Monthly Archives: juli 2023

Un trouwjurk van siede van un Fraanse parachute

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 10 april 2016 bijgaande reactie van Carla Kragt, een dochter van Karel Kragt en Geertje van Gijssel. Haar reactie ging vergezeld van de hier afgebeelde scan van de trouwfoto van haar ouders. De redactie is haar bijzonder erkentelijk voor haar bijdrage aan het beschrijven van de geschiedenis van Deever. Alle beetjes helpen. Haar moeder Geertje van Gijssel is opgegroeid in ’t Aar’mhuus an de Grönnigerweg bee Deever. Geertje van Gijssel is een dochter van Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud.

Ik ben een kleinkind van Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud.
Het bevreemde mij dat het Armenwerkhuis door de gereformeerde gemeente was opgezet, maar voor zover ik weet waren mijn grootouders hervormd.
Sommige mensen die het over het Armenwerkhuis hadden, dachten dat daar arme mensen woonden, maar mijn grootouders waren niet arm. De mensen die verzorgd werden, die waren arm. Jans en Geert waren de laatste twee mannen, die in het Armenwerkhuis werden verzorgd.
Ook kwamen in de zomer groepen jongens (padvinders ?) naar het Armenwerkhuis. Daar herinner ik mij nog een voorval van. Enige jongens hadden zout in de custard pudding gegooid en werden voor straf naar huis gestuurd. Ik zie nog voor mij hoe mijn oma in hele grote gietijzeren potten kookte voor de jongens. De groepen jongens aten in de half open schuur. De tafels waren planken op balen stro. De jongens sliepen ook in die schuur, op balen stro.
Geertje van Gijssel is mijn moeder. Zij was gehuwd met Karel Kragt. Mijn vader gaf vroeger dansles, ook in Diever. Ik weet niet of hij in Diever ook dansles gaf tijdens de oorlog, maar ik denk het wel.
Geertje was de oudste van de vier dochters van Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud.
Ik weet dat mijn oma de scepter zwaaide in het Armenwerkhuis, mede omdat mijn opa een beroerte – wat nu een TIA wordt genoemd – had gehad en als gevolg daarvan was verlamd in zijn aangezicht.
Over het einde van de oorlog in april 1945 vertelde mijn moeder ooit, dat de lijkkoets toen wel erg vaak door de Groningerweg (toen nog een zandweg) kwam. Achteraf had ze het idee dat met de lijkkoets verzetsmensen werden verplaatst of parachutisten.
Mijn moeder vertelde mij dat mijn opa en anderen aan het einde van de oorlog parachutes van de Franse parachutisten uit de bomen in het bos tegenover het Armenwerkhuis haalden. Ook haalden ze daar een Franse parachutist, die in een boom hing, naar beneden. Dat werd in het donker gedaan om geen risico te lopen.
Mijn ouders Karel Kragt en Geertje van Gijssel trouwden op 30 oktober 1945. Op hun trouwfoto -zie de bijgaande afbeelding- is het niet goed te zien, maar de trouwjurk van mijn moeder is gemaakt van stof afkomstig van een van de parachutes van de Franse parachutisten. De eerste tijd na de Tweede Wereldoorlog was alles schaars. Dus stof van een parachute, die van echte zijde was gemaakt, was zeer gewild bij de dames.
Mijn grootouders Albert van Gijssel en Aaltje Hagewoud zijn na hun tijd in het Armenwerkhuis verhuisd naar Ruinerwold. Daar zijn zij ook in een boerderij gaan wonen. Die boerderij kon je bezichtigen, die is nog steeds te bezichtigen. Na het overlijden van mijn grootvader is mijn grootmoeder daar nog een aantal jaren blijven wonen, waarna ze naar het bejaardenhuis in Dwingelo is gegaan, waar zij is overleden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De boerenknecht Albert van Gijssel trouwde op 15 augustus 1924 op 29-jarige leeftijd in Zuidwolde met de 20-jarige Aaltje Hagewoud.

Albert van Gijssel is geboren op 16 januari 1895 in Ruinerwold. Hij is overleden op 10 januari 1967 in Ruinerwold. Hij is een zoon van Jan van Gijssel en Geertje Ridderman. Albert van Gijssel ligt begraven op de kaarkhof van Runerwold.
Aaltje Hagewoud is op 6 juni 1904 geboren in Hoogeveen. Zij is op 8 maart 1992 overleden in Dwingel. Zij is een dochter van Theunis Hagewoud en Hilligje Schipper. Aaltje Hagewoud ligt begraven op de kaarkhof van Runerwold. 
Karel Kragt is geboren op 27 juni 1916 in Vledderveen. Hij is overleden op 30 januari 1990.
Geertje van Gijssel is geboren op 30 december 1924. Zij is op 9 augustus 2008 overleden in Deever.
Karel Kragt gaf in de Tweede Wereldoorlog dansles in het café van Klaas Marcus Balsma.
Boven de voordeur van het Armenwerkhuis is te lezen: Armenwerkhuis der Gereformeerde Gemeente van Diever, opgerigt in het jaar 1861′. In die jaren werd naast de term ‘Nederlands Hervormde Gemeente’ ook nog de term ‘Christelijk Gereformeerde Gemeente’ of ‘Gereformeerde Gemeente’ gebruikt.
Jan Havermans maakte bestek en tekeningen voor het Armenwerkhuis aan de Groningerweg, ver buiten het dorp Deever. Het Armenwerkhuis werd in 1861 gebouwd in opdracht van de diaconie van de Nederlands Hervormde Kerk. Voor de bouw van het Armenwerkhuis schreef hij met 750 gulden te hoog in. Aannemer werd Harm Roelfs Kuiper uut Deever voor het inschrijfbedrag van 725 gulden.

Abracadabra-1232

Posted in Aar'mhuus, Boerdereeje, Grönnegerweg, Kaarke an de brink, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Breimer – In ’t goeie maark … is Centra staark

De redactie van ut Deevers Archief ontving naar aanleiding van zijn oproep in het bericht Breimer Zelfbediening op speldje van Tiktak thee de volgende reactie van de heer Tibbe Breimer, de oudste zoon van Jan Breimer en Lammigje Kloeze:
Ik kom puur toevallig op dit bericht. Ik lees het verzoek. Ik zal in mijn eigen archief moeten zoeken naar foto’s.
Ik ben uiteraard gaarne bereid nadere informatie te geven en naar foto’s te zoeken.
Waarschijnlijk beschikt mijn zuster Marianne over de meeste oude foto’s van de winkel.
De redactie van het Deevers Archief is de heer Tibbe Breimer bijzonder erkentelijk voor zijn reactie.
Zijn informatie is verwerkt in het bericht In de winkel van Jan Breimer en Lammigje Kloeze.
Ook bijgaande afgebeelde zwart-wit foto van een deel van het woongedeelte en het winkelgedeelte van het pand an de Peperstroate in Deever is afkomstig uit de foto-albums van mevrouw Marianne Breimer.
Bijgaand afgebeelde zwart-wit foto van het pand is gemaakt in 1964, ter gelegenheid van het 12½-jarig bestaan van Breimer’s bedrijf in levensmiddelen, verzorgde voeding, drogisterij-artikelen en tabaksartikelen; wat is af te lezen op de aankondiging achter de ruit van de rechter uitstalkast.
In 1964 hadden Jan Breimer en Lammigje Kloeze hun winkel al voor zelfbediening geschikt gemaakt en waren ze aangesloten bij de A&O-winkelformule. Dat is te zien aan de reclame achter de ruit van de twee uitstalkasten.
Jan Breimer en Lammigje Kloeze waren in 1953 nog kruidenier, drogist en chocolatist en waren toen aangesloten bij de Centra-winkelformule. Dat is te lezen in een advertentie uit het programmaboekje van het Openluchtspel uit 1953, toen voor de eerste en enige keer het lachstuk All’s Well That Ends Well van Sjakie uut Spier is opgevoerd. Zie de advertentie in bijgaande afbeelding. De advertentie vermeldt dat hun winkel als adres Kruisstraat 1 heeft, terwijl de ingang van de winkel aan de Peperstraat lag.

Posted in Alle Deeversen, Neringdoende, Peperstroate, Verdwenen object | Leave a comment

An de Jongedame Jantina Hendrika Pot in Coever’n

In de tweede helft van de dertiger jaren van de vorige eeuw (1937 ?) stuurden de jongedames Anna Zantinge, Hendrika Hessels en Grietje Timmerman bijgaand afgebeelde zeer fraaie ansichtkaart -een topstuk- van de Kruusstroate in Deever aan de Jongedame Jantina Pot, per adres Den Heer R. Lotterman, Sallandschestraat, Coevorden.
De redactie van ut Deevers Archief heeft het vermoeden dat het gaat om vier Witteler jongedames uit de gereformeerde geloofsgemeente, die waarschijnlijk vriendinnen van elkaar waren en die ter kerke gingen in de olde griffemiède kaarke an de Kruusstroate in Deever, die is te zien in het midden van de afgebeelde ansichtkaart.
Anna Zantinge is geboren op 13 mei 1919 en is overleden op 22 december 2001. Zij was getrouwd met Hendrik Jan Klaassen (geboren op 15 februari 1918, overleden op 27 december 1995). Hun boerderij stond (staat nog steeds) op de hoek van de Wittelterweg en de Wapserveenseweg.
Jantina Hendrika Pot is geboren op 14 januari 1919 in Wittelte en is overleden op 21 april 2014 in Hoogeveen. Zij trouwde in 1946 met Willem Lanning uit Sleen.
De redactie heeft van de andere jongedames helaas nog geen gegevens kunnen vinden in de openbare bronnen. Wie helpt de redactie aan de juiste gegevens ?
Maar wat deed de jongedame Jantina Hendrika Pot in Coevorden, zo ver van Wittelte en haar Witteler vriendinnen ? Had ze een werkkring gevonden bij de heer R. Lotterman ? Had de heer R. Lotterman een boerderij ?

Posted in Alle Deeversen, Ansigtkoate, Griffemiède kaarke, Kruusstroate, Topstuk, Wittelte | Leave a comment

Huygen Groote Maeth, een veldnème uut 1639

In het Drents Archief komt in het archief van Cornelis Varlet uit de periode 1678-1720, onderdeel van de archiefstukken onder archiefnummer 0603 ‘Hollandse Participanten Dieverder en Leggeler Smildervenen’ een document uit 1639 met inventarisnummer 154 voor, zijnde de akte van transport door Hermanna Arents, weduwe van Berent Ketel, en haar zoon Hendrick Ketel, aan Steven Henricx Huygen en Hilbrant Henricx Huygen van 1/4e part van een stuk land Huygen Groote Maeth geheten, in de marke van Diever gelegen bij Vledder. Huygen Groote Maeth zal ongeveer te betekenis hebben gehad van ‘Grote Hooiland van Huygen’, het stuk land van de familie Huygen zal daarom in de buurt van de Vledder Aa hebben gelegen. In het kadasterloze tijdperk van vóór 1832 was het gebruikelijk dat elk stuk land of veld een eigen naam had. Bij de verkoop van een stuk land of veld was het blijkbaar voldoende de naam van het betreffende stuk land in de verkoopakte en de akte van transport (akte van levering) te vermelden. Merkwaardig is dat Hermanna Arents en Hendrick Ketel een deel van het stuk land met de naam Huygen Groote Maeth verkochten aan Steven Henricx Huygen en Hilbrant Henricx Huygen. Kochten de Huygen’s een stuk land dat al eerder eigendom was van de familie Huygen ?

