In de oorlog un ballegie trapp’m op ut Mastenveltie

Op 24 juli 1940 verscheen het volgende bericht in het Nieuwsblad van Friesland over een voetbalwedstrijd op het Mastenveldje aan de Bosweg

Voetbal. Wedstrijd te Diever.
Diever. Op het Mastenveldje werd een voetbalmatch gespeeld tusschen jongens uit ons dorp en de in de werkkampen A en B te Dieverveld gehuisveste stadswerkloozen, welke door de stedelingen met 6-1 werd gewonnen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Blijkbaar zijn de Rijkswerkkampen Diever A en Diever B in de Olde Willem ook na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nog een tijd in gebruik gebleven voor het huisvesten van werklozen uit de grote steden in het Westen van Nederland.
In het begin van 1941 werden de twee werkkampen als isoleerkamp en doorgangskamp voor joodse Nederlanders in gebruik genomen.
Op het weiland met de naam Mastenveldje (bestond deze veldnaam al in 1832 ?) naast het veentje met de naam Mastenveldje werd in die tijd en daarvoor ook al gevoetbald.

Posted in Ansigtkoate, de Olde Willem, Tweede Wereldoorlog, Voetbal, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Ut oorlogsgraf van Kloas en Koop Houwer

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassjus scannen en vervolgens die papperrassjus in de oud-papier-bak gooien) bestaande uit vooral veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, maar ook volledige jaargangen van tijdschriften, zo nu en dan een door hem belangwekkend geacht bericht. De redactie wil zo één bericht natuurlijk niet onthouden aan de bezoeker van ut Deevers Archief.
In het tijdschrift Waardeel, nummer 1, jaargang 2001, van de Drentsche Historische Vereniging is het artikel ‘Gestolde herinneringen. De oorlogsverzameling van Jan Brands’ te vinden. De redactie weet niet wie de auteur van dit artikel is.

Waar het de redactie bij het genoemde artikel met name om gaat is de foto met bijschrift op de eerste bladzijde van het artikel, in dit geval bladzijde 33, zie het bijgaand afgebeelde citaatje uit het hiervoor genoemde tijdschrift.
De foto toont de grafsteen van de Deeverse oorlogsslachtoffer vader Nicolaas Houwer en de grafsteen van de Deeverse oorlogsslachtoffer zoon Koop Houwer. Die stonden in 2001 niet meer op de kaarkhof an de Grönnegerweg in Deever. Die stonden in 2001 wel tegen een muur van de boerderij van superverzamelaar Jans Brands in Nieuw-Dordrecht.
De twee grafstenen staan nu in het Museum Collectie Brands in Nieuw-Dordrecht. Zie de hier afgebeelde kleurenfoto van de twee grafstenen.
Vooral het bijschrift bij de foto in het tijdschrift Waardeel is belangwekkend en zorgwekkend. Deze luidt als volgt:
Twee grafstenen. Vader en zoon Houwer werden twee dagen voor de bevrijding door de Duitsers in Zuidwest-Drenthe vermoord. Toen hun graven na jaren werden geruimd, plaatste Jans Brands de grafstenen achter zijn huis.
Nu staan op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever tussen de graven van andere oorlogsslachtoffers twee witte grafstenen. Zie de bijgevoegde twee kleurenfoto’s. Toen hun graven na jaren werden geruimd ?? De volgende vragen liggen voor de hand.
Waar lagen vader Nicolaas Houwer en zoon Klaas Houwer oorspronkelijk begraven ?
Zijn de twee grafstenen na het ruimen van de stoffelijke resten van vader Nicolaas Houwer en zoon Koop Houwer aan familieleden overgedragen ?
Waarom werden de stoffelijke resten van vader Nicolaas Houwer en zoon Koop Houwer geruimd ?
Wanneer werden de stoffelijke resten van vader Nicolaas Houwer en zoon Koop Houwer geruimd ?
Waar zijn de stoffelijke resten van de twee oorlogsslachtoffers gebleven ?
Zijn de stoffelijke resten van de twee oorlogsslachtoffers herbegraven bij de twee witte grafstenen ?
Of zit de bezoeker van ut kaarkhof naar twee witte grafstenen op twee lege graven te kijken ?
En als vader en zoon Houwer bij de witte grafstenen zijn herbegraven, waarom konden dan de twee oorspronkelijke grafstenen niet worden hergebruikt ?
Zijn de twee witte grafstenen voor rekening van de Nederlandse staat (de Nederlandse belastingbetaler) geplaatst ?
Zijn voor deze twee graven casu quo grafstenen grafrechten verschuldigd ?
Kortom het is tijd deze vragen te stellen aan de kerkhof-ambtenaar van de gemeente Westenveld die is belast met de postitieve exploitatie van de begraafplaatsen in de gemeente Westenveld, in het bijzonder de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever, kantoor houdende in het Raadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever.

