Monthly Archives: april 2021

Un olde foto van de kaarke an de brink van Deever

Afbeelding 1
Fotograaf Adolph Joannes Mathias Mulder heeft de in afbeelding 1 getoonde foto gemaakt in augustus 1898.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Object 005482.
De hier zichtbare toren met kerkgebouw staat an de brink van Deever. Let daarbij vooral op de zeer bekend voorkomende voorgevel van het huis links naast de kerk achter de bomen. Boven het galmgat aan de westkant van de toren was geen wijzerplaat aangebracht. In die jaren was onder de toren geen toegangsdeur tot het kerkgebouw aanwezig.
Let vooral ook op de verticale zonnewijzer aan de rechterkant net onder de rand van het dak. Zie afbeelding 2. De wijzerplaat van de zonnewijzer is niet helemaal noord-zuid gericht. De foto zal omstreeks 14.00 uur zijn gemaakt. Deze zonnewijzer is helaas bij de grote restauratie in de vijftiger jaren van de vorige eeuw niet gerestaureeerd, dat is er wellicht bij ingeschoten, maar moet alsnog wel gebeuren. Zeg nou zelf, waar in Drente vind je een zonnewijzer tegen de muur van een kerkgebouw ?

Afbeelding 3
Fotograaf Adolph Joannes Mathias Mulder heeft de in afbeelding 3 getoonde foto gemaakt in augustus 1898.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Object 005481.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vermeldt bij object 005481 als locatie de hervormde kerk van Deever. De in afbeelding 3 zichtbare toren met kerkgebouw lijkt an de brink van Deever te staan, maar dat is niet juist. Let daarbij vooral op het huis links naast de kerk achter de bomen.
De redactie van ut Deevers Archief moet nog uitzoeken waar deze foto dan wel is gemaakt. Wellicht herkent een zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief om welke kerk in welke plaats het gaat ? De redactie verneemt het graag.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier getoonde afbeeldingen 1 en 3 ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 33 van het in juni 2020 verschenen papieren boekwerkje Opraekelen, Nr. 20/2, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boekwerkje zijn of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.
De zeer gewaardeerde heren redacteuren van Opraekelen hebben waarschijnlijk een beetje zitten slapen en hebben klakkeloos de gegevens van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bij de twee foto’s overgenomen en vermelden daarom dat op afbeelding 3 de hervormde kerk van Deever is te zien.

Afbeelding 1
Toren en kerkgebouw an de brink van Deever in augustus 1898.


Afbeelding 2
Zonnewijzer, detail van afbeelding 1.

Afbeelding 3
De hier afgebeelde foto is niet in Deever gemaakt.

Posted in Kaarke an de brink, Toor'n an de brink | Leave a comment

Ut Canadees’n monement in de Olde Willem

In de gratis huis-aan-huis versie van het regionale nieuwsblad Aanpakken van 24 november 1999 verscheen het bericht ‘Verongelukte Halifax blijft in de herinnering’. Zie afbeelding 1. Het regionale nieuwsblad Aanpakken is helaas eind 2007 ter ziele gegaan.

Gedenksteen om zeven Canadezen te herdenken – Verongelukte Halifax blijft in de herinnering
Wateren. ‘Ik hoorde een enorme dreun. Het dak van ons huis bewoog. Het leek wel alsof er een luchtballon naar beneden  kwam. Het was een vuurzee.’ Op 22 november 1943 zag de toen 9-jarige Ginus van der Velde vlak bij zijn huis een brandend vliegtuig neerstorten. De familie Van der Velde woonde bij de bossen tussen Wateren en Diever aan de zogeheten Pispot. Het vliegtuig dat naar beneden kwam, bleek een door een Duitse nachtjager getroffen Halifax bommenwerper van de Canadese luchtmacht. De zeven bemanningsleden, zeven Canadese militairen in de leeftijd van 18 tot 22 jaar, kwamen allen om. Ter nagedachtenis werd maandagmiddag in het bos een gedenksteen onthuld.
De Drentse kei met daarop een koperen plaatje met de namen van zeven slachtoffers staat niet op de plaats waar de Halifax neerstortte. ‘Dat was zeker 1500 meter verderop’, weet de nu 65-jarige Van der Velde uit Smilde. Vlak na de fatale crash gingen zijn vader Jan Albert en zijn oom Johannes Meines (beiden zijn inmiddels overleden) naar de plaats des onheils. Het wemelde er echter van de Duitse militairen. ‘Je mocht er niet heen’, herinnert Ginus van der Velde zich.
Vlak voordat de Halifax de grond raakte, wierp de vliegtuigbemanning volgens Van der Velde twee bommen weg. Die sloegen kraters in de Dieverse bodem. Op de plaats waar het vliegtuig verongelukte, moeten nog veel tastbare herinneringen in de grond zitten. ‘Ze hebben de motoren en andere onderdelen nooit weggehaald’, zegt Van der Velde, die bij de onthulling van het sobere monument aan het Hunterpad aanwezig was.
Dat de gedeksteen er staat, is vooral te danken aan de inspanningen van de Historische Vereniging in Diever. Burgemeester Anne Meijer onthulde het monument. Hij stond stil bij de Tweede Wereldoorlog en de bijna uitzichtloze situatie waarin ons land destijds verkeerde. ‘We hebben toen hulp gekregen van anderen. Van Amerikanen, Canadezen, Polen en Russen. Hulp die noodgedwongen gepaard ging met veel geweld, met heel veel slachtoffers en met veel menselijk leed. Veel jonge mensen hebben hun leven gegeven voor onze vrijheid’, aldus Meijer.
Zo ook de zeven jonge Canadezen die op de fatale datum om 16.33 uur waren opgestegen van Middleton St. George. De kist (officieel de Halifax B11 W231 VR-F F for Freddy) was onderdeel van een grote strijdmacht die door de R.A.F. in de lucht werd gebracht. In Engeland was het helder weer, maar boven het Europese vasteland lagen de wolken dicht opeengepakt. Het wolkendek gaf de vliegers de mogelijkheid om ongezien naar Duitsland te vliegen. Berlijn en Leverkusen waren het doelwit van de bommenwerpers.
Er was die nacht weinig tegenstand van Duitse nachtjagers. Door de bewolking konden die vrijwel niet opstijgen. De bemanning van de F for Freddy trof boven Drents grondgebied één van de weinige Duitse vliegtuigen die wèl het luchtruim had gekozen. De afloop was fataal. Van de 762 bommenwerpers die ’s middags waren opgestegen, keerden er twee niet terug op de basis. Eén van die twee was de F for Freddy.
De zeven Canadese militairen kregen een laatste rustplaats op het kerkhof in Diever. ‘Het is goed om te gedenken, gedenken betekent niet vergeten’, hield burgemeester Meijer de aanwezigen voor. ‘Wie zijn geschiedenis niet kent, kan niet volledig van zijn democratische vrijheid genieten. Een vrijheid waar we niet zuinig genoeg op kunnen zijn.’

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Direct na de onthulling in de stromende regen trok het monument veel bekijks.
Zie de afgebeelde foto in afbeelding 1.
De redactie herkent aan de rechterkant de man met de hoed, dat is wijlen dorpsfiguur, top-amateur-geschiedkundige en alles-verzamelaar Jans Roelof Tabak uut de Aachterstroate in Deever.
De man met baret, die diep gebukt voor de zwerfsteen de tekst op het kleine metalen gedenkplaatje probeert te ontcijferen, is oud-luchtmachtmedewerker A. Zandstra. Als de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief andere personen op de afbeelding herkennen, dan verneemt de redactie dat graag. De redactie zou graag willen weten wie de schrijver van het bericht is en wie de foto voor het bericht heeft gemaakt.
De redactie verwijst voor de volledigheid ook naar het bericht Monument Crash Halifax B11. W231 in de webstee Tracesofwar.nl.
Het monument bevindt zich aan het Hunterpad in de Olde Willem, achter de natuurcamping van Staatsbosbeheer, achter de zendmast en dan een stukje over het Hunterpad. Het monument is bereikbaar met de auto.

Afbeelding 1
Het artikel ‘Verongelukte Halifax blijft in de herinnering’ is op 24 november 1999 gepubliceerd in het nieuwblad Aanpakken.

Afbeelding 2
Gedenkplaat op de zwerfsteen aan het Hunterpad in de Olde Willem.
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze zwart-wit foto op 14 februari 2001 gemaakt.

Afbeelding 3
Zwerfsteen met gedenkplaat aan het Hunterpad in de Olde Willem.
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze zwart-wit foto op 14 februari 2001 gemaakt.

Posted in Canadees’n, de Olde Willem, Oorlogsmonement, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Ut clubhuus Hordehol van de vurkenners

De afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van het clubhuis van de padvindsters in de buurt van het openlucht theater is in juni 1967 uitgegeven door Van Leer’s Fotodrukindustrie N.V. in Amsterdam. De ansichtkaart was te koop bij de firma Jan Brugging (Jan Wiba), Hoofdstraat 27 in Deever, telefoon 1487.
De redactie heeft de drie kleurenfoto’s gemaakt op donderdag 22 april 2021.
Aan de oorspronkelijke houten voorgevel is door padvinders met twee linker handen een uitbouwtje met een balkonnetje bij elkaar geknutseld, daarvoor moest ook het bovenraam worden verknutseld. Het gebouwtje is nu het clubhuis van de verkennerij Schultegroep Diever. Het clubhuis heeft de onheilspellende angstaanjagende naam Hordehol.
Aan de zijkant van het houten gebouw is een schoorsteen gemetseld. Lekker gezellig verkennerijen bij het vuur in de open haard ? In het zo nu en dan, maar steeds vaker droge bos rond het clubhuis moeten de verkenners wel zeer voorzichtig zijn met het stoken van hout in de open haard. Dat moet vanwege gevaar voor bosbrand wel vonkvrij gebeuren ! Dat stoken moet wel gedaan worden door verkenners met twee rechter handen.
Ramen en deuren van het Hordehol zijn voorzien van inbraakwerende metalen profielen. Dat was in de zestiger jaren van de vorige eeuw zo te zien nog niet nodig.
De leiding van verkennerij Schultegroep Diever heeft wel veel werk gemaakt van de (eigen) corona-regels. Die regels staan als volgt op een speciaal daarvoor gemaakt informatieblad in een chique aluminium lijst naast de ingang van het clubhuis.
– Kom liever niet in het clubhuis.
– 18+ jaar ?
– Houd 1,5 meter afstand !
– Kom het liefst alleen op je fiets.
– ‘Kiss and ride’, afzetten & rijden.
– Blijf thuis bij klachten.
– Ouders mogen niet het scoutingterrein op.
– Ga thuis alvast naar het toilet toe.
– Zorg dat je je aanmeldt voor de opkomstlijst.
– Was je handen thuis en bij aankomst.
– Blijf alert en volg de aanwijzingen op.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen van mooie ansichtkaarten op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 34 van het in 2008 uitgegeven onvolprezen papieren boekwerkje Diever, zoals het was in de voormalige gemeente. 1930 – 1980, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Ansigtkoate, Corona-pandemie, Vurening | Leave a comment

Ut skildereeje ′Brinkgezicht in Deever′ hung bee Jans

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassjus scannen en vervolgens die papperrassjus in de oud-papier-bak gooien) bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, maar ook volledige jaargangen van tijdschriften, zo nu en dan een door hem belangwekkend geacht bericht. De redactie wil zo één bericht natuurlijk niet onthouden aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.
In het tijdschrift Oeze Volk (Moandblad in de Dreinse toal), jaargang 44, nummer 9, september 2000) is op de bladzijden 159, 160 en 161 het artikel ‘Een kunstschilder komp weerum’ van Martha Hadderingh-Veenstra te lezen. De redactie heeft van de drie bladzijden één afbeelding gemaakt. Het artikel is in een soort van mengeling van een dialect van het noordoosten van Drente en het Nederlands geschreven.