Posted in Boermarke van Deever, Cultuurhistorie, Veldnème, Wapse | Leave a comment

Kiender van de U.L.O.-skoele op de foto

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag zoveel mogelijk oude schoolfoto’s van alle scholen in de gemiente Deever. De redactie schat in dat de hier afgebeelde foto van leraren en leerlingen van de U.L.O.-skoele an de Tusschendarp omstreeks 1957/1958 is gemaakt. Zijn het leerlingen van een examenklas ?
De redactie herkent enige leraren, te weten Van Laar, Hendrik (Henk) van den Bos, Berend (Bé) Bieleveld, Vermaat, Bos, Pieter (Piet) Zijlstra en Hendrik Jan Klumpers.
De redactie heeft geen flauw idee wie de leerlingen op de hier afgebeelde schoolfoto zijn. Een aantal leerlingen zal binnen de grenzen van de gemiente Deever hebben gewoond. Maar is de jongen met het geblokte overhemd in de bovenste rij tussen twee meisjes misschien Jan Kuiper ?
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief herkent personen op de hier afgebeelde schoolfoto ? De redactie verzoekt die namen snel door te geven, aarzel daar vooral niet mee, opdat een volledige lijst van leraren en leerlingen bij de hier afgebeelde schoolfoto kan worden opgenomen.

Posted in Alle Deeversen, U.L.O.-skoele | Leave a comment

Ut huus van de koen’ndokter Van der Eijk

Op de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is rechts een deel van het huis van veearts Wijnand van der Eijk en zijn gezin an de Tusschendarp in Deever te zien. Daarachter is een deel van de U.L.O.-school 1.0 te zien en daar weer achter een deel van de legere skoele (openbare lagere school) 5.0.
Op de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is rechts onder nog net het begin van het weggetje naar de ingang van het gemeentelijke sportveld achter de tuin bij het huis van veearts Wijnand van der Eijk te zien.
De hier afgebeelde ansichtkaart is in 1955 uitgegeven door JosPé Fotodrukindustrie in Arnhem en was te koop in de kantoorboekhandel van Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever.

Posted in Ansigtkoate, Tusschendarp, Verdwenen object | Leave a comment

Hept de wol’m die Spaanse koon’n al utemoort ?

Op de drie bijgaand afgebeelde kleurenfoto’s van topfotograaf Bas Dekker zijn enige Spaanse Sayaguesa runderen bij een bosrand in ut Wapser Saand te zien. De drie bijgaand afgebeelde kleurenfoto’s zijn omstreeks 2018 gemaakt, dus in het pré-probleemwolven tijdperk.
De grote vraag is natuurlijk of deze kudde grote grazers nog in de gevarenzone in ut Wapser Saand rondgraast of ondertussen al is doodgebeten door het beruchte roedeltje moordzuchtige en bloeddorstige exotische probleemwolven in de Deeverse bos ?
Of hebben de cultuurnatureluurbeheerders wegens het overdonderende succes van de bloeddorstige exotische wolvenmoordmachine aan de rand van de Deeverse bos eieren voor hun geld gekozen en hebben zij de kudde Sayaguesa runderen al stiekem en achterbaks en stilzwijgend verplaatst naar een veilig gebied waar de exotische moordbrigade nog niet huishoudt ?  Misschien wel zo van: laat die exotische probleemwolven maar lekker en zoveel mogelijk al die Wapser schapen vermoorden, maar van onze exotische runderen blijven ze af. Maar al die wanhopige schapenboeren in Wapse zijn helaas niet in die gelegenheid.

Posted in de Deeverse bos, Wapse, Wolf | Leave a comment

De Veentiesweg an de kaante van de Kastanjelène

Vlak na de Tweede Wereldoorlog is het dorp Deever uitgebreid met de Veentiesweg en zijn direct daarna gelukkig alleen aan de Deeverse kant van de Veentiesweg gemeentelijke huurwoningen gebouwd.
De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart werd vanaf juni 1952 verkocht door drogist en huisschilder Hendrik Mulder (die in de Deeverse volksmond altijd Moessie Peep of Henduk Moessie werd genoemd; alle Mulders in Deever hadden een bijnaam). Op de zwart-wit ansichtkaart is van de Veeentiesweg het deel vanaf de Kastanjelaan in de richting van de Tusschendarp te zien.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet wie de eerste bewoners van de huizen van dit deel van de Veentjesweg waren ?
In een van de huizen moet de familie Jan Oostenbrink en Aaltje van der Helm hebben gewoond. Maar in welk huis ? En tot wanneer ? Wellicht kan een van de kinderen van Jan Oostenbrink en Aaltje van der Helm dat melden.

Posted in Ansigtkoate, Veentiesweg | Leave a comment

Un witte boswal an de Ten Darperweg in Wapse

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag mooie landschapsfoto’s, die gemaakt zijn in de gemiente Deever. Op bijgaand afgebeelde erg fraaie kleurenfoto van topfotograaf Bas Dekker is een zwaar berijpte boswal in het ochtendlicht aan de Ten Darperweg in Waose te zien. Bas Dekker heeft deze foto gemaakt op 22 december 2007, dat is alweer een hele tijd geleden..
De grote vraag is natuurlijk: waar precies aan de Ten Darperweg in Wapse heeft Bas Dekker deze foto heeft gemaakt ?
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief die het antwoord op deze vraag weet, die wordt verzocht dit aan de redactie door te geven.

Posted in Landschap, Ten Darperweg, Wapse | Leave a comment

Un dood espeut’n lappe baulaand

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag mooie foto’s van niet meer bestaande objecten, bijvoorbeeld boerenschuren in de gemiente Deever. Op bijgaand afgebeelde erg fraaie kleurenfoto van topfotograaf Bas Dekker is een ingestorte boerenschuur op een doodgespoten stuk grasland an de Wittelerweg in Oll’ndeever te zien. Bas Dekker heeft deze foto gemaakt op 30 november 2007, dat is alweer een hele tijd geleden.
Gebruikte de eigenaar of huurder van dit bouwland of weiland herbiciden, toxische pesticiden, fungiciden, nematiciden, insecticiden of een combinatie van deze ciden om de begroeiing (gras ?) en de insecten in de begroeiing dood te spuiten ?
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief die het een en ander weet te vertellen over de geschiedenis van de ingevallen boerenschuur, die wordt verzocht deze geschiedenis aan de redactie door te geven.

Posted in Oll'ndeever, Verdwenen object | Leave a comment

Wilde swienties op Woater’n

Opraekelen is het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever.  De redactie van ut Deevers Archief las onlangs in Opraekelen, nummer 18/2, uitgebracht in juni 2018, een berichtje over wilde zwijnen in Wateren. Dit berichtje stond in de Friese Koerier, onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden, van 23 december 1959.
De oude-krantenknipsel-snuffelaar van de Historische Werkgroep Zorgvliet, Wateren en Oude Willem, zeg maar van het heemkundug genootschap op Zorgvliet, zeg maar een soort van filiaal van de heemkunduge vurening uut Deever an de aandere kaante van de Deeverse bos, vond dit bericht de moeite van het opnemen in Opraekelen waard. Zij nam het bericht om voor de redactie onduidelijke redenen helaas niet helemaal over. Ook de daarbij geplaatste onscherpe afbeelding laat te wensen over, ook daar is een deel van de oorspronkelijke foto weggelaten.
De redactie vindt het uiteraard vanzelfsprekend de lezers van Opraekelen tegemoet te komen met het hier opnemen van het volledige artikel ‘Wilde zwijnen in Wateren’ en een volledige afbeelding van de ansichtkaart ‘Zorgvlied, Wilde zwijnenfarm’, want aan de linkerkant van de afbeelding was ook nog een wild swientie (zwijntje) te zien.

Wilde zwijnen bij Wateren
In augustus kreeg de heer Th. Broekema te Wateren vreemde klanten thuis: zes jonge wilde zwijnen, die hij met veel moeite had losgekregen van de Jagermeester van Hare Majesteit voor Gelderland, jonge zwijnen, geboren en gezoogd in de bossen van het Kroondomen bij het Loo te Apeldoorn.
De heer Broekema woont sinds een paar jaar op de boerderij ‘Klein Eikhof’ onder Wateren, is eigenlijk makelaar van beroep, maar wilde graag wat rustiger wonen en leven. Hij heeft een tijdlang op het Kroondomein Hoog Soeren gewoond en had daar de wilde zwijnen al leren kennen. En omdat hij op zijn boerderijtje varkens hield, kwam deze zomer plotseling de gedachte aan die wilde bosbewoners bij hem boven. Om wilde varkens te fokken en om wat te kruisen met de landvarkens, misschien zat er iets in.
Zes jongen werden opgehaald uit Hoog Soeren, maar één heeft al gauw het loodje gelegd, vermoedelijk omdat de heer Broekema wat gekookte aardappelen had gevoerd. Niet veel, maar toch al te veel. Daarom staan aardappels voor de ruige beesten nu op de zwarte lijst en voert de heer Broekema eikels en slachtafval van een kippenslagerij. Dat gaat heel best, de zwijntjes zien er prima uit, en blijven goed gezond.
Reeds komen er van hier en daar kopers opdagen, maar Broekema wil niet verkopen: hij hoopt het volgende voorjaar mooie jonge wilde zwijnen te hebben.
Als speelgoeddieren
Het zijn mooie dieren, deze wilde zwijnen. Al hebben zij niet meer de helle strepen van het jeugdkleed over hun ruige borstels en harige flanken; de gitzwarte intelligente oogjes in hun ruige koppen; het dropzwarte neusje; de kleine stijve ruigbehaarde oren, ze zien er als leuke speelgoeddieren uit. Pas echter maar op, want reeds nu zijn de beide beertjes heel agressief en al stoten zij niet meer door tot het stevige harmonikagaas, zij probeerden gisteren nog wel, om ons op de vlucht te krijgen.
Hun hok is dan ook van een extra stevige afrastering voorzien en bovendien is er een gedeelte afgezet met hoge stobben, om de wilde dieren meer rust te geven. Hun ‘hol’ is eveneens een ruig stuk van allemaal grote stobben en graag schuilen zij daaronder, als er mensen in de buurt zijn.
Als het helemaal stil is, wordt er gespeeld; daarvoor zijn het jonge dieren. En als zij honger hebben, horen zij de voeremmer heel goed, al blijven zij altijd nog op een afstand, wanneer de heer Broekema voer in de trog doet. Is Broekema dan een eindje uit de buurt, dan rennen de dieren op hun hoge poten naar het voerhok en kijken, of er wat lekkers te vinden is.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De zwart-wit ansichtkaart ‘Zorgvlied, Wilde zwijnenfarm’ was bij het levensmiddelenbedrijf van neringdoende J. Veenstra op Zorgvliet, an de aandere kaante van de Deeverse bos, verkrijgbaar. Het exemplaar in de verzameling van ut Deevers Archief is in juni 1962 uitgegeven.
De heer Th. Broekema kocht het boerderijtje/keuterijtje van Marie Donker, de weduwe van Klaas van der Veen. Marie Donker is geboren op 2 juli 1909 en is overleden op 4 januari 1977. Klaas van der Veen is geboren op 29 juni 1907. Hij was oorlogsinvalidde en is al jong overleden op 30 juni 1957. Beiden liggen begraven op de kaarkhof aachter Obadja op Zorgvliet.
De heer Th. Broekema heeft de naam ‘Klein Eikhof’ voor zijn boerderijtje natuurlijk zelf verzonnen.

