belde un knecht van un boer bee de Wittelerbrogge an bee de dokter in Deever. Sien bosschop was dat ut sowiet was mit de vrou van de boer. De dokter was neet so bliede mit disse bosschop, want heesölf, sien menner en ut pièrd haad’n een drokke dag ehad. Hee kön ur neet onderuut, mor he vönd ut toch wè een beetie bezwoaluk so lète ut pièrd wièr in te spann’n.
‘Dat gef neet’, see de knecht. ‘Ie kunt wè mit mee mitried’n, ai’j moar persies doot wa’k oe onderweg zegge.’ ‘Dat is goed’, see de dokter.
See stapt’n op de hondekarre en göng’n mit un flinke gaank deur Oll’ndeever hen de Wittelerbrogge. Iniens brulde de knecht bee ut tolhuus: ‘Now hiel diepe bukk’n !!’ See bukt’n glad en gauw en so steu’m see mit grote voat onder de tolboom deur.
Dat scheelde mooi wièr un pèèr cent’n tolgeld.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De grote vraag is natuurlijk of voor een hondekarre tolgeld moest worden bewaard.
Op het tolgeldbord aan de voorgevel van het voormalige tolhuisje an de Wittelerweg in Wittelte staat de hond niet vermeld, maar zal wel 1 cent zijn geweest.

Posted in Deevers, Tol, Verdwenen object, Wittelte | Leave a comment

De haandtiekening van Leonard Willem van Os

In de Opregte Steenwijker Courant verscheen op 4 juni 1900 het bericht van overlijden van Leonard Willem van Os, burgemeester van de gemiente Deever.

Heden overleed zacht en kalm, na eene korte ongesteldheid in den ouderdom van bijna 56 jaren, onze geliefde Echtgenoot en Vader, de Heer Leonard Willem van Os, Burgemeester en Secretaris der gemeente Diever.
Mede namens de Kinderen, Mevrouw de Weduwe L.W. van Os-Mulder.
Diever, 28 mei 1900.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Leonard Willem van Os, burgemeester en secretaris van de gemiente Deever stuurde op 3 mei 1899 namens het gemeentebestuur een bericht op een open kaart aan den heer burgemeester der gemeente Havelte, zie afbeelding 2 en hij stuurde op 27 februari 1900 namens het gemeentebestuur een bericht op een open kaart aan den heer burgemeester der gemeente Workum in Friesland, zie afbeelding 3. De redactie beschikt helaas niet over een afbeelding van het ongetwijfeld belangwekkende bericht op de achterkant van de twee open kaarten.
Toch mooi meegenomen dat op de adreskant van die twee open kaarten wel de handtekening van burgemeester Leonard Willem van Os is te zien.
Waarschijnlijk stond in het Koninklijk besluit van 7 november 1876 (Staatsblad no. 192) dat een gemeentebestuur voor het verzenden van een officieel bericht door middel van een open kaart vrijgesteld was van het plakken van postzegels op die kaart.
Leonard Willem van Os verstuurde de twee berichten op een open kaart een paar maanden voor zijn overlijden op 28 mei 1900.
Leonard Willem van Os is geboren op 6 juli 1844 in Sneek en is overleden op 28 mei 1900 in Deever.
De echtgenote van Leonard Willem van Os was Leentje Mulder. Zij is geboren op 10 februari 1846 in Oldemarkt en is overleden op 23 december 1924 in Deever.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Posted in Gemiente Deever, Overlijdensbericht | Leave a comment

Ièpels rooi’n op de nes bee de Kaamp

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande foto van boer’nwaark op de nes bee de Kaamp in de namiddag van 3 oktober 2012 gemaakt vanaf de Ten Darperweg tussen de Kaamp en Soerte.
Het rooien en opladen van ièpels op transportwagens gebeurt tegenwoordig volledig gemechaniseerd.

