Category Archives: Brink

Pension-Cafetaria-Lunchroom van Lub Wanningen

Lubbert (Lub) Wanningen had in het pand an de Brink van Deever na beëindiging van zijn winkel in het begin van de zestiger jaren (?) van de vorige eeuw na een gedeeltelijke verbouwing eerst een cafetaria. Dit is te zien op de bijgaande zwart-wit foto.
Later breidde hij dit pand na een verbouwing uit met een pension en een lunchroom. Dit is te zien op het bijgaand afgebeelde sukersakkie. Let daarbij op het sukersakkie op de voorgevel, de dakkapellen en de schoorstenen.
Zeker in die jaren had in Deever elk hotel, café, restaurant, lunchroom, bepaalde neringdoenden, en niet te vergeten het openluchtspel, enzovoort, nog zijn eigen sukersakkie. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is verzamelaar van sukersakkies die zijn uitgegeven door neringdoenden in de gemiente Deever ?
De redactie van ut Deevers Archief is op zoek naar meer gegevens van Lubbert Wanningen en zijn zaak (zaken). Wie helpt de redactie verder ? Waar zijn zijn kinderen Anke en Geesje (Geeske) Wanningen gebleven ? Wanneer kocht Lubbert Wanningen het pand van manufacturier Johannes Hatzmann ?
Het echtpaar Wanningen is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

De heer Harry Wanningen stuurde op 25 oktober 2022 de volgende zeer door de redactie gewaardeerde reactie.
Lubbert (Lub) Wanningen was de broer van mijn opa Harm Wanningen. Geeske woont volgens mij in Steenwijk, waar mijn vader ook woont. Ik weet niet waar Anke woont, maar dat moet mijn vader weten. Mijn vader heeft destijds nog bij zijn oom Lubbert (Lub) gewerkt. En in de periode 1985/1987 heeft hij zelf eethuisje ‘Keernpunt’ gerund, zoals het nu al meer dan 40 jaar heet.

abracadabra-483abracadabra-484

Posted in Brink, Neringdoende, Sukersakkie | Leave a comment

Zorgen komen niet als enkele verspieders

De redactie van het Deevers Archief heeft de drie volgende kleurenfoto’s op maandag 3 september 2018 gemaakt.
De redactie ontdekte bij het maken van de kleurenfoto van het op die datum te koop staande pand met adres Brink 2 in het voorbijgaan twee niet eerder door hem opgemerkte voorwerpen, die kennelijk ten dienste staan van de Shakespearificatie van de lokale bevolking en bezoekers.
Het ene voorwerp is een rode tegel met opschrift in de bestrating vóór de de toegangsdeur tot de in het pand gevestigde nering. Zie de bijgevoegde foto. De tekst op de rode tegel is gelukkig bezig te vervagen. Met de nodige moeite is A midsummer night dream te lezen. A midsummer night dream is een toneelstuk dat Sjakie uut Spier, erg lang geleden, aan het einde van de zestiende eeuw schreef. De Shakespearificateurs vonden het blijkbaar niet gepast en blijkbaar niet getuigen van respect voor de twintigduizend jaarlijkse Nederlandse bezoekers van het openluchtspel de Nederlandse titel van dit toneelstuk, te weten Een midzomernachtdroom, op de rode tegel te zetten.
Het andere voorwerp is een tegel met een weinig opbeurend zwartgallig citaat, gevat in een stukje siersmeedwerk van Klaas Kleine, boven de toegangsdeur tot de in het pand aan de brink gevestigde nering. Zie de bijgevoegde foto.
Dit citaat luidt als volgt: Als zorgen komen, komen ze nooit alleen, zoals verspieders, maar steeds in horden. Bij de tekst staat als bron Hamlet. Hamlet is een toneelstuk dat Sjakie uut Spier, erg lang geleden, omstreeks 1600 schreef.
De originele tekst van het citaat luidt als volgt: When sorrows come, they come not as single spies, but in battalions. Dus een juistere vertaling van dit citaat is: Als zorgen komen, komen ze niet als enkele verspieders, maar bij troepen tegelijk.
To translate or not to translate, that’s the question.
De redactie van het Deevers Archief stelt de Shakespearificateurs voor het tegeltje met het weinig opbeurende zwartgallige citaat met gezwinde spoed en liefst voorgoed te verwijderen en anders te vervangen door een tegeltje met een ander alom bekend citaat van Sjakie uut Spier, bijvoorbeeld: Een paard ! Een paard ! Mijn koninkrijk voor een paard ! Dit is een citaat uit Richard III uit 1592.