Posted in Alle Deeversen, Ansigtkoate, De aandere kaante van de Deeverse bos, Woater’n | Leave a comment

De greinse tussen de gemient’n Deever en Vledder

De redactie van ut Deevers Archief acht het als zijn historische plicht aandacht te besteden aan de grenzen van de gemiente Deever met zijn omliggende gebieden.
Het gekanaliseerde en gestuwde riviertje de Vledder Oa is de grens tussen de gemiente Deever en de gemiente Vledder. Op bijgaande afgebeelde kleurenfoto is de Vledder Oa (in de Deeverse volksmond gewoon de Oa genoemd) in de richting van de Wapserveense Oa te zien bij het begin of het einde (ut is moar hoe aij’t bekiekt) van de zo genoemde Ten Darperweg. Op de voorgrond is de aparte brug voor voetgangers en fietsers over de Vledder Oa te zien.
De redactie heeft het altijd merkwaardig gevonden dat het gekanaliseerde en gestuwde riviertje de Vledder Oa wordt genoemd en niet de Vledderse Oa. De redactie vindt het nog merkwaardiger dat het riviertje niet de naam de Veenhuuser Oa of de Veldhuuser Oa heeft, want de Wapser kluften Veenhuizen en Veldhuizen liggen dichter bij het riviertje dan het dorp Vledder en bovendien lagen de hooilanden van de boermarke van Wapse langs het riviertje.
De Ten Darperweg begint of eindigt (ut is moar hoe aij’t bekiekt) bij de Vledder Oa en begint of eindigt (ut is moar hoe aij’t bekiekt) bij de Bosweg in Deever en is daarmee in de gemiente Deever helaas de weg die over de grootste lengte dezelfde naam heeft. Dat is te veel eer voor een weg die niet eens van de gemiente is, maar van de provincie Drente.
De redactie vindt het beter het gedeelte tussen Wapse en de Vledder Oa de Vledderseweg te noemen, het gedeelte tussen de Bosweg en de Heufdstroate gewoon weer de Betonweg te noemen, het gedeelte tussen de Heufdstroate en Soerte de Kalterseweg te noemen en dan het gedeelte tussen Soerte en Wapse inderdaad de Ten Darperweg te blijven noemen.
Het is met de pet in de hand en met gebogen hoofd slechts een nederig en bescheiden voorstel van de redactie aan de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Straatnamen Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan. Ech wè.

Afbeelding 1
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van de Vledderse AA gemaakt op 26 april 2018.
Afbeelding 2
De Vledderse AA met een elzenbosje en een dreigende avondlucht (© Bas Dekker, 20 februari 2010).
Afbeelding 3
De Vledderse AA met een elzenbosje en een dreigende avondlucht (© Bas Dekker, 20 februari 20).

Posted in Greinse, Stroatnaème, Vledder Oa, Wapse | Leave a comment

De paus hef Henduk Bos ok un goll’n medallie egee’m

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) van 1 mei 1981 verscheen een artikeltje over boer in ruste Hendrik Bos uit Zorgvliet. De tekst van het artikeltje luidt als volgt.

De 77-jarige Hendrik Bos in Zorgvlied is onderscheiden met de eremedaille in goud, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.
De heer Bos, thans rustend landbouwer, was van 1921 tot 1976 organist van de Rooms Katholieke te Zorgvlied en van 1925 tot 1976 kerkmeester van deze kerk.
Sedert 1962 is hij ook voogd van de Stichting Sint Anthony Gasthuis te Zorgvlied en in die functie was hij tot voor kort ook belast met de dagelijkse zorg voor de provenierswoningen naast de Rooms Katholieke kerk (welke binnenkort worden gerestaureerd).
Naast zijn jarenlange activiteiten voor de Rooms Katholieke kerk in Zorgvlied was hij ook hulp en toeverlaat voor de bewoners van de proveniershuisjes en voor vele anderen in de kleine dorpsgemeenschap.
Voor zijn verdiensten ontving de heer Bos enige jaren geleden reeds de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het was vroeger goed zo nu en dan eens een middagje bij het archief van de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) langs te gaan en materiaal te verzamelen dat de moeite waard is op te nemen in ut Deevers Archief.  Tegenwoordig is het archief van de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) via het internet te raadplegen. De Olde Möppeler (Möppeler Kraante), de krant van ‘de aandere kaante van de Deeverse bos’ publiceert wel degelijk over zaken van ‘de aandere kaante van de Deeverse bos’.
In ut Deevers Archief  moet zeker ook aandacht moeten worden besteed aan ‘de katholieke kerk’ op Zorgvliet en ook aan de rol van Hendrik Bos (geboren op 2 juli 1903, overleden op 9 januari 1983). Hij is onderscheiden met de eremedaille in goud verbonden aan de Orde van Oranje Nassau en de medaille in goud verbonden aan Pro Ecclesia et Pontifice 
(Latijn voor: Voor Kerk en Paus)Hendrik Bos was drager van een respectabele wereldlijke en kerkelijke onderscheiding.
Burgemeester Hermen Gerrit Overweg reikte de gouden eremedaille van de Orde van Oranje Nassau uit aan Hendrik Bos.
De zwart-wit foto is gemaakt door boer, dorpsfiguuur en dorpsfotograaf Harm Hessels uut Deever, dat ligt an de aandere kaante van de bos.

Abracadabra-1568Abracadabra-1567

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, Haarm Hessels, Kattelieke Kaarke, Lodewijk Guillaume Verwer, Sint Anthonij Gasthuis, Zorgvliet | Leave a comment

Un fragmentie uut ut vurlee’n van Hotel Villa Nova

De redactie van ut Deevers Archief nam bij één van zijn regelmatige bezoeken aan Zorgvliet, en dan iets drinken en eten bij Hotel Villa Nova van de familie Krans an de Dorpsstroate, in 2012 een exemplaar mee van de jubileumkrant ‘Villa Nova – 1952-2012’, uitgegeven in februari 2012 in een oplage van 5000 exemplaren. Op de eerste bladzijde van deze jubileumkrant is over Villa Nova het fijne berichtje ‘Een stukje geschiedenis’ te lezen. De redactie heeft toestemming van mevrouw Renate Krans dat bericht op te nemen in ut Deevers Archief. De redactie is haar daarvoor uiteraard bijzonder erkentelijk.

Een stukje geschiedenis
In 1952 was de villa vanaf de weg nagenoeg aan het oog onttrokken, zoveel struiken en heesters groeiden tot aan de voordeur toe. Het leek wel een jungle ! Het gebouw zelf verkeerde in een zeer slechte staat van onderhoud: verveloos aan de buitenkant, binnenin jurken als behang aan de muur. Bij de koop hebben opa en zijn vader, wel vastgesteld dat het hout van deuren en kozijnen van uitstekende kwaliteit was. Een mes van het merk Herder werd er tegenaan gedrukt en kwam nog geen millimeter naar binnen: het hout leek wel van graniet.
Rondom het huis was de tuin verwilderd. Er groeide van alles. Maar de oude kern was duidelijk te onderscheiden: de majestueuze rij lindebomen, prachtige beuk, kastanje, reusachtige tua, rododendrons… Een boomgaard met heerlijke appels. er waren allerlei soorten bessenstruiken, een grote moestuin. De vijver met eenden en in het midden een eilandje met een hunebedje van echte zwerfkeien. Vooral in de lente was het met bloeiende boomgaard en ontluikend groen een lustoord.
Achter de villa stond een houten schuur, waar opa een stal van heeft gemaakt. Hij was tenslotte ook nog boer, al was dat niet van ganser harte. Het was echt geen uitzondering dat de melkbussen te laat aan de weg stonden. Er zijn ansichtkaarten van ‘Vita Nova’ met de melkbussen op de voorgrond. In die tijd werd de melk bij de boerderijen opgehaald door een melkrijder met paard en wagen en naar de zuivelfabriek De Drie Gemeenten gebracht. Opa had land in Zorgvlied, maar ook in Vledder, tien kilometer verderop, aan de andere kant van de Koloniebossen. Dat Vledderse land was de erfenis van de ouders van oma. Er hoorde ook een boerderij bij. Die staat daar met rieten dak nog steeds, maar is nu verbouwd tot een appartementencomplex. Het was met paard en wagen een hele reis naar Vledder. Heerlijk was het te liggen bovenop een wagen met geurig hooi, terwijl het bladerdak van een tunnel van eikenbomen vlak boven je hoofd voorbij schoof. Weer iets anders was het verweiden van koeien. We moesten door bossen heen, wel over zandpaden, maar er wilde nog wel eens een beest de vlucht nemen. Alleen de voorste koe zat namelijk aan een touw vast, de andere liepen er los achteraan. Het leek soms wel Wild West.
Zorgvlied was weliswaar een klein dorp, maar… er waren twee kruidenierswinkels en een echte bakker in het dorp, en ook nog eens een bakker uit Elsloo, die het brood langs de huizen bracht. Zoals nu was er een kerk en een kapel, maar toen was er ook een pastoor en een predikant. De eerste woonde in een riante pastorie met grote tuin en de andere in het zogenaamde Amsterdamse Huis.
De pastorie is later op afbraak door opa gekocht. De stenen zijn stuk voor stuk gebruikt voor de bouw van de grote kelder, waar nu de vergaderzaal is.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Van Villa Nova zijn na de Tweede Wereldoorlog in het tijdperk van de zwart-wit foto enige ansichtkaarten uitgegeven, waaronder de bijgaande afgebeelde ansichtkaarten. Aan de rechterkant van de ansichtkaart zijn de melkbussen van pensionhouder en ook nog boer Jan Krans te zien.
De tweede afbeelding (afbeelding 2) toont een zwart-wit ansichtkaart met witte rand met de titel ‘Zorgvlied. Huize Vita Nova’, deze is in juli 1955 uitgegeven. Achter op deze ansichtkaart staat niet vermeld bij wie op Zorgvliet de ansichtkaart te koop was. Het ligt voor de hand aan te nemen dat dit bij pensionhouder Jan Krans in Villa Nova was.
In augustus 1955 verscheen een tweede druk van deze zwart-wit ansichtkaart, nu zonder witte rand, maar wel met de juiste titel ‘Zorgvlied. Huize Villa Nova’. Zie afbeelding 3.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 204 een afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart (afbeelding 2) opgenomen.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 203 en 204 het bijgaand weergegeven bericht ‘Een stukje geschiedenis’ opgenomen.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Posted in Ansigtkoate, Dorpsstroate, Zorgvliet | Leave a comment

Bee ut winkeltie van Jan ter Heide an de Heufdstroate

Drukkerij en Boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld in januari 1975 uitgegeven. De Deeverse boerenzoon Arend Mulder is de schrjjver/samensteller van dit boek. In het boek is op bladzijde 89 is een afbeelding van een ansichtkaart uit 1919 te zien. Onder de afgebeelde ansichtkaart staat de volgende tekst.