De redactie schreef op 14 maart 2019 de volgende eerste versie van dit bericht.
In het digitale telefoonboek zijn in Deever nog mensen met de achternaam Oosterkamp te vinden. Deze mensen zijn ongetwijfeld familie van de in het artikel ‘Een kunstschilder komp weerum’ genoemde schilder Dirk Oosterkamp.
Dirk Oosterkamp schonk zijn schilderij ‘Brinkgezicht in Deever‘ aan het kerkbestuur van Deever. Dit zal waarschijnlijk het bestuur van de hervormde kerkgemeente van Deever zijn geweest.
In Deever möt dus aarg’ns dit schildereeje van de Dwingeler schilder Dörk Oosterkamp hang’n.
Een grote vraag is natuurlijk waar dit schilderij op dit ogenblik aan de muur hangt ?
Of worden de kunstschatten van de hervormde kerkgemeente van Deever ergens in een depot bewaard ?
Of heeft het kerkbestuur van de hervormde kerkgemeente van Deever het schilderij ‘Brinkgezicht van Deever‘ op zijn beurt geschonken aan bijvoorbeeld het Drents Museum in Assen ?
Wellicht weet een zekere en paar keer in het artikel genoemde Jans Tabak meer van deze schenking ?
Een andere voor de hand liggende vraag is welke boerderij aan de brink van Deever het betreft ?
De redactie piekert zich al dagen suf over de vraag welke boerderij an de brink van Deever of in de buurte van de brink van Deever zou kunnen lijken op de boerderij op de afbeelding.
Of is abusievelijk een afbeelding van een ander schilderij dan het schilderij ‘Brinkgezicht in Deever‘ bij het artikel geplaatst ?
De redactie zal een poging doen een antwoord te vinden op de hiervoor gestelde vragen.
Wie kan de redactie voorzien van verhelderende gegevens over deze schenking ?

De redactie stuurde op 14 maart 2019 het volgende bericht naar de secretaris (scriba) van de hervormde kerkgemeente van Deever
In uw webstee www.hervormddiever.nl kon ik niet duidelijk vinden aan wie ik mijn bericht moet richten/sturen. Vandaar dat ik mij aan u in uw hoedanigheid van secretaris (scriba) richt.
Ik heb in mijn webstee www.dieversarchief.nl een bericht geplaatst met de titel ‘Was het een brinkgezicht in Deever ?’. Het gaat om het schilderij ‘Brinkgezicht in Diever’ van Dirk Oosterkamp, dat volgens het in mijn bericht genoemde artikel in 2000 aan de kerk van Diever is geschonken. Ik verzoek u vriendelijk dit bericht te lezen.
Wellicht kunt u enige van de in dat bericht gestelde vragen beantwoorden.
Als het schilderij (nog) in het bezit van de hervormde kerkgemeente van Diever is, dan zou ik graag een kleurenfoto van dit schilderij in het Deevers Archief willen tonen. Ik zie uw reactie met veel belangstelling tegemoet.

De secretaris (scriba)  van de hervormde kerkgemeente van Deever stuurde op 19 maart 2019 het volgende antwoord.
Ik heb dit bericht doorgestuurd naar Jans Tabak. Misschien heeft hij al gereageerd. Jans weet ontzettend veel over Diever en de kerk.

De redactie stuurde vervolgens op 20 maart 2019 het volgende bericht naar de secretaris (scriba) van de hervormde kerkgemeente van Deever.
Hartelijk dank voor uw eerste reactie. De redactie van ut Deevers Archief weet ook ontzettend veel van Deever en van de hervormde kerk van Deever. Maar de redactie weet zeer weinig van de bezittingen van de hervormde kerkgemeente van Deever. Daarom stuurde ik u op 14 maart 2019 een bericht.
Het bestuur van de hervormde gemeente moet volledige wetenschap hebben van de bezittingen van de hervormde kerkgemeente, bijvoorbeeld een inventaris van roerende en onroerende goederen, waaronder schenkingen, waaronder schilderijen.
Desalniettemin verneem ik graag wat u van de heer Jans Roelof Tabak uut de Aachterstroate in Deever te weten bent gekomen. Is hij de beheerder van de bezittingen van de hervormde kerkgemeente van Deever ?
Als u de verblijfplaats van het schilderij niet kunt achterhalen, zal de redactie dan in ut Deevers Archief berichten dat dit schilderij als vermist moet worden beschouwd ?

De secretaris (scriba) van de hervormde kerkgemeente in Deever stuurde op 19 maart 2019 het volgende antwoord.
Ik heb nog even navraag gedaan, maar het schilderij is niet meer in bezit van de hervormde gemeente van Diever. We kunnen niet traceren waar het wel is. Dus bericht maar dat dit schilderij als vermist moet worden beschouwd.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief van 19 maart 2019
Dus het schilderij is blijkbaar wel in het bezit van de hervormde gemeente van Deever geweest. De grote vraag is dan natuurlijk waar het als vermiste te beschouwen schilderij is gebleven. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bekend met de verblijfplaats van schilderijen van Dörk Oosterkaamp uut Dwingel ?

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief van 29 april 2021
Wijlen Jans Roelof Tabak woonde in het voorste deel van zijn boerderij an de Aachterstroate in Deever. Zijn dochter woont in het achterste deel. Zijn dochter heeft begin 2021 het voorste gedeelte van de boerderij verkocht. De redactie vond in de webstee van de ingehuurde verkoopmakelaar enige foto’s van het interieur van het door wijlen Jans Roelof Tabak bewoonde voorste deel van de boerderij.
De redactie toont met toestemming van de dochter van wijlen Jans Roelof Tabak bijgaande kleurenfoto (zie afbeelding 2) van een onbestemde ruimte in het voorste deel van de boerderij. In de linker bovenhoek van de kleurenfoto (zie afbeelding 2) is tot stomme verbazing van de redactie, maar wel gelukkig, nog net een stukje van het schilderij ‘Brinkgezicht van Deever’ te zien. Op 19 maart 2019 stuurde de secretaris (scriba) van de hervormde gemeente van Deever het bericht van de redactie van 14 maart 2019 door naar wijlen Jans Roelof Tabak. Deze gaf echter geen sjoege en deed geen melding aan de secretaris (scriba) dat het eigendom van de hervormde gemeente van Deever bij hem aan een muur hing.
Wellicht vond wijlen Jans Roelof Tabak dat hij, nadat het schilderij negentien jaar bij hem aan een muur had gehangen, wel als eigenaar mocht worden beschouwd en dat niet aan de secretaris (scriba) hoefde te melden. Of wellicht vond wijlen Jans Roelof Tabak dat hij de depothouder van de kunstschatten van de hervormde kerkgemeente van Deever was en daarom de secretaris (scriba) niet hoefde te melden dat het schilderij bij hem aan de muur hing. Om over de meest voor de hand liggende verklaring maar te zwijgen. Over de doden niets dan goeds.
De dochter van wijlen Jans Roelof Tabak heeft vanwege de verkoop het door wijlen Jans Tabak bewoonde voorhuis helemaal leeg moeten ruimen en heeft daarbij heel veel spullen, heel veel papperassen, heel veel geschiedkundig waardevol materiaal, enzovoort, enzovoort, in de afvalcontainer gegooid. Wellicht is het schilderij ‘Brinkgezicht van Deever’ ook in de afvalcontainer beland ?

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Jans Roelof Tabak, Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Greinspoaltie 72 in de Olde Willem is nog steeds vot

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op donderdag 22 april 2021. Op de kleurenfoto ligt het zichtbare deel van de weg deur de Olde Willem in de provincie Fryslân.
Greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII) op de greinse van de gemiente Deever in Drente en de gemiente Oooststellingwaarf in Fryslân stön in de baarm van de weg deur de Olde Willem an de kaante van de Tilgröppe, mor is nog steeds vot. Het paaltje is op de afgebeelde kleurenfoto niet meer aan de rechterkant te zien.
De redactie heeft in de middag van donderdag 22 april 2021 nog eens aan beide kanten van de weg over een langer stuk in de bermen, in de bermsloten en in de weilanden lang en nauwkeurig gezocht, maar heeft greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII) helaas weer niet gevonden.
In het najaar van 2019 is gewerkt aan het ten zeerste bemoeilijken en vertragen van het autoverkeer op de weg deur de Olde Willem. Dat is bereikt door het plaatsen van veel niet erg duurzame dikke hinderpalen in de berm. Zie bijgaande kleurenfoto.
Greinspoaltie 72 is toen verdwenen bij werkzaamheden aan de weg en de berm, die moesten leiden tot het ontmoedigen, tot het afschrikken en tot het wegpesten van bestuurders van auto’s. En bestuurders van auto’s, die laten zich natuurlijk niet wegpesten, integendeel, het wordt steeds drukker op die weg. Die durven het berijden van deze kaarsrechte openbare weg natuurlijk met de grote lichten aan wel aan. Die berijders worden voortdurend gedwongen te stoppen, op tegenliggers te wachten bij passeerstroken en dan weer op te trekken. Dat leidt tot een sterke verhoging van de Co2 uitstoot in het wonderschone natuureluurcultuureluurgebied.
De redactie vermoedt dat greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII) tijdens de werkzaamheden in het najaar van 2019 tijdelijk even was verwijderd en aan de kant gelegd. Daardoor was greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII) helaas gemakkelijk en snel oplaadbaar en vervoerbaar geworden. Wellicht heeft een fanatieke verzamelaar ut swoare greinspoaltie alleen of met de hulp van een tweede persoon op een aanhangwagentje achter een auto geladen en meegenomen.
Maar het kan natuurlijk ook zo zijn dat ut skiere greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII) bewust niet is terug geplaatst, omdat die vele lompe autoberijderpestpalen volledig uit de toon vallen bij zo’n fraai waardevol wit-zwart geverfd erfgoed Drens-Fries grenspaaltje. En alles van waarde is weerloos.
Bij de toch strikt noodzakelijke herplaatsing van greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII) zal zorgvuldig aandacht moeten worden besteed aan een stevige verankering van de paal in de bodem.

Posted in Aarfgood, de Olde Willem, Greinspoele, Verdwenen object | Leave a comment

Un tiekening van un olde boerdereeje in Oll’ndeever

De redactie van ut Deevers Archief is een verwoed verzamelaar van afbeeldingen van getekende en geschilderde objecten in de gemiente Deever, en toont al dit moois uiteraard ook graag aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.
Mevrouw Ellen van Ishoven, die in 2020 een paar dagen heeft doorgebracht op camping Oldendiever (voorheen camping De Olde Boerdereeje), is de maker van bijgaand getoonde mooie tekening van de achterkant van de oude boerderij aan de Westerdrift in Oll’ndeever, waar vroeger de ongetrouwde Geert Kok (geboren op 7 november 1909, overleden op 5 mei 1987) woonde. Zij gaf toestemming deze tekening in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is haar daar bijzonder erkentelijk voor. De tekening is ook te vinden in de rubriek Kunstgroet van camping Oldendiever. De redactie weet nog niet op welke datum deze tekening is gemaakt.
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van de achtergevel van de oude boerderij aan de Westerdrift in Oll’ndeever gemaakt op donderdag 22 april 2021.
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van de door zon, neerslag en hete schoorsteenrook verkleurde voorgevel van de oude boerderij aan de Westerdrift in Oll’ndeever gemaakt op woensdag 19 september 2018.