Posted in Brink, Eup’mlogtspel, Shakespearitis | Leave a comment

Elk joar un vette kiepe uut elk huus in Vledder

In 1855 schrijft Jaen Samuel Magnin, Provinciaal Archivaris van Drenthe, in zijn boek ‘Overzigt der kerkelijke geschiedenis van Drenthe’ op bladzijde 82 het volgende: ‘Thans zullen wij, in alphabetische orde naar de plaatsen in deze provincie, alwaar zij werden gevonden, laten volgen eene opgave van de geestelijke en kerkelijke stichtingen, welke in Drenthe hadden bestaan en nog bestonden, toen aldaar tot de kerkhervorming werd overgegaan.’. Over Deever schrijft hij op de bladzijden 99, 100 en 101 het volgende.

Diever
De parochiale kerk te Diever, de hoofdplaats van het Dieverder-dingspil, was mede eene der zes oudste christenkerken van Drenthe. Zij wordt gehouden voor de moeder der kerspilkerken te Dwingelo, Vledder en Wapserveen, welker pastoors door den tijdelijken parochiepriester van Diever werden aangesteld, en was den Heiligen Pancras toegewijd.
In de kerk te Diever werden acht altaren gevonden, namelijk: het Sint Pancras-altaar, dat het voornaamste was; het Heilige Kruis-altaar; het Sint Stephanus-altaar; het Heilige Sacraments-altaar; het Onze Lieve Vrouwen-altaar en een altaar dat aan den Heiligen Maarten was opgedragen. Op elk van deze altaren was eene vicarie gesticht. Het achtste altaar was Sint Anna toegeheiligd.
Volgens opgaven, daarvan in Januarij 1598 gedaan, behoorden destijds:

a. tot de pastorie te Diever:
1° huis, hof en geregtigheid of aandeel in de ongescheidene marke;
2° twaalf stukken bouwlands, welke bij name zijn genoemd, doch waarvan de grootte niet is opgegeven;
3° ongeveer 15 dagmaat hooilands;
4° eenige roggepachten, gezamenlijk bedragende 8¾ mud ’s jaars;
5° onderscheidene geldpachten, jaarlijks beloopende f. 15,00.
Uit gemaakte aanteekeningen blijkt, dat eenige goederen en inkomsten waren vervreemd, andere verzwegen.

b. tot de Heilige Kruis-vicarie, welke, volgens eene acte van het jaar 1503, toen reeds zeer lang had bestaan:
1° huis en tuin;
2° een halve kooltuin;
3° ongeveer 30 muds bouwlands en 14 dagmaat hooilands;
4° vier geldpachten, jaarlijks te zamen bedragende 5 goudgulden en ½ oud schild;
5° diverse roggepachten, ten bedrage van 15½ mud ’s jaars.

c. tot de Sint Antonie-vicarie:
1° huis, tuin en aandeel in de marke van Diever;
2° twee pachten, waarvan jaarlijks werd ontvangen 1 mud rogge;
3° eenige geldpachten, gezamenlijk ten bedrage van f. 6,00 ’s jaars;
4° drie stukken groenlands, groot vier roeden, en een stukje lands bij den molen te Diever gelegen.
De overige bezittingen en inkomsten dezer vicarie konden niet worden opgegeven, omdat de laatste Vicaris, Herman Alers, ‘hebbende gedaen een nederslagh’, was gevlugt, en alle boeken en papieren had meegenomen.

d. tot de Sint Steven-vicarie:
1° huis en tuin;
2° een hof, Sint Steffen’s-hof genaamd;
3° 27 stukken lands onder Diever en 13 stukken lands onder Wapse, waarvan de grootte niet is vermeld.
4° 5 mud bouwlands onder Leggelo;
5° 6½ mud dito, onder Eemster;
6° 1 dagmaat en 28 opgaande roeden hooilands, onder Eemster en Wapse;
7° eenige roggepachten, ten beloope van 8 mud en ½ schepel ’s jaars;
8° jaarlijks een hoen uit elk huis te Vledder.