Hoofdstraat
De Hoofdstraat van Diever loopt vanaf deze driesprong richting Dieverbrug.
Op de voorgrond rechts zien wij de kruidenierswinkel van schilder Jan ter Heide.
Daarachter het huis van kleermaker Roelof van Kampen en op de achtergrond, duidelijk uitkomend, de boerderij van Jan Manden, later bewoond door z’n schoonzoon Dirk Vording.
Vooraan links, onder de bomen, de boerderij van de heer Harm Hessels, boer en vele jaren wethouder der gemeente Diever.
Bij Jan ter Heide kwam elke jaarmarkt juwelier Hemmes uit Assen om oorijzers, horloges en verdere sieraden te verkopen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Kruidenier en schilder Jan ter Heide is geboren op 13 mei 1864 in Havelte. Hij is overleden op 27 oktober 1941 in Assen. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij trouwde met Wilhelmina (Mina) Merk. Zij is geboren op 5 januari 1863 in Zuidlaren. Zij is overleden op 13 april 1940 an de Deeverbrogge. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Kleermaker Roelof van Kampen is geboren op 24 september 1863. Hij is overleden op 21 mei 1933. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Boer Jan Manden is geboren in Steenwijkerwold. Hij is overleden op 3 maart 1920 op zeven en zestigjarige leeftijd in Deever. Hij was getrouwd met Roeloffien Timmerman. De redactie is in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van Jan Manden.
Boer Derk Vording is geboren op 12 december 1885. Hij is overleden op 2 augustus 1959 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij was getrouwd met Barta Henderika Manden.
Juwelier Hemmo Hemmes is geboren op 15 oktober 1858 in Assen. Hij is overleden op 7 september 1932 in Assen.
De redactie verzoekt de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief aanvullende gegevens van de vermelde personen aan te leveren. 

Posted in Heufdstroate, Publicatie | Leave a comment

Roadsstokk’n lees’n in Ut Winkeltie op Zorgvliet

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 21 november 1996 het volgende kort berichtje bij een interieurfoto van het laatste winkeltje op Zorgvliet.

Raadsstukken te lezen in dorpswinkel
De sluiting van de openbare lagere school Groot en Klein Wateren in augustus dit jaar, betekende voor de inwoners van die dorpen ook dat de leestafel voor de raadsstukken wegviel. Deze lagen altijd in de school ter inzage. Plaatselijk Belang Zorgvlied-Wateren-Oude-Willem liet het er niet bij zitten en vanaf deze week kunnen de inwoners van de drie dorpen de stukken van de gemeenteraad lezen aan de paktafel van Us Winkeltie in Zorgvlied.
Plaatselijk Belang heeft er ook een stoel geplaatst, zodat de mensen in alle rust de raadsstukken kunnen doornemen. Dat moet dan met de papieren op schoot, want de paktafel is te hoog om aan te lezen. De vereniging is daarom nog op zoek naar een barkruk.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het laatste winkeltje op Zorgvliet (an de aandere kaante van de Deeverse bos) stond niet op Groot Wateren of op Klein Wateren, maar an de Dörpsstroate op Zorgvliet. Het pand is na een flinke verbouwing en vernieuwing nu een woonhuis.
De schrijver van de tekst bij de foto van het interieur van het laatste winkeltje op Zorgvliet moet wel een op Friesland georiënteerd persoon zijn geweest of moet gedacht hebben dat de dörp’m an de Freese kaante van de Deeverse bos bij Fryslân horen, want hij of zij heeft het winkeltje de naam Us Winkeltie gegeven, terwijl de eigenaren zelf aan het winkeltje de naam Ut Winkeltie hadden gegeven, want op Zorgvliet en op Woater’n wordt of misschien beter gezegd werd Weststellingwerfs gesproken.
Het jaar 1996 ligt nog zo’n beetje in het vóór-digitale papieren tijdperk. Tegenwoordig zijn de raadsstukken van de gemeente Westenveld, waarin de gemiente Deever gedwongen is ondergebracht, gewoon thuis achter de vaste computer, op de schootcomputer, op de tablet of op de slimme telefoon te lezen in de webstee van de Hoge Dames En Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gigantische Gelijk In Het Raadhuis Van De Gemeente Westenveld Aan De Gemeentehuislaan In Deever..
Maar waar zijn de eigenaren van Ut Winkeltie gebleven ?
Wie kan de redactie een goede scan van de interieurfoto van Ut Winkeltie doen toekomen ?
Hebben de eigenaren van Ut Winkeltie andere foto’s van het interieur van hun winkeltje ?

Posted in De aandere kaante van de Deeverse bos, Neringdoende, Zorgvliet | Leave a comment

Ièste plattegrond van ut onderdukershol

De gemeentelijke architect Albert Wiglema had -het kon ook niet anders- een vaste hand van tekenen. Hij tekende, niet bekend is wanneer, maar het moet vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Deever zijn geweest, een mooie plattegrond van het als schier onvindbaar beschouwde onderduikershol aan de Wouwenaarsweg in de bossen op Berkenheuvel.
Toch omsingelden de Duitsers in de ochtend van die fatale 22 november 1944 de schuilplaats. De verzetsmannen Hermannus Vos, Hilbert Gunnink, Roelof Eggink en Gerhardus Koster, die op dat moment in het hol zaten, zouden vanwege de Duitse omsingeling geen schijn van kans hebben gehad via het korte nooduitgangetje te vluchten.
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief wordt tevens verwezen naar de pagina over het onderduikershol in de webstee van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Posted in Landgoed Berkenheuvel, Onderduikershol, Tweede Wereldoorlog, Verzet | Leave a comment

Wie hef fotoos van ut SHELL-tankstation in Wapse ?

De redactie van ut Deevers Archief is wel in het bezit van een sukersakkie van café-restaurant Het Witte Huis met daarbij afgebeeld het Shell-tankstation van E. Land, maar heeft in zijn verzameling geen foto’s van het Shell-tankstation en café-restaurant Het Witte Huis.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan een paar goede scherpe digitale scans van foto’s van het Shell-tankstation en café-restaurant Het Witte Huis  ?
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet tot wanneer E. Land de café- en restauranthouder was van Het Witte Huis ? Wat was de voornaam van E. Land ?
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet tot wanneer het Shell-tankstation in gebruik is geweest ? Wanneer is het Shell-tankstation gesloopt ?

Posted in Café-Restaurant Het Witte Huis, Sukersakkie, Verdwenen object, Wapse | Leave a comment

Un deeglukke, staarke en welbeklaante meule

Advertentieblad van het Departement van de Wester-Eems van 7 oktober 1811 vermeldt het volgende bericht over de verkoop van dd hechte, sterke en welbeklantte korenmolen, staande tusschen Diever en Oldendiever.

G.A. DE JONGE te Diever is voornemens, ten overstaan van den ondergeteekende KEIZERLYKEN NOTARIS, op Donderdag den 7 november 1811, des avonds met het opsteken der Kaars, ten huize van DANIËL HANSEN te Diever, publiek bij Strykgeld te doen inzetten, en Woensdag den 13 November daar aan volgende, by toeslag aan de meestbiedende te Verkoopen: een hechte, sterke en welbeklantte KOREN-MOLEN, staande tusschen Diever en Oldendiever, in het voormalig Departement Drenthe. Kunnende den Kooper (des begerende) de halve Koopprys tegens behoorlyke intrest, en op voor te lezen Conditien, over het gekochtte behouden.
S.J. van Royen, Keizerlyke Notaris.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de advertentie gaat het natuurlijk om de verkoop van de korenmolen, die tegenwoordig molen ‘de Vlijt’ wordt genoemd.
In 1811 was Geert Aalderts de Jonge de mulder van de korenmolen op de Westeresch tussen Deever en Oldendeever. Hij overleed op 22 mei 1815 op 69-jarige leeftijd. Hij was getrouwd met Geesje Hessels.
Stephanus Jacobus van Royen (gedoopt op 8 april 1764 in Vledder, overleden op 3 augustus 1834 in Bentheim) was notaris in Vledder. Hij was in de Franse tijd ook burgemeester en schulte van Deever.
Strijkgeld is een beloning die de verkopende partij van een onroerend goed uitlooft aan de hoogste bieder
.
Het departement Wester-Eems was de naam van een Frans departement in de Nederlanden ten tijde van het eerste Franse keizerrijk. Het departement werd gevormd op 1 januari 1811 na de annexatie door Frankrijk op 9 juli 1810 van het koninkrijk Holland. Het bestond uit de voormalige Hollandse departementen Groningen en Drenthe en het Duitse deel van het Reiderland.

Posted in Deever, Meule, Meule van Oll’ndeever | Leave a comment

Ut hüsie van de broggewaagter an de Gowe

Tijdens een stevige wandeling an de Deeverse kaante van de Gowe werd de aandacht van de redactie van ut Deevers Archief plotsklaps in het voorbijgaan getrokken door het bordje onder het huisnummer van het brugwachtershuisje met adres Riekseweg 10. Het bordje geeft aan dat het pandje een gemeentelijk monumentje is, bij nadere inwinning van gegevens blijkt het pandje een vrijwillig gemeentelijk monumentje te zijn.

Op de betreffende bladzijde van de webstee van de Hoge Dametjes En Heertjes Van Voorkant Van Het Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever is de volgende intrigerende uiterst merkwaardige stok-achter-de-deur-tekst te lezen:
Wat betekent de opname van uw pand of object voor u ?
De ‘vrijwillige’ status impliceert dat zaken, waarvoor u normaal gesproken geen vergunning nodig hebt, ook na opname op de vrijwillige gemeentelijke monumentenlijst niet mag veranderen. Wel zal de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit bij voorkomende aanvragen voor een omgevingsvergunning kijken of er eventueel cultuurhistorische waarden in de knel komen.
Door de opname van uw pand of object op de vrijwillige gemeentelijke monumentenlijst, vervalt voor u de verplichting voor het energielabel.