Posted in Boerdereeje, Kuunst, Oll'ndeever, Tiekening | Leave a comment

Un Dreinse sölfplakker veur de 1,5 m ofstaand regel

De redactie van ut Deevers Archief zag achter een ruit in de voordeur van het verloederende oude gemeentehuis van de gemiente Deever an de brink van Deever in het voorbijgaan een merkwaardige rode zelfplakker. Zie de twee bijgaand afgebeelde kleurenfoto’s. De redactie heeft deze kleurenfoto’s op donderdag 22 april 2021 gemaakt.
Ben jij al in het bezit van deze zelfplakker met de rare naam ‘Drentse afstandsmeter’ ? Met deze zelkplakker zijn mensen op een ‘creatieve’ (oh, oh, wat zijn we toch creatief, maar niet heus) manier te wijzen op de regel dat volwassenen ten tijde van de coronapandemie (en misschien daarna ook nog wel een hele lange tijd) op 1,5 meter afstand van elkaar moeten blijven.
De zelfplakker is aan te brengen op een gladde ondergrond, zoals een receptiebalie, een vloer en ook glas. MarketingDrente verstrekt de zelfplakker gratis, maar wel tegen betaling van de verzendkosten, aan toeristisch recreatieve organisaties in Drente, zo lang de voorraad strekt.
Dorpsfiguur, gemeentestraatmaker en schrijver Abe Brouwer (Oense Abe) heeft in 1957 het symbool in de bestrating voor het oude gemeentehuis gemaakt. Op de eerste afbeelding is een gerestaureerde versie van dit symbool te zien.

Posted in Abe Brouwer, Corona-pandemie, Gemientehuus | Leave a comment

As de haarfstorm’m over ut Oll’ndeeverse veld roast

De redactie van ut Deevers Archief zag toevallig in het voorbijgaan tegen de zijgevel van un olde boerdereeje een bordje gespijkerd. Met vier verroeste spijkers, dat wel. Op het bordje stond de navolgende handgeschreven aandoenlijke tekst.
Als de najaarsstormen over de velden razen en de regen tegen de ramen klettert,
Is het heerlijk toeven in een oude boerderij.
Het kraken van het gebint geeft je het gevoel veilig te zijn voor het natuurgeweld.
Terecht, want de houten constructie vormt het haast onverwoestbare skelet van het gebouw.
De redactie heeft bijgaande foto gemaakt op 22 april 2021.

Posted in Oll'ndeever, Toevallige waarneming | Leave a comment

As ur gien volk is, dan möj ee’m anbell’n

De redactie van ut Deevers Archief hoopt ten zeerste dat na de corona-pandemie de kans op besmetting met het corona-virus door periodieke (jaarlijkse ?) vaccinatie bijzonder klein zal gaan worden. De redactie acht het van belang met de corona-pandemie in verband staande zaken in de gemiente Deever zo veel als mogelijk is te archiveren in ut Deevers Archief. Wat vandaag is gebeurd, is morgen geschiedenis. De redactie toont daarom de hier afgebeelde helaas ongedateerde en bijna onbegrijpelijke aankondiging op de deur van molen De Vlijt in Oll’ndeever. 

Geachte klanten
Vanwege het gevaar van coronabesmetting is de meelverkoop vanaf nu alleen beneden.
U kunt Uw bestelling noteren in het schrijfblok en doorgeven naar boven.
Indien niemand aanwezig gebruik de bel.
Grotere bestellingen van te voren opgeven via 0521-591502 of mwnoordhoek@hetnet.nl.
Voor bezoekers, zie richtlijnen ‘bezoek molen’.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Wat voor nut heeft het de bel te gebruiken in het geval niemand aanwezig is ?
De redactie heeft de twee kleurenfoto’s gemaakt op 22 april 2021.

Posted in Corona-pandemie, Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever | Leave a comment

Wiendhose vurneelt un boerdereeje in Oll’ndeever

In het Nieuwsblad van het Noorden van 14 september 1932 verscheen het navolgende artikeltje ‘Een windhoos teistert Diever. Belangrijke schade aan woningen’.
Tijdens het slechte weer der laatste dagen is te Diever een windhoos gepasseerd, welke heel wat schade heeft aangericht.
In Oldendiever ging de hoos rakelings langs de korenmolen van den heer Jansen, vernielde een gedeelte van de stelling alsmede een gedeelte van het dak van de woning.
De woning van J. Kruid werd vervolgens geheel vernield. Alleen het woonvertrek bleef eenigszins in tact.
Toen moesten de woningen aan den weg naar Dieverbrug het ontgelden. De huizen en schuren van Moes, Figeland, Bolding, Andree en Bennen liepen allen min of meer schade op. De een verloor een schoorsteen, andere hadden groote gaten in het dak.

In de krant ‘Onze Toekomst’ van 5 oktober 1932 verscheen het navolgende bericht over de windhoos in Deever:
Te Diever is door een windhoos, welke vele boomen ontwortelde, de boerderij van den landbouwer J.K. ingewaaid. Het gezin, waaronder een tweeling van slechts eenige dagen, bevond zich in de woning. Doordat de muren van het voorhuis gedeeltelijk bleven staan bekwamen deze geen letsel.

Op de Illustratiepagina van het Nieuwsblad van het Noorden van 13 september 1932 werd een foto van de vernielde boerderij geplaatst. Zie de eerste bijgevoegde zwart-wit afbeelding. In het Nieuwsblad van Friesland (Hepkema’s Courant) van 14 september 1932 werd eveneens een zwart-wit afbeelding van de vernielde boerderij gepubliceerd. Zie de tweede bijgevoegde zwart-wit afbeelding.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De boerderij van Jacobus Kruid (Kobus Kruut) stond aan het zandpad met de naam ’t Bultie, dat Deever met Oldendeever verbond. De huidige Kloosterstraat ligt ongeveer op de plaats van het zandpad met de naam ’t Bultie. De boerderij stond ongeveer op de hoek van de huidige Kloosterstraat en de huidige Veentjesweg aan de kant van de Brinkstraat. Op die plek wordt nu iets meer in de richting van de Brinkstraat een nieuwe woning gebouwd.
De redactie heeft de kleurenfoto van de woning in aanbouw op 11 april 2013 gemaakt.

Abracadabra-446

 

 

 

Abracadabra-447

 

Abracadabra-448

Posted in Brinkstroate, Bultie, Deever, Kloosterstroate, Veentiesweg, Verdwenen object | Leave a comment

Grote spandook’n an de mure van In Den Uylenbal

In het pand Peperstroate 13 in Deever is tegenwoordig (april 2021) de winkel met de ongelukkige naam In Den Uylenbal gevestigd. Een uilebal is een ronde of ovale brok materiaal dat bestaat uit onverteerde resten van dieren die door een uil zijn gegeten.
Aan de witgekalkte zijmuur van het winkelpand aan de kant van de Raiffeisen-Boerenleen-bank is een aluminium spandoekframe aangebracht, waaraan grote bedrukte spandoeken kunnen worden gehangen. Een bedrukt spandoek kan ideale buitenreclame zijn. De verwachting is zelfs : hoe groter het spandoek hoe beter de boodschap blijft hangen.
De grote vraag bij de twee hier afgebeelde foto’s op de spandoeken is welke boodschap de uitbaters van In Den Uylenbal nu wel precies willen overbrengen aan de Deeversen. De redactie van ut Deevers Archief heeft zich suf gepiekerd, maar snapt geen bal, zelfs geen uilebal van de boodschap van de foto op de twee spandoeken.
De foto van de Dikke Stien’n op de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever op afbeelding 1 is binnen de grens van de gemiente Deever gemaakt. Dat is in elk geval een meevallertje. De foto van grazende schapen onder bomen kan overal in het oosten of het zuiden van het land zijn gemaakt.
De redactie stelt de uitbaters van de winkel In Den Uylenbal ten zeerste voor te stoppen met het verspillen van zeker honderd euro voor elk nieuw nietszeggend spandoek. De redactie stelt in plaats daarvan voor de vrije witgekalkte muur binnen het frame te gebruiken voor het periodiek tonen van bijvoorbeeld bijna filosofische brabbeluitspraken van Shakespeare, zoals ‘Beter een geestige dwaas dan een dwaze geest’ (bron: Twelfth night, 1601) of ‘De dwaas denkt dat hij wijs is, maar de wijze weet dat hij een dwaas is’ (bron: As you like it, 1599).
Ja, zelfs de redactie van ut Deevers Archief heeft bij tijd en wijle een beetje last van een aanvalletje van shakespearitis. En dan doet de volgende bijna filosofische Deeverse brabbeluitspraak het goed: Ai’j last hept, dan möj krabb’m.

Afbeelding 1
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

Afbeelding 2
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto gemaakt op maandag 19 april 2021.

Afbeelding 3
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto gemaakt op donderdag 22 april 2021

Posted in Hunnebedde D52, Peperstroate, Shakespearitis | Leave a comment

Un olde ansichtkoate van ut Onderdukershol

Het Onderduikershol van het verzet in de gemiente Deever uit de Tweede Wereldoorlog is te vinden aan de Wouwenaarsweg in de bossen van het landgoed Berkenheuvel. Marten Wouwenaar was de eerste boswachter van het landgoed Berkenheuvel. Mr. Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom, de eigenaar van landgoed Berkenheuvel, bedacht de naam Wouwenaarweg uit respect voor het werk van zijn eerste boswachter. Gemeente-architect Albert Wiglema is de ontwerper van de gedenksteen bij de ingang van het Onderduikershol. Het Onderduikershol is hier in de toestand na de eerste naoorlogse restauratie te zien.
De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart met witte rand is in mei 1949 uitgegeven. De redactie van ut Deevers Archief weet nog niet bij welke neringdoende in Deever de ansichtkaart was te bekomen. De redactie weet niet zeker of dit de eerst uitgegeven ansichtkaart met een afbeelding van het Onderduikershol met gedenksteen is. Wie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan hier uitsluitsel over geven ? De redactie van ut Deevers Archief is op zoek naar oude foto’s van het Onderduikershol uit de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw. Wie van de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan goede scherpe scans van die foto’s ?

Posted in Ansigtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Onderduikershol, Oorlogsmonement, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Ut somerhuussie De Dobbe wödde as ièste ebaud

Bijgaande afbeelding van de voorkant en de achterkant van een ansichtkaart, waarop ut somerhuussie De Dobbe is te zien, is in de zomer van 1963 verstuurd naar mevrouw Ruth Maria Helena van Ouwerkerk-Roothaan, Camping Buwalbee, Ingolstadt aan de Donau, Beieren, Deutschland.