Posted in Boer'nlee'm, Boer'nwaark, Ten Darperweg, Wapse | Leave a comment

Ie kriegt de groet’n uut Deever in Drente

In de gemiente Deever zijn vanaf het bestaan van de ansichtkaart in het begin van de twintigste eeuw door de jaren heen ook ansichtkaarten te koop geweest met de titel ‘Groeten uit Diever (Dr.). Zo ook bijgaand afgebeelde kleuren ansichtkaart met vier foto’s, een zo genoemd vijfluik. De hier afgebeelde kaart is in 1980 uitgegeven.
De redactie van ut Deevers Archief wil de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief het kijken naar oude mooie afbeeldingen van ut olde gemientehuus an de brink van Deever, de kaarke an de brink van Deever en de Kruusstroate in Deever niet onthouden.
Het mag de zeer gewaardeerde trouwe bezoeker van ut Deevers Archief duidelijk zijn dat de foto van ut olde gemientehuus an de brink van Deever later is gemaakt dan de foto van de kaarke an de brink van Deever. Dat valt op te maken uit de grote zwerfsteen op het grasveld voor ut olde gemientehuus an de brink van Deever, die is niet aanwezig op de foto van de kaarke an de brink van Deever. Op de laatst genoemde foto is op de plek van de grote zwerfsteen een kleine zwerfsteen te zien. Stond op die kleine zwerfsteen ooit een zonnewijzer op ?

Posted in Ansigtkoate, Gemientehuus, Kaarke an de brink, Kruusstroate | Leave a comment

Dames van de buurtvurening van ut Kastiel

De redactie van ut Deevers Archief heeft als streven in zijn berichten zoveel mogelijk Deeversen op foto’s te tonen en daarbij ten minste de naam van de personen op de foto’s te noemen; iedere Deeverse heeft zijn of haar eigen geschiedenis.
Op bijgaande foto zijn enige dames van de buurtvereniging van ut Kastiel in Deever te zien.
De foto is zo te zien tijdens een Deevermaarkt in de zomer op het marktterrein gemaakt. Het is niet bekend op welke datum deze foto is gemaakt.
De redactie roept de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief vooral te reageren op dit bericht, want veel is nog onduidelijk. De redactie is dringend op zoek naar aanvullende gegevens.
Gelet op het feit dat Grietje Jonker afkomstig is uit Havelte, zal deze foto na haar trouwen met Willem Dijkman zijn gemaakt, dus na 1924, waarschijnlijk rond 1930 ?
Woonden alle dames op ut Kastiel ?
Of woonden maar een paar dames op ut Kastiel en waren de anderen vriendinnen ?
Zijn alle dames geboren op ut Kastiel ?
Woonde het echtpaar Willem Dijkman en Grietje Jonker op ut Kastiel, zo ja waar dan ? Of woonden ze in Oll’ndeever ?

Van links naar rechts zijn de dames op de foto voor het gemak van 1 tot en met 6 genummerd.

1.
Annigje (Anna) van Nijen
Zij is geboren op 22 september 1899 in Deever. Zij is een dochter van Roelof van Nijen en Geertje Westerhof. Zij is overleden op 7 december 1992 in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Zij is op 29 mei 1926 in Deever getrouwd met rietdekker Dirk Nijboer.
Dirk Nijboer is geboren op 17 februari 1898 in Deever. Hij is een zoon van rietdekker Mannes Nijboer en Eltje Kuiper. Hij is overleden op 18 augustus 1968 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

2.
Margje Bel
Zij is geboren op 7 november 1899 in Deever. Zij is een dochter van koopman Berend Bel en Zijntje Bakker.
Zij is op 25 april 1925 getrouwd met bakker Gerard Kloosterman.
Gerard Kloosterman is geboren op 30 januari 1897 an de Deeverbrogge. Hij is een zoon van arbeider Arent Kloosterman en Hilligje Booiman uut Oll’ndeever.

