Ut ende van café De Harmonie op Zorgvlied

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van maandag 8 april 1963 verscheen het navolgende bericht over de brand op zondagavond 7 april 1963 in café De Harmonie van de gebroeders Jan en Marten van der Helm aan de Dorpsstraat op Zorgvlied.

Café De Harmonie te Zorgvlied afgebrand
Zondagavond is te Zorgvlied het bekende café De Harmonie van de gebroeders J. en M. van der Helm door brand verwoest. Het woongedeelte kon behouden blijven, maar leed veel waterschade. De materiële schade is groot. Over de oorzaak van de brand tast men nog in het duister.
De brand is ontstaan in het schuurgedeelte. Te ruim zes uur werd ontdekt dat er iets niet in orde was. Het achterhuis stond toen praktisch reeds geheel inlichterlaaie. Mede met het oog op het gevaar voor belendende percelen werden naast de brandweer van Diever ook die van Vledder, Noordwolde en Oosterwolde gealarmeerd. Ze waren alle snel ter plaatse. De beide laatsgenoemde korpsen behoefden evenwel niet in actie te komen. Door kordaat optreden van die van Diever en Vledder gelukte het het woongedeelte van het pand voor afbranden te behoeden. Dit gedeelte wordt bewoond door de gezinnen van de gebr. Van der Helm.
Belendende bakkerij bedreigd
Overigens liet deze brand zich vrij ernstig aanzien. Gasflessen kwamen tot ontploffing en vlogen uit het brandende perceel. Op een gegeven moment sloeg het vuur over naar het naastgelegen pand van bakker-kruidenier I. Hunse. Het schuurgedeelte daarvan werd door het vuur aangetast, maar erger kon hier worden voorkomen. Gelukkig was de richting van de sterke wind nogal gunstig, zodat niet meer belendende percelen werden bedreigd. Tegen acht uur was het vuur bedwongen.
In het verbrande gedeelte van café De Harmonie gingen naast inventaris onder meer een auto, een bromfiets, drie rijwielen en een jukebox verloren. De gebr. Van der Helm waren wel tegen brand verzekerd, maar te laag.
Burgemeester Meiboom was de gehele tijd op het terrein van de brand aanwezig. Zoals gezegd, over de oorzaak is nog niets bekend. De Rijkspolitie van Diever stelt een onderzoek in.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Jan van der Helm is geboren op 24 maart 1920 en is overleden op 20 juni 2004. Hij is begraven op de kaarkhof in Oosterwolde.
Marten van der Helm is geboren op 27 april 1925 en is overleden op 3 juni 2011. Hij is begraven op ut neeje kaarkhof bee Obadja an de Woaterseweg op Zorgvlied.
Bakker en kruidenier Ido Hunze is geboren op 16 augustus 1912.
De redactie schat in dat de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart in 1954 of een jaar eerder is uitgegeven. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie informeren over de datum van de eerste uitgave van deze ansichtkaart. De redactie weet niet wie de uitgever van deze kaart is. De redactie weet ook niet bij welke neringdoende de kaart te koop was.
Vanaf links gezien is café De Harmonie het derde pand met de witgekalkte muren.
Als café De Harmonie niet zou zijn afgebrand en nog zou bestaan, dan zou de beleiddicterende culturele spindoctor en monumentenballoteur werkzaam in de Public Policy Industry Van Het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld dit pand vast en zeker en onvermijdelijk en met veel tamtam op zijn ten zeerste gekoesterde lijstje van gemeentelijke monumenten in de gemeente Westenveld hebben gezet.

Posted in Ansigtkoate, Dorpsstroate, Verdwenen object, Zorgvliet | Leave a comment

Un paer olde Deeverse woord’n van Anne Mulder

De redactie prijst zich bijzonder gelukkig met de in dit bericht verwerkte bijdrage van de in Deever geboren en getogen Anne Mulder uit Gasselte. Hij stuurde in juni 1987 en januari 1990 een lijst met woorden, zoals die werden en soms nog worden gebruikt in ut Deevers, naar dr. Geert Hendrik Kocks van het Nedersaksisch Instituut van de Rijksuniversiteit van Groningen. Dr. Geert Hendrik Kocks was in die tijd nog bezig met het opstellen van het Woordenboek van de Drentse dialecten. Hij had daarbij in het dorp Deever als correspondenten: Albertus Andreae, Lutina Andreae-Talen, Roelof Fransen, familie Jacob Hessels, Jan Moes Hzn. en Hendrik Mulder Jzn. Het Woordenboek van de Drentse dialecten is in 1996 verschenen.
Als in de navolgende lijst van Anne Mulder een woord staat dat niet in het woordenboek voorkomt, dan is dit vet weergegeven. Als een woord in de navolgende lijst wel in het woordenboek staat, maar de door Anne Mulder aangegeven betekenis helaas niet in het woordenboek is opgenomen, dan is die aanvullende betekenis vet weergegeven.
Dat dr. Geert Hendrik Kocks en zijn medewerkers wel degelijk gebruik hebben gemaakt van de lijst van Anne Mulder mag blijken uit de cursief weergegeven woorden en hun betekenis. Deze zijn letterlijk in het woordenboek terug te vinden !

bakstallig – naar, vervelend;
de bangerd aachter ’t gat – bang zijn;
batse – grote hoeveelheid;
beuze – druk doend, zichzelf haast voorbij lopend;
boezig – winderig, rumoerig;
bösselwaeter – zeer slappe niet te drinken thee;
brokkie – boterham;
dag elegd – bestemd voor;
dikke stienen – hunebed;
dogge – sul;
elbaand – bewegelijk, ongedurig persoon;
fleenstertie – dun plakje, dun sneetje;
flut, fluttiehoeveelheid, kleine hoeveelheid;
fobie – hopeloze figuur, onverzorgd iemand;
frabbe – kreng van een mens;
gezem – bleek, slecht uitziend;
gemiggel – gewemel;
gerak – benodigdheid;
gewulfte – gevaarte, groot van omvang;
glinder – gluiperd;
goezerd – sul;
goezebroek – dom persoon, sufferd;
uut goderdeudeuit bestwil;
grizzeltie – heel weinig, bijvoorbeeld een grizzeltie zolt;
halsknope – dom persoon, stuntelig persoon;
heun – node, ongaarne;
hoesterig – onverzorgd;
hollewaais – schots en scheef, slordig;
hompe – dik stuk, bijvoorbeeld een dik stuk brood;
hookies en eggieshoekjes;
höpp’n – beteugelen, in toom houden;
op de hukies zit’n – gehurkt zitten;
huken, mit e kroeme hoed, mit de bienen an mekaer  – drie uitdrukkingen voor bijvoorbeeld koeien, die bij slecht weer ‘ineengekrompen’ met het achterste naar de wind gekeerd staan;
huushenne – een vrouw die het thuis erg naar de zin heeft;
iepie – keukenstroop;
ikkertieheel klein gaatje, bijvoorbeeld in een broek;
kaantfier, bijvoorbeeld een kaante meid;
kilster’n – schel, luidruchtig praten;
klibbe – niet gerezen gedeelte in het brood;
klobbe – dik stuk hout;
op de kloet’n koom’m – financieel in goede omstandigheden komen;
kooveugeltie – geelgors;
krenge – binnenste buiten, bijvoorbeeld van kousen;
kuisie – kalf;
lasse, lassie – buitenste snee van een brood;
meister’n – dokteren (bij een arts in behandeling);
melklappe – een koe, die veel melk geeft;
mennebeune – zandweg met wagensporen;
’t miggelt urvan – het krioelt ervan, het wemelt ervan;
nebbe – mond; na het scheren: glad um de nebbe;
neerswisser – toiletpapier;
noawaèr’n – nakijken;
ontsnobbel’n – ontkomen;
plower’n – het eerste gras eten van jonge lammeren;
porre, prugeltie – ondeugend klein persoon;
deur de repe voord – kreeg te weinig te eten (door de ruif gevoerd);
reester’n – in beweging zijn;
rempt – vlug;
rink maank holl’n – orde op zaken stellen, opruimen;
romoezen – rotzooien, slordig te werk gaan;
sam – mals;
scheuk’n – overdreven bewegingen maken;
schildertiemooi plaatje, prentje;
schoat’nscherven van porcelein of aardewerk;
schoffels – lange nagels;
sloksigheidslordigheid;
smietig – flink, ferm;
sobberig – opgezet in het gezicht;
de stikke optrekk’n – weggaan;
stoek’n – stagneren;
suilen – traag lopen, slenteren;
taamp – zuur;
togen – slepen, bijvoorbeeld togen veur ‘t poasvuur;
tolter, tolter’n – schommel, schommelen;
triesie – armetierig schepsel;
op vetok holl’naan het lijntje houden;
voelschouw’n – van iets verdenken;
zakkebaand – oudewijvenkoek;
een zwenkie regen – een weinig regen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief worden uitgenodigd om bij hun bekende oude woorden en uitdrukkingen in ut Deevers in te sturen naar de redactie van ut Deevers Archief.

Posted in Deevers | Leave a comment

Wat wee’j nog van vrogger op Zorgvliet ?

De redactie van ut Deevers Archief is ten tijde van de coronapandemie een tijdje druk bezig geweest met het digitaliseren (scannen) van zijn veel ruimte in beslag nemende papieren archief (papperrassie scannen en vervolgens dat papperrassie in de container voor het oude papier gooien), bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort.
Tot dit grote karwei behoort ook het digitaliseren (scannen) van vele oude jaargangen van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemiente Deever, Van Goor’s Blattie). De redactie kwam bij het scannen van jaargang 1998 van ut Deeverse Blattie op bladzijde 4 van ut blattie van 23 april 1998 het hier afgebeelde berichtje van de heemkundige vurening uut Deever tegen. De heemkundige vurening uut Deever wil van de lezers van ut Deeverse Blattie graag nogal wat meer weten over wat te zien is op een bij het bericht afgebeeld ansichtkaart van de Dorpsstraat op Zorgvliet. De redactie wil dit berichtje uiteraard niet onthouden aan de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief.

Wat weet u nog van vroeger ?
De Historische Vereniging Gemeente Diever wil van nevenstaande foto graag het volgende weten:
* Welke kinderen staan op de ansichtkaart ?
* Wie waren de bewoners van de panden op de ansichtkaart ?
* In welk jaar is de ansichtkaart genomen ?

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie toont bij dit bericht een afbeelding van de originele sepiakleurige ansichtkaart uit het begin van de twintiger jaren van de vorige eeuw, die is uitgegeven door J.F. le Roux in Assen. Op de afbeelding van die sepiakleurige ansichtkaart zijn de personen (kinderen ?) bij de bomen duidelijker te onderscheiden, maar ook dan niet te herkennen. En de personen (kinderen ?) bij café De Harmonie zijn in het geheel niet te herkennen. De familie Halman woonde van maart 1916 tot maart 1924 in de bakkerij-kruidenierswinkel-woonhuis links naast het witte café De Harmonie. Van de kinderen bij de bomen zullen ongetwijfeld enige Halmannetjes zijn.
De redactie is wel bijzonder benieuwd of de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever ooit een reactie op die hier getoonde oproep heeft ontvangen. De redactie is vooral benieuwd wie in het huis helemaal aan de rechterkant van de afbeelding woonden ten tijde dat de foto voor deze ansichtkaart is gemaakt ? Heette de straat waaraan de panden staan in de twintiger jaren van de vorige eeuw – alweer zo’n honderd jaren geleden – al Dorpsstraat ? Let vooral op de slijtpaden in de zandgrond naast de straat. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie aan gegevens helpen ?

In de in januari 1975 uitgegeven publicatie ‘De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld’ van Arend Mulder is op de hier getoonde afbeelding van bladzijde 136 de hier getoonde sepiakleurige ansichtkaart ook afgebeeld. Het mag natuurlijk helder en duidelijk zijn dat de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever op 23 april 1998 volmaakt op de hoogte was van de gegevens op bladzijde 136 van de hiervoor genoemde publicatie en de lezers van ut Deeverse Blattie wellicht een rad voor ogen heeft gedraaid met de vraag ‘Wat weet u nog van vroeger ?’

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook nog steeds een liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 10 van het allereerste nummer (Nr. 94/1, maart 1994) van het papieren blaadje Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blaadje zijn of dat papieren blaadje bij iemand in kunnen zien.

En als klap op de vuurpijl kan de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook nog steeds een liefhebber van afbeeldingen op papier is, de hier afgebeelde ansichtkaart ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 56 van het fotoboekje Voormalige gemeente Diever in oude ansichtkaarten, dat is samengesteld door een onvolprezen groep vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkundige vurening uut Deever en in september 2007 is uitgegeven door de toen nog bestaande Golff supermarkt in Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blaadje zijn of dat papieren blaadje bij iemand in kunnen zien.
Bij de afbeelding op bladzijde 56 staat de volgende tekst: Zorgvlied. De Dorpstraat zoals deze er in de twintiger jaren jaren uit zag. Van links naar rechts zien we eerst een burgerwoning, daarnaast de woning van winkelier en bakker Alle Brouwer en nog het dorpscafé De Harmonie. Het café is later door brand verwoest.

En als donderslag bij heldere hemel is bijgaand afgebeelde sepiakleurige ansichtkaart ook ten zeerste te bewonderen in het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever in vergrote vorm en zonder bronvermelding opgenomen op bladzijde 177.

Het is de amateurstreekhistorielogen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever tussen maart 1994 en september 2007 blijkbaar helaas jammerlijk niet gelukt passende antwoorden te vinden op de vragen die gesteld zijn in het bericht in ut Deeverse Blattie van 23 april 1998 en deze te verwerken in kloppende teksten van publicaties van die vurening.

Posted in Ansigtkoate, Dorpsstroate, Zorgvliet | Leave a comment

Bee Willem Stienbaarg’n in de bochte

In Wittelte stond langs de toenmalige rijksweg tussen Wittelte en Uffelte de boerderij van het echtpaar Willem Steenbergen en Harmanna Bunskoek en hun kinderen Jan Reinder en Koob. De boerderij stond nog net op het grondgebied van de gemiente Deever in de bocht van de weg. In Wittelte sprak men op onvermijdelijke wijze over bee Stienbaargen in de bochte als er weer eens een auto of een motor uit de bocht was gevlogen.
De boerderij is op 8 september 1952 verbrand. De brand brak ’s morgens om 5.15 uur uit. De boerderij, met adres Wittelte 30, stond een eindje van de rijksweg langs de vaart bij de eerste bocht in de richting van Uffelte (zie afbeelding 4), aan de kant van de Broeken. De brand begon in een mijt ongedorste haver in de kapschuur vlak achter de boerderij. In de schuur was ook een partij hooi opgeslagen. In zeer korte tijd stond de kapschuur in lichte laaie, waarna de brand oversloeg naar de met riet bedekte boerderij. De boerderij, de schuren achter de boerderij en een schuur naast de boerderij brandden geheel af. Het blussen van de brand duurde zes uur. Het nablussen van de haver en het hooi duurde zeseneenhalf uur. Ongeveer veertigduizend kilo hooi, een partij ongedorste haver en landbouwwerktuigen gingen verloren. Negen jonge varkens en vijftien kippen kwamen om in het vuur. Een varken met zware brandwonden moest worden afgemaakt. Van de inboedel kon zo goed als niets gered worden.
Het meeste land van Willem Steenbergen lag meer in de richting van Uffelte binnen de voormalige gemeente Havelte. Daarom besloot hij de boerderij een eindje over de grens in de gemeente Havelte en daardoor dichter in de buurt van zijn land te herbouwen.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde luchtfoto van de boerdereeje van Willem Stienbaarg’n an de voat in Wittelte ook in enigszins bijgeknipt formaat, maar wel ten zeerste bewonderen op bladzijde 29 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boekwerkje zijn of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.
En als klap op de vuurpijl kan de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, de hier afgebeelde luchtfoto van de boerdereeje van Willem Stienbaarg’n an de voat in Wittelte ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 44 van het Opraekelen, Nr. 00/3 (september 2000), het papieren blaadje van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren blaadje zijn of dat papieren blaadje bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 1
Het bedrijf N.V. Luchtfoto Nederland (L.F.N.) heeft deze luchtfoto van de boerderij van Willem Steenbergen in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw gemaakt, kort voordat de boerderij van Willem Steenbergen afbrandde.

De boerderij van Willem Steenbergen was bepaald geen kleine boerderij. Op de voorgrond staat ut pothokke. Direct naast ut pothokke stond het varkenshok. Daarnaast is het kippenhok te zien. In het land bij het kippenhok ligt een stapel rikken. Achter de boerderij is de grote kapschuur te zien waar op 8 september 1952 brand uitbrak in een ‘miete haever’. Aan de andere kant van de boerderij is nog net achter de bomen de schuur voor de machines te zien. Achter de boerderij langs de weg hen de Brook’n staat een  pasvoorbulte. In het weiland bij ut pothokke is een overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog te zien. Het is de geprefabriceerde betonnen bak van een eenpersoons slaapbunker. Op deze bak hoorde een geprefabriceerde betonnen overkapping. Deze slaapbunker hoorde bij de verdedigingswerken die de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog in de Broeken in  Wittelte hebben aangelegd. Willem Steenbergen gebruikte de bak als ‘drinkensbak’ voor zijn vee. Deze afbeelding is aanwezig in de verzameling van Jan Reinder Steenbergen.

Afbeelding 2
Harrie Boerhof kweekt nu bomen en planten op de grond waar vroeger de boerderij van Willem Steenbergen stond. Coen Broekeman heeft deze zwart-wit foto gemaakt op 17 augustus 2000.

Afbeelding 3
Harrie Boerhof kweekt nu bomen en planten op de grond waar vroeger de boerderij van Willem Steenbergen stond. Coen Broekeman heeft deze zwart-wit foto gemaakt op 17 augustus 2000.

Afbeelding 4
Situatieschets boerderij uit het brandweerrapport (archief voormalige gemeente Diever)

Afbeelding 5
De betonnen bak van de Duitse slaapbunker is verhuist naar de nieuwe boerderij van Willem Steenbergen met adres Rijksweg 50 in Uffelte, later de boerderij van Jan Reinder Steenbergen. Ook de latere bewoners van deze boerderij gebruikten de bak nog steeds als drinkensbak. Coen Broekema heeft deze foto gemaakt op 17 augustus 2000 bij de boerderij met adres Rijksweg 50 in Uffelte.

 

Posted in Boerdereeje, Verdwenen object, Wittelte | Leave a comment

Disse koate is twee kièr over de grote plasse ewest

De Amsterdamse reizende fotograaf C. v. d. Zijl heeft in heel Nederland foto’s gemaakt, die als ansichtkaart zijn uitgegeven. Bij de redactie van ut Deevers Archief zijn van hem enkele ansichtkaarten met de titel ‘Groet uit Zorgvliet (Dr)’ bekend. Waaronder de hier afgebeelde zo genoemde vier-luiks ansichtkaart. De redactie weet niet welke neringdoende op Zorgvlied an de aandere kaante van de bos deze ansichtkaart verkocht, maar heeft het vermoeden dat het winkelier Bos was.
Op de bovenste foto aan de linkerkant van de ansichtkaart is de kruidenierswinkel van Bos tussen de bomen door te zien.
Op de bovenste foto aan de rechterkant van de ansichtkaart is de nog steeds bestaande gebouw van de skoele op Woater’n te zien.
Op de onderste foto aan de linkerkant van de ansichtkaart is de nog steeds bestaande Villa Nova te zien. Laat daarbij vooral op de originele dakkapel.
Op de onderste foto aan de rechterkant van de ansichtkaart is het niet meer bestaande landhuis Castra Vetera te zien. Het landhuis Castra Vetera is in 1939 afgebroken.
Van de vier afbeeldingen op de ansichtkaart zijn, voorzover de redactie weet, geen afzonderlijk ansichtkaarten uitgebracht. De redactie hoopt dat dit wel het geval is geweest en dat deze op een dag toch nog zullen opduiken.
De ansichtkaart zal in het begin van de twintiger jaren van de vorige eeuw zijn verstuurd. De ansichtkaart is verstuurd naar mister W. Hamburger, 815 Washington Street, Pasadena, California, U.S.A. 815 Washington Street in Pasadena heet tegenwoordig 815 Washington Boulevard. Waar een ansichtkaartje uit Zorgvlied zoal terecht kan komen ! De ontvanger zal waarde aan het kaartje hebben gehecht en zal daarom deze mee terug naar Nederland hebben genomen, zodat het kaartje twee keer over de Atlantische Oceaan is vervoerd !

Posted in Ansigtkoate, Castra Vetera, Verdwenen object, Villa Nova, Woaterse skoele, Zorgvliet | Leave a comment

Ut boer’ncafé van Henduk Boer an de sluus

In het personeelsblad ’De Binnenspiegel’ van maart 1965 van de N.V. Drentse Autobusonderneming (de D.A.B.O.) verscheen een artikel over de verbouwing van het boerencafé van Hendrik Boer an de Deeverbrogge tot een steunpunt van de D.A.B.O.. De D.A.B.O. werd in 1933 opgericht en fuseerde in 1963 met de N.V. Eerste Drentse Stoomtramweg Maatschappij (de E.D.S.) tot de N.V. Drentse Vervoer Maatschappij (D.V.M.). De bijgaande afbeelding van dit boerencafé an de Riekseweg an de Deeverbrogge is een afbeelding van een niet zo scherpe scan van deze afbeelding in het hiervoor vermelde artikel.

Het boerencafé van Hendrik Boer en Grietje Gort stond vlak bee de löswal en de Deeverse Sluus an de Deeverbrogge. Hendrik Boer is geboren op 4 juli 1863 in Bovensmilde, hij is overleden op 7 augustus 1928 an de Deeverbrogge. Grietje Gort is geboren op 1 september 1877 in Zevenhuisen in de gemeente Leek in de provincie Groningen, zij is overleden op 4 december 1935 an de Deeverbrogge.
Het boerencafé van Hendrik Boer en Grietje Gort was in die tijd één van de vele café’s an de Deeverbrogge. In de tijd ver vóór de Tweede Wereldoorlog, toen de Drentse Hoofdvaart nog een druk bevaren transportroute was, moet dit gunstig gelegen café veel door schippers bezocht zijn geweest.
Op de hier afgebeelde foto uit 1935 is te zien, dat ook chauffeurs van fraaie automobielen, veelal handelsreizigers, het café bezochten. Let ook op het naambord ‘Café Boer’ boven het raam in de zijgevel.
Uit het ‘Register der Localiteiten waar Vergunning voor den Verkoop van Sterken Drank in het Klein in de Gemeente Diever’ is het volgende gebleken. Burgemeester en Wethouders verleenden op 30 juli 1924 met ingang van 14 september 1924 een vergunning voor de 40 m² grote noordoostelijke voorkamer (de kamer rechts naast de voordeur) aan Hendrik Boer, adres Dieverbrug 181 (oud), later adres Dieverbrug 236 (nieuw). De vergunning verviel op 1 mei 1929 ten gevolge van het overlijden van vergunninghouder Hendrik Boer, op die datum ging tevens de drankvergunning van Grietje Gort, de weduwe van Hendrik Boer, in. Op 1 mei 1935 verviel de drankvergunning van Grietje Gort, vanwege het niet betalen van het vergunningsrecht.
Na het overlijden van Grietje Gort in december 1935 moet het pand zijn verkocht aan de N.V. Drentse Autobusonderneming (D.A.B.O.). De redactie heeft de precieze verkoopdatum van het pand nog niet in de openbare bronnen kunnen vinden.
Bij de redactie van ut Deevers Archief is de hier afgebeelde foto tot nu de enig bekende foto van café Boer. De grote vraag is: wie heeft andere foto’s van dit café in zijn bezit ? Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie aan andere afbeeldingen helpen ? Een andere grote vraag is: waar zijn de nazaten van Hendrik Boer en Grietje Gort gebleven ? Hadden Hendrik Boer en Grietje Gort wel kinderen ?
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto van de situatie ter plekke van ut olde boer’ncafé van Hendrik Boer en Grietje Gort gemaakt op 2 januari 2017. Het had in de nacht van 1 op 2 januari 2017 een beetje gesneeuwd.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde foto van ut olde boer’ncafé van Hendrik Boer en Grietje Gort an de Deeverse sluus ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 21 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boekwerkje zijn of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in An de Deeverbrogge, Verdwenen object | Leave a comment

Veur wie de klokke in de toor’n lut

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 2 januari 1957 schreef de plaatselijke Deeverse correspondent Anne Mulder een kort bericht over het eervolle ontslag van dorpsfiguur Geert Dekker als luider van de klokken in de gemeentelijk toren aan de brink van Deever.

Eervol ontslag als klokkenist.
Diever. – Aan de heer Geert Dekker, klokkenist van het torenuurwerk, is ingaande 1 januari 1957 eervol ontslag verleend uit deze gemeentelijke functie. Het uurwerk is namelijk enige tijd geleden uit de thans in restauratie zijnde toren verwijderd en zal daarin niet weer worden geplaatst. Het wordt vervangen door een moderne elektrische uurwerkinstallatie, die vanuit het nieuwe gemeentehuis automatisch zal worden bediend.
De heer Dekker heeft de functie van klokkenist onafgebroken vervuld sedert 16 maart 1925, dus gedurende bijna 32 jaar. Het is aan zijn toewijding te danken, dat het oeroude uurwerk zo lang en zo goed intact is gebleven.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Dorpsfiguur Geert Dekker stelde op 5 mei 1957, in het bijzijn van het ambtelijke topje van de gemiente Deever en een vertegenwoordiger van klokkegieterij en uurwerkfabriek N.V. Rombouts uit Asten in Noord-Brabant, de elektrische uurwerkinstallatie in werking.
Het precieze tijdstip was 8.00 uur in de morgen, bepaald geen handig tijdstip voor het aanwezige ambtenarencorps om de inwerkingstelling te vieren met een sigaar en een hapje en drankje.
Achter Geert Dekker staan van links naar rechts gezien: burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd), gemeentesecretaris Jan Boesjes, … Knol, een vertegenwoordiger van N.V. Rombouts, Anne Mulder en gemeentearchitect ….. Bakker. De redactie moet nog op zoek naar enige aanvullende gegevens van de vermelde personen. Wie kan de redactie aan aanvullende gegevens helpen ?
De redactie citeert het volgende uit het bericht Geert Dekker huust nog op un lie’m vloere:
‘Nu is de hele zaak electrisch in Diever, al zorgt Dekker er nog wel eens voor, dat de klok precies gelijk loopt. Hij is ook de man, die de electrische luiderij in bedrijf mocht stellen: een feit, dat vereeuwigd is op een marmeren plaat in de hal van het gemeentehuis.’
Die plaat was niet van marmer, maar was van roestvast staal. Zie de bijgevoegde afbeelding van deze gedenkplaat.
De grote vraag is natuurlijk waar deze gedenkplaat is gebleven ?
Wie is in het ‘bezit’ van deze gedenkplaat ?


Posted in Alle Deeversen, Dorpsfiguur, Geert Dekker, Gemiente Deever | Leave a comment

Now ee’m over die rotzooi op ut gemientehuus

De redactie van ut Deevers Archief is ten tijde van de coronapandemie al een tijdje druk bezig met het digitaliseren (scannen) van zijn veel ruimte in beslag nemende papieren archief (papperrassie scannen en vervolgens dat papperrassie in de container voor het oude papier gooien), bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort.
Tot dit grote karwei behoort ook het digitaliseren (scannen) van vele oude jaargangen van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Deever, Van Goor’s Blattie). De redactie vond bij het scannen van jaargang 1999 van ut Deevers Blattie op bladzijde 3 van ut blattie van 21 januari 1999 het hier afgebeelde geschiedkundig en bestuurskundig waardevolle kleine krabbel van klokkenluider Klaas Kleine. De redactie wil dit bericht uiteraard niet onthouden aan de zeer gewaardeeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief.

Kleine krabbel
“Wat heb je toch steeds te schrijven over die rotzooi op de zolder van het gemeentehuis ? En steggelen schrijf je niet met een g, maar met ch, stechelen dus.” Aldus een lezer over mijn laatste krabbel van vorig jaar. Eerst maar even in het woordenboek gekeken. Tot mijn ergernis staat daar stechelen. Maar na even doorlezen: ook wel steggelen. Gelukkig maar ! U was het misschien al vergeten, maar aan fouten maken heb ik een hekel.
Nou even over die ‘rotzooi’ op het gemeentehuis. Die ‘rotzooi’ bestond uit ongeveer zeventig stuks antieke gebruiksvoorwerpen, geschonken door inwoners van de vroegere gemeente Diever.
Om daar een oudheidkamer mee in te richten. Diever had het destijds hoog in z’n bol. De klokkeluiderswoning zou gerestaureerd worden en ingericht als oudheidkamer. In veel gemeenten in de buurt hadden ze ook zoiets en Diever wilde blijkbaar bijblijven. Sommige dingen gelukken in Diever wonderwel, maar met die oudheidkamer wil het niet vlotten. Prutswerk. Bij de gemeentelijke herindeling bleek dat er van al dat moois op de zolder van het gemeentehuis niets meer over was. De gemeente heeft het nooit weggegeven en over verkoop van de spullen is totnogtoe niets terug te vinden in het archief. Het moet dus mijns inziens gestolen zijn. Wie heeft er wel eens iemand met een dikke bobbel onder de jas het gemeentehuis zien verlaten ? Burgemeesters en wethouders in ieder geval niet. Althans, dat is de officiële lezing tot nu toe.
U kent allemaal wel de lotgevallen van Paul van Buitenen, die de knoeierijen in de Europese Commissie aan de kaak stelde. Een hoop geschut in het Europese Parlement, maar ach, de grap ging uit als een nachtkaars. En Paul van Buitenen ? Die werd daarvóór al naar huis gestuurd en zijn salaris werd gehalveerd. Over een paar weken weet niemand meer wie Paul van Buitenen is. Zulke kwesties lossen vanzelf op.
Erg vervelend voor het gemeentebestuur, maar in de kwestie van het verdwenen antiek is het niet mogelijk iemand op nonactief te stellen en zijn inkomen te halveren. Desalniettemin heeft het er veel van weg dat de vroede vaderen rekenen op het vanzelf oplossen van de affaire. Al een jaar ben ik bezig. Meters brieven, maanden op antwoorden wachten en uiteindelijk mondeling contact. Maar nee, even stevig zoeken naar mogelijke dieven zit er niet in. Zelfs een excuus van het gemeentebestuur aan de bevolking van Diever of aan de gevers van destijds kan er niet af. Het is maar dat u het weet. Geef nooit wat in bewaring bij de gemeente. Het kan ‘zomaar’ verdwijnen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie vond het destijds en vindt het ook nu nog steeds uiterst, maar dan ook uiterst merkwaardig, dat de door klokkenluider Klaas Kleine zo genoemde vroede vaderen – lees de top van het gemeentebestuur van de gemiente Deever of de gemeente Westenveld – destijds geen aangifte van diefstal van die zeventig antieke gebruiksvoorwerpen van de zolder van het gemeentehuis hebben gedaan. Na aangifte hadden die dieven kunnen worden opgespoord. Als na opsporing zou hebben gebleken dat die dieven ambtenaren van de gemiente Deever waren, dan hadden deze op staande voet kunnen worden ontslagen, niks op nonactief en niks inkomen halveren. 
Klokkenluider Klaas Kleine schreef in zijn kleine krabbel heel beleefd en heel eufemistisch dat het er veel van weg had dat de vroede vaderen rekenden op het vanzelf oplossen van die affaire. Anders en harder uitgedrukt: het stinkende brandende zaakje moest met turbospoed en in turbodraf de doofpot in.

Afbeelding 1 – De kleine krabbel van Klaas Kleine in ut Deeverse Blattie van 21 januari 1999.

Afbeelding 2 – Bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 5 februari 1999.

 

Posted in Gemiente Deever, Klaas Kleine, Verdwenen object | Leave a comment

Ut olde gemientehuus begön as boerdereeje

Op de plaats van het in de vijftiger jaren van de vorige eeuw afgebroken gemeentehuis van de gemiente Deever an de brink van Deever stond tot in 1839 een boerderij. In 1840 werd die boerderij na een verbouwing in gebruik genomen als de dorpsschool. In 1876 werd het schoolgebouw na een verbouwing in gebruik genomen als gemeentehuis van de gemiente Deever. Dat gemeentehuis is op de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart te zien. Deze ansichtkaart is omstreeks 1950 uitgegeven. Op de plaats van het in 1956 afgebroken oude gemeentehuis werd een nieuw gemeentehuis gebouwd.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto van het laatste gemeentehuis van de gemiente Deever gemaakt op woensdag 22 april 2020, in het begin van de coronapandemie en ten tijde van de twee jaar durende onderbestratingspandemie van het binnendorp van Deever in 2019/2020.

De verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier kan de hier afgebeelde foto van ut olde gemientehuus an de brink van Deever ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 6 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Posted in Gemiente Deever, Gemientehuus, Verdwenen object | Leave a comment

Ut café-losement van Sjoert Benthem an de Brogge

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 21 een ansichtkaart uit 1911 opgenomen. In de tekst bij de afbeelding is enige aandacht besteed aan het verleden van het café-logement van Sjoert Benthem en Griet Merk an de Deeverbrogge. De betreffende bladzijde uit het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is eveneens in dit bericht weergegeven.

21 – Dieverbrug – Café-Logement van Sjoert Benthem – 1911
In het archief van de gemeente Diever is het Register der localiteiten waar vergunning voor den verkoop van Sterken Drank in het klein in de Gemeente Diever is verleend bewaard gebleven. Uit dit document blijkt dat Burgemeester en Wethouders met ingang van 1 mei 1886 vergunning verleenden aan Hendrik Benthem Szn. voor de voorkamer, de achterkamer en de keuken van zijn café-logement, adres Dieverbrug 179. De vergunning verviel op 19 april 1906.
Zijn zoon Sjoert Benthem zette het café-logement voort. Burgemeester en Wethouders verleenden hem daartoe met ingang van 1 mei 1906 een vergunning voor de verkoop van sterke drank.
Sjoert Benthem had niet alleen als café- en logementhouder voordeel van de gunstige ligging van de Deeverbrogge. Ook op het gebied van vervoer kon geld worden verdiend, want op 14 november 1906 verscheen in de Drentsche en Asser Courant het volgende bericht:
Ondergetekenden Johannes Warries en Sjoert Benthem, schippers te Dieverbrug, zijn voornemens vanaf 18 november en voorts elke woensdag bij open water in werking te brengen een trekschuitdienst langs de Drentsche Hoofdvaart van Dieverbrug naar Assen vice versa, ingericht voor 30 personen. Vertrek van Dieverbrug ’s morgens 4½ uur; van Assen circa 1½ uur. Voor iedere persoon, enkele reis, zal verschuldigd zijn 20 cent. De kantoren zijn gevestigd te Dieverbrug bij J. Hogenkamp en H. Benthem en te Assen bij F. Westrup.
Caféhouder Sjoert Benthem overleed op 20 maart 1915. Zijn vergunning werd op 30 april 1915 door Burgemeester en Wethouders, krachtens toestemming verleend bij Koninklijk Besluit van 22 april 1915 en op grond van artikel 26 van de Drankwet overgeschreven op naam van Griet Merk, de weduwe van Sjoert Benthem. Op 1 mei 1921 werd de vergunning ingetrokken wegens niet betaling van het vergunningrecht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de hiervoor weergegeven tekst uit het fotoboekje Diever, ie bint ’t wel… is abusievelijk als datum van publicatie van de advertentie in de Provinciale Drentsche en Asser Courant 14 november 1906 vermeld. Dit moet zijn 16 november 1903.
Voor de volledigheid is in dit bericht ook de betreffende advertentie uit de Provinciale Drentsche en Asser Courant weergegeven.

Op de hier afgebeelde en door Sjoert Benthem in 1906 uitgegeven ansichtkaart staat nota bene hôtel S. Benthem. Dat klinkt toch wel wat voornamer dan café-logement S. Benthem.
Burgemeester en wethouders gaven in 1886 een vergunning voor de verkoop van sterke drank aan Hendrik Benthem Szn. Deze vergunning gold voor de voorkamer, de achterkamer en de keuken van zijn café-logement. Zijn zoon Sjoert nam het bedrijf in 1906 over. Hij overleed in 1915. Zijn vrouw Griet Merk heeft het café tot 1 mei 1921 voortgezet. Toen werd de vergunning ingetrokken wegens het niet betalen van het vergunningsrecht. De foto moet op een warme zonnige dag zijn genomen, want de luiken van het huis aan de rechterkant zijn gesloten.
Sjoert Benthem staat voor de deur van zijn café-logement. Zo’n beetje iedereen die an de Deeverbrogge woonde, moet wel op de foto staan. Rechts tussen de bomen door is nog net de voorgevel van het huis van veearts Nanne Brandenburg te zien. Veearts Nanne Brandenburg staat op de ansichtkaart in het midden tegen een boom geleund.
Het huis van veearts Nanne Brandenburg is evenals het café-logement van Sjoert Benthem afgebroken.
Of in het boek met de titel An de Brogge, dat de heemkundige vurening uut Deever in 2014 ter gelegenheid van haar 20-jarig bestaan heeft uitgegeven, aandacht besteed aan de trekschuitdienst van Johannes Warries en Sjoert Benthem, dat heeft de redactie nog niet na kunnen gaan.
Sjoert Benthem en Griet Merk zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnerweg bee Deever.

De redactie heeft de tweede zwart-wit foto van het Chineze restaurant op 15 mei 2002 gemaakt; zie afbeelding 5. Deze foto is ongeveer op dezelfde plaats genomen als waar de fotograaf in 1906 heeft gestaan. Het lijkt alsof de boom aan de rechterkant daar ook in 1906 stond.
De redactie was ten behoeve van de zeer gewaardeerde leden van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever de samensteller van de zo nodig zo genoemde ‘historische kalender’ voor het jaar 2003. Op de hier afgebeelde bladzijde voor de maand december is de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart ook opgenomen.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is een afbeelding van de zwart-wit ansichtkaart zonder bronvermelding opgenomen op bladzijde 316.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Afbeelding 5
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze zwart-wit foto van het Chinese restaurant an de Brogge gemaakt op 15 mei 2002.

Posted in An de Deeverbrogge, Boek An de Brogge, Café-Logement Sjoert Benthem, Diever, ie bint 't wel ..., Historische kalender, Topstuk, Trekschuit, Verdwenen object | Leave a comment

Honderd joar elee’n saag de Baarg ur ok al neet uut

Burgemeester Hendrik Gerard Van Os fotografeerde de al sterk in verval geraakte, maar nog aardig op hoogte zijnde Baarg in Wittelte, in de twintiger jaren van de vorige eeuw. De redactie zwaait deze burgemeester daarvoor alsnog postuum driewerf hulde toe: hulde, hulde, hulde. Volgens olde Wittelers stonden op de Baarg hulsebossies.
De redactie van ut Deevers Archief ontkomt er niet aan deze alleroudste foto van de Baarg vanuit geschiedkundig oogpunt als een topstuk te beschouwen.
De uitgestorven familie Bij de Berg (Bee de Baarg) moet in Wittelte eeuwen lang bee de Baarg (in de buurt van de Baarg) hebben gewoond. Het zou aardig zijn te weten of deze familie, naast de boerderij aan de Wapserveenseweg, waar Roef en Jantie, de twee laatste leden van deze familie woonden, eerder ook een andere boerderij dichter in de buurt van de Baarg heeft bewoond. De redactie van ut Deevers Archief heeft sterk het vermoeden dat de familie Bij de Berg vroeger woonde in een boerderij op de plek waar de boerderij van wijlen Jacob (Japie) Snoeken – de uitvinder van heer Witto en de bedenker van de naam Witto’s heuvel – staat aan de Wittelterweg bij de nepbrink van Wittelte.
De redactie heeft de kleurenfoto van de Baarg gemaakt op woensdag 6 november 2019.

De verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier kan de hier afgebeelde foto van de Baarg ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 15 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet jij wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.

Abracadabra-237

Posted in Aarfgood, de Witteler Baarg, Topstuk, Wittelte | Leave a comment

Wie hef de prieslieste van Kloas en Berend nog ?

Bijgaande afbeelding is de voorkant van een reclamefolder met modellen en prijzen van smeedwerk ingaande 1 mei 1992 van de firma De Twee Hendrikken van de gebroeders Klaas en Berend Kleine. Deze afbeelding is aanwezig in de webstee Smederijen in Drente (http://www.drentsesmeden.nl).
De redactie van ut Deevers Archief is een fervent verzamelaar van reclamefolders uut de gemiente Deever en wil zeer graag in het bezit komen van de hiervoor genoemde reclamefolder of wil zeer graag in het bezit komen van een goede scan van deze reclamefolder en mogelijk ook de reclamefolder van andere jaren. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie hiervoor op het goede spoor zetten ? De redactie zou ook graag in het bezit willen komen van een goede scan van de originele foto’s voor de afbeeldingen.
Klaas Kleine was de eigenaar van smederij De Kleine Hendrik an de Peperstroate in Deever. Berend Kleine was de eigenaar van de smederij De Grote Hendrik an de Heufdstroate in Deever.
Op de bovenste afbeelding op de voorkant van de reclamefolder staat Berend Kleine aan de rechterkant bij de hoefstal (die blijkbaar in 1992 nog aanwezig was) en is Klaas Kleine bezig met het beslaan van een hopelijk mak paard bij smederij De Grote Hendrik an de Heufdstroate in Deever. De redactie wil graag weten wie de twee andere personen op de afbeelding zijn.
Op de onderste afbeelding op de voorkant van de reclamefolder staat Klaas Kleine aan de linkerkant en staat Berend Kleine aan de rechterkant bij smederij De Kleine Hendrik an de Peperstroate in Deever.

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 9 februari 2025 de volgende zeer gewaardeerde reactie van Fay Kleine.
Dat is mijn vader op de foto, Berend Kleine. Klaas staat ook op de foto en ik meen Jan Bakker en Jark Otten.

Posted in Klaas Kleine, Smedereeje | Leave a comment

Un waetervaarfskildereeje van De Kleine Henduk

De redactie van ut Deevers Archief ontdekte in maart 2021 in de belangwekkende webstee Urban Sketchers Nederland (https://urbansketchers.nl) een foto van kunstenares Jolanda Huiberts-Tigelaar. Op deze foto (zie afbeelding 2) is op een bladzijde van een schetsboek een aquarel van de voormalige smederij De Kleine Hendrik an de Peperstroate in Deever met op de achtergrond het geaquareleerde object. De redactie kwam via de beheerder van de webstee Urban Sketchers Nederland in contact met de kunstenares Jolanda Huiberts-Tigelaar. Zij gaf de redactie toestemming een afbeelding van haar aquarel in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is haar bijzonder erkentelijk voor deze toestemming. Zij deed de redactie een aantal scans met verschillende resoluties van haar aqaurel toekomen. De redactie koos de scan met de hoogste resolutie voor het tonen van haar prachtige aquarel in afbeelding 1. De redactie verwijst ook graag naar de fraaie webstee van kunstenares Jolanda Huiberts-Tigelaar, te weten https://www.jolandahuiberts.art, een bezoek meer dan waard.
De kunstenares heeft het aquarel en de kleurenfoto gemaakt op zondag 21 februari 2021, dus ná de herbestratingspandemie in het binnendorp van Deever, waaronder de Peperstraat, in 2019/2020, zie afbeelding 3 en afbeelding 4.
De redacteur van de webstee Urban Sketchers Nederland (https://urbansketchers.nl) schreef op 23 februari 2021 bij afbeelding 2 de volgende tekst:
Jolanda Huiberts-Tigelaar ging op pad in het Drentse Diever en tekende daar een oude Smederij, ‘De Kleine Hendrik’. In de voorgevel van het pand zag zij een mysterieus luik, waarvan niemand haar kon vertellen waar het ooit voor gediend heeft. Nu heeft het theater in mijn woonplaats Culemborg ook een luik op een vreemde hoogte. Daarvan weet ik dat het als toegang diende tot een hoge schuilplaats bij dijkdoorbraak… maar hoog water in Diever, dat zal het niet zijn.
Het luik was heel vroeger een externe toegang tot de zolder. De redactie citeert een stukje uitleg van wijlen Klaas Kleine in zijn artikel ‘Ons huis aan de Peperstraat in Diever – Deel 1’ in Opraekelen Nr. 00/3 (september 2000), het papieren blad van de Historische Vereniging Gemeente Diever:
Met de voorgevel, die geen consequent metselpatroon kende, was iets merkwaardigs aan de hand. De tuitgevel heeft aan de top een schoorsteen. Het rookkanaal komt van de stookplaats recht daaronder, tussen de ramen, maar loopt achter het luik langs, dat weliswaar van de straatzijde aan de straatzijde geopend kan worden, maar dat functieloos is, doordat het vrijwel over de volle breedte afgesloten is door genoemd rookkanaal. Was de stookplaats vroeger op een andere plaats in de woning ? Toen later de voorgevel herbouwd is, heb ik het zo gelaten.
De kunstenares Jolanda Huiberts-Tigelaar heeft haar aquarel de naam ‘De Kleine Hendrik’ gegeven, met daarbij de uitleg ‘smederij van Hendrik Kleine, de zoon van Klaas Kleine’.
Het is juist andersom. Klaas Kleine is een zoon van smid Hendrik Kleine op Kolderveen. De broer van Klaas Kleine is Berend Kleine. Berend Kleine heeft een tijdje een smederij in de voormalige smederij van de Kloeze an de Heufdstroate in Deever gehad. Berend Kleine was groter en forser gebouwd dan Klaas Kleine. Daarom kreeg de smederij van Berend Kleine de naam ‘De Grote Hendrik’ en kreeg de smederij van Klaas Kleine de naam ‘De Kleine Hendrik’.

Afbeelding 1
Aquarel van kunstenares Jolanda Huiberts-Tigelaar
 
Afbeelding 2
Foto van de aquarel van Jolanda Huiberts-Tigelaar met op de achtergrond de voormalige smederij De Kleine Hendrik van Klaas Kleine (© Jolanda Huiberts-Tigelaar)

Afbeelding 3
De redactie heeft deze foto gemaakt op woensdag 6 november 2019.


Afbeelding 4
De redactie heeft deze foto gemaakt op woensdag 6 november 2019.


Afbeelding 5
De redactie heeft deze foto gemaakt op donderdag 22 april 2021.

Posted in Klaas Kleine, Kuunst, Peperstroate | Leave a comment

Ut Ruterhuus an de Grönnegersaandweg bee Deever

In februari 1973 was ut Ruterhuus van de familie Dijkstra nog gevestigd in het voormalige Aar’mhuus an de Grönnegersaandweg bee Deever. De familie Dijkstra had eerder un pièrdespul in Oll’ndeever, in de oudste boerderij in de gemiente Deever. De redactie verwijst ook naar het bericht Ie kunt ok buut’n op ut turras van ut Ruterhuus sitt’n.
Uit de tijd van ut Ruterhuus zijn in de beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed van het Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zwart-wit foto’s aanwezig, waaronder de drie hier afgebeelde foto’s. Deze drie foto’s zijn in februari 1973 gemaakt door de fotograaf A.J. (Ton) van der Wal.
Op afbeelding 1 is de voorgevel van het voormalige Aar’mhuus an de Grönnegersaandweg bee Deever te zien. De  Grönnegersaandweg was gelukkig toen nog niet verhard. Maar de Hoge En Lage Heertjes Van Het Bestuur Van De Gemiente Deever toonden zich in al hun goedertierenheid genegen in de toekomst deze weg te verharden. Naast de saandweg ligt het fietspad dat gelukkig in 1973 nog verhard was met schelpen uit de Waddenzee.
Op de afbeeldingen 2 en 3 is het interieur van de eetzaal/restaurant van ut Ruterhuus te zien.

Afbeelding 1 – Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummer 150270.
Afbeelding 2 – Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummer 150279.

Afbeelding 3 – Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummer 150278.

Posted in Aar'mhuus, Grönnegerweg, Ruterhuus | Leave a comment

Ut begun van vukaansiecentrum Ellert en Brammert

In de Opregte Steenwijker Courant van vrijdag 22 mei 1953 verscheen het volgende bericht over de opening van kampeercentrum Ellert en Brammert gelegen aan de rijksweg langs de Drentse Hoofdvaart tussen de Deeverbrogge en de Gowe.