De tekst op de achterkant van de ansichtkaart luidt als volgt.
Beste Ruth,
Hartelijk dank voor je kaartje. Jullie genieten daar wel hè ? Wij zijn gisteren hier gekomen in stromende regen, maar vandaag hadden we een fijne dag.
We wonen in het huisje op deze kaart, leuk hè ? Even moesten we wennen, want er is geen waterleiding, maar dat gaat nu best.
De kinderen genieten geweldig. De kleintjes spelen veel in een speeltuintje vlakbij ons huis.
Wat worden de avonden al lang ! ’t Is zo weer september.
Tot over een dag of 14.
Hartelijke groeten van huis tot huis,
je Lydia.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De samenstellers van de tekst bij de afbeelding van de ansichtkaart met het onbenoemde somerhuussie op bladzijde 14 van de onvolprezen publicatie ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’ van de Historische Vereniging Gemeente Diever, willen zeer ten zeerste de suggestie wekken dat het gaat om ut somerhuussie met de naam De Dobbe, maar dat is geenszins het geval.
De redactie toont hier graag aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief wel een afbeelding van een in 1963 verstuurde ansichtkaart, waarop ut somerhuussie met de naam De Dobbe is te zien. De oudste ansichtkaarten van N.V. Recreatiecentrum Ellert en Brammert werden gemaakt bij het bedrijf Polo in Wageningen.


Posted in Ellert en Brammert, Toeristenindustrie, Verdwenen object | Leave a comment

Abe Brouwer heft ’t drok in Deever

In een Fries periodiek verscheen in 1957 het navolgende in het Fries geschreven bericht over de Friese straatmaker-schrijver Abe Brouwer, die van 1957 tot zijn pensionering in 1966 woonde en werkte in Deever.
De redactie van ut Deevers Archief heeft het vermoeden dat het merendeel van de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief de Friese taal niet machtig is, daarom heeft de redactie het bericht voor het leesgemak en het leesplezier benaderd in ut Deevers.

Abe heft ’t drok in Deever
Bee de uutvoering van ‘Veel leven om niets’ van Shakespeare’ in ’t oop’mlochttheater in Deever, hei’w in de schoft eempies de geleeg’nheid ekreeg’n um de Freese roman- en toneelskriever Abe Brouwer de haand te schudd’n en mit hum te proat’n. Dat mögt’n wee oens nee’t loat’n ontkoo’m, now wee in Deever waar’n, woar disse skriever now woont, want allicht bint de meins’n beneeit te weet’n hoe ’t hum doar bevalt en of hee miskien ok neej waark under haan’n hef.
Um de as Antonio vermomde Abe Brouwer te vien’n völ oens neet mit, moar langeleste kreeg’n wee hum toch bee’j de haand en an de proat, woar vansölf neet alle tied veur was.
Wee bint toch wel soveule te weet’n ekoo’m dat Brouwer tot now toe tied tekötte komp. Neet allennig deur sien neeje waark, moar ok deur disse uutvoering, woarveur see vanof 1 maert alle daeg’n an ’t rippeteer’n ewest bint. Ja, so hebt see dat in Deever loat’n see’n, van 1 meart tot de uutvoering op 1 juni, elke dag rippeteer’n op ’t toneel ! Wilt oense Freese toneelspeulers doar eempies acht op sloan ?
Vansölsspreek’nd dat ’t oens good lek dat Brouwer doar so gau al sien plekke in de Deeverse gemienschop meug innee’m en de kaans kreg hum as toneelman uut te lee’m. En dat hee sien plekke in disse toneelploog mit ere innemp en mit gemak, dat hei wee bee’j de uutvoering könn’n see’n.
Dat Brouwer tot now toe narungs aans an toe ekoo’m is, dat kö’j wel roa’n, moar ’t lek oens toe dat hee vrogger of laeter wel weer sal goan skrie’m. Tetman kön ’t indertied ok nee’t loat’n en Abe sal ’t ee’mmin könn’n loat’n. Olde liefde blef en roest neet.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie beging de stomme fout niet te noteren in welk periodiek en op welke datum het bericht is gepubliceerd, dat moet hij toch nog eens opnieuw gaan uitzoeken.
Abe Brouwer, sien vrouw en heur jongste seune woond’n ièrst op ut adres Veentiesweg 3 en laeter an de Kloosterstroate noast Lu Broer en Engeltje van Delden. Ut huus an de Kloosterstroate is esloopt en besteet dus nee’t meer. Ut huus an de Veentiesweg hef now as adres Veentiesweg 5.
De journalist van het artikeltje had wel gelijk, Abe Brouwer kon uiteraard ook in Deever het schrijven niet laten. Hij schreef in zijn Deeverse periode de delen 1, 2 en 3 van zijn roman Springtij; zie de bijgevoegde afbeelding.

Posted in Abe Brouwer, Deevers, Eup’mlogtspel | Leave a comment

Abe Brouwer skreef ‘Sorry, mister Shakespeare …!’

De redactie van ut Deevers Archief vroeg een tijdje geleden in het bericht Op zoek naar ‘Sorry, mister Shakespeare …!’ de redactie op het spoor te zetten van het boek ‘Sorry, mister Shakespeare …!’ van de Friese schrijver Abe Brouwer, die jarenlang in Deever heeft gewoond, gewerkt en geschreven. Hij woonde eerst an de Veentiesweg (toen nummer 3) en later an de Kloosterstroate (huis is afgebroken).

In de Olde Möppeler (de Meppeler Courant) van 26 juni 2015 liet de heemkundige vereniging uut Deever via het plaatselijke correspondentje het volgende berichtje (zie de bijgevoegde afbeelding) in genoemde krant publiceren:
Historische vereniging zoekt boek Brouwer
Diever. De Historische vereniging gemeente Diever is op zoek naar het boek ‘Sorry, mr. Shakespeare’. Het boek is geschreven door Abe Brouwer, in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw stratenmaker, schrijver, dichter en toneelspeler in Deever..

Op 28 juni 2017 stuurde Menno Nijmeijer de volgende reactie naar de redactie van het Deevers Archief.
Geachte redactie van ut Deevers Archief,
Ik ben de kleinzoon van Abe Brouwer – hij was mijn pake – en ik heb misschien een antwoord op jullie vraag naar een exemplaar van het boek ‘Sorry, mister Shakespeare …!.
Het manuscript is eigenlijk nooit uitgegeven. Het boek is helaas niet in ons bezit.
Toen mijn pake was overleden heeft mijn moeder (de dochter van Abe Brouwer) contact gezocht met Freark Dam, die is de oprichter van het Friese Documentatiecentrum. Hij heeft uit de nalatenschap van pake veel van zijn werk meegenomen. Hoogstwaarschijnlijk ook het manuscript van ‘Sorry, mister Shakespeare …!’
In Leeuwarden zit Tresoar. Dat is het voormalige Friese Documentatiecentrum. Daar kan een exemplaar aanwezig zijn.

Het was voor de redactie een hele verrassing deze reactie op het bericht in ut Deevers Archief te mogen ontvangen van een kleinzoon van Abe Brouwer. De redactie is hem daarvoor bijzonder erkentelijk.

Mevrouw Wieke de Haan van Tresoar antwoordde op 4 juli 2017 op de vraag over de aanwezigheid van het boek in Tresoar het volgende:
Goedemorgen,
Ja hoor, we hebben het gevraagde:
https://tresoar.on.worldcat.org/search?databaseList=&queryString=Sorry%2C+mister+shakespeare
Dit zijn de gegevens:
‘Sorry, mister Shakespeare …! : di(e)vertimento van een stienelegger’ / Abe Brouwer;
Materiaalsoort: Gedrukt boek;
Publicatiejaar: [1981];
OCLC-nummer: 71454365;
In bezit van: Tresoar;
Publicatie: [Sneek: Abe Brouwer], [1981];
Fysieke beschrijving: 140 bladzijden: portret; 30 cm;
Taal: Nederlands.
Mei freonlike groetnis,

Wieke de Haan
Meiwurkster ynformaasje en presintaasje
Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum
Bûterhoeke 1, 8911 DH, Ljouwert

Het blijkt – na het aanklikken van de link – dat het manuscript van Abe Brouwer én de gedrukte versie van het manuscript aanwezig zijn bij Tresoar. Het manuscript kan natuurlijk niet worden geleend. Het gedrukte boek uiteraard wel.
Maar het boek kan ook gewoon via de Bibliotheek worden geleend.

In de Elburger Courant van 28 augustus 1970 verscheen een advertentie (zie de bijgevoegde afbeelding), waarin wordt aangekondigd dat de bekende schrijver-verteller Abe Brouwer zal spreken over zijn nieuwste en Nederlandse (dus niet in het Fries) en in Deever gesitueerde roman: Sorry, mister Shakespeare …! : di(e)vertimento van een stienelegger.
Een optreden van de gepensioneerde straatmaker-schrijver-dichter-verteller-voordrager-toneelspeler Abe Brouwer in het schnabbelcircuit !
Maar welke straat is de Corn. str. en in welke plaats is deze straat te vinden. Elburg ?


Posted in Abe Brouwer, Alle Deeversen, Deever, Eup’mlogtspel, Skriever | Leave a comment

De stee van de diek köj vanuut de locht nog seen

Op de topografische kaart van de Topografische Dienst stond het in 1942 geopende zwembad Dieverzand aan de Bosweg bij Diever pas voor het eerst in 1954 ingetekend. Zie de bijgevoegde afbeelding.
Swömbad Deeversaand an de Bosweg bee Deever is al in de zeventiger jaren van de vorige eeuw uit de tijd geraakt en in verval geraakt en met bomen en struiken begroeid geraakt.
Echter de plaats van de rechthoekige dijk rond het zwembad van afgegraven grond uit het zwembad is door kleurverschillen in de begroeiing nog steeds herkenbaar vanuit de lucht. Zelfs de plaats waar de ingang was en waar de kleedhokken waren is te herkennen. Zie het bijgevoegde detail van een satelietfoto uit 2012.

Posted in Swömbad Deeverse Saand, Verdwenen object | Leave a comment

Un patattie Sjeekspier eet’n an de Aachterstroate

De redactie van ut Deevers Archief is in de eerste maanden van 2021 – ten tijde van de coronapandemie – druk bezig geweest met het digitaliseren (scannen) van vele oude jaargangen van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Diever, Van Goor’s Blattie). De redactie kwam bij het scannen van jaargang 1996 van ut Deeverse Blattie op bladzijde 6 van ut blattie van 4 juli 1996 de hier afgebeelde reclame voor un patattie Sjeekspier tegen. De redactie wil dit reclamebercht de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief uiteraard niet onthouden.
Eetcafé De Lanteern an de Aachterstroate in Deever maakte met dit bericht reclame ter gelegenheid van 51 jaren openluchtspel in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever.
Het was niet zo maar un patattie Sjeekspier in een putie, nee het was een heel bord vol patat met mayonaise, witte bonen in tomatensaus, gebakken spek, gebakken ei en sla. Voor een lekkere vette bek. De uitbaters van eetcafé De Lanteern hebben zich ongetwijfeld laten inspireren en beïnvloeden door het Engelse ontbijt dat William Shakespeare rond 1600 elke ochtend in Stratford aan de Avon gewend was te verorberen, alvorens de veer in de inktpot te steken. Patat Sjeekspier is een typisch, maar niet zo’n zwaar gevalletje van de in Deever steeds maar weer uitbrekende shakepearitis.
Un patattie Sjeekspier kostte f. 6,50, dat is omgerekend € 2,95. Da’s echt wel een prijs uit lang vervlogen tijden. Bij de uitbater van het Deeeverse patatmonopolie kost een normale patatje met mayonaise (half april 2021) al € 2,60.
Eetcafé De Lanteern an de Aachterstroate in Deever bestaat niet meer. In het pand is nu een woonhuis gevestigd. De redactie weet niet waarom de uitbaters van eetcafé De Lanteern zijn gestopt. Te weinig omzet ? Te lage winstmarge ? Te weinig toeristen ?  Te seizoensgebonden ? Te veel concurrentie ? Verkeerd verdienmodel ? De redactie heeft nog niet uitgezocht wanneer de uitbaters van deze onderneming in de toeristenindustrie zijn begonnen en wanneer zij zijn gestopt.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan een scherpe scan van een mooie foto van eetcafé De Lanteern.