Van de andere vicariën zijn de bezittingen en inkomsten niet opgegeven.

De vicariën gewijd aan het Heilige Kruis, aan Sint Antonius en aan Sint Stephanus werden bediend door Vicarissen, die tevens Kapellanen waren van den Pastoor. Uit hen werden de parochiepriesters van Dwingelo, Vledder en Wapserveen benoemd.
De laatste Pastoor, Andries Veenraet, vlugtte in het jaar 1594, en voegde zich bij de Spanjaarden en Spaanschgezinden, welke de bezetting van Lingen uitmaakten.
Jonkheer Evert van Ensse, van wege den Koning van Spanje steeds Drost van Drenthe en Hoofd-officier bij gemelde bezetting, die in het jaar 1606 eenen gewapenden inval en eenen strooptogt in dit Landschap deed, wendde bij die gelegenheid nog pogingen aan, om de ingezetenen van het kerspil Diever tot het doen van betalingen aan hunnen voormaligen Pastoor te dwingen, en schijnt daarin, immers ten dele, ook te zijn geslaagd.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Een vicarie was vóór de kerkhervorming een afgezonderd vermogen, waarvan de opbrengst bestemd was voor het levensonderhoud van een priester. De vicaris – de beheerder van het vermogen van een vicarie – moest daarvoor aan het altaar van zijn vicarie per jaar één of meer heilige missen opdragen.
Dat zou kunnen hebben betekend dat aan het einde van de zestiende eeuw in het Deeverse dingspil de rooms-katholieke kerk alleen al uit het rendement op eigen vermogen zo’n negen priesters had kunnen onderhouden. Dat zal niet het geval zijn geweest. Voorwaar een voor die tijd goed draaiende winstgevende en op groei gerichte kerkelijke onderneming.
De zwart-wit foto van de voormalige rooms-katholiek kerk aan de brink van Deever is in de dertiger jaren van de vorige eeuw gemaakt.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van mooie foto’s op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van de Veentiesweg tussen de Kloosterstroate en de Tusschendarp ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 26 van het in september 2007 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Voormalige gemeente Diever in oude ansichtkaarten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Brink, Kaarke an de brink, Kattelieke Kaarke, Kerspel Diever | Leave a comment

Vernieling 1.0 van de kerkbrink van Deever in 1957

Na het afronden van de bouw van gemeentehuis 3.0 aan de kerkbrink van Deever en het in de oorspronkelijke toestand brengen van het kerkgebouw, dat in gebruik is bij de hervormde kerkgemeente, vonden de Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemiente Deever onder het bewind van Jan Cornelis Meiboom (die in de volksmond altijd ome Kees werd genoemd) het nodig de kerkbrink van Deever in 1956/1957 aan te passen aan het megalomanistische nieuwe gemeentehuis. Het euvele doel van de hiervoor genoemde Hoge Heren was de kerkbrink ondergeschikt te maken aan het nieuwe gemeentehuis, te moderniseren, toekomstbestendig te maken en te verduurzamen. Daarvoor moest de oude kerkbrink grondig worden vernield. Dit is meer dan duidelijk te zien op de hier afgebeelde zwart-wit foto, die is gemaakt in 1957. Zo verdween de authentieke braandkoele. Zo verdwenen de authentieke glint’n um de authentieke kaarketuun (de kaarkhof) en werd de authentieke kaarketuun (de kaarkhof) aan de zuidkant van de kerk gründlich en rucksichtlos toegevoegd aan de brink.
De maker van deze foto heeft waarschijnlijk voor het maken van deze foto zo hoog mogelijk op het dak van het huis met de naam Iemenhof gestaan. Heeft bewoonster Harmanna Cornelia Coster van schrik deze foto gemaakt ?
Nu de Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemeente Westenveld het marktterrein aan de Bosweg hebben gebombardeerd tot marktbrink, waar vroeger een paar keer per jaar de koeienmarkt en de paardenmarkt werd gehouden, is het onontkoombaar dat de kerkbrink wordt gebombardeerd tot schapenbrink, want de schapenmarkt werd vroeger op de kerkbrink gehouden.
In het kader van het proces Deever op Drift beginnen de Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemeente Westenveld, ruim 60 jaar na Vernieling 1.0, binnenkort in 2019 met Vernieling 2.0 van de kerkbrink van Deever. Want de kerkbrink moet zo nodig worden gemoderniseerd, moet zo nodig toekomstbestendig worden gemaakt en moet zo nodig worden verduurzaamd. Wellicht vonden de Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemeente Westenveld het nodig de bevolking van Deever al in 2016 ver voor de Dingspilhuus-nederlaag vet te pemperen en te vergulden met een bittere pil van ruim 1.8 miljoen euro voor het proces Deever op Drift. Wellicht mochten daarom ook een paar inwoners van Deever in het kader van het proces Deever op Drift zo nu en dan een beetje meebabbelen en een beetje meebeslissen over de nieuwe inrichting. Now möj neet meer zeur’n, ie hept ur sölf bee’j eseet’n.