Kampeercentrum ‘Ellert en Brammert’ officieel geopend
Tussen Dieverbrug en Geeuwenbrug, vlakbij de drukke verkeersweg Meppel-Assen, is Zaterdagmiddag het nieuwe kampeercentrum ‘Ellert en Brammert’ door de voorzitter van de Provinciale V.V.V., mr. A. Jonker uit Emmen, officiëel geopend.
Namens de directie, de gebroeders Lammertsma uit Bolsward, kon burgemeester J.C. Meyboom uit Deiver, hierbij een groot aantal belangstellenden welkom heten. Naast verschillende vertegenwoordigers van V.V.V.’s, merkten wij onder meer op de wethouder van Diever, de heer J. Hessels; de gemeente-architect, de heer J.G. Bakker; de consul van de Nederlandse Kampeerraad, de heer H. Brand uit Amersfoort; de kampeerconsul der A.N.W.B., de heer A. Suringar te Diever en de heer J. Bakker, directeur der provinciale V.V.V..
In zijn openingsrede noemde mr. Jonker dit bungalow- en kampeercentrum een aanwinst voor de provincie. Drente heeft nog te weinig van deze centra, waaraan steeds grotere behoefte wordt gevoeld.
De sociale ontwikkeling van ons land is zodanig, dat thans iedere werknemer recht heeft op vacantie met behoud van loon en daarnaast meestal ook een vacantietoelage ontvangt.
Hierdoor ontstaat grote vraag naar mogelijkheden voor goedkoop sociaal- of volkstoerisme en deze vraag zal bij de toenemende bevolking steeds groter worden.
Momenteel gaat tweederde deel der bevolking in de vacantie op reis en hieronder bevinden zich twee miljoen mensen, die daarbij gebruik maken van tenten, huisjes of gehuurde woningen.
De chef der afdeling recreatie en natuurbescherming van het Nationaal Plan, ir. Fokker, heeft een antwoord gegeven op de vraag, waarheen deze stroom vacantiegangers moet worden geleid. Naast de grote recreatiegebieden, zoals de kust en de Veluwe moeten ook de natuurruimten van kleinere omvang hierbij worden ingeschakeld. Onder meer werd hierbij de aandacht gevestigd op Drente, dat dus in de toekomst een grote stroom vreemdelingen mag verwachten. De gemeente Diever komt hier speciaal voor in aanmerking, omdat het reeds buiten de provinciale grens grote bekendheid geniet door de jaarlijks terugkerende openluchtspelen en ook volledig aan de vraag naar natuurschoon beantwoordt.
Met de hoop uit te spreken, dat dit centrum in een grote behoefte zal blijken te voorzien en daardoor zal uitgroeien tot een gezond en prettig verblijf, verklaarde mr. Jonker ‘Ellert en Brammert’ voor geopend.
Nadat verschillende sprekers zowel de gemeente Diever als de exploitanten geluk hadden gewenst met het totstandkomen van dit centrum, werd het terrein door de bezoekers bezichtigd.
Het terrein bestaat uit 10 hectare heuvelachtig bos, waarin op verschillende plaatsen in totaal 11 huisjes zijn geplaatst. De architect, de heer Grunstra uit Bolsward, is hierbij van het principe uitgegaan, dat de tijdelijke bewonders, willen zij vam hun vacantie genieten, zo miun mogelijk werk moeten hebben. De huisjes zijn daarom slechts eenvoudige verblijven, waar alleen maar de noodzakelijke dingen hoeven gedaan te worden. Ze bestaan uit een klein kamertje, tevens keuken met Butagas-aansluiting, en twee slaapkamertjes met in totaal vijf slaapplaatsen.
Het kamp is niet dicht bij het dorp gelegen. In het kampgebouw is echter een winkel ondergebracht, welke aan alle velangens zal kunnen voldoen. Het kampgebouw bevat verder een open cantine, terwijl verder de bovenverdieping een tweetal slaaapzalen bevat, welke groepen of trekkers onderdak kunnen verschaffen. Indien gewenst zullen de bewoners der huisjes ook eten uit de centrale keuken kunnen ontvangen.
Het kampterrein heeft deel uitgemaakt van het landgoed Berkenheuvel. Het is zeer gunstig gelegen nabij een bushalte en onmiddelijk aansluitend op het 2500 hectare grote boscomplex met vrije wandeling, dat zich tot Appelscha uitstrekt. Het zwembad Dieverzand is nabijgelegen en ook kunnen vanuit het kamp gemakkelijk tochten naar de omgeving van Dwingelo worden gemaakt.
De belangstelling voor dit nieuwe kampeercentrum is reeds groot. Slecht Juni en begin juli zijn de huisjes nog vrij, doch verder is alles reeds volgeboekt.
Tot beheerder van het kamp is aangesteld de heer G. Krol uit Diever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De schrijver van dit bericht was blijkbaar zo bijzonder diep onder de indruk van de officiële opening van het kampeercentrum dat hij van de weeromstuit het woord ‘officieel’ twee keer foutief schreef als ‘officiëel’.
De verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier kan de hier afgebeelde ansichtkaart met een somerhuussie (dit is niet ut somerhuussie met de naam de Dobbe, maar welk somerhussie is het dan wel ?) ook ten zeerste bewonderen in de publicatie Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980, die is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Gemeente Diever en in 2008 is verschenen.
Het is eigenlijk helemaal niet opvallend dat bij de opening van een particulier initiatief, zoals kampeercentrum Ellert en Brammert, de vele witte boorden dragende, in driedelig pak lopende, geen risicolopende bureaustoelenklevers, en heftig  belangrijke en onmisbare vertegenwoordigers van de georganiseerde toeristenindustrie, acte de presence gaven in Ellert en Brammert. Even belangrijk doen, even een eind weg lullen, even netwerken onder het genot van een gratis hapje en een gratis drankje en dan gauw weer terug naar moeder de vrouw. Want het was wel zaterdag.
De tekst bij de ansichtkaart met het onbenoemde somerhuussie (zie bijgaande afbeelding) in de publicatie ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, wil zeer ten zeerste de suggestie wekken dat het gaat om het somerhuussie met de naam De Dobbe, maar dat is geenszins het geval.
De grote vraag aan de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief is natuurlijk: wat is op de afbeelding de naam van het op de voorgrond zichtbare somerhuussie ?


Posted in Ellert en Brammert, Toeristenindustrie, Verdwenen object | Leave a comment

Kiender van de legere skoele in Deever in 1946

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag olde skoelfotoos van alle niet meer bestaande en bestaande scholen in de gemiente Deever. Op de hier getoonde schoolfoto uit 1946 zijn kinderen van de openbare lagere school an de Tusschendarp in Deever te zien.
De redactie is op zoek naar gegevens van de kinderen op de hier afgebeelde foto. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief wil de redactie daarbij behulpzaam zijn ?
De kinderen zijn geboren tussen 1932 en 1940.

Op de bovenste rij zijn van links naar rechts te zien:

1.  Lambert Oosterveen
Hij is geboren op 18 mei 1933. Hij is overleden op 13 augustus 2001.
Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht

2.  Roelof Nijboer
Hij is geboren op 15 oktober 1932 in Deever. Hij is overleden op 10 oktober 2023 in Deever.
Hij verhuisde twee á drie jaar voor zijn overlijden van de Hoofdstraat naar een bejaardenhuisje in De Wijert in Deever met zijn vrouw. Roelof Nijboer was rietdekker van beroep.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

3.  Wolter Folkerts
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

4.  Hans van Nijen
Hij is geboren op 23 september 1932. Hij is overleden op 22 oktober 1993.
Hij is begraven in de Baargakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

5.  Jan Stroop
Hij is een zoon van meester W.H. Stroop.
Hij woonde ergens in Limburg en is in 2020 of 2021 overleden.
Hij heeft samen met Hendrikje (Hennie) Nijzingh en Teuna van Gijssel in 1997 de reünie van leerlingen van de lagere school georganiseerd.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

6.  Anne Nijzingh
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

7.  Hendrik Koning
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

8.  Jan Mulder
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

9.  Jan Postema
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

10.  Meester W.H. Stroop
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

11.  Reinder van der Weij
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

12.  Geert Mos
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

13.  Albert Vierhoven
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

14.  Thomas Kannegieter
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

15.  Willem Bakker
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

16.  Jannes Smit
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

17.  Dirk (Dikkie) Zwart
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

18.  Hendrik (Henkie) Seinen
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

Op de tweede rij van boven zijn van links naar rechts te zien:

19.  Juffrouw Rigtje Johanna van der Land
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

20.  Martha Jonkers
Zij is geboren op 17 november 1934 in Deever. Zij is overleden op 6 april 2024 in Deever. Zij was getrouwd met Abram (Bram) Moesker. Zij woonde vanaf 2020 in het verzorgingshuis Jan Thijs Seinen in Deever. Daarvoor in een bejaardenwoning aan De Kleine Es in Deever. En daarvoor an de Heufdstroate in Deever.
Zie het bijgevoegde overlijdensbericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 8 april 2024.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

21.  Hendrikje (Hennie) Westerhof
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

22.  Lammie Kloosterman
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

23.  Lutina Postema
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

24.  Gerrie Ekkelboom
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

25.  Annie de Ruiter
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

26.  Sietske Hatzmann
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

27.  Ietje Smit
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

28.  Albertje Vierhoven
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

29.  Mina Smit
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

30.  Rensinus Gerrits
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

31.  Geert Stroop
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

32.  Albertus (Bertus, Bert) Fransen
Hij is geboren op 21 april 1936 an de Heufdstroate in Deever. Hij is overleden op 9 november 2020 in Twello. Hij was getrouwd met Coby du Cloo. Hij woonde in Twello.
Zie het navolgende bericht van zijn overlijden.

33.  Berend van der Weij
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

34.  Willem Grit
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

35.  Geert Kruize
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

36.  Jan Tiemes
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

37.  Marinus Bel
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

38.  Johannes (Hans) van der Weij
Hij is geboren op 19 juni 1933 in Deever. Hij is overleden op 19 januari 2021 in Deever.
Hij was getrouwd met Stiena Klok.
Zie het navolgende bericht van zijn overlijden.
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

39.  Meester Hendrik (Henk) Broer
Zijn gegevens moeten nog worden uitgezocht.

Op de tweede rij van onderen gezien zijn van links naar rechts te zien:

40.  Aaltje Tiemes
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

41.  Hilligje (Hillie) Jonkers
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

42.  Trijntje Smit (?)
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

43.  Teuna van Gijssel
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

44.  Anne Vierhoven
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

45.  Simmigje (Simmie, Sim) Kuiper
Zij is geboren op 10 augustus 1932 in Deever. Zij is overleden op 6 april 2021.
Zij trouwde met Jans Jansen. Het gezin Jansen heeft gewoond in Oll’ndeever en an de Kloosterstroate.
Zie het navolgende bericht van haar overlijden in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Krant) van 14 april 2021.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

46.  Jo Verheul
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

47.  Hendrikje (Hennie) Nijzingh
Zij is geboren op 3 oktober 1933 in Deever. Zij is overleden op 20 maart 2023 in Deever. Zij was getrouwd met Martinus Hummel. Zij heeft bijna haar hele leven an de Brinkstroate in Deever gewoond.
Zij is begraven in de Baargakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
Zie het navolgende bericht van haar overlijden.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

48.  Hendrikje (Hennie) Zoer
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

49.  Willie Bakker
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

50.  Janna Offerein
Haar gegevens moeten nog worden uitgezocht.

51.  Jantina Daleman
Zij is geboren op 14 mei 1932. Zij is overleden op 26 juni 1988.
Zij trouwde met Klaas Zwiers. Zij woonde an de Heufdstroate in Deever.
Zij is begraven in de Baargakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

52.  Ronkje Bijker
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

53.  Annie Ekkelboom
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

54.  Aaltje Boonstra
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

55.  Trijntje Smit (?)
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

56.  Joop (Jopie) Blok
Hij is geboren op 14 januari 1933 an de Deeverbrogge. Hij is overleden op 3 december 2022 in Haulerwijk.
Zie het navolgende bericht van zijn overlijden.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

57.  Lambert Houwer
Hij is geboren op 24 januari 1934 in Deever. Hij is overleden op 8 februari 1998 op 64-jarige leeftijd.
Hij is begraven in de Baargakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

58.  Hilbert Noorman
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

Op de onderste rij zijn van links naar rechts te zien:

59.  Karst Kannegieter
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

60.  Jan Offerein
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

61.  Albert Strik
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

62.  Albert Koning
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

63.  Berend Gruppen
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

64.  Jacob Brugging
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

65.  Cornelis Offerein
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

66.  Albert Davids
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

67.  Arend Noorman
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

68.  Corrie Folkerts
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

69.  Does Bakker
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

70.  Roelof Zoer
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

71.  Roelof van Nijen
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

72.  Jan Kannegieter
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

73.  Jan Kiers
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

74.  Hennie Russchen
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.







Posted in Alle Deeversen, Legere skoele in Deever, Overlijdensbericht | Leave a comment

Kiender van de skoele op Woater’n in 1946

Achtenzestig leerlingen en twee onderwijzers (moest de skoele op Woater’n het doen met twee onderwijzers ?) van de openbare lagere school op Woater’n (an de aandere kaante van de bos) zijn in 1946 op het schoolplein bij de school op de foto gezet.
De foto is gemaakt in het warmere deel van het jaar; het was weer weer voor korte mouwen en weer weer voor korte broeken.
De redactie van ut Deevers Archief heeft alle maar dan ook echt alle hulp van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief nodig om achter de ontbrekende gegevens van de kinderen op deze foto te komen. Wie is bereid te reageren ?
De verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier kan de hier afgebeelde foto van de kiender van de skoele op Woater’n in 1946 ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 18 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980, dat is samengesteld door vrijwilligers van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar tja, dan moet je wel in het bezit zijn van dat papieren boekwerkje of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.


1.  Anne Rooks
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

2.  Harm Groen
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

3.  Anne Dijkstra
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

4.  Piet Goettsch Azn.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

5.  Johan Goettsch Gzn.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

6.  Hilbert Oord
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

7.  Arie Stuiver
Zijn vader was werkman in de kaasmakerij van de zuivelfabriek ‘De drie gemeenten’ in Elsloo.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

8.  Johan van der Woude
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

9.  Evert-Jan Hummel
Hij is een zoon van het zeer kinderrijke echtpaar Molle Hummel en Geesje Kloesen.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

10.  Jan Werner Pol
Hij is een zoon van Harm Pol en Klaasje Schreuder. Hij is een oudere broer van The Incredible Doctor Pol.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

11.  Evert Arnoldus Goettsch Azn.
Hij is geboren op 20 januari 1934. Hij is overleden op 22 augustus 2014 op 80-jarige leeftijd in Elsloo.
Hij is begraven op de kaarhof an de Verwersweg op Zorgvlied.
Hij is een zoon van Arnoldus Goettsch en Margje de Vegt.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

12.  Tjibbe Goettsch Gzn.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

13.  Juffrouw Naleke Bos-Evers
Zij is geboren op 9 juli 1893 in Noordwolde en is overleden op 27 december 1978.
Zij was getrouwd met Jan Geert Bos, die is geboren 17 augustus 1889 en is overleden op 3 oktober 1958.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

14.  Janna Hunneman
Zij was een zuster van Wijnand Hunneman en Hillie Hunneman.
Zij was getrouwd met Harm van Nijen.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

15.  Lena Meijerink
Zij is geboren op 15 mei 1937.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

16.  Sietske Visser
Zij is een dochter van winkelier Hidde Visser en Trijntje Dijkstra.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

17.  Klazina Geertje Groen
Zij is geboren op 15 augustus 1938 op Zorgvliet. Zij is overleden op 7 januari 2023 in Emmen.
Zij was getrouwd met Beene Bolding. Zij woonde in Emmen.
Zij is een dochter van Hendrikus Groen en Aaltje Donker.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Zie het overlijdensbericht van haar.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

18.  Aaltje de Vries
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

19.  Baukje Donker
Zij is geboren op ..-..-1938. Zij is overleden op ..-..-2014.
Zij is een dochter van Jan Donker en Ida Schipper.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

20.  Hinderkien (Hennie) van Loenen
Zij is geboren op 17 maart 1932. Zij is op 76-jarige leeftijd overleden op 27 juli 2008.
Zij was getrouwd met Reint Veenstra.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

21.  Berendina van Loenen
Zij is geboren op 6 mei 1937.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

22.  Annie Benthem
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

23.  Roelie Mulder
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

24.  Margje Goettsch Adr.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

25.  Geesje Hummel
Zij is een dochter van het zeer kinderrijke echtpaar Molle Hummel en Geesje Kloesen.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

26.  Hillie Mulder
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

27.  Meester Hendrik Onstee
In de woning bij de school woonde meester Hendrik Onstee. Hij is geboren op 3 januari 1900 in de Wijk. Hij is overleden op 11 april 1977 op 77-jarige leeftijd in het Diaconessenhuis in Möppel. Hij was getrouwd met Jantje Otten. Zij is geboren op 22 augustus 1905 in Wapse. Zij is overleden op 17 december 1996 in Wapse.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

28.  Leentje (Lena) Oostra
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

29.  Annie Schipper
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

30.  Eefje Jongsma
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

31.  Aaldert Dijkstra
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

32.  Geertje Dijkstra
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

33.  Alberdina Wieldraaier
Haar vader was boer.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

34.  Rennie Mailly
Haar vader werkte op de zuivelfabriek in Elsloo.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

35.  Janna (Jannie) Wever
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

36.  Janke Tjassing
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

37.  Klaasje Hummel
Zij is een dochter van het zeer kinderrijke echtpaar Molle Hummel en Geesje Kloesen.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

38.  Sietske Krans
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

39.  Anneke Veldmeier
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

40.  Marietje Mulder
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

41.  Klaasje Hunneman
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

42.  Rensje Goettsch Gdr.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

43.  Margje Tjassing
Zij is een dochter van Franke Tjassing en Tinie Boerhof.
Zij is getrouwd met Egbert Marinus Urff, die ook op deze foto staat.
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

44.  Hendrikje (Hennie) Hof
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

45.  Sijke de Vries
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

46.  Hillie Terpstra
Zij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

47.  Albert (Appie) Groen
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

48.  Marcus Hof
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

49.  Hendrik (Henk) Goettsch Azn.
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

50.  Martinus Hummel
Hij is een zoon van het zeer kinderrijke echtpaar Molle Hummel en Geesje Kloesen.
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

51.  Albert Oostra
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

52.  Tjibbe Visser
Hij is een zoon van winkelier Hidde Visser en Trijntje Dijkstra.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

53.  Johannes de Vries
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

54.  Sijbrand Groen
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

55.  Jacob Donker
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

56.  Albert (Appie) Ekkels
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

57.  Rinke Betten
Hij is geboren in juni 1936 op Zorgvlied. Hij is een zoon van Andries Betten en Tjitske Pijpstra.
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

58.  Edy (Eddie) Jongstra
Hij is geboren in 1934. Hij was een goede amateur-wielrenner. Hij was ondermeer kampioen van de vier noordelijke provincies. Hij is een zoon van Eesge Jongstra en Trijntje Hoekstra.
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

59.  Henk Pluim
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

60.  Jelke de Boer
Hij woonde in de boerderij waar eerder Fokke Dieuwko Lindeboom woonde.
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

61.  Piet Jongsma
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Hij is een broer van Eefje Jongsma.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

62. Jacob Oostra
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

63.  Ko Stuiver
Zijn vader was werkman in de kaasmakerij van de zuivelfabriek ‘De drie gemeenten’ in Elsloo.
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

64.  Foeke Albert Dijkstra
Hij is geboren in de week van 7 maart tot en met 13 maart 1939 op Zorgvlied.
Hij is een zoon van Keimpe Dijkstra en Ardiana van Olphen.
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

65.  Sieger de Vries
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

66.  Harm Hummel
Hij is een zoon van het zeer kinderrijke echtpaar Molle Hummel en Geesje Kloesen.
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

67.  Jurrie Meijerink
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

68.  Piet Meijerink
Gegevens moeten nog worden uitgezocht.

69.  Egbert (Eb) Marinus Urff
Hij is getrouwd met Margje Tjassing, die ook op deze foto staat.
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

70.  Cornelis (Cor) Goettsch Azn.
Hij is geboren in de week van 26 maart tot en met 1 april 1940 op Zorgvlied.
Hij is een zoon van Arnoldus Goettsch en Margje de Vegt.
Hij staat ook op de schoolfoto uit 1948.
Gegevens moeten nog verder worden uitgezocht.

Posted in Woaterse skoele | Leave a comment

Klaas Kleine hef ok ut book Ut Meraekel eskree’m

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 22 mei 2000 verscheen het volgende bericht over de presentatie van het boek ‘Het Mirakel’ van Klaas Kleine in het kerkgebouw an de brink van Deever.

Presentatie van Het Mirakel door Klaas Kleine
Diever – Klaas Kleine uit Diever heeft zaterdagmorgen in het bijzijn van een aantal genodigden het eerste exemplaar van zijn boek ‘Het Mirakel’, een verkenning met betrekking tot de Pancratiuskerk van Diever, overhandigd aan mevrouw A. Luchies Mulder. Met het schrijven van de geschiedenis van de hervormde kerk van Diever heeft Klaas Kleine niet de intentie gehad wetenschappelijk werk te verrichten. Het zou vooral ook leesbaar moeten zijn voor een leek. De voorzitter van de kerkvoogdij en de voorzitter van de Stichting Vrienden van de oude kerk feliciteerden de schrijver met het boek.
Klaas Kleine zegt gekozen te hebben voor mevrouw Luchies om het eerste exemplaar uit te reiken, omdat de familie Mulder vele jaren met de kerk te maken heeft gehad. De familie woonde vroeger naast de pastorie, waar nu het voormalige gemeentehuis van Diever staat. Verder was de vader van Anna Luchies president kerkvoogd. Mevrouw Luchies zei in haar dankwoord het een eer te vinden dat haar het eerste exemplaar werd aangeboden.
De boeken zijn binnenkort te verkrijgen bij de Stichting Vrienden van de oude kerk en de Historische Vereniging Gemeente Diever. Beiden hebben respectievelijk 200 en 300 exemplaren van het boek aangekocht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief|
Wijlen Klaas Kleine is geboren op 20 maart 1940 op Koldervene, hij is veel te jong gestorven op 24 oktober 2000 in Deever. Zijn boek Het Mirakel verscheen in de winter van zijn leven, ongeveer een half jaar voor zijn overlijden.

Alleskunner wijlen Klaas Kleine (dertien ambachten en geen ongelukken, van nature kritisch en een beetje cynisch) was onder meer hoefsmid, siersmid, edelsmid, romanticus, historicus, bouwkundige, huizenbouwer, restaurateur, timmerman, metselaar, landgeitenfokker, landgeitenhouder, landgeitenkaasmaker, vioolbouwer, toneelspeler, schrijver, dichter, vertaler, docent cursus Drents, onderzoeksjournalist, klokkenluider, koster, ouderling, kerkvoogd. Als nog een kunde of beroep aan deze lijst moet worden toegevoegd, aarzel dan niet die kunde of dat beroep aan de redactie door te geven.
Meer gegevens over Klaas Kleine zijn te vinden op een bladzijde van Wikipedia.en in de webstee van ut Huus veur de Toal.
Het boek ‘Het Mirakel’ is te koop in de tweedehands-boekhandel.
De in het bericht genoemde Anna Luchies is Anna Catrina Mulder. Zij is geboren op 9 mei 1908 in Deever en is overleden op 14 januari 2004 in Dwingel. Zij is een dochter van Jan Berends Mulder en Roelofje Jans Tissingh. Anna Catrina Mulder was getrouwd met dominee Johannes Luchies. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Afbeelding 1 – Bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 22 mei 2000.

Afbeelding 2 – Voorkant van het boek Het Mirakel van Klaas Kleine.

Posted in Kaarke an de brink, Klaas Kleine, Publicatie, Toor'n an de brink | Leave a comment

Kiender van de Witteler skoele op Schiphol

De redactie van ut Deevers Archief heeft het volgende bericht in 2001 opgesteld en voor de zeer gewaardeerde lezers van het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Gemeente Diever gepubliceerd in Opraekelen Nr. 01/2 (jaargang 8, nummer 2, juni 2001). Het bericht komt enigszins gedateerd over. 

Openbare Lagere School van Wittelte – Schiphol – Juli 1953
Veel mensen hebben gelukkig als gevolg van een oproep in de regionale bladen en een oproep in Opraekelen 01/1 gereageerd met het beschikbaar stellen van schoolfoto’ s aan onze historische vereniging voor publicatie. De bedoeling is dat uiteindelijk een en ander per school in boekvorm verschijnt. Toch willen wij de lezers van Opraekelen in komende nummers alvast wat mee laten genieten van zoveel moois.

Via telefonisch en schriftelijk contact met nagenoeg alle personen op deze foto, die is gemaakt tijdens een schoolreisje, zijn de navolgende gegevens achterhaald. De redactie is hen bijzonder dankbaar voor hun medewerking. Die contacten hebben ook geleid tot een flink aantal nieuwe leden (zie de nieuwsbrief in dit nummer, redactie). Een aantal leerlingen was in het bezit van deze foto. Veel leerlingen wisten niet dat deze foto bestond. Een aantal leerlingen kon zich zelfs niets meer van het schoolreisje herinneren. Onduidelijkheid was er ook over de plek waar de foto is genomen. Enkelen noemden vliegveld Eelde, maar het merendeel vond dat de foto op Schiphol was genomen. Jan Barelds herinnert zich van dat schoolreisje dat een grote stad, zoals Amsterdam, en dat grote vliegtuig op Schiphol veel indruk op hem hebben gemaakt. Dankzij Roelie Klok kwamen we achter de verblijfplaats van juffrouw Thalé Botje. Zij kwam in augustus 1951 naar de school van Wittelte. Dat was haar eerste standplaats. Zij gaf les aan de kinderen in de eerste, de tweede en de derde klas. Zij herinnerde zich direct de schoolreis naar Amsterdam, de boottocht door de grachten en het bezoek aan Schiphol.
Vier leerlingen wonen nog steeds in Wittelte. Opvallend is dat veel leerlingen niet echt ver van Wittelte wonen in plaatsen, zoals Assen, Arrierveld, Beilen, Deever, Eext, Giethoorn, Leggel, Möppel, Bovensmilde, Staphorst, Stienwiek, Tuk, Vledder en Westerbork. Slechts vijf leerlingen wonen in plaatsen, zoals Baarn, Emmeloord, Den Haag, Esbeek, Maassluis en Voorthuizen.
Bij de leerling met nummer 10 bestaat nog enige onzekerheid. Liesje Bron wordt vaker genoemd dan Annie Hooier. Volgens Reinder van Leeuwen was Jan, de broer van Annie Hooier, net zo oud als hij en zou Jan, als Annie op de foto zou staan, ook op deze foto moeten staan en dat is niet het geval. Maar de redactie blijft nog verder speuren.
Een punt van discussie was ook het jaar waarin deze foto is genomen. Velen noemden 1952, toch is gekozen voor 1953. Daarbij was van doorslaggevende betekenis de reactie van Aaltje Slagter (geboren op 26 januari 1947). Zij heeft samen met Jennie Soer (geboren op 21 november 1946) en Jan Gritter (geboren op 20 januari 1947) van mei 1953 tot mei 1954 in de eerste klas van de school in Wittelte gezeten. Bovendien staat achter op de foto van Jan Barelds de tekst juli 1953 !
Een flink aantal kinderen op deze foto is dertien of veertien jaar. Waren er dan zoveel ‘zittenblijvers’ op deze school ? Nee, Trijntje Oostra schreef daarover het volgende: ‘Met dit schoolreisje mochten naast de leerlingen ook de kinderen mee die al één jaar van school af waren, om toch een goed gevulde bus te hebben.’
Al met al was het niet eenvoudig om het materiaal voor deze ene foto bij elkaar te krijgen.Wij zijn benieuwd naar aanvullende reacties. Op de foto zijn de volgende kinderen te zien, waarbij de geboordedatum, de datum van overlijden, de persoon met wie de leerling is getrouwd en de huidige woonplaats zijn vermeld.
Voor de nummers wordt verwezen naar de bijgaand afgebeelde figuur.

1.  Jacob (Japie) Oostra
Hij is geboren op 22 oktober 1939. Hij trouwde met Geesje Boerma. Hij woonde in Esbeek.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

2.  Juffrouw Thalé Botje
Zij is geboren op 18 januari 1931 in Groningen. Woonplaats: Eelde.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

3.  Gerda Klok
Zij is geboren op 20 juni 1941. Zij trouwde met Dirk Buiter. Woonplaats: Tuk, laatstelijk Steenwijk.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

4.  Roelof Jonker
Hij is geboren op 11 april 1939. Hij trouwde met Dinie Nijstad. Woonplaats: Eext.

5.  Roelie Rozeboom
Zij is geboren op 5 februari 1942. Woonplaats: Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

6.  Tiede Oosterhof
Hij is geboren op 17 april 1939. Hij is overleden op 1 juni 1955. Hij woonde in Wittelte. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

7.  Geert Soer
Hij is geboren op 30 april 1939. Hij trouwde met Geesje Vrieling. Woonplaats: Steenwijk.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

8.  Jan Klok
Hij is geboren op 3 september 1942 in Wittelte. Hij is overleden op 12 november 1992. Hij trouwde met Hennie Meulebelt. Hij woonde in Wittelte bij de Wittelterbrug.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

9.  Alie Pril
Zij is geboren op 12 juni 1943. Zij trouwde met Rob Pino. Woonplaats: Baarn.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

10.  Liesje Bron
Zij is geboren op 17 januari 1942. Zij trouwde met Marius Wijer. Woonplaats: Ochten in de Betuwe.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

11.  Arend (Arie) Oosterhof
Hij is geboren op 4 september 1941. Hij trouwde met Dinie de Vrieze. Woonplaats: Meppel.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

12.  Arend van Zomeren
Hij is geboren op 1 mei 1945. Hij trouwde met Hannie Annevelink. Woonplaats: Westerbork.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

13.  Immigje (Immie) Siemens
Zij is geboren op 15 juli 1944. Zij trouwde met Lammert Klok. Woonplaats: Bovensmilde, laatstelijk Assen.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

14.  Lammichje (Lammie) Echten
Zij is geboren op 10 juni 1945. Zij trouwde met Jan Maat. Woonplaats: Giethoorn.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

15.  Klazina (Klazien) Houwer
Zij is geboren op 5 maart 1945. Zij trouwde met Henk Echten. Woonplaats: Meppel.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

16.  Aaltje Slagter
Zij is geboren op 26 januari 1947. Zij trouwde met Jan Wiechers. Woonplaats: Leggeloo.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

17.  Jan Barelds
Hij is geboren op 17 februari 1942. Hij trouwde met Jantje Prins. Woonplaats: Emmeloord.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

18.  Willemina (Mina) Oost
Zij is geboren op 14 februari 1941. Woonplaats: Den Haag.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

19.  Aaldert Soer
Hij is geboren op 16 juni 1941. Hij is overleden op ….. Hij trouwde met Roelie Stoker. Woonplaats: Wittelte.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

20.  Jan Soer
Hij is geboren op 10 december 1943 in Wittelte. Hij is overleden op 19 juni 2021 in Hardenberg. Hij trouwde met Gertie Inia. Hij was onderwijzer. Hij woonde lang in Arriërveld aan het Ommerkanaal, de laatste jaren in Ommen.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

21.  Reinder van Leeuwen
Hij is geboren op 13 juni 1941. Hij trouwde met Dinie Jansen. Woonplaats: Vledder.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

22.  Albertus (Bertus) Noorman
Hij is geboren op 3 april 1943 in Wittelte. Hij is overleden op 26 november 1996. Hij was getrouwd met Lammie Posthumus.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

23.  Jennie Soer
Zij is geboren op 21 november 1946. Zij trouwde met Hendrik (Henk) Daleman. Woonplaats: Wittelte.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

24.  Willem Nijboer
Hij is geboren op 2 augustus 1945 in Oll’ndeever. Hij is overleden op 18 december 1967. Zijn vriendin was Janke ….. Beiden zijn overleden tijdens een auto-ongeluk bij Tuk. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hen.

25.  Grietje Wesseling
Zij is geboren op 12 april 1945. Zij trouwde met Jacob Doze. Woonplaats: Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

26.  Jantje ten Buur
Zij is geboren op 20 april 1943. Zij trouwde met Willem Elting. Woonplaats: Wittelte.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

27.  Trijntje Oostra
Zij is geboren op 30 juni 1944. Zij trouwde met Willem Jansen. Woonplaats: Westerbork.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

28.  Magaretha (Magreet) Oost
Zij is geboren op 16 mei 1943. Zij trouwde met Jantinus Winkel. Woonplaats: Maassluis.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

29.  Wolter Jonkers
Hij is geboren op 17 februari 1943. Hij trouwde met Ivonne Meijer. Woonplaats: Voorthuizen.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

30.  Christina (Stiena) Wilhelmina Klok
Zij is geboren op 16 februari 1940. Zij trouwde met Johannes van der Weij. Zij woonde in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

31.  Geertinus (Tinus) van Zomeren
Hij is geboren op 25 september 1943. Hij trouwde met Cobie Weurding. Woonplaats: Westerbork.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

32.  Tina Westerveen
Zij is geboren op 22 februari 1946 in Wittelte. Zij trouwde met Pieter Gunst. Woonplaats: Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

33.  Lutina Oost
Zij is geboren op 26 april 1945. Zij trouwde met Albert Zantingh. Woonplaats: Staphorst.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van haar.

34.  Jacob (Japie) Snoeken
Hij is overleden op …. Hij woonde in Wittelte, laatstelijk an de Kloosterstroate in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

35 . Jan Gritter (Oostra)
Hij is geboren op 20 januari 1947. Hij trouwde met Wytske Landstra. Woonplaats: Meppel.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

36. Meester Hendrik (Henk) Broer
Hij is geboren op 26 augustus 1914. Hij is overleden op .. februari 1996. Hij is begraven op de kaarkhof van Geeter’n. Hij was getrouwd met Geertje Wuite.
Geertje Wuite is geboren op 28 januari 1922 in Geeter’n. Zij is overleden op 25 maart 2020 in de stad Groningen. Ze was toen 98 jaar oud. Zij is begraven op de kaarkhof van Geeter’n.
Hendrik (Henk) Broer was de laatste hoofdmeester van de Witteler skoele. In Wittelte is de weg langs de plaats waar de school stond naar hem vernoemd: Meester Broerweg.
Hij woonde in de schoolmeesterswoning aan de nep-brink van Wittelte en hij woonde na zijn pensionering in Deever.
De redactie is in de openbare bronnen nog zoekende naar meer gegevens van hem.

37.  Egbert (Eppie) Oostra
Hij is geboren op 30 augustus 1943. Woonplaats: Meppel.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

38.  Jannes Siemens
Hij is geboren op 27 augustus 1939. Hij trouwde met Jantje Wolters. Hij woonde in Bovensmilde, laatstelijk in Assen.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

39.  Jan Willem Echten
Hij is geboren op 24 augustus 1940 in Dwingel. Hij is overleden op 22 januari 2004 in Zwolle. Hij was getrouwd met Roelie Noorman. Hij woonde in Havelte.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar meer gegevens van hem.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie beseft terdege dat de in 2001 verzamelde gegevens van de negenendertig personen op de foto gedateerd, dus niet meer actueel zijn. De redactie wil graag uitzoeken welke gegevens zijn veranderd en heeft daarbij de zeer gewaardeerde hulp nodig van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.
Zo weet de redactie bijvoorbeeld dat Jacob (Japie) Snoeken, de bedenker en maker van het betonnen Witto-beeld op de Wittelter Baarg, niet meer leeft, de vraag is wanneer hij is overleden. De redactie weet wel dat hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie zou ook graag meer gegevens van het vliegtuig op de foto willen melden. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan deze gegevens aanleveren ?

Afbeelding 1
De leerlingen van de Witteler skoele maakten in juli 1953 een schoolreisje naar Amsterdam en Schiphol. De hier afgebeelde foto is aanwezig in de verzameling van de Wittelter dorpsvereniging. De redactie betreurt het dat de kwaliteit van de foto niet al te best is.
Afbeelding 2
De nummers in de afbeelding komen overeen met de nummers van de lijst met namen in het bericht.

Posted in Alle Wittelers, Witteler skoele | Leave a comment

De Twee Hendukk’n bint saem’m Ieserstaark

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van vrijdag 2 mei 1986 verscheen een bericht over de start van de firma ‘De Twee Hendrikken’ van de gebroeders Klaas Kleine en Berend Kleine en de presentatie van het boekje ‘Iezerstark’.

Kleines presenteren boekje bij opening van smederijen
Diever – Op vrijdag16 mei zullen de twee smederijen in Diever, die zich verenigd hebben onder de firmanaam ‘De Twee Hendrikken’, officieel worden geopend door mr. J. Siderius, voorzitter van de Provinciale Monumentencommissie.
Tegelijkertijd zal het boekje ‘Iezerstark’ worden gepresenteerd. ‘Iezerstark’ is een bundel sterke verhalen uit de smederij, opgetekend uit de mond van, of geschreven door verschillende smeden en wordt uitgegeven in samenwerking met Stichting Het Drentse Boek.
Zoals bekend werkt Klaas Kleine sinds 1 januari van dit jaar met zijn broer Berend samen onder de genoemde firmanaam.
De ene smederij, die nu omgedoopt is tot De Kleine Hendrik, is al bijna twintig jaar gevestigd aan de Peperstraat in Diever.
De andere, De Grote Hendrik, is in zekere zin nieuw en gevestigd aan de Hoofdstraat in Diever. In dat pand werd gedurende tien jaar een bloemenwinkel gedreven, maar waarin tot voor twintig jaar de smederij van de gebroeders Kloeze was gevestigd.
De Twee Hendrikken verricht al het voorkomende smeedwerk, maar zal zich in het bijzonder toeleggen op hang- en sluitwerk voor restauraties. Zowel De Grote Hendrik als De Kleine Hendrik zijn ingericht met gereedschappen en machines van omstreeks 1900. Door deze inrichting en de soort van de werkzaamheden zal de bezoeker de indruk krijgen in een museum te vertoeven. ‘Niettemin worden in beide bedrijven op een hedendaagse wijze zaken gedaan’, schrijft Klaas Kleine in de uitnodiging voor de opening. ‘Zodoende zijn meerdere hoedanigheden op een aangename wijze verenigd.’

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft voor de volledigheid en de goede orde ook een afbeelding van de voorkant van het boekje ‘Iezerstark’ aan het bericht toegevoegd. De redactie is op zoek naar een scan van de in het bericht genoemde uitnodiging voor de opening van De Twee Hendrikken.

Posted in Klaas Kleine | Leave a comment

Veurkaante vukaansieboerdereeje Onder De Eiken

De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto van de verweerde voorgevel van de vakantieboerderij Onder De Eiken, adres Heufdstroate 76 in Deever gemaakt op vrijdag 28 november 2020. Deze foto is gemaakt op een druilerige herfstdag.
In de gemiente Deever worden steeds meer voormalige boerderijen als bedrijfspand ingezet in de steeds winstgevender toeristenindustrie. De redactie verwijst voor de volledigheid en de goede orde naar het bericht De Heufdstroate op un ansichtkoate uut 1904.
Aan de rechterkant van het gebouw is het begin van ut Swatte Pattie te zien. Ut Swatte Pattie eindigt op ut Bultie.

Posted in Boerdereeje, Heufdstroate, Toeristenindustrie | Leave a comment

De gemiente Deever wödde liekedièrd

De redactie van ut Deevers Archief is druk bezig met het digitaliseren (scannen) van zijn veel ruimte in beslag nemende papieren archief (papperrassie scannen en vervolgens dat papperrassie in de container voor het oude papier gooien), bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort.
Tot dit grote karwei behoort ook het digitaliseren (scannen) van vele oude jaargangen van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Deever, Van Goor’s Blattie).
De redactie vond bij het scannen van jaargang 1997 van ut Deevers Blattie op bladzijde 9 van ut blattie van 11 december 1997 de hier afgebeelde geschiedkundig waardevolle advertentie. De redactie wil deze advertentie niet onthouden aan zijn zeer gewaardeeerde trouwe bezoekers. De redactie heeft deze advertentie wel voorzien van een rouwrand.
Het betrof de uitnodiging (let niet op het foutje in de tekst van de uitnodiging) aan alle inwoners van de gemiente Deever op 18 december 1997 om 20.00 uur aanwezig te zijn bij de vergadering van de raad van de gemiente Deever, waarin de gemiente Deever zich zelf ten grave moest dragen bij agendapunt 3, vanwege de gedwongen fusie met de gemiente Vledder, de gemiente Dwingel en de gemiente Oavelte. De gemiente Deever is er ingeluist.
Maar gelukkig was daar ook het verborgen agendapunt 7. Hapje en drankje. Vanwege dat gratis hapje en drankje, op kosten van de vet en veel belasting betalende inwoners van de gemiente Deever, zal het wel gezellig druk zijn geweest in ut Dingspilhuus, bee Jan Vos, in ut ienige echte waarme hart van Deever. Het is betekenisvol en bedenkelijk en misschien ook wel respectloos dat de liquidatievergadering niet werd gehouden in ut gemientehuus an de brink van Deever (ut gemientehuus van de gemiente Westenveld haar in de olde gemientehuusboerdereeje in Oavelte evestugd möt’n weed’n.).
Dat moet toch wel een dingetje zijn geweest voor bijvoorbeeld het bestuur van de vereniging met de naam Historische Vereniging Gemeente Diever. Dit bestuur nam de zeer gewaardeerde dappere beslissing deze naam na 1 januari 1998, dus na de liquidatie van de gemiente Deever, te handhaven en deze bijvoorbeeld niet te veranderen in Historische Vereniging Voormalige Gemeente Diever of Historische Vereniging Ex Gemeente Diever of  Historische Vereniging Geliquideerde Gemeente Diever of Historische Vereniging Opgedoekte Gemeente Diever of  Historische Vereniging Deelgemeente Diever of Historische Vereniging Diever/Dieverbrug/Geeuwenbrug/Olde Willem/Wateren/Wapse/Wittelte/Zorgvlied.

Posted in Gemiente Deever, Verdwenen object | Leave a comment

Boer’n betaelt mit an de weg langs de Witteler skoele

Het volgende bericht beschrijft hoe belanghebbende boeren in Wittelte op eigen initiatief en met eigen geld en eigen eigendom de aanleg van lagere orde klinkerwegen in Wittelte probeerden te versnellen. Dit opmerkelijke initiatief toont aan hoe groot de eensgezindheid in de kleine boerengemeenschap van Wittelte in die tijd was. De gemeente Diever was met het beschikbaar stellen van een subsidie van 1375 gulden aan de gemeente en het in eigendom overdragen van de zandweg aan de gemeente bereid de 400 m lange zandweg langs de Wittelter school tot aan het erf van boer Gerrit Pot te verharden.

De gemeenteraad van Deever kwam op 19 maart 1926 in vergadering bijeen. Aanwezig waren burgemeester Hendrik Gerard van Os en de raadsleden Harm Hessels Hessels (tevens wethouder, zonder partij, later namens de Anti Revolutionaire Partij, redactie), Roelof van Kampen (zonder partij, redactie), Jan Muggen (zonder partij, redactie), Harm Smit Wolterzoon (tevens wethouder, zonder partij, redactie) en Roelof van Wester (zonder partij, later namens de Liberale Partij, redactie). Het uit Wittelte afkomstige raadslid Pieter Barelds (namens de MP, redactie) was niet aanwezig. Vanwege het overlijden op 20 februari 1926 van het raadslid Klaas Hessels Jzn. (zonder partij, redactie) was er een vacature in de raad. In het zesde agendapunt van deze vergadering kwamen twee adressen (verzoekschriften, redactie) uit Wittelte aan de orde.
Het eerste adres was van Harm Hessels Hermannuszoon, Aaldert Slot (de plaatselijke bakker en kruidenier, redactie), Hendrik Boerhof, Hildegonda Seinen (de weduwe van Wolter Bennen, redactie), Dina Veere (de weduwe van Hendrik Lefferts Barelds, redactie), Gerrit Pot, Grietje ten Brink (later getrouwd met Jan Thijs Klaassen, redactie), Lammigje Offerein (de weduwe van Jan bij de Berg, redactie), Hendrik Wesseling Teuniszoon, Klaas Klaassen, Albert Pot, Jans Bult, Jan Berends van de Berg en de boterfabriek van Deever (de Wittelter boeren waren immers aangesloten bij de Coöperatieve Zuivelfabriek Diever, redactie).
Dit adres was op 12 maart 1926 binnengekomen. In het adres deden genoemde belanghebbenden een verzoek tot bestrating van de zandweg vanaf de kom van Wittelte tot aan de hoek bij het erf van boer Gerrit Pot. Het ging om de verharding van de zandweg langs de toenmalige openbare lagere school. Voor de verharding van deze 400 meter lange zandweg (thans de Meester Broerweg, redactie) boden zij een subsidie van 1375 gulden aan de gemeente aan. Dit kwam neer op een subsidie van f 3,44 per strekkende meter weg.
Het tweede adres was van Dine Veere (de weduwe van Hendrik Lefferts Barelds, redactie), Jan Pot, Grietje ten Brink (later getrouwd met Jan Thijs Klaassen, redactie), Hendrik Wesseling Teuniszoon, Hessel Hessels Harmzoon, Berend Klaster, Hendrik Boerhof, Klaas Klaassen, Harm Hessels Hermannuszoon, Albert Elting, Lammigje Offerein (de weduwe van Jan bij de Berg, redactie), Jacob Tabak, Cornelis Feijen, Roelof Fledderus, Jacob Eising, Gerrit Pot, Berend Jongbloed, Thijs Fledderus, Hildegonda Seinen (de weduwe van Wolter Bennen, redactie) en Albert Pot, allen wonende in Wittelte, Albertje Santing (de weduwe van Koop Steenbergen, redactie), wonende in Pesse en Jan Timmerman, wonende in Assen.
Het ging om een op 17 maart 1926 ingekomen verzoek tot bestrating van de zandweg van het oude tolhuis te Wittelte langs de woningen van Cornelis Feijen, Jacob Tabak, Thijs Fledderus, Jacob Eising en Arend Tijmes (die de boerderij huurde van Albertje Santing, de weduwe van Willem Steenbergen, redactie).
Voor de verharding van deze 2500 meter lange zandweg (thans de Broeken, redactie) boden de belanghebbenden een subsidie van 4900 gulden aan de gemeente aan. Dit kwam neer op een subsidie van f 1,92 per strekkende meter weg.
Voorzitter Hendrik Gerard van Os was van mening, dat, alvorens de raad over de twee Wittelter verzoeken zou kunnen beslissen, eerst de aanlegkosten moesten worden nagegaan. Daarom vond hij het wenselijk dat de verharding van buurtwegen in Wapse wat moest zijn opgeschoten, alvorens de gemeente nieuwe uitgaven op haar schouders zou nemen. Hij stelde daarom de raad voor de beslissing over de twee verzoeken aan te houden. Deze kon zich zonder hoofdelijke stemming verenigen met het voorstel.
De gemeenteraad van Deever behandelde de twee verzoekschriften pas in haar vergadering van 6 december 1927. De raad was inmiddels door verkiezingen in 1927 anders van samenstelling geworden. Nu waren aanwezig burgemeester Hendrik Gerard van Os, Frederik Wilhelm Ackermann (zonder partij, bewoner van de verdwenen villa Castra Vetera op Zorgvlied, redactie), Harm Hessels Hessels (tevens wethouder, zonder partij, later namens de Anti Revolutionaire Partij, redactie), Jan Klaassen (namens de Anti Revolutionaire Partij, redactie), Jan Muggen (zonder partij, redactie), Jan Seinen (zonder partij, later namens de Liberale Partij, redactie) en Roelof van Wester (tevens wethouder, zonder partij, later namens de Liberale Partij, redactie).
Ter tafel werden gebracht het in de raadsvergadering van 19 maart 1926 aangehouden adres van Harm Hessels Hermannuszoon cum suis (met de zijnen, redactie) met het verzoek de zandweg langs de Wittelter school te verharden en het aangehouden adres van de weduwe van Hendrik Lefferts Barelds cum suis met het verzoek de zandweg door de Broeken te verharden.
De voorzitter deelde mee, dat de kosten van dergelijke wegen, met een verhardingsbreedte van 2,50 m in paardenklinkers, blijkens de in Wapse opgedane ervaring, ongeveer zes gulden per strekkende meter bedroegen. Aldus bedroeg de raming van de kosten van de aanleg van de 400 meter lange weg langs de Wittelter school 2.400 gulden en die van de aanleg van de 2.500 meter lange weg door de Broeken 15.000 gulden.
De door burgemeester Hendrik Gerard van Os genoemde paardenklinkers waren sterk gebakken soms plaatselijk verglaasde klinkers, die vanwege hun grote hardheid veel in straatwegen werden toegepast. Straatklinkers moesten van zeer goede kwaliteit zijn, want de wegen hadden in die tijd veel te verduren van hoefijzers van paarden en stalen hoepels van wagenwielen.
Het college van burgemeester en wethouders stelde de raad voor het besluit te nemen tot aanleg van de verharding van de 400 m lange weg langs de Wittelter school, op dezelfde wijze en op dezelfde voorwaarden als was geschied met de verharding van buurtwegen in Wapse, nadat het eigendom daarvan aan de gemeente zou zijn overgedragen. De boermarke van Wittelte was de eigenaar van deze zandweg. De gemeente werd op die manier de eigenaar van de klinkerweg en werd daardoor ook verantwoordelijk voor het onderhoud.
Tevens stelden burgemeester en wethouders de raad voor te besluiten het verzoek om de weg door de Broeken te verharden van de hand te wijzen. Volgens het college stonden daaraan weinig woningen en diende deze zandweg in hoofdzaak ten behoeve van de aanliggende landerijen. Ook werd de toegezegde subsidie gering gevonden. Het argument dat er te weinig woningen aan de zandweg door de Broeken stonden was een zwak argument, want aan de weg langs de Wittelter school stonden minder woningen.
Het argument dat voornamelijk landerijen langs de lange zandweg lagen, zou vanwege de economische ontwikkeling juist pleiten voor verharding van de zandweg. Vooral het financiële aspect zal zwaar hebben meegewogen in de beslissing over het afwijzen van het verzoek tot verharding van de weg door de Broeken.
Na discussie werden de voorstellen van het college zonder hoofdelijke stemming door de raad aangenomen. Wel werd door de raad het denkbeeld van het raadslid Jan Muggen overgenomen om te proberen voor de verharding van de zandweg langs de Wittelter school een hogere subsidie dan de aangeboden f 0,15 per strekkende meter van de boterfabriek te Diever te verkrijgen. De gemeente wilde het gegeven paard toch nog maar eens in de bek kijken.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft dit bericht in 2001 opgesteld en voor de zeer gewaardeerde lezers van het papieren blad Opraekelen gepubliceerd in Opraekelen Nr. 01/2 (jaargang 8, nummer 2, juni 2001).
Het openbare zandweggetje van de boermarke van Wittelte langs de bakkerij van Aaldert Slot werd in de volksmond Potsweggie en later Slotsweggie genoemd. Ut weggie liep langs de boerderij van Gerrit (Garriet) Pot en eindigde in 1921 nog ergens op de Oosteresch van Wittelte. In verharde toestand was ook sprake van Schoolstraat. Ut weggie heet tegenwoordig meester Hendrik Broerweg. Meester Hendrik Broer was de laatste hoofdmeester van de opgeheven en afgebroken Wittelter Skoele an ut Potsweggie of ut Slotsweggie.