Posted in Shakespearitis, Toeristenindustrie | Leave a comment

De westkaante van de toor’n an de brink

De redactie van ut Deevers Archief is een fervent verzamelaar van afbeeldingen van de gemeentelijke toren aan de brink van Deever en wil al die afbeeldingen graag tonen aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief. Het staat de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief vrij een goede scan van eigen afbeeldingen van de gemeentelijke toren naar de redactie te sturen voor opname in ut Deevers Archief.
De hier afgebeelde zwart-wit van de indrukwekkende westzijde van de gemeentelijke toren an de brink van Deever is gemaakt in december 1971, de redactie weet de precieze datum niet. De redactie weet ook niet wie de maker is van deze mooie foto. De originele afbeelding is aanwezig in de Beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
En dan te bedenken dat de westkant van de gemeentelijke toren vóór de grote restauratie in de vijftiger jaren van de vorige eeuw geen wijzerplaat had en ook geen toegangsdeur had..
De redactie heeft de kleurenfoto gemaakt op donderdag 22 april 2021.

Posted in Toor'n an de brink | Leave a comment

Braand in un olde klièrnwinkel an ut Brinkie

Op afbeelding 1 is een fraaie zwart-wit foto –un Deevers topstuk– uit omstreeks 1910 te zien. Op de foto zijn van links naar rechts veur de boerdereeje an ut Brinkie in Deever te zien Roelof Hendrik Wesseling, Annigje Smidt, Klaas Hummelen Smidt en Harm Smidt. Mit de sundagse klièr’n an en Annegie Schmidt hef ut goll’n oorieser op.
Klaas Hummelen Smidt en Harm Smidt zijn de zonen van Sime Smidt en Geertien Dunning. Sime Smidt overleed op 10 juni 1905 en Geertien Dunning overleed op 30 juli 1907. Hun twee zonen zijn grootgebracht door het kinderloze echtpaar Roelof Hendrik Wesseling en Annigje Smidt. Annigje Smidt was een zuster van Sime Smidt.
De redactie van ut Deevers Archief bracht in 1998 een bezoek aan de in Assen woonachtige Roelof Smidt, zoon van Harm Smidt en Janna Vos. De redactie kreeg van hem een scan van de hier afgebeelde fraaie foto. De redactie is hem daar postuum bijzonder erkentelijk voor.
Roelof Hendrik Wesseling is geboren op 11 juli 1868. Hij is overleden op 27 januari 1928 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Annigje Smidt is geboren op 4 januari 1867 in Deever. Zij is overleden op 13 mei 1924 in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Harm Smidt is geboren op 3 december 1899 in Rüne. Hij is overleden op 10 december 1981 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Harm Smidt trouwde met Janna Vos. Zij is geboren op 17 januari 1900 in Lhee. Zij is overleden op 9 januari 1969 in Deever. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Klaas Hummelen Smidt is geboren op 30 september 1897 in Deever. Hij trouwde op 1 mei 1926 met Hendrikje Vos. De redactie van ut Deevers Archief heeft in de openbare bronnen helaas nog geen andere gegevens van Klaas Hummelen Smidt kunnen vinden.
Roelof Smidt, zoon van Harm Smidt, is geboren op 12 juli 1924 in Deever in de op afbeelding 1 zichtbare boerderij. Hij is overleden op 25 maart 2001 is Assen. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Na het overlijden van zijn pleegvader Roelof Hendrik Wesseling boerkte Harm Smidt verder op de boerdereeje an ut Brinkie. In 1939 verhuisde hij naar een nieuw gebouwde boerderij op Kalteren, waarna hij de boerdereeje an ut Brinkie verkocht aan veehouder Johannes Wiersma, die op Zorgvlied woonde. Het voorhuis van de boerderij werd verbouwd tot manufacturenwinkel voor zijn zoon Paulus Johannes Wiersma.
Paulus Johannes Wiersma is geboren op 26 september 1918 in Boornbergum in de gemeente Smallingerland in Friesland. Hij was van beroep manufacturier. Hij trouwde op 28 september 1939 in Deever met Geessien Mulder. Geessien Mulder is geboren op 16 augustus 1914 in Deever. Zij is een dochter van Harm Mulder en Hendrikje Bruursema.
Paul Johannes Wiersma verkocht in november 1955 zijn manufacturenwinkel aan Hendrik de Vries, die een manufacturenwinkel had bee de Wittewieke op de Hiekersmilde. Zie afbeelding 2.
De echtelieden Paulus Johannes Wiersma en Geessien Mulder emigreerden in 1956 naar Brantford in Ontario in Canada, niet ver van de Niagarawatervallen. Paul was de voornaam van Paulus in Canada. Grace was de voornaam van Geessien in Canada. Paulus Wiersma is op 26 november 1977 op 59-jarige leeftijd overleden in Brantford, Ontario, Canada. Geessien Mulder is op … april 1998 op 83-jarige leeftijd overleden in Brantford, Ontario, Canada. Zie de afbeelding van hun grafsteen op het Mount Hope Cemetery in Brantford, Ontario. Canada.
Hendrik de Vries liet het voorhuis van de boerderij van Harm Smidt in 1956 verbouwen tot winkel. De hier afgebeelde foto, zie afbeelding 3, is ongeveer in 1959 gemaakt. Let op de naam boven de voordeur. Fa. H. de Vries & Zn. Zoon Jacob ging de nering in de winkel an ut kleine Brinkie in Deever doen. Zie afbeelding 4. Zoon Jacob de Vries was goed opgeleid; zie afbeelding 3. In de uitstalkasten is onder meer dameskleding, kinderkleding, beddegoed, een kinderwagen en een kinderlooprek te zien.
De redactie heeft nog niet uitgezocht wanneer de Fa. Hendrik de Vries en Zn. gestopt is met de manufacturenwinkel in Deever.
Op 1 december 1973 brak omstreeks 16.30 uur brand uit in het voorhuis. Toen de brandweer aankwam was het al een uitslaande brand geworden, de eerste en de tweede verdieping waren een grote vuurzee geworden. Tegen donkeravond kon na een uur blussen met heel veel water om 17.30 uur het sein brand meester worden gegeven. Dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm Hessels is wellicht tijdens het koeien melken in alle haast en in het schemerdonker met zijn fotografeerspullen naar de plek des onheils gefietst om de hier afgebeelde zwart-wit foto te maken, zie afbeelding 5. Het pand was niet bewoond. De eigenaar leraar A.G.J.M. Borms woonde aan de Gerritsstraat in Deever. Hij was bezig met verbouwings- en opknapwerkzaamheden in het voormalige winkelpand. Het voorhuis is niet weer opgebouwd, wel is het achterhuis verbouwd tot woonhuis.
De redactie heeft nog niet uitgezocht wie vanaf 1974 tot heden in het pand hebben gewoond.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier getoonde afbeeldingen 1 en 4 ook ten zeerste bewonderen op bladzijden 12 en 13 van het in december 1996 verschenen papieren boekwerkje Opraekelen, Nr. 96/4, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boekwerkje zijn of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 1
Voor de boerderij staan Roelof Hendrik Wesseling, Annigje Smidt, Klaas Hummelen Smidt en Harm Smidt

Afbeelding 2
Bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 18 november 1955

Afbeelding 3
Bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 14 augustus 1957

Afbeelding 4
Het voorhuis van de boerderij van Roelof Hendrik Wesseling casu qou Harm Smidt is in 1956 verbouwd tot maufacturenwinkel. De hier afgebeelde foto is ongeveer in 1959 gemaakt. 

Afbeelding 5
Dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm Hessels maakte de hier afgebeelde zwart-foto van het brandende pand op 1 december 1973.

Afbeelding 6
Het achterhuis van de boerderij van Roelof Hendrik Wesseling, later van Harm Smidt, is verbouwd tot woonhuis.
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze zwart-wit foto gemaakt op 25 november 2003. 


Afbeelding 7
Het achterhuis van de boerderij van Roelof Hendrik Wesseling, later van Harm Smidt, is verbouwd tot woonhuis.
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto gemaakt op 6 november 2019.

Posted in Alle Deeversen, Boerdereeje, Emigrant, Kleine Brink, Topstuk, Verdwenen object | Leave a comment

Un olde foto van ut Monement op Baark’nheuvel

De redactie van ut Deevers Archief toont hier een behoorlijk oude, maar prachtige zwart-wit foto van ut Monement an de Hoarweg op Baark’nheuvel. De redactie zou van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief  graag willen weten in welk jaar deze foto is gemaakt en wie de maker van deze foto is. Ut Monement is in 1925 opgericht door mr. Albertus Christiaan van Daalen en onthuld door zijn eerste kleinzoon Albertus (Bert) Doorman. Ut Monement oogt tamelijk nieuw en schoon, nog niet verweerd en ook nog niet met kostelijke en kostbare en zeldzame korstmossen begroeid. De foto zal misschien bij de onthulling van het Monument in 1925 of vlak, maar zeker niet meer dan enige jaren na 1925 zijn gemaakt.

De Nederlandse dichter Peter Augustus de Génestet (1829-1861) schreef het gedicht Aan een heereboer in de periode 1846-1851. De redactie heeft de vrijheid genomen uit dit gedicht de elfde strofe te citeren:
‘Werk!’ is een goede, groote wet –
Geen bittre zondestraf;
De kracht tot d’ arbeid is ’t gebed,
De rust van ’t werk – het graf.
Waar arbeid en gebed zich paart,
Daar, o Verhoorder! rijz’,
Uit stuivend zand en ledige aard,
Een lachend Paradijs!

Op de afgebeelde foto is ut Monement op Baark’nheuvel te zien. Op het zijpaneel dat aan de linker kant van ut Monement is te zien, staat een voor de gelegenheid aangepast deel uit de hiervoor weergegeven strofe van het gedicht ‘Aan een heereboer’:
Daar rijz’,
Uit stuivend zand en ledige aard,
Een lachend paradijs.
Het zal wel voor altijd een vraag blijven waarom de weledelgestrenge heer meester Albertus Christiaan van Daalen uit Bennekom in Gelderland de eerste van de drie laatste regels van de elfde strofe van het gedicht ‘Aan een heereboer’ niet letterlijk heeft overgenomen.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde foto van ut Monement ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 32 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boekwerkje zijn of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien. In de tekst bij de foto in het genoemde boekwerkje wordt beweerd dat het gaat om een ansichtkaart uit juli 1951. Dat is toch wel een enigszins geschiedkundig blundertje. De foto is te dateren in de periode 1925-1929 en valt daarom buiten het aandachtsgebied ‘1930-1980’ van het genoemde fotoboekje. Bovendien is de foto op geen enkele ansichtkaart afgebeeld.