3.
Jantje Klaster
Zij is geboren op 19 maart 1898 in Deever. Zij is een dochter van arbeider Berend Klaster en Lammegien Moes
Zij is op 6 december 1924 in Deever getrouwd met boer Harm Kloosterman.
Harm Kloosterman is geboren op 16 januari 1893 in Deever. Hij is een zoon van boer Hendrik Kloosterman en Geertje Klaster. Hij is overleden op 28 maart 1963 in Meppel. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

4.
Grietje (Griet) Jonker
Zij is geboren op 17 januari 1902 in Havelte. Zij is een dochter van arbeider Lambert Jonker en Margje Pouwels. Zij is overleden op 7 december 1973 in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Zij is op 3 mei 1924 in Deever getrouwd met veekoopman Willem Dijkman.
Willem Dijkman is geboren op 16 maart 1901 in Oll’ndeever. Hij is een zoon van arbeider Harm Dijkman en Lammigje Woudstra. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

5.
Margaretha (Griet) Oost
Zij is geboren op 15 april 1903 op ut Kastiel in Deever. Zij is een dochter van arbeider Jacob Oost en Elsje Davids. Zij is overleden op 15 februari 2001.
Zij is getrouwd geweest met Jan Brugging.
Jan Brugging is geboren op 20 augustus 1901 in Wapse. Hij is een zoon van arbeider Lambert Brugging en Meintje Noorman. Een broer van Jan Brugging was Jan Bruggink, die was getrouwd met Roelofje Roelofs; zij woonden op het Achterste Kalteren. Jan Bruggink en Roelofje Roelofs waren de grootouders van schoolmeester en historicus wijlen Reinder Smit uut Dwingel.

6.
Albertje Folkerts
Zij is geboren op 28 november 1902 in Deever. Zij is een dochter van timmerman Wolter Folkerts en Maria Smit
Zij is getrouwd op 4 augustus 1923 in Deever met melkmeter Roelof Ofrein.
Roelof Ofrein is geboren op 1 januari 1889 in Deever. Hij is een zoon van boer Hendrikus Ofrein en Hillechien Bruggink. Hij is overleden op 1 april 1984 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Abracadabra-1454
Posted in Alle Deeversen, Cultuur, Deevermarkt, Topstuk, ut Kastiel, Vurening | Leave a comment

Un baarg swaarfstien’n veur un friet- en snekkot

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 3 juli 2020 stond een bericht over de hopeloos verloren strijd van friet- en snackverkoper Gerrie Jissink tegen de Hogere en Lagere Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Onweerlegbare Grote Gelijk Van Het Rechtvaardig Verlenen Van Standplaatsvergunningen In De Gemeente Westenveld.
Zo één enig en geschiedkundig waardevol bericht over het strenge, koude, kille, keiharde, no-nonsense, rechtvaardige, objectieve, eerlijke, transparante, glasheldere, open, democratische, non-anticipatieve, non-compassieve, behoorlijke bestuur van de gemeente Westenveld moet zeker als een echt zoals-het-hoort voorbeeld in ut Deevers Archief zijn opgenomen.

Snackkar Diever moet verdwijnen
Diever – Friet- en snackverkoper Gerrie Jissink heeft zijn strijd tegen de gemeente Westerveld over zijn standplaats op de hoek Ten Darperweg / Kasteel in Diever definitief verloren.
Woensdag verklaarde de Raad van State zijn hoger beroep tegen de geweigerde standplaatsvergunning ongegrond. Jissink heeft dertig jaar met zijn snackwagen op de standplaats gestaan.
Vanaf 1919 kreeg hij geen nieuwe vergunning meer in verband met de herinrichting van het Kasteel. Jissink (60) zegt zich belazerd te voelen. Hij heeft zwart op wit van een gemachtigde van de gemeente dat hij tot zijn pensionering daar zou kunnen blijven staan. Hij heeft ook een brief waarin de gemeente rept van een vaste standplaats.
De Raad van State vindt echter dat Jissink zich niet kan beroepen op toezeggingen van de kant van de gemeente. Daar is meer voor nodig. Verder is de Raad van State het eens met Westerveld dat Jissink al sinds 2013 weet dat er een einde komt aan zijn standplaats op het Kasteel. Een proceskostenvergoeding hoeft de gemeente ook niet te betalen, bepaalde de Raad van State woensdag. De gemeente heeft Jissink een alternatieve locatie aangeboden. Die heeft hij afgewezen, omdat hij zijn roodwitte snackwagen daar ’s avonds niet mag laten staan.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Uitspraak 201907836/I/A3 van de Raad van State is hier te lezen.
Bij wijze van spreken was friet- en snackverkoper Gerrie Jissink nog maar amper met tranen in zijn ogen vertrokken met zijn rootwitte snackwagen of die lelijke berg gemetselde zwerfkeien met de eufemistische naam Burgemeester van Osbank (ja, die burgemeester van de zeven koeien en een os) stond al tot op de millimeter nauwkeurig op de plaats van de snackwagen van Gerrie Jissink.
De uitbater van het frietkot aan de brink van Deever zal zich na de eliminatie van de friet- en snackwagen van Gerrie Jissink dagenlang de tranen hebben gelachen, want wat is mooier dat het hebben van het monopolie op de verkoop van friet en snacks in een toeristisch-industrieel gebied, zoals de gemiente Deever ?
De redactie heeft de kleurenfoto van die lelijke mistroostige berg gemetselde zwerfkeien gemaakt op een druilerige droevige vrijdag 28 november 2020. De redactie vraagt zich al een hele tijd af wat de gemeente Westenveld in al die geheimzinnige groene kastjes in het binnendorp van Deever heeft verborgen. Zitten in die groene kastjes wifi-volgsystemen ingebouwd ?