Posted in Brink, Deever | Leave a comment

Plattelaansvrouw’nsitbaankie op de skultehuusbrink

Na de gedwongen fusie van de gemiente Deever met de gemient’n DwingelVledder en Oavelte bleek in de praktijk dat de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Zitbanken Gelijk In Het Raadhuis Aan de Gemeentehuislaan het bestand aan erg schaarse zitbankjes in de openbare ruimte binnen de grenzen van de gemiente Deever bij voorkeur uitbreidde met gesponsorde exemplaren.

Op 23 november 1999 vierden de dames van de afdeling Deever van de Nederlandse Bond Van Plattelandsvrouwen hun vijfenzeventigjarige jubileum. En ja, echt wel, de plattelandsdames uut Deever vonden dit blijkbaar een goede gelegenheid voor het aanbieden van een met eigen geld betaald zitbankje aan de bewoners en bezoekers van ut dörp Deever. In ut Deeverse Blattie van 25 november 1999 stond een berichtje over de aanbieding van deze bank. Zie de bijgevoegde afbeelding van dit bericht (afbeelding 4).

De Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Zitbanken Gelijk stond de jubilerende plattelandsdames zo maar toe hun eigen goedbedoelde zitbankje op de helaas niet-origineel-saksische brink van Deever te plaatsen. Zie de twee afgebeelde kleurenfoto’s (afbeeldingen 1 en 2), die de redactie van ut Deevers Archief gelukkig nog heeft kunnen maken.

De grote vragen zijn natuurlijk of de dames van de afdeling Deever van de Nederlandse Bond Van Plattelandsvrouwen ook een zak met geld voor het langdurig beheren en onderhouden van hun zitbankje aan de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Zitbanken Gelijk In Het Raadhuis Aan de Gemeentehuislaan hebben overgedragen ? Of dat de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Zitbanken Gelijk In Het Raadhuis Aan de Gemeentehuislaan het zitbankje met schaars publieksgeld laat onderhouden ? Of schilderen de dames van het Deeverse plattelahaand in het kader van de burgerparticipatie zo nu en dan zelf hun eigen zitbankje !? Bij de laatste schilderbeurt met wijnrode glanslak is het aan het bankje geschroefde eeuwige-roem-plaatje van aluminium in de snelle gauwigheid een beetje meegeschilderd. Wie daar op let of daar iets lelijks van zegt of daar iets kritisch over schrijft is toch echt wel een kniesoor.

En let vooral ook op de vier ééntoers-schroeven, waarmee het eeuwige-roem-plaatje aan de rugleuning van het zitbankje is vastgemaakt. Zo kunnen verdwaalde rondhangjongeren (waar zijn toch al die rondhangjongerenkotjes van de hoogedelachtbare weledelgestrenge heer CDA-jeugdzorgwethouder Homme Geertsma gebleven ??) het plaatje niet verwijderen.