Posted in Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Bebauing an de Dörpstroate op Zorgvlied in 1909

Bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is op 8 september 1909 verstuurd naar T.G. de Willigen in Steenwijk. Op de ansichtkaart is de grote bocht in de Dorpsstraat op Zorgvlied in de richting van Wateren te zien. De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto gemaakt op 8 augustus 2015.

In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 176 ook een afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde ansichtkaart opgenomen.

Posted in Ansigtkoate, Dorpsstroate, Zorgvliet | Leave a comment

Un tiekening van un paer olde huus’n op Zorgvlied

De redactie van ut Deevers Archief laat de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deeveers Archief graag meegenieten van getekende of geschilderde objecten in de gemiente Deever. De redactie heeft toestemming van mevrouw Marjan Elisabeth van der Helm bijgaand afgebeelde en door haar gemaakte pentekening van enige huizen aan de Dorpsstraat op Zorgvlied in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is haar bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
Zij maakte deze tekening zittend op de bank en uit het raam kijkend naar de huizen aan de overkant van de straat. Zij signeerde de tekening in de linker benedenhoek met MvdH, 10-4-’83. De originele tekening hangt bij mevrouw Marjan Elisabeth van der Helm aan de muur.

Afbeelding 1
In 1983 woonden in deze huizen aan de Dorpsstraat andere mensen dan nu. In het linker pand was de dorpswinkel van Ale van der Heide gevestigd. Hij verkocht gelukkig ook ansichtkaarten.De familie van der Heide woonde in het aangrenzende pand. Het Amsterdamse huis werd toen al lang bewoond door Gerard Goettsch. Hij had in zijn huis ook een afdruk van deze tekening in een lijstje aan de muur hangen. Hij was zeer gesteld op deze tekening. In het rechter pand woonde vrouw Hillen, die later dood in haar huis werd gevonden.


Afbeelding 2
Coen Broekema heeft de hier getoonde foto gemaakt op 30 november 2002. Bijna twintig jaar na 1983 is de aanblik van de panden nog ongeveer hetzelfde. Alleen was toen in Zorgvlied helaas geen dorpswinkel meer aanwezig. Gerard Goettsch overleed op 13 juni 2000 op 96-jarige leeftijd zittend in zijn stoel voor het raam van zijn Amsterdamse huis.

Posted in Gerard Goettsch, Kuunst, Tiekening, Zorgvliet | Leave a comment

De braandkoele wödde un eendeviever

Op 15 mei 1957 bereikte de waterleiding ut dörp Deever en kon voor het eerst leidingwater in Deever worden getapt. Toen konden ook brandputten voor het tappen van bluswater worden aangelegd, waardoor de braandkoel’n in ut dörp Deever overbodig zouden worden. Alle braandkoel’n in ut dörp Deever zijn in de jaren na de ingebruikname van de waterleiding gedempt, met uitzondering van de braandkoele bee ut café van Roefie en Jentie Seinen.
Op 4 april 1957 schreef gemeentearchitect G. de Boer aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemiente Deever:
Zoals u misschien al wel opgemerkt zult hebben, moet de afrastering rond de brandkuil (Doolhof) hersteld worden. Daar de kuil evenwel door afkalven langzamerhand te dicht op de Betonweg komt, stelde ik me voor deze afrastering daar ter plaatse iets naar binnen te verzetten. Om dit evenwel uit te voeren zal die kant aangevuld moeten worden. Om dit hinderlijk afkalven te voorkomen zou ik langs de kant een eenvoudige betuining aan willen brengen. Ik heb hierover met Stoker kontakt opgenomen, die dit wel even zou kunnen doen. Naar ik meen, zult u hiermede wel akkoord kunnen gaan.
Dat de afrastering rond de braandkoele in slechte staat was en dat de rand van de braandkoele dicht bij de Betonweg lag, dat is te zien op een ansichtkaart uit 1953
Uiteindelijk werd die door de gemeentelijke architect voorgestelde eenvoudige waterbouwkundige – wellicht en hopelijk architectonisch verantwoorde – betuining niet aangebracht, maar werd de braandkoele met de naam Doolhof vergraven tot de Eendenvijver, die op flink wat meters van de rand van de bestrating kwam te liggen. Zie de bijgevoegde afbeelding: de stippellijn is de omtrek van de braandkoele; de ononderbroken lijn is de omtrek van de Eendenvijver.
De in het bericht van gemeentearchitect G. de Boer genoemde Stoker is dorpsfiguur Roelof (Roef) Stoker (die in de Deeverse volksmond altijd Harrio werd genoemd). Roelof (Roef) Stoker woonde an de Kloosterstroate in Deever en was uitvoerder bij de Heidemij. De Heidemij heeft inderdaad het grondwerk uitgevoerd. Met grond die vrij is gekomen bij het graven van de Eendenvijver zal het te dempen deel van de braandkoele langs de bestaande verharding zijn opgevuld.
De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief kan het grondwerk op een afbeelding elders in ut Deevers Archief bekijken.

Posted in Braandkoele, Eendeviever | Leave a comment

Die goeie olde Peperstroate van veur de oorlog

Op deze geschiedkundig waardevolle zwart-wit foto is een prachtige vooroorlogse (rond 1935 ?) Peperstroate te zien. De maker van deze foto is Hubert Adriaan Veltman (hij is geboren op 2 februari 1874 in Weert, hij is overleden op 10 november 1956 in Wassenaar). De redactie van ut Deevers Archief beschouwt deze foto toch echt wel als een topstuk.

Let vooral op de zijkanten van de straat: het is een bestrating met een regengoot van vele keien en keitjes, die afkomstig moeten zijn geweest uit de bouwakkers op de essen rond Deever. Die fraaie unieke veldkeibestrating werd in de vijftiger jaren van de vorige eeuw ten tijde van de grote restauratie van het kerkgebouw en de gemeentelijke toren aan de brink van Deever van harte om zeep geholpen door de Kortzichtige Hoge en Lage Heertjes Van De Voorkant Van Het Veldkeiharde Grote Gelijk Van De Vernieling Van Het Binnendorp Van Deever.
Het oude boerderijtje (wanneer is dit pand afgebroken ?) achter het vervallen kerkgebouw van de hervormde gemeente, toen zonder uitbouw voor de consistoriekamer (?), was eigendom van bakker Albert Kuiper (Aubut Kuper), die zijn bakkerij en woning aan de andere kant van de straat had. Dit oude boerderijtje werd in de Deeverse volksmond ‘de Reddingsboei’ genoemd.
In die tijd werd de elektrische energie nog getransporteerd via draden die opgehangen waren aan houten palen.
Op de kleurenfoto is ongeveer tachtig jaar later de toestand ter plekke op een regenachtige morgen te zien. De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto op 3 oktober 2012 gemaakt.

De verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier kan de hier afgebeelde foto van de Peperstroate in Deever ook ten zeerste bewonderen op de voorzijde van de boekomslag van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. En als klap op de vuurpijl kan de verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier de hier afgebeelde foto van de Peperstroate in Deever ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 48 van het hiervoor vermelde boekwerkje. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Deever, Kaarke an de brink, Peperstroate, Topstuk | Leave a comment

De ièste huussies veur oll’n van daèg’n in Deever

De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van De Weiert an de Heufdstroate in Deever was nota bene te koop bij N.V. Recreatie Centrum Ellert en Brammert an de Deeverbrogge. De ansichtkaart is in december 1969 uitgegeven door JosPé in Arnhem. Wellicht en hopelijk bestaat een oudere uitgave van deze ansichtkaart. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie daar positief over berichten.
In het pand aan de linkerkant woonde in 1969 nog de familie Hendrik Jan Rolden. De werkplaats zat in het voormalige boerderijgedeelte van het pand aan de kant van de Tusschendarp. De linkerkant van het voorhuis was in gebruik als zondagse voorkamer. De rechterkant achter de twee grote rechthoekige etalageramen was de winkel voor elektrische huishoudelijke apparaten. De Deeversen konden daar terecht voor onder meer stofzuigers, wasmachines, elektrische fornuizen en snelkokers ! Zie de hier afgebeelde advertentie uit het programmaboekje voor het in 1953 opgevoerde openluchtspel in het openluchttheater an de Heezeresch. Het pand van de familie Rolden is afgebroken om een bouwplaats te verkrijgen voor een Golff zelfbedieningwinkel.
In het oude rietgedekte boerderijtje met het zijbaandertje woonden Jan Krol en Vrouwgje Bakker. Jan Krol is geboren op 27 januari 1884 in Deever en is overleden op 16 oktober 1968. Vrouwgje Bakker is geboren op 23 april 1886 in Deever en is overleden op 7 december 1968 in Deever. Ze zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Het kan dus zo zijn dat Jan Krol en Vrouwgje Bakker net niet meer leefden op het moment dat de foto voor deze ansichtkaart is gemaakt. Het boederijtje van Jan Krol en Vrouwgje Bakker is afgebroken om een bouwplaats te verkrijgen voor een burgerwoning.
Tussen de bejaardenwoningen is het nog steeds bestaande pand van de familie Schuil te zien.
De hier zichtbare bejaardenwoningen zijn in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw gebouwd en zijn al in het begin van de negentiger jaren van de vorige eeuw afgebroken om een bouwplaats te verkrijgen voor de Jan Thijs Seinen Hof. De dubbele bejaardenwoning an de kaante van de Heufdstroate werd als eerste opgeleverd.
Op de voorgrond is de visvormige vijver te zien, volstrekt niet te verwarren met de vroeger aanwezige poel met de naam De Weiert.
De redactie zal te gelegener tijd en zeker niet met turbospoed en ook niet in turbodraf in de buurt van het stapunt van de maker van de foto voor deze ansichtkaart een kleurenfoto van de huidige situatie maken en deze in dit bericht tonen.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook nog steeds een liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 9 van het fotoboekje Voormalige gemeente Diever in oude ansichtkaarten, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever en in september 2007 is uitgegeven door de toen nog bestaande Golff zelfbedieningswinkel in Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren fotoboekje zijn of dat papieren fotoboekje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Ansigtkoate, de Weier, Heufdstroate, Verdwenen object | Leave a comment

Verkoop van het huispijporgel van Castra Vetera

In de Provincale Drentsche en Asser Courant van 21 oktober 1924 verscheen het volgende korte bericht over de verkoop van het pijporgel uit de huize Castra Vetera op Zorgvlied an de aandere kaante van de bos.

Zorgvlied. Aankoop van een orgel.
Naar men ons bericht is het fraaie pijporgel uit de huize Castra Vetera te Zorgvlied, aangekocht door het Protestantse Kerkbestuur te Beilen, en zal dezer dagen worden overgeplaatst.
’t Is een schoon stuk en gebouwd door een bekwaam orgelbouwer in de 18e eeuw.
Wij wenschen het kerkbestuur geluk met dezen aankoop, terwijl het kerkbezoek er ongetwijfeld door zal toenemen.