Posted in Gemeente Westenveld | Leave a comment

Tweehonderd eek’n in ut Grünedal

Op 11 januari 1919 verscheen in het Nieuwsblad van het Noorden de volgende advertentie over de publieke verkoop van bomen en schel- en weekhout in Deever..

Boomen en Schel- en Weekhout, Diever
Notaris Bon te Dwingelo zal op vrijdag 17 januari aanstaande, des voormiddags plusminus 11 uur, ten huize van B. Seinen te Diever, publiek verkoopen:
1.
Voor de Marktgenooten van Diever:
Plusminus 200 eikenboomen in het Groenendal te Diever. Aanwijzing J. Seinen.
2.
Voor Lucas Tijmes:
1 zware populier bij het huis.
3.
Voor gebroeders Offerein:
3 populieren bij het huis.
4.
Voor dezelfden en G. Krol:
de Wal in Kamp van G. Krol, die aanwijst.
5.
Voor mr. A.C. van Daalen:
5 percelen in het Oude Wapserzand.
1 perceel achter de Noordesch. Aanwijzing H. Smit op dinsdag 14 januari aanstaande.
Samenkomst voormiddag 10 uur op Berkenheuvel bij Diever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wie was B. Seinen, was hij caféhouder ? Of wordt hier café- en logementhouder Roelof Seinen bedoeld ?

De weg vanaf de Bosweg tot aan het Openluchtspel zou gewoon weer Groenendal moeten heten. Of veel beter in ut Deevers: Grünedal.
Een mooie klus voor de dorpskrachten van de heemkundige vereniging uut Deever om bij De Hoge Dames En Heren Van De Voorkant Van Het Grote Straatnamengelijk Van De Gemeente Westenveld
 de verandering van de naam Hezenesch in Grünedal te bewerkstelligen.
Of is dit een mooi klusje voor de straatnamendeskundige van de politieke partij Dorpsbelangen ?
Met marktgenooten worden de markegenoten van de boermarke Deever bedoeld.
Jan Seinen (geboren 15 juli 1876 in Wapse, overleden op 13 december 1950 in Deever) was lid van het bestuur van de boermarke van Deever.
Lucas Tijmes (geboren op 25 maart 1855 in Beilen, overleden op 8 december 1934 in Deever).
Wie waren de gebroeders Offerein ?
Blijkbaar werd het hakhout op de wal langs de Kamp van Gerard Krol verkocht. Waar lag de Kamp van Gerard Krol ?
De naam Oude Wapser Zand komt niet voor op de wandelkaart van het landgoed Berkenheuvel.
H. Smit is Harmen (Haarm) Smit. Hij is geboren op 10 december 1867 in Deever. Hij is overleden op 11 oktober 1944 in Deever. Hij
ligt begraven op de kerkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij is de tweede boschbaas van het landgoed Berkenheuvel.
In de advertentie komen ook enige veldnamen voor: Groenendal, Kamp van Gerard Krol, Oude Wapserzand.