Dus in het geval de eigenaar van het brugwachtershuisje an de Gowe het door de heer Bernard Stikfort, die de beleidsregisseur (beleidsdirecteur ?) voor erfgoed, cultuurhistorie en monumenten van de Voorkant Van Het Gelijk is, en de Hoge Leden Van De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit goedgekeurde vrijwillige gemeentelijke monumentje besluit loek’n in de witgeverfde maar zichtbare haken in de raamkozijnen op te hangen en deze overdag te vergrendelen achter de witgeverfde maar zichtbare grendels, dan moet de eigenaar van het pandje eerst nederig en met de pet in de hand toestemming vragen aan de heer beleidsregisseur (beleidsfluisteraar ?) Bernard Stikfort en de Hoge Leden Van De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Dan wordt natuurlijk in een speciale vergadering het nieuwe voorgevelbeeld diepgaand en uitputtend vergeleken met de nul-situatie van de voorgevel, dan zou het best eens zo kunnen zijn dat na ampel beraad voor het plaatsen van loek’n geen toestemming wordt gegeven.
De heer Bernard Stikfort, die de beleidsregisseur (beleidsknutselaar ?) voor erfgoed, cultuurhistorie en monumenten van de Voorkant Van Het Gelijk is, heeft het vrijwillige gemeentelijke monumentje opgenomen in zijn ogenschijnlijk erg persoonlijke hobby.
Dus in het geval de eigenaar van het brugwachtershuisje an de Gowe na de goedkeuring van het vrijwillige gemeentelijke monumentje door de heer Bernard Stikfort, die de beleidsregisseur (beleidsleider ?) voor erfgoed, cultuurhistorie en monumenten van de Voorkant Van Het Gelijk is, en de Hoge Leden Van De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, de loek’n uit de witgeverfde maar zichtbare haken in de raamkozijnen heeft verwijderd, dan moet de eigenaar van het pandje met grote vreze vrezen (the fear in the policy-director is the beginning of wisdom), want de eigenaar had daarvoor eerst nederig en met de pet in de hand toestemming moeten vragen aan de heer beleidsregisseur (beleidsuitstippelaar ?) Bernard Stikfort en de Hoge Leden Van De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Na de eerstvolgende inspectie van het gemeentelijke monumentje wordt natuurlijk in een speciale vergadering het nieuwe voorgevelbeeld diepgaand en uitputtend vergeleken met de nul-situatie van de voorgevel, dan is het schier zeker dat na ampel beraad het brugwachtershuisje uit de Bernard-Stikfort-lijst van vrijwillige gemeentelijke monumenten wordt geschrapt.
En dan geldt volgens beleidsregisseur (beleidssouffleur ?) Bernard Stikfort voor de eigenaar van het brugwachtershuisje de verplichting van het hebben van het energielabel. Maar dat is arrogante volksverlakkerij, dat is een stinkende sigaar uit eigen doos, want die wettelijke verplichting had de eigenaar al, daarvoor verwijst de redactie naar www.energielabel.nl/woningen.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de twee hier afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op 26 april 2018.


Posted in de Gowe, Gemientelijk monument, Toevallige waarneming | Leave a comment

Mien nème is Rob Koghee. Wie kent mee nog ?

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 11 juni 2018 van Rob Koghee bijgaande wel erg korte bijdrage aan de beschrijving van het verleden van het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe. De redactie is hem daarvoor bijzonder erkentelijk.

Ik heb ook op ‘de Eikenhorst’ in de oude barakken gewoond.
Samen met Jan Houtman en Henk de Ruiter en Frank Uding.
Wij hadden een hut gebouwd bij de gymzaal, die stond op een berg kan ik me nog herinneren.
Ik zat daar in de tijd van de treinkaping bij de Punt in juni 1977. Er was toen ook een kaping van een school aan de gang.
Mijn naam is Rob (Robertino) Koghee.
Ik ben nu 56 jaar oud.
Wie kent mij nog uit die tijd ?

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wellicht kunnen zijn barakmaten Jan Houtman, Henk de Ruiter en Frank Uding en anderen barakgenoten reageren op dit korte bericht van Rob Koghee. In welke barak zaten de jongens ?
Rob Koghee maakt in zijn berichtje gewag van een gymzaal. Deze zaal moet in latere jaren zijn gebouwd, want op de plattegrond van het kamp uit het begin van de zestiger jaren is geen gymnastiekzaal te vinden.
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op 26 april 2018.
Op de afbeelding is aan de linkerkant de Pastoorszandweg in de richting van de Voart te zien. De Pastoorszandweg was een zandweg, maar is nu helaas een verharde weg. De naam van de Pastoorszandweg zou voor wat betreft het verharde gedeelte moeten worden gewijzigd in Pastoorsstraatweg of kortweg Pastoorsweg.
Aan de rechterkant is de toegangsweg naar het voormalige jongenskamp ‘de Eikenhorst’ te zien. De naam van deze nu verharde weg is omgedoopt tot ‘de Eikenhorst’. Weer een voorbeeld van een helaas verdwenen zandweg.
De voorkant van het gelijk is helemaal niet zuinig op zandwegen, te koesteren cultuurhistorisch erfgoed in de gemiente Deever. Echt wel.


Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

A&O-winkel van Jan Breimer en Lammigje Kloeze

De redactie van ut Deevers Archief ontving naar aanleiding van zijn oproep in het bericht Breimer Zelfbediening op speldje van Tiktak thee de volgende reactie van de heer Tibbe Breimer, de oudste zoon van Jan Breimer en Lammigje Kloeze:

Ik kom puur toevallig op dit bericht. Ik lees het verzoek. Ik zal in mijn eigen archief moeten zoeken naar foto’s.
Ik ben uiteraard gaarne bereid nadere informatie te geven en naar foto’s te zoeken.
Waarschijnlijk beschikt mijn zuster Marianne over de meeste oude foto’s van de winkel.

De redactie van ut Deevers Archief is de heer Tibbe Breimer bijzonder erkentelijk voor zijn reactie.
Zijn informatie is verwerkt in het bericht In de winkel van Jan Breimer en Lammigje Kloeze.
De zwart-wit foto bij dat bericht en bijgaande zwart-wit foto van het winkelgedeelte en het woongedeelte van het pand an de Peperstroate in Deever zijn afkomstig uit de foto-albums van mevrouw Marianne Breimer.
Bijgaande zwart-wit foto van het pand, dat vóór de verschillende verbouwingen ooit een boerderijtje was, is volgens de heer Tibbe Breimer omstreeks 1968 gemaakt.
Toen hadden Jan Breimer en Lammigje Kloeze hun winkel al voor zelfbediening geschikt gemaakt en waren ze aangesloten bij de A&O-winkelformule. Dat is te zien boven in de etalageramen aan de kant van de Peperstroate en aan het A&O-uithangbord aan de muur (of aan de lantaarnpaal ?).
Let vooral ook op het fietsenrekje met de reclame voor Persil-zeeppoeder. Op de zwart-wit foto is rechts achter de zijgevel aan de rechterkant het dak van een zijvleugel van de olde griffemeerde kaarke te zien. Aan de linkerkant is links naast het woongedeelte van het pand een stukje van de boerderij van varkenskoopman Marinus Bel en Jantje Bentum te zien.
Op de stee waar op de zwart-wit foto de lantaarnpaal staat, daar ongeveer staat op de kleurenfoto de paal met bruine richtingborden. De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto op 26 juni 2018 gemaakt.
Het verkeersbord voor de aanduiding van een éénrichtingweg (RVV-C03) stond op 26 juni 2018 ongeveer op dezelfde stee als in  ± 1968. Dus de Peperstroate is al meer dan een halve eeuw een éénrichtingsweg !! Voorwaar een Deevers geschiedkundig verkeerskundig feitje. Ech wè.

Posted in Alle Deeversen, Neringdoende, Peperstroate, Verdwenen object | Leave a comment

De saandweg hen Ellert en Brammert

De hier afgebeelde kleuren ansichtkaart is in 1977 uitgegeven door vakantiecentrum Ellert en Brammert, Dieverbrug, telefoon 5219-1207-1298.
Recreatiecentrum Ellert en Brammert, later vakantiecentrum Ellert en Brammert, lag tussen de Deeverbrogge en de Gowe an de Riekseweg bij het huis met de naam ‘de Wildschut’.
De inrijlaan is het eerste stukje van de openbare Grönnegerweg, De feitelijke ingang was bij de plek waar de Grönnegerweg en de Olde Grönnegerweg bij elkaar komen.
Het op de ansichtkaart zichtbare deel van de Grönnegerweg was gelukkig in die jaren nog un saandweg. Dit stukje Grönnegerweg is tegenwoordig helaas verhard en geteerd met asfalt.
De redactie van ut Deevers Archief stelt voor dit stukje milieuonvriendelijk asfaltweg op te breken en de olde saandweg in ere te herstellen. Zandwegen zijn tegenwoordig goed en duurzaam te stabiliseren, bovendien is het resterende onderhoud praktisch zonder kosten bij dorpskrachten aan en uit te besteden. De zandwegen binnen de grenzen van de gemiente Deever moeten gekoesterd worden als groot cultureel erfgoed.
Op de ansichtkaart is de toegangspoort en de twee masten met de Nederlandse en de Drentse vlag te zien. Vacantiecentrum Ellert en Brammert had blijkbaar nog steeds toestemming van de ambtenaren op ut gemientehuus an de brink in Deever om de houten ereboog aan het begin van de Grönnegerweg te plaatsen. Merk op dat in 1977 de elektrische energie voor het vacantiecentrum niet meer boven de grond via leidingen aan palen werd getransporteerd.

Abracadabra-1213

Posted in Ansigtkoate, Ellert en Brammert, Toeristenindustrie | Leave a comment

Ur was gien wèter en de braandspuite was kapot

In onder meer de navolgende kranten verscheen een bericht over de felle brand in manufacturenmagazijn ‘de Toekomst’ van de heer Philippus (Flip) Zaligman an de Heufdstroate in Deever.
– De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad van 21 februari 1940;

– Nieuwsblad van het Noorden van 21 februari 1940;
– De Banier: staatkundig gereformeerd dagblad van 21 februari 1940;
– Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad van 21 februari 1940;
– Nieuwe Provinciale Groninger Courant van 21 februari 1940;
– Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s courant van 21 februari 1940;
– Utrechts Volksblad: sociaal-democratisch dagblad van 21 februari 1940;
– De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad van 21 februari 1940;
– De Residentiebode van 21 februari 1940;
– De Maasbode van 21 februari 1940;
– De Standaard van 21 februari 1940;
– Delftsche Courant: nieuwsblad voor Delft en Delfland van 21 februari 1940;
– Limburgs Dagblad van 22 februari 1940.

In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche-Courant van 21 februari 1940 werd het volgende -hierna afgebeelde- bericht gepubliceerd.