De grote vraag is of het Nederlandse-Bond-van-Plattelands-vrouwenzitbankje op de brink van Deever mag blijven staan ? De redactie heeft het wijnrood gelakte vermoeden dat het prachtige zitbankje zijn vijfentwintigjarige jubileum, dat wil zeggen op de dag van het honderdjarige jubileum van de afdeling Deever van de Nederlandse Bond Van Plattelandsvrouwen, op de brink van Deever niet zal halen, want op bijgaande afbeelding van een detail van de door de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Inrichting Van De Openbare Ruimte In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan min of meer bij benadering schier voorlopig definitief vastgestelde ontwerp- en bouwtekening van het superdure zo genoemde Brinkenplan Diever van 12 december 2017 komt het Plattelandsvrouwenzitbankje niet voor. De ontwerp- en bouwtekening geeft aan dat de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Inrichting Van De Openbare Ruimte In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan op de plaats van het prachtige zitbankje wellicht veel reclame voor die oubollige toneelstukjesschrijver William Shakespeare zal gaan maken.

De Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan lijden immers zwaar aan shakespearitis, want reclame maken op de niet-origineel-saksische brink van Deever voor de (commerciële ?) theaters in het pretpark aan de Shakespearebrink an de Heezeresch bee Deever vergroot slechts een heel klein beetje de kans op meer theaterbezoekers en daarmee een heel klein beetje de kans op meer geld dat de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Belastinggelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan binnenharken uit de belasting op de prijs voor de toegang tot die (commerciële ?) theaters.

Heeft de voorzitter van de politieke vereniging Dorpsbelangen Deever, die -let wel- lid is van het zo genoemde projectteam dat een beetje met de Hoge Dametjes en Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan mag meebabbelen en meekeuvelen en meeleuteren over het Brinkenplan Deever, tijdens die meebabbel-meekeuvel-meeleuter-bijeenkomsten wel in de gaten dat dit prachtige goedbedoelde wijnrood gelakte Plattelandsvrouwenzitbankje gaat sneuvelen of van de schultehuisbrink zal worden verbannen ?

De redactie van ut Deevers Archief trekt uit de ontwerp- en bouwtekening verder de conclusie dat de Brinkenplan-project-directeur-ingenieur van De Voorkant Van Het Grote Gelijk In Het Raadhuis-Aan-De-Gemeentehuislaan met al de vele zijnen van De Voorkant Van Het Grote Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan achter de vele ramen op de eerste verdieping van het Raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever al lang en breed hebben besloten dat de Heufdstroate vanaf de wel-origineel-saksische Kleine Brink tot an de Kruusstroate slechts in één richting mag gaan worden bereden, waardoor de Aachterstroate druk deel gaat uitmaken van het verkeersrondleidingsplan; dat zij al lang en breed hebben besloten flink wat jonge bomen op de niet-origineel-saksische brink van Deever te kappen en dat zij al lang en breed hebben besloten te zijner tijd een soort van nep-braandkoele (want Deever hef gien braandweer mièr) op deze niet-origineel-saksische brink van Deever te laten graven. Maar dat geeft allemaal echt niet, want de niet-origineel saksische brink van Deever zal door al dat superdure gesleutel en gepruts aan de openbare ruimte niet meer of minder origineel-saksischer worden. Er is geen weg terug, het is een doodlopende éénrichtingsweg. De Griekse dichter Konstantinos Kavafis schreef al in het begin van de twintigste eeuw: We zullen ons geen zorgen maken over een ver verwijderd later, voor het beste zullen we ons inspannen en hoe meer we ons inspannen hoe meer we zullen bederven.

Afbeelding 1 – (© Ut Deevers Archief – 2 januari 2017 -Alle rechten voorbehouden) 

Afbeelding 2 – (© Ut Deevers Archief – 2 januari 2017 -Alle rechten voorbehouden) 

Afbeelding 3

Afbeelding 4 – Bijgaand bericht is gepubliceerd in ut Deeverse Blattie van 25 november 1999.

Posted in Brink, Deever, Gemeente Westenveld, Shakespearitis | Leave a comment