Posted in Boermarke van Deever, Grünedal, Landgoed Berkenheuvel, Noorderesch, Veldnème | Leave a comment

Woar laag’n ok awièr de Stroet en de Kreulenakker ?

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) verscheen op 20 juni 1930 het volgende bericht over de verkoop van enige percelen vaste goederen in het café van Berend Slagter an de Kruusstroate in Deever.

Diever, 20 juni. Hedenmorgen had in het café B. Slagter alhier ten overstaan van notaris Bolk te Dwingeloo de palmslag plaats van de navolgende perceelen vaste goederen, ten verzoeke van mejuffrouw de weduwe J. Haveman en kinderen alhier.
Koopers werden:
Perceel 1.
Huis met tuin, groot 1.40 are, laatst bewoond door L. Wanningen;
Perceel 2.
Huis met tuin, groot 0,60 are, laatst bewoond door J. Leijer, gevoegd met perceel 1.
kooper F. Haveman voor f. 490;
Perceel 3.
Huis met tuin, groot 2.40 are, bewoond door F. Haveman, kooper IJ. Winters voor f. 400, overname f. 60.
Perceel 4
Boerenbehuizinge met hooibergen en hof, bewoond door H. Moes Dzn, groot 21.45 are,
kooper D. Moes voor f. 2920, overname f. 75.
Perceel 5
Groenland Stroet, groot 1.29.00 hectare, kooper J. van Nijen Sr. voor f. 1420.
Perceel 6
Groenland Kalterbroek, groot 1.44.69 hectare, kooper J. Seinen voor f. 2360.
Perceel 7
Groenland De Maat, groot 72.70 are, kooper H. Kerssies voor f. 1500.
Perceel 8
Bouwland Zandakker, groot 28.40 are, kooper D. Moes voor f. 250.
Perceel 9
Bouwland Bergakker, groot 29.20 are, kooper H. Houwer voor f. 300.
Perceel 10
Bouwland Gierakker, groot 16.10 are, kooper H.H. Smidt voor f. 60.
Perceel 11
Bouwland Zwarte Bergje, groot 26 are, kooper L. Meekhof voor f. 150.
Perceel 12
Bouwland Noord-Esch, groot 39 are, kooper D. Moes voor f. 190.
Perceel 13
Bouwland Iepenkamp, groot 19.90 are, kooper H. Smit, Berkenheuvel voor f. 250.
Perceel 14
Boerijwaardeel in de Marke van Diever, kooper H. Mulder Gzn. voor f. 30.
Voor den heer H. Koning te Kalteren,
1 perceel bouwland De Kreulenakker, kooper D. Moes voor f. 150.
Alle koopers wonen te Diever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
B. Slagter is Berend Slagter. Hij is geboren op 10 augustus 1882 en is overleden op 4 maart 1967. Zijn café stond an de Krussstroate in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
J. Haveman is Jan Haveman  Hij is geboren op 8 december 1845 in Eemster. Hij is overleden op 24 oktober 1928 in Deever.
De weduwe L. Haveman is Stiena Boois. Zij is geboren op 21 juli 1853 in Lhee. Zij is overleden op 6 oktober 1932 in Wapse.
L. Wanningen is Lambert (Lamut) Wanningen. Hij is geboren op 4 april 1856 en is overleden op 21 april 1938. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
J. Leijer is klompenmaker Johannes Leijer. Hij is geboren op 11 januari 1866 in het Koekangerveld (de Wiek). Hij is overleden op 3 mei 1942 in Deever.
F. Haveman is Frederik (Frièrik) Haveman. Hij is geboren op 8 mei 1876 in Deever. Hij is overleden op 25 maart 1939 in Wapse. Hij is een zoon van Jan Haveman en Stiena Boois.
IJ. Winters is Eise Winters. Hij is geboren op 15 juni 1859 in Wittelte. Hij is overleden op 14 augustus 1943 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
H. Moes is Harm Moes. Hij is geboren op 3 januari 1906 in Deever. Hij is overleden op 8 februari 1993. Hij is een zoon van Dirk Moes en Aaltje Timmerman. Hij trouwde op 3 mei 1930 met Janna Eggink uut Dwingel. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
D. Moes is Dirk Moes. Hij is geboren op 5 januari 1876 in Deever. Hij is overleden op 14 juni 1952 in Möppel.
J. van Nijen Sr. is Jan van Nijen. Hij is geboren op 8 september 1896. Hij is overleden op 15 mei 1943. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
J. Seinen is Jan Seinen. Hij is geboren op 25 juli 1876 in Wapse. Hij is overleden op 13 december 1950 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
H. Kerssies is Hendrik Kerssies.
H. Houwer is Hendrik Houwer. Hij is geboren op 19 mei 1880. Hij is overleden op 20 februari 1970. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
H.H. Smidt is Klaas Hummelen Smidt. Hij is geboren op 30 september 1898 in Deever.
L. Meekhof is Lubbert Meekhof. Hij is geboren op 25 april 1899 in Vledder. Hij is overleden op 7 september 1972 in Möppel. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
H. Smit is Harm Smit. Hij is geboren op 12 september 1895 in Spier. Hij is overleden op 29 oktober 1972 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
H. Mulder Gzn. is Hendrik Mulder. Hij is een zoon van Gerke Mulder. Harm Mulder is geboren op 29 oktober 1882 in Deever.