Felle brand te Diever
Er was geen water en de brandspuit was defect.
Gistermiddag heeft een felle brand gewoed in het manufacturenmagazijn ‘de Toekomst’ van den heer P. Zaligman, aan de Hoofdstraat te Diever. Het vuur, dat op de bovenverdieping is ontstaan, kon in verband met gebrek aan bluschwater, niet worden bestreden. Bovendien bleek de brandspuit van Diever niet in orde te zijn, weshalve de burgemeester, de heer J.C. Meiboom, gezien den omvang, welke de brand dreigde aan te nemen, de brandweer van Dwingelo en later die van Assen, om assistentie verzocht.
Inmiddels was ook het benedengedeelte van het manufacturenmagazijn door het vuur aangetast. Men slaagde er nog in het huisraad en enkele bescheiden in veiligheid te brengen. Evenwel deelde het vuur zich korten tijd later mede aan de naast gelegen copieerinrichting van den heer Van Goor, terwijl aan de achterzijde de vlammen oversloegen op het woonhuis van den landbouwer Vierhoven.
De brandweer slaagde er in samenwerking met de intusschen ter plaatse verschenen brandweer van Dwingelo en Assen in, het huis van den landbouwer behouden, evenals twee daar aan grenzende woonhuizen.
Het manufacturenmagazijn en de copieerinrichting brandden echter geheel uit. Slechts een gedeelte van den inventaris van de copieerinrichting wist men te redden.
De schade wordt door verzekering gedekt. De oorzaak van den brand is niet bekend.

In het Nieuwsblad van het Noorden van 21 februari 1940 werd het volgende bericht gepubliceerd.

Twee huizen te Diever afgebrand
Gevaar voor uitbreiding kon nog worden voorkomen.
Te Diever is gistermiddag brand uitgebroken door tot dusver onbekende oorzaak in het manufacturenmagazijn ‘de Toekomst’ van den heer Ph. Zaligman aldaar.
Het vuur, dat in de bovenverdieping woedde, was niet te blusschen, voornamelijk door gebrek aan bluschwater. Na korten tijd stond het gehele pand in lichterlaaie. Alleen de boeken en enig huisraad kon men redden.
Doordat de brandspuit niet werkte, geraakte ook het naastgelegen huis, waarin de copieerinrichting van den heer R. van Goor is gevestigd, in brand.
De burgemeester der gemeente, de heer J.C. Meyboom, achtte het toen geraden de brandweer van Dwingelo en later die van Assen te hulp te roepen. Het was een kritiek moment, want een drietal aan de overzijde van de Peperstraat gelegen gebouwen liepen ernstig gevaar. Het huis van den landbouwer A. Vierhoven (Albert Vierhoven) vatte zelfs even vlam. Gelukkig slaagde men er echter in deze huizen te behouden.
Toen later ook de bedoelde brandweren van Dwingelo en Assen arriveerden en werden aangesloten op de nieuw geslagen nortonput voor het gemeentehuis, was het gevaar spoedig bezworen.
De huizen en de inboedels waren verzekerd. De inventaris van de copiëer-inrichting werd nog gedeeltelijk gered.

Aantekeningen van redactie van ut Deevers Archief
R. van Goor is Roelof van Goor, de uitgever van het Deeverse Blattie. Zijn copieerinrichting was gevestigd in een pand dat eigendom was mejuffrouw L. Oostenbrink. De landbouwer A. Vierhoven is Albert Vierhoven, die an de Peperstroate woonde.
Het mag duidelijk zijn dat met een oude niet-werkende brandspuit (een betere naam voor dit materieel is waterspuit) en zonder water geen branden kunnen worden geblust. Voor de bestelde maar nog niet geleverde moderne brandweerwagen was al een nortonput vóór het gemeentehuis geslagen. Een nortonput is een inrichting voor het onttrekken van water aan diep gelegen grondlagen via buizen.
De artikelen melden dat het verbrande manufacturenmagazijn ‘de Toekomst’ van den heer Ph. Zaligman (Philippus Zaligman) is. Of de joodse familie Zaligman toen nog in de woning boven de winkel woonde, dat is de redactie niet helemaal duidelijk, omdat deze familie in 1936 naar Meppel verhuisde. Het kan zijn dat het pand toen aan iemand was verhuurd. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan hier duidelijkheid over verschaffen ?
Op de grond van het verbrande pand van Philippus (Flip) Zaligman an de Heufdstroate is in de Tweede Wereldoorlog het gebouw van de Boerenleenbank gebouwd en in gebruik genomen. Heeft de Boerenleenbank de grond van de familie Zaligman direct na de brand gekocht ? Waar is het puin van het verbrande pand van de familie Zaligman en van mejuffrouw L. Ooostenbrink gebleven ?
Op de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart uit 1948 is de Boerenleenbank met woning voor de kassier aan de rechterkant van de afbeelding te zien. Helemaal rechts achter de leilinden staat café Trompetter. Aan de linkerkant is op de voorgrond de schilderswinkel van Geert Koster te zien. Achter de Boerenleenbank is nog net een stukje van de smederij van Albert Kloeze zichtbaar. Het hoekige gebouw met het platte dak achter de smederij is het postkantoor (Deever had toen nog een postkantoor).

Abracadabra-1215
Abracadabra-1212

 

Posted in Ansigtkoate, Boer’nlienbaank, Braandwièr, Café Trompetter, Deever, Heufdstroate, Joodse inwoner, Neringdoende, Verdwenen object | Leave a comment

Giet ut husie van de fumilie Andree teeg’n de vlakte ?

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande afgebeelde kleurenfoto op 2 november 2017 gemaakt.
Op de foto is de voorgevel van ut husie op ut Kastiel in Deever te zien waar vroeger de familie Aubut Andree (Albert Andreae) woonde: Albert Andreae en Jantje Oost en hun kinderen Annaeus, Roelofje (Roelie), Hendrik (Henkie), Jan en Tinus.
De redactie weet niet wie de huidige bewoners van het huisje zijn.
Aan een oud en mooi maar niet authentiek gerestaureerd pandje zou een einde kunnen komen. Op ut Kastiel in Deever gingen begin 2021 de geruchten dat de woning met adres Kasteel 10 tegen de vlakte zal gaan.
Dat is gelukkig niet gebeurd, maar als dat wel zo was geweest, dan hadden de dorpskrachten van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever zich met geschwinde spoed en in gestrekte draf en in groten getale en gewapend met foto- en filmcamera’s en slimme telefoons naar het genoemde pandje moeten begeven om de binnenkant en de buitenkant grondig en uitgebreid te bestuderen, te fotograferen, te filmen en te documenteren. Voor het te laat zou zijn geweest.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief.
De redactie ontving op 29 januari 2021 de volgende zeer gewaardeerde reactie van mevrouw Sonja ten Kroode, één van de twee huidige bewoners van het pand.
Met verbazing heb ik deze tekst gelezen. Wij hebben eind 2015 dit pand gekocht. Vanaf het begin hebben wij aangegeven dat wij het karakteristieke van dit pand juist willen behouden. En dat is het ook na de verbouwing. Voor de verbouwing is natuurlijk een vergunning aangevraagd (waarop u had kunnen reageren )en deze is door de gemeente verstrekt. Wij vinden het ongepast zoals het nu in Deevers Archief is opgenomen.

Posted in Alle Deeversen, Deever, Keutereegie, ut Kastiel | Leave a comment

De Gèper boo’m de drogistereeje Henduk Moesie

De twee hier afgebeelde zwart-wit foto’s van de Gaper aan de gevel boven de winkeldeur van de drogisterij van Hendrik Mulder an de Heufdstroate in Deever zijn afkomstig uit een collectie foto’s van Monumentenzorg, die aanwezig is in het Drents Archief in Assen. De twee foto’s van de Gaper zijn op 2 april 1959 gemaakt.

Hendrik Mulder (Hendrik Moesie; alle Mulders in Deever hadden een bijnaam; hij werd vanwege zijn astma ook wel Moesie Peep genoemd) en zijn vrouw Christina (Stina) Klok openden in 1933 in Deever in een nieuw pand drogisterij De Gaper, Hoofdstraat 17, nu Hoofdstraat 43. Hendrik was ook huisschilder, zijn vrouw Christina (Stina) deed de drogisterij. Hendrik maakte ook graag foto’s. Hendrik Mulder is geboren op 24 mei 1905 en is overleden op 30 januari 1977. Zijn vrouw Christina (Stina) Klok is geboren op 24 januari 1910 en is overleden op jonge leeftijd op 28 oktober 1961. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Per 1 januari 1966 deed Hendrik Mulder (Hendrik Moesie) zijn zaak over aan zijn neef Hendrik Koopman. In juni 1993 is Hendrik Koopman met zijn drogisterij verhuisd naar de Peperstraat. Zowel Hendrik Mulder als Hendrik Koopman waren verkoper van heel veel mooie ansichtkaarten met afbeeldingen uut de gemiente Deever. De redactie van ut Deevers Archief is hen daar veel dank voor verschuldigd.

De Gaper, het beeld met de houten kop met de gapende mond en de tong uit de mond, is gemaakt door een beeldhouwer uit Veendam. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw moest de fraaie kop worden verwijderd. Hij was totaal verrot.

Het gevelobject Gaper maakt steeds minder deel uit van het straatbeeld in dorpen en steden in Nederland. Er is al een webstee die zich speciaal richt op Gapers in Nederland. In deze webstee is ook een kleurenafbeelding van de Gaper van Hendrik Mulder aanwezig. Boven in het scherm van de webstee Gapers in Nederland op de hoofdletter D klikken en vervolgens naar beneden ‘scrollen’.

De nu niet meer aanwezige Gaper boven de winkeldeur van de drogisterij van Hendrik Mulder kan beschouwd worden als een jammer genoeg verloren gegaan Deevers kitschobject van historische waarde. Wellicht kan een groepje dorpskrachten van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever of een groepje dorpskrachten van de vereniging van neringdoenden uut Deever in samenwerking met de huidige eigenaar van het pand een kleine inspanning doen om te komen tot het plaatsen van een nieuwe Gaper. Als in Deever daken van pothokken opgetuigd kunnen worden met lichtgevende dakpannen, dan behoort het opnieuw plaatsen van een Gaper zeker tot de mogelijkheden. Wellicht zou deze Gaper bij wijze van experiment met behulp van een 3D-printer kunnen worden gemaakt van een duurzame kunststof en zou een lokale kunstenaar de zo ontstane Gaper kunnen beschilderen.

De redactie van ut Deevers Archief stelde ten behoeve van de zeer gewaardeerde leden van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever de zo genoemde ‘historische kalender’ (hoe kan een kalender historisch zijn ?) voor het jaar 2004 samen. Zie het kalenderblad voor de louwmaand 2004, dat wil zeggen het kalenderblad voor januari 2004.

De zwart-wit foto van de gevel van de drogisterij met de Gaper is omstreeks 1962 gemaakt en is afkomstig uit het archief van de gemiente Deever.

De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto van het nog steeds bestaande pand gemaakt op 3 oktober 2012. Deze kleurenfoto heeft inmiddels al enige historische waarde. Boven de winkeldeur is de ondersteuning van de Gaper nog aanwezig. Op die ondersteuning kan zo weer een Gaper worden geplaatst ?!