Afbeelding 1
Een deel van het verzoekschrift dat belanghebbenden bij de verharding van de zandweg vanaf de kom van het dorp Wittelte tot aan het erf van boer Gerrit Pot op 12 maart 1926 richtten aan de raad van de gemiente Deever. Het verzoekschrift werd mede ondertekend door Lammigje Offerein, de weduwe van Jan bij de Berg. In die tijd woonde de familie bij de Berg nog echt ‘bee de Baarg’; de Wittelter baarg, die tegenwoordig op pseudo-historische gronden Witto’s Heuvel wordt genoemd. De familienaam bij de Berg komt in Wittelte niet meer voor, maar het zou interessant zijn enig genealogisch onderzoek naar deze familie te doen. (afbeelding van een document uit het archief van de gemiente Deever)
Afbeelding 2
De zandweg langs de Witteler skoele werd ‘Pot’s weggie’, ook wel ‘Slot’s weggie’ genoemd. In verharde toestand was er ook sprake van Schoolstraat. Na de opheffing van de Wittelter school per 1 augustus 1967 kreeg de weg van gemeentewege de naam Meester Broerweg, het laatste hoofd van de Witteler skoele. Hij staat op schoolfoto’s, die in ut Deevers Archief zijn opgenomen, bijvoorbeeld op de schoolfoto uit 1965. (© 20 mei 2001, ut Deevers Archief)
Afbeelding 3
De Meester Broerweg met op de achtergrond de kom van het dorp Wittelte. Na zandweg, 2,50 meter brede en 3,50 meter brede klinkerweg te zijn geweest, is de weg tegenwoordig een asfaltweg. (© 20 mei 2001, ut Deevers Archief)

Afbeelding 4
De in 1927 aangelegde klinkerweg eindigde bij de dam van de boerderij van Gerrit Pot. Tegenwoordig loopt de geasfalteerde Meester Broerweg bij deze boerderij met een bocht naar links verder. (© 20 mei 2001, ut Deevers Archief)

Posted in Gemiente Deever, Wittelte | Leave a comment

Un skildereeje van un hutte aachter Deever

De kunstschilder Adrianus (Arie) Johannes Zwart is geboren op 30 augustus 1903 in Rijswijk en is overleden op 27 augustus 1981 in het Rosa Spierhuis in Laren in Noord-Holland.
Na zijn huwelijk in 1926 was hij voor het levensonderhoud van zichzelf en zijn gezin afhankelijk van de inkomsten uit de verkoop van zijn schilderijen. Hij reisde veel door Nederland, eerst alleen, later met zijn gezin in een omgebouwde verhuiswagen. In 1936 werd deze vervangen door een speciaal voor het gezin gebouwde woonboot, die de naam De Trekschuit kreeg. Hiermee gingen hij en zijn gezin verder op reis door Nederland. Hij was vaak te vinden op de Beulakker Wiede en in Möppel. In de winter lag De Trekschuit in Möppel. Zwart is door zijn contacten met Möppeler schilders na 1940 overgestapt op het gebruik van lichtere kleuren met een lossere penseelvoering, zoals op het afgebeelde schilderij is te zien. Zijn schilderijen werden in de kunsthandel voor goede prijzen verkocht en waren vaak te zien op tentoonstellingen.
Arie Zwart gaf zijn hier afgebeelde schilderij de naam Hutje, achter Diever, Drente. Hij tekende de titel van het schilderij op het doek aan de achterkant van het schilderij. Het werk is met olieverf geschilderd op een linnen doek. Het schilderij heeft een breedte van 49 centimeter en een hoogte van 39 centimeter. Het schilderij is aan de voorkant voorzien van de handtekening van de schilder. De redactie van ut Deevers Archief schat in dat Arie Zwart dit schilderij tussen 1945 en 1950 heeft gemaakt.
De grote vraag is natuurlijk waar in de gemiente Deever hij dit schilderij heeft gemaakt. Het kan natuurlijk zo zijn dat hij met zijn schip De Trekschuit een reis door de Drentse Hoofdvaart heeft gemaakt en enige tijd an de löswal an de Deeverbrogge heeft gelegen en zo in de gemiente Deever plekken waar nog een hut stond, heeft leren kennen.
De redactie van ut Deevers Archief weet uit zijn jeugd in de vijftiger jaren van de vorige eeuw dat an de Wittelerweg in Oll’ndeever nog een familie in een hut woonde, maar die hut stond niet bij een veentje. Wellicht heeft hij met de titel Hutje, achter Diever, Drente een hut in Wapse, in Wittelte, op Kalteren of an de Gowe bedoeld.

Posted in Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Vukaansie in ut somerhuussie ‘ut Plagg’nbultie’

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 7 maart 1921 van mevrouw Hanneke Wiegant-Klijnstra bijgaande reactie op het bericht Somerhuussie ‘de Wiemel’ in Ellert en Brammert. De redactie is mevrouw Hanneke Wiegant-Klijnstra bijzonder erkentelijk voor deze reactie.

Ook ik heb vele malen bij Ellert en Brammert gekampeerd met mijn familie. De eerste jaren sliepen we in legertenten van de Hervormde kerk in Den Haag. Die stonden aan de linkerkant van de toerit naar Ellert en Brammert. Later logeerden we in huisjes. Die stonden rechts van het toegangspad.
Ik heb nog een aanvulling op de namen van de zomerhuisjes. Een gezin van onze familie verbleef in het zomerhuisje met de naam ‘het Plaggenbultien’. Dat was volgens mij een stenen bungalow, net zoals ‘het Knienegat’, waar een ander gezin van onze familie was.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In vacantiecentrum Ellert en Brammert had elk stenen zomerhuisje of kampeerhuisje of bungalowtje een eigen naam.
De naam ‘Plaggenbultien’ kwam nog niet op de lijst voor. De naam ‘Plaggenbultien’ is in het Deevers ‘Plagg’nbultie’. Een plagg’nbultie is een hoop heideplaggen, die plaggen werden, in de tijd dat in Deever elke boer nog schapen had, in de winter gebruikt als strooisel in de potstal van de schapen.
De redactie kan helaas nog geen foto van het stenen zomerhuisje met de naam ‘Plaggenbultien’ tonen.
De lijst met namen is nu als volgt: Baander, Blekbèr, Brummel, Dankbèr, Deele, Dobbe, Eveltas, Hemertien, Hilde, Karnmeule, Knienegat, Nes, Plagg’nbultie, Scheuper, Schoapvoalt, Sikke, Spinwiefien, Streuper, Wiemel, Zödde.
De redactie van ut Deevers Archief heeft het vermoeden dat in de lijst van namen van de zomerhuisjes nog steeds minstens acht namen ontbreken ! Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan deze lijst aanvullen ?

De redactie toont hier ter illustratie een afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart van het stenen zomerhuisjes met de naam ‘de Bander’, in ut Deevers is dat ‘de Baander’. De ansichtkaart is in de zomer van 1955 verstuurd, is uitgegeven door JosPé in Arnhem en werd verkocht door Vacantiecentrum Ellert en Brammert, Dieverbrug, telefoon 05219-1207.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan zich herinneren vacantie gevierd te hebben in het zomerhuisje met de naam ‘de Baander’ ?

Posted in Ellert en Brammert, Toeristenindustrie, Verdwenen object | Leave a comment

Snee sköpp’m van de saandweeg’n in Deever

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 30 december 1886 het volgende bericht over het ruimen van een dikke laag sneeuw op de belangrijkste zandwegen en voetpaden in de gemiente Deever.

Uit Diever wordt van 27 december gemeld aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant:
Zooals met weet, bestaan in Drente nog altijd de persoonlijke diensten.
Toen heden morgen de aarde bedekt was met eene dikke laag sneeuw, die de wegen versperde, werd door bemoeiing van de straatweg-commissie al spoedig de sneeuwslede langs die wegen gesleept,
Op zandwegen gaat dat uit den aard der zaak niet, en spoedig werden daarom de ingezetenen door klokgeklep om den dorpstoren verzameld, en werd dáár door den burgemeester bevolen, dat uit ieder gezin, waarin mannelijke personen van 18-60 jaar aanwezig zijn, binnen een uur een persoon present moest zijn, gewapend met een ballastschop, tot wegruiming van sneeuw van de zandwegen en voetpaden.
Het is een zeer opwekkend gezicht dat werken in massa, waarbij de sneeuwballen natuurlijk niet worden vergeten, en moge het voor de verwende stadskinderen ongerijmd schijnen, dat een burgemeester u maar voor zulk werk kan requireeren, ze doen het in het Drente met lust, het werk is zeer spoedig verricht, en …. het kost geen geld.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Als de inwoners sneeuw moesten geruimen, dan werd vroeger enige tijd geklept met de grote klok.
Het luiden van de klokken in de gemeentelijke toren an de brink van Deever bij verschillende gebeurtenissen is een traditie, die niet verloren mag gaan.

Posted in Saandweg, Toor'n an de brink, Traditie, Winter | Leave a comment

Inzate en palmslag van ut huus van Henduk Pook

Op 22 februari 1919 verscheen in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) een advertentie over het bij inzate veilen van ut huus an de Kruusstroate in Deever en drie bouwakkertjes op de nes van Deever van Hendrik Pook, zie bijlage 1.
Op 8 maart 1919 verscheen in het Nieuwsblad van het Noorden een advertentie over het bij palmslag verkoopen van ut huus van Henduk Pook an de Kruusstroate in Deever, zie bijlage 2.
Tot het bij palmslag verkopen van het huis van Hendrik Pook is het niet gekomen, want op 4 oktober 1924 verscheen in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van Hendrik Pook een reclamebericht over zijn klompenmakerij en klompenhandel.
Dus de grote vraag is waarom die palmslag niet is doorgegaan ?
Van de klompenmakende Hendrik Pook is wel een foto bewaard gebleven; zie afbeelding 1. Op de foto zijn Hendrik Pook (de man rechts) en zijn (latere) schoonzoon klompenmaker Berend Logtenberg te zien. Berend Logtenberg zal het vak van klompenmaker hebben geleerd bij klompenmakerrij Logtenberg in Oene ? De redactie meent zich te herinneren dat van deze foto ooit een tekening is gemaakt. Wie van de nazaten van Hendrik Pook is in het bezit van deze tekening ?
Berend Logtenberg trouwde op 3 mei 1919 in Deever met Jantje Pook, de oudste dochter van Hendrik Pook en Lammigje Wever. Berend Logtenberg is geboren op 19 maart 1884 in Oene (gemeente Epe). Jantje Pook is geboren op 1 oktober 1891 in Oll’ndeever. Johannes Logtenberg – een broer van Berend Logtenberg – trouwde op 13 mei 1922 in Deever met Margje Pook, de tweede dochter van Hendrik Pook en Lammigje Wever. Johannes Logtenberg is geboren op 30 oktober 1892 in Oene (gemeente Epe). Margje Pook is geboren op 3 december 1893 in Oll’ndeever.
De grote vraag is of de foto is gemaakt in de klompenmakerij van Hendrik Pook an de Kruusstroate in Deever of dat de foto is gemaakt in de klompenmakerij van Berend Logtenberg in de Nieuwstraat in Möppel of dat de foto is gemaakt in de klompenmakerij van de familie Logtenberg in Oene ?
De redactie van ut Deevers Archief hoopt en vermoedt dat, gelet op het kleine schuurachtige interieur met het ronde stalraam en de duidelijke aanwezigheid van Hendrik Pook, de foto is gemaakt in Deever. De grote vraag is of deze foto voor of na 3 mei 1919 gemaakt ? De grote vraag is of bij nazaten van Hendrik Pook enig klompenmakersgerak bewaaard is gebleven ?
De redactie weet niet of de drie in de advertentie in bijlage 1 genoemde bouwakkertjes met de naam Stiekelkamp, Aarlange en Kleine Polle wel zijn verkocht of niet.
De redactie van ut Deevers Archief heeft zich de publicatie ‘Veldnamen Gemeente Diever Omstreeks 1832’  van de heemkundige vereniging uut Deever een turboslag in de rondte gezocht naar het perceel bouwland met de veldnaam Stiekelkamp, maar heeft deze niet kunnen vinden. Het is toch wel een zorgelijk dingetje dat in de publicatie ‘Veldnamen Gemeente Diever Omstreeks 1832’ van de heemkundige vereniging uut Deever, helaas geen aandacht is besteed aan veldnamen die na 1832 zijn ontstaan. Hendrik Pook kocht het akkertje op 16 november 1910 voor f. 192,50 van de weduwe Bel.
De advertentie vermeldt het perceeltje bouwland met de naam Aarlange. De publicatie ‘Veldnamen Gemeente Diever Omstreeks 1832’ vermeldt Aarlangen, Aerlangen, Haarlangen (sectie B4 – nr. 21). De Aarlange moet een bouwakkertje in de groep bouwakkers met de veldnaam Aarlangen, Aerlangen, Haarlangen zijn. Deze groep akkers ligt op de Molenesch.
De advertentie vermeldt het perceeltje bouwland met de naam de Polle. De publicatie ‘Veldnamen Gemeente Diever Omstreeks 1832’ vermeldt de Pol (sectie B4 – nr. 25). De Polle moet een bouwakkertje in de groep bouwakkers met de veldnaam de Pol zijn. Deze groep akkers ligt op de Molenesch.

Bijlage 1
Advertentie in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 22 februari 1919

Inzate Diever.
Notaris Bon te Dwingeloo, zal op dinsdag 25 februari 1919, voormiddags 10 uur, ten huize van verkooper, ten verzoeke van Hendrik Pook te Diever, bij inzate veilen:
1. Een huis, waarin verlof en sedert jaren wordt gedreven een welbeklante winkel van kruidenierswaren en aanverwante artikelen, alsmede een klompenmakerij, zeer gunstig gelegen in de kom van het dorp Diever, groot 3.53 are. Het perceel bestaat uit: verlofzaal, bijkamer, winkel, woonvertrek en keuken, 2 slaapkamers en werkplaats. Aanvaarding 1 mei 1919.
2. Bouwland ‘Stiekelkamp’, groot 39.10 are.
3. Bouwland ‘Aarlange’, groot 19.50 are.
4. Bouwland ‘Kleine Polle’, groot 16.80 are.


Bijlage 2
Advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden van 8 maart 1919

Palmslag Diever.
Notaris Bon te Dwingeloo, zal op dinsdag 11 maart aanstaande, des voormiddags 9.30 uur, ten huize van verkooper en ten verzoeke van Hendrik Pook te Diever, bij palmslag verkoopen:
Een huis, waarin verlof en sedert jaren wordt gedreven een welbeklante winkel van kruidenierswaren en aanverwante artikelen, alsmede een klompenmakerij, zeer gunstig gelegen in de kom van het dorp Diever, groot 3.53 are. Het perceel bestaat uit: verlofzaal, bijkamer, winkel, woonvertrek en keuken, 2 slaapkamers en werkplaats. Aanvaarding 1 mei 1919.


Bijlage 3
Advertentie in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 4 oktober 1924

Extra mooi geschilderde gele en zwarte klompen in alle maten voorradig bij H. Pook, Klompenmakerij en -handel, Diever.


Afbeelding 1
Foto van Hendrik Pook en schoonzoon Berend Logtenberg (foto uit de verzameling van Arjan Meijer)

Posted in Kruusstroate, Neringdoende, Veldnème | Leave a comment

De behièder van café Balsmoa döt un oproep

In de Provinciale en Asser Courant van 15 augustus 1945 verscheen het volgende bericht.
Ondergetekende Lambertus Schoemaker, Hoofdstraat 21, Diever, maakt bekend, dat hij door den Militairen Commissaris van het District Meppel is benoemd tot beheerder over het cafébedrijf van K.M. Balsma te Diever en diens verdere privé-vermogen, met ingang van 21 juli 1945.
Hij roept allen op, die zaken of bescheiden van K.M. Balsma onder zich hebben vóór 26 augustus 1945 hiervan aangifte bij ondergetekende te doen. Nalatigheid wordt gestraft overeenkomstig het bepaalde in artikel 153 van het Besluit Herstel Rechtsverkeer.
De beheerder L. Schoemaker.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Met K.M. Balsma wordt de beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma bedoeld.
Met het cafébedrijf wordt bedoeld café Brinkzicht an de brink van Deever.
L. Schoemaker is postkantoorhouder Lambertus Schoemaker van het postkantoor an de Heufdstroate in Deever. 

Posted in Klaas Marcus Balsma, N.S.B.'er, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

De fumilie Pook veur heur huus an de Kruusstroate

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 23 een foto uit 1913 van de familie Hendrik Pook. De familie Hendrik Pook staat voor haar huis in de Kruisstraat in het binnendorp van Diever. Bij afbeelding 23 is de volgende tekst over de familie Hendrik Pook opgenomen.

23 – Diever – Familie Hendrik Pook in de Kruisstraat – 1913
Hendrik Pook, Lammigje (Lammegien) Wever en vijf van hun kinderen staan voor hun huis aan de Kruisstraat. De op 6 november 1867 in Westerbork geboren Hendrik Pook vestigde zich in 1890 in Diever. Lammigje Wever werd op 7 maart 1869 geboren op ’t Kastiel. Zij trouwden op 7 april 1891. Het echtpaar vestigde zich na de bouw van hun huis in 1899 in de Kruisstraat. Daar werden Jantje (1891), Margje (1893), Jantina (1897), Harm (1902), Anna (1906), Jan (1909) en Roelofje (1913) geboren. Hendrik Pook overleed op 17 april 1925. Lammigje Wever stierf op 3 november 1946 in dit huis.
Jan staat bij zijn vader. Roelofje zit op de arm van haar moeder. Van links naar rechts staan Jantje, Margje en Jantina. Harm en Anna staan niet op deze foto.
Het rechter deel was in gebruik als kruidenierswinkel. Let daarbij boven de winkeldeur op de reclame van de twee zelfs nu nog bekend klinkende merken Zebra Kachelglans en Reckitts Blauw.
Voor het linker gedeelte had Hendrik Pook een verlof. Daar was zijn koffiehuis gevestigd. Op zondag werd de ruimte gebruikt door bezoekers van de Gereformeerde Kerk die tussen de twee diensten in Diever bleven, omdat ze te ver weg woonden. Zij konden daar na de morgendienst koffie drinken en hun meegebrachte brood opeten. Per keer werd voor verblijf en koffie een paar centen per persoon betaald, natuurlijk niet op zondag, maar door de week.
Mensen die met koets, brikke of boerenkar ter kerke gingen, konden in de schuur achter het huis hun paard stallen. In die schuur bevond zich ook de toen enige klompenmakerij van het dorp.
Jan Pook behoorde later tot de eerste motorvoertuigbezitters van Diever. Op 14 juni 1933 werd aan hem nummerbewijs D-8842 afgegeven. Voor een tweedehands T-Ford werd hem op 4 maart 1937 nummerbewijs D-10920 verstrekt, het honderdste nummerbewijs in de gemeente Diever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Let vooral op de tekst ‘Verlof Koffiehuis H. Pook’ op het glas van het bovenlicht van de linker voordeur.
De redactie verwijst ook naar een andere foto waarop aan de rechterkant het huis van de familie Pook is te zien.
De redactie heeft de eerste navolgende kleurenfoto van het pand van Hendrik Pook gemaakt op woensdag 3 september 2018, let op het groen van de bomen en struiken.
De redactie heeft de tweede navolgende kleurenfoto van het dan 120 jaar oude pand van Hendrik Pook gemaakt op woensdag 6 november 2019, ten tijde van de uitvoering in 2019/2020 van het hyperdure over de top onderbestratingswerkje van het binnendorp van Deever met de naam Diever op Dreef (in ut Deevers: Deever op Drift).
De redactie zal de in openbare bronnen aanwezige gegevens van de familie Hendrik Pook nog toevoegen aan dit bericht.

Posted in Alle Deeversen, Diever, ie bint 't wel ..., Peperstroate | Leave a comment

Ut jonkvolk van Deever hef wè wat te weins’n

In de Meppeler Courant (de Olde Möppeler) van 30 november 1970 verscheen het volgende bericht over de plannen voor een nieuw te stichten gemeenschapshuis, dat na de bouw de naam het Dingspilhuus kreeg.

Voor gemeenschapshuis
Jeugd van Diever dient verlanglijst in
De jeugd van Diever kon vrijdagavond op de cultuurzolder van het gemeentehuis te Diever haar mening geven over de plannen van een nieuw te stichten gemeenschapshuis. In totaal waren 70 van de 350 genodigden aanwezig. De bijeenkomst stond onder leiding van de heer K. de Vries, van de raad voor jeugdaangelegenheden in Drenthe.
‘Als de jeugd zegt dat er een gemeenschapshuis moet komen, dan moeten ze ook maar zeggen hoe het er uit moet zien’, aldus de heer de Vries.
Volgens de aanwezige jongelui moeten de volgende ruimten in het gemeenschapshuis worden geprojecteerd:
1. een dancing;
2. een koffiebar;
3. een ruimte waar men kan sporten zonder lid te zijn van een vereniging;
4. een zaaltje voor films;
5. een ruimte om creatief bezig te zijn;
6. een zaal voor biljarten, tafeltennis, enzovoort;
7. een ruimte voor een goede beatband;
8. een ruimte voor cursussen;
9. een ruimte waar overnacht kan worden, bijvoorbeeld in vakantietijd.
Deze ruimte zal speciaal zijn voor jongeren, die op doortocht zijn, die niet in een jeugdherberg of camping willen overnachten.
Volgens de heer de Vries zijn al deze ruimten met een beetje goede wil in één gebouw onder te brengen.
Er waren verschillende jongeren, die graag een gesprek met de architect, de heer Kalfsbeek uit Borger wilden hebben. Er werden 10 jongeren in de zaal aangewezen, die 15 december met de werkcommissie en de architect rond de tafel gaan zitten.
De heer de Vries merkte op dat er in Drenthe verscheidene dorpshuizen staan, maar dat het nog nooit is gebeurd, dat een gemeente zijn jeugdige inwoners heeft gehoord, hoe een gemeenschapshuis er nu eigenlijk moet uit zien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie kwam bij het digitaliseren (scannen) van dozen met papieren knipsels uit de Olde Möppeler (Meppeler Courant) bijgaand verbazingwekkende berichtje tegen.
Watte ?? Ehhh ?? Mocht de Deeverse jeugd bij het ontwerp van het Dingspilhuus zijn verlanglijstje indienen als ware het een lijstje voor Sinterklaas en mochten zij zomaar ook een paar uurtjes meemompelen en meebrabbelen met de werkcommissie van Lage En Hoge Dametjes En Heertjes Van Het Sociaal-Culturele Gelijk Van De Gemiente Deever en de architect ?
Inspraak ? Het effect van het democratiseringsgolfje in de zestiger jaren van de vorige eeuw ? Waar een benepen gemientebestuur zich zoal groot in wilde achten. Inspraak ? Nee dus. Vergeet het maar.
Kreeg de bepaald niet verwende Deeverse jeugd alle cadeautjes die op het verlanglijstje stonden.?
Dat 
valt ten zeerste te betwijfelen, maar is niet meer ter plekke te toetsen, want ut Dingspilhuus, ut ienugge waarme hart van Deever is helaas afgebroken. Maar het ongewilde koude Hart van Deever op de Westeresch kan wel getoetst worden aan het zeer realistische verlanglijstje van de Deeverse jeugd,

Posted in Cultuur, Deever, Dingspilhuus | Leave a comment

De sloop van De Keet op de Heezebaarg in 1997

De hooggeleerde en hooggeachte oudheidkundige professor doctor Albert Egges van Giffen (geboren op 14 maart 1884 te Noordhorn, overleden op 31 mei 1973 te Zwolle, begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever) en zijn vrouw Guda Erica Gerharda Duijvis (ja, die van de pinda’s, ook begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever) hadden een vakantiehuisje op de Heezebaarg aan de rand van de Heezeresch. Het huisje heette eerst ‘de Keet’, later ‘de Heezeberg’.
De Keet is inderdaad de directiekeet die bij de grote oudheidkundige afgraving van de wierde van Ezinge stond, Deze keet werd na 1934 afgebroken en weer opgebouwd op de Heezebaarg (de baarg an de raand van de Heezeresch).
In 1997 was met name de houten onderkant van ‘de Keet’ in een dusdanig slechte toestand (houtrot) dat de eigenaren, een kleindochter van de hooggeleerde en hooggeachte professor doctor Albert Egges van Giffen en haar echtgenoot, het houten huisje hebben laten afbreken, waarna direct daarna op dezelfde plaats een groter vakantiehuis is gebouwd. De afbraak van de oude en de bouw van de nieuwe vakantiewoning is uitgevoerd door bouwbedrijf Schipper uut Dwingel (eerder gevestigd in Leggel).
De avond voor de afbraak in de tweede helft van oktober 1997 hebben de redactie van ut Deevers Archief en de eigenaren van het huisje bij wijze van afscheid nog lekker gezellig een poosje in het woonkamertje van ‘de Keet’ op de Heezebaarg gezeten en daar een kopje thee gedronken en een koekje gegeten.
De kleindochter van de hooggeleerde en hooggeachte professor doctor Albert Egges van Giffen heeft de kleurenfoto’s van het interieur van ‘de Keet’ een paar dagen vóór de afbraak van ‘de Keet’ gemaakt, Zij heeft ook de kleurenfoto van de afbraak gemaakt.
Let bij de foto’s van het interieur vooral op de originele elementen, zoals de gaslampen en de koperen pomp.
De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren van oude jaargangen van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Diever of Van Goor’s Blattie) op bladzijde 7 van het nummer van 2 oktober 1997 bijgaand bericht van Burgemeester en Wethouders van de gemiente Deever over de verleende bouwvergunning voor het geheel vernieuwen van recreatiewoning ‘de Keet’ op het perceel Steenakkerweg 2 te Diever. Zie de bijgegevoegde afbeelding van dit bericht.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde zwart-wit foto van ut somerhuussie van pufesser Albert Egges van Giffen op de Heezebaarg ook ten zeerste bewonderen in bijgesneden vorm op bladzijde 31 van het in 2008 verschenen papieren boekwerkje ‘Diever, zoals het was in de voormalige gemeente, 1930-1980’, dat is samengesteld door vrijwilligers van de heemkundige vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boekwerkje zijn of dat papieren boekwerkje bij iemand in kunnen zien.
En als klap op de vuurpijl kan de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die ook een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, de hier afgebeelde zwart-wit foto van ut somerhuussie van pufesser Albert Egges van Giffen op de Heezebaarg ook ten zeerste bewonderen op bladzijde 7 van het in 1992 verschenen papieren boek ‘Geschiedenis van Diever’, dat is uitgegeven bij de Stichting Het Drentse Boek. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

Abracadabra-1561Abracadabra-1555Abracadabra-1556Abracadabra-1557Abracadabra-1558Abracadabra-1560

Posted in Albert Egges van Giffen, Heezerbaarg, Verdwenen object | Leave a comment

Un vurgeet’n foto van de Iemenhof bee de brink

De redactie van ut Deevers Archief kwam in het argeloze voorbijgaan tot zijn grote verrassing bijgaande fraaie zwart-wit foto van het woonhuis met de naam Iemenhof tegen. Het woonhuis met de naam Iemenhof staat op grond dat vóór de bouw van het woonhuis deel uitmaakte van een bouwakker met de veldnaam Iemenhof. Ut vurropte kaarkepad hen Wapse leup langs de akker mit de naeme Iemenhof.
Het woonhuis met de naam Iemenhof staat ook op het lijstje van gemeentelijke monumenten in de gemeente Westenveld dat ijverig en nauwgezet wordt gekoesterd door de culturele spindoctor en monumentenballoteur werkzaam in de Public Policy Industry van het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld, dat helaas is gevestigd in het raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever (het raadhuis had gevestigd moeten zijn gebleven in de gemeentehuisboerderij in Oavelte).
Het woonhuis met de naam Iemenhof is omstreeks 1935 gebouwd. De woning is in een zo genoemde zakelijk expressionistische stijl (interbellum architectuur) gebouwd. Gooi al die lulkoektermen maar gauw in de pet van de beleidsregisseur, werkzaam in de Public Policy Industry van het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld.
Wellicht is de culturele spindoctor en monumentenballoteur werkzaam in de Public Policy Industry van het Publieke Bedrijf Gemeente Westeveld nog eens zo goed gelinkt in het netwerk dat hij het hier getoonde gemeentelijke monumentje kan laten promoveren tot rijksmonument. Dat is de monumentenballoteur van de gemeente Heerenveen wel gelukt met het in zakelijk expressionistische stijl gebouwde woonhuis aan de Schoterlandseweg in Mildam. Aarfgood is mièr dan un bulte stien’n en wat gebrabbel in un tiedskrift.
Het huis met de naam Iemenhof werd in de vijftiger jaren van de vorige eeuw in elk geval bewoond door Harmanna Cornelia Coster. Was zij toen al weduwe ? Zij trouwde op 7 mei 1942 met Hendrik G. Koster. Wie was de opdrachtgever voor de bouw van dit huis ? Wie waren de eerste bewoners van dit huis. Wie was de architect van het huis ? Welke aannemer heeft het huis gebouwd ? De redactie zal toch te zijner tijd en zeker niet met turbospoed en ook niet in turbodraf eens wat gegevens opzoeken in het oude archief van de gemiente Deever. Of kan één van de trouwe bezoekers van ut Deevers Archief de redactie aan gegevens helpen ?
Is de hier afgebeelde zwart-wit foto afkomstig uit de verzameling van Harmanna Cornelia Coster ? En in welk jaar is deze zwart-wit foto gemaakt ? De redactie schat in dat deze foto vóór de Tweede Wereldoorlog is gemaakt.
Het huis met de naam Iemenhof staat nog steeds an de Brinkstroate en ok un beetie an de brink van Deever.
Het huis stond in 2019 nog als een karakteristieke dorpsvilla te koop. Zie de bijgaande kleurenafbeelding van een advertentie in Fehse Woonmagazine, nummer 2, maart/april 2019, gepubliceerd op 12 maart 2019.

Posted in Brinkstroate, Iemenhof | Leave a comment

Jan Kok an ’t waark mit de heujschudder

Jan Kok is geboren op 20 september 1917 aachter op ut Noord in Wittelte
Hij is een zoon van Lambert (Laamut) Kok en Aaltje (Oaltie) Harms.
Hij is overleden op 30 juni 1993.
Hij was ongetrouwd en woonde in een boerderij aachter op ut Noord. Deze boerderij heeft nu als adres Noordswegje 10.
Daar woonde hij met zijn twee ongetrouwde zusters Jantje en Jantina. Jantje Kok is geboren op 31 mei 1915 en is overleden op 3 augustus 1966. Jantina Kok is geboren op 9 september 1918 en is overleden op 30 januari 1996.
Jan Kok was een beetje boer. Daarbij werd hij vooral geholpen door zijn zuster Jantina. Op de hier afgebeelde foto is hij in hun land bij de boerderij bezig drogend hooi te schudden. Hij vond het blijkbaar handiger niet op de hooischudder te zitten, maar naast het paard te lopen. Jan deu al ut boer’waark mit sien pièd. Hee haar gien trekker. Sien pièd was sien trekker.
Op de foto is achter Jan Kok de bebouwing van en de bomen langs de Wapserveenseweg te onderscheiden.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan bij benadering aangeven in welk jaar deze foto is gemaakt.
De redactie van ut Deevers Archief verwijst de zeer gewaardeerde geïnteresseerde bezoekers van ut Deevers Archief voor meer gegevens graag naar het zeer informatieve boek Wittelte. Geschiedenis van de boerderijen vanaf 1770 tot heden, geschreven door de Witteler wijlen Klaas de Boer.

Posted in Boer'nlee'm, ut Noord | Leave a comment

Henk ter Hoor hef un stuk bee sien winkel anebaut

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papperrasje scannen en vervolgens in de oud-papier-container gooien) bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders, en zo voort, en zo voort, en zo voort, uut de gemiente Deever zo nu en dan een door hem belangwekkend geacht bericht. De redactie wil zo één bericht natuurlijk niet onthouden aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief.
In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 7 december 1970 verscheen op bladzijde 9 het volgende berichtje met foto over de uitbreiding van de kruidenierswinkel van Henk ten Hoor an de Peperstroate in Deever.

Te Diever: Henk Ten Hoor breidt uit
Diever – De heer H. ten Hoor, de nieuwe A&O kruidenier te Diever, is momenteel bezig zijn zaak uit te breiden. De zaak van voorheen Breimer heeft hij enkele maanden geleden overgenomen en nu wordt het pand enorm uitgebreid.
Er is een stuk bij de zaak aangekomen en er komt een parkeergelegenheid achter. De ingang is ook verplaatst. Op 16 december zal de zaak officieel worden geopend.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De kruidenierswinkel van de latere ondergoedtycoon en zwembadexploitant Henk ten Hoor stön op de hook van de Peperstroate en de Kruusstroate in Deever. De ingang van de winkel werd in 1970 verplaatst van de Peperstroate hen de Kruusstroate.
In enige berichten in het Deevers Archief is aandacht besteed aan de kruidenierswinkel van Jan Breimer en Lammigje Kloeze; zie het bericht Breimer – In ’t goede merk … is Centra sterk of het bericht A&O-winkel van Jan Breimer en Lammigje Kloeze.
De maker van de bij het berichtje geplaatste foto is de Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm Hessels,

Posted in Haarm Hessels, Kruusstroate, Neringdoende, Peperstroate | Leave a comment

De modderkaamp op de Oeren bee Deever

De bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkoate van de soldoat’nkaamp op de Oeren tussen Kalteren en Wapse is op 21 september 1906 verstuurd aan de weduwe F. Radersma, Lodewijkstraat 48, Groningen.
De afzender was F. Pals, negende regiment, derde bataljon, tweede compagnie, modderkamp bij Diever.
Blijkbaar trof soldaat F. Pals tijdens zijn verblijf in het zomeroefenkamp van de landweer slecht weer en veel regen, vandaar die sagrijnige opmerking ‘modderkamp bij Diever’ in de schrijfruimte op de achterkant van de ansichtkaart.
Het is wel voorstelbaar dat de soldatenkampplaats op de Oeren bij veel regen veranderde in een modderpoel, want de ondergrond van de Oeren was leemachtig en bevatte ook ijzeroer (vandaar de naam de Oeren).

Posted in de Kaamp op de Oeren | Leave a comment

Bee Castra Vetera stön un Araucarea imbricata

In Onze Tuinen, geïllustreerd weekblad voor amateur tuiniers, verscheen op 26 april 1918 in jaargang 12, nummer 43 op bladzijde 544 – zie de afbeelding – een vraag over de Chileensche slangenboom, die de vraagsteller op Zorgvlied in de tuin van villa Castra Vetera zag staan.

Vraag No. 413:
Ik zag gisteren te Zorgvlied (Drenthe) een prachtige sierboom; van verre den vorm van een Den, groeit als een Den met kransen van takken.
Deze bestonden uit slangvormig hangende takken. Deze en de stam waren geheel geschubd. Kleur zeer donkergroen. Het geheel een prachteffect.
Men noemde den boom daar Chileensche slangenboom. De bewoner van den villa gaf hem mij als naam op Araucaria imbricata.
Kent u dezen boom ? En zoudt u mij kunnen mededeelen of en waar ik deze kan kopen ?
S.W.
Antwoord:
De boom welke u zag, is inderdaad Araucaria imbricata; den naam Chileensche slangenboom vind ik erg leelijk en Chileensche den (zooals men ook wel zegt is) is zeer onjuist. ’t Is te hopen, dat deze boom wat algemeener wordt, en dan onder den juisten naam. In Onze Tuinen is deze boom al vaak beschreven en afgebeeld. (Jgr. II, 323; III, 657,;V, 113; VI, 270; VII, 163;  IX, 210 en X, 74).
’t Is een prachtboom voor een open plaats, enigszins beschut tegen Noorden en Oosten winden. In groepjes geplant, zooals in Arnghem op een der pleinen, sterven de onderste takken af, wat aan de sierwaarde groote schade veroorzaakt.
Adressen mogen hier niet genoemd worden; maar in de Advertentie-rubriek vindt u meerdere adressen van boomkweekers, waar u uitstekend terecht kunt.
B.B.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De Araucaria imbricata of Araucaria araucana wordt in het Nederlands slangenboom, slangenden, kandelaarden, apeboom, apetreiter, apepuzzel of apeverdriet genoemd. 
Het is verbazingwekkend te lezen dat amateur tuiniers zich al in 1906 konden abonneren op een geïllustreerd weekblad met de naam Onze Tuinen. Het is verbazingwekkend te lezen dat een voorbijganger in 1918 in de tuin van villa Castra Vetera op Zorgvlied een luxe exotische Araucaria imbricatia waarnam. Die apeboom moet daar al vóór de eeuwwisseling zijn geplant. Zou mr. Lodewijk Guillaume Verwer óf zijn echtgenote of een van zijn kinderen deze luxe exotische sierboom hebben geplant ? En dat in een tijd dat behoorlijk wat inwoners van de gemiente Deever nog in plaggen hutten zonder moestuin en zeker zonder siertuin moesten leven.

Posted in Castra Vetera, Zorgvliet | Leave a comment

Ut beeld Ut Behagen kö’j vanof de weg neet seen

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassjus scannen en vervolgens die papperrassjus in de container voor het oude papier gooien), bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, zo nu en dan een door hem belangwekkend geacht bericht.
In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 1 september 1999 verscheen bijgaand bericht over de onthulling van het dubbelbeeld ‘het Behagen’ bij het bedrijf Heluto an de weg tuss’n Deever en de Deeverbrogge. De redactie wil dit bericht met name vanwege het twintigjarige jubileum van het dubbelbeeld ‘het Behagen’ in september 2019 de trouwe bezoekers van ut Deevers Archief uiteraard niet onthouden

Fraaie plaats voor ‘Behagen’ langs het fietspad
Bedrijfsjubileum: kunstwerk voor Diever
Diever – ‘We staan hiet vanmiddag in feite door een actie van het personeel, dat haar waardering wil uitspreken over het bedrijf. Een werkgever die goed is voor haar personeel is dan ook lovenswaardig. Samen bent u sterk en dat leidt tot een beter produkt en dat is een visie die mij aanspreekt’. Dat zei burgemeester Anne Meijer van Westerveld toen hij maandagmiddag in Diever een kunstwerk onthulde.
Het is een schepping van kunstenaar Charles Henri de Vries, beeldend kunstenaar uit Meppel. Het beeld ‘het Behagen’ moet het behaaglijke binnenklimaat symboliseren dat bij het bedrijf Heluto heerst. Het kunstwerk is een kado van het personeel aan de direktie vanwege het 30-jarig bedrijfsjubileum van het Dieverder bedrijf.
Al eerder werden bedrijfsjubilea opmerkelijk gevierd, want ter gelegenheid van het zilveren jubileum ging men met het hele personeel op reis naar Curacao. ‘Geen dure receptie voor genodigden, want wij doen dit als personeel allemaal samen. Vandaar deze grote personeelsreis’, stelde de direktie indertijd.
Ditmaal koos men dus voor een mooi kunstwerk. Het is langs het fietspad van Dieverbrug naar Diever geplaatst en werd daardoor ook een kado voor de bevolking. Al fietsend van Dieverbrug naar Diever of omgekeerd passeert men het 1.80 meter hoge kunstwerk.
Twee beelden
Na het aanbieden van het kado was er een barbequefeestje voor de ongeveer 50 mensen die bij het bedrijf in Diever werken. ‘En we zijn bezig ons te certificeren, dus misschien komt er aan het eind van het jaar nog eens een feestje.’, zegt direkteur Geert Room.
De uitvoering, die de kunstenaar koos voor ‘het Behagen’ is uitgedrukt in twee beelden: de ene persoon spreidt behaaglijk een doek uit over de ander. Het behaaglijke is gekozen, omdat het bedrijf naam heeft gemaakt in een behaaglijke omgeving door een goed omgevingsklimaat met voldoende warmte en voldoende frisse lucht.
‘Slechts één procent van de 6 miljoen woningen in Nederland voldoet aan de normen voor binnenluchtkwaliteit’, stelde Heluto indertijd op haar offertemap, waarmee duidelijk werd gemaakt dat men zich heeft gespecialiseerd in luchtverwarming en uitgebalanceerde ventilatie. Volgens Meijer is het uniek dat men bij elke klant zoekt naar het meest geschikte systeem en dat elk personeelslid daarin kan meedenken. Dat werkt motiverend en is volgens de burgemeester de juiste filosofie voor succes.
Heluto maakt sinds 1978 deel uit van de club van installatiebedrijven, de KNG (Klimaatgroep Nederland), waarin ideeën en kennis worden uitgewisseld. Men probeert door kennis uit te wisselen samen tot betere prestaties te komen. Met haar systeem van uitgebalanceerd ventilatie, warmteterugwinning, kostenbesparing en maximaal woon- en werkcomfort maakte het Dieverder bedrijf ook naam in de VS. De NOM, de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij droeg het bedrijf indertijd voor als voorbeeldbedrijf.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) is toch wel een merkwaardig bericht. De voorzitter van de personeelsvereniging van het bedrijf Heluto wordt in het bericht niet genoemd en dat was toch wel de man om het beeld namens het personeel aan de eenkoppige directie aan te bieden. Het personeel zelf komt ook niet aan het woord. In het bericht wordt ook niet duidelijk of de eenmansdirektie van het bedrijf Heluto blij was met het kunstwerk.
Het toch wel erg realistische dubbelbeeld ‘het Behagen’ is vanaf het fietspad Deever-Deeverbrogge, goed verscholen in een klein paradijsje achter dicht struweel en wuivend riet, in zijn geheel niet te zien.
En wilde V.V.D.-burgemeester Anne Meijer zomaar het toch wel erg realistische dubbelbeeld ‘het Behagen’ onthullen, of stelden De Lage En Hoge Dametjes En Heertjes 
Van Het Absolute Puriteinse Behoudende Gelijk Van De Gemeente Westenveld daarbij als voorwaarde dat het dubbelbeeld niet zichtbaar mocht zijn vanaf de openbare weg en daarom discreet verdween in een paradijselijke omgeving achter dicht struweel en wuivend riet ?
In het bericht worden allerlei zaken aangehaald die helemaal niets met het onderwerp hebben te maken, maar meer lijken te dienen voor het opschroeven van de geldelijke vergoeding van de krantencorrespondent van dienst.
De kunstenaar Henri Charles de Vries uut Möppel, die werkte onder de schuilnaam Charles Henri, is de maker van het dubbel
beeld ‘het Behagen’. Kreeg hij een dubbelhonorarium voor een dubbelbeeld of matste hij de personeelsvereniging van het bedrijf Heluto en vroeg hij slechts een enkelhonorarium voor het dubbelbeeld ?
Bij het bericht in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) is geen foto van het dubbelbeeld ‘het Behagen’ geplaatst.
Op de bladzijde van Charles Henri in de online-encyclopedie Wikipedia is ook nog geen foto van het dubbelbeeld ‘het Behagen’ te vinden.
Op de luchtfoto van het bedrijf Heluto, die te zien is in de webstee www.heluto.nl, is het dubbelbeeld ‘het Behagen’ niet te onderscheiden.
In de webstee www.groenengroei.nl zijn wel enige belangwekkende gegevens van de kunstenaar Charles Henri te vinden, maar geen foto van het dubbelbeeld ‘het Behagen’.
De webstee www.drenthekunstbreed.nl toont een soort van enigszins kuise versie van het toch wel erg realistische dubbelbeeld ‘het Behagen’.
De redactie van ut Deevers Archief zag zich daarom toch wel een beetje genoodzaakt tijdens een fietstochtje even bij het bedrijf Heluto af te stappen en achter het dichte struweel en het wuivende riet te kijken, teneinde van de twee toch wel erg realistische beelden op een roestige sokkel van weervast staal aan de rand van een goedgevulde goudvissenbadkuip op maandag 27 juli 2019 bijgaande twee realistische kleurenfoto’s te maken.
Is het dubbelbeeld ‘het Behagen’ opgenomen in de plaatselijke kunstwerkenroute ? 

Posted in Beeld, Kuunst | Leave a comment

Ee’m middageet’n in de kaamp op de Oeren

In het Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant verscheen op 26 juli 1905 het navolgende korte bericht over oefeningen van de landweer in de gemeente Diever.

Leeuwarden, 24 Juli.
De twee bataljons van het 9e regiment infanterie alhier gaan morgenvroeg per extra-trein, ter sterkte van 26 officieren en ongeveer 800 onderofficieren en manschappen naar Steenwijk, om vandaar naar Diever te marcheeren, waar zij het in gereedheid gebrachte kamp zullen betrekken voor het houden van bataljons- en velddienstoefeningen.
Met het bevel in de legerplaats is belast de majoor M.W. de Vries, commandant van het 1e bataljon van het Regiment.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Middenstanders, vroeger werden ze neringdoenden genoemd, tegenwoordig worden ze ondernemers genoemd, uit de omgeving van het soldatenkamp op de Oeren beseften dat ze met zo’n grote groep soldaten op oefening kansen hadden enig geld te verdienen aan de verkoop van ansichtkaarten van het legerkamp.
Bijgaand afgebeelde ansichtkaarten uit 1906 zijn exemplaren van een redelijk groot aantal verschillende in 1906, 1907 en 1908 uitgegeven ansichtkaarten van het militaire zomeroefenkamp op de Oeren. Het is de bedoeling van de redactie in ut Deevers Archief steeds meer van deze ansichtkaarten te tonen. Zo mogelijk alle in die jaren uitgegeven ansichtkaarten. Het verschil tussen beide afgebeelde ansichtkaarten is dat op een van de twee ansichtkaarten de naam van de uitgever staat vermeld: M. Bolkestein, Meppel
Afbeeldingen 2-1 en 2-2
Deze kaart is op 19 september 1906 verstuurd naar mejuffrouw A. Oenema, per adres den heer Arnold, Klanderij, Leeuwarden. De afzender was H.O., negende regiment, eerste bataljon, derde compagnie, kamp te Diever. De kaart is op 20 september 1906 gestempeld in Leeuwarden. De redactie heeft niet kunnen achterhalen wie mejuffrouw A. Oenema was en wie de afzender H.O. was.
Afbeeldingen 3-1 en 3-2
Deze kaart is in 1906 verstuurd naar mejuffrouw S. de Jong, per adres den weledelen heer S. de Jongj, Hijlaard – Friesland. De afzender is A. de Jong. De redactie heeft niet kunnen achterhalen wie mejuffrouw S. de Jong was en wie de heer A. de Jong was. wie de afzender H.O. was.

Abracadabra-1444
Afbeelding 2-1 – Voorkant

Afbeelding 2-2 – Adreskant van afbeelding 2-1

Afbeelding 3-1 – Voorkant

Afbeelding 3-2 – Adreskant van afbeelding 3-1

Posted in Ansigtkoate, de Kaamp op de Oeren, Wapse | Leave a comment

Sunig mit stien’n uut ’n nazi-Duutse startbène ?

In de nieuwsbrief ‘Brinkenplan Diever op Dreef’ van juni 2020, zijnde een officieel communicatiemiddel van de gemeente Westenveld, die nog te vinden is in de webstee van het zo genoemde Brinkenplan van de gemeente Westenveld, is aanwezig het schrikbarende artikeltje ‘Cultureel erfgoed in de brink van Diever’. Dit schrikbarende artikeltje is hier als afbeelding opgenomen; zie afbeelding 1. Het ‘Brinkenplan Diever op Dreef” is de naam die de gemeente Westenveld heeft gegeven aan het in 2019 en 2020 uitgevoerde uiterst noodzakelijk geachte peperdure heronderbestratingwerkje van de straten van ut olde Deever, dat vele miljoenen euro’s belastinggeld heeft gekost.

Cultureel erfgoed in de brink van Diever
In Diever liggen op een aantal plaatsen nog stenen die afkomstig zijn van het vliegveld dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers is aangelegd op het Holtingerveld in Darp.
Deze stenen (broodjes) lagen in de startbaan waarvan op het Holtingerveld twee waren aangelegd (kleine startbaan en grote startbaan).
Veel jonge mannen uit de omgeving waren door de Duitsers hier te werk gesteld om het vliegveld aan te leggen. Het vliegveld werd tijdens de oorlog veelvuldig door de geallieerden gebombardeerd, waardoor het vliegveld vaak onbruikbaar was.
Na de oorlog is het vliegveld ontmanteld en zijn de stenen gebruikt bij de aanleg van wegen. In Diever liggen deze stenen in de brink en de Brinkstraat. Dit straatwerk is dus een stukje cultureel erfgoed waar we zuinig op moeten zijn.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De Nederlandse vertaling van de Deeverse titel van dit bericht is: Zuinig zijn op stenen uit een nazi-Duitse startbaan  ?
De redactie wist absoluut, totaal, volstrekt, in zijn geheel niet, wös agin neet, tot het lezen van het schrikbarende bericht ‘Cultureel erfgoed in de brink van Diever’, dat in de straat op de brink van Deever vóór het Schultehuis straatklinkers (broodjes) liggen uit een nazi-Duitse startbaan van het nazi-Duitse militaire vliegveld van de nazi-Duitse Luftwaffe op de Havelterberg.
De redactie was veraldereerd na het lezen van dit schrikbarende bericht waarin wordt gemeld dat deze nazi-Duitse straatklinkers (broodjes) zijn gebombardeerd tot ‘dus een stukje cultureel erfgoed’, waar ‘we’ zuinig op moeten zijn. Welke lomperiken zonder historisch besef hebben dit bedacht ?
De grote vragen liggen voor de hand: wie heeft besloten dat deze nazi-Duitse straatklinkers ‘een stukje cultureel erfgoed’ zijn en van wie is dit ‘stukje cultureel erfgoed’ en wie zijn ‘we’ en waarom moeten ‘we’ zuinig zijn op die nazi-Duitse straatklinkers (broodjes) ?
Vast staat wel dat de straatklinkers (broodjes) uit de nazi-Duitse startbaan in de straat op de brink van Deever gelukkig geen cultureel erfgoed van de Nederlandse staat zijn en gelukkig ook geen cultureel erfgoed van de provincie Drente zijn.
De straatklinkers (broodjes) schijnen ook geen cultureel erfgoed van de gemeente Westenveld te zijn, althans deze staan niet in de schier onvindbare lijst van gemeentelijke monumenten van de gemeente Westenveld in het dorp Deever. De in de Public Policy Industry werkzame beleidsregisseur erfgoed, cultuurhistorie en monumenten van de gemeente Westenveld bevestigde dat op een vraag van de redactie van ut Deevers Archief. Maar bij de jarenlange overgedetailleerde en overgeorganiseerde voorbereiding van het hyperdure heronderbestratingswerkje ‘Brinkenplan Diever op Dreef” van die paar straten in het binnendorp van Deever kan het niet anders zo zijn geweest dan dat de beslissing de nazi-Duitse straatklinkers (broodjes) op de brink van Deever de status van ‘cultureel erfgoed’ te geven, zorgvuldig en breed binnen het ambtenarenapparaatje (the Public Policy Industry) van de gemeente Westenveld is herkauwd en overwogen en genomen.
Weet de politiek verantwoordelijke wethouder van cultuur van de gemeente Westenveld dat de nazi-Duitse straatklinkers afkomstig uit een nazi-Duitse startbaan van het nazi-Duitse militaire vliegveld van de nazi-Duitse Luftwaffe op de Havelterberg in de straat op de brink van Deever vóór het Schultehuis de status van ondergeschoven gemeentelijk ‘cultureel erfgoed’ hebben gekregen ? Of hebben deze straatklinkers de aparte status van gemeentelijk ‘nazi-cultureel erfgoed’ ?
De redactie van ut Deevers Archief verwijst voor de goede orde en voor de volledigheid ook naar het bericht Bint klinkers uut un nazi-Duutse startbène aarfgood ?

Afbeelding 1
Het hier afgebeelde bericht is gepubliceerd in het officiële gemeentelijke communicatiemiddel ‘Nieuwsbrief Brinkenplan Diever op Dreef” van juni 2020.
Afbeelding 2
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

In een stukje straat op de brink van Deever vóór het Schultehuis liggen straatklinkers (broodjes) die afkomstig zijn uit een nazi-Duitse startbaan van het nazi-Duitse militaire vliegveld van de nazi-Duitse Luftwaffe op de Havelterberg.
Afbeelding 3
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto gemaakt op vrijdag 28 november 2020.

In een stukje straat op de brink van Deever vóór het Schultehuis liggen straatklinkers (broodjes) die afkomstig zijn uit een nazi-Duitse startbaan van het nazi-Duitse militaire vliegveld van de nazi-Duitse Luftwaffe op de Havelterberg. Op de voorgrond is duidelijk de grens te zien tussen de door het ambtenarenapparaat (the Public Policy Industtry) van het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld zo gekoesterde nazi-Duitse straatklinkers (broodjes) en de duurzame en klimaatbestendige en hittestressbestendige en circulaire Deever-op-Dreef straatklinkers. Let vooral ook op de brede en diepe overstromingsbestendige afwateringskanalen aan weerskanten van de straat met de nazi-Duitse klinkers (broodjes). Of zijn het geen afwateringskanalen, maar wadi’s ?