Het groenland met de naam Stroet is niet vermeld in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’.
Het groenland met de naam Kalterbroek lag in sectie C1 (Diever) en is onder de naam Kaltersebroek of Kalterbroeken vermeld in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’.
Het groenland met de naam De Maat lag in sectie E1 (Zuid-Wapse) en is onder de naam De Maat vermeld in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’.
Het bouwland met de naam Zandakker lag in sectie B4 (Kalteren) en is onder de naam De Zandakker vermeld in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’.
Het bouwland met de naam Bergakker lag in sectie B4 (Kalteren) en is onder de naam Bargakkers vermeld in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’.
Het bouwland met de naam Giergakker lag in sectie B4 (Kalteren) en is onder de naam Gieren vermeld in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’.
Het bouwland met de naam Zwarte Bergje lag in sectie B4 (Kalteren) en is vermeld onder de naam Zwarte Bergje of Zwarte Bargien in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’.
Het bouwland met de naam Noord-Esch lag in sectie B4 (Kalteren), maar is in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’ niet vermeld onder deze naam, wel komen in die publicatie de namen Noordesch tegen de Boskamp en Noordesch tegen de Bos voor. De Noorderesch is nogal groot voor één bouwland.
Het bouwland met de naam Iepenkamp moet zijn met de naam Iemenkamp en lag in sectie C1 (Diever) en is onder de naam Iemenkamp vermeld in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’.
Het bouwland met de naam De Kreulenakker is niet vermeld vermeld in de publicatie ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’.

Posted in Veldnème, Verdwenen object | Leave a comment

Woar is ‘Sorry, Mister Shakespeare …!’

In ut Deevers Archief heeft de redactie al een keer aandacht besteed aan de schrijvende straatmaker of straatmakende schrijver Abe Brouwer.
In de webstee Wikipedia zijn gegevens over Abe Brouwer te vinden. Voor wat deze gegevens waard zijn.
Abe Brouwer deed in zijn Deeverse tied (hij woonde eerst an de Veentiesweg en daarna an de Kloosterstroate) ook mee aan de opvoering van toneelstukken van William Shakespeare in het Openluchtspel aan het Groenendal in Deever.
Naar aanleiding van zijn ervaringen met het straatmaken in Deever en het toneelspelen in het Openluchtspel zal hij het werk ‘Sorry, Mister Shakespeare …!’ met als subtitel ‘Di(e)vertimento van een stienelegger’ hebben geschreven.
Abe Brouwer schreef dit werk in 1970.
De redactie van ut Deevers Archief is nu op zoek naar een exemplaar van dit werk.
Wie heeft een exemplaar ?
Wie zet de redactie op het goede spoor ?

Posted in Abe Brouwer, Eup’mlogtspel | Leave a comment