Abracadabra-1207Abracadabra-1206

Posted in Deever, Heufdstroate, Historische kalender, Kitsch in de gemiente Deever, Neringdoende, Verdwenen object | Leave a comment

Hoe ai’j könt boerk’n op aarme grond

Jan Hessel van Wolda werd geboren op 3 oktober 1790 in Midwolde (Midwolle). Hij trouwde op 10 juli 1825 in Vledder met Roelofjen Eleveld. Roelofjen Eleveld is in 1798 geboren. Zij is op 1 maart 1882 op 83-jarige leeftijd overleden in Arnhem. Op 22 augustus 1831 werd Henderica Johanna van Wolda op Woater’n geboren.
Jan Hessel van Wolda gaf al een aantal jaren les aan de hoofdschool van Vledder, toen in 1818 de eerste kolonie van de Maatschappij van Weldadigheid werd opgericht. Hij ging in zijn vrije tijd van vier uur ’s middags tot zeven uur ’s avonds ook les aan de openbare lagere school (rijksschool) in Frederiksoord. Hij was schoolmeester aan de hoofdschool van Vledder van 1812-1824 en schoolmeester aan de openbare lagere school (rijksschool) in Frederiksoord van 1818-1824.
In 1823 werd op Woater’n het Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding der Maatschappij van Weldadigheid opgericht.
Op 15 juli 1824 gaf hij het schoolmeesterschap van de hoofdschool van Vledder op om geheel in dienst van de Maatschappij van Weldadigheid te treden als adjunct-directeur voor het magazijn en voor het toezicht op het lager onderwijs in de koloniedorpen en de gestichten.
In 1831 werd hij aangesteld als instituteur van het Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding der Maatschappij van Weldadigheid op Woater’n. Zijn jaarsalaris bedroeg f 1000,- op 15 juli 1832. Hij genoot een toelage van f 200,- per jaar voor het toezicht op het lager onderwijs in de koloniedorpen en de gestichten.
Jan Hessel van Wolda is overleden op 21 april 1844 op Woater’n. De redactie heeft de begraafplaats van Jan Hessel van Wolda nog niet kunnen achterhalen.
In de Opregte Haarlemsche Courant van 25 april 1844 verscheen het navolgende overlijdensbericht:
Instituut te Wateren, 21 april 1844. Heden middag verloor ik, door den dood, aan eene hevige ziekte, mijnen geliefden Echtgenoot J.H. van Wolda, hoofd van dit gesticht en van het Onderwijs in de Koloniën der Maatschappij van Weldadigheid, zijn leven was Gode gewijd, het sterven zij hem gewin. 
R. Eleveld. Weduwe van Wolda.

Blijkbaar werd het Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding der Maatschappij van Weldadigheid te Wateren ook wel Gesticht van Opvoeding voor den Landbouw der Maatschappij van Weldadigheid of ook wel Kweekschool voor den Landbouw der Maatschappij van Weldadigheid genoemd. Ook werd wel de naam Instituut voor de Opvoeding der Koloniale Ambtenaren gebruikt.

Op 12 juni 1841 verscheen in de Opregte Haarlemsche Courant het volgende bericht:
Bij J. Oomkens, te Groningen, is gedrukt:
Beknopte Schets van den Landbouw in min vruchtbare streken. Een Leesboek voor jonge lieden en kinderen ten Platten Lande, door J.H. van Wolda, Instituteur aan het Gesticht van Opvoeding voor den Landbouw der Maatschappij van Weldadigheid, te Wateren. Tweede druk, á 20 Cents.
Deze tweede druk verschijnt, zonder dat van den eersten eene algemeene verzending heeft kunnen plaats hebben, dewijl deze door den algemeenen bijval direct verdeeld is geworden.

Instituteur is een Frans woord en betekent gewoon lesgever, onderwijzer, leraar of schoolmeester. Iemand die een leesboek boek schrijft voor zeker niet-Frans sprekende jonge lieden en kinderen van arme en weinig geletterde boeren op de voor een groot deel nog niet ontgonnen zandgronden in het oosten en noorden van het land, zou zichzelf niet instituteur, maar gewoon schoolmeester of hoofdmeester moeten noemen.

J.H. Siddré gaf in 1853 in Utrecht een herdruk uit van de tweede druk van het hiervoor genoemde boek onder de titel:
Beknopte schets van den Landbouw in min vruchtbare streken. Een Leesboek voor jonge lieden en kinderen ten Platten Lande, door J.H. van Wolda, Instituteur aan de Kweekschool voor den Landbouw der Maatschappij van Weldadigheid, te Wateren.
Het uit vier paragrafen bestaande tweede hoofdstuk met de titel ‘Beschouwing van den landbouw in min vruchtbare streken’ luidt als volgt:
Paragraaf 1
De oude bouwakkers liggen meestal hoog, op de zoogenaamde essen, onmiddellijk bij de dorpen en gehuchten, terwijl de groenlanden in eene andere buurt en veel lager gelegen zijn.
Om de gezelligheid der menschen zijn de huizen, van ouds her, tamelijk digt bij elkanderen gebouwd, met eenige kampjes land, daarnevens, opdat er bij huis tuinvruchten zouden kunnen worden verbouwd, en het rundvee een gedeelte van den dag, of ook wel een gedeelte van den zomer, geweid. Vele der afgelegene groenlanden geven van nature gras, en van daar, dat men zulk land natuurlijk groenland noemt.
De koeijen en schapen komen des avonds te huis en gaan des morgens weer naar de weide. Dit te huis halen wordt gedaan om den mest, die op de hooge bouwlanden volstrekt onontbeerlijk is. De bouwlanden liggen onder elkanderen verstrooid. Elke boer heeft doorgaans bouwland vooraan en ook achteraan op de esse. De bouwakkers zijn zeer verschillend in grootte. Sommige zijn één schepel land, andere twee, drie, vier en meer schepels groot. Die vóóraan op de esse, en dus het digtst bij huis, gelegen zijn, zijn meestal de beste.
Ieder dorp of gehucht heeft één of meer schaapherders, die eene gansche kudde, zelfs tot 1000 toe, met eenen hond, hoeden en oppassen. Ook zijn er plaatsen, waar iedere boer, wegens de afstand zijner woning van andere, zijne eigene schapen doet hoeden.
Hier en daar worden ook nog gemeene weiden voor het jongvee gevonden, dat is groenland en heideveld door elkander, bontland genaamd, waar de jongbeesten van het dorp of gehucht geweid en opgepast worden.
Paragraaf 2
Behalve het schadelijke, dat de ligging der landelijke eigendommen, door elkanderen, heeft, is daarin ook eenig goeds gelegen. En het is vooral de naijver der menschen, die hier gunstig werkt. Ieder wenscht zijne granen en ook zijne schapen en koeijen, boven die zijner naburen, te doen uitmunten. Daartoe wendt hij alle pogingen aan, zoo met zijn land te mesten, als het vee te voederen.
Het huishoudelijke wordt met overleg en met de meeste zuinigheid behartigd, anders zouden de landlieden niet kunnen bestaan, veel minder nog tot eenige welvaart komen. Algemeen wordt er niets nutteloos uitgegeven. Men beschouwt de dienstboden, knechten en meiden, indien dezelve eerlijk en trouw zijn, als leden van hetzelfde huisgezin, doch geeft hun, behalve kleeding en kost, geene hooge loonen. De kinderen, die al heel vroeg onderwezen en met de godsdienst bekend gemaakt worden, leeren van jongs af aan bezig te zijn, zelfs vóór en tusschen de schooltijden, hetwelk hen als van zelf aan den arbeid gewent, en de gewoonte toch is eene tweede natuur.
Paragraaf 3
Zijn de hofsteden of boerderijen daarentegen zóó aangelegd, dat de landerijen rondom het huis en alle aan elkanderen gelegen zijn, dan is dat voor het vee en den landbouw veel voordeeliger. De spreekwoorden: verre van zijn goed, is nabij zijne schade, en: land bij huis heeft eene dubbele waarde, gelden overal, maar ook hier.
Zoo heeft het vee dan ook minder te loopen, geniet het naauwkeuriger toezigt, meerderen tijd tot eten en rust, en verliest minder mest op den weg of op het veld. De mest behoeft niet zoo ver vervoerd te worden, de paarden kunnen derhalve meer doen en de bebouwde akkers zijn meer onder het gezigt. Is het nodig, dat de granen en andere veldvruchten gewied of schoon gemaakt worden, dan is men er digt bij en behoeft geenen tijd te verloopen. Is het hooiland nabij huis gelegen, dan krijgt het veel gemakkelijker eenigen mest, waardoor het grasgewas veel vermeerderd wordt en eene veel hoogere waarde verkrijgt; – en zoo hiertoe al geenen mest voorhanden mogt zijn, er wordt dan ten minste op gewerkt, en al bestond ook dat werk alléén in het overaarden van slootaarde of aarde uit greppen of andere grond, ook dit brengt reeds vele voordelen aan. Bestaat een stuk lands uit verschillende aardsoorten, bij voorbeeld is er op de ééne plaats leem, op eene andere veen, op eene derde alleen zandgrond, dan ondergaat het land eene groote verbetering, zoo de sloot- en grepaarde altijd op eene andere soort van grond gebragt wordt. Of wel, is er in de nabijheid van een stuk lands eene andere aardsoort gemakkelijk te krijgen, dan mag men zich de moeite van het er over te brengen wel getroosten: wijl zand op veen, en veen op zand, en leem op die beide zeer veel tot de meerdere vruchtbaarheid van het land toebrengt.
Paragraaf 4
Uit de verschillende bewerkingen van het land, de mindere of meerdere vlijt daar aan besteed, de betere of slechtere voeding van het vee, leert men den grond en het bestaan der huisgezinnen kennen. Heerscht er orde, worden alle dingen met overleg gedaan, is men ijverig en getrouw, dan woont er ook algemeen welvaart, voorspoed en zegen; terwijl daarentegen dáár, waar men des morgens lang slaapt, niet gaarne veel doet, en om zoo te spreken: Gods water over Gods akker laat loopen, bijna altijd armoede en schraalheid gevonden wordt, zowel voor de menschen als voor het vee, dat de Schepper aan de menschelijke zorg heeft toevertrouwd. Het bekende spreekwoord: armoede in de stal, armoede overal, wordt door alle landlieden nog niet genoeg geloofd, of liever er wordt nog geene moeite genoeg gedaan, om het nuttige rundvee ruim en goed te voeden: want welgevoed vee geeft vetten mest, terwijl schraal gevoed vee, magere beesten, ook minder krachtigen mest geeft.
Het vee geeft in volle ruimte alles terug, wat hetzelve ontvangt, zoowel aan zuivel als aan mest. Het eerste brengt geldelijke voordeelen aan, en de laatste maakt het land bekwaam, om rijken oogsten te geven. Beiden zijn van even veel belang.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de paragrafen 1 en 2 geeft instituteur Jan Hessel van Wolda zijn visie op het reilen en zeilen in een Drents esdorp.
Met name de inhoud van de derde paragraaf is belangwekkend. Met enige goede wil is Jan Hessel van Wolda op basis van zijn uiteenzetting in de derde paragraaf te beschouwen als de lokale uitvinder van de ruilverkaveling. Met zijn ideeën over het verhogen van de doelmatigheid van de werkzaamheden binnen een boerenbedrijf was hij zijn tijd ver vooruit.
In zijn geheel komt de beschouwing van den landbouw in min vruchtbare streken van de niet-landbouwkundig geschoolde instituteur Jan Hessel van Wolda erg prekerig en belerend over, de tekst lijkt niet zo erg geschikt voor jonge lieden en kinderen op de Drentse zandgronden.
Het is bij de Hoge Dames en Heren Van De Voorkant Van Het Ontegensprekelijke Gelijk Van De Gemeente Westenveld an de aandere kaante van de
Deeverse bos aan te bevelen, een straat, een steeg, een weg, een zandweg, een rijwielpad, een ruiterpad, een bospad, een boslaan, een plein of een park op Zorgvlied te vernoemen naar Jan Hessel van Wolda, eerste instituteur van het Gesticht van Opvoeding voor den Landbouw der Maatschappij van Weldadigheid op Woater’n.
De ruimte vóór de vier huisjes naast het gebouw van de rooms-katholieke geloofsgemeente zou bijvoorbeeld Jan Hessel van Wolda Hof kunnen worden genoemd.