Posted in Brink, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Anne Mulder spreuk as ièste in un eup’mlochtspel

De redactie van ut Deevers Archief kreeg in de jaren 2000-2008 bij zijn bezoeken aan wijlen Anne Mulder – een Deeverse uut de Aachterstroate – die eerst an de Kloosterstroate in Deever, daarna in Gasselte en later in Assen woonde – steeds van hem verhalen, schrijfsels, artikelen, krantenknipsels en documenten over Deever ter hand gesteld met de bedoeling deze voor hem al dan niet in geredigeerde vorm te publiceren.
Het is de redactie bij het leven van Anne Mulder helaas niet gelukt al zijn Deeverse documenten in het papieren blad Opraekelen van de heemkundige vereniging uut Deever te publiceren, dan maar posthuum – en met alle respect – en beetje bij beetje opnemen in
ut Deevers Archief.
Tussen de documenten zat ook een door hem zelf getypt verhaaltje met correcties – zie bijgaande afbeelding – over het eerste openluchtspel in Deever en zijn eigen rol als hertog Theseus in dat openluchtspel.

Waarom Shakespeare-toneel in Diever ?
De arts L.D. Broekema, die in juli 1945 huisarts te Diever werd, voelde veel voor toneelspel. Een toneelvereniging werd opgericht met Broekema als regisseur. Als eerste toneelstuk werd ‘de verdwenen ring’ van Jan Fabritius gespeeld.
Maar in dat stuk speelde maar een deel van het grote ledental mee. Vandaar dat dokter Broekema voorstelde een openluchtspel uit te voeren waar iedereen bij betrokken was. Het werd een midzomernachtsdroom van William Shakespeare (leefde van 1564 tot 1616 in Stratford upon Avon in Engeland). De eerste opvoering vond plaats op 31 augustus 1946.
Ik ga er prat op dat ik de allereerste woorden van de Dieverse openluchtspelen heb gesproken, namelijk als Theseus, hertog van Athene.
Sedertdien zijn steeds stukken van Shakespeare opgevoerd, behalve in 1949 toen ‘Peer Gynt’ van de Noorse schrijver Hendrik Ibsen werd gebracht.
Dokter Broekema werd na zijn overlijden opgevolgd door Wil ter Horst, die de regie na vele jaren in 1999 heeft overgedragen aan Jack Nieborg uit Groningen.
Was dokter Broekema de grote stimulator, er is in Diever nog een andere welkome omstandigheid die de spelen mogelijk maken. Dat is de HAVO/MAVO-scholengemeenschap. Een aantal leerkrachten speelt steeds in de stukken mee.
Handige Brabanders hebben op de bekendheid ingespeeld door van het reeds bestaande restaurant aan de Achterstraat in Diever een specialiteiten-restaurant met de naam ‘The Shakespeare’ te maken.
Een beeldje achter de Hervormde Kerk in Diever stelt een scene uit ‘een midzomernachtdroom’ voor, waarin handwerkslieden optreden. Deze scene is bedoeld als een spotternij op het amateurtoneel. Titiana, de elfenkoningin, wordt gekust door een ezel.
En toch de voornaamste spreuk uit ‘de droom’ is: ‘En nooit is iets verkeerd of ongepast wat eenvoud in oprechte ijver biedt’. Deze spreuk kan immers worden toegepast op het amateurtoneel !. Het is zelfs de lijfspreuk van de toneelvereniging Diever geworden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Anne Mulder speelde in 1946 de rol van Theseus, hertog van Athene.
In het in 1980 uitgegeven 1264 bladzijden tellende standaardwerk ‘The complete works of William Shakespeare’  van W.J. Craig is te lezen dat in scene 1 van akte 1 hertog Theseus als eerste aan de beurt is zijn mond open te doen en de volgende tekst uit te spreken:

Now, fair Hippolyta, our nutial hour
Draws on apace: four happy days bring in
Another moon; but O ! methinks how slow
This old moon wanes; she slingers my desires,
Like to a step-dame, or a dowager
Long withering out a young man’s revenue.

Regisseur en dorpsdokter Ludolf Dirk Broekema gebruikte in 1946 voor de opvoering van ‘een midzomernachtsdroom’  van William Shakespeare de mooie Nederlandse benadering van Leendert Burgersdijk uit 1880. Het ligt wel voor de hand aan te nemen dat Anne Mulder deze benadering declameerde:

Thans komt, Hippolyta, ons huwlijksuur
Met spoed nabij. Vier blijde dagen brengen
Een nieuwe maan, maar O! wat talmt die oude
Met af te nemen! Wat ik vurig wensch
Vertraagt ze, dralend als een weduwvrouw,
Die van haars stiefzoons renten ’t leven rekt.

Jan Jonk probeerde deze Engelse tekst als volgt te benaderen:

Ons huwelijksuur, mooie Hippolyta 
Nadert nu snel; vier dagen is het nog maar
Tot nieuwe maan: maar, O, hoe langzaam
Neemt de oude af! Zij tempert mijn verlangen, 
Zoals door stiefmoeder of douairière
Het kindsdeel langzaam wegteert van de zoon.

Koos Terpstra benadert de Engelse tekst als volgt:

Het duurt niet lang meer, Hippolyta, voor
We gaan trouwen. Nog vier dagen,
Maar alle mensen wat duurt het lang voor die tijd
Voorbij is! Ik wil maar één ding
En het duurt en het duurt maar. Het voelt als zo’n
Ellenlange zondagmiddag toen ik 8 was

En zo zijn nog wel tientallen arrogante of gedreven toneelfreaks en eigenwijze zelfverklaarde anti-dikdoenerige amateurtoneelregisseurs te vinden die gemeend hebben voor die prachtige schier onvertaalbare teksten van die vermaledijde Willem uit Stratford aan het riviertje de Avon in het Engelse graafschap Warwickshire met een betere en meer eigentijdse Nederlandse benadering dan die van de fraai besnorde dr. L.A.J. Burgersdijk uit 1880 op de proppen te moeten komen. De redactie verontschuldigt zich nederig voor de lengte van deze bepaald niet Shakespeariaanse zin.

Posted in Alle Deeversen, Cultuur, Deever, Eup’mlogtspel | Leave a comment

Wie bakt ur now nog rechthookugge knieperties ?

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 30 december 1886 verscheen het volgende berichtje over de oeroude traditie van ut knieperties bakk’n teeg’n ut olde joar.

De laatste dagen van het jaar leveren in de Drentsche dorpen in den regel een eigenaardige drukte op door het nieuwjaarskoeken bakken. Stapels dezer koeken worden in de meeste gezinnen gebakken en wel van roggen- of gerstenmeel.
Dagen te voren zijn de nieuwjaarskoeken-ijzers ter leen gevraagd door diegenen, die deze voorwerpen niet bezitten, en hen, die twee of drie ijzers tegelijk willen gebruiken en er slechts één bezitten. Het bij de dorpelingen veelal in toepassing gebrachte “dienst om wederdienst” doet zich vooral bij dit gebruik voor.
De nieuwjaarskoeken-ijzers zijn meestal zeer oud. Onze voorouders bakten geen ronde, doch langwerpig vierkante koeken. Hunne bakijzers zijn meestal zoodanig veranderd, dat men er thans ronde koeken in bakt. Dit soort ijzers zijn de oudste. Zij zijn voor het merendeel van het begin dezer eeuw, blijkens de daarin staande jaartallen, die men op de gebakken koeken terugvindt, gelijk ook de namen der toenmalige eigenaren.
Het eten van nieuwjaarskoeken is dus een goede gelegenheid om het aandenken aan het voorgeslacht te verlevendigen. de oorsprong van het nieuwjaarskoeken bakken verliest zich in het grijze verleden. De overlevering weet daarvan niets meede te deelen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie kwam in het berichtje wel de term ‘langwerpig vierkante koeken’ tegen; de schrijver van het bericht zal bedoeld hebben ‘langwerpige rechthoekige koeken’.  

De redactie herinnert zich zeer goed dat zijn moeder aan de keukentafel voor al haar kinderen grote hoeveelheden knieperties bakte, niet in een smeedijzeren knijpijzer, maar met een elektrisch rond bakijzer. De knieperties werden na het afkoelen bewaard in grote luchtdicht afsluitbare blikken, dan werden ze niet slof. Ze bakte van het beslag platte ronde knieperties. Een deel van de platte ronde knieperties rolde ze direct na het bakken op met behulp van een stukje pijp van plastic.Die opgerolde knieperties noemden we rülegies.
De redactie weet niet of in de verwesterende en verdrentenierende gemiente Deever de oeroude traditie van ut sölf knieperties bakk’n nog bestaat. De redactie is op zoek naar een echt oud Deevers recept voor het bakken van knieperties. De redactie verneemt het graag van de trouwe bezoekers van ut Deevers Archief.

Posted in Traditie | Leave a comment

Villa Olde Legerplaèse op Zorgvliet in 1895

In het in 1999 verschenen fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is als afbeelding 6 een afbeelding van in 1904 verstuurde zwart-wit ansichtkaart van een in 1895 gemaakte foto van de in Deever geboren fotograaf Hans Kuiper uit Noordwolde opgenomen. Bij de afbeelding is  de volgende tekst over het verleden van Huize Zorgvlied van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt en villa Castra Vetera van Lodewijk Guillaume Verwer opgenomen.

Zorgvlied – Villa Castra Vetera – 1895
Het huis met de achttien kamers werd in opdracht van Jacobus Fransiscus de Ruijter de Wildt, nazaat van admiraal Michiel Adriaanszoon de Ruijter, gebouwd en in 1862 voltooid. De villa werd door zijn indrukwekkende afmetingen ook wel het Kasteel genoemd. Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt stierf hier op 25 november 1870.
In 1885 werd de villa bewoond door mr. Lodewijk Guillaume Verwer, zijn vrouw Johanna Cornelia Ludovica van
Wensen en hun kinderen Cecilia Johanna, Idse Johannes, Johanna Josephina Maria, Elisa Julia en Louisa Ysbranda Maria.
De vrome familie Verwer had blijkbaar heel goede contacten in de rooms-katholieke kerk, want op een audiëntie van Zijne Doorluchtige Hoogheid den Aartsbisschop van Utrecht bij Zijne Heiligheid Paus Leo XIII op 30 mei 1880 heeft Zijne Heiligheid welwillend toegestaan, dat alle dienstbaren -op welke wijze dan ook- van de familie Verwer in de huiskapel van Huize Zorgvlied hun zondagsplicht konden vervullen, behalve op de groote feestdagen, dan moesten zij naar hun eigen parochiekerk in Steenwijkerwold.
Het aardige is dat in dit verslag sprake is van de naam Huize Zorgvlied en niet van de Latijnse naam Castra Vetera, dat Oude Legerplaats betekent. Het dorpje dankt zijn naam aan Huize Zorgvlied.
Ouderen herinneren zich nog dat het plafond van de kamers op de begane grond waren voorzien van mooi stucwerk en fraaie decoraties. Deze waren geschilderd door de in Diever geboren decoratieschilder Hans Kuiper. Later legde deze zich ook toe op fotograferen. Op 27 november 1895 stond in de Leeuwarder Courant dat bij Hans Kuiper te Noordwolde een map met 24 foto’s van Zorgvlied was verschenen. Dit is één van de foto’s uit die serie.
Op de openbare verkoping van het landgoed Castra Vetera op 29 maart 1938 in café De Harmonie op Zorgvlied werd het herenhuis, met erf, tuin en 1.27.75 ha grond bij palmslag voor 2060 gulden verkocht, waarna het werd afgebroken.
Op Zorgvlied is materiaal van dit huis hergebruikt. Zo is in de bovenramen van de achterslaapkamer van het Amsterdamse Huis uit de villa afkomstig gekleurd-glas-in-lood aangebracht. In boerenschuren zijn de oude bakstenen verwerkt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Van de betreffende bladzijde uit het boekwerkje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is in dit bericht een afbeelding opgenomen.

In de eerste regel van de tekst bij afbeelding 6 zit een foutje, Fransiscus moet zijn Franciscus.
De makers van het in 2020 verschenen boekwerkje ‘Uit de geschiedenis van Wateren, Zorgvlied en Oude Willem’  hebben de hier afgebeelde foto van Hans Kuiper helaas niet in hun onvolprezen geschiedkundige boekwerkje opgenomen. Hoe oud en geschiedkundig waardevol moet een oude foto eigenlijk zijn, om het waard te zijn getoond te worden in een plaatselijk geschiedkundig boekwerkje ?
Op het hier afgebeelde detail van een topografische kaart uit 1934 is met een rode pijl de plaats van villa Castra Vetera op Zorgvlied aangegeven. Het was op Zorgvlied bekend dat de bewoners van villa Castra Vetera vanuit de keuken van de villa recht een laan in konden kijken, die laan heeft daarom de naam Keukenlaan gekregen.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 201 een afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart opgenomen.

Posted in Ansigtkoate, Castra Vetera, de Ruiter de Wildt, Diever, ie bint 't wel ..., Hans Kuiper, Huize Zorgvliet, Verdwenen object | Leave a comment

Foto van de pas restoriède meule an de Westeresch

De redactie van ut Deevers Archief is fervent verzamelaar van mooie en lelijke afbeeldingen van korenmolen ‘de Vlijt’ in Oll’ndeever. Het maakt niet uit of deze molen op een gewone foto, op een ansichtkoate, op een tekening, op een schilderij, op een lucifersdoosje, op een suikerzakje, op een tegeltje, op een lepeltje, op een plakplaatje of op een asbakje is afgebeeld.
De redactie toont de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief hier een afbeelding van een zwart-wit foto (geen ansichtkaart) uit de tijd dat Arend Uiterwijk Winkel nog de molenaar was van deze molen aan de rand van de gave kale onvernielde Westeresch in Oll’ndeever.
De laatste beroepsmolenaar Arend Uiterwijk Winkel van molen ‘de Vlijt’ aan de rand van de kale gave onvernielde Westeresch in Oll’ndeever is in de zestiger jaren met zijn echtgenote en hun twee kinderen Bert en Anneke verhuisd naar Hoogeveen. Arend Uiterwijk Winkel is geboren op 22 september 1921 in Hoogeveen. Hij is overleden op 31 december 2009 in Meppel.
De foto is in elk geval gemaakt na de eerste grote restauratie van korenmolen ‘de Vlijt’ van na de Tweede Wereldoorlog.
Let vooral ook op de onvernielde gave kale Westeresch. Bouwakkers op de gave onvernielde kale Westeresch in de buurt van molen ‘de Vlijt’ hadden oude veldnamen, zoals Meulakkers, ut Knollegie, de Padakker, de Kaampe bee de Meule, Moessiesakker en Pachtkaampie. Hoe nostalgisch wil je het hebben ?
De redactie verneemt van de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief graag aavullingen op zijn tekst bij deze zwart-wit foto.
De redactie zal te gelegener tijd en zeker niet met geschwinde spoed en ook niet in gestrekte draf ongeveer staande op de plek van de fotograaf van deze foto en kleurenfoto maken en toevoegen aan dit bericht.

Posted in Meule van Oll’ndeever, Oll'ndeever, Westeresch | Leave a comment

In ut kaarkorgel laag un keuper’n deusie

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 6 juli 1955 – ten tijde van de grote restauratie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw aan de brink van Deever – verscheen van de hand van Anne Mulder, de Deeverse correspondent van de Olde Möppeler (Meppeler Courant) een berichtje over de vondst van een koperen doosje met inhoud in het orgel in het kerkgebouw.

Uit Diever en omgeving – Aardige vondst bij kerkrestauratie
Diever – Bij het demonteren van het orgel in de Hervormde kerk alhier vond men in het voorsgte gedeelte van het orgel een gesloten koperen doosje verborgen, dat bij opening een geschrift bleek te bevatten, dat verschillende aardige bijzonderheden vermeldt omtrent dit orgel.
We ontlenen hieraan, dat het werd vervaardigd door de heer Van Oeckelen te De Punt bij Groningen. De hangzolder, waarop het is geplaatst is gebouwd door de timmerlieden Hilbert Noorman, diens beide zoons Jans en Johannes en de leerling Geert Andreae.
De inwijding geschiedde op plechtige wijze op 11 april 1882 (Tweede Paasdag) onder leiding van de toenmalige predikant ds. R. H. Drijber, die ook het gevonden geschrift heeft vervaardigd. Als eerste organist trad op de heer Johannes Kuiper, van 15 april 1882 af, hoofd der school en koster van de kerk.
Te dien tijde waren kerkvoogden de heren Frederik Cornelis Offerein (president), Anneus Theodorus Andreae (secretaris), Roelof Jans bij de Berg, Hendrik Geerts Wesseling en Jacob Wichers van der Veen.
Het geschrift eindigt met de volgende bede:
Lang prijk’ dit instrument in Dievers heiligdom !
Lang spreek’ het treffend schoon tot ’t samengestroomd volk !
Diep roer het d’ eelste maar van ’t menschelijk gemoed !
En voer’ het op als in de hemelkoren !
Veel draag’ het bij tot liefde, hoop, geluk !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De heer Van Oeckelen zal Cornelus Aldegundis van Oeckelen zijn geweest.
Hilbert Noorman is geboren op 24 mei 1814 in Wapse. Hij trouwde op 24 augustus 1839 met Grietje Vierhoven. De redactie heeft de datum van overlijden van Hilbert Noorman nog niet kunnen vinden in de openbare bronnen. Hilbert Noorman was timmerman in Wapse
Johannes Noorman is geboren op 3 februari 1854 in Wapse. Hij trouwde op 10 april 1880 in Deever met Grietje Andree (Andreae ?). Grietje Andree is een dochter van Anneus Theodorus Andree (Andreae ?). Johannes Noorman was timmerman.
Jan Noorman is geboren op 5 juni 1858 in Wapse. De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar de gegevens van Jan Noorman. Hij was timmerman.
Geert Andree (Andreae ?) is geboren op 8 september 1866 in Deever. Hij is overleden op 25 maart 1934 in Deventer. Hij was timmerman.
Dominee R. H. Drijber is Roelof Hermannus Drijber. Hij is geboren op 5 september 1850 in Grijpskerk. Hij trad op 13 mei 1877 aan als dominee van de Hervormde kerk en nam op 17 januari 1886 afscheid.
Het hoofd der school was niet alleen schoolmeester, maar vaak ook koster van de kerk en voorzanger in de kerk. De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar de gegevens van hoofdmeesterJohannes Kuiper.
Frederik Cornelis Offerein is geboren op 24 januari 1813 in Deever. Hij is overleden op 10 februari 1887 op 74-jarige leeftijd in Deever. Frederik Cornelis Offerein was smid in Deever
Anneus Theodorus Andreae (Andree ?) is geboren op 11 augustus 1824 in Deever. Hij is overleden op 21 januari 1907 in Deever. Anneus Theodorus Andreae (Andree ?) was winkelier in Deever
Roelof Jans bij de Berg is geboren op 3 oktober 1818 in Wittelte. Hij is overleden op 6 november 1888 in Wittelte. Roelof Jans bij de Berg was boer in Wittelte
Hendrik Geerts Wesseling is geboren in 1817. Hij is overleden in 1890. De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar de gegevens van Hendrik Geerts Wesseling. Hendrik Geerts Wesseling was boer in Wapse.
Jacob Wichers van der Veen is geboren op 27 maart 1838. De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar de gegevens van Jacob Wichers van der Veen. Jan Wichers van der Veen was boer in Wapse.
De hier getoonde ansichtkaart met daarop afgebeeld het orgel in het kerkgebouw aan de brink van Deever is in juni 1959 uitgegeven door JosPé in Arnhem en was te koop bij Lubbert Wanningen, winkelier in Luxe en Huishoudelijke Artikelen en Souvenirs in de Heufdstroate bee de brink van Deever.

Posted in Kaarke an de brink | Leave a comment

De fumilie Halman woonde op Woater’n en Zorgvliet

De redactie van ut Deevers Archief ontving van Frank Halman bijgaand interview van Greta Heesterbeek-Halman.. Hij is een zoon van Bernardus Valentinus Halman (zie een in 1925 gemaakte foto van leerlingen van de skoele op Woater’n), die een zoon is van Johannes (Johan, Jan) Halman. De familie Johannes Halman heeft in de periode mei 1908 – maart 1924 op Zorgvlied gewoond. Greta Heesterbeek-Halman is Margaretha Bernardina Halman, een tante van Frank Halman. De redactie is de heer Frank Halman bijzonder erkentelijk voor het toezenden van dit bericht. De redactie heeft de tekst van het interview in enige mate aangepast en chronologisch geordend. 

Greta Heesterbeek-Halman vertelt over haar ouders Jan Halman en Griet Brinkmann
Ten tijde van het interview was Greta in de tachtig en sprak met een licht Brabants accent. Soms, als de herinneringen bovenkomen, dan kwam in haar stem de oude Zorgvliedse tongval weer boven.
Mijn vader Jan Halman was in 1899 als 18-jarige al slim op Grietje Brinkmann. Maar Grietje moest hem niet. Dus gooide mijn vader de kop in de wind, want hij was een stijfkop …
Hij ging toen als boerenknecht naar Duitsland. Mijn vader heeft het goed gehad in Duitsland. Hij vertelde dat hij net zoveel melk kon drinken als hij wilde. Mijn vader is zeker een paar jaar in Duitsland geweest. Hij vertelde dat de Duitse boer verbaasd was over de melkproductie: “Wat doe je toch met die koeien ? Ze leveren veel meer melk dan als ik voor ze zorg.” Mijn vader gaf de koeien op een andere manier voer: “Met bieten en zo.” Ja, ze waren in Duitsland best tevreden over hem.
Mijn zus Hannie heeft nog een kaart, die vader Jan uit Duitsland heeft gestuurd aan mijn moeder Griet in Zorgvlied. Hij was haar al die tijd niet vergeten.
Na een paar jaar kwam hij terug in Zorgvlied en toen werd het toch echt iets tussen Grietje en hem. Toen hij verkering met haar had, is hij een keer afgebatterd door jongens uit het dorp. Dat ging vroeger zo. Hij kwam zelf niet uit Zorgvlied. Hij kwam uit Steggerda.
Later is zijn moeder en zijn enige broer ook van Steggerda naar Zorgvlied gekomen. Dat was mijn grootmoeder Cathrina Voklage. Moeder vertelde dat ze zelf acht zusters en een broer had. Die ene broer was oom Volkert, die was zo klein bij de geboorte dat hij wel in een klomp paste.
Eerst woonden we in een boerderijtje aan de Zandlaan. Mijn vader was een goede, maar wel een driftige man. Ik weet nog, toen woonden we nog op de boerderij, dat hij de varkens moest voeren in de grote boomgaard. Die varkens liepen hem steeds tegen de benen aan. Toen werd mijn vader een keer zo kwaad dat hij de hele emmer slobber op het land gooide in plaats van in de bak waaruit de beesten moesten eten.
Vandaar zijn we verhuisd naar de bakkerij. Eigenlijk was hij geen bakker, maar hij had een oude bakkerij gehuurd. Hij ging zelf met paard en kar de omgeving van Diever rond om brood te bezorgen. In de winter haalde hij een hele grote slee tevoorschijn en zette het paard op scherp. Dan stapelde hij brood op de slee en ging zo bij de mensen langs.
Mijn zusje is nog daar in Zorgvlied gestorven. Zondags gingen we naar het kerkhof. Onderweg naar het kerkhof hingen we flessen in de berkenbomen. Dat was om berkenwater te tappen wat we voor het haar gebruikten. Bij het kerkhof was een beukenhaag, waar we jonge vogeltjes uit het nest haalden om deze te bekijken. Daarna zetten we de vogeltjes weer terug in het nest. We gingen samen met de neven en nicht Emy van ome Volkert.
Mijn moeder was trouwens ook heel pienter, heel slim. Zij was ook erg praktisch. Dat had ze allemaal van haar moeder geleerd. Die wist voor alle kwaaltjes een middel. Tante Anna had suikerziekte. Zij diende bij de familie Verwer. Op een dag kwam ze thuis, omdat ze niet meer kon lopen, ze was met het rijtuig thuisgebracht. Toen ging mijn grootmoeder, ze had een heel oud receptenboekje, kijken naar iets voor opgetrokken pezen en zenuwen. In het boekje stond dat ze peren moest zoeken en die op brandenwijn zetten. Daar werd tante Anna mee ingesmeerd. “Je kunt het geloven of niet,” zei moeder, “na een week kon ze weer om de tafel heen lopen.” Dat soort dingen deed mijn moeder ook. Smeerwortel en zo. Als je een zwerende vinger had, dan deed ze weegbreeblad op die vinger. Als je pijn in de keel had, dan kreeg je een kletsnatte doek om je keel, met daar om heen een dikke sjaal. “Ach kind.” zei ze dan.
We hadden knechten in de bakkerij, die bij ons thuis in de kost waren. Alleen waren die knechten niet katholiek. Maar ’s nachts zaten ze aan de deur van de meisjesslaapkamer te rammelen. En dat wilde mijn moeder niet meer.
Nadat de bakkerij was verkocht, hebben we een jaar gewoond op een boerderij met de naam Landzicht. Van daar was het een heel eind lopen naar het dorp, de school en de kerk. Dan liepen we langs het bos. Mijn vader moest in die tijd natuurlijk wel wat doen voor de kost. Ik herinner me dat hij op een gegeven moment eieren langs de deur verkocht. En ik herinner me nog dat we elke avond eierpannenkoeken moesten eten. Want als hij ’s avonds thuiskwam, dan bracht hij weer een bak vol gekneusde eieren mee.
Hij had toen al acht kinderen, want de pil was er nog niet. Hij had toen de boerderij en hij had de bakkerij goed verkocht.
Op een dag zei hij: “Morgen gaan we naar Friesland.” Hij had een stuk hooiland gehuurd. Om vier uur ’s ochtends gingen we allemaal hooien. Ook zijn broer Jozef broer was daarbij. Het staat me nog heel goed bij. Als we moe werden, gingen we slapen in het hooi. Toen we klaar waren en weer lopend naar huis gingen, hadden we goed geld verdiend.
We zijn veel verhuisd. Vader was heel pienter, heel slim. Vader was een ondernemende man en hij kon geen baas boven zich hebben. We zijn uit Zorgvlied weggegaan, toen onze Riek een jaar of veertien was en mijn tweede zus in Steenwijkerwold op kostschool zat. Ook zei mijn moeder dat in Zorgvlied voor ons, de kinderen, geen werk was. Zelf heeft mijn moeder en hebben haar twee zussen bij de Verwers gediend. Volgens Greta waren er meerdere redenen om weg te gaan. De belangrijkste reden was dat er geen werk en geen toekomst voor de kinderen zou zijn. Volgens Greta noemde haar moeder Griet nog een reden: “Het was ook om het plagen en de ‘minsen’ (mensen)”. Greta herinnerde zich dat ze uitgescholden werden met een liedje: ” ……de katholieken klimmen in de bomen om bij Maria te komen.”
Bij de verhuizing naar Ankeveen gingen we met z’n allen in een vrachtwagen. Moeder droeg het bedje met de baby erin. Ze ging in de vrachtwagen zitten naast het bedje. Op een gegeven moment moesten we met de vrachtwagen op een pont over een water. We waren aan de overkant en de auto zou de pont afrijden, maar de pont wilde al weer wegvaren. De vrachtwagen moest toen op volle kracht de wal optrekken. Vader riep: “Duwen kinderen, duwen!!” Alle kinderen duwden de vrachtwagen, anders gingen we het water in. De vrachtwagen had hij gehuurd, maar die wagen kon het niet trekken. Ik kan dat niet vergeten, want het waren griezelige momenten. In Ankeveen had mijn vader een hotel gekocht. Maar daar hebben we maar een jaar gewoond. We zijn van Ankeveen naar Eindhoven gegaan.
Ik heb nog hele goede herinneringen aan Zorgvlied. Volgens mij zijn de familie Damhuis en de familie Sweering later ook vertrokken. Mijn vriendinnetje Catharien Sweering is later naar het klooster gegaan. We gingen ’s avonds schaatsen. Het was een plezierige meid en die is naar het klooster gegaan. Daar snap ik niets van. Van de Brinkmannen is niemand het klooster ingegaan. Ze waren wel heel katholiek en heel trouw. Brinkmannen hadden een pienter verstand, ze dachten eerst goed na. Ze liepen niet zomaar overal achteraan. Dat was opvallend, toen ik later in Brabant woonde. De mensen uit het Noorden waren veel slimmer. Kijk, God heeft ons de tien geboden gegeven, maar wij wisten best wel hoe we dat moesten regelen. Ik zeg maar als je een goed mens bent, dan zijn alle geboden goed.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Greet (Greta) Hesterbeek-Halman is Margaretha Bernardina Halman. Zij staat op een in 1925 gemaakte foto van leerlingen van de skoele op Woater’n. Jan Halman is Johannes Halman. Griet Brinkman is Maria Margaretha Brinkmann.

Johannes Halman
Hij is geboren op 23 oktober 1881 in Vinkega in de gemeente Weststellingwerf. Hij is overleden op 2 februari 1966 op 84-jarige leeftijd in Eindhoven. Johannes Halman trouwde op 9 mei 1908 in Deever met Maria Margaretha Brinkmann. De trouwacte vermeldt dat Johannes Halman landbouwer is.
Maria Margaretha Brinkmann
Zij is geboren op 7 juni 1886 op Zorgvlied in de gemiente Deever. Zij is overleden op 31 mei 1959 op 72-jarige leeftijd in Eindhoven. Zij is een dochter van Bernardus Frederik Brinkmann (geboren op 8 december 1845 in Haskerdijke, overleden op 28 februari 1901 op Zorgvlied) en Johanna Elisabeth Meijer van Putten (geboren op 15 mei 1850 in Zuidveen, overleden op 25 oktober 1914 op Zorgvlied).

Het echtpaar Johannes Halman en Maria Margaretha Brinkmann kregen een grote schare kinderen:
Hendrika Maria Halman
Zij is geboren op 21 februari 1909 op Zorgvlied in de gemiente Deever. De geboorteacte vermeldt dat vader Johannes Halman arbeider is. Zij is op 19 november 1937 op 28-jarige leeftijd in Waalre getrouwd met Franciscus Bonifacius Flapper. Zij is overleden op 9 oktober 1999 in Aalst.
Johanna Anna Maria Halman
Zij is geboren op 7 juli 1910 op Zorgvlied in de gemiente Deever. De geboorteacte vermeldt dat vader Johannes Halman landbouwer is.
Johanna Maria Halman
Zij is geboren op 26 januari 1912 op Zorgvlied in de gemiente Deever. De geboorteacte vermeldt dat vader Johannes Halman landbouwer is. Zij is overleden op 25 september 1919 op Zorgvlied in de gemiente Deever. Haar overlijdensacte vermeldt dat vader Johannes Halman van beroep bakker is.
Alida Elisabeth Halman
Zij is geboren op 21 mei 1913 op Zorgvlied in de gemiente Deever. Zij is getrouwd op 23 september 1938 op 25-jarige leeftijd in Waalre met Thomas Joseph Maria Strijbos. Zij is overleden op 21 oktober 2003 in Veldhoven.
Johannes (Jan) Jozeph Halman
Hij is geboren op 14 januari 1915 op Zorgvlied in de gemiente Deever. Hij is overleden op 4 april 1984 op 69-jarige leeftijd in Eindhoven. Hij staat op een in 1925 gemaakte foto van leerlingen van de skoele op Woater’n.
Bernardus Valentinus Halman
Hij is geboren op 26 september 1916 op Zorgvlied in de gemiente Deever. Hij is overleden op 16 mei 1999 op 82-jarige leeftijd in Eindhoven. Hij staat op een in 1925 gemaakte foto van leerlingen van de skoele op Woater’n.
Margaretha Bernardina Halman
Zij is geboren op 9 juni 1918 op Zorgvlied in de gemiente Deever. Zij is overleden op 24 december 2008 op 90-jarige leeftijd overleden in Waalre. Zij staat op een in 1925 gemaakte foto van leerlingen van de skoele op Woater’n.
Joseph Antonius Halman
Hij is geboren op 14 mei 1922 op Zorgvlied in de gemiente Deever.
Elisabeth Hendrika Halman
Zij is geboren op 6 februari 1925 in Luyksgestel.
Valentinus Johannes Antonius Halman
Hij is geboren op 5 mei 1931 in Waalre.

Van de vijf na 1912 op Zorgvlied geboren kinderen, te weten Alida Elisabeth Halman, Johannes Jozeph Halman, Bernardus Valentinus Halman, Margaretha Bernardina Halman, Joseph Antonius Halman, is nog steeds geen geboorteacte te vinden in de webstee www.alledrenten.nl.

Inzake de volgende tekst uit het interview: Mijn vader Jan Halman was in 1899 als 18-jarige al slim op Grietje Brinkmann.
Toen vader Johannes Halman in 1899 achttien jaren oud was, toen was zijn latere vrouw Maria Margaretha Brinkmann nog maar dertien jaren oud. De afstand tussen Steggerda en Zorgvlied was ongeveer 15 kilometer, een uurtje fietsen. Johannes Halman trouwde op 9 mei 1908 in Deever met Maria Margaretha Brinkmann. Toen was Johannes Halman 26 jaren oud en was Maria Margaretha Brinkmann 21 jaren oud.

Inzake de volgende tekst in het interview: Mijn zus Hannie heeft nog een kaart, die vader Jan uit Duitsland heeft gestuurd aan mijn moeder Griet in Zorgvlied.
Zus Hannie is Johanna Anna Maria Halman. Vader Jan is Johannes Halman. Moeder Griet is Maria Margaretha Brinkmann. Ook Frank Halman, zoon van Bernardus Valentinus Halman en kleinzoon van Johannes Halman was in het bezit van een Duitse ansichtkaart, die zijn grootvader Johannes Halman naar zijn grootmoeder Maria Margaretha Brinkmann op Zorgvlied stuurde. Wellicht heeft Johannes Halman bij een boer in Voltlage in het Munsterland in Duitsland gewerkt. Wellicht bij familie van zijn moeder Hendrika Vroklage, want die familie kwam uit Voltlage. Vroklage is een verbastering van Voltlage.

Inzake de volgende tekst uit het interview: Toen hij verkering met haar had, is hij een keer afgebatterd door jongens uit het dorp.
De jongens van Zorgvlied hebben Johannes Halman een keer ‘afgebatterd’, omdat hij verkering had gekregen met een meisje op Zorgvlied. Dat was in die tijd zo de gewoonte. Een jongen uit een ander dorp werd gezien als een concurrent, als een indringer. Afbatteren is een werkwoord dat in het Brabantse dialect wordt gebruikt. Dit werkwoord komt niet in ut Deevers voor. Deeverse vertalingen van ‘afbatteren’ zijn bijvoorbeeld ‘op sien falie sloan’, ‘un pakkie klapp’n gee’m’, ‘op de peinse gee’m’ of ‘un pakkie meet’n’.

Inzake de volgende tekst uit het interview: Later is zijn moeder en zijn enige broer ook van Steggerda naar Zorgvlied gekomen. Dat was mijn grootmoeder Cathrina Voklage.
Hier vergiste de geïnterviewde mevrouw Greta Heesterbeek-Halman zich. De naam van haar grootmoeder was Hendrika Vroklage. Hendrika Vroklage is geboren op 1 augustus 1847 in Oldeholtpade (gemeente Weststellingwerf) en is overleden op 25 mei 1933 in Wolvega. De broer van Johannes Halman is Joseph Halman. Hij is geboren op 26 april 1880 in Vinkega en is overleden op 18 juli 1947 in Leeuwarden. De redactie heeft in de openbare bronnen nog niet kunnen vinden of grootmoeder Hendrika Voklage en Joseph Halman ook daadwerkelijk op Zorgvlied hebben gewoond.

Inzake de volgende tekst uit het interview: Eerst woonden we in een boerderijtje aan de Zandlaan.
Johannes Halman en Maria Margaretha Brinkmann zijn waarschijnlijk al direct na hun huwelijk in het boerderijtje aan de Zandlaan gaan wonen. Het echtpaar zal dit boerderijtje hebben gepacht. De redactie heeft nog niet uitgezocht waar de Zandlaan was te vinden en in welk boerderijtje aan de Zandlaan de familie Halman heeft gewoond. Het adres van het boerderijtje aan de Zandlaan was Wateren 52.

In het bijvoegsel van de Staatscourant van zaterdag 18 juli 1908 is de oprichtingsacte van de Coöperatieve Roomboterfabriek ‘De Drie Gemeenten’, te Elsloo, gemeente Weststellingwerf, opgenomen, waaruit blijkt dat Johannes Halman, van beroep veehouder, behoort tot de achtenveertig boeren die de fabriek hebben opgericht.

Inzake de volgende tekst uit het interview: Vandaar zijn we verhuisd naar de bakkerij.
In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 11 maart 1916 verscheen de in bijlage 1 getoonde advertentie over een boeldag op Zorgvlied, vanwege de afschaffing van de boerderij van de familie Johannes Halman. De familie Halman zal in 1916 zijn verhuisd van het boerderijtje aan de Zandlaan naar de woning annex bakkerij aan de Dorpsstraat op Zorgvlied.

Wie denkt dat Johannes Halman na de afschaffing van zijn boerderij en na de verhuizing naar de woning annex bakkerij op Zorgvlied het boerenvak niet meer uitoefende, die vergist zich, want in een advertentie in de Oprechte Steenwijker Courant van 23 december 1922 biedt hij twee beste drachtige varkens te koop aan. Zie bijlage 3. Was Johannes Halman een boerkende bakker of was hij een bakkerende boer ?

Inzake de volgende tekst uit het interview: Mijn zusje is nog daar in Zorgvlied gestorven.
Het zusje is Johanna Anna Maria Halman. Zij is overleden op 25 september 1919 op Zorgvlied in de gemiente Deever. Haar overlijdensacte vermeldt dat vader Johannes Halman van beroep bakker is.

Inzake de volgende tekst uit het interview: Tante Anna had suikerziekte. Zij diende bij de familie Verwer.
Tante Anna is een zuster van haar moeder Maria Margaretha Brinkmann, omdat haar vader Johannes Halman alleen broer Jozeph had. Tante Anna is Anna Brinkmann. Zij is geboren op 13 mei 1884 op Zorgvlied. Zij is overleden op 16 april 1957. Zij trouwde op 21 mei 1904 in Deever met Johannes van Opzeeland. De trouwacte vermeldt dat Anna Brinkmann het beroep dienstbode heeft. De redactie moet in de openbare bronnen nog nazoeken bij wie van de familie Verwer Anna Brinkman dienstbode is geweest. 

Inzake de volgende tekst uit het interview: Nadat de bakkerij was verkocht, hebben we een jaar gewoond op een boerderij met de naam Landzicht.
De familie Halman is in eind maart 1924 uit Zorgvlied vertrokken. Dus de familie Halman zal in het voorjaar van 1923 zijn verhuisd naar de boerderij met de naam Landzicht. Op 27 januari 1925 verkocht een zekere heer Dijkstra het woonhuis annex bakkerij aan de heer Alle Brouwer. De heer Dijkstra is bakker Roelof Dijkstra. Zie de foto van het woonhuis annex bakkerij annex kruidenierswinkel van Alle Brouwer.
De redactie heeft in de openbare bronnen nog niet kunnen vinden of het echtpaar Halman het woonhuis annex bakkerij destijds heeft gekocht en in 1923 heeft verkocht aan bakker Roelof Dijkstra, of dat het echtpaar Halman in de periode 1916-1923 het woonhuis annex bakkerij heeft gehuurd van bakker Roelof Dijkstra.
Het echtpaar Halman zal de boerderij met de naam Landzicht hebben gepacht. De redactie heeft nog niet uitgezocht waar de boerderij met de naam Landzicht stond. Het adres van de boerderij was Zorgvlied 30. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet waar boerderij Landzicht stond ?

Inzake de volgende tekst uit het interview: We zijn uit Zorgvlied weggegaan, toen onze Riek een jaar of veertien was en mijn tweede zus in Steenwijkerwold op kostschool zat.
Onze Riek was Hendrika Maria Halman. Zij is geboren op 21 februari 1909 op Zorgvlied. De genoemde tweede zus is Johanna Anna Maria Halman, maar die is op 25 september 1919 overleden op Zorgvlied.

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 15 maart 1924 verscheen de hier getoonde advertentie, zie bijlage 2, over een boelgoed op Zorgvlied, vanwege het vertrek van de familie Johannes Halman naar Ankeveen in de gemeente Weesperkarspel. De familie Halman is op 26 maart 1924 uit het bevolkingsregister van de gemiente Deever geschreven.

Inzake de volgende tekst uit het interview: Mijn vriendinnetje Catharien Sweering is later naar het klooster gegaan.
De door mevrouw Greet Heesterbeek-Halman (Margaretha Bernardina Halman) genoemde Catharien Schwering is Catharina Sophia Schwering, geboren op 26 september 1902 op Zorgvlied. Een zuster van haar was Sophia Maria Josephina Schwering, geboren op 1 maart 1908 op Zorgvlied. De redactie moet in zijn aantekeningen nog uitzoeken wie van de twee zusters Schwering in het klooster is gegaan. Het is aannemelijk dat -gelet op de leeftijdverschillen- geen van de twee zusters Schwering vriendinnetje is geweest van de in 1918 geboren Margaretha Bernardina Halman. 

Bijlage 1 – Advertentie in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 11 maart 1916

Boeldag Zorgvlied.
Notaris Bon te Dwingeloo, zal op dinsdag 14 maart aanstaande, des voormiddags 11 uur, ten huize en ten verzoeke van Johannes Halman te Zorgvlied, wegens afschaffing der boerderij, publiek verkoopen: 5 stuks hoornvee (waaronder 4 melk- en kalfde koeien (vetgehalte gemiddeld omstreeks 4 %, waarvoor melkbriefjes ter inzage)) en 1 vaarskalf, 2 varkens (waaronder 1 drachtig), varkenshok, ruim 100 draadpalen, varkensboeien met stukken, wan, een partij beste eetaardappelen en wat meer te voorschijn zal worden gebracht. Voorts 8 zware dennen op Laanzicht en 1 populier, die door B. Klaster worden aangewezen. Borgbriefjes worden niet aangenomen.


Bijlage 2 – Advertentie in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 15 maart 1924

Boelgoed – Zorgvlied (Wegens vertrek.)
Notaris Bolk te Dwingeloo zal op dinsdag 18 maart 1924, des voormiddags 10.30 uur, ten huize en ten verzoeke van den heer Johannes Halman te Zorgvlied, publiek verkoopen: 2 voorj. kalfde koeien, 9 loopvarkens, zoo goed als nieuwe breack (geschikt voor bakker en venter), stookpot, waschmachine, kruiwagen, ladder, draadpalen, kippegaas, eenig huisraad, als: kolomkachel, kast, stoelen, ledikanten en wat verder te voorschijn zal worden gebracht. Kopers moeten twee bekende en solide borgen stellen.


Bijlage 3 – Advertentie in de Opregte Steenwijker Courant van 23 december 1922.

Posted in Alle Deeversen, Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

Jan hef un koatie hen sien maegie Griet estuu’d

Frank Halman vond in de verzameling van zijn ouders een meer dan honderd jaar oude ansichtkaart, waarvan hier beide kanten van de kaart zijn afgebeeld. De redactie van ut Deevers Archief is Frank Halman bijzonder erkentelijk voor het op 1 februari 2021 beschikbaar stellen van deze ansichtkaart.
Johannes (Johan, Jan) Halman verstuurde deze ansichtkaart op een 23 mei tussen 1905 en 1908 met de hartelijke groeten (H.G.) aan mejuffrouw Maria Margaretha (Griet) Brinkman op Zorgvlied, Drente, Holland. Johannes (Johan, Jan) Halman wist toen blijkbaar nog niet dat haar achternaam niet Brinkman, maar Brinkmann was. De toevoeging van Holland aan het adres doet vermoeden dat Johannes (Johan, Jan) Halman de kaart vanuit het buitenland heeft verstuurd. En dat vermoeden blijkt ook juist te zijn geweest, want hij heeft enige jaren in Duitsland gewerkt. De grote vraag is natuurlijk: uit welke plaats (Sch….) in Duitsland is de hier afgebeelde ansichtkaart verzonden ?
Johannes (Johan, Jan) Halman is de grootvader van Frank Halman. Maria Margaretha (Griet) Brinkmann is de grootmoeder van Frank Halman. Johannes (Johan, Jan) Halman is geboren op 23 oktober 1881 in Vinkega (gemeente Weststellingwerf) en is overleden op 2 februari 1966 in Eindhoven. Maria Margaretha (Griet) Brinkmann is geboren op 7 juni 1886 op Woater’n en is overleden op 31 mei 1959 in Eindhoven.
Johannes (Johan, Jan) Halman en Maria Margaretha (Griet) Brinkmann trouwden op 9 mei 1908. Hun trouwacte vermeldt dat Johannes (Johan, Jan) Halman landbouwer is en dat Maria Margaretha (Griet) Brinkmann dienstbode is. De bruiloft zal wellicht zijn gehouden op Zorgvlied in het logement van haar moeder Johanna Elizabeth Meijer van Putten, de weduwe van Bernardus Franciscus Brinkmann. Maar wat was het adres van dit logement ?
Johannes (Johan, Jan) Halman stuurde de ansichtkaartkaart voor zijn meisje Maria Margaretha (Grietje) Brinkmann naar het volgende adres: Den Heer J.J. Verwer. Hier vergiste afzender Johannes (Johan, Jan) Halman zich een beetje. Het was niet Den Heer J.J. Verwer, maar Den Heer I.J. Verwer. Idse Johannes Verwer was directeur van de Noordelijke Hypotheekbank op Zorgvlied. Hij is geboren op 27 augustus 1874. Hij is een zoon van Lodewijk Guillaume Verwer en Johanna Cornelia Ludovika van Wensen. De familie Idse Johannes Verwer was woonachtig op het adres Zorgvlied 42.
Frank Halman weet te melden dat zijn grootmoeder Maria Margaretha (Griet) Brinkmann dienstbode was bij de familie Idse Johannes Verwer.

Posted in Alle Deeversen, De aandere kaante van de Deeverse bos, Zorgvliet | Leave a comment

Koffiesaele van de Saandkaamp an de Heezeresch

Op 21 april 1965 verscheen in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) het volgende bericht over de opening van pension-theehuis ‘de Zandkamp’ door burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd). 

De Zandkamp geopend
Diever –
Donderdagmiddag heeft burgemeester J.C. Meyboom het pension-theehuis van de heer H. Kamphuis aan de Hezenes te Diever bij het parkeerterrein van het openluchttheater officieel in gebruik gesteld door onthulling van een boven de schouw in het pand aangebracht bord met genoemde benaming van het pension.
Dank zij de vlijt en het doorzettingsvermogen van het echtpaar Kamphuis is het zover gekomen, dan men thans gereed is om pensiongasten te ontvangen.
Gezien de grote vraag, die op dit punt in Diever bestaat betekent ‘de Zandkamp’ aan de rand van Dievers uitgestrekte bossen een welkome aanwinst.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie dacht eerst dat de foto voor de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart was gemaakt in de recreatiezaal (kantine) van het niet meer bestaande (afgebroken) kampeercentrum Ellert en Brammert an de Deeverbrogge. 
Na enig zoeken naar de ansichtkaart en bij nader inzien is op de afbeelding van deze zwart-wit ansichtkaart de koffiezaal (recreatiezaal) van pension-theehuis de Zandkamp van de familie H. Kamphuis in het Grünedal an de Heezeresch bee Deever te zien.
Her mag toch wel een beetje merkwaardig worden genoemd dat het pension-theehuis een koffiezaal had. Wellicht duikt vroeg of laat ook een ansichtkaart op van het interieur van de theezaal.
Het interieur van de koffiezaal straalt krachtig de knusse en kneuterige sfeer van recreatieondernemingen in de zestiger jaren van de vorige eeuw uit.
De redactie kan boven de schouw in de koffiezaal geen bord met de naam ‘de Zandkamp’ ontwaren. Of hing het bord boven de schouw in de theezaal ?
De hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is in juli 1965 werd verkocht door H. Kamphuis, eigenaar van pension-theehuis ‘de Zandkamp’, Hezenes 26, telefoon 05219-1793. De kaart is in juli 1965 gedrukt bij JosPé in Arnhem.
De ansichtkaart is uitgegeven in het jaar dat pension-theehuis ‘de Zandkamp’ in gebruik werd genomen. Wellicht is het de eerste interieurfoto van dit pand.


Posted in Ansigtkoate, de Saandkaamp, Grünedal, Heezeresch, Toeristenindustrie | Leave a comment

Un tiekening van de Brogge an de Gowe uut 1985

De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren (scannen) van zijn papieren archief bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders, en zo voort, en zo voort, en zo voort, uut de gemiente Deever in de map 1986 bijgaande afbeelding, die de redactie de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief niet wil onthouden.

Op de afbeelding is te zien het kalenderblad voor de maand maart van het jaar 1986 van een kalender die de R.A.B.O.-bank uut Dwingel speciaal ter gelegenheidheid van zijn 75-jarig bestaan (1911-1986), zomaar grateloos cadeau gaf aan zijn vaste klanten.
Bij elke maand stond een tekening. De maart-tekening is een prachtige fantasierijke tekening van de brogge over de voart an de Gowe van de kunstenaar André Winkel. De tekening heeft als voor de hand liggende titel ‘Gezicht op Geeuwenbrug’.
De kunstenaar André Winkel beheerst de kunst van het weglaten van wel aanwezige bebouwing, waardoor de blik vooral naar de brogge wordt getrokken. En ook een beetje naar rechts, naar het café van Zwatte Hendekie. Of was in het pand in 1985 geen café meer gevestigd ?
Heeft de tekenaar André Winkel zijn tekening ter plekke gemaakt of heeft hij zich in zijn atelier laten inspireren door één of andere (door hem zelf gemaakte ?) foto ?
De redactie weet niet of de greinse tuss’n de gemiente Deever en de gemiente Dwingel links van de brug, rechts van de brug of precies midden over de brug loopt. Wie het weet, die mag het natuurlijk melden.
De redactie vraagt zich af of de R.A.B.O.-bank uut Dwingel ter gelegenheid van zijn 100-jarig bestaan (1911-2011) weer een kalender met mooie tekeningen heeft uitgegeven, met bijvoorbeeld een tekening van de brogge van Deever of een tekening van ’t Olde Voatie an de Oldendeeversebrogge of een tekening van de Stroombrogge in Wittelte. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief het weet, die mag het natuurlijk melden.
Of misschien heeft de heemkunduge vurening uut Deever in 2018 ter gelegenheid van zijn 24-jarige bestaan wel een door deze vereniging zo genoemde ‘historische kalender’, met afbeeldingen van oude tekeningen en schilderijen uut de gemiente Deever, waarop de drie laatst genoemde objecten staan, uitgebracht.
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto gemaakt op donderdag 22 april 2022.