De heer Geert Jan Potjjewijd – bespeler van het orgel in het kerkgebouw an de brink van Deever- stuurde op 24 mei 2016 de volgende reactie naar ut Deevers Archief.
Volgens een krantenbericht uit de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 21 oktober 1924 heeft de Protestantenbond van Beilen het huispijporgel uit de villa Castra Vetera te Zorgvlied aangekocht. Zie de gegevens over het pijporgel in de webstee Orgels in Drenthe. Graag zou ik willen weten waar meer gegevens van deze villa en het inventarisdeel huisorgel zijn te vinden.

De redactie van ut Deevers Archief is de heer Geert Jan Pottjewijd bijzonder erkentelijk voor zijn attente reactie.
De redactie verwijst de heer Geert Jan Pottjewijd graag naar de berichten over het landhuis Castra Vetera in het Deevers Archief (klik aan de rechterkant van het scherm op de categorieën Castra Vetera en Lodewijk Guillaume Verwer).
Bij de redactie zijn vooralsnog geen gegevens van het huispijporgel uit het landhuis Castra Vetera bekend.

Abracadabra-1262

Posted in Castra Vetera, De aandere kaante van de Deeverse bos, Lodewijk Guillaume Verwer, Zorgvliet | Leave a comment

Bee de smedereeje van Roef Santing in Wapse

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 8 een ansichtkaart uit 1903 opgenomen. In de tekst bij de afgebeelde ansichtkaart is enige aandacht besteed aan het verleden van Wapse.

8 – Wapse – Smederij Roelof Santing en Lagere School – 1903
In het huis aan de rechterkant woonden Roelof Santing en Femmigje Dolsma. De voorkamer bevond zich links naast de voordeur. De kamer rechts naast de voordeur was de slaapkamer. Jannes en Zwaantje Santing werden daar in de beddestee geboren. Achter het huis bevond zich een stal voor een paar koeien en een varken. In 1902 werd rechts naast het huis een kleine smederij gebouwd. Die is helaas op deze afbeelding niet te zien.
Rechts onder de bomen is de Openbare Lagere School te zien. Jannes Santing (Jans van d’Olde Smit) herinnerde zich dat het schoolplein ’s avonds een geliefde plaats van samenkomst van de Wapser jeugd was. Als ze te ballorig waren, dan werden ze door veldwachter Albertus Martijn (Olde Mattijn) weggejaagd.
In 1898 verzocht het bestuur van de brandwaarborgmaatschappij De Vereniging te Wapse aan de raad van de gemeente Diever een brandspuit in het gehucht Wapse te plaatsen. Als reden werd aangevoerd dat in geval van brand in Wapse de brandspuit van Diever te ver weg was om tijdig genoeg hulp te kunnen bieden. De gemeenteraad stemde in met het verzoek. De vervolgens gekochte tweedehands handspuit werd na een opknapbeurt in het daarvoor gebouwde en hier zichtbare huisje aan de weg bij de school geplaatst.
In het huisje links achter de bomen woonde Abel Kamer. Hij was voerman van de Wapser zuivelfabriek. Met zijn brikke bracht hij boter naar Steenwijk en naar de snikke bij de loswal aan de Dieverbrug. Niet zichtbaar, maar achter het linker huisje stond de bakkerij en kruidenierswinkel van Marinus Dijkstra, die zo te zien ook de hier afgebeelde ansichtkaart heeft verkocht.
Achter de mensen op de weg is een brikke te zien. In de verte is het huis van Harm Noorman waar te nemen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Roelof Santing is geboren op 1 november 1874 in Wapse. Hij is overleden op 17 februari 1931 in Wapse.
Femmigje Dolsma is geboren op 29 november 1874 op Wapserveen. Zij is overleden op 12 februari 1927 op 52- jarige leeftijd in Wapse.
Jannes Santing was de opvolger in het bedrijf van zijn vader Roelof Santing. Jannes Santing is geboren op 26 september 1904 in Wapse. Hij is overleden op 7 juli 1999 op 94-jarige leeftijd in Wilhelminaoord. Zie het bijgevoegde overlijdensbericht.
Zwaantje Santing is geboren op 3 januari 1909 in Wapse. Zij is overleden op 25 juli 1964. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Dorpsveldwachter Albertus Martijn is geboren op 28 augustus 1862 in Assen. Hij is overleden op 26 maart 1926 in Wapse. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie moet gegevens van Abel Kamer nog in openbare bronnen proberen te vinden.
Bakker Marinus Dijkstra is geboren op 24 augustus 1854 in Vledder. Hij is overleden op 30 september 1920 in Wapse.
De redactie moet gegevens van Harm Noorman nog in openbare bronnen proberen te vinden.
Op de perceel waar het huis en de smederij van Roelof Santing stond, heeft Roelof Santing – zoon van Jannes Santing en kleinzoon van Roelof Santing – zijn bedrijf V.O.F. Santing Mechanisatie, Ten Darperweg 46, Wapse.
De redactie zal te zijner tijd en zeker niet met turbospoed en ook niet in turbodraf een foto van de huidige situatie ter plekke opnemen in dit bericht.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3
De redactie van ut Deevers Archief is ten tijde van de coronapandemie druk bezig geweest met het digitaliseren (scannen) van vele oude jaargangen van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Deever, Van Goor’s Blattie). De redactie kwam bij het scannen van jaargang 1999 van ut Deeverse Blattie op de eerste bladzijde van ut blattie van 15 juli 1999 het hier afgebeelde overlijdensbericht van Jannes Santing tegen. De redactie wil dit overlijdensbericht uiteraard niet onthouden aan de zeer gewaardeeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief.

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Overlijdensbericht, Smedereeje, Smedereeje Santing, Wapse | Leave a comment

Un lilluke woarskowing van de burgemeisters

In het Agrarisch Nieuwsblad (waarin opgenomen het orgaan Landbouw en Maatschappij) van vrijdag 24 januari 1941 verscheen een lelijke waarschuwing, in de vorm van een ingezonden mededeling, van de edelachtbare heren burgemeesters van de gemeenten in Zuidwest Drente, waarin de edelachtbare heren burgemeesters de bevolking met klem afraden zich in geen enkele vorm te verzetten tegen de Duitsers bezetter.

Waarschuwing
De Burgemeesters van Meppel, Diever, Dwingeloo, Havelte, Nijeveen, Ruinen, Ruinerwold, Vledder, De Wijk en Zuidwolde sporen hierbij de ingezeten hunner Gemeenten met klem aan om zich zorgvuldig te onthouden van elke gedraging, in welken vorm ook, welke gericht is tegen de Bezettende Overheid.
Het niet nakomen van deze aansporing kan zeer ernstige gevolgen met zich meebrengen.
De Burgemeesters voornoemd,
G. Wisman, J.C. Meyboom, W.A. Stork, E.J. Eggink, E.S. van Veen, A.W. van Holthe tot Echten, W.S. Gelinck, R.O. van Holthen tot Echtern, J. de Blieck, H. Boelems

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie kan slechts bedenkelijk gissen naar de reden van deze ingezonden mededeling.
Probeerden de ‘goede’ en de ‘verkeerde’ burgemeesters van Zuidwest Drente met deze ingezonden mededeling vertrouwd over te komen bij de Duitse bezetter door de bevolking aan te sporen zich niet te verzetten tegen de Duitse bezetter ?
Of probeerden de ‘goede’ burgemeesters het vertrouwen te winnen van de ‘verkeerde’ burgemeesters ?
Of probeerden de ‘verkeerde’ burgemeesters de ‘goede’ burgemeesters naar de ‘verkeerde’ kant te trekken ?
Hoe je het ook wendt of keert, het blijft een bedenkelijke lelijke waarschuwing.

Geert Wisman, burgemeester van Meppel, werd na de oorlog veroordeelt tot 5 jaar gevangenisstraf.
Jan Cornelis Meiboom, burgemeester van Deever, moest in april 1944 uit de gemeente Diever verdwijnen.
Wilhelm Arent Stork, burgemeester van Dwingel, werd eind 1941 gedwongen zijn functie neer te leggen. 
E.J. Eggink, burgemeester van Havelte, bleef gedurende de hele oorlog op zijn post.
Evert Sickens van Veen, burgemeester van Nijeveen, ging in september 1943 met ziekteverlof.
Jonkheer Anne Willem van Holthe tot Echten, burgemeester van Ruinen, moest in de loop van de oorlog onderduiken.
Mr. Dr. Willem Sebatiaan Gelinck , burgemeester van Ruinerwold, bleef gedurende de hele oorlog op zijn post. 
Jonkheer Rudolph Otto van Holthe tot Echten, burgemeester van Vledder, werd in november 1941 ontslagen als burgemeester.
Mr. Jan de Blieck, burgemeester van De Wijk, moest in april 1941 vertrekken, omdat zijn vrouw van joodse afkomst was.
N.S.B.-er Harm Boelens, burgemeester van Zuidwolde, werd in september 1942 burgemeester van Assen.

Posted in Gemiente Deever, Jan Cornelis Meiboom, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Jan en Marten meuk’n heidebössels en heidebessems

De redactie heeft het volgende bericht in het voorjaar van 1996, dat is alweer heel wat jaren geleden, samengesteld op basis van een gesprek met Marten van der Helm en geschreven informatie van en over Jan en Marten van der Helm. Marten van der Helm woonde in 1996 in de woning met adres Dorpsstraat 28 op Zorgvlied.

Het maken van heideboenders en heidebezems
Van 1952 tot in 1966 hebben de broers Jan en Marten van der Helm op Zorgvlied boenders en bezems van heide gemaakt. Ze zetten daar een ambacht voort, dat begon toen hun grootvader Jan van der Helm in Boijl, vlak bij de kolonieschool in Boschoord, omstreeks 1870 zijn eerste boenders en bezems maakte. Jan was schaapherder en zwierf elke dag met zijn kudde over de heidevelden in de buurt van Boijl. Dit werk leverde maar een heel karig bestaan op. Daarin kwam verbetering toen hij op een dag besloot om boenders en bezems te maken van de heide uit de velden, waarover hij dagelijks rondtrok.

Jan van der Helm verkocht zijn heideprodukten aan grossier Jan de Boer uit Leeuwarden. De vertegenwoordigers van deze grossier zetten de boenders en bezems in heel Friesland af. In elke dorpswinkel op het Friese platteland waren ze te koop. De schoonmaakartikelen uit Boijl werden vooral gebruikt op de boerderij. Zo werd het melkgerei schoongemaakt met de heideboender en werd de stallen en het erf met de heidebezem geveegd.

Tinus van der Helm zette het van zijn vader Jan geleerde ambacht eerst in een schuur in het land achter zijn huis met winkeltje aan de Kolonieweg in Boijl voort. Later verhuisde hij naar de Grensweg in Noordwolde. Op een gegeven moment overleed grossier Jan de Boer aan een beroerte. Tinus moest toen op zoek naar een nieuwe afnemer. Dit werd grossier W.T. Zandstra uit Sneek. Dat deze grossier geld verdiende aan de verkoop van heideboenders en heidebezems bleek wel uit een lening van 2000 gulden die hij op een gegeven moment aan Tinus verstrekte voor de bouw van een werkschuur achter zijn huis met winkeltje aan de Grensweg. Daardoor kon het veel te kleine achterhuis, waarin de heide was opgeslagen en ook nog een koe werd gehouden, worden verlaten. Dit betekende een duidelijke verbetering in de leef- en werkomstandigheden voor zijn familie, waardoor ook meer kon worden geproduceerd.