Reactie van Carol Jan Klok van 23 december 2018
Beste mensen, De tekst van het boekje van Jan Hessel van Wolda is in zijn geheel te lezen op books.google.nl. Enige tijd geleden heb ik nog een exemplaar van het boekje, dat is gedrukt in 1840, kunnen aanschaffen.

Abracadabra-1630Abracadabra-1629Abracadabra-1620

Posted in Boer'nlee'm, Boermarke, De aandere kaante van de Deeverse bos, Maatschappij van Weldadigheid, Woater’n | Leave a comment

Gebient’n van de skulteboerdereeje bee ut skultehuus

In de sinds 1936 los van het skultehuus an de brink van Deever helaas los staande skulteboerdereeje zijn in het gedeelte waarin nu atelier en cadeauwinkel Hare Majesteit is gevestigd nog prachtige oude gebinten van de skulteboerdereeje te zien.
In het atelier en de cadeauwinkel krijgen mensen met een verstandelijke beperking de gelegenheid om met ondersteuning op een volwaardige manier deel uit te maken van de samenleving. Daarvoor driewerf hulde: hulde, hulde, hulde.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 3 oktober 2012.

Posted in Boerdereeje, Deever, Skultehuus | Leave a comment

Hiele olde boerdereeje braant of in Oll’ndeever

Op 28 december 1981 verscheen in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante) het navolgende bericht over een grote brand in de woonboerderij met adres Holtenweg 2 in Oll’ndeever.

Diever.
Een felle brand heeft in de nacht van zaterdag op zondag de kapitale woonboerderij van de familie Ten Cate in Oldendiever gedeeltelijk verwoest. De schade loopt in de tonnen. Het pand dat uit het midden van de zeventiende eeuw dateert, stond op de Monumentenlijst. Het is enige jaren geleden gerestaureerd.
De brandweer van Diever werd even voor twaalf uur gealarmeerd. Omdat het er erg slecht uitzag, werden spuitgasten van Dwingelo voor assistentie opgeroepen. Men kon echter niet voorkomen dat het voorhuis in een rokende puinhoop veranderde. De zwart geblakerde resten staken erg schril af tegen het rondom de woonboerderij liggende sneeuwtapijt…
Veel antieke voorwerpen en boeken liepen waterschade op.
De brand brak uit juist op het moment dat de familie Ten Cate bij de open haard aan het kerstdiner zat. Vermoedelijk zijn  vonken uit deze open haard de oorzaak geweest.
De blussingswerkzaamheden werden door een zeer groot aantal belangstellende gevolgd.
De brandweer heeft de hele nacht bij het perceel gewaakt.
Dat er van het voorhuis van de monumentale boerderij niet veel overbleef blijkt duidelijk uit bijgaande zwart-wit foto.

Het onderschrift bij de foto van de verbrande boerderij luidt als volgt:
Dat er van het voorhuis van de monumentale boerderij niet veel overbleef blijkt duidelijk uit deze foto.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De toen nog bestaande nabije vrijwillige brandweer uut Deever heeft deze woonboerderij slechts voor een deel kunnen redden. Dit met riet gedekte pand zou zeer zeker volledig zijn afgebrand, als Oll’ndeever toen enkel aangewezen zou zijn geweest op de vrijwillige brandweer van Dwingel of Vledder of Havelte, vanwege de langere aanrijtijden.
Klaas Hofstee had het pand tot in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw in gebruik als boerderij. Klaas Hofstee werd geboren op 30 juli 1902 in Wapse en overleed op 21 mei 1988 in Dwingel. Hij was getrouwd met Jentje Schoenmaker, zij werd op 9 mei 1911 in Dwingel geboren en overleed op 3 juni 1996 in Dwingel.
Klaas Hofstee was de broer van Lamkjen en Saakje Hofstee.
In de in 1773 gebouwde boerderij heeft ook V.V.D.-coryfee Hans Wiegel (het oraekel van Deever) gewoond.
Dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels uut Deever is de maker van de zwart-wit foto.
Wijlen Hendrik (Henk) van den Bos is de maker van de tweede foto, die toen al vlak bij de verbrande boerderij in Oll’ndeever woonde.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de derde foto van de teruggerestaureerde boerderij gemaakt op 4 april 2013.

 

 

 

Posted in Alle Deeversen, Boerdereeje, Braandwièr, Dorpskracht, Haarm Hessels, Oll'ndeever, Winter | Leave a comment

Van wie was de Opel Olympia Record – UD-10-18 ?

De redactie van ut Deevers Archief toont graag zijn topstukken aan zijn trouwe bezoekers. Tot zijn topstukken behoort ook bijgaande foto die gebruikt is op een zwart-wit ansichtkaart, die in 1955 is uitgegeven. Bij de redactie zijn slechts drie exemplaren van deze ansichtkaart bekend.
De ansichtkaart is in de zomer van 1956 verstuurd. Op de achterkant van de ansichtkaart is het volgende te lezen. Vacantiecentrum Ellert en Brammert. Dieverbrug, telefoon 05219-207, Correspondentieadres van october tot april: Burgemeester Praamsmalaan 4, Bolsward, telefoon 05157-229 of 372.

Op de foto is het zomerhuisje met de naam De Dankber te zien. Het huisje stond op het terrein van vacantiecentrum Ellert en Brammert an de Deeverbrogge. Het is waarschijnlijk een achtpersoons huisje, want voor het huisje zitten drie kinderen en drie volwassen vrouwen. Maar waar zijn de mannen ?
Bij het huisje staat de trots van de vacantievierende familie: een Opel Olympia Record. Wie kon zich in de tweede helft van de bijna autoloze vijftiger jaren van de vorige eeuw zo’n auto veroorloven ? De redactie is op zoek naar de toenmalige eigenaren van deze auto, met kenteken UD-10-18, of kinderen van de eigenaren.
Boven de nummerplaat zijn drie schildjes te onderscheiden. De eigenaren waren zeker lid van de A.N.W.B. (Koninklijke Nederlandsche Toeristen Bond) en de W.W. (Wegen Wacht). Wellicht en hopelijk is de auto als old-timer bewaard gebleven.
Op de zichtbare witgeschilderde zijmuur van het huisje staat de naam: De Dankber. Op het vacantiecentrum Ellert en Brammert had elk zomerhuisje een naam, zo ook dit huisje. Dankber is een niet meer gebruikt woord uit het dialect van Zuidwest-Drenthe en betekent jeneverbes.
Veel vacantievierders bewaren geweldige herinneringen aan dit prachtige vacantiecentrum. Gezinnen keerden vaak jaren lang elk jaar voor een paar weken terug naar Ellert en Brammert en vaak ook nog in hetzelfde huisje. Over het terrein liepen zandpaden. Bij regenachtig weer konden spelletjes worden gedaan in de kantine. Voor de boodschappen was een gezellige kampwinkel aanwezig. En dan was er die altijd mooie natuur.

Abracadabra-1639

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Ellert en Brammert, Topstuk | Leave a comment

De lèèste melkbuss’n, de lèèste melkrit ……

In de Olde Möppeler (de Möppeler Kraante) van 24 december 1979 verscheen het navolgende berichtje over de laatste melkrit van de laatste melkrijder uut Deever. Het is goed zo nu en dan eens in het archief van de Olde Möppeler (de Möppeler Kraante) rond te neuzen en wat historisch archiefmateriaal tegen te komen.

De laatste bussen ….
Diever. De heer J. Kiers uit Diever maakte dezer dagen zijn laatste rit naar de Domo-fabriek in Beilen. Hij was 11,5 jaar melkrijder. De eerste zeven weken deed hij het met paard en wagen, daarna met de tractor.
Hij bracht eerst de melk naar de fabriek in Diever, maar toen die werd opgeheven, achtereenvolgens naar Dwingelo, Wapserveen, Kolderveen en de laatste jaren naar Beilen.
In de eerste jaren moest hij de melk afhalen bij 50 boeren, de laatste jaren nog maar bij 20 boeren. De komende jaren komt er een auto om de melk af te halen en dan moeten alle boeren in het bezit zijn van een tank.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De toen vijfenveertigjarige melkrijder Jan Kiers (Jan Kiersie) werd an de Veentiesweg in Deever op de foto gezet. Voor de show had hij eerst een gedeukte melkbus van de wagen gehaald om deze voor de foto op de wagen te kunnen slingeren, zogenaamd de laatste melkbus…..
Op de plek waar dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm Hessels deze prachtige foto heeft gemaakt, is echter geen melkveehouder te vinden, want Jans Kruid, die woonde in de boerderij die te zien is rechts achter de melkbussen, was toen al gestopt met zijn boerderij.
Het lijkt wel of de melkbussen leeg zijn, want ut lid 
van sommige melkbussen is niet helemaal aangedrukt. Jan Kiers moet de melk al naar ‘de Domo’ in Beilen hebben gebracht en is bezig aan zijn echt laatste rit, te weten het afleveren van de lege melkbussen bij de boeren van zijn melkrit.
Het nummer op sommige melkbussen begint met een 4…, waaruit de melkrit van Jan Kiers (Jan Kiersie) ongeveer zou kunnen worden afgeleid.
Melkbussen doen in Deever op oudejaarsdag gelukkig nog steeds dienst als carbidkanon. En dat moet vooral zo blijven. Die traditie mogen de Hoge Dametjes En Heertjes
 Van De Voorkant Van Het Grote Oudejaarsgelijk Van De Gemeente Westenveld vooral niet betuttelen, kapotregelen en verpesten.
Melkrijder Jan Kiers (Jan Kiersie) leeft niet meer. Zie de hier getoonde rouwadvertentie die op maandag 10 december 2018 in de Olde Möppeler (de Möppeler Kraante) is gepubliceerd.


 

 

Posted in Alle Deeversen, Haarm Hessels, Kebied skeet’n, Overlijdensbericht, Süvelfubriek Deever, Veentiesweg | Leave a comment