Posted in de Gowe, de Voat, Kuunst, Tiekening | Leave a comment

Wie hef meister Jan van der Meer ekent ?

Op verzoek van Esther van der Meer plaatsen we bijgaand bericht met daarin een verzoek gegevens van haar vader Jan van der Meer, uit te tijd dat hij in het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe (aan de Geeuwenbrug) als dienstweigeraar werkte, naar ut Deevers Archief te sturen.

Ik ben op zoek naar gegevens uit de periode 1959-1962. In die periode heeft mijn vader Jan van der Meer als dienstweigeraar in het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ aan de Geeuwenbrug gewerkt als leerkracht (vervangende dienstplicht). Wie kent Jan van der Meer ? Wie heeft foto’s uit die periode ? Welke ex-collega’s of kinderen die in de periode in het kamp zaten, herinneren zich mijn vader ? Ik verneem het graag !
Mijn vader hoopt 80 jaar te worden in maart 2016 ! Ik ben bezig om een speciaal jubileummagazine voor hem te maken, welke gemaakt wordt met medewerking van zijn kinderen, kleinkinderen, vrienden, en ex-collega’s. Alle binnengekomen gegevens en foto’s worden begin februari aangeboden aan een drukkerij, die er een prachtig magazine van gaat drukken. Vandaar dat ik overal gegevens probeer te achterhalen.
Kinderfoto’s van hem heb ik wel, maar een foto uit de periode dat hij vervangende dienstplicht in het jongenskamp ‘de Eikenhorst’ aan de Geeuwenbrug moest doen, heb ik helaas niet!
Ik weet dat hij toen tussen de 23 en 26 jaar moet zijn geweest en dat de jongens in een internaat verbleven. In de weekeinden mocht mijn vader naar huis. Hij woonde toen in Hengelo in Overijssel.
In de loop van 1962 had hij zijn vervangende dienstplicht erop zitten. Inmiddels was hij vader geworden van een zoontje (mijn broer Paul).
Ik hoop dat iemand zich mijn vader herinnert uit deze periode, iemand die misschien een leuke herinnering of foto heeft uit die periode. Ik verneem het graag !

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Ut swatte pattie hen Oll’ndeever

De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de broodnodige variatie de kopafbeelding van ut Deevers Archief.
Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht deze echt wel geschikt als kopafbeelding van deze webstee, aarzel dan niet deze afbeelding naar de redactie te sturen.
Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (300 dpi).
Als jij de hier afgebeelde kopafbeelding lelijk vind als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
Als jij de hier afgebeelde reeds getoonde kopafbeelding graag nog een keer als kopafbeelding van ut Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
De redactie heeft de kleurenfoto van de Kloosterstroate en ut Swatte Pattie hen Oll’ndeever gemaakt in juli 2016.
De uitsnede van de kleurenfoto is als kopafbeelding voor het eerst te zien geweest op 28 september 2017.

Posted in Kloosterstroate, Kopplètie, Oll'ndeever, Veentiesweg | Leave a comment

De kaarke van Deever hef wè un hiele bulte laand

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 12 februari 1916 verscheen de hier afgebeelde aankondiging van de verhuring van groen- en bouwland in de gemiente Deever. In de aankondiging zijn de groen- en bouwlanden met de in 1916 gebruikte veldnaam weergegeven.

Verhuring Diever
Notaris Bon te Dwingeloo, zal op woensdag 16 februari aanstaande (alzoo niet op donderdag 10 februari) des voormiddags 10 uur, in het logement Seinen te Diever, voor den tijd van 6 jaren publiek verhuren: de navolgende perceelen groen- en bouwland, gelegen in de gemeente Diever.

1. Voor de kerkvoogden van Diever:
Groenland:
Wringe, Slingermaatje, In het maatje van Bennen, Kerkemaat,
Bouwland:
de Vogelpoel, de Zolderlange, de Zolderlange, Boelenakker, het Wevertje, de Goornakker, de Zolderlange, Doove, Doove, het Kruisje, het Builigje, de Ypering, op de Oeren, de tweede Boschjesakker, de vierde Boschjesakker, Kuipershofje, Utterlange, de Hilgensteen, de Hilgensteen, Oosterkamp in 2 percelen, Achterste Aarlange, de Polle, de Polle op Molenesch, Achter de Kerkakker, de Polle in de tweede lengte, de Aarlange, Molenakker, Kleineschje, Noordesch tegen de Boskamp, Noordesch, Noordesch, Noordesch, Heezenesch, Heezenesch bij Fledderuskamp, Tegen de Beust, Achter Jans Blokskamp, Noordesch, Kleineschje, Tipakker, Smalakkertje, de eerste akker van de Grote Hoek op de Westeresch, de vijfde akker van de Grote Hoek op de Westeresch, de zevende akker van de Grote Hoek op de Westeresch, de negende akker van de Grote Hoek op de Westeresch, de eerste akker van de Achterste Westereschhoek, de derde akker van de Achterste Westereschhoek, Achterste Westeresch bij Hakkenkamp, het zuidelijke gedeelte van de Westereschakker, Brandakker, Westerlange, Wegakkertje achter Houwerskamp, Tusschendarp bij Draatshuis, de tweede akker van de Zuurlange van Kruit en Kok, de vierde akker van de Zuurlange van Kruit en Kok, Achter Schultingshuis, het Hoegje, zuidkant van de Oldendieverschekamp, noordkant van de Oldendieverschekamp, tweede akker van de Groote Westereschhoek, derde akker van de Groote Westereschhoek, de Giere.
2. Voor Jan Mulder te Zwolle:
Groenland:
het Vonkje, dit moet zijn het Vorkje (Vorkie of ’t Vorkje, sectie C2 – 147),
Bouwland:
de Smalle, de Paalakker, de Paalakker (aangekocht van Brommer), het Bultien, het Breegje,  de Rouwe, de Polle, de Zandakker, de Zandakker, de Giere.
3. Voor Klaas Hummelen Smidt:
Westereschakker, oostkant Groote Akker op Westeresch, westkant Groote Akker op Westeresch, Noordeschakker in twee percelen, Middelwand, de Kromme.
4. Voor Roelof Seinen:
Bakkertje op Noordesch, Kerkakker bij Koop Boer.
5. Voor J. Mulder Wzn:
De Leggeloërweide in gebruik geweest bij R. Venema.
6. Voor Geert Moes:
Het Vroomskampje.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw werden in de gemiente Deever bouw- en groenlanden nog vaak aangeduid met hun eeuwen oude veldnaam. Hoe eenvoudig kon het zijn.
De heemkundige vereniging uut Deever heeft met langdurig en geduldig uitzoekwerk gelukkig zoveel mogelijk oude veldnamen in alle dorpen van de gemiente Deever in kaart gebracht. Deze veldnamen hebben grote cultuurhistorische waarde. Veldnamen zijn erfgoed. De heemkundige vereniging uut de gemiente Deever heeft de resultaten van haar veldnamenonderzoek in februari 2013 uitgebracht in de publicatie ‘Veldnamen Gemeente Diever Omstreeks 1832’.
Met het in de vorige eeuw doordrukken en uitvoeren van de zo genoemde ruilverkaveling, het verdwijnen van de kleinschalige landbouw en het verdwijnen van de boerenstand uut de gemiente Deever is helaas ook het gebruik van de oude veldnamen van bouw- en groenlanden verdwenen.

De redactie heeft uitgezocht of de in de advertentie genoemde namen van groen- en bouwlanden wel of niet voorkomen in de publicatie ‘Veldnamen Gemeente Diever Omstreeks 1832’, hierna verder voor de eenvoud ‘publicatie Veldnamen’ genoemd.
Wat in de advertentie direct opvalt is dat de Nederlands Hervormde Kerkgemeente in 1916 in het bezit was van een aanzienlijk aantal percelen groen- en bouwland in Deever en in Wapse. Deze kerkgemeente was ongetwijfeld één van de grootste landbouwgrondbezitters in de gemiente Deever.
In 1916 werden voor de in de advertentie vermelde groen- en bouwlanden nog in belangrijke mate de ook in 1832 gebruikte veldnamen gebruikt. Enige uitzonderingen daarop zijn de percelen met de veldnaam de Grote Hoek op de Westeresch of Grote Westereschhoek en Achterste Westereschhoek, die vermoedelijk door samenvoeging van akkers na 1832 zijn ontstaan.

De advertentie vermeldt Wringe. De publicatie Veldnamen vermeldt Wringen (sectie C2 – nr. 185). De Wringe is een niet nader aangeduide akker in de groep akkers met de veldnaam de Wringen.
De advertentie vermeldt Slingermaatje. De publicatie Veldnamen vermeldt Slingermaatje (sectie C2 – nr. 185). De akker met de veldnaam Slingermaatje ligt in de Wringen.
De advertentie vermeldt In het maatje van Bennen. In de publicatie Veldnamen komt deze veldnaam niet voor. Wel komt bijvoorbeeld Het Maatje (sectie C2 – nr. 199) voor. Het zou best eens zo kunnen zijn dat In het maatje van Bennen een akker is in de groep akkers met de veldnaam Het Maatje. Deze groep akkers ligt in de Holten.
De advertentie vermeldt Kerkemaat. De publicatie Veldnamen vermeldt Kerkemaat (sectie C3 – nr. 211). De Kerkemaat ligt in de Sprakelingen bij de Kwasloot.
De advertentie vermeldt de Vogelpoel. De publicatie Veldnamen vermeldt Vogelpoel of Groote Vogelpoel (sectie F5 – nr. 123). De Vogelpoel ligt in de Veenhuiziger Made.
De advertentie vermeldt de Zolderlange. De publicatie Veldnamen vermeldt Zolderlangen (sectie F3 – nr.25). De Zolderlange is een akker in de groep akkers met de veldnaam Zolderlangen. De Zolderlangen liggen op de Nul.
De advertentie vermeldt de Zolderlange. De publicatie Veldnamen vermeldt Zolderlangen (sectie F3 – nr. 25). De Zolderlange is een akker in de groep akkers met de veldnaam Zolderlangen. De Zolderlangen liggen op de Nul.
De advertentie vermeldt Boelenakker. De publicatie Veldnamen vermeldt Boelensakkers (secte E3 – nr. 95. De Boelenakker is een akker in de groep akkers met de veldnaam Boelensakkers. Deze groep akkers ligt op de Binnenesch van Wapse.
De advertentie vermeldt het Wevertje. De publicatie Veldnamen vermeldt het Wevertje (sectie E3 – nr. 97). Het Wevertje ligt op de Binnenesch van Wapse.
De advertentie vermeldt de Goornakker. De publicatie Veldnamen vermeldt de Gorenakkers of de Goornakkers (sectie F4 – nr. 87). De Goornakker is een akker in de groep akkers met de veldnaam de Goornakkers. Deze groep akkers ligt in de Aa-landen.
De advertentie vermeldt nog een keer de Zolderlange. De publicatie Veldnamen vermeldt de Zolderlangen (sectie F3 – nr. 25). De Zolderlange is ook een akker in de groep akkers met de veldnaam Zolderlangen. Deze groep akkers ligt op de Nul.
De advertentie vemeldt Doove. De publicatie Veldnamen vermeldt Dooven (sectie B4 – nr. 108). De Doove is een akker in de groep akkers met de veldnaam Dooven. Deze groep akkers ligt op de Heezeresch.
De advertentie vemeldt nog een keer Doove. De publicatie Veldnamen vermeldt Dooven (sectie B4 – nr. 108). Deze Doove is ook een akker in de groep akkers met de veldnaam Dooven. Deze groep akkers ligt op de Heezeresch.
De advertentie vermeldt het Kruisje. De publicatie Veldnamen vermeldt Kruisakkers, het Kruis, ’t Kruis (sectie C1 – nr. 131). Het Kruisje is een akker in de groep akkers met de veldnaam Kruisakkers. De Kruisakkers liggen aan het Katteneinde tegen Deever aan.
De advertentie vermeldt
het Builigje. De publicatie Veldnamen vermeldt Builigje (sectie E4 – nr. 160). Het Builigje is een smalle akker op de Binnenesch van Wapse.
De advertentie vermeldt de Ypering. De publicatie Veldnamen vermeldt IJpering of Iepering (sectie E4 – nr. 179). De Ypering is een akker op de Oeren
De advertentie vermeldt op de Oeren. De publicatie Veldnamen vermeldt Oeren (sectie E4, nr. 183). Op de Oeren is een akker in de groep akkers met de veldnaam Oeren.
De advertentie vermeldt de tweede Boschjesakker en de vierde Boschjesakker. De publicatie Veldnamen vermeldt de Boschjesakker (sectie F3 – nr. 61). De Boschjesakker is een klein akkertje op de Oeren, dat nota bene ook nog eens werd opgedeeld in te verhuren perceeltjes.
De advertentie vermeldt Kuipershofje. De publicatie Veldnamen vermeldt Kuipershofje (sectie F3 – nr. 59). Het Kuipershofje is een akkertje op de Oeren.
De advertentie vermeldt Utterlange. De publicatie Veldnamen vermeldt Utterlangen of Uitterlangen (s
ectie F3 – nr. 38). De Utterlange is een akker in de groep akkers met de veldnaam Utterlangen of Uitterlangen. Deze groep akkers ligt op Nul.
De advertentie vermeldt twee keer de Hilgensteen. De publicatie Veldnamen vermeldt Hilgensteen of Hilgenstien (sectie B4 – nr. 15). De twee akkers met de veldnaam de Hilgensteen zijn akkers in de groep akkers met de veldnaam Hilgensteen of Hilgenstien. Deze akkers liggen op de Molenesch.
De publicatie Veldnamen vermeldt nog een keer Hilgensteen of Hilgenstien (sectie C2 – nr. 157). De twee akkers met de veldnaam de Hilgensteen zijn in dit geval akkers in de groep akkers met de veldnaam Hilgensteen of Hilgenstien. Deze akkers liggen echter op de Zuurlanderesch.
De advertentie vermeldt Oosterkamp, in 2 delen te verhuren. De publicatie Veldnamen vermeldt Oosterkampen of Oosterkaampen (sectie B4 – nr. 19). De Oosterkampen bestaan uit twee percelen en liggen op de Molenesch.
De advertentie vermeldt Achterste Aarlange. De publicatie Veldnamen vermeldt Achterste Aarlange (sectie B4 – Nr. 22). De Achterste Aarlange is een lange smalle akker op de Molenesch.
De advertentie vermeldt de Polle. De publicatie Veldnamen vermeldt de Pol (sectie B4 – nr. 25). De Polle is een akker in de  groep akkers met de veldnaam de Pol. Deze groep akkers ligt op de Molenesch.
De advertentie vermeldt de Polle op de Molenesch. De publicatie Veldnamen vermeldt de Pol (sectie B4 – nr. 25). De Polle op de Molenesch is een akker in de groep akkers met de veldnaam de Pol. Deze groep akkers ligt op de Molenesch.
De advertentie vermeldt Achter de Kerkakker. De publicatie Veldnamen vermeldt Achter de Kerkakker of Achterste Kerkakker (sectie B4 – nr. 31). Dit akkertje ligt op de Molenesch.
De advertentie vermeldt de Polle in de tweede lengte. De publicatie Veldnamen vermeldt de Polle in de tweede rij (sectie B4 – nr. 38). Dit is een lange smalle akker op de Molenesch.
De advertentie vermeldt de Aarlange. De publicatie Veldnamen vermeldt Aarlangen, Aerlangen, Haarlangen (sectie B4 – nr. 21). De Aarlangen is een akker in de groep akkers met de veldnaam Aarlangen, Aerlangen, Haarlangen. Deze groep akkers ligt op de Molenesch. De publicatie Veldnamen vermeldt nog een keer Aarlangen (sectie F3 – nr. 24). In dit geval is de Aarlange een akker in de groep akkers met de veldnaam Aarlangen, die op de Nul liggen.
De advertentie vermeldt Molenakker. De publicatie Veldnamen vermeldt Meulakkers of Molenakkers (sectie B4 – nr. 55). Dit is een akker op de Molenesch vlak bij de beltmolen aan het Katteneinde in Deever.
De advertentie vermeldt Kleineschje. De publicatie Veldnamen vermeldt Het Kleine Eschje, Kleine Essie (sectie B4 – nr. 59). Het Kleineschje is in dit geval een akker in Deever.
De advertentie vermeldt Noordesch tegen de Boskamp. De publicatie Veldnamen vermeldt Noordesch tegen de Boschkamp (sectie B4 – nr. 77). Dit is een akker op de Noorderesch.
De advertentie vermeldt drie keer Noordesch. De publicatie Veldnamen vermeldt de Noordeschakkers (sectie B4 – nr. 66). De drie percelen Noordesch zijn akkers in de groep akkers met de veldnaam Noordeschakkers. De Noordeschakkers liggen op de Noorderesch.
De advertentie vermeldt Heezenesch. Dit is een erg vage vemelding. De publicatie Veldnamen vermeldt geen perceel met de naam Heezenesch.
De advertentie vermeldt Heezenesch bij Fledderuskamp. De publicatie Veldnamen vermeldt Fledderuskamp of Fledderuskaampe (sectie B4 – nr. 111). Dit is een akker op de Heezeresch.
De advertentie vermeldt Tegen de Beust. De publicatie Veldnamen vermeldt Tegen de Beust (sectie B4, nr. 162). Dit is een akkertje op de Heezeresch.
De advertentie vermeldt Achter Jans Blokskamp. De publicatie Veldnamen vermeldt Achter J. Blokskamp of Achter Blok’skamp of Blokskaampe (sectie B4 – nr. 139).
De advertentie vermeldt Noordesch. De publicatie Veldnamen vermeldt de Noordeschakkers (sectie B4 – nr. 66). Noordesch is een akker in de groep akkers met de veldnaam Noordeschakkers. Deze groep akkers ligt  op de Noorderesch.
De advertentie vermeldt Kleineschje. De publicatie Veldnamen vermeldt het Kleine Eschje (sectie B4 – nr. 97). Het Kleineschje is in dit geval een akker op de Heezeresch.
De advertentie vermeldt Tipakker. De publicatie Veldnamen vermeldt de Tipakker (sectie B4 – nr. 53) op de Molenesch en de Tipakker (sectie C1 – 53) op de Westeresch.
De advertentie vermeldt Smalakkertje. De publicatie Veldnamen vermeldt het Smalakkertje (sectie C1 – nr. 41). Het Smalakkertje is een zeer smal akkertje op de Westeresch.
De advertentie vermeldt de eerste, vijfde, zevende en negende akker van de Grote Hoek op de Westeresch. In de publicatie Veldnamen is geen veldnaam Grote Hoek op de Westeresch te vinden. Wellicht is de Grote Hoek op de Westeresch na 1832 ontstaan uit een samenvoeging van meerdere akkers.
De advertentie vermeldt de eerste en derde akker van de Achterste Westereschhoek. In de publicatie Veldnamen is geen veldnaam Achterste Westereschhoek te vinden. Wellicht is de Achterste Westereschhoek na 1832 ontstaan uit een samenvoeging van meerdere akkers.
De advertentie vermeldt Achterste Westeresch bij Hakkenkamp. De publicatie Veldnamen vermeldt Achterste Westeresch bij Hakkenkamp of Bij Hakkenkampje (sectie C1 – nr. 61). Deze akker ligt op de Westeresch.
De advertentie vermeldt het zuidelijke gedeelte van de Westereschakker. De publicatie Veldnamen vermeldt Westereschakker of Westeresakkers (sectie C1 – nr. 13) De Westereschakkers is een groep akkers op de Westeresch van Deever. De vraag is natuurlijk welke Westerschakker is bedoeld in de advertentie.
De advertentie vermeldt Brandakker. De publicatie Veldnamen vermeldt Brandakkers of Braandakkers (sectie C1 – nr. 63). De Brandakker is een akker in een groep akkers met de naam Braandakkers op de Westeresch van Deever.
De advertentie vermeldt Westerlange. De publicatie Veldnamen vermeldt de Westerlange (
sectie C1 – nr. 16). De Westerlange is een lange smalle akker op de Westeresch van Deever.
De advertentie vermeldt Wegakkertje achter Houwerskamp. De publicatie Veldnamen vermeldt Wegakkertje achter Houwerskamp (
sectie C1 – nr. 100). Het Wegakkertje achter Houwerskamp is een akkertje in Oll’ndeever.
De advertentie vermeldt Tusschendarp bij Draatshuis. De publicatie Veldnamen vermeldt Bij Draad (sectie C1 – nr. 127). Bij Draad is een akker op het Tusschendarp in Deever.
De advertentie vermeldt de tweede en de vierde akker van de Zuurlange van Kruit en Kok. De publicatie Veldnamen vermeldt Zuurlangen (sectie C2 – nr. 146). De Zuurlangen zijn een groep akkers op de Zuurlanderesch. De tweede en de vierde akker van de Zuurlange van Kruit en Kok is een akker die behoort tot de groep akkers met de veldnaam Zuurlangen.
De advertentie vermeldt Achter Schultingshuis. De publicatie Veldnamen vermeldt Achter Schultingshuis,
Achter het Schultingshuis of Kolde (sectie C2 – nr. 141). Achter Schultingshuis is een akker op de Zuurlanderesch.
De advertentie vermeldt het Hoegje. De publicatie Veldnamen vermeldt het Hoegje (sectie C1 – nr. 97). Het Hoegje is een akker op de Westeresch van Deever.
De advertentie vermeldt zuidkant en noordkant van de Oldendieverschekamp. De publicatie Veldnamen vermeldt de Ouden Dieversche Kamp (sectie C1 – nr. 109). De Ouden Dieversche Kamp is een akker in Oll’ndeever.
De advertentie vermeldt de tweede en de derde akker van de Groote Westereschhoek. In de publicatie Veldnamen is geen veldnaam Grote Westereschhoek of Grote Hoek op de Westeresch te vinden. Wellicht is de Grote Westereschhoek of Grote Hoek op de Westeresch na 1832 ontstaan uit een samenvoeging van meerdere akkers.
De advertentie vermeldt de Giere. De publicatie Veldnamen vermeldt Gieren (sectie B4, nr. 123). De Gieren is een groep akkers op de Heezeresch. In de publicatie Veldnamen komen onder meer ook de Lange Giere, de Groote Giere, de Giere van Blok, de Giere van Roelof Bennen, In de Gieren, Groote Giere, het Kleine Giertje, de Kleine Giere voor.
De advertentie vermeldt het Vonkje, een vergissing, dit moet zijn het Vorkje. De publicatie Veldnamen vermeldt Vorkie of ’t Vorkje (sectie C2 – nr. 147. Het Vonkje was een lange smalle akker op de Zuurlanderesch.
De advertentie vermeldt de Smalle. In de publicatie Veldnamen is geen perceel met deze veldnaam te vinden. Of de redactie moet deze naam over het hoofd hebben gezien.
De advertentie vermeldt de Paalakker. De publicatie Veldnamen vermeldt Paalakkers of Poalakkers (sectie C2- nr. 147). De Paalakker is een akker in de groep akkers met de veldnaam Poalakkers. De Poalakkers liggen op de Westeresch van Deever.
De advertentie vermeldt de Paalakker (aangekocht van Brommer). De publicatie Veldnamen vermeldt Paalakkers of Poalakkers (sectie C2- nr. 147). De Paalakker (aangekocht van Brommer) is een andere akker in de groep akkers met de veldnaam Poalakkers. De Poalakkers liggen op de Westeresch van Deever.
De advertentie vermeldt het Bultien. De grote vraag is welk Bultien het betreft. De publicatie Veldnamen vermeldt het Bultien (sectie B4 – nr. 169). Deze akker ligt op de Heezeresch, vlak bij het hunnebed. De publicatie Veldnamen vermeldt het Bultien (sectie C1 – nr. 119). Deze akker ligt in Deever.
De advertentie vermeldt het Breegje. De publicatie Veldnamen vermeldt het Breegien (sectie B4 – nr. 150). De akker met de veldnaam het Breegje ligt op de Westeresch van Deever.
De advertentie vermeldt de Rouwe. In de publicatie Veldnamen komt de Rouwe niet voor. De publicatie Veldnamen vermeldt wel Rouwakkers (sectie B4 – nr. 44). De redactie vermoedt dat de akker met de veldnaam de Rouwe een akker is in de groep akkers met de naam Rouwakkers en na 1832 is afgesplitst van de Rouwakkers. De Rouwe ligt op de Molenesch.
De advertentie vermeldt de Polle. De publicatie Veldnamen vermeldt de Pol (sectie B4 – nr. 25). De Polle is een akker in de  groep akkers met de veldnaam de Pol. Deze groep akkers ligt op de Molenesch.
De advertentie vermeldt twee keer een perceel met de naam de Zandakker. De publicatie Veldnamen vermeldt Zandakkers of Zaandakkers (sectie B4 – nr. 145). De twee Zandakkers zijn akkers in de groep akkers met de veldnaam Zaandakkers. De Zaandakkers liggen op de Heezeresch. De naaorlogse uitbreidingen van de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever liggen op de Zaandakkers.
De advertentie vermeldt de Giere. De publicatie Veldnamen vermeldt de Gieren (sectie B4 – nr. 123). De Giere is een akker in de groep akkers met de veldnaam de Gieren. De Gieren liggen op de Heezeresch. In de buurt van de Gieren liggen onder meer de Lange Giere, de Groote Giere, het Kleine Giertje, het Giertje.
De advertentie vermeldt Westereschakker. De publicatie Veldnamen vermeldt Westereschakkers (sectie C1 – nr. 13). De Westereschakker is een akker in de grote groep akkers met de veldnaam Westereschakkers. De vraag is natuurlijk welke akker ? Daar is alleen achter te komen door middel van een notariële acte waarin voor deze Westereschakker de kadastrale gegevens zijn vermeld.
De advertentie vermeldt oostkant en westkant van Groote Akker op Westeresch. De publicatie Veldnamen vermeldt de Groote Akker (sectie C2 – nr. 143). De Groote Akker is een akker op de Westeresch, zoals de advertentie al vermeldde.
De advertentie vermeldt de Noordeschakker in twee percelen. De publicatie Veldnamen vermeldt Noordeschakkers (sectie B4 – nr. 66). De Noordeschakker is een akker in de grote groep akkers met de veldnaam Noordeschakkers. De Noordeschakkers liggen uiteraard op de Noorderesch.
De advertentie vermeldt Middelwand. De publicatie Veldnamen vermeldt Middelwand (sectie B4 – nr. 69). De Middenlwand is een akker in de grote groep akkers met de naam Middelwand. De akkers met de veldnaam Middelwand liggen op de Noorderesch.
De advertentie vermeldt de Kromme. De publicatie Veldnamen vermeldt de Kromme (sectie C2 – nr. 138). De akker mit de veldnaeme de Kroeme lig op de Zuurlanderesch an de weg van Deever hen de Deeverbrogge en an ut begun van de Bolderhook.
De advertentie vermeldt Bakkertje op Noordesch. De publicatie Veldnamen vermeldt wel een perceel met de veldnaam de Bakker (sectie B4 – nr. 91), maar dat perceel ligt op de Heezeresch van Deever.  De redactie heeft het vermoeden dat de advertentie had moeten vermelden Bakkertje op Heezeresch.
De advertentie vermeldt Kerkakker bij Koop Boer. De publicatie Veldnamen vermeldt Kerkakkers of Karkakkers op de Molenesch (sectie B4 – nr. 32). De publicatie Veldnamen vermeldt Kerkakker of Karkakker op de Zuurlanderesch (sectie C2 – nr. 158). De publicatie Veldnamen vermeldt Kerkakkers op de Oosteresch van Wittelte (sectie D2 – nr. 76). De grote vraag is natuurlijk welke Kerkakker wordt bedoeld. De redactie heeft het vermoeden dat het gaat om de Karkakker op de Zuurlanderesch, omdat Koop Boer, die an de Deeverbrogge woonde, daar ook land in eigendom had.  

De publicatie vermeldt het Vroomskampje. In de publicatie Veldnamen komt een perceel met de veldnaam het Vroomskampje niet voor. De grote vraag is of het perceel met de veldnaam het Vroomskampje wel in de gemiente Deever ligt ?

 

Posted in Veldnème | Leave a comment

Ut holt’n sitbaankie an de Betonweg hef ut neet ered

In het in 2019-2020 uitgevoerde peperdure onderbestratingswerkje van het binnendorp van Deever met de naam Diever op Dreef (Deever op Drift), zie afbeelding 3, moest ook de merkwaardige klomp zwerfstenen met de naam Burgemeester Van Osbank op ut kaampie grond bij de Betonweg en naast de woning met adres Hoofdstraat 1 in Deever verdwijnen. De Van Osbank werd op tactische redenen verplaatst naar het paardenmarktterrein aan het begin van de Bosweg in Deever.
Het duurzame toekomstbestendige milieuvriendelijke circulaire fairgetrade houten zitbankje met de reclamesticker van de Koninklijke Landmacht met de wervende tekst ‘Reservist bij de Koninkljke Landmacht. Je moet het maar kunnen’ was op woensdag 22 april 2020 nog aanwezig. Op die datum heeft de redactie van ut Deevers Archief bij wijze van afscheid nog even op dat duurzame toekomstbestendige milieuvriendelijke circulaire fairgetrade houten zitbankje in de zon gezeten, zij het met opgetrokken benen op de berg zand voor het bankje.
Het was de redactie op die datum volstrekt duidelijk dat de Hoge En Lage Dametjes en Heertjes Van Het Onweerspreekbare Grote Gelijk Van De Inrichting Van De Openbare Ruimte Van Ut Dörp Deever Zetelend In Het Luxe Kantoorparkencomplex Aan De Gemeentehuislaan In Deever dit duurzame toekomstbestendige milieuvriendelijke circulaire fairgetrade houten zitbankje binnenkort zouden gaan elimineren, liquideren en vernietigen. Eliminist bij het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld. Je moet het maar durven.
De redactie hoopte in een eerder bericht dat dit eerlijke zitbankje niet zou worden vervangen door een snorkerig, superlux, superduur, onduurzaam, niet-circulair, toekomstonbestendig, milieuonvriendelijk, vandaalonbestendig geverfd metalen zitbankje van het type Ikarus van het bedrijf Gardelux b.v. Met een plaatselijk gemaakt zitbankje van plaatselijk bewerkt hout uit plaatselijke duurzaam beheerde productiebossen van de Stoat zijn de doelstellingen van de circulaire economie wel direct en met geschwinde spoed en in gestrekte draf te bereiken.
Maar die hoop was bij voorbaat al diep de grond in geslagen en bovendien werd op ut kaampie grond niet één exemplaar, maar twee exemplaren van het geverfde metalen zitbankje van het type Ikarus van het bedrijf Gardelux b.v. geplaatst. Zie de afbeeldingen 1 en 2. Tussen de twee zitbankjes is een voorgeprogrammeerd verhard slijtpad van een of ander merkwaardig soort kunstachtig materiaal aangelegd.
Van het indoctrinatiedocumentje Diever The Place To Be Or Not To Be dat nog steeds onder de naam Leporello is te vinden op een webstee van de gemeente Westenveld is bladzijde 14 weergegeven in afbeelding 5. Op die bladzijde 14 staan ten aanzien van de plaatsing en de beleving van het openbare zitmeubilair in het kader van het peperdure werkje Diever op Dreef de volgende volkomen volslagen onbegrijpelijke opgeklopte lulkoek brabbeltekst: Voor dit plan is een belangrijke vraag: waar staan de bankjes, en welk uitzicht heeft degene die erop zit en wat is het uitzicht voor degene die de bank passeert ? Wat voor tafereel wordt er geboden aan de zitter ? Kan dat tafereel opnieuw betekenis krijgen of kan de werking van het uitzicht versterkt worden ?

Mien vèè see seins: skroet’n en in de brook driet’n bint gien kuunst.

Afbeelding 1 – De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 2 – De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 3 – De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.
Afbeelding 4 – De redactie heeft deze kleurenfoto op woensdag 11 december 2019 gemaakt.

Afbeelding 5 – Bladzijde 14 uit het indoctrinatiedocument Diever The Place To Be Or Not To Be.

Posted in Heufdstroate, Verdwenen object | Leave a comment

Funerair mosaiek op de groeve van Jan Westendorp

De redactie van ut Deevers Archief was op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever wel vaker langs de groeve van Jan Westendorp gelopen, maar was nooit toe gekomen aan het maken van een foto van het mozaíek van disse groeve.
De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van het vrolijke kleurrijke mosaiek op de groeve eindelijk gemaakt op vrijdag 29 november 2020. Bij een vrolijk kleurrijk funerair mosaiek hoort ook enige funeraire rijmelarij.
De zon scheen lachend, de hemel was stralend blauw, herfstbladeren bedekten jouw koele aarde, de vogel wiekte naar de horizon, het was genoeg geweest, je wiekte achter die horizon, waar tijd en ruimte niet bestaan, je vrijheid tegemoet.
In de hoeken onder de naam Jan Westenbrink zijn de mosaieksteentjes jammer genoeg verdwenen, desalniettemin is dit mosaiek wel een beetje te beschouwen als funeraire kunst.
De redactie raadt de Hoge en Lage Dametjes En Heertjes Van Het Winstgevend Exploiteren Van De Kaarhof An De Grönnegerweg Bee Deever Gevestigd In Het Kantoor Van Het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld Aan De Gemeentehuislaan In Deever bij disse groeve vooral geen paars liquidatiebordje te zetten.
De redactie heeft gezocht naar gegevens van Jan Westendorp, maar heeft alleen de volgende overlijdensaktegegevens kunnen vinden in de openbare bronnen.
Overlijden, Diever, 19 september 1944, aktenummer 14, overleden: Jan Westendorp, geboren te Rotterdam, beroep: werkmeester timmerbedrijf, overleden op 16 september 1944 te Diever, oud: 46 jaar, gehuwd met Marigje Broekzitter, zoon van Willem Westendorp en Jacoba van der Graaf 
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft andere gegevens van Jan Westendorp ? Wat had een werkmeester van een timmerbedrijf uit Rotterdam in 1944 in de Tweede Wereldoorlog in Deever te zoeken ? Wat was de politieke gezindheid van Jan Westendorp ?
Of betreft het een andere Jan Westendorp ?
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft de juiste gegevens van de begraven Jan Westendorp ?

Posted in Kaarkhof an de Grönnegerweg | Leave a comment

Un mooi eulievaarfskildereeje van bee de Hoarsluus

De kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. (Jaap van Zyderveld, Jacob Maria Zijderveld) is geboren op 25 september 1919 in Den Haag en is overleden op 8 maart 1985 in Den Haag.
Jaap van Zijderveld sr. heeft het bijgaand afgebeelde prachtige olieverfschilderij in 1976, staande of zittend, bee de Hoarsluus an de Gowe gemaakt. Het olieverfschilderij is in het bezit van de kinderen van kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. en komt uit hun ‘voorraad’. De kunstenaar heeft het schilderij links onder aan het schilderij voorzien van zijn handtekening en het getal 76 (1976).
Jaap van Zijderveld sr. tekende en schilderde altijd ter plekke. De redactie van ut Deevers Archief hoefde dus ook bij dit schilderij niet naarstig op zoek te gaan naar een foto of een ansichtkaart, die de kunstenaar als voorbeeld zou kunnen hebben gediend.
De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van een dochter (van de kinderen) van Jaap van Zijderveld sr. deze afbeelding van het olieverfschilderij te tonen in ut Deever Archief. De redactie is die dochter (de kinderen) bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
Zij wist het volgende te vertellen. ‘We logeerden in Diever in een vroegere boswachterswoning. Die woning was toen particulier bezit van een familie uit Wassenaar. Aan welke weg de boswachterswoning lag, dat weet ik niet meer. Wel lag de bosingang aan de doorgaande weg, die langs de Drentse Hoofdvaart loopt.”
De toegangsweg – de Kanaalweg – naar hun vacantiewoning bevond zich vlak bij de Haarsluis. Het is voorstelbaar dat Jaap van Zijderveld in die productieve schildervacantie in 1976 het eerst de Haarsluis heeft geschilderd, die lag op een korte loopafstand van de vacantiewoning.

Posted in de Gowe, Hoarsluus, Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Un ereboge veur de neeje keuneginne

In de Heufdstroate van Deever staat bij de schilderswinkel van Geert Koster en de Boerenleenbank een ereboog.
Die staat daar ter gelegenheid van de kroning van Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina, prinses der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, hertogin van Mecklenburg, prinses van Lippe-Biesterfeld, tot koningin der Nederlanden, op 4 september 1948. De inhuldiging vond plaats op 6 september 1948 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
De Heufdstroate was tot an de Brink versierd met een merkwaardig soort van plantenbakken. De kroning werd zo te zien als een soort van volksfeest gevierd. Met een optocht van versierde wagens ?
Onder de boog is aan de rechterkant te zien eerst het woonhuis van de smederij van de Kloeze en daarachter het rechthoekige postkantoor met woonhuis van de familie Schoemaker.
De redactie van ut Deevers Archief wijst de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief, die in het bezit zijn van het onvolprezen boekwerkje Diever, zoals het was in de voormalige gemeente 1930-1980, op bladzijde 58 van dat boekje, waarop een foto van een vergelijkbare ereboog aan het begin van de Peperstroate staat afgebeeld.
De hier getoonde afbeelding is een scan van een foto, die aanwezig was in de verzameling van wijlen mevrouw Margaretha (Griet) Oost, die getrouwd was met Jan Brugging (Jan Wiba), die samen een winkel – een soort van dorpswarenhuis – hadden an de Heufdstroate. De redactie wil graag de naam van de maker van de hier afgebeelde foto vermelden. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie aan die naam helpen ?

Posted in Heufdstroate | Leave a comment

Ai’j neet mièèr sunder ut internet könt

De redactie van ut Deevers Archief is druk bezig met het digitaliseren (scannen) van zijn veel ruimte in beslag nemende papieren archief (papperrassies scannen en vervolgens die papperrassies in de container voor het oude papier gooien), bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort.
Tot dit grote karwei behoort ook het digitaliseren (scannen) van oude jaargangen van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Deever, Van Goor’s Blattie). De redactie vond bij het scannen van jaargang 1997 van ut Deevers Blattie op het voorblad van ut blattie van 18 september 1997 de hier afgebeelde geschiedkundig zeer waardevol geworden advertentie.

Openbare Bibliotheek
In de bibliotheek voordelig nader kennis maken met nieuwe media !

De gehele maand september staat de bibliotheek in het teken van nieuwe media. Het betreft hier een nadere kennismaking met internet en cd-rom. Na de introductie in april zijn er faciliteiten bijgekomen, zoals een cd-romserver, die de bibliotheek graag aan het publiek wil presenteren. Dit gebeurt onder de noemer Bi-point wat staat voor Bibliotheek Interactief.
Bi-point in de bibliotheek biedt u ook de mogelijkheid om tegen een zeer voordelig tarief van slechts f. 3,50 per half uur zelf met internet te werken. En als u de smaak van internet goed te pakken heeft, dan bestaat de mogelijkheid om tegen gereduceerd tarief een 10-strippenkaart te kopen. Deze kost in september slechts f. 25,00 in plaats van f. 31,50.
op donderdag 25 september van 18.20 – 20.30 uur kunt u onder deskundige begeleiding gratis komen net-surfen. Ook kunt u dan alle vragen over internet en cd-rom stellen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Ut Deevers Archief is een steeds groter wordende verzameling van flarden uit de geschiedenis van de voormalige gemiente Deever, zeg maar van gedigitaliseerde (gelukkig geen papieren) fragmenten uit het verleden van de voormalige gemiente Deever. Het omvat groeiende verzamelingen fragmenten van heel veel onderwerpen, zoals archeologie, bestuur, ontginning, landbouw, bosbouw, natuur, Zorgvlied, Wittelte, Wateren, Wapse, Oll’ndeever, Olde Willem, ’t Moer, Kalteren, Geeuwenbrug, Deeverbrogge, Deever. 
De redactie heeft de categorie met de werktitel ‘digitale tijdperk’ toegevoegd aan de niet-limitatieve lijst van onderwerpen uit het verleden van de gemiente Deever. Die categorie ontbrak nog.
De hier afgebeelde advertentie van de Openbare Bibliotheek van Deever laat zien dat deze diensten verlenende organisatie al in 1997 in de gaten begon te krijgen dat de computer en het internet ongekende snelle ontwikkelingen zouden gaan doormaken en onbegrensde mogelijkheden zouden gaan bieden, ook in de wereld van het papieren boek, en dat je maar beter bij kon blijven.
Bevroedde de Openbare Bibliotheek van Deever toen al dat alle aanwezige papieren boeken in de bibliotheek ook digitaal via het interntet beschikbaar zouden gaan komen ? Bevroedde de Openbare Bibliotheek van Deever toen al dat de bakens verzet moesten worden ? 

Posted in Digitale tijdperk | Leave a comment

Ik heb een heerlijke tijd in kamp De Eikenhorst gehad

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 1 februari 2021 van Pim Zaalberg de volgende reactie op het bericht Mijn dagen als nieuwe pees zal ik niet gauw vergeten van zijn kamp- en barakgenoot Rob Tijssen. Pim Zaalberg bracht van begin 1962 tot eind 1963 door in het jongenskamp De Eikenhorst (barak Klondike) an de Gowe. De redactie is hem bijzonder erkentelijk voor zijn reactie. 

Beste Rob Tijssen,
Dank je voor jouw nauwgezette beschrijving van het leven in het kamp de Eikenhorst. Mijn naam is Pim Zaalberg en ik heb sterk het vermoeden dat wij in dezelfde periode in Klondike zijn geweest.
Harry Peek was mijns inziens een fijne groepsleider. Ik heb hem later, begin jaren zeventig van de vorige eeuw nog eens opgezocht. Hij woonde toen op een woonboot in de buurt van Cruquius (Vijfhuizen ?).
Ik zag dat je je een paar namen herinnerde, bijvoorbeeld die van Jan Schipper, die bokser wilde worden. Die heeft mij nog de ziekenboeg ingeslagen.
Ik heb de indruk dat ik in de groep wel een buitenbeentje was. Eigenlijk is het mij nooit duidelijk geworden waarom ik daar bijna anderhalf jaar -van begin 1962 tot juni 1963- heb doorgebracht. Maar in tegenstelling tot anderen, die aan het verblijf in het kamp een trauma hebben overgehouden, heb ik een heerlijke tijd in het kamp gehad.
Volgens mij werkte de heer Westerhof ook als kok in hotel-restaurant Wesseling in Dwingeloo.
Nogmaals dank voor je mooie beschrijving.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De reactie nodigt Klondike-genoten van Pim Zaalberg, in het bijzonder Jan Schipper, te reageren op de berichten van Pim Zaalberg en Rob Tijssen. Is Jan Schipper inderdaad bokser geworden ?

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Un mooi stukkie van ut Kastiel sestug joar’n elee’n

De hier afgebeelde zwart-wit foto is gemaakt op 3 juli 1963 op ut Kastiel in Deever. De redactie weet niet wie de maker is van deze foto, maar zou wel graag zijn naam willen vermelden.
De foto is afkomstig uit de verzameling van wijlen Margaretha (Griet) Oost, die was getrouwd met winkelier Jan Brugging (ja, die van de Wiba-winkel an de Heufdstroate in Deever). Deze foto is gebruikt voor een ansichtkaart, die het bedrijf JosPé uit Arnhem in juli 1963 heeft uitgegeven. De ansichtkaart was te  koop bij winkelier Jan Brugging, Hoofdstraat 27 in Deever. Blijkbaar heeft JosPé ter kennisgeving en ter goedkeuring eerst een afdruk gestuurd naar opdrachtgever Jan Brugging.
De weg over Ut Kastiel had toen helaas nog de naam Burgemeester Van Oslaan. De naam Ut Kastiel werd in 1939 opgeofferd aan de eer en glorie en eeuwige plaatselijke roem van de pensionerende burgemeester Hendrik Gerard van Os (zeven koeien en een os).
In het boerderijtje aan de linkerkant van de afbeelding woonden in juli 1963 Roelof Fledderus en Annegien Jansen. Roelof Fledderus is geboren op 4 januari 1885 in Wittelte en is overleden op 26 maart 1964 in Deever. Annegien Jansen is geboren op 25 april 1895 op de Smilde en is overleden op 25 november 1967 in Deever. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
In juli 2000 woonde in het boerderijtje aan de linkerkant van de afbeelding de familie Honing.
In het boerderijtje daarnaast woonden in juli 1963 Lammigje Oost, de weduwe van Geert van Ankorven en haar kinderen Janna en Roelofje. Geert van Ankorven is geboren op 10 februari 1877 in Dwingel en is overleden op 14 september 1956 in Deever. Lammigje Oost is geboren op 30 juli 1879 in Oll’ndeever en is overleden op 28 juni 1973 in Deever. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Janna (Jannoa) van Ankorven is geboren op 20 januari 1903 in Deever en is overleden op 10 juni 1990 in Deever. Roelofje (Roefie) van Ankorven is geboren op 24 januari 1909 in Deever en is overleden op 23 juni 1996 in Deever. De twee zusters zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
In een e-mail bericht van 31 augustus 2000 meldde een mevrouw van Ankorven uit Utrecht het volgende aan de redactie. De naam Ankorven is een verbastering van de plaats Heunkörben (Hohenkörben) in de buurt van de Nederlands-Duitse grens. De familie van Ankorven heeft een boek over de eigen familie gemaakt. Er wonen nog Van Ankorven’s in Den Haag. De achternaam is helaas bezig uit te sterven.  
In juli 2000 woonde in het boerderijtje tussen het linker boerderijtje en de rechter boerderij mevrouw Teddy van Marum.
In de boerderij aan de rechterkant van de afbeelding woonden in juli 1963 de familie Klaas Fledderus en Fransiena (Sientie) Fledderus. Klaas Fledderus is geboren op 27 januari 1908 in Deever en is overleden op 26 juni 1988 in Deever. Fransiena (Sientie) Fledderus is geboren op 23 april 1908 in Wapse en is overleden op 1 februari 1994 in Deever. Beiden zijn begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. In juli 2000 woonde in deze boerderij de familie Jark Otten en Siena Fledderus. Siena Fledderus is een dochter van Klaas Fledderus en Fransiena Fledderus. In januari 2021 woonde in deze boederij nog steeds het echtpaar Jark Otten en Siena Fledderus.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de bijgevoegde kleurenfoto gemaakt op vrijdag 3 mei 2018. De redactie stond niet helemaal op de dezelfde positie als de maker van de zwart-wit foto, maar zal te zijner tijd en zeker niet met geschwinde spoed en in gestrekte draf een beter passende kleurenfoto aan dit bericht toevoegen.
Op de stee van het vervallen boerderijtje (keuterijtje) tussen het linker boerderijtje en de rechter boerderij is een nieuw huis gebouwd.

Posted in Alle Deeversen, Ansigtkoate, ut Kastiel, Verdwenen object | Leave a comment

De oldste ansichtkoate van ut swembad Deeversaand

De redactie van ut Deevers Archief toont de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief ook graag oude beelden van het zwembad Dieverzand an de Bosweg bee Deever. Bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart werd in 1948 uitgegeven en was te koop bij Jan Brugging an de Heufdstroate in Deever. De redactie schat in dat deze ansichkaart de oudste ansichtkaart van het zwembad Dieverzand is. De redactie verneemt graag van zijn zeer gewaardeerde bezoekers het bestaan van oudere dan de hier afgebeelde ansichtkaart.
Gelukkig is van de jongen die bij het pierebad links op de voorgrond staat de naam bekend. Het is Albertus (Bertus) Fransen, zoon van boer Roelof Fransen en Klassien Mulder. De familie Fransen woonde destijds aan de Hoofdstraat, het huidige adres is Hoofdstraat 78 in Deever. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deeves Archief herkent andere kinderen op de hier afgebeelde ansichtkaart ?
De dijk, gemaakt van de grond die uit het zwembad is gegraven, aan de andere kant van het pierebad, bestaat nog steeds. De redactie heeft bijgaande kleurenfoto van de andere kant van deze dijk gemaakt op 26 april 2018. Het hek dat destijds om het zwembad stond, is natuurlijk al lang verdwenen.
De redactie roept vooral Albertus (Bertus) Fransen te reageren op dit bericht.
De redactie is op zoek naar oude foto’s van het zwembad Dieverzand. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is bereid een goede scan van zijn foto’s naar de redactie te sturen ?