Zijn zonen Jan (geboren in 1920) en Marten (geboren in 1925) leerden het maken van boenders en bezems al jong, want beiden moesten al op zevenjarige leeftijd hun vader Tinus helpen. Tinus van der Helm kocht in 1952 het café ‘De Harmonie’ op Zorgvlied. In dat jaar gingen zijn twee toen al getrouwde zoons op Zorgvlied in en naast het café wonen, waar ze in het schuurtje achter het café het oude ambacht voortzetten. Het café brandde in 1963 af. Marten kocht na de brand het oude tolhuis aan de weg naar Elsloo. Ook in het tolhuis ging hij door met het maken van boenders en bezems. Daar heeft hij met zijn gezin meer dan twee jaar gewoond, totdat ze verhuisden naar de nieuwe woning die ze lieten bouwen op de plaats van het verbrande café. Daarna werkten de broers weer in het schuurtje achter het nieuwe huis.

Op Zorgvlied verkochten Jan en Marten hun produkten ook aan grossier Zandstra uit Sneek. Ze verkochten niet aan huis en hun produkten waren ook niet te koop bij winkeliers op Zorgvlied. Door de jaren heen was grossier Zandstra wel een betrouwbare afnemer gebleken. De broers moesten zo nu en dan wel eens wat langer op hun geld wachten, maar hij betaalde altijd. Met een vrachtwagen van Jan Krediet uit Noordwolde werden de bezems en boenders van Zorgvlied naar Sneek vervoerd. De bezems moesten samengebonden zijn in pakken van twaalf stuks. Een pak boenders moest uit 48 stuks bestaan. Later moest een pak boenders 96 stuks (een schijf) bevatten, want dan kon de vrachtrijder sneller zijn wagen laden. Zandstra leverde aan de broers het speciale henneptouw (driedraads, nr. 2¼, type tv) voor het samenbinden van de boenders en de bezems. Van boenders en bezems die te vochtig waren en te lang waren opgeslagen bij de grossier verrotte het touw. Deze werden dan naar de broers teruggestuurd, die ze moesten vervangen door nieuwe.

De boenders en bezems werden gemaakt van dopheide, omdat deze heide taaier was dan struikheide. Voor één kleine boender waren twee armen vol heide nodig. Voor het maken van een goede boender moest men niet alleen het vak verstaan, maar waren ook twee sterke handen nodig. De heide moest eerst met de handen worden gerold en gekneed en vervolgens met het henneptouw worden samengebonden tot een bikkelhard rolletje. Met een speciale beweging werd het touw, dat eerst aan een haak in een paal in de werkruimte werd vastgezet, om het rolletje heide getrokken en in een strop gelegd. Voor het maken van zo’n rammelstrop moest men heel goed geoefend zijn.

Het maken van een bezem gebeurde anders. Om de afgehakte resten van een vorige bezem werd een strop gelegd. Tussen de strop en het afhaksel werd dopheide gestoken met de gladde kant naar buiten en de ruige kant naar binnen. Zo nu en dan werd de heide op het hakblok vastgestampt. Als een strop voldoende gevuld was, dan werd de volgende strop gelegd en werd opnieuw heide ingestoken en vastgestampt. In totaal werden op die manier vier stroppen volgestoken, waarna de bezem met een vijfde strop werd afgebonden. Bij het maken van een bezem gebruikten ze ook hun knieën om de taaie heide in het gewenste model te brengen.

Na het binden werd een boender of een bezem op het houten hakblok met een hakmes aan beide kanten netjes afgewerkt. Ook het mooi rond afhakken van de uiteinden was moeilijker dan het op het eerste gezicht leek. Zo wedde de bakker, die op Zorgvlied een eindje verderop in de Dorpsstraat woonde, eens om een pakje sigaretten dat hij met gemak een boender volgens de regels der kunst kon afwerken. De broers zeiden ‘ga je gang’ en duwden hem vervolgens het hakmes in handen. Die bracht er die ene keer, tot genoegen van de broers natuurlijk, niets van terecht.

De broers hebben met hun ambacht altijd een behoorlijke boterham kunnen verdienen. Ze werkten negen à tien uur per dag en in die tijd konden beiden ongeveer 100 boenders of ongeveer 40 bezems maken. ‘s Zaterdags werkten ze alleen ‘s ochtends. De grossier betaalde in de laatste jaren 20 centen voor een boender en 75 centen voor een bezem. Toen de kosten van het levensonderhoud hoger werden en de grossier voor hun produkten geen hogere prijs wilde betalen, moesten ze harder en langer werken en uiteindelijk waren ze gedwongen de boenders wat minder lang en daardoor wat minder stijf te rollen, wat natuurlijk een achteruitgang in kwaliteit betekende.

In de goede jaren verwerkten ze gemakkelijk tienduizend bossen dopheide per jaar. Het loonde voor de broers niet om zelf heide te plukken of te snijden. Vroeger werd de heide geplukt, maar in latere jaren werd deze gesneden. Het verzamelen van heide werd door diverse mensen in hun vrije tijd gedaan. Op de Smilde waren dit onder meer Jan Gerding, zijn zonen en zijn broers. Deze mensen lieten het materiaal vaak met de vrachtwagen van Koers naar Zorgvlied brengen. Ook in de buurt van Ruinen werd dit door diverse mensen gedaan. De broers betaalden voor een bos heide 80 centen à een gulden.

In de laatste jaren was goede dopheide niet meer in voldoende mate te verkrijgen. Dit kwam door de opkomende economie aan het begin van de zestiger jaren, waardoor steeds minder mensen naast hun gewone werk nog een extraatje wilden verdienen met het snijden van heide. En ook mocht de heide op steeds minder plaatsen worden gesneden. Het tekort aan goede dopheide kwam de kwaliteit van de boender niet ten goede. Het buitenste deel van de boender en de bezem maakten ze nog wel van dopheide, maar de laatste jaren pasten ze binnenin steeds meer de minder taaie struikheide toe, waardoor deze sneller sleten. Bovendien kregen hun heideprodukten steeds meer concurrentie van produkten van kunststof. De broers hebben nog wel geprobeerd boenders van kunststofvezel op de manier van de heideboender te maken, maar dat was niet succesvol. Marten heeft het overgebleven proefmateriaal nog steeds in zijn werkschuurtje bewaard.

Grossier Zandstra stopte in 1965 met de verkoop van heideboenders en heidebezems. Toen was het voor de broers toch nog niet helemaal afgelopen. Een vertegenwoordiger van Zandstra plaatste zo nu en dan voor zichzelf nog een bestelling, omdat een tijd lang bij hem nog werd gevraagd naar de heideprodukten. Maar in 1966 zijn de broers voorgoed gestopt. Ze waren in deze streek de laatste beoefenaars van dit oude ambacht. In het schuurtje achter het huis van Marten hangt als tastbare herinnering nog steeds die ene laatste ‘haandskrobber’.

Het werken met de heide was bepaald niet prettig. Want na elke greep uit de voorraad heide, die onder handbereik lag opgeslagen, vulden het schuurtje en de longen van Jan en Marten zich met het opdwarrelende stof. Het kwam vaak voor dat de heide vochtig en verschimmeld was en dan was het om te stikken zo benauwd in het schuurtje. Als ze aan het werk waren en het weer het toeliet, dan lieten ze de deur en de ramen van het schuurtje natuurlijk wijd open staan. Op Zorgvlied zeiden de mensen tegen de broers ‘dat gaat je tien jaar van je leven kosten’, maar daar lachten ze toen om. Hun vader Tinus is 77 jaar geworden. Marten is nu 71 jaar. Hij voelt zich gezond en heeft geen last van zijn longen. Ook zijn 75-jarige broer Jan heeft nergens last van.

Op mijn vraag of hij nu, ongeveer 30 jaar na de laatste, nog een heideboender zou kunnen maken, antwoordt Marten lachend dat hij het nog wel zou kunnen, terwijl hij zijn handen onbewust weer die ontelbaar vaak uitgevoerde rolbeweging laat maken. En heb je er wel eens aan gedacht om in de zomer in de omgeving mee te doen aan demonstraties van oude ambachten? Hij aarzelt met zijn antwoord. Ik zou nogal wat dopheide nodig hebben en ik heb ook geen auto. Wie weet komt het er nog eens van ….

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie ontdekte na het schrijven van het bericht in het voorjaar van 1996 dat de gepensioneerde heer .. de Jong uit Jubbega zich nog aktief bezig hield met het maken en verkopen van bezems. Hij maakte deze bezems niet van taaie dopheide, maar van het minstens zo taaie berkenrijs. Dit rijshout mocht hij tegen betaling en op aanwijzing van personeel uit de staatsbossen van de boswachterij Smilde snijden.
Jan van der Helm is geboren op 24 maart 1920 en is overleden op 20 juni 2004. Hij is begraven op de kaarkhof in Oosterwolde. Marten van der Helm is geboren op 27 april 1925 en is overleden op 3 juni 2011. Hij is begraven op de neeje kaarkhof bee Obadja an de Woaterseweg op Zorgvlied.

Reactie van mevrouw Marjan van der Helm van 7 april 2021
Jazeker kan de dochter van Marten dat !!
De staande persoon is mijn ome Jan. De gebukte persoon is mijn vader Marten.
Wat een leuk stukje over mijn vader en ome Jan.

Afbeelding 1
De gebroeders Van der Helm zijn bezig met het binden van heidebossen. Duidelijk waarneembaar zijn de haken in de paal en de stijf samengebonden borstelrolletjes en een bezemrol. De redactie kon tot zijn grote schande in zijn aantekeningen niet vinden wie op de afbeelding Jan van der Helm is en wie Marten van der Helm is. Wellicht kan de dochter van Marten van der Helm en Arendje Bergsma daar duidelijkheid in verschaffen.

Posted in Zorgvliet | Leave a comment

Ut café van Roefie en Jentie Seinen

Op de hier getoonde zwart-wit foto van ut dorpscafé van Roefie en Jentie Seinen is op de voorgrond de ontgraving van één van de braankoel’n in Deever te zien. Na het aanleggen van de drinkwaterleiding in Deever had ook deze braandkoele zijn functie als bergplaats van water voor het blussen van branden verloren. Deze braandkoele werd niet gedempt, maar werd omgegraven tot de welbekende Eendenvijver. De grote vragen zijn: wanneer de hier getoonde zwart-wit foto is gemaakt en wie de maker is van deze foto ? Wellicht kan een van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief de redactie hierover informeren. Roelofje (Roefie) Seinen is geboren op 24 juli 1902 en is overleden op 19 maart 1996. Zie het bijgevoegde overlijdensbericht. Jentje (Jentie) Seinen is geboren op 20 mei 1904 en is overleden op 25 december 2000. Roelofje (Roefie) en Jentje (Jentie) zijn dochters van Pieter Seinen en Geertje van Essen. Roelofje (Roefie) Seinen was getrouwd met Harman Bennen, die op 10 april 1945 op het marktterrein door de Duitser Fritz Habener is vermoord.
De redactie heeft de kleurenfoto gemaakt op woensdag 11 december 2019, ten tijde van de ernstige bestratingspandemie in het binnendorp van Deever in 2019/2020.

Posted in Eendeviever, Overlijdensbericht | Leave a comment