Posted in Alle Deeversen, Ansigtkoate, Bosweg, Swömbad Deeverse Saand, Verdwenen object | Leave a comment

Un meteoriet in de koele van un besunder stiengraf

In de Leeuwarder Nieuwsblad verscheen op 28 augustus 1929 een uitgebreid bericht over het onderzoek van de grafheuvel nabij de Grönnegerweg bee Deever, die onder leiding stond van professor doctor Albert Egges van Giffen

De opgravingen te Diever
Een zeer bijzonder steengraf – Menschelijke overblijfselen van 4000 jaar oud – Een meteoorsteen in den grafkuil
Waar in den ouden tijd de belangrijke ruiterwegen van Steenwijk naar Groningen en van Coevorden naar Friesland, elkander kruisten, ligt het oude Drentsche brinkdorp Diever. Naar het Oosten, over Dwingelo en Wijster, loopt over de hooge heide de weg naar Coevorden, naar het Noorden over het oude Calthorn en Wijster, die naar Groningen; naar het Zuiden, over Ruinen en Echten, de oude verbinding via de Ommerschans met Deventer; naar het Zuidwesten, over Vledder, de heerbaan naar Steenwijk; naar het Noordwesten, over Wateren en vandaar over Elsloo of Oosterwolde, de weg naar Friesland. De namen Ruiterweg, Groningerweg, Friescheweg, die in den Dieverschen volksmond nog leven, herinneren aan deze ouden toestand.
De hooge zandgrond, waarop het dorp is gelegen, zendt van hier uitlopers uit naar Havelte en naar Steenwijk en zet zich noordwaarts voort naar Oosterwolde en Bakkeveen; even ten Noorden van het dorp begint de inzinking, in welke zich de venen hebben afgezet, die zich van Smilde langs Appelscha en Fochteloo tot aan Haule uitstrekken.
Hoewel Diever in Drente ligt, is de bodem er dan ook dezelfde als die van de Frieschen Zuid-Oosthoek en we mogen dan ook, met terzijdestelling van de provinciale grenzen, deze landstreek als één geheel beschouwen.
Reeds in de alleroudsten tijden is deze streek door menschen bewoond geweest. Meende men tot voor kort, dat de oudste bewoners hier tusschen 3000 en 2000 jaar vóór Christus leefden, de nieuwe onderzoekingen hebben aangetoond, dat men nog veel verder terug moest gaan.
Het is vooral aan den heer H.J. Popping van Oosterwolde te danken, dat er een nieuw hoofdstuk aan de geschiedenis van Friesland kan worden toegevoegd. Deze ijverige bodemonderzoeker heeft uit de zandstuivingen een grote collectie vuursteenen werktuigjes verzameld en systematisch gerangschikt, die ten duidelijkste aantoonen, dat deze bodem reeds bewoond was, lang vóórdat de bouwers der hunnebedden zich verstigden.
In de jongste aflevering van ‘De Vrije Fries’ komt dr. A.E. van Giffen naar aanleiding van deze vuursteenen werktuigjes tot de conclusie, dat zij moeten afkomstig zijn uit een tijdperk, waarin de menschen nog niet de kunst verstonden om vaatwerk uit leem en klei te maken, om steenen werktuigen te polijsten en te slijpen, om paalwoningen en steengraven te bouwen.
Wanneer deze menschen precies geleefd hebben, is niet in jaartallen uit te drukken, doch men kan er zich op de volgende wijze eenige voorstelling van maken.
Het brons leerden de bewoners van ons land kennen tusschen 2000 en 1500 vóór Christus. De hunnebedden en de steengraven, zoals die bij Oosterwolde ontdekt zijn, dateeren uit het eerste gedeelte van dit tijdperk, of uit het laatst van het nieuw-steen-tijdperk (neolithicum); dit neolithicum (neo, nieuw, lithus, steen) heeft duizenden jaren geduurd; daaraan vooraf ging het midden-steen-tijdperk (mesolithicum) en daarvoor het oud-steen-tijdperk (paleolithicum), dat is dus duizenden jaren vóór de hunnebedden. Dit paleolithicum wordt verdeeld in 14 tijdperken; het laatst noemt men het Azilien.
Welnu, de door den heer Popping verzamelde werktuigjes behoorden tot het laatste deel van het Azilien, waarvan bijvoorbeeld ook de overblijfselen zijn gevonden in Denemarken en in Frankrijk, en het staat vast, dat dit de droog-warme tijd is, die volgde op den laatsten ijstijd. Dat kan ongeveer 8 à 9000 jaar geleden zijn, de zogenaamde Ancylustijd, zoo genoemd naar de zoetwaterslak Ancylus fluviatilus, die toen in de Oostzee leefde. Noorwegen was toen namelijk met Denemarken verbonden en de Oostzee was een zoetwatermeer. Onze kleistreken bestonden toen nog niet, vandaar dat dr. van Giffen dan ook meent, dat de voornaamste resten uit dezen tijd te zoeken zijn in de veenlagen, diep onder de klei.
De menschen, die hier toen woonden, waren afstammelingen van het West- of Middel-Europeesche laat-paleolithische ras. Zij vonden hier oer-ossen, beeren, wilde zwijnen, elanden, herten en vischrijke wateren.
Van hoe groot belang het werk van den heer Popping is, moge blijken uit het feit, dat nog in 1927 Mr. P.C.J.A. Boeles naar den toenmaligen stand der wetenschap in zijn boek Friesland tot de elfde eeuw, moest schrijven: ‘Eerst in de derde periode van den lateren steentijd (het neolithicum) krijgen wij in Friesland onze oudste bewoners, die als voornaamste monument hebben nagelaten het hunnebed bij Rijs.
Thans weten we dus, dat plusminus 5000 jaar daarvóór de Friesche bodem reeds door menschen bewoond werd ! Wie weet, hoe spoedig onze Oostelijke zandgronden de bewijzen zullen leveren, dat gedurende al die duizenden jaren dit terrein nimmer onbewoond is geweest ! Nu ligt er nog een klove tusschen de makers van die eenvoudige vuursteenen werktuigjes uit de zandstuivingen en de bouwers der hunnebedden.
In Friesland treffen wij van deze laatste slechts één aan, namelijk in Gaasterland, doch vlak over onze grenzen liggen er op dezelfde zandgronden meerdere. Ieder heeft wel gehoord van de hunnebedden bij Havelte; verder is er een geweest bij Eeze en ten Noorden van Diever ligt er een aan den zandweg van dit dorp naar het Werkhuis.
Uit oude papieren was bekend, dat er hier vroeger nog een is geweest, namelijk op den Berkenheuvel, in den volksmond de potties- en pannegiesbaarg.  Dit hunnebed is echter reeds in 1735 door boeren uit den omtrek afgebroken om de steenen te gebruiken of te verkoopen. Uit den volksmond blijkt wel, dat er hier in de loop der tijden heel wat urnen zijn gevonden.
Van dit afgebroken hunnebed heeft dr. van Giffen thans de grondsporen blootgelegd en het is hem gelukt om den geheelen opbouw te reconstrueeren. Uit gevonden scherven bleek, dat het op één lijn is te stellen met de hunnebedden van Havelte.
Er zit daar in den omtrek van Diever heel wat uit den grijzen voor-tijd in den bodem en herhaalde malen zijn er bij den landarbeid potties opgedolven en helaas vernield. Des te gelukkiger is het, dat er nu een belangrijk vóór-historisch monument in geheel ongeschonden toestand te voorschijn is gekomen !
De bekende rijks-archeoloog dr. A.E. van Giffen heeft in dit dorp een groot deel van zijn jeugd doorgebracht en hij kent er de eigenaardigheden van den bodem dus als weinig anderen. Zoo was hem dus ook ’t bestaan van een grooten, gaven grafheuvel in het bosch tegenover het Werkhuis, niet ver van het hunnebed, wel bekend en ook wist hij, dat uit een heuvel daar kortbij jaren geleden urnen zijn opgegraven. Eerst thans echter kon hij gevolg geven aan zijn lang gekoesterd verlangen om deze heuvel zijne geheimen te ontrukken ! En met een zeer bijzonder resultaat !
Reeds bij het proefboren bleek, dat er steenen in zaten en bij het afgraven stuitte men dan ook al spoedig op een laag ‘keien’, die met keienpuin was aangevuld. Voorzichtig werd thans verder gewerkt en ten slotte werd een langwerpig steengraf blootgelegd, liggende in de richting Oost-West. Het Westelijk einde was met een zware, zuiver vlak gespleten ‘sluitsteen’ afgesloten, juist zooals men dit bij de hunnebedden aantreft. Ook de verdere bouw herinnerde aan dien van de hunnebedden, met dit verschil, dat hier veel kleinere steenen gebruikt waren en een afdekking van den grafkelder geheel ontbrak.
Nadat de steenen ommanteling geheel was schoongemaakt, begon men met uiterste zorgvuldigheid den grafkelder uit te graven en wat men hier aantrof, stelde alle andere vondsten in menig opzicht in de schaduw !
Vrijwel alle hunnebedden, die in ons land zijn onderzocht, waren grootendeels vernield en de inhoud bestond slechts uit scherven en geschonden voorwerpen; menselijke overblijfselen werden nog nooit aangetroffen. Hier daarentegen werd alles in ongeschonden staat te voorschijn gebracht.
Men vond twee trechterhalsbekers en een rond urntje, typisch hunnebedden-aardewerk; een groote en een kleine vuursteenen beitel en enkele pijl- en lansspitsen. In zooverre stemde alles met de bekende hunnebedden-cultuur overeen. Doch groote verrassing baarde een rond urntje met een oor, want zoiets is in Nederland en Noord-Duitschland in hunnebedden nog nimmer aangetroffen. Zijn gelijkenis heeft dit zeer merkwaardige urntje alleen in Hongarije.
En wat nog verrassender was: in dit urntje lag een lampje van aardewerk (zie afbeelding). Dergelijke lampjes, die veel overeenkomst hebben met de latere Romeinsche, vond men in hunnebedden wel meer. Zij zijn den doode waarschijnlijk meegegeven ter voorlichting op de reis door het duistere schimmenrijk, en zij bewijzen, op welk een betrekkelijk hoog beschavingspeil deze hunnebeddenbouwers reeds stonden, hoewel ze nog geen metaal konden bewerken !
Toch bevatte deze grafkelder een metalen voorwerp, doch een, dat niet door menschenhanden is gemaakt. Midden in het graf vond men namelijk een zware metalen kogel, ter grootte van een gewonen stuiter, een meteoriet of meteoorsteen. Ook dit is een zeer zeldzame vondst. Uit de onbegrensde hemelruimte is deze klomp metaal eens gloeiend, als een vallende ster, op de aarde neergeslagen. Hoe hij in handen der hunnebeddenbouwers is gekomen, valt niet te gissen, doch dat hij als een kostbare bezitting is beschouwd, valt wel af te leiden uit het feit dat hij den afgestorvene in het graf is meegegeven. Misschien is het wel een amulet geweest ter bezwering van booze invloeden.
Het meest opmerkelijke echter is, dat in dit steengraf voor het eerst menschelijke overblijfselen zijn gevonden, namelijk een zeer verweerd gedeelte van een schedel (op de teekening is deze plaats met een kruisje gemerkt) en de resten van menschelijk gebit. Misschien, dat uit de resten iets nieuws is op te maken omtrent de lichamelijke gesteldheid van den hier begravene.
En ten slotte vertoonde dit graf nog een eigenaardigheid, die al evenzeer eenig is ons land. In den Noord-Oosthoek werd namelijk een uitgebouwde nis ontdekt, die zorgvuldig met vlakke keien was geplaveid. Deze ontdekking stelde den archeoloog voor een raadsel. In ons land is zooiets nog nimmer aangetroffen; alleen in Frankrijk is er een voorbeeld van bekend. Waartoe deze nis heeft moeten dienen, ligt nog geheel in het duister.
Geen wonder, dat dr. van Giffen met het resultaat dezer opgraving buitengewoon in zijn schik was. Het hier blootgelegde graf is te beschouwen als een overgang tusschen de hunnebedden en de gewone steengraven. Het is aangelegd op boschgrond, waarin eerst een kuil is gegraven; later is over dit graf een heuvel van schierzand opgeworpen.
De grafkelder is een zogenaamd hoofdgraf, waarin meerdere lijken zijn ter aarde besteld; sporen van verbranding zijn er niet in aangetroffen.
Ten Noorden van dit hoofdgraf vond men in den heuvel op hetzelfde niveau nog een vrouwengraf met enkele urnscherven en een kindergrafje met eenige steentjes en een lampje !
In denzelfden heuvel bleken, ongeveer 50 centimeter boven het steengraf, in veel lateren tijd nog twee grafurnen te zijn ingegraven. Ze bevatten verbrande menschenbeenderen en waren bedekt met een laagje brandaarde en houtskool, waartusschen verbrande dierenbeenderen, afkomstig van offerdieren. Een dezer urnen was een typische Germaansche urn met gekartelde rand.
Meer dan 1500 jaar nadat de nakomelingen der hunnebeddenbouwers hier hunne afgestorvenen met veel zorg hebben ter aarde besteld, hebben dus de Germaansche bewoners dezer streken op denzelfden heuvel een brandstapel opgericht om hunne dooden naar toenmalig gebruik tegelijk met hunne lijfdieren (paarden) te verbranden en de asch in urnen te verzamelen.
En nog eens tweeduizend jaar hebben deze menschelijke resten hier ongestoord gerust, tot ze ter wille van de wetenschap met grote zorgvuldigheid aan het daglicht zijn gebracht.
Er was voor dit opgravingswerk voortdurende groote belangstelling. Jongstleden zaterdagmiddag kwamen de leden der Prae-Historische Vereeniging te Assen het graf bezichtigen en bij dezelfde gelegenheid vervaardigden wij de teekening, die hierbij gereproduceerd is.
Nadat alles gefotografeerd en geteekend is, de verschillende afmetingen zijn vastgelegd, enzovoort, wordt de kuil weer dicht geworpen. Thans is aan den heuvel dus niets bijzonder meer te zien.
W.H.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is nog niet bekend met de naam van de auteur en de tekenaar van de twee afbeeldingen met de initialen W.H. van het bericht in het Leeuwarder Nieuwsblad van 28 augustus 1929. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan hier duidelijkheid in verschaffen ?

Posted in Albert Egges van Giffen, Oudheidkunde | Leave a comment

See hept ut husie van Jan en Tinus Andree vurboud

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande kleurenfoto’s van de woning met adres ut Kastiel 10 in het voorbijgaan gemaakt. Speciaal voor zijn school- en klasgenoten Jan en Tinus Andreae, twee van de vroegere bewoners van deze woning.
Ut husie woar vrogger de familie Albert Andreae (Aubut Andree, deze achternaam werd in de volksmond altijd als Andree uitgesproken) en Jantje (Jantie) Oost met hun kinderen, waaronder de tweeling Jan en Tinus, woonde, is vanwege een volledige verbouwing eerst flink, zeg maar helemaal, gestript.
Het is door de rode en blauwe dekzeilen (afbeelding 2) niet goed te zien, maar de reet’n doake zal ook zijn gesloopt. In het huisje zullen vroeger wel beddestees hebben gezeten. Duidelijk is te zien dat het huisje oorspronkelijk is gebouwd met halfsteens muurtjes. Zo te zien wordt aan de achterkant van de woning een stuk aangebouwd, het beton voor de fundering en de vloer is al gestort. Dat is een mooiere oplossing dan het lompe en onbestaanbare huis, dat nog net op afbeelding 2 aan de rechterkant is te zien, waarvoor de latere woning (boerdereejie, keutereegie) van Albert Andreae (Aubut Andree) en Jantje (Jantie) Oost wel werd weggesloopt.

Afbeelding 1
De redactie heeft deze kleurenfoto van de verbouwing op maandag 3 september 2018 gemaakt.

Afbeelding 2
De redactie heeft deze kleurenfoto van de verbouwing op woensdag 19 september 2018 gemaakt.
Afbeelding 3
De redactie heeft deze kleurenfoto van de achtergevel van de verbouwde wonning op woensdag 11 december 2019 gemaakt.

Afbeelding 4
De redactie heeft, staande in de berm van ut Kastiel, deze kleurenfoto van de verbouwde en verlengde woning op woensdag 11 december 2019 gemaakt.

Afbeelding 5
De redactie heeft deze kleurenfoto van de achtergevel van de verbouwde en verlengde woning op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 6
De redactie heeft deze kleurenfoto van de zijgevel van de verbouwde en verlengde woning op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Posted in Toevallige waarneming, ut Kastiel | Leave a comment

Un hiele olde ansichtkoate van de kaarke an de brink

Op 24 augustus 1905 stuurde een zekere mejuffrouw Nel bijgaande ansichtkaart met een afbeelding van de kaarke an de brink van Deever naar mejuffrouw G. IJnzonides in Buitenpost. De kaart is op 25 augustus 1905 gestempeld op het postkantoor in Buitenpost.
De adreskant van de ansichtkaart mocht in die jaren helaas nog niet worden beschreven, vandaar dat mejuffrouw Nel de lege ruimte onder de foto van de oostkant van het kerkgebouw en de gemeentelijke toren an de brink van Deever gebruikte om met de kroontjespen en met inkt het volgende tekstje te schrijven:
L.G. We zijn nu in Diever. Tot midden volgende week denk ik. Mijn adres is bij R. Bult. We genieten hier van de mooie natuur. Vele groeten van Nel.
Mejuffrouw G. IJnzonides in Buitenpost is mejuffrouw Gerbina Eelcina Simonetta IJnzonides. Zij is op 1 februari 1885 geboren als dochter van huisarts Gerben IJnzonides en Simontje Leeman. Zij trouwde op 30 november 1916 met Jan Wierda.
De redactie van ut Deevers Archief vermoedt dat de afkorting L.G. betekent Lieve Gerbina.
Drie zonen van het echtpaar Jan Wierda en Gerbina IJnzonides kwamen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog om bij de fusillade bij Dronrijp.
Mejuffrouw Nel zal een vriendin van Gerbina IJnzonides zijn geweest. Mejuffrouw Nel logeerde op de boerderij van de familie Roelof Bult an de Wittelterweg in Oll’ndeever. Roelof Bult is geboren op 26 januari 1857 in Oll’ndeever en is op 3 juli 1933 overleden in Drachten.
De redactie van ut Deevers Archief vermoedt dat student-medicijnen Gerben IJnzonides in Groningen bevriend was met student-medicijnen Koert Jacob Bult uut Oll’ndeever en dat mejuffrouw Nel via de vader van haar vriendin Gerbina aan het logeeradresje in Oll’ndeever was gekomen.
De in 1905 verzonden ansichtkaart is een topstuk en behoort tot de oudste ansichtkaarten van ut dörp Deever en is daarmee Deevers aarfgood. Ech wè. De kaart (nummer 4240) is in 1903 uitgegeven door drukkerij H. ten Brink in Möppel. Wie allemaal op de foto bij het kerkgebouw an de brink van Deever staan, dat is jammer genoeg nooit vastgelegd. Let vooral ook op de glint’n um de kaarhof (ok wè kaarketuun enuumd). Let vooral ook op de jongen, die hept allemoale un pette op.
De redactie betreurt het bijzonder dat in 2019/2020 in het ten koste van veel schaars belastinggeld uitgevoerde prestigeonderbestratingswerkje Deever op Drift (Diever op Dreef) van de gemeente Westenveld helaas niet was voorzien in het herstel van de cultuurhistorisch waardevolle kaarketuun met daar om heen deze fraaie glint’n. De kaarketuun is opgeofferd aan de toeristenindustrie.
De redactie heeft de kleurenfoto van de oostkant van het kerkgebouw en de gemeentelijke toren an de brink van Deever gemaakt op 11 december 2019 om – let op de torenklok – 13.33 uur. Toen was de Peperstroate nog niet aangepakt in het kader van Deever op Drift (Diever op Dreef).

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op 19 mei 2019 stuurde mevrouw Janny Franssens de volgende reactie, waarvoor de redactie haar bijzonder erkentelijk is:
Wat bijzonder leuk deze foto/ansichtkaart. Gerbina IJnzonides was een tante van mijn oma Simontje Gerbina Bergsma, de moeder van mijn vader. Mijn oma Simontje Gerbina Bergsma was getrouwd met mijn opa Derk Hendriks Franssens. Met vriendelijke groet, Janny Franssens.

Posted in Aarfgood, Alle Deeversen, Ansigtkoate, Kaarke an de brink, Topstuk | Leave a comment

Ut vurrinnewièrde pothokkie van de Uilenhorst

De Stoat (lees zetbaas Staatsbosbeheer) heeft in 2006 de boerderij en de bijgebouwen van De Uilenhorst in de Olde Willem gesloopt, met uitzondering van het hoge deel van de stal en ut pothokkie bee de boerdereeje.
De Stoat (lees zetbaas Staatsbosbeheer) heeft het hoge deel van de stal en ut pothokkie in de periode tussen 2006 en 2012 steeds beetje bij beetje stiekem en geruisloos verder gesloopt. Het leek alsof een natuurlijk proces van verval zijn werk deed. Althans dat is wat de Stoat (lees zetbaas Staatsbosbeheer) de argeloze niets vermoedende voorbijganger, zeg maar de vet belastingbetalende klanten van de Stoat (lees zetbaas Staatsbosbeheer), kil en koud wilde doen geloven. Het was een nepshowtje, maar wel eentje in quick motion.
De redactie van ut Deevers Archief verwijst voor de volledigheid  naar het bericht De pothokke van de Uilenhorst in de Olde Willem.
De redactie heeft toestemming van multikunstenaar Bas Dekker – bezoek vooral zijn prachtige webstee www.zalix.nl) – deze door hem gemaakte foto van ut pothokkie bee De Uilenhorst in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is hem bijzonder erkentelijk voor deze toestemming. Bas Dekker heeft deze foto van ut pothokkie gemaakt op 19 augustus 2011 (© Bas Dekker, www.zalix.nl).
De redactie vindt het wit van de muren van kalkzandsteen, die zijn gemaakt in de kalkzandsteenfabriek op de Smilde, mooi tegen de donkere achtergrond afsteken. De hier getoonde uitsnede van de foto is het zeer zeker waard een tijdje te worden getoond als kopafbeelding in ut Deevers Archief.
Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht deze echt wel geschikt als kopafbeelding van deze webstee, aarzel dan vooral niet deze afbeelding naar de redactie te sturen.
Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (300 dpi).
Als jij de hier afgebeelde kopafbeelding lelijk vind als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Kopplètie, Pothokke, Verdwenen object | Leave a comment

Un conté-tiekening van de kaarke an de brink

De kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. (Jaap van Zyderveld, Jacob Maria Zijderveld) heeft bijgaand afgebeelde conté-tekening in 1976, staande of zittend, in de Kloas Kleinestroate (vrogger de Kleine Peperstroate) in Deever gemaakt. De kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. is geboren op 25 september 1919 in Den Haag en is overleden op 8 maart 1985 in Den Haag. De tekening is in het bezit van de kinderen van kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. en komt uit hun ‘voorraad’. De kunstenaar heeft het schilderij links onder aan de tekening voorzien van zijn zwierige handtekening, de naam Diever en het getal 76 (1976).
De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van een dochter (van de kinderen) van Jaap van Zijderveld sr. deze tekening te tonen in ut Deever Archief. De redactie is die dochter (de kinderen) bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
Jaap van Zijderveld sr. tekende en schilderde altijd ter plekke. De redactie van ut Deevers Archief hoefde dus in dit geval niet naarstig op zoek te gaan naar een foto of een ansichtkaart, die de kunstenaar als voorbeeld zou kunnen hebben gediend. Het zij de kunstenaar van deze mooie realistische tekening uiteraard vergeven, dat hij al dan niet bewust gebruik makend van zijn kunstzinnige vrijheid de urenborden van het torenuurwerk naast de galmgaten niet heeft getekend. Wellicht deed hij dat, omdat in een vacantie in ut Deeverse laand tied neet bestiet.
Wel toont de redactie als referentie een kleurenfoto die hij op 4 oktober 2017 heeft gemaakt. De zichtbare bomen op de kleurenfoto waren in 2017 een stuk groter dan in 1976. Alleskunner Klaas Kleine was in 1976 al een paar jaar klaar met zijn ‘grote restauratie’ van de olde kouwe van de weduwe Aaltje Koning-Haveman (Oaltie Keuning-Hoaveman) op de hoek van de Peperstroate en de Kloas Kleinestroate (vrogger Kleine Peperstroate) in Deever.

Posted in Klaas Kleine, Kuunst, Tiekening | Leave a comment

Ut pothokke van de Uilenhorst in de Olde Willem

Het eenvoudige maar onvolprezen geschrift ‘Pothokken in de voormalige gemeente Diever’ is in 1999 uitgegeven door de Historische Vereniging Gemeente Diever. Om te komen tot dit geschrift is door vrijwilligers van die vereniging ontzettend veel werk verzet. Daarvoor driewerf hulde: hulde, hulde, hulde. In deze publicatie zijn gelukkig ook enige gegevens -zie afbeelding 8- te vinden van de pothokke mit de neet te begriep’m code 07-001-61, die stön bee de boerdereeje mit de naeme De Uilenhorst in de Olde Willem. Een buizerd nestelt in een horst, maar nestelen uilen ook in een horst ?
De Stoat (leees zetbaas Staatsbosbeheer) heeft het door particulieren in de vorige eeuw met bloed, zweet en tranen in cultuur gebrachte gebied de Olde Willem alweer sinds heel wat jaren stevig in zijn houdgreep en is alweer sinds heel wat jaren stevig bezig geweest alle bebouwing in de Olde Willem te liquideren. Cultuur moet plaats maken voor aangeharkte voorgekauwde gecultiveerde consumeerbare berekende tekentafelnatuur.
Zo moest ook de boerderij met de naam De Uilenhorst in de Olde Willem verdwijnen. De boerderij en de bijgebouwen van De Uilenhorst werden merkwaardigerwijs in 2006 niet in zijn geheel in een paar dagen met de sloopkogel in elkaar gebeukt en op vrachtwagens afgevoerd. Nee, de dametjes en heertjes van de Stoat (lees zetbaas Staatsbosbeheer) bedachten voor de argeloze voorbijganger een aantal jaren durend verloedering-en-verval en kijk-en-verbaas nepshowtje voor een paar uit zandsteen opgetrokken gebouwen van De Uilenhorst. Zo mocht het hoge deel van de stal blijven staan. Nou ja, vooruit, een paar jaren dan, maar niet te lang. Zo mocht ook de pothokke blijven staan. Nou ja, vooruit, een paar jaren dan, maar niet te lang.
De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van multikunstenaar Bas Dekker -bezoek vooral zijn prachtige webstee www.zalix.nl)- enige door hem gemaakte foto’s van de pothokke van De Uilenhorst in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is hem bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.

Afbeelding 1
De boerderij met de naam De Uilenhorst in de Olde Willem is voor het eerst in 1926 op een topografische kaart aangegeven.

Afbeelding 2
De pothokke is rechts naast het hoge deel van de stal te zien. Deze foto is op 23 juli 2007 gemaakt.

Afbeelding 3
Bas Dekker heeft deze foto van de pothokke gemaakt op 5 mei 2007 (© Bas Dekker, www.zalix.nl).

Afbeelding 4
Bas Dekker heeft deze foto van de pothokke gemaakt op 19 augustus 2011 (© Bas Dekker, www.zalix.nl).
Op miraculeuze wijze zijn op een paar na alle rode dakpannen verdwenen. Ze liggen ook niet binnen de zandstenen muren van de pothokke. Ook het ijzeren stalraam in de gevel is verdwenen. En ook de deur is verdwenen. En ook de achtermuur van de pothokke is ingeslagen geworden. Waar zijn de resten van die muur gebleven ?

Afbeelding 5
Bas Dekker heeft deze foto van de pothokke gemaakt op 19 augustus 2011 (© Bas Dekker, www.zalix.nl)

Afbeelding 6
Bas Dekker heeft deze foto ter plekke van de pothokke gemaakt op 24 augustus 2018 (© Bas Dekker, www.zalix.nl)
Het is volstrekt zo klaar als een klontje dat de olde pothokke niet vanzelf zo keurig in zulke kleine stukjes en brokjes uit elkaar is gevallen. De olde pothokke heeft op zijn geboortegrond het laatste stevige zetje naar de dood gekregen van de nijvere dametjes en heertjes van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Maakbaarheid Van Het Snelle Verval, in dienst van zetbaas Staatsbosbeheer. Die hebben met koevoeten en sloopmokertjes en sloothamertjes stiekem de ingevallen zandstenen muurtjes aan puin en diggelen geslagen. Die hept doar flink stoan book’n. Ech wè. En waar zijn de resten van het hout van het dak gebleven ? Hergebruikt als hout voor de open haard ?

Afbeelding 7
Op een luchtfoto uit 2015 is te zien, dat de pothokke van de boerderij De Uilenhorst al vóór 2015 doelbewust in elkaar is gemept.

Afbeelding 8
Gegevens van de pothokke van de boerderij De Uilenhorst uit het geschrift ‘Pothokken in de voormalige gemeente Diever’. Dit pothokke is in 1912 gebouwd en is omstreeks 2012 geliquideerd.

Posted in de Olde Willem, de Uilenhorst, Pothokke, Verdwenen object | Leave a comment

Un toertie kuunst, historie en ambacht in Deever

De redactie van ut Deevers Archief kwam bij het digitaliseren (scannen) van zijn papieren archief – bestaande uit vooral veel dozen en veel ordners met kranten- en tijdschriftenknipsels en reclamemateriaal uut de gemiente Deever – bijgaande folder van een beschrijving uit 1993 van een rondje door het dorp Deever langs aantrekkelijkheden van de Deeverse toeristenindustrie.

De redactie merkt op dat het door de jaren heen in ut dörp Deever een komen en gaan is van ondernemers in de toeristenindustrie. Van de zaken waarvoor de negen ondernemers reclame maken bestaan alleen nog korenmolen De Vlijt, atelier/winkel Maaike Bakker (toen an de Heufdstroate, nu op ut Kastiel), expositieboerderij Dieverhof en het Openluchtspel.
De eigenaren van Radio Wereld sloten hun museum op 1 oktober 1999.
Met het overlijden van de eigenaar kwam een einde aan het koetshuis De Koetsenman.
Tegenwoordig is gevestigd in het zo genoemde Schultehuis het zo genoemde Oermuseum, een soort van museum dat aandacht probeert te besteden aan de non-factieve en factieve prehistorie van Zuid-West Drenthe.
De Kleine Hendrik (alleskunner Klaas Kleine) leeft niet meer, de Grote Hendrik woont tegenwoordig in Ruinerwold.
In de boerderij van Cornelis Seinen an de Brink is het een komen en gaan van neringdoenden.
De toeristische zomerattractie Openluchtspel, gevestigd an ut Grünedal, is heden ten dage helaas afgegleden tot een soort van steeds maar uitdijend toneelpretpark, met het opvoeren van toneelstukken van Shakespeare als saai monoproduct. Maar het is met die grote aantallen bezoekers elk jaar weer wel een flinke toeristenbelastingmelkkoe voor de gemiente Westenveld.
Met het geld dat de gemiente Westenveld door de vele jaren heen aan het Openluchtspel heeft verdiend, had gemakkelijk ter plekke van het Dingspilhuus een vervanger van dit onmisbare culturele centrum, dit onmisbare warme hart van Deever,  gebouwd kunnen zijn geworden. To be or not te be, that’s the question. Bestaan of niet bestaan, dat is de vraag. Een warm hart of een koud hart, dat is de vraag. Deever een nieuw Dingspilhuus gunnen of niet gunnen, dat is de vraag. Niet bestaan, geen warm hart, niet gunnen is het politieke antwoord van de gemiente Westenveld aan Deever. 

Posted in Deever, Eup’mlogtspel, Gemeente Westenveld, Museum, Neringdoende, Toeristenindustrie | Leave a comment

De sloop van villa Castra Vetera op Zorgvlied

In het Nieuwsblad van Friesland (Hepkema’s Courant) verscheen in de rubriek ‘Te koop aangeboden’ op 3 maart 1939 de volgende korte advertentie over de te koop aangeboden afbraakbouwstoffen van de villa Castra Vetera op Zorgvlied.

Afbraak.
Alle soorten afbraak van de Villa Castra Vetera te Zorgvlied, als 1000 m² vloer-, plank- en schothout, prachtige balken, deuren, ramen, lood en glas, latten, regels, 60 m² marmeren tegels, 2 pompen, zandsteenen drempels en 200.000 steenen. Dagelijks op het terrein aanwezig van 7 tot 5 uur.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De heer D. H. Pasman uit ’s Gravenhage kocht op 30 maart 1938 het landgoed Castra Vetera. Op 27 december 1938 berichtte het Nieuwsblad van Friesland (Hepkema’s Courant) dat villa Castra Vetera zal worden afgebroken. Dit was twee maanden later al een feit.
De sloopaannemer heeft het landhuis wel zorgvuldig en selectief gesloopt, wat mag blijken uit de opsomming van de te koop aangeboden waardevolle herbruikbare afbraakbouwstoffen. Veel van deze afbraakbouwstoffen zijn in de buurt weergebruikt. In het Amsterdamse Huis zitten aan de achterkant op de eerste verdieping enige glas-in-lood ramen uit de villa. Oude bakstenen uit de villa zijn in boerenschuren in de buurt verwerkt. Bij de bouw van de boerderij Castra Vetera op Zorgvlied zijn ook veel oude bakstenen uit de villa verwerkt.
De redactie heeft de kleurenfoto van de boerderij Castra Vetera gemaakt op 4 april 2017.

Posted in Boerdereeje, Castra Vetera, Verdwenen object, Zorgvliet | Leave a comment

Un tiekening van un olde boerdereeje in Oll’ndeever

De kunstenaar Arie Goedhart is op zondag 9 augustus 2020 op 76-jarige leeftijd in Hoogeveen overleden. De favoriete bezigheid van wijlen kunstenaar Arie Goedhart was tekenen met pen en inkt, dat is arceren en werken met natuurlijke structuren, maar vooral het weergeven van de stilte en de rust van de natuur. Het motto van kunstenaar Arie Goedhart was: Het is een voorrecht bezig te zijn met de schoonheid van de natuur.
Maar kunstenaarArie Goedhart deed zijn inspiratie niet alleen op in de natuur, maar ook in natuurlijk aandoende bebouwde omgeving van de gemiente Deever en ook bij hunnebed D52. Hij vond daar vaak een verrassend mooi hoekje. Zo ook in Oll’ndeever, waar hij aan de Holtenweg een tekening maakte van één van de oudste boerderijen in de gemiente Deever. De boerderij is volgens de muurankers in de voorgevel gebouwd in 1759, maar is in 1970 gerenoveerd.
De redactie van ut Deevers Archief correspondeerde zo nu en dan per e-mail met kunstenaar Arie Goedhart en kreeg op 30 januari 2019 toestemming van hem een afbeelding van zijn mooie pentekening met de titel ‘Oudste boerderij van Diever’ te tonen in ut Deevers Archief. De redactie is hem daarvoor postuum bijzonder erkentelijk.
De redactie heeft de kleurenfoto (afbeelding 2) gemaakt op 13 november 2014. Aan de rechterkant van de kleurenfoto is nog net het dak van ut pothokke te zien. Ut pothokke is vernieuwd in de tijd dat de boerderij werd bewoond door het echtpaar Harman Jan (Herman) Bennen en Wietske (Wies) Bosscha en hun zoon Jantinus (die in de volksmond altijd Maxi werd genoemd).
De redactie nodigt Jantinus Bennen uit te reageren op dit bericht.

Afbeelding 2
Pentekening van ‘de oudste boerderij van Diever’ van de kunstenaar Arie Goedhart 
Afbeelding 2 
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze foto van de boerderij met adres Holtenweg 4 in Oll’ndeever bij tegenlicht gemaakt op 13 november 2014.

Afbeelding 3
Deze afbeelding van de boerderij met adres Holtenweg 4 in Oll’ndeever is afkomstig van google.maps. De opname dateert van juni 2016.

Posted in Boerdereeje, Kuunst, Oll'ndeever, Pothokke, Tiekening | Leave a comment

Ut skiere uuthangbrött van De Kleine Henduk

De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren van oude jaargangen van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Diever of Van Goor’s Blattie) op bladzijde 7 van het nummer van 19 oktober 1995 bijgaand kort bericht over de beëindiging van de Firma De Twee Hendrikken van de gebroeders Berend en Klaas Kleine.

Fa. De Twee Hendrikken
Na een samenwerking van negen jaar hebben onderstaande firmanten thans de vennootschap beëindigd.
Berend gaat zich vestigen in Giethoorn met een smederijmuseum annex smederij. Klaas zet zijn smeedwerkzaamheden voort in de smederij aan de Peperstraat.
Beide firmanten zeggen hun klanten uit de voorbije periode hartelijk dank voor hun vertrouwen en hopen die in een andere opstelling nog dikwijls te ontmoeten.
Berend en Klaas Kleine

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Alleskunner Klaas Kleine is geboren op 20 maart 1940 op Koldervene en is veel te jong overleden op 24 oktober 2000 in Deever. Hij kocht op 14 oktober 1966 het huis op de hoek van de Peperstraat en de Kleine Peperstraat voor f. 6.000,- van Aaltje Haveman. Hij verbouwde en breidde het huis uit. In het huis aan de Peperstraat vestigde hij een smederij.  

De firma De Twee Hendrikken was een samenwerkingsverband van de gebroeders Berend en Klaas Kleine.
De smederij van Berend Kleine had de naam De Grote Hendrik en was gevestigd aan de Hoofdstraat in Deever in de voormalige smederij van de Kloeze. De smederij van alleskunner Klaas Kleine had de naam de Kleine Hendrik. 
Op 3 oktober 2012, bijna twaalf jaar na het overlijden van alleskunner Klaas Kleine, hing aan de gevel van zijn voormalige smederij nog steeds het door hem zelf gemaakte fraaie uithangbord van zijn smederij De Kleine Hendrik.
De redactie heeft de kleurenfoto van de Klaas Kleinestraat (voorheen Kleine Peperstraat), gemaakt op vrijdag 29 november 2019 ten tijde van het grote superdure niets ontziende allesonderbestratingswerk met de bulkende titel Deever op Drift (Diever op Dreef) van de straten in het binnendorp van Deever. Ook de bestrating van de Klaas Kleinestraat (voorheen Kleine Peperstraat) moest er aan geloven.
Op vrijdag 29 november 2019, bijna 20 jaar na het overlijden van alleskunner Klaas Kleine, hing aan de gevel van zijn voormalige smederij aan de Klaas Kleinestraat (voorheen Kleine Peperstraat) nog steeds het door hem zelf gemaakte fraaie uithangbord van zijn smederij De Kleine Hendrik. Het lijkt wel alsof de tand des tijds geen vat krijgt op dit uithangbord.

Posted in Klaas Kleine, Peperstroate | Leave a comment

De botterfabriek en de beltmeule an ut Katt’nende

In het in 1999 verschenen Deeverse fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is de volgende tekst opgenomen bij afbeelding 7, zijnde een afbeelding van een foto van de beltmolen van Egbert (Ebbe) Bennen en de handkrachtzuivelfabriek aan het Katteneinde in Deever.

7 – Diever – Molen en boterfabriek – 26-6-1903
In het café van Willem Huiskes aan de Hoofdstraat, adres Diever 123, werd op 1 maart 1899 door Dieverder en Wittelter boeren het besluit genomen samen de verwerking van melk ter hand te nemen. Op 1 maart 1899 werd in het boerencafé van Reinder Hummelen in de Kruisstraat, adres Diever 98, besloten tot de bouw van een fabriek aan destraatweg naar Dieverbrug op een stuk grond van de gemeente tegenover de boerderij van Egbert (Ebbe) Bennen en naast zijn korenmolen. De gemeente stelde de bouwgrond beschikbaar voor slechts vijftien gulden. De boeren vonden het wel een mooie stee, want het halen van veevoer bij de fabriek was dan goed te combineren met het laten malen van graan bij de molen: A’w koeken mut haelen, ku’w vut mit ’n ponge rogge hen de meule.
Op 29 maart 1899 passeerde bij de notaris de akte van oprichting van de Coöperatieve Landbouwvereniging voor Boterbereiding en Aanschaffing van Veevoeder te Diever. Op 30 maart 1899 had de vereniging vierenvijftig leden. Het eerste bestuur werd gevormd door burgemeester Leonardus Willem van Os, Hessel Hessels, Klaas Willem Fledderus, Cornelis Offerein en Roelof Seinen. De eerste commissarissen waren Hendrik Krol, Barteld de Ruiter, Harm Kok, Willlem Bakker en Reinder Hummelen.
Op 1 april 1899 werd de bouw van de boterfabriek en de veevoederschuur voor 2736 gulden gegund aan Johannes Noorman uit de Hoofdstraat. Burgemeester Van Os legde op 18 mei 1899 de eerste steen in aanwezigheid van de overige bestuursleden.
Op 19 mei 1899 werd Jan Hendrik Benthem, werkzaam bij de Dwingeler boterfabriek, benoemd tot directeur. In de bestuursvergadering van 17 juli 1899 werden Jan Jonkers, Arend Klaster en Roelof van Nijen als eerste arbeiders aangenomen.
Reeds op 25 juli 1899 werd de fabriek in werking gesteld. Op de morgen van die dag werd van de vierenvijftig leden en van zesenveertig niet-leden in totaal 2194 kg melk ontvangen, waaruit 138 pond boter werd bereid. In 1903 werd voor het karnen van de boter de handkracht vervangen door de stoomkracht en werd tevens een gelegenheid voor het malen van koren ingericht.
De maker van deze foto stond in de hof van de boerderij van Ebbe Bennen aan het Moleneinde (Katteneinde). Aan de overkant
van de weg is de boterfabriek nog in zijn originele vorm te zien. Daarachter is de beltmolen van dezelfde Ebbe Bennen te zien. Na de bouw van de stoommaalderij raakte de molen in onbruik. In 1916 werd deze op afbraak verkocht aan Klaas Roelof Fledderus uit Wittelte.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De hier afgebeelde foto is een kopie van de foto die in de toonkamer van autobedrijf Boer aan het Moleneinde in Deever hangt. De foto die in de toonkamer van autobedrijf Boer hangt is helaas een kopie van de originele foto. De redactie zou graag willen weten wie het orgineel van deze foto in zijn bezit heeft. De originele foto is gemaakt op 28 juni 1903. De redactie weet helaas niet wie de maker is van deze foto. De foto van de hier zichtbare zuivelfabriek is gemaakt in het jaar 1903, in dat jaar is de fabriek overgegaan van handkracht op stoomkracht. Bij de verbouwing is ook een schoorsteenpijp gebouwd. Deze was op het moment van het maken van deze foto nog niet gebouwd, gelet op de originele kopgevel en de kopgevel na de verbouwing.

Posted in Diever, ie bint 't wel ..., Meul’nende, Meule, Süvelfubriek Deever, Verdwenen object | Leave a comment

Un mooie ansichtkoate van Ut Winkeltie

In 1994 kwamen de eigenaren van ut winkeltie met de naam Ut Winkeltie an de Dörpsstroate op Zorgvlied (an de aandere kaante van de bos) op het prachtige idee van het uitgeven van een eenvoudig vormgegeven kleurenansichtkaart, waarop zijn te zien de opvolgers van de gasthuisjes van de Stichting ‘Het Sint Anthonij Gasthuis’ naast het kerkgebouw van de rooms-katholieke geloofsgemeente an de Dörpsstroate op Zorgvlied.
De redactie van ut Deevers Archief zwaait de eigenaren van ut Winkeltie voor dit initiatief alsnog driefwerf hulde toe: hulde, hulde, hulde. Alleen dat feit is al historisch. Over tachtig jaar is deze ansichtkaart net zo historisch en net zo zeldzaam als bijvoorbeeld nu de ansichtkaart van de oude gasthuisjes van de Stichting ‘Het Sint Anthonij Gasthuis’ naast het kerkgebouw van de rooms-katholieke geloofsgemeente an de Dörpsstroate op Zorgvlied uit 1937.
Ut Winkeltie was voorlopig het laatste winkeltje op Zorgvlied. De redactie heeft nog niet uitgezocht wanneer de deur van Ut Winkeltie niet meer open is gegaan.

Posted in Kattelieke Kaarke, Sint Anthonij Gasthuis, Zorgvliet | Leave a comment

Ut boerdereegie van Marinus Bel is vot

De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren van oude jaargangen van ut Deeverse Blattie (Weekblad voor de gemeente Diever of Van Goor’s Blattie) op bladzijde 4 van het nummer van 31 augustus 1995 bijgaande nieuwsadvertentie over de tijdelijke verplaatsing van de winkel van Henk ten Hoor Textiel an de Peperstroate in Deever hen ut Kastiel in Deever in verband met de afbraak van het pand an de Peperstroate. Het pand was vroeger het boerderijtje van het echtpaar Marinus Bel en Jantje Bentem en kinderen. Marinus Bel was varkenskoopman.

Henk ten Hoor Textiel is verhuisd
Vanaf vrijdag 25 augustus is Henk ten Hoor Textiel tijdelijk gevestigd aan het Kasteel 1 (schuin tegenover De Graaf Transport) te Diever. Hier wordt gestart met de verkoop van de nieuwe voorjaarsmode. Het huidige pand aan de Peperstraat 23 moet plaats maken voor nieuwbouw. Dit zal bestaan uit 4 winkelunits met daarboven appartementen. Henk ten Hoor Textiel zal op deze plaats een grotere winkelruimte gaan betrekken.

De verkoop gaat gewoon door
Zoals vermeld gaat Henk ten Hoor Textiel natuurlijk door met acties, aanbiedingen, advertenties en folders. Elke week treft u verscheidene verrassingen aan. Het tijdelijke onderkomen zal uitpuilen van de nieuwste najaarscombinaties. De collectie voor jong en oud blijft afgestemd op de vraag van de klant en de trends in het hedendaagse modebeeld. Uiteraard vindt u nog steeds het vertrouwde vaste assortiment terug.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft de kleurenfoto van de Peperstraat gemaakt op vrijdag 28 november 2020. Zie afbeelding 2. Aan de linkerkant is het voormalige postkantoor te zien. Daarachter zijn de in het bericht genoemde vier winkeleenheden met daarboven appartementen te zien. De kleurenfoto is gemaakt, nadat de Peperstraat in Deever in het kader van het in 2019-2020 uitgevoerde peperdure herbestratingswerk met de naam ‘Deever op Drift’ is aangepakt. De Peperstraat is over de gehele breedte dicht bestraat en oogt daardoor ogenschijnlijk en schijnbaar erg voertuigdrukbestendig, duurzaam, klimaatbestendig, hittestressbestendig ? (waar zijn de bomen ?), glasvezelkabelbestendig, vuitlwaterrioolonderhoudbestendig, fairtradeproof en waterondoorlatend. Vandaar dat aan beide zijden van de straat een soort van bestrate bedding van een nogal diepe waterafvoer is gemaakt. Zijn het beekjes of wadi’s. Zijn de kolken en de regenwaterafvoerbuizen wel op de steeds grotere en zwaardere stortbuien en regenperioden berekend ? Zal het regenwaterafvoersysteem het wel dertig jaar uithouden ?
Afbeelding 3 toont een afdruk van een kleurenpositief (kleurendia) van een deel van de Peperstraat met het boerderijtje van Marinus Bel en Jantje Bentem. De maker van het kleurendiapositief is U.L.O.-meester Henk van den Bos. De kleurendia is in elk geval na de opening van het nieuwe postkantoor op 11 november 1964 gemaakt. De redactie schat in dat Henk van den Bos de kleurendia aan het einde van de zestiger of aan het begin van de zeventiger jaren van de vorige eeuw heeft gemaakt.
Op de voorgrond is dorpsfiguur Harm Mulder te zien. Hij werd in de Deeverse volksmond Harm Bakker genoemd. De gebroeders Harm, Hendrik en Jacob Mulder werden in de volksmond Gaarke Bakker’s jongen genoemd, omdat hun vader Gerke Mulder bakker was. Zo konden ze al die Mulders in Diever van elkaar onderscheiden. Harm Mulder was ook voorloper van de begrafenisverenging en had op die manier nauw contact met dorsfiguur Geert Dekker, die koster van de hervormde kerk was.
De redactie kan de liefhebbers van zwart-wit foto’s melden, dat een zwart-wit weergave van het kleurendiapositief (afbeelding 3) van Henk van den Bos is te bewonderen op het septemberblad van de zo genoemde historische kalender van het jaar 2014 van de Historische Vereniging Gemeente Diever. Voor wat deze melding waard is.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Peperstroate, Verdwenen object | Leave a comment

De greinspoalties 73 en 74 stoat bee de Tilgröppe

De heer Herman Posthumus is een fervent liefhebber en kenner van grenzen, die gemarkeerd worden door grenspalen, grensstenen, enzovoort. Zo houdt hij ook de ontwikkelingen op de greinse van de gemiente Deever in Drente en de gemiente Ooststellingwaarf in Fryslân nauwlettend in de gaten. Hij heeft de twee hier getoonde kleurenfoto’s van greinspoaltie 73 (greinspoaltie LXXIII, GP 73) en greinspoaltie 74 (greinspoaltie LXXIV, GP 74) bee de Tilgröppe in de  Olde Willem gemaakt op 10 april 2010.
De redactie van ut Deevers Archief is in de loop van de laatste jaren fervent liefhebber van de geschiedenis van de puvinciale greinspoalties op de greinse van de gemiente Deever in Drente en de gemiente Ooststellingwaarf in Fryslân geworden en toont graag mooie zo oud mogelijke foto’s van deze paaltjes.
De redactie heeft toestemming van de heer Herman Posthumus voor het tonen van zijn twee mooie historisch waardevolle kleurenfoto’s. De redactie is de heer Herman Posthumus bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
De puvinciale greinspoalties op de greinse van de gemiente Deever in Drente en de gemiente Ooststellingwaarf in Fryslân bint aarfgood. Doar moe’w hiel aarg sunig op weed’n.

Afbeelding 1
Greinspoaltie 73 staat aan de overkant (aan de noordkant) van de sloot in de Olde Willem. Greinspoaltie 74 staat aan deze kant (de zuidkant) van de sloot in de Olde Willem. Herman Posthumus heeft deze foto op 10 april 2010 gemaakt.
Afbeelding 2
Greinspoaltie 73 staat aan de linkerkant (de noordkant) van de sloot in de Olde Willem. Greinspoaltie 74 staat aan de rechterkant (de zuidkant) van de sloot in de Olde Willem. Aan de rechterkant is de Tilgröppe in betere tijden te zien. Herman Posthumus heeft deze foto op 10 april 2010 gemaakt.

Afbeelding 3
Greinspoaltie 74 staat op de voorgrond aan de linkerkant van de sloot noast de Tilgröppe in de Olde Willem. Greinspoaltie 73 staat nog net een beetje zichtbaar aan de rechterkant van die sloot in de hoek van het weiland. Aan de linkerkant is de Tilgröppe te zien, voordat deze door de Stoat (lees zetbaas Staatsbosbeheer) is vernield. Deze kleurenfoto is gemaakt op 21 maart 2015. De redactie weet niet wie de maker is van deze historisch waardevolle kleurenfoto.


Afbeelding 4
De plaats van de greinspoalties 73 en 74 bij de Tilgröppe in de Olde Willem is te zien op deze afbeelding. 

Posted in Aarfgood, de Olde Willem, Greinse, Greinspoal | Leave a comment

Un stillee’m van de kuunstskilder Jaap van Zijderveld

De kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. (Jaap van Zyderveld, Jacob Maria Zijderveld) heeft bijgaand afgebeeld stilleven in 1976 in de gemiente Deever geschilderd. De kunstenaar heeft het schilderij links naast de linker klomp voorzien van zijn handtekening en het getal 76 (1976). De kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. is geboren op 25 september 1919 in Den Haag en is overleden op 8 maart 1985 in Den Haag. Het schilderij is in het bezit van een dochter van kunstenaar Jaap van Zijderveld sr.
Zij wist het volgende te vertellen. ‘We logeerden in Diever in een vroegere boswachterswoning. Die woning was toen particulier bezit van een familie uit Wassenaar. Aan welke weg de boswachterswoning lag, dat weet ik niet meer. Wel lag de bosingang aan de doorgaande weg, die langs de Drentse Hoofdvaart loopt. Mijn vader schilderde altijd ter plekke. Wanneer wij als gezin op een vakantiebestemming aankwamen, dan zette mijn vader eerst een stilleven op van allerhande voorwerpen die daarvoor in aanmerking kwamen: dat was voor het schilderen in de avonduren. Het bijgaande schilderij is ook in Diever gemaakt. ’s Morgens vroeg trok hij naar buiten om te gaan schilderen of te gaan tekenen. Wie van de kinderen mee wilde, die kon mee. Ik heb daar goede herinneringen aan. Ik zal kijken of in de ‘voorraad’ nog schilderijen aanwezig zijn, die mijn vader ook in Diever heeft gemaakt’.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie verwijst voor de volledigheid ook naar het bericht Un waetervaarfskildereeje van un olde boerdereeje.

Posted in Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

Aarm en tevree’n is rieke en rieke sat ? !

Voor de ingang van het sinds juli 2020 enige frietkot in ut dörp Deever an de brink zijn in het openbare verhoogde voetpad langs de Heufdstroate zwarte metalen gemeentelijke indoctrinatiestrippen aangebracht, waarin discutabele uitspraakjes van die rijke Engelse toneelstukkenschrijver William Shakespeare zijn geponsd, een discutabel uitspraakje in het Engels en de vertaling van dat discutabele uitspraakje in het Nederlands, want het frietkotbezoekende publiek wordt geacht de Engelstalige brabbeluitspraakjes van die rijke Engelse toneelstukkenschrijver William Shakespeare niet te begrijpen.
Waar het de redactie van ut Deevers Archief in dit geval om gaat is de Engelse tekst ‘Poor and content is rich and rich enough’ op de ene gemeentelijke indoctrinatiestrip, vertaald in het Nederlands met ‘Arm en tevreden is rijk en rijk genoeg’ op de andere gemeentelijke indoctrinatiestrip. Zie de twee bijgevoegde kleurenfoto’s die de redactie zeer tegen zijn zin op vrijdag 28 november 2020 heeft gemaakt.
Het discutabele rijmelarijzinnetje ‘Poor and content is rich and rich enough’ is te lezen in scene 3 met de titel ‘De tuin van het kasteel’ van acte 3 van de tragedie Othello, dat die rijke Engelse toneelstukkenschrijver William Shakespeare in 1603-1604 schreef. De tragedie Othello is in 1989 en 2013 als openluchtspelletje opgevoerd in het openluchttheatertje an ut Grünedal an de Heezeresch in Deever.
De redactie van ut Deevers Archief kan zich geen asocialere, feodalere en discriminerender uitspraak van die rijke toneelstukkenschrijver William Shakespeare herinneren dan het uitspraakje ‘Poor and content is rich and rich enough’, Arm en tevreden is rijk en rijk genoeg’.
Arm ? ! Maar je moet tevreden zijn ? ! Want als je arm en tevreden bent, dan ben je rijk en rijk genoeg ? !
In Staphorst hebben ze een lege maag gekregen van dat acociale, feodale en discriminerende rijmelarijzinnetje ‘Arm en tevreden is rijk en rijk genoeg’.
In de gemeente Westenveld is volgens de laatste statistische gegevens vijf procent van de inwoners miljonair. Het percentage miljonairs in ut dörp Deever is wellicht nog hoger en is door het toenemende aantal bulkend rijke Drentenierders vast en zeker stijgende.
Je zal als inwoner van ut dörp Deever, met zoveel miljonairs om je heen, maar in armoede moeten leven en de eindjes ternauwernood of helemaal niet aan elkaar kunnen knopen en bij het halen van een zeldzaam patatje bij de zaak, die nu het prachtige patatmonopolie in ut dörp Deever uitbaat, telkens weer door de gemeente Westenveld voor zijn deur worden beledigd met dat acociale, feodale en discriminerende rijmelarijzinnetje ‘Arm en tevreden is rijk en rijk genoeg’ van die rijke Engelse toneelstukkenschrijver William Shakespeare.
De redactie van ut Deevers Archief stelt voor deze twee gemeentelijke indoctrinatiestrips per omgaande en met zeer geschwinde spoed en in zeer gestrekte draf uit de bestrating te slopen.

Posted in Gemeente Westenveld, Shakespearitis | Leave a comment

De boer’ngerakkaarkhof an de Oll’ndeeverse Veldweg

De redactie van ut Deevers Archief heeft in het voorbijgaan bijgaande twee kleurenfoto’s van een soort van boerenwerktuigenkerkhof gemaakt op vrijdag 28 november 2020 an de Oll’ndeeverse Veldweg. Het lijkt alsof gebruikers van boerenwerktuigen hier hun afgedankte materieel kunnen dumpen.

Posted in Boer'nlee'm, Oll'ndeever, Toevallige waarneming | Leave a comment

Greinspoaltie 72 stiet an de weg deur de Olde Willem

De heer Herman Posthumus is een fervent liefhebber en kenner van grenzen, die gemarkeerd worden door grenspalen, grensstenen, enzovoort. Zo houdt hij ook de ontwikkelingen op de greinse van de gemiente Deever in Drente en de gemiente Ooststellingwaarf in Fryslân nauwlettend in de gaten. Hij heeft de twee hier getoonde kleurenfoto’s van greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII, Gp 72) in de baarm van de weg deur de Olde Willem gemaakt op 1 juli 2012.
De redactie van ut Deevers Archief is in de loop van de laatste jaren fervent liefhebber van de geschiedenis van de provinciale grenspaaltjes op de greinse van de gemiente Deever in Drente en de gemiente Ooststellingwaarf in Fryslân geworden en toont graag mooie zo oud mogelijke foto’s van deze paaltjes. 
De redactie heeft toestemming van de heer Herman Posthumus voor het tonen van zijn twee mooie kleurenfoto’s. De redactie is de heer Herman Posthumus bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
De puvinciale greinspoalties op de greinse van de gemiente Deever in Drente en de gemiente Ooststellingwaarf in Fryslân bint aarfgood. Doar moe’w hiel aarg sunig op weed’n. 

Afbeelding 1
Aan de Friese kant van greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII, Gp72) is het wapen van de provincie Fryslân te zien.

Afbeelding 2
Aan de Drentse kant van greinspoaltie 72 (greinspoaltie LXXII, Gp 72) is het wapen van de provincie Drente te zien.

Posted in Aarfgood, de Olde Willem, Greinse, Greinspoal | Leave a comment

Un loagie ies op un plasse waeter in ut Wapserveld

De redactie van ut Deevers Archief is een fervent liefhebber en verzamelaar van mooie foto’s van landschappen en bosgezichten in de gemiente Deever. De redactie heeft van kunstenaar Bas Dekker uut Stienwiek – bezoek vooral zijn prachtige webstee – toestemming bijgaande door hem gemaakte fraaie landschapsfoto te tonen in ut Deevers Archief. De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor.
Op de foto is een ondergelopen kapvlakte – beter is het te hebben over een kaalslagvlakte – met een dun laagje ijs in ut Wapserveld op het landgoed Berkenheuvel. Bas Dekker heeft de foto gemaakt op 30 november 2019.
Deze kapvlakte – beter is het te hebben over een kaalslagvlakte – in ut Wapserveld is helaas ontstaan, omdat de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten uit het verre ’s Graveland het zo nodig achtte heel veel hectares prachtig bos te kappen voor het vormen van open landschappen. Open landschappen doen het goed bij de klanten van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten uit het verre ’s Graveland. Open landschappen geven die klanten veel kijkplezier, die klanten voelen zich er zekerder en de natuurconsumptiewaarde is relatief hoog.
De Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten uit het verre ’s Graveland zegt zich hard te maken voor de groei van het totale bosoppervlak in Nederland, maar het deel van het landgoed Berkenheuvel dat eigendom is van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten uit het verre ’s Gravelandmag mag desalniettemin nochthans evenwel absoluut geen mini-Amazonegebied worden.

Posted in Bosgesigte, Landgoed Berkenheuvel | Leave a comment

Un skildereeje van de voat bee ut Veneschut

De redactie van ut Deevers Archief rekent de Deeverse kaante van ut Veneschut ook eigenlijk toch echt wel een beetje tot het aandachtsgebied van ut Deevers Archief. Vroeger liep de grens tussen de gemiente Deever en de gemiente Smilde gewoon langs ut Veneschut.
De redactie toont de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief graag afbeeldingen van mooie kunstwerken van objecten binnen de grenzen van de gemiente Deever.
De redactie heeft toestemming van portret- en landschapschilder Hendrik Borst een afbeelding van zijn met olieverf op doek geschilderde kunstwerk ‘Drentse Hoofdvaart bij Diever’ in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is hem daarvoor bijzonder erkentelijk.
Kunstschilder Hendrik Borst reageerde op 9 januari 2021 als volgt.
Op uw vraag of u een afbeelding van het schilderij voorstellend de Drentse hoofdvaart bij het Veneschut in ut Deevers Archief ga ik akkoord. Ik heb het in 1996 geschilderd tijdens onze jaarlijkse vaartocht naar Terschelling. Ik denk dat ik onze boot ruim voor de sluis heb aangelegd. In de verte zie ik palen van de sluis staan. Mijn gewoonte is dat ik ter plaatse een schets van het onderwerp maak en in enkele gevallen ten dele schilder. Een nat doek aan boord kan narigheid geven. Ik heb een scheepshond en die zat een keer midden in de verf op mijn schilderspallet.
Een leuk detail is dat ik het schilderij van het Veneschut in 2000 heb verkocht op een grote tentoonstelling in Vlissingen. De eigenaar heeft in 2001 met zijn jacht langs de Drentse Hoofdvaart naar de sluis op het schilderij gezocht en die gevonden. Hij complimenteerde mij met de gelijkenis.
Op de terugtocht in 1996 heb ik ook de kalkovens aan de Dieverbrug geschilderd. Dat schilderij hangt in rustoord de Menning in Wilhelminaoord.
Portret en landschapschilder Henk Borst heeft ook een eigen webstee.

Posted in Kuunst, Skildereeje, Veneschut | Leave a comment

Toren en kerk aan de brink van Deever

Abracadabra-430De gemeentelijke toren van de kerk op de Brink van Diever was vóór de Grote Restauratie in 1955 in een zeer beroerde en vervallen toestand, wat mag blijken uit de bovenste foto die tijdens de restauratie in 1956-1957 van de noordkant van de kerk en de gemeentelijke toren is gemaakt. Op deze foto is aan de linker kant het toen nog gelukkig niet gesloopte pand bij de kerk te zien.
De foto onder de bovenste foto toont de noordkant van de gerestaureeerde kerk en de gemeentelijke toren en het pand bij de kerk, nadat Klaas Kleine het eerder gesloopte pand bij de kerk eigenhandig weer helemaal had opgebouwd. Hière mien tied, wat ’n klus.
De redactie van het Deevers Archief heeft de onderste foto op 7 augustus 2015 tijdens een periodieke visuele inspectie van de gemeentelijke toren vanaf het terras van Café Brinkzicht gemaakt.

Abracadabra-431

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Abracadabra-432

Posted in Aarfgood, Ansigtkoate, Deever, Kaarke an de brink, Klaas Kleine | Leave a comment

Ut Instituut veur de Landbouw op Klein Woater’n

In 1860 kwam het einde van het Instituut voor den Landbouw op Klein Wateren, toen kwam een einde aan een merkwaardige episode in het Nederlandse landbouwonderwijs. Het volgende artikel van ir. J.D. Dorgelo over het Instituut voor den Landbouw van de Maatschappij van Weldadigheid op Klein Wateren verscheen in het Jaarboek 1861 van de Maatschappij van Weldadigheid.

Het Instituut voor den Landbouw te Wateren
De Maatschappij van Weldadigheid heeft sinds de stichting van de koloniën in 1816 steeds zeer veel aandacht besteed aan het onderwijs. De kinderen van 5 tot 12 jaar waren leerplichtig, uitgezonderd die van 10 tot 12 jaar in de maanden mei, september en oktober in verband met het aardappelpoten en -rooien. Verder mocht in de vrije koloniën één kind per gezin van 1 april tot 1 november thuis zijn als koehoeder. De schooltijden waren van 10.00-12.00 uur en van 14.00-16.00 uur, gedurende vijf dagen per week.
De jongelieden (13- en 14-jarigen) waren bovendien verplicht de avondscholen te bezoeken van 18.00-20.00 uur; de jongens op maandag, woensdag en vrijdag, de meisjes op dinsdag en donderdag [1]. Dit avondonderwijs is te beschouwen als voortgezet onderwijs. Andere mogelijkheden tot het volgen van voortgezet onderwijs, zoals vakonderwijs, waren er toentertijd nog niet,
totdat in 1823 het Gesticht van Opvoeding te Klein Wateren in de gemeente Diever ging functioneren. Zie afbeelding 1.
Over de doeleinden van de opleiding aldaar liepen de meningen uiteen. In het het jaarverslag van de Maatschappij over 1822 werd vermeld, dat men zou beginnen 50-100 koloniale kinderen op te leiden tot wijk- en sectiemeesters en onderdirecteurs, etcetera, dus tot ambtenaren bij de Maatschappij.
De meest begaafde kinderen werden uitgekozen om eene meer volkomene opvoeding van een volledig onderwijs in den landbouw op de daarvoor bestemde gronden te ontvangen [2].
Men speelde echter ook wel met de gedachte, dat Wateren een meer dan zuiver interne betekenis voor de Maatschappij zou kunnen krijgen. Met name Jan Kops was hiervan een voorstander. In zijn verslag over de toestand van de koloniën, hoofdzakelijk aan de landbouw gewijd, schreef hij in 1823 [3]:
‘Dit gesticht, zoo als ik aan den Heer Generaal en den daartoe bestemden Direkteur, den Heer Mulder, breeder heb te kennen gege-ven, wenschte ik mede dienstbaar te zien gemaakt aan de algemene belangen van den Nederlandschen Landbouw: immers dat daar ook jongelingen gevormd wierden tot arbeiders en opzieners, die met de betere wijze van landbouw bekend, met de schadelijke vooroordelen der landlieden niet bezet, en in het gebruik van de beste werktuigen ervaren zijnde, gretig zullen gezocht worden door verlichte landbouwers, die gaarne het oude verkeerde spoor willen verlaten, maar door gebrek aan kundige werklieden of opzieners hiervan worden afgeschrikt, of het begonnen werk uit dezen hoofde moeten laten steken. Zulke jonge lieden zouden alzoo te allen tijde van een goed bestaan verzekerd zijn.’

Inderdaad beoogde men een Opvoedings-Instituut voor den Landbouw daar te stellen, waarvan tot nu toe in ons vaderland geen voorbeeld bestaan heeft [4]. Ofschoon bij het Instituut voor den Landbouw wel enkele landbouwkundige proeven zijn genomen, is het echter nooit een modelschool geweest in de ware zin van het woord. Het bestuur van de Maatschappij zette in het jaarverslag over 1828 openlijk uiteen waarom zij, die dáár een model zoeken eener landbouwkundige school, die meer bijzonder, tot het nemen van proeven en het oplossen van geschillen in het landbouwkundige bestemd zouden zijn, met de eigenlijke bedoeling van dit gesticht niet bekend schijnen te wezen.
Men maakte deze opmerkingen opdat de toestand van dat gesticht niet verkeerd zoude worden beoordeeld en wij geen grooteren
dunk van hetzelve zouden geven dan het inderdaad verdient.
Het hoofddoel van het Instituut voor den Landbouw is steeds geweest de opleiding van jongelui tot opzichters en zetboeren in Dienst van de Maatschappij. Leerlingen van buiten de koloniën werden dan ook niet toegelaten, zodat de instelling van beperkte betekenis is gebleven. Ook als vormingscentrum voor toekomstige ambtenaren voldeed het Instituut voor den Landbouw slechts
ten dele, doordat de meeste jongens de Maatschappij verlieten, hoewel deze doorgaans beter terechtkwamen dan de kinderen uit de andere koloniën. In 1834 constateerde de commissie tot opneming van de toestand der koloniën na haar inspectie dan ook:
Het schijnt, dat het doel der instelling niet geheel bereikt wordt. Een soortgelijk geluid liet de commissie horen, die de koloniën in 1838 inspecteerde. Als kweekschool voor toekomstige opzichters scheen Wateren geenszins al dat nut te hebben daargesteld, hetwelk men zich daarvan bij de oprigting heeft voorgesteld. De commissie adviseerde meer te letten op de natuurlijke aanleg van de leerlingen en de zekerheid, dat zij in dienst van de Maatschappij zouden treden. In 1860 werd het Instituut voor den Landbouw te Wateren opgeheven in verband met de jaarlijkse financiële tekorten van ongeveer 5000 gulden. De kwekelingen ontvingen een minder kostbare opleiding in de landbouw te Frederiksoord.
De verkoop van het gehele gebied Wateren en omgeving, groot 2000 hectare, grotendeels nog heideveld, bracht netto 78.000 gulden op. Dit bedrag moest voorzien in de behoefte aan bedrijfskapitaal na de reorganisatie van de Maatschappij in 1859 [5]. Het Instituut voor den Landbouw met naastgelegen gronden ter grootte van 500 hectare kwam in handen van J.F. de Ruyter de Wildt, een nazaat van Michiel Adriaanzoon de Ruyter [6]. Deze gaf zijn buiten de naam Zorgvlied, de huidige naam van het dorpje, dat bij het voormalige Instituut voor den Landbouw is ontstaan. Nadien is het landgoed verscheiden malen van eigenaar veranderd.

De inrichting van het Instituut voor de Landbouw
In 1823 werd te midden van een heideveld, dat de Maatschappij van Weldadigheid had gekocht in de Marke van Diever en Wateren, een gebouw opgericht dat bestond uit twee woonzalen en een school, capaciteit 75 leerlingen, een keuken, een woning voor de zogenaamde instituteur en een woning voor de onderdirecteur-boekhouder. Verder verrezen er een washuis en een broodbakkerij, alsmede een boerderij, waarop de onderdirecteur van de landbouw van de Maatschappij woonde. Deze boerderij bevatte stalruimte voor 25 stuks rundvee en vier paarden, terwijl drie afzonderlijke hokken 400 schapen en enige varkens konden herbergen. Tenslotte behoorden tot de boerderij enkele gereedschaps- en werktuigenloodsen en een graanschuur [7]. Volgens het jaarverslag over 1823/24 was van de 100 morgen [8] bij het Instituut van Opvoeding in het voorjaar van 1824 reeds 20 á 25 morgen ingezaaid, terwijl in hetzelfde jaar nog een grote uitbreiding van de oppervlakte cultuurgrond was te verwachten. Het verslag van 1826/27 meldde, dat 42 morgen te Wateren was ontgonnen.

Het onderwijs te Wateren
In de geschiedenis van het onderwijs te Wateren zijn drie perioden te onderscheiden. De eerste strekt zich uit van de oprichting tot 1832. In deze jaren berustte de leiding bij een oud-leerling van het instituut van Fellenberg (Zwitserland), een geestverwant van Pestalozzi. Het onderwijs moet naar toenmalige maatstaven modern (verlicht) zijn geweest, hetgeen strookte met de bedoeling van Wateren een modelschool te maken. In 1831 werd de eerste directeur overgeplaatst en tevens een aanmerkelijke
uitbreiding gegeven aan de oppervlakte cultuurgrond, die bij het Instituut behoorde. Ook stichtte men een veevokkerij ten dienste van de Maatschappij.
Een gevolg hiervan was, dat het theoretische onderwijs in het gedrang kwam en werd beperkt tot enig avondonderwijs in elementaire vakken, die met de landbouw weinig verband hielden. Deze situatie duurde voort tot ongeveer 1851.
De laatste te onderscheiden periode (1851-1860) kenmerkte zich door meer afwisselend praktisch onderwijs overdag en op een hoger peil staande avondlessen. Op 20-jarige leeftijd konden de leerlingen nog 1 à 2 jaren als boerenknecht worden geplaatst op de grote boerderijen te Veenhuizen, die behoorden bij de aldaar door de Maatschappij opgerichte wezengestichten en het bedelaarsgesticht.
Dat het Instituut voor den Landbouw te Wateren niet beantwoordde aan de gestelde doeleinden, blijkt uit de door de ontslagen leerlingen verrichte werkzaamheden. Fabius vermeldt [9], dat in de periode 1831 tot en met 1840 van de 145 ontslagen jongens slechts 18 een betrekking in de koloniën waren gaan vervullen. Het aantal vacante plaatsen bij het bestuur van de koloniën is in
deze tien jaar ongetwijfeld groter geweest. Verreweg de meeste oud-leerlingen van het Instituut vertrokken echter naar de gewone maatschappij. Zesendertig jongens werden boerenknecht, vijfentwintig gingen in de steden werken en twee bij de binnenscheepvaart, terwijl niet minder dan zevenenvijftig jongens beroepsmilitair werden, te weten één officier, zes onderofficieren, veertien korporaals, één schermmeester en vijfendertig fuseliers. Slechts ongeveer éénderde van de kwekelingen vond een werkkring in de landbouw, zodat het Instituut ook in dit opzicht van beperkte betekenis was.
Niettemin pleitte de toenmalige directeur van de Maatschappij, die bijna dertig jaar in de koloniën had gewerkt, in april 1859 in een brochure voor het behoud van het Instituut voor den Landbouw [7]. Na hun opleiding kregen de meeste leerlingen volgens hem een gunstige plaatsing: Van Konijnenburg noemde nog betrekkingen bij het onderwijs en als huisbediende. Hij ontving vele verzoeken tot toelating en gaf als bijlagen enkele uittreksels uit brieven van ontslagen kwekelingen, die gedurende zes jaar in Wateren waren opgeleid. Ondanks deze pogingen tot voortbestaan van het Instituut voor den Landbouw besloot de Maatschappij tot verkoop van Wateren en omgeving. In 1860 kwam het einde van het Instituut voor den Landbouw, dat tevens de afsluiting betekende van deze merkwaardige episode uit de geschiedenis van het landbouwonderwijs in Nederland.

Noten
[1]
De Vriend des Vaderlands, maandblad der Maatschappij voor Weldadigheid, 1830, bladzijde 151.
[2]
De Star, Eerste maandblad der Maatschappij voor Weldadigheid, Vijfde jaargang, 1823, bladzijde 946.
[3]
De Star, Eerste maandblad der Maatschappij voor Weldadigheid, Vijfde jaargang, 1823, bladzijden 942 en 943.
[4]
De Star, eerste maandblad der Maatschappij voor Weldadigheid, Zesde jaargang, 1824, bladzijden 789.
[5]
Mr. W. J. van Welderen Baron Rengers: Overzicht van het beheer der Maatschappij van Weldadigheid, ná de reorganisatie van 1839, 1893, bladzijde 7.
[6]
Het landgoed Zorgvlied van den heer J.F. de Ruyter de Wildt. In: Staatscourant, jaargang 23, 2 oktober 1869, nummer 42, bladzijde 174.
[7]
J. van Konijnenburg. De toestand der vrije koloniën en het Instituut te Wateren bij de afscheiding der gestichten van de goederen, Meppel, 1859.
[8]
Eén morgen = 0,855 hectare.
[9]
F.W. Fabius. De Maatschappij van Weldadigheid in hare werking, strekking en geldelijken toestand. Amsterdam, 1841.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 186 ook een afbeelding van een exemplaar van de hier afgebeelde tekening opgenomen.

Afbeelding 1
Het Instituut voor den Landbouw op Klein Wateren (thans Zorgvlied) functioneerde als een Gesticht van Opvoeding van de Maatschappij van Weldadigheid. Het Instituut bestond in de periode 1823-1860.

Posted in Maatschappij van Weldadigheid, Tiekening, Verdwenen object, Woater’n | Leave a comment

Gruunte, vis en fruit van Jochem Kamp

De fraaie foto voor deze zeldzame ansichtkaart – nota bene een gloep’ms dure fotokaart – is gemaakt in de zomer van 1939.
In de Tweede Wereldoorlog woonde de familie Jochem Kamp in het huis van Marinus Bakker an de Heufdstroate. Op het witte uithangbord aan de gevel van het pand aan de rechter kant staat vermeld: J. Kamp, Groente, Visch en Fruit. Jochem Kamp is na de Tweede Wereldoorlog verhuist naar een pand an de Kruusstroate in Deever. Zie de bijgevoegde afbeelding van een advertentie van hem.
Aan de linker kant zijn van links naar rechts te zien het boerderijtje van Hendrik Gruppen. het postkantoor van Lambertus Schoemaker, de smederij van Albert en Hendrik Kloeze, het huis waarin de gezusters Oostenbrink woonden en het woonhuis met winkel ‘de Toekomst’ van Philip Zaligman.
Het pand van Philip Zaligman brandde op 20 februari 1940 af en is niet herbouwd. Het boerderij van Hendrik Gruppen is op 21 juni 1945 als gevolg van blikseminslag verbrand en niet herbouwd.
Aan de rechter kant zijn van rechts naar links te zien het boerderijtje van Geert Dekker en zijn zuster Hilligje (let vooral op de bliende voor het raam boven de voordeur), het pand van boer Marinus Bakker, de manufacturenwinkel van Jacoba Vos-Hessels, het huis van Harm, Hendrik en Jaap Mulder (Garke Bakker’s jongen) en het pand van huisschilder Geert Koster.
De woning van Geert Dekker is afgebroken. De andere panden aan de rechterkant van de foto bestaan nog, zoals is te zien op de bijgevoegde kleurenfoto.
Op de achtergrond is achter de leilinden de boerderij van boer en wethouder Jacob (Jaap) Hessels te zien. Jaap Hessels is de vader van de dorpsfiguren Harm en Jan Hessels.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto gemaakt op donderdag 22 november 2019. Op die dag was voor auto’s de doorgang hen de Kruusstroate en de Heufdstroate geblokkeerd, vanwege de uitvoering van het peperdure her- en onderbestratingswerk van de straten in het binnendorp van Deever. Het gloep’ms dure bestratingswerk heeft de protserige naam Diever op Dreef (Deever op Drift). Let bij de kleurenfoto vooral op de klimaatbestendige, hittestressbestendige, overstromingsbestendige en duurzame afwateringskanalen naast de verharding van de Heufdstroate.

Posted in Ansigtkoate, Heufdstroate, Verdwenen object | Leave a comment

Ut monement op Baark’nheuvel in de oorlog

Op de bijgaand afgebeelde ansichtkaart is het uit 1925 daterende monument op Berkenheuvel te zien. De kaart is op 17 augustus 1942 verstuurd vanuit Deever. Het is de redactie van ut Deevers Archief niet helemaal gelukt de naam tot wie het bericht is gericht en de naam van de verstuurders te ontletteren. In de navolgende weergegeven tekst op de achterkant van de ansichtkaart waren enige woorden ook onletterbaar voor de redactie.

Den Weledel Geboren Heer W. Leeman, Statenweg 156 B, Rotterdam

Diever, 17 augustus 1942
Allerliefste …,
We zitten hier in een boerderij en hebben het fijn.
De bosschen zijn hier prachtig en heel wild, met herten, termietenheuvels en adders en allerlei soorten paddestoelen en vreemde insecten.
Gaat het bij jullie goed ? De laatste keer dat m’n vader bij jullie was, liet een en ander zich beroerd aanzien hè ?
Groet ook … lieven … en wees zelf stevig het pootje gedrukt.
… … … …

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart was in de Tweede Wereldoorlog te koop in de winkel van de Coöperatieve Bakkerij en Winkelvereniging ‘Samenwerking’ an de Heufdstroate in Deever. Het bedrijf Lera was de uitgever van deze ansichtkaart.
Blijkbaar behoorde op vacantie gaan in Nederland en dan met name in Deever ten tijde van de Tweede Wereldoorlog nog steeds tot de mogelijkheden. Maar bij welke boer vierden de verstuurders van deze ansichtkaart hun vacantie ?

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Ansigtkoate, Landgoed Berkenheuvel, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Un olde melkbusse uut 1958 mit ut nummer 182

Het is de redactie van ut Deevers Archief dan toch een keer gelukt enige foto’s van een nog bestaande oude melkbus te kunnen tonen. De eigenaar van de melkbus heeft de drie kleurenfoto’s gemaakt op 5 december 2020. De redactie heeft toestemming van de eigenaar van de oude melkbus de drie foto’s in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is de eigenaar bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.
In dit geval gaat het om een melkbus van de Coöperatieve Zuivelfabriek Diever (CZ DIEVER), die gevestigd was aan het Moleneinde in Deever. De melkbus is in 1958 (let op het nummer 58 op de bus) in gebruik genomen.
Deze melkbus heeft veertig jaar lang op een zolder gestaan en de eigenaar wilde toch wel een keer zijn zolder opruimen. Daarom wil de eigenaar de melkbus verkopen, gaat de eigenaar de melkbus verkopen, heeft de eigenaar de melkbus wellicht inmiddels al verkocht, vanwege de buitengewoon hoge prijs die voor een oude melkbus wordt betaald, vanwege de populariteit van de indrukwekkend mooie en veilige traditie van ut kebiet skeet’n mit oldejoar.
De redactie van ut Deevers Archief hoopt dat de eigenaar de grote culturele erfgoedwaarde van deze melkbus inziet en alsnog besluit zijn oude melkbus niet te verkopen. Kebiet skeeters hebben geen oude melkbussen nodig, die kunnen gewoon via een webstee op het internet wel een nieuwe melkbus met een flinke voorraad carbid aanschaffen. Vrogger kocht’n wee ut kebiet gewoon bee de Kloeze.
De zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief zouden kunnen denken dat het niet meer mogelijk is te achterhalen welke boer in 1958 de eigenaar van deze melkbus met nummer 182 was. Integendeel. Albertje Timmerman, de weduwe van Heime Timmerman uut Wittele was de melkleverancier, die van de Coöperatieve Zuivelfabriek aan het Moleneinde in Deever, bij de naoorlogse hernummering het nummer 182 kreeg. Boer Heime Timmerman is geboren op 15 februari 1875 en is overleden op 21 september 1937. De boerderij werd in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw voortgezet door zoon Jacob Timmerman en Machteld Zomer. De redactie verwijst voor voor meer gegevens naar het zeer informatieve boek Wittelte – Geschiedenis van de boerderijen vanaf 1770 tot heden van Klaas de Boer.

Posted in Aarfgood, Kebied skeet’n, Melkbusse, Süvelfubriek Deever | Leave a comment

De hoefstal van de Kloeze an de Heufdstroate

Wijlen U.L.O.-meester Henk van den Bos heeft in het begin van de zeventiger jaren van de vorige eeuw een geschiedkundig waardevolle opname gemaakt van de hoefstal bij de voormalige smederij Kloeze an de Heufdstroate in Deever. Hij heeft het beeld vastgelegd op een kleurendiapositief. Op de hier getoonde afbeelding van de hoefstal is ook de hond Pukkie van de familie van den Bos te zien.
Deze afbeelding is een digitale scan van het betreffende kleurendiapositief. Wijlen mevrouw Stien van den Bos-Dees gaf de redactie van ut Deevers Archief toestemming deze afbeelding voor geschiedkundige doeleinden te gebruiken. De redactie is haar daar alsnog postuum bijzonder erkentelijk voor.
Hoefstallen zijn nog steeds in het hele land te vinden in allerlei soorten en maten en gemaakt van allerlei materialen. Het paard wordt in de hoefstal geplaatst en vastgezet, waarna de smid rustiger en veiliger aan de hoeven kan werken. Het gebruik van een hoefstal is niet echt nodig om een paard te kunnen beslaan. Een handige en ervaren smid doet het liever zonder.
Deze hoefstal heeft in elk geval nog tot in de zeventiger jaren van de vorige eeuw bij de voormalige smederij van de Kloeze an de Heufdstroate in Deever gestaan.
Het is bij de redactie van ut Deevers Archief niet bekend tot wanneer deze hoefstal is gebruikt, immers als gevolg van de mechanisatie van de landbouw in de zestiger jaren van de vorige eeuw maakten de boeren steeds minder gebruik en uiteindelijk helemaal geen gebruik meer van trekpaarden.
Het bedrijf Kloeze verhuisde in 1965 van de oude smederij an de Heufstroate hen un vurboude boerdereeje an ’t Meulenende in Deever. Het zou kunnen zijn dat de hoefstal tot dat jaar zo nu en dan nog is gebruikt.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto van de voorgevel van de voormalige smederij gemaakt op vrijdag 28 november 2020. In de oude smederij was toen voor de afwisseling een advocatenkantoor gevestigd.
De hoefstal van smederij Kloeze stond bij de nog steeds aanwezige boom.

Posted in Ambacht, de Kloeze, Heufdstroate, Verdwenen object | Leave a comment

De Kloeze is hen ’t Meul’nende verhuust

De gemeenteraad van Deever stemde op woensdag 20 mei 1964 in met de gedeeltelijke herziening van onderdelen van het uitbreidingsplan van Deever, waardoor het mogelijk werd dat de boerderij met adres Moleneinde 13 in Deever, die eigendom was geworden van de gebroeders Kloeze, verbouwd kon worden tot een autobedrijf en een benzinestation (verkooppunt van motorbrandstoffen).
De voormalige dorpssmeden Albert en Hendrikus (Rikus) Kloeze, die in de smederij/autogarage/benzinepomp an de Heufdstroate in Deever waren gevestigd, lieten over de ontstane mogelijkheid de boerderij tot autobedrijf te verbouwen geen gras groeien, want blijkens een advertentie in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van vrijdag 31 december 1965, stelde Simca Nederland N.V. hen op die dag aan als officieel Simca dealer voor Deever en omstreken. Voorwaar geen geringe prestatie. In de advertentie is de veel verkochte Simca 1000 te zien.
De redactie van ut Deevers Achief is op zoek naar foto’s van de verdwenen boerderij met adres Moleneinde 13, nu Moleneinde 37, in Deever. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie helpen aan een scan van een dergelijke foto ?

Afbeelding 2
De familie Kloeze was in de zestiger jaren van de vorige eeuw bezig met de overschakeling van dorpssmederij met inbegrip van het onderhouden van landbouwmachines naar autobedrijf met BP-benzinepomp. Bij de smederij is de onbruik geraakte hoefstal nog te zien. De redactie van ut Deevers Archief weet niet in welk jaar de foto is gemaakt en wie de maker is van deze foto, maar deze moet tussen 1957 en 1964 zijn gemaakt.

Afbeelding 1
Reclame van garage A. Kloeze, Moleneinde 13, Deever in de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 31 december 1965.

Posted in Bedrief, de Kloeze, Meul’nende, Verdwenen object | Leave a comment

Hoe un neeje meister uut ekeus’n wödde

Het boek met de titel ‘Folmers en zijne tijdgenooten. Eene Drentsche novelle’ is geschreven door Hendrik Tillema uit De Wijk. Het boek is in 1868 verschenen bij uitgeverij K. van Hulst te Kampen.
Hoofdstuk 1 is gesitueerd in het gehucht W. en beschrijft het onderzoek naar de bekwaamheden van vijf gegadigden voor de vacante betrekking van meister an de skoele van het gehucht W..
Het mag duidelijk zijn dat uit de eerste alinea van hoofdstuk 1 blijkt dat het verhaal in het gehucht Wapse is gesitueerd, echter de schrijver had zijn verhaal ook met gemak in vele andere boerendorpen of boerengehuchten in het Drente van 1868 kunnen situeren.
De redactie van ut Deevers Archief heeft hier alleen het met humor en sarcasme en veel dialect geschreven hoofdstuk 1 van het genoemde boek weergegeven, zeg maar als een soort van gemakzuchige bladvulling.
Dit hoofdstuk 1 is ook letterlijk als bladvulling (bladzijden 2 tot en met 13) opgenomen in nummer 15/4 (december 2015) van het papieren blad Opraekelen van de heemkundige vereniging uut Deever.

Hoofdstuk 1

Stil en vredig, doch niet onaardig, ligt te midden van eene hier en daar onafzienbare heide, het gehucht W (redactie: Wapse). Verdeeld in vijf kluften of boerschappen, behoort het burgerlijk zoowel als kerkelijk, tot de gemeente D (redactie: Deever). Van de kom dier gemeente ligt het ongeveer een uur gaans verwijderd.

Wij bevinden er ons in het najaar van 182*. De aardappelen zijn gerooid. Op den esch moet hier en daar nog ’n akkertien met winterrogge bezaaid worden, doch overigens is er de noodzakelijkste veldarbeid geëindigd. Het rundvee verlaat des daags nog slechts eenige oogenblikken de stallen en wordt dan naar eene dorre weide gedreven, doch as ’t weer umslat en regenachtig wordt, zal ’t veur vaste op ezet moên worden. Geen wonder ! Allerhilligen is kort op handen. ’t Is opmerkelijk, dat de Drenthenaar, ofschoon over ’t algemeen afkeerig van alles wat naar de gebruiken der Roomsche kerk zweemt, in zijn dagelijkschen spreektrant, de Sinten, voor de verdeeling des jaars, behouden heeft. Zoo spreekt hij gedurig van Allerhilligen, Lichtmissen, St. Jan, St. Jaopek, enz. ’t Schöt dan nou, al ’n mooi stukkien, nao Allerhilligen too.

’t Vee is gemolken en verzorgd. De scheper is eenige oogenblikken eerder, dan overigens anders zijne gewoonte is, met de kudde huiswaarts gekeerd. De wollige langstaarten verdeelen zich in onderscheidene koppels, en zonder opzicht, begeeft elke koppel zich naar het voor hem bestemde hok. De scheper begeeft zich met zijnen hond, naar de woning waar hij (met zijn trouwen volgeling) in den kost is, ten einde daar het voor hem bestemde middagmaal, dat reeds eenigen tijd op de gladgeschuurde vuurplaat heeft gestaan, te gebruiken. Zoo Haarm! bin ie daor al’, spreekt de vrouw des huizes hem toe, ‘as ie wat eer ekomen had, haije good gelieke mit oeze volk kunnen eten. Jans is nao de schoele toe, want de boer is daor te hoope.’ Uit het verdere tusschen beiden gevoerde gesprek, waaraan nu en dan ook de andere huisgenooten deelnemen, komen wij te weten, dat de huisvaders van het gehucht W. (redactie: Wapse) dien avond in het schoollokaal zullen vergaderen, om onderzoek te doen naar de bekwaamheden van een vijftal sollicitanten, naar de vacante betrekking van onderwijzer te W. (redactie: Wapse) en na den afloop hiervan, tot de benoeming over te gaan.

Zoo was dan de stok of bongel, die in het voorjaar, ten teeken dat het schoolonderwijs gestaakt was, door den ring der schooldeur was gestoken, weggenomen. Twee kaarsen, eene op eene ledige flesch, de andere op een houten blok, dienen tot verlichting van het tochtige lokaal. Tusschen de planken der zoldering door, ziet men hier en daar een gat in het rieten dak, waardoor men tot de gevolgtrekking komt, dat het hier niet alleen tochten, maar ook lekken kan. De aanwezende personen hebben zich zelven en elkander reeds in een dikken tabaksdamp gehuld. Twee der laatst aangekomenen, geene wettige redenen voor hun te laat komen kunnende aanvoeren, worden met bijna eenparige stemmen, tot de vooraf vastgestelde boete van tien cents voor ieder die te laat komt, veroordeeld. Na vruchteloos protest, wordt de boete eindelijk pruttelend betaald.

De vijf adspiranten, hebben op eene in een hoek staande bank, plaats genomen en zien elkander ter sluiks, met niet zeer vriendelijke blikken aan. De boeren schijnen weinig notitie van hen te nemen, en hunne gesprekken loopen over geheel andere onderwerpen, dan over onderwijs en opvoeding. Deze en gene groep is druk bezig om de marktprijzen van rogge en boter te bespreken. Ginds is een paar ijverig bezig om de zwaarte van ’n onverstaandeg zwaor vaarken te taxeeren, dat tegen achttien cents per pond verkocht, en te Steenwijk op de stadswaag gewogen en afgeleverd zal worden. Elders hoort men klagen over het weinige hooi, dat in den afgeloopen zomer gewonnen is, en over het dunne beschot, dat het dorschen der rogge oplevert. Kortom, men kan uit de gesprekken der vergaderden volstrekt niet afleiden, met welk doel zij in het schoollokaal zijn saamgekomen.

Eindelijk nam Jans het woord. Daar hij een van de voornaamste eigenaren der marktegronden, en tevens jaren lang lid van den gemeenteraad was, was hij gewoon de boerenvergaderingen te leiden, vele zaken van algemeen belang te regelen, en kon door een en ander veel invloed op zijne gehucht- en marktgenooten uitoefenen. Wanneer de man als voorzitter het woord voerde, scheen hij dit nimmer te kunnen doen, zonder lange inleiding en voorloopige opmerkingen. Zoo begon hij thans mede te deelen, dat het schoollokaal sedert den 10 Mei slechts éénen keer was ontsloten, en wel bij gelegenheid van de veiling van het algemeene gras. Velen knikten hier toestemmend; trouwens elk een was overtuigd, dat de man de waarheid sprak. Maar, dat deze inleiding dienen moest om een paar der aanwezige pachters, hunne geldelijke verplichting van een vorig jaar in herinnering te brengen, wisten slechts zij, die in deze zaak betrokken waren. Waarlijk! men dwaalt, zoo men meent, dat de Drentsche landman in sommige zaken van teederen aard, soms niet zeer kiesch kan zijn.

‘Wij bint hier‘ vervolgde de spreker ‘dan ekomen om ’n neije meister an te stellen. Deur de dood van Zwarte Klaos bint we daortoo geneudzaakt’. Hierop volgde weder eene uitweiding waardoor Jans te kennen gaf, dat hij gaarne gezien zou hebben, dat men bij ’t onderzoek naar de bekwaamheden der sollicitanten, de adsistentie van den hoofdonderwijzer te D. (redactie: Deever) had gevraagd. Hier schudden eenigen der aanwezenden het hoofd, waardoor ze te kennen wilden geven ‘wij bint hier baos en hebt mit de meister van D. (redactie: Deever) niks te maken.’

Eindelijk volgde de voorstelling der sollicitanten. No. 1 Jan Hindriks uut de Graafschop, oud 48 jaren. Bijna twintig achtereenvolgende jaren had hij des zomers de provincieën Holland en Friesland bezocht om er gras te maaien. Toen zijne kameraden den vorigen zomer huiswaarts waren gekeerd, was hij door ziekte verhinderd geworden, hen te vergezellen. In Friesland achtergebleven, had hij om de tijdens zijne ziekte gemaakte onkosten te bestrijden, na zijne herstelling aldaar en in Drenthe, werk gezocht en gevonden. Voor eenigen tijd gehoord hebbende, dat er te W. (redactie: Wapse) een onderwijzer noodig was, had hij niet geaarzeld, zich voor deze betrekking aan te bevelen.

Hij kon volgens zijn zeggen good mit de penne umgaon, en was ’n baos in ’t zingen. Hij had lange genog in Holland verkierd, om in goed Hollandsch te kunnen leeren. ’t Kwam hem hiel veurdieleg. Nao schoeltied kon hij klompen en manden maken”. En wanneer hij te W. (redactie: Wapse) aangesteld werd, was hij dicht bij Friesland, en kon dan, wanneer des voorjaars de bongel op de schoeldeure ehangen werd, nao Friesland gaan om daar turfveen te baggeren, en wanneer dien arbeid des zomers ten einde liep, gras te maaien. Nee ! ’t was hum miseraobel veurdieleg. Zoo behoefde hij dan niet langer jaarlijks van de Graofschop nao Holland en omgekeerd te reizen. Zeer verlangend naar de plek waar eens zijn wieg op stond, was Jan Hindriks niet. Hij was in den rechten zin des woords een wereldburger. Waar hij het meeste geld verdienen, en het goedkoopst aan den kost komen kon, zou hij het eerst en het langst zijne tenten opslaan. Voor de schoonheden der natuur, even als voor die der vrouwelijke sekse, was hij ongevoelig. Van zijn uiterlijk is niets bijzonders te zeggen. De roode kleur van zijn vleezig gelaat werd nog aanmerkelijk verhoogd door een rooden doek, dien hij stijf om den hals gebonden had. Zijne kolossale gestalte gaf groote lichaamskracht te kennen. De blauwe kiel, die onze sollicitant gewoon was te dragen, had dien avond plaats gemaakt voor een kort buisje, en de van zware spijkers voorziene schoenen, vervingen de gewone plaats der groote houtsblokken.

Van het uiterlijke en innerlijke van Jan Hindriks niets meer te zeggen hebbende, stellen wij voor No 2. Ouderdom 36 jaar. Naam: Rieks de Snieder, doch om zijne gebogene gestalte algemeen en beter als kroeme Rieks! bekend. Over zijn vaal gelaat, hingen zijne roode haren, sluik neer. Hij was uit de gemeente Z. afkomstig, waar zijne zaken in den laatsten tijd sterk achteruitgegaan waren, doordien onze held te sterken lust gevoelde, om op godsdienstig gebied als kampvechter, tegen den predikant en vele notabele ingezetenen dier gemeente, op te treden. Wijl hij daardoor niet zelden onrust verwekte, en ’s mans eerlijkheid bij velen niet boven alle bedenking verheven was, verloor hij te Z. eindelijk geheel en al de weinige achting, die hij er voorheen genoten had. Een en ander had ten gevolge, dat hij besloot, niet alleen de gemeente Z. voor goed te verlaten, maar tevens zijn handwerk, tegen een volgens zijne zienswijze, gemakkelijker ambt, te verwisselen. Doorkneed, als hij meende te zijn in de leer van den catechismus, dien hij even als de meeste psalmen letterlijk van buiten kende, dacht hij hierdoor, alsmede om zijne bijbelvastheid en welbespraaktheid, de meeste aanspraken op de vacante betrekking te kunnen doen gelden.

No 3. was iemand, wien het duidelijk was aan te zien, dat hij een zeer teringachtig gestel bezat, dat hem voor zwaren handenarbeid ongeschikt deed zijn. Ouderdom 22 jaar, bekwaamheden geene.

No 4. Een boerenzoon 20 jaar oud, ingezeten van het gehucht W. (redactie: Wapse) en aldaar algemeen onder den naam van Jan de Wiesneuze bekend. Tot in zijn negentiende jaar had hij des winters trouw de gehuchtsschool bezocht, en daar met den overleden onderwijzer Zwarte Klaos, het hoogste gezag gedeeld, echter niet altijd in vredelievenden geest. Tusschen de meister en wiesneuze was er gedurig oneenigheid over de uitoefening der tucht en de handhaving van het gezag ontstaan, die soms tot hevige tooneelen aanleiding gegeven had. Zulke wiesneuzen in de school te moeten dulden, was in voorgaande jaren, voor vele bijschoolhouders in Drenthe, een waar kruis. Alle tucht en orde, zooals ze meenden, ontwassen zijnde, verkeerden zij met den meister meestal op eenen te gemeenzamen voet, waarvan door hen niet zelden misbruik gemaakt werd. No 4. had hoegenaamd niets, dat hem aanbeval, als dat hij lange schoele elegen hadde en dat hij den meister in de handhaving der tucht tegenover jongere wiesneuzen, dikwerf geholpen had.

Eindelijk komt de beurt aan No. 5. Wij zien in hem een jongeling, die zich door zijn gunstig uiterlijk en door zijne bescheidenheid aanbeveelt. Wat hem inzonderheid bij de boeren te W. (redactie: Wapse) had moeten aanbevelen, was zijne acte als onderwijzer en de gunstige getuigschriften, die hij van den schoolopziener van zijn distrikt en van den man, bij wien hij zijne opleiding ontvangen had, overlegde. Hendrik Folmers, zoo heette onze sollicitant, was hoewel een Drenthenaar van geboorte, niet van Drenthsche afkomst. Zijn vader was landsambtenaar geweest te S. (redactie: Smilde). Hier werd zijn huwelijk met de geboorte van twee zonen en eene dochter gezegend. Vrede en liefde heerschten in het huisgezin. Doch donkere wolken pakten zich boven de hoofden van ’t gezin te samen. De beide echtelingen werden op het ziekbed geworpen, en toen de moeder uit den bewusteloozen toestand ontwaakte, waarin ze ten gevolge van hare ziekte langen tijd verkeerd had, was zij weduwe geworden. Wij verwijlen niet bij, hare smart. Van een zeer gering jaargeld moetende leven, waren hare zorgen vele. Doch dit was niet het eenige dat haar ter neder drukte. Zij dacht aan de toekomst van haar kroost. In haren oudsten zoon meende zij een goeden aanleg te ontdekken, en in deze meening werd zij versterkt door den onderwijzer, bij wien hij ter school ging. Na onderling beraad werd besloten, dat hij na zijn twaalfde jaar voorloopig nog te S. (redactie: Smilde) zou blijven schoolgaan. Dat de knaap de gunstige verwachting zijns Onderwijzers en die zijner moeder niet te leur stelde, blijkt daaruit, dat hij op zijn 16e jaar den vierden, en op zijn achttiende jaar den derden rang, als onderwijzer verkreeg. Nadat hij van zijn zestiende jaar af als ondermeester bij zijn gewezen onderwijzer was werkzaam geweest, had deze hem, na het verkrijgen van den derden rang, aangeraden van standplaats te verwisselen. Geen wonder dus, dat wij, onder de sollicitanten, die naar de betrekking van onderwijzer te W. (redactie: Wapse) stonden, Hendrik Folmers aantreffen, te minder daar de woonplaats zijner moeder slechts ruim drie uren gaans van daar verwijderd lag.

Wij hebben nu de sollicitanten voorgesteld en zullen thans iets mededeelen van het vergelijkend examen, dat door Jans, hierin bijgestaan door al de huisvaders van W. (redactie: Wapse), werd afgenomen. Koman volk !’ zoo ving hij aan, ‘wij zult deenen te begunnen.’ Hierop werd door den spreker voorgesteld, om met elkander te zingen Ps. 119, v. 3. ‘Deze baos daor’ , ging hij voort op Jan Hindriks wijzende ‘zal wel veurzingen willen.’ Hieraan werd door dezen gereedelijk voldaan. En al kon de stem des voorzangers niet op groote helderheid aanspraak maken, hij leverde toch het bewijs, dat hij een paar krachtige longen bezat, hetgeen te meer uitkwam, daar kroeme Rieks herhaaldelijk pogingen aanwendde, om hem te overschreeuwen. ‘Nou zullen we de meisters liet de president, na den geëindigden zang, zich hooren ‘mit de condities bekend maken.’ De goede man had dezen term dikwerf van den Notaris, bij publieke verkoopingen, gehoord. Uit de door hem medegedeelde voorwaarden bleek, dat de aan te stellen meister te W. (redactie: Wapse) zou genieten een jaarlijksch traktement van twaalf gulden, en van elk bij hem ter school gaand kind, een halven stuiver in de week. Verder zou hem ten gebruike worden afgestaan een akkertje op den hoek der esch gelegen, algemeen bekend onder den naam van ’t meisterlaand, en tevens het recht om eenige schapen in het heideveld van W. (redactie: Wapse) te weiden, onder de hoede van den scheper. De meister zou bovendien kost en inwoning genieten, onder dien verstande, dat hij bij iederen boer, die te W. (redactie: Wapse) woonde en schoolplichtige kinderen had, beurtelings eenige dagen in den kost zou gaan. Ter tegemoetkoming van hem, bij wien hij in de slaopsteê kwam, zou de meister gehouden zijn, des morgens bij het dorschen de behulpzame hand te bieden. Wanneer de meister wat redelek was, had hij veul aventuur om begunstigd te worden met de levering der schoolbehoeften. ‘Maor’, hier liet een der boeren zich hooren, ‘dan mussen ze neet doon as Zwarte Klaos edaone had. Hij wol de man niks te nao komen, maar bij tiên had hij veur ’n harst pampier twie centen, en veur twie pennen ’n halve stuver erekend. En dan wassen de pennen wat gou an ’t ende west.’  ”k Wil ’t leuven!’ viel Jan de Wiesneuze in ‘hij versneed mit ’t vermaken de pennen soms hielemaol. ’t Is mij niet klaor, of hij ’t pennenvermaken niet good kon, dan of hij er zooveule of sneê, om meer pennen te kunnen verkoopen.’ Wel wus hij, dat Zwarte Klaos in de leste tied, veul in de schoele had laoten schrieven, um daordeur ’t makkelek te hebben en veul pampier te kunnen verkoopen.‘Stilte volk !’ begon weer de president, ‘wat de pennen en ’t pampier betreft, dat komt later. Wij kunt die dingen mit de neije meister ’t beste overleggen. En wat meer is’, hier richtte hij zijn oog op Jan de Wiesneuze, ‘Zwarte Klaos is dood en kan zuk neet verantwoorden.’ Uit de verder door hem medegedeelde voorwaarden bleek, dat aan den onderwijzer de verplichting werd opgelegd, des voormiddags van tien tot twaalf, en des namiddags van half twee tot vier uur, school te houden. Hoe de onderwijzer zich in de school had te gedragen, zou hem door eene verordening, door het plaatselijk bestuur ontworpen en door den schoolopziener goedgekeurd, worden medegedeeld. ‘Wij kunt’, besloot de spreker, ‘als elk en iene mit de condities tevreën is, tot ’t vergeliekend exaomen overgaon.’

Wij zullen niet trachten de koddige tooneelen, die er voor en bij ’t examen plaats grepen, breedvoerig mede te deelen. Jan Hindriks verklaarde, dat hij wat het traktement betrof ’t wel ’n tikkeltien minder zou willen doen, en dat hij ’s avonds na volbrachten arbeid in de school, voor de lieden bij wie hij in den kost was, zoo ze hem goed behandelden, klompen zou willen maken, en manden vlechten, mits men hem hout en teenen verschafte, en terstond tot zijne benoeming overging.
Kroeme Rieks nam met de gestelde voorwaarden genoegen, en wilde zich gaarne aan een examen onderwerpen, opdat daardoor zijne bijbelkennis en vastheid in de leer zouden kunnen blijken. Echter deed hij de vraag, indien de keus op hem mocht vallen, of het hem niet vergund zoude zijn, om ’s morgens in plaats van te helpen dorschen veur de luu te meugen sniederen’.
No. 3 bleef bescheidenlijk zwijgen.
De vader van No. 4 bracht in het midden, dat as men zien zeune Jan benuumde, ’t akkertien op de nes, tot zoo lange zien zeune trouwde, verhuurd kon worden, en dat hij zien zeune zölfs in de kost bleef holden. ‘As men’, besloot hij ”n ingezeten, dee ’t waark hier in de schoele en de kiender kent, anstelt, wint de boerschop de kost uut, en komt de huure van ’t akkertien, ten bate van ons allemaol.’
No. 5 nam met de gestelde voorwaarden genoegen.
Eindelijk stelde nog de scheper, die na haastig zijn middagmaal te hebben gebruikt, ook in de vergadering verschenen was, bij wijze van amendement voor, dat de schapen, die de nieuw te benoemen onderwijzer in het gehucht zou willen invoeren, eerst door hem zouden moeten onderzocht worden, opdat er geene schurftige onder de kudde kwamen. ‘Mos ’n olderling’, hier vestigde de man zijn oog op Jans, ‘waken, dat er gien wolven in de giestelieke kudde kwamen; hij mos zörgen, dat er niks verkierds in de kudde kwam, dee hum toovertrouwd was.’

Bij het nu volgende examen gaf Jan Hindriks zoo vele bewijzen van onbekwaamheid, dat er van zijne benoeming geen sprake kon zijn. De man kende ter nauwernood de tafel van vermenigvuldiging. En toen hem in zeker oud schoolboek, dat toen nog hier en daar in zwang was, de namen Qaudragesima, Quintilianus en meerdere anussen en gesima’s ter lezing werden opgegeven, zei de man, dat dit heksentaal was.
Rieks verschafte den president veel moeite en gaf zelfs aanleiding tot oneenigheden onder de boeren. Hem werd opgegeven om zeker Evangelisch gezang te zingen, waarop hij antwoordde, dat de Heere hem bewaren zol, om zukke Baoälsleeder te zingen. Hierop bracht hij in het midden, dat men bij het woord Gods niets toe mocht doen, en dat de gezangen er aan toegevoegd waren geworden, door den wil eens menschen, waarop de president na eenige opmerkingen besloot met te zeggen, dat men de belijdenis des geloofs, den catechismus enz. volgens de redenering van Rieks, dan evenmin gebruiken mocht, dewijl zij ook tot het woord Gods waren toegevoegd geworden. Verder moest de sollicitant niet vergeten, dat hier geene godsdienstoefening, maar een examen gehouden werd, en dat zij, die daaraan wenschten deel te nemen, geene wetten hadden voor te schrijven, maar aan de bepaalde verordeningen zich hadden te onderwerpen. Hierop volgde weer eene levendige discussie, naar aanleiding van Rieks opvatting, van het ‘men moet Gode meer gehoorzamen dan de menschen’, waarbij volgens de meening van vele der aanwezigen, de kleermaker het recht aan zijne zijde had. Elk een wonderd over de smeuje bek van Rieks. Doch toen hem werd opgedragen, eenige Nederl. (redactie Nederlandse) Ellen en Palmen in oude maat, en oude Ellen en Duimen in Nederl. (redactie: Nederlandse) te herleiden, ging dit zijne bevatting te boven. ”n Tummerman’, zoo drukte hij zich uit, ‘had wel doemen en misschien ook wel strepen op de doemstok staon, maor op ’n gewone elle, stunden niks anders as vörrels en halfvörrels. Hij had lange nog mit de elle ummegaone, um dit good te wieten. Maar misschien was dit wel nije leere. ’t Olde geloove deugde volgens sommegen ook neet meer, zoo zol ’t ook wel mit de elle waezen. Hij had mit die neijegheden niks op, en höld zuk an ’t olde.’ Niettegenstaande zijne ombeschaamdheid, was de publieke opinie over het algemeen gunstig voor hem, doch toen ’s mans schrift te voorschijn kwam en ter sprake werd gebracht, werd er algemeen geoordeeld, ‘dat ’n kleine schoeljonge beter mos kunnen schrieven.’
Aan No. 3 werd opgedragen een bekend psalmvers te zingen; doch toen hij reeds bij den tweeden regel, deerlijk van de wijs raakte, werd niet alleen hierover, maar ook over zijn geheelen persoon, een afkeurend oordeel uitgesproken.
Wat Jan de Wiesneuze betreft, het bleek, dat hij, naar ’t zeggen der boeren ‘neet veur nimmedal zo lange schoele had elaegen.’ Indien er geen No. 5 was geweest, men zou hem zekerlijk tot meister benuumd hebben.
‘Nou is hier nog Folmers’, begon de president, ‘dee ons ’n acte hef mitebracht, waaruut bliekt, dat hij al twie examens hef ofelegd. Ik leuve, dat het dwaos van ons zal wezen, om hum in alles to examenieren. Dee hum de acte egeven hebt, bint ander kerels as wij. ’n Bewies van bekwaomheid tot schoelholden en ’n getuugschrift van good gedrag, hef hij ons ook laoten zeen.’ ‘O’, merkte hierop een der boeren aan, ‘as ie hum hier hebben wilt, dan hadden wij ’t hiele examen wel achterwege kunnen laoten.’ Het recht, dat zij bezaten om te examineeren, lieten zij zich door geene heeren uit Assen uit de handen nemen. En ’n geëxamenierde meister verdiende volgens zijne meening in het geheel geen vertrouwen. Zoo had men onder anderen, te S. (redactie: Smilde) ook ’n geexamenierde veearts, maar die niet de minste kennis bezat. ‘Hooge rekeningen schrieven, dat kon hij’. Bij ’t kalven der koeijen, had deze en gene boer getoond, veel beter hulp te kunnen verleenen, dan de veearts. Zoo was ’t ook met geëxamenierde dokters. De mulder te N. en de duvelbanner te Steenwiek, wisten beter en goedkooper raad te verschaffen, dan alle geneesheeren in Drenthe. ‘En komt maor ies’, zoo besloot de spreker zijne rede, ‘as er wat van oe esteulen is bij de scholte of bij ’n advekaot. Ze wieten gewoonlek nargens van, maor kom ook iets bij de duvelbanner ?’ Nee, ’t kon en zol unit ’n geëxamenierde schoelmeister wel krek zoo wezen, as mit alle geëxamenierde luu.’ ‘Men mos’, zooals hij zich uitdrukte, ‘gien katte in de zak koopen, en zuk niks deur de Asser heeren in de handen laoten stoppen.’ Daar zijne woorden in de vergadering weerklank vonden, werd er besloten, dat Hendrik Folmers en Jan de Wiesneuze, na eenige regels geschreven en eenige rekenkundige voorstellen opgelost te hebben, een mondeling examen zouden ondergaan, loopende over geschiedenis en aardrijkskunde. Door middel, van voor dien tijd goede handboeken, gelukte het den president en eenige boeren, sommige vragen te doen, die beantwoord konden worden. Wij weten echter niet wat komischer was, de wijze waarop de vragen soms ingekleed en voorgesteld werden, of de manier waarop Jan de Wiesneuze meende, ze te moeten beantwoorden. ’t Gevolg van een en ander was, dat menigeen, die misschien met recht van meening was, dat elk geëxamineerde geen heksenmeester was, tot de overtuiging geraakte, dat Hendrik Folmers een geleerde bol was. Wel was er, volgens de zienswijze van sommigen, iets op zijn zingen aan te merken, daar hij de gewone loopjes en de sierlijke, draaingen bij ’t zingen van psalmen niet scheen machtig te zijn. Maar anders had hij eteund wied genog de baos te wezen.

Nadat het onderzoek naar de bekwaamheden der sollicitanten was afgeloopen, stelde Jans voor, dat deze, omdat ze zoo deksels mit de kop ewaarkt hadden, zich zouden verwijderen. Zij zouden zich nao Roege Garriet begeven, waor de olde meister altied in de slaopstee ewest hadde. Daor zouden ze op koffie en stoetebruggen onthaald worden. De uitslag der beraadslaging over de benoeming, zou hun misschien nog denzelfden avond, bekend worden gemaakt. De sollicitanten verwijderen zich; en in het schoollokaal te W. (redactie Wapse) werd, na eenige discussie, door de boerenvergadering bij meerderheid van stemmen benoemd tot onderwijzer der jeugd aldaar, Hendrik Folmers. Toch had het Jans eenige moeite gekost om deze benoeming door te drijven. De vader van Jan de Wiesneuze had zich reeds lang voor het examen van een aantal stemmen voor zijnen zoon meester gemaakt. Deze brachten bij de beraadslaging over de benoeming in het midden, dat Folmers wel eenige vragen had beantwoord, die Jan had laoten zitten, maor wat betiekende dat? As Jan neet wis, waor Chinaò of Jepan of meer van die vrömde laanden laggen, wat zol dat? Allemaol ballast! De kiender hoofden neet nao dee vrömde laanden too te gaon, en hadden er niks mit te maken. ’t Was beter, dat ze de weg good deur Drenthe leerden. En wat hadden ze te maken mit dee olde kerels, die al lange dood wassen, zooals Olde Sander de groote, mit zien oorlogen! Mit Greeken en Parzen en al dat olde volk? Stund je niks van in de biebel ? ’t Was beter, dat ze wisten van Groote Willem, hoeveul schaopen dat dee bij de koppel mog doen enz. Jan was mans genog om dit de kiender te leeren. Men wus wee Jan was. ’t Was ’n jendarege jongen. Maor de Smildegers ? ’t Was al gelieke ligt volk. Enkele boeren zeiden, voor Rieks te zullen stemmen. ’t Was wel waor, hij schreef neet mooi, maar ’t kereltien was biebelvast. Wat hölp al dat mooije geschrief? Wat dat veule rekenen ? As men maor good antiekenen en berekenen kon wanneer de koên mossen kalven, en de motte biggen mos kriegen en de meere ’t vul. Wat hölp al dee geleerdheid en al dee wiesneuzerij”. Gelukkig dat Jans door het verlichtste deel van W’s (redactie Wapse’s) ingezetenen bijgestaan, deze en gene redenen wist te ontzenuwen. Sterk deed hij uitkomen, dat men thans, volgens de wet, verplicht was een geëxamineerd onderwijzer te benoemen. ‘Men mos ook neet denken’, vervolgde hij, ‘dat men juust hier de wiesheid in pacht had. Dee in de regiering zatten wassen ook gien kwaojongens, al luup er ook ’n enkelde onder, dee soms kwaojongersstreken dee. Geleuf ook maor’, ging hij voort, ‘dat de scholte en doomeneer wanneer we de bekwaomste neet neemt, biester kwaod zullen wezen. Misschien hebben we dan umtied te wachten, dat de pestoor er ’s Zundags in zien preke, er nou en dan op smeelt.” Na deze en dergelijke redenen besloot men tot de stemming over te gaan, waarbij bleek, dat het gezond verstand van velen had gezegevierd. Hierop werd besloten, dat Jans aan Folmers van zijne benoeming zou kennis geven, en dat hij den nieuwen onderwijzer, daags nao Elf Duzend aan de kinderen zou voorstellen. Toen daarop de voorzitter nog de opmerking maakte, dat wegens het vergevorderde uur de sollicitanten niet wel de terugreis konden aanvaarden, namen terstond eenige der meest gegoede ingezetenen op zich, om hun nachtverblijf aan te bieden. Hierop scheidden de vergaderden.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft in het verhaal de woorden, die niet in het Nederlands, maar in dialect zijn geschreven, cursief en in vette letters weergegeven. Het mag duidelijk zijn dat de uit De Wijk afkomstige auteur niet schreef in het dialect dat in de gemiente Deever werd gesproken en ook is te merken dat de auteur al langere tijd in het Westen verbleef. De redactie heeft de cursief en in vette letters overgezet naar ut Deevers en waar nodig overgezet in het Nederlands.
’n akkertien
= un akkertie
as ’t weer umslat = as ut wièr umslat = als het weer omslaat
’t veur vaste op ezet moên worden = ’t veur vaaste op eset möt’n wöd’n = vast op stal gezet moet worden.
Allerhilligen = Allerhilligen = Allerheiligen (1 november).
St. Jaopek = Sunt Joapik = Sint Jacobus.
’t Schöt dan nou, al ’n mooi stukkien, nao Allerhilligen too. = ’t Schöt al un mooi stukkie hen Allerhilligen = Het schiet al mooi op naar Allerheiligen.
Zoo Haarm bin ie daor al ! = Zoo Haarm, bin ie ur a = Zo Harm, je bent er al.
As ie wat eer ekomen had, haije good gelieke mit oeze volk kunnen eten. = Ai’j wat èerder ekoo’m waar’n, hai’j glieke mit oense volk könn’n eet’n. = Als je wat vroeger was gekomen, dan had je gelijk met ons volk kunnen eten.
Jans is nao de schoele toe, want de boer is daor te hoope.
= Jans is hen de skoele, want de boer is doar te hoope. = Jans is naar de school, want de boeren komen daar samen.
Bongel = Bongel = Stok.
Wij bint hierdan ekomen om ’n neije meister an te stellen. = Wee bint hier ekoo’m um de neeje meister an te stell’n = Wij zijn hier gekomen voor het aanstellen van de nieuwe onderwijzer.
Deur de dood van Zwarte Klaos bint we daortoo geneudzaakt
= Dit is te veel vernederlandst dialect.
’n onverstaandeg zwaor vaarken = un onvurstaandug zwaor vaark’n = een onverstandig zwaar varken (een te vet gemest varken).
Wij bint hier baos en hebt mit de meister van Deever niks te maken. = Wee bint hier boas en hept mit de meister van Deever niks van doon. = Wij zijn hier de baas en hebben niets te maken met de schoolmeester van Deever.
uut de Graafschop = uut de Graafschop = uit de Graafschap.
Hij kon good mit de penne umgaon, en was ’n baos in ’t zingen. = Hee kön good mit de penne ummegoan en was un boas in ut sing’n = Hij kon goed omgaan met de pen en was een baas in het zingen.

De redactie zal bij beschikbare tijd en zeker niet met geschwinde spoed en in gestrekte draf beetje bij beetje de rest van de in dialect geschreven zinnen in ut Deevers vertalen.
Dit geeft
personen die ut Deevers echt willen gaan beheersen, zoals kiender van Deeversen die ut Deevers neet meer van heur Deevers proat’nde vae en mow hept elièed, of Drentenierders (import) die druk en ernstig bezig zijn met een indeeveringscursus Deevers op Drift, de hiervoor weergegeven leerstof tot zich te nemen,.

Posted in Deevers | Leave a comment

De QualiteitsbrinQ van Deever

De Hoge Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan in Deever hebben een dichtgetimmerde en onverbuigbare regeling met de citeertitel Beleid- en beheerplan Brinken gemeente Westenveld. Nota bene: zelfs de citeertitel van het plan lag vast.
De Hoge Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan in Deever hebben zich in het overbodige herbestratingsproject ‘Deever op Dreef’ ook’ een tijdje bezig gehouden met de Qualiteit van de brinQ van Deever. Maar is daarbij uitvoering gegeven aan het Beleid- en beheerplan Brinken gemeente Westenveld ?

De gemiente Deever is helaas onderdeel geworden van de gemeente Westerveld ! Westerveld ? Nooit van gehoord ! Waar ligt in hemelsnaam Westerveld ? Is dat niet de naam van een crematorium of een vuilstortplaats ?

Al direct in paragraaf 1 ‘beleidsvisie brinken’ van het door de Hoge Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Gelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan in Deever vastgestelde brinkenplan begint het overduidelijke dure adviesbureau-geleuter en -gezever over de bomen. Lees daarvoor het volgende afschuwelijke volstrekt onbegrijpelijke abracadabra-kippenvel-citaat:

Evenals de paragraaf ‘van functie naar visie’ (redactie: je zou verwachten dat zo’n paragraaf ‘van visie naar functie’ zou heten) in het vastgestelde bomenbeleid van de gemeente, zijn de bomen die staan op de verschillende brinken beeldbepalend in het dorp of in enkele gevallen daarbuiten. De brinkbomen zijn bepalend voor de structuur van het dorp en vormen een bijdrage aan de leesbaarheid van de historische ontwikkeling van het dorp, geven hier identiteit aan, spelen een rol in de milieukwaliteit, verzachten de harde lijnen van de gebouwen en infrastructuur rond de brink en hebben een lange levensloop. De visie van de gemeente Westenveld is er op gericht om de bestaande brinken haar oude vorm te laten behouden of te herstellen, wat van groot belang is en blijft voor de herkenbaarheid van het dorp en de leefbaarheid voor haar inwoners.

Het is natuurlijk zo dat de brinQ van Deever al lang niet meer haar oude Qualiteit en vorm (welke oude Qualiteit en welke oude vorm ?) heeft. De brinQ in Deever is zelfs geen origineel Saksische brink. Dat is ie nooit geweest.
De ‘leesbaarheid van de historische ontwikkeling’ (is een brinQ een geschiedenisboek ?) van de brinQ van Deever is na de grote vernieling door de Hoge Heertjes Van De Voorkant Van Het Gelijk In Het Gemeentehuis Aan De BrinQ in Deever in de feodale meiboomiaanse jaren 1955-1956-1957, en beetje bij beetje in de jaren daarna, volledig te niet gedaan. Ech wè.
Dus zullen de Hoge Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Gelijk In Het Raadhuis Van De Gemeente Westenveld Aan De Gemeentehuislaan in Deever toch nog flinQ wat geld moeten steken in het herstel van een soort van soort van oude Qualiteit en vorm van de brinQ van Deever. Maar dat zal wellicht worden getorpedeerd door de politieke krachten buiten de gemiente Deever (Deever hef ut roadhuus an de gemientehuuslèène, dus moei neet seur’n, wee bint now an de beurte).

Maar wat is de oude Qualiteit en vorm van de brinQ van Deever ?
Is ut de Qualiteit en de vorm uut seg moar 1925 ?
Is ut un brinQ mit un braandkoele en un vreding um de braandkoele ?
Is ut un brinQ mit un vreding um de kaarke (want biest’n mögt neet op de kaarkhof loop’m) ?
Is ut un brinQ mit un liek’nhüsie ?
Is ut un brinQ mit slietpèèd’n ?
Is ut un bijna boomloze brinQ en veule es’n op de kaarkhof ?
Is ut un brinQ sunder toerist’nindustrie ?
Is ut un brinQ mit un boer’ncafé ?
Is ut un brinQ mit de olde boerdereej’n (aarfgood) ?
Is ut un brinQ sunder auto’s ?
Is ut un brinQ sunder ut megalomane meiboomiaanse gemientehuus van de gemiente Deever ?
Is ut un brinQ woar ut skoltehuus vaaste sit an de skolteboerdereeje ?
Of is ut de Qualiteit en de vorm uut 1910 of 1890 of 1832 ?

Of naaiden de Hoge Dametjes En Heertjes Van De Voorkant Van Het Gelijk In Het Raadhuis Van De Gemeente Westenveld Aan De Gemeentehuislaan in Deever de Deeverse gemeenschap met het project ‘Diever op Dreef’ (democrasietje spelen met geld van de belastingbetaler) een grote flapoor aan en lieten ze vervolgens hun eigen fantasie en de fantasie van het voor veel geld ingehuurde dure en chique adviesbureau de vrije loop gaan ? De Deeverse gemeenschap mocht meemummelen en meemompelen met de ambtenaren. Echt wè. Meebeslissen ? Echt neet.

Het doorlópen van het proces BrinQ (de Q van Quality; spreek uit kwalleti), als onderdeel van het project ‘Diever op Dreef’ was verloren tijd en het daarvoor uitgegeven belastinggeld was weggegooid geld. Echt wè.

We moeten ons wat betreft de brinQ van Deever geen zorgen maken over een nabij of ver verwijderd later.
Voor het beste voor de brinQ van Deever zullen we ons inspannen.
En des te meer we ons voor de brinQ van Deever inspannen, des te meer we deze brinQ zullen vernielen.

Posted in Brink | Leave a comment

Brandwièrpost Deever is weg ekrömp’m

In de webstee gemeentewesterveld.nl van de gemeente Westenveld is op 10 september 2013 het navolgende bericht over de sluiting van de brandweerpost Diever geplaatst.

Het college van Burgemeester en Wethouders van Westerveld stelt aan de gemeenteraad voor, de brandweerzorg per 1 januari 2014 vanuit de posten in Havelte, Vledder en Dwingelo te organiseren. Dat betekent dat het college voornemens is om de post in Deever te sluiten.
Burgemeester Jager: “Het college beseft dat dit voorgenomen besluit een enorme impact heeft op de vrijwilligers van de post. Het uitoefenen van het brandweervak is niet zomaar een hobby. Het is een passie waarvoor deze mensen zich enorm inzetten. Daarom heb ik namens het college maandagavond 9 september eerst de vrijwilligers van de te sluiten post op de hoogte gebracht”.
Door de brandweerzorg vanaf 2014 vanuit drie in plaats van vier posten te organiseren kan de gemeente Westerveld een structurele bezuiniging realiseren. In een eerdere bezuinigingsronde in 2010 bleef de brandweer grotendeels buiten schot, maar bij behandeling van de tweede bestuursrapportage 2012 besloot de gemeenteraad een taakstellende bezuiniging op te nemen en werd de bijdrage van Westerveld aan brandweer Zuidwest Drenthe met € 250.000 naar beneden bijgesteld. Ook is binnen de regio een regionale taakstelling opgenomen van twee keer 5%. Het afgelopen jaar heeft het college van Westerveld verschillende mogelijkheden onderzocht om de taakstellende bezuiniging te realiseren. Hieruit blijkt dat het organiseren van de brandweer in Westerveld vanuit drie posten mogelijk is.
Met de organisatie van de brandweerzorg vanuit de posten in Havelte, Dwingelo en Vledder blijft het grotendeels mogelijk om binnen vijftien minuten na alarmering bij een incident te zijn. Voor de huizen en bedrijven buiten deze aanrijtijd neemt de gemeente in samenwerking met de Veiligheidsregio aanvullende maatregelen, zoals het plaatsen van rookmelders en het geven van voorlichting aan bewoners en gebruikers. Het college stelt aan de gemeenteraad voor, in totaal € 40.000,- beschikbaar te stellen voor het opstellen en uitvoeren van deze preventieve maatregelen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Moeten de Deeverse Dorpskrachten, die zich vrijwillig voor incidentbestrijding (brandweerzorg is een verkeerd Nederlands woord, dat gelukkig steeds minder wordt gebruikt) inzetten, zich straks thuis in hun brandweerpak hijsen, om zich vervolgens in eigen vervoer, per tweewieler of per vierwieler naar een plaatselijke brand te spoeden of worden ze op 1 januari 2014 bedankt voor bewezen vrijwillig verleende diensten ?
Weer een vet signaal van krimp in de gemiente Deever !
Is het de bedoeling dat de brandweerpost van Deever, zie de foto, wordt afgebroken ?
Of kan het verhuurd worden als clublokaal aan de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, dat wil zeggen de plaatselijke heemkundige vereniging ?
En wat gaat met het materieel gebeuren ? Wellicht zal dit verkocht worden en zullen van het geld incidentdetectiesystemen worden gekocht voor de huizen in bijvoorbeeld Zorgvlied, Wateren, Olde Willem, Wittelte en ’t Moer ?
Wellicht kan het brandweerembleem boven de linker garagedeur worden geschonken aan de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, dat wil zeggen de plaatselijke heemkundige vereniging.

Posted in Braandwièr, Deever, Dorpskracht, Krimpsignaal | Leave a comment

Un waetervaarfskildereeje van un olde boerdereeje

De kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. (Jaap van Zyderveld, Jacob Maria Zijderveld) heeft het bijgaand afgebeelde impressionistische waterverfschilderij in 1975 op papier gemaakt in de gemiente Deever. De titel van het waterverfschilderij is gewoon Diever. Het schilderij heeft een breedte van 47 centimeter en een hoogte van 40 centimeter. De kunstenaar heeft het schilderij in de rechter benedenhoek van zijn handtekening voorzien. De schilder heeft het kunstwerk in de linker benedenhoek van de naam Diever en het getal 75 (het jaar 1975) voorzien. De kunstenaar Jaap van Zijderveld sr. is geboren op 25 september 1919 in Den Haag en is overleden op 8 maart 1985 in Den Haag.
Niet bekend is de plaats waar de kunstenaar voor het maken van dit schilderij heeft gezeten. De redactie van ut Deevers Archief schat in dat dit fraaie schilderij in Deever op ut Kastiel of misschien wel in Oll’ndeever is gemaakt. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet welke boerderij hier is geaquarelleerd ?

Posted in Kuunst, Tiekening | Leave a comment

Zorgvlied lig skier teeg’n de Dreins-Freese grens an

De redactie van ut Deevers Archief laat zijn zeer gewaardeerde bezoekers graag meegenieten van bijgaande afbeelding van ut goeie olde Zorgvlied. De nostalgisch aandoende sepiakleurige afbeelding is gepubliceerd in het geïllustreerde familieweekblad voor Friesland met de naam Fan Fryske Groun (Van Friese Bodem), 2e jaargang, 1927-1928, 14 oktober 1927. De foto voor deze afbeelding zal eerder dat jaar zijn gemaakt, de bladeren zitten aan de bomen.
In die tijd ging een verslaggever van dit weekblad nog op zijn fiets en met zijn fototoestel op pad voor het maken van een reportage. De verslaggever had voor de gelegenheid even de journalistieke vrijheid genomen de Friese Bodem te verlaten en was voor het maken van deze foto een paar honderd meter de Drents-Friese grens overgestoken. En wellicht heeft de verslaggever daarna even een kopje koffie gedronken in café De Harmonie, een eindje verderop in het dorp. Bij de redactie zijn geen ansichtkaarten van dit dorpsgezicht uit die periode bekend.
Links naast het nieuwe kerkgebouw van de rooms-katholieke geloofsgemeente is zichtbaar het Witte Huis, de woning van de pastoor. Deze woning bestaat niet meer. Rechts naast het kerkgebouw met de naam Heilige Andreaskerk staan de vijf woninkjes van het Sint Anthonij Gasthuis. Twee woninkjes hadden een dakkapel. De vijf woninkjes bestaan niet meer. In het achterhuis van het grote witgekalkte huis aan de rechterkant was een klompenmakerij gevestigd. Dit huis is later afgebrand. De redactie weet niet of de zichtbare weg in 1927 al was verhard en toen al Dorpsstraat heette.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de kleurenfoto van de Dorpsstraat gemaakt op donderdag 4 november 2017.

Posted in Verdwenen object, Zorgvliet | Leave a comment

Ut hunnebedde D52 noa ut knutselwaark in 1953

De grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen schreef in 1918 over hunnebed D52 in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever:  “Het hunebed verkeert in geheel vervallen staat, zoodat zelfs enkele hoofdbijzonderheden nauwelijks herkenbaar zijn; het geheel is dan ook zonder meer niet reconstrueerbaar”.
Duidelijker en directer uitgedrukt: het hunnebed was één grote niet te reconstrueren hoop stenen.
Toch zou volgens professor doctor Albert Egges van Giffen het graf honderd jaar eerder nog geheel ongeschonden zijn geweest. Hij telde bij een eerste visuele inspectie in 1918 in totaal twee en twintig stenen, maar zette toen al bij meer dan de helft van de stenen vraagtekens over de aard of de positie.
Toch ging de grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen in 1953 als een soort van twintigste eeuwse hunnebedbouwer over tot een soort van herstapeling van de stenen.
De bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is in mei 1955 uitgegeven en was te koop bij Jan Brugging (Jan Wiba) in de Heufdstroate in Deever. Op de afbeelding is het resultaat van het partijtje hunnebedje knutselen van de grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen te zien.
De redactie van ut Deevers Archief is ten zeerste van mening dat de grote archeoloog professor doctor Albert Egges van Giffen dat professorale geknutsel an de Dikke Stien’n in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever maar beter had kunnen nalaten. In ut Deevers Archief zijn enige afbeeldingen van de Dikke Stien’n van vóór 1953 te vinden. Bijvoorbeeld deze afbeelding uit 1911. Of deze afbeelding uit 1918. Of deze bijzonder fraaie afbeelding uit 1952. Laag’n de Dikke Stien’n ur nog moar so bee in de kaele Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie heeft de twee kleurenfoto’s van de Dikke Stien’n gemaakt op vrijdag 28 november 2020.
De grote vraag is natuurlijk wel de volgende. Waar is de dikke stien die op de zwart-wit ansichtkaart uit 1953 rechts aan het einde van het hunnebed is te zien, gebleven ? Deze dikke stien zou op de twee kleurenfoto’s links op de voorgrond moeten staan. Het was wel un dikke stien, die bij de twee en twintig door de professor getelde stenen van het hunnebed D52 hoorde. Waarom is deze dikke stien verdwenen ? Zo’n dikke stien is niet zo maar met een paar man te verslepen en in de kattebak van een auto te stoppen of op een boedelwagentje te laden.

Posted in Ansigtkoate, Hunnebedde D52 | Leave a comment

De aachterkaante van de olde kapelle van Obadja

De redactie van ut Deevers Archief weet nog niet in welk jaar de hier getoonde zwart-wit foto van de achterkant van de Obadja-kapel op Zorgvlied is gemaakt en weet ook nog niet wie deze foto heeft gemaakt. Op de zwart-wit foto is aan de linkerkant ut törfhokke te zien. Het is een afbeelding die zeer zeker wel in elk geval moet worden gearchiveerd.
De redactie heeft wel het vermoeden dat de foto ná de Tweede Wereldoorlog is gemaakt, maar wel vóórdat de kapel in 1968 is verlengd. Bestudering van de op de zwart-wit foto zichtbare en nog steeds aanwezige grafstenen kan mogelijk een preciezere datering opleveren.
In die jaren vonden de zeer geachte leden van de geloofsgemeente, die in de Obadja-kapel ter kerke gingen, het nog niet nodig de buitenkant van hun houten kerkgebouwtje spierwit te verven.
De kapel is in 1968 aan de voorkant verlengd, waarbij de voorgevel naar voren is verplaatst. De op de eerste kleurenfoto zichtbare oostelijke zijgevel heeft drie oorspronkelijke en aan de rechterkant twee toegevoegde vensters, die alle voorzien van negenruits ramen, een kalf en een halfrond drieruits bovenlicht. Op de plek van het vierde oorspronkelijk venster is een nooduitgang gemaakt.
De redactie heeft de twee kleurenfoto’s gemaakt op vrijdag 28 november 2020.


Posted in Aarfgood, De aandere kaante van de Deeverse bos, Obadja, Zorgvliet | Leave a comment

Ièst ut paark A op de kaarkhof van Deever ruum’m

Voordat je als kind of kleinkind of achterkleinkind of achterachterkleinkind het in de gaten zou kunnen hebben, zouden de overijverige werkertjes van de voorkant van het gelijk – die hun bureautje in het raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever hebben staan – op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever kunnen beginnen met het opruimen van de stoffelijke resten van een ouder of een grootouder of een overgrootouder of een overovergrootouder in één van de perken A tot en met Z.
Als vanwege het voorgewende of geveinsde ruimtegebrek op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever dan zo nodig een perk zou moeten worden geruimd, dan is dat voor de erfgenamen van de stoffelijke resten en de grafsteen ethisch en juridisch gezien alleen te verantwoorden als de overijverige werkertjes beginnen bij de graven in het zo genoemde perk A.
De Engelsen zeggen dat zo: first in, first out. Wie het eerst is begraven, die wordt ook het eerst geruimd. Dus de conclusie is dat de stoffelijke resten in perk A in volgorde van overlijden en zonder aanziens des persoons het eerst moeten worden geruimd.
En dan kan het wel zo zijn dat de overijverige bestuurdertjes van de zo genoemde Historische Vereniging Gemeente Diever -niet gehinderd door enige kennis- wel voortdurend en heel hard schreeuwen en brullen en lobbyen dat perk A van historisch belang is en dan kan het wel zo zijn dat de ijverige werkertjes van de genoemde vereniging als een soort van tijdverdrijf zo nu en dan in perk A hier en daar de gevallen bladeren opharken, hier en daar een grafsteentje rechtzetten, hier en daar de korstmosjes van een grafsteen wegkrabben of hier en daar de rode grafsteentor bestuderen, maar dat heeft nul en generlei waarde, dat doet niets af aan het ethische, objectieve en juridisch te volgen principe dat de oudste stoffelijke resten in het oudste perk A het eerst worden geruimd, en niet subjectief eerst perk D waar veel arbeiders liggen en dat perk K en dan perk B waar veel dikke boeren en notabelen liggen.
In het geval van Jan Lefferts ten Brink en Grietje Veenhuis, die begraven zijn in perk A, zal het overijverige werkertje van de voorkant van het gelijk inderdaad -als een soort van beginnend notarisklerkje- overijverig en gratis overuren makend op zoek moeten gaan naar alle erfgenamen van de stoffelijke resten van Jan Lefferts ten Brink en Grietje Veenhuis en de grafsteen en hen via een officieel document de wettelijke en objectieve mogelijkheden voor het omgaan met de stoffelijke resten en de grafsteen en de geldelijke gevolgen van een keuze mee te delen.
Jan Lefferts ten Brink is geboren op 1 juni 1850 in Deever en is op 30 april 1887 overleden in Wittelte. Hij is een zoon van Leffert ten Brink en Grietje Hessels. Jan Leffert ten Brink was boer in Wittelte.
Geertje Veenhuis is geboren op 18 maart 1858 in Wapse en is op 29 mei 1915 overleden in Wittelte. Zij is een dochter van Fokke Jans Veenhuis en Annechien Niklaas Krijthe.
Op de grafsteen staat de voor boeren erg toepasselijke eerste regel van psalm 103, vers 8.
Dit vers heeft betrekking op de vergankelijkheid van het leven, het sterven en de rouw.
De tekst van psalm 103, vers 8 luidt als volgt:
Gelijk het gras is ons kortstondig leven,
Gelijk een bloem, die op het veld verheven,
Wel sierlijk pronkt, maar krachteloos is en teer,
Wanneer de wind zich over ’t land laat horen,
Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren,
Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer.
De redactie van ut Deevers Archief heeft deze kleurenfoto op 3 oktober 2017 gemaakt.
De redactie is bezig alle grafstenen in alle perken van de kaarkhof an de Grönnegerweg in Deever te fotograferen.

Posted in Deever, Kaarkhof an de Grönnegerweg | Leave a comment

Now hef Deever twee Bert Haanstra sitbaankies

Het laatste deel van de film Fanfare, te weten het beroemde muziekconcours, nam filmmaker Bert Haanstra in 1958 op in een weiland an de Kloosterstroate in Deever, aachter ut huus mit de naeme ut Zonnehoekje. Dat weiland is geen weiland meer, op die plek staan al lang vier burgerwoningen.
Bert Haanstra schonk een duurzaam houten zitbankje aan de inwoners van de gemiente Deever, als dank voor het gebruik van het weiland en de inzet van vele Deeverse figuranten bij de opnamen. Dit duurzame houten zitbankje kreeg een plekje an ut asfaltpad langs de Bosweg, vlak bee ut huus woar vrogger bode Vossie hef ewoond en woar Roelof (Roef) Zoer ok hef ewoond. Zie afbeeldingen 1 en 2.
Pas bij de opening van de Bert Haanstra wandelroute is het duurzame houten zitbankje voorzien van een tekstplaatje: ‘Ter herinnering aan Bert Haanstra (1916-1997). In juni 1958 filmde de cineast in Diever het laatste gedeelte van zijn komische speelfilm Fanfare’. Zie het tekstplaatje op afbeelding 3.
De redactie van ut Deevers Archief hoopt dat dit duurzame houten zitbankje, toch un ech stukkie aarfgood van de olde Deeversen, tot in lengte van jaren zal blijven bestaan. Wie is eigenaar van dit duurzame houten zitbankje ? Zijn dat de oude inwoners van de gemiente Deever of is dat het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld ? Wellicht is het een duurzaam idee om dit duurzame zitbankje met het fraaie tekstplaatje eervol en respectvol te verplaatsen naar de achterkant van het grote gemeentelijke gemetselde veldkeiengedrocht met de naam Burgemeester van Os bank ? Want in Deever zijn ze ondertussen wel een beetje gewend geraakt aan het gesleep met zitbanken.
De redactie was toch wel bijzonder erg verbaasd en verrast en veraldereerd op vrijdag 28 november 2020 een nepversie van het originele enige echte Bert Haanstra zitbankje in de vorm van een metalen zitbankje van het type Ikarus van het bedrijf Gardelux b.v. voorzien van een neptekstplaatje aan een nepslijtpad op de kaarkhof an de brink van Deever aan te treffen. Zie de afbeeldingen 5 en 6. Welke lomperik heeft dat bedacht ? Dit bankje is daar in 2019 of 2020 neergezet in het kader van het peperdure onderbestratingwerk met de naam Deever op Drift. Is dit gecoate metalen zitbankje wel duurzaam ? Voldoet dit gecoate metalen zitbankje wel aan de Fairtrade criteria van het Publieke Bedrijf Gemeente Westenveld ? Is het gecoate metalen zitbankje wel circulair, met andere woorden kan van het zitbankje aan het einde van zijn levensduur over dertig jaren wel een nieuw zitbankje worden gemaakt ?
En wat is de bedoeling van het Publieke Bedrijf Gemeente Diever ? Blijft het originele enige echte duurzame Bert Haanstra zitbankje, echt aarfgood van Deever an de Bosweg, staan en zal het nepzitbankje op de kaarkhof an de brink van Deever op een dag zijn verdwenen ? Of blijft het nepzitbankje op de kaarkhof an de brink van Deever staan, en zal het enige echte duurzame Bert Haanstra zitbankje, echt aarfgood van Deever an de Bosweg, op een vroege ochtend na een mistige nacht zijn verdwenen ?

Afbeelding 1
De Bert Haanstra zitbank met twee duurzame houten zitplanken en drie duurzame houten rugleuningplanken an de Bosweg. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 2
De Bert Haanstra zitbank met drie duurzame houten zitplanken en twee duurzame houten rugleuningplanken an de Bosweg. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 3 
Tekstplaatje dat is vastgeschroefd aan een van de twee duurzame houten rugleuningplanken van de Bert Haanstra zitbank. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 4
Aan de linkerkant is zichtbaar de achterkant van het gemeentelijk gemetselde veldkeiengedrocht met de naam Burgemeester van Os bank. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 5
Deze nepversie van het originele enige echte Bert Haanstra zitbankje met drie metalen zitplanken en één metalen rugleuningplank, waarin die onneusele D is geponsd, staat in de kaarhof (ok wè kaarketuun enuumd) an de brink van Deever. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Afbeelding 6
Aan de rugleuning van het nep Bert Haanstra zitbankje is een metalen nepplaatje bevestigd. De tekst is niet precies overgenomen van het originele tekstplaatje, want bevat in elk geval twee onnozele fouten, te weten ‘cinecast’ is ‘cineast’ en ‘Komische’ is ‘komische’. Maar alleen een critecast let op dergelijke onnozele fouten. De redactie heeft deze kleurenfoto op vrijdag 28 november 2020 gemaakt.

Posted in Aarfgood, Fanfare | Leave a comment

Loat oen topstokk’n in ut Deevers Archief seen

De redactie van ut Deevers Archief biedt uiteraard ruimte in het Deevers Archief voor het tonen van jouw eigen topstukken van de geschiedenis van de gemiente Deever.
Een topstuk kan zijn een verhaal, een artikel, een document, een foto, een afbeelding, een …….
Overal is wel wat over de geschiedenis van de gemiente Deever te vinden !
Wat vind jij een topstuk dat behoort tot de geschiedenis van de gemiente Deever en volgens jou een mooi plekje in ut Deevers Archief verdient ?
Een foto van een afgebroken pand ?
Een foto van een melkboer ?
Een verkoopakte van een boerderij uit 1833 ?
Een verhaal over een dorpsfiguur ?
Een foto van het interieur van een smederij ?
Een vooroorlogs jaarverslag van de zuivelfabriek ?
Een beschrijving van een archeologische vondst ?
Een foto van een klompenmaker ?
Een beschrijving van de regels van het bolderen ?
Een foto van een auto met een D-nummer op de kentekenplaat ?
Een verhaal uit de Tweede Wereldoorlog ?
Een foto van overgrootmoeder met oorijzer ?
Een  …. ?
Reageer of stuur een digitale versie van jouw topstukken in.
De redactie zal deze zeker tonen in ut Deevers Archief !
Bij voorbaat hartelijk dank !

Posted in Gemiente Deever, Topstuk | Leave a comment

Ee’m kiek’n in de Heufdstroate van Deever

De redactie van ut Deevers Archief vond bij het digitaliseren (scannen) van zijn papieren archief bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, en zo voort, en zo voort, en zo voort, uut de gemiente Deever bijgaand knipsel met een afbeelding van een boer met een door een paard getrokken geladen kar bij de gereformeerde school in de Heufdstroate in Deever vroeg in de ochtend.

De redactie weet helaas nog niet in welke tijdschrift deze fraaie afbeelding heeft gestaan en in welk jaar de foto is gemaakt. De redactie heeft het vermoeden dat de foto voor deze afbeelding ongeveer rond 1935 is gemaakt. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief het wel weet, die mag het de redactie natuurlijk melden.
De maker van de foto voor de kleuren ansichtkaart met de titel Groet’n uut Deever stond ongeveer op hetzelfde punt als de maker van de foto voor de afbeelding uit het tijdschrift. De maker van de kleurenfoto deed dat op de vuilnisophaaldag. Ee’m de conteen’r an de weg zett’n.
De organisatie Diever Sportief heeft de kleuren ansichtkaart in 2016 uitgegeven ter gelegenheid van de Internationale Drents-Friese Woud Wandelvierdaagse. Daarvoor alsnog driewerf hulde: hulde, hulde, hulde.

Posted in Ansigtkoate, Boer'nlee'm, Heufdstroate, Kaarke an de brink, Topstuk | Leave a comment

Deever, bonito rincón restaurado en su estado orginal

De redactie van ut Deevers Archief kwam bij het digitaliseren van zijn papieren archief – bestaande uit vooral veel dozen en veel ordners met kranten- en tijdschriftenknipsels uut de gemiente Deever – bijgaande afbeelding van het huis van Klaas Kleine an de Peperstroate in Deever tegen.

De redactie heeft het donkerbruine vermoeden – vanwege het bijschrift in het Nederlands, het Engels, het Duits, het Frans en het Spaans – dat deze foto heeft gestaan in een nummer van het periodiek Kijk op het Noorden, maar heeft op de achterkant van de afbeelding niet aangetekend in welk nummer van dit periodiek de afbeelding heeft gestaan.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief weet in welk nummer van Kijk op het Noorden deze foto heeft gestaan ?
Of Klaas Kleine het pand van de familie Koning in zijn oorspronkelijke staat heeft gerestaureerd, dat is de vraag. Want zeker is dat de levensboom in het bovenlicht van de voordeur vóór de restauratie niet aanwezig was; zie het bericht De olde kouwe van Oaltie Keuning-Hoaveman.
De redactie vermoedt dat siersmid Klaas Kleine deze levensboom zelf wel zal hebben gesmeed.
De redactie heeft al in verschillende berichten aandacht besteed aan Klaas Kleine. De trouwe bezoeker van het Deevers Archief die meer wil lezen over Klaas Kleine wordt uitgenodigd aan de rechterkant op de categorie ‘Klaas Kleine’ te klikken.

Posted in Deever, Dorpsfiguur, Klaas Kleine, Peperstroate | Leave a comment

Ut Deevers Archief söch foto’s van ut boer’nlee’m

In de vijftiger jaren van de vorige eeuw waren in de gemiente Deever in totaal meer dan vierhonderd kleine, wat grotere en voor die tijd grote boeren bezig met hun veelal gemengde bedrijf. Het aantal boerenbedrijven is in de daaraan volgende decennia door diverse redenen gestaag afgenomen.
In de foto-albums van de kinderen en de kleinkinderen van deze boeren moeten heel veel foto’s van het boerenleven van hun familie aanwezig zijn.
Foto’s van ploegen, zaaien, maaien, hooien, dorsen, dorsmachines, aardappels rooien, knollen plukken, tractoren, landbouwmachines, melken, melkbussen, veetransport, en zo voort, en zo voort, en zo voort.
Zie als voorbeeld de bijgaande kleurenfoto van ploegen met het paard na het oogsten van rogge op de Heezenesch van Deever. Wie is deze ploegende boer ?
Zie als voorbeelden ook de afbeeldingen die in deze webstee worden getoond als aan de rechterkant de categorie Boer’nwaark wordt aangeklikt.
De zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief worden verzocht te melden (klik onder aan dit bericht op ‘leave a comment’) of de redactie van ut Deevers Archief bij hen bekende of aanwezige foto’s van het boerenleven mag scannen en mag publiceren in ut Deevers Archief. De redactie is hen daar bij voorbaat zeer erkentelijk voor.
Bijgaande afbeelding is in bijgeknipte vorm en in zwart-wit opgenomen op bladzijde 142 van het papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

Posted in Boer'nlee'm, Boerdereeje, Heezeresch | Leave a comment

Ee’m kiek’n of ‘r ok gesellige doo’jn bee bint

De redactie van ut Deevers Archief ontkomt niet aan de besteding van enige aandacht aan Nell Meiboom-Veltman (die in de Deeverse volksmond altijd tante Nel werd genoemd), de echtgenote van burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd ome Kees werd genoemd). Nell Veltman is op 4 mei 1908 geboren in Makkinga in Friesland. Nell Veltman is op … 1994 overleden in Bilthoven. 

Nell Veltman ging na drie jaar HBS als correctrice werken bij het Leeuwarder Nieuwsblad en de Haagsche Courant. Op 19 juli 1935 trouwde ze in Wassenaar met Jan Cornelis Meiboom, die werkzaam was op het ministerie van Binnenlandse Zaken. In 1939 werd hij benoemd tot burgemeester van Diever. Dat bleef hij tot april 1975, slechts onderbroken in het laatste bezettingsjaar, toen hij ondergedoken was.
Zij vergezelde haar man in de onderduik (vanaf 14 april 1944) en begon zich op het schrijven toe te leggen. Ze schreef gedichten, onder meer over haar actuele situatie, die in 1945 verschenen in de bundel ‘Hunkering’.
Na haar debuut schreef Nell Veltman meisjesboekjes, zoals Heleen heeft vacantie [1948], Een mand vol letters [1951] en Een nazaat van Marijke Meu ? (1951).
Zie de bijgevoegde afbeelding van de drie vermelde boekjes. Deze boekjes zijn voor een habbekratsje of een paar eurootjes op de kop te tikken in onder meer tweedehandsboekwinkeltjes.
In de courant De Heerenveensche Koerier (Onafhankelijk dagblad voor Midden, Zuid-Oost-Friesland en Noord-Overijssel) schreef een recensent – zie de bijgevoegde afbeelding van de recensie – over het meisjesboekje Een nazaat van Marijke Meu ? als conclusie: Met litteratuur heeft dit boek weinig te maken.
Ook als (gelegenheids)toneelschrijfster kreeg ze bekendheid. Enkele titels van haar toneelstukken zijn: ‘Het uitbreidingsplan’ [1948], ‘Witte cyclamen’ (1948) en – in samenwerking met Jan Naarding – het openluchtspel ‘Zwedera van Ruinen’.
Voor het 25-jarig jubileum van de Vereniging Voor Veel Vreemdelingen Verkeer (V.V.V.V.V.) in Deever schreef ze samen met stratenmaker en schrijver Abe Brouwer en politieagent en schrijver Roel de Lange de revue ‘Liever naar Diever’.
Ze was betrokken bij de oprichting van de Toneelvereniging Diever, waarvoor ze jarenlang actief bleef als regieassistente en souffleuse.
In 1975 reikte de gemiente Deever haar een oorkonde uit voor haar werk als ambassadrice van de openluchtspelen en voor het organiseren van folkloristische evenementen.
Vanaf de oprichting was ze bestuurslid van de Drentse Schrieverskring.
Ze leverde bijdragen aan de Drentse schrieversalmanak 1954 en de Drentse schrieversalmanak 1956.
Voorts schreef ze toneelrecensies.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het orgaan ‘Het Amateur Toneel’ – zie de bijgevoegde afbeelding van een citaat uit bladzijde 572 van het boek Geschiedenis van de Drentse literatuur, 1816-1956 – deed Nell Meiboom-Veltman (die in de Deeverse volksmond altijd tante Nel werd genoemd) zich in 1953 – in de naoorlogse periode van armoede en hard werken – nogal laatdunkend uit over het culturele peil in de provincie Drenthe, lees de gemiente Deever.
Haar in het Deevers (met spelfouten) geschreven uitspraak ‘Ee’m kiek’n of ’t er ok gezellige dojen bi’j bint’ werd haar niet in dank afgenomen, maar gaf wel haar houding tegenover de inwoners van de gemiente Deever op juiste wijze weer. See haar de Deeversen agin neet in de reken.
Waren haar hoogcultureluurse meisjesboekjes wel te lenen in de eerste leesbevorderende (openbare) bibliotheek in de gemiente Deever ?
In het citaat staat NATU voor Nederlandse Amateur Toneel Unie.

Posted in Abe Brouwer, Alle Deeversen, Cultuur, Jan Cornelis Meiboom | Leave a comment