Posted in Aarfgood, Grönnegerweg, Kaarkhof an de Grönnegerweg, Oorlogsgraf, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Johannes Franciscus wol in de poletiek

Op 18 januari 1868 verscheen in de Provinciale Drentsche en Asser Courant het volgende bericht over de kandidatuur voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt.

Voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, wenschen wij de aandacht onzer medekiezers in Drenthe te vestigen op den heer J.F. de Ruijter de Wildt, wonende op het landgoed “Zorgvlied” in de gemeente Diever; een begaafd man met veel talenten, die gedurende een twintigtal jaren in verschillende residentiën en vooral in de binnenlanden van Java, in de gelegenheid was, de Indische toestanden en belangen van nabij te leeren kennen en beoordeelen, en wiens braafheid en vaderlandsliefde boven onzen lof is verheven.
Eenige kiezers in Drenthe

Aantekeningen van de redactie ut Deevers Archief
De redactie moet nog uitzoeken of Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt inderdaad volksvertegenwoordiger is geweest. 
Wellicht was Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt in zijn koloniale periode assistent-resident of misschien wel resident op Java. Een assistent-resident was in Nederlands-Indië de hoogste Nederlandse ambtenaar in een afdeling (assistent-residentie) van het plaatselijk bestuur, dat viel onder het Binnenlands Bestuur. Enige afdelingen samen vormden een residentie, met aan het hoofd een resident. Boven de resident stond de gouverneur-generaal, die Nederlands-Indië regeerde.

Posted in de Ruiter de Wildt, Zorgvliet | Leave a comment

Plotseling en wreed stond de dood voor de broers

Ter godvruchtige nagedachtenis van de broers Antonius Maria Gerardus Janssens en Jozeph Cornelis Maria Janssens werd bijgaand doodsprentje gemaakt. Een doodsprentje is een klein prentje dat binnen de Rooms Katholieke Kerk wordt uitgegeven als herinnering aan een overlijden. Een doodsprentje wordt tijdens de uitvaart aan de aanwezigen uitgedeeld. Het hier afgebeelde doodsprentje -aanwezig in de verzameling van ut Deevers Archief- zal derhalve op 14 april 1945 in het kerkgebouw aan de brink van Deever zijn uitgedeeld tijdens de uitvaartdienst van de tien mannen die op 10 april 1945 op het marktterrein in Deever werden vermoord.  

De Duitsers gijzelden op 10 april 1945 de uit Noord-Brabant geëvacueerde broers Antonius Maria Gerardus Janssens en Jozeph Cornelis Maria Janssens, samen met Nicolaas Houwer, Kornelis Kerssies, Harman Bennen, Roelof Hunneman, Hendrik Akkerman, Klaas Daleman, Jan Houwer, Koop Houwer en Koop Westerhof.
De Duitse gijzelaars dwongen de gegijzelden op het Marktterrein in Deever tegen de wal van de kaarhof te gaan staan. Zie de afgebeelde foto, die op 15 februari 2001 is gemaakt. Op deze plek staat heden ten dage een rododendronbosje.
Na enige uren arriveerde een auto uit Steenwijk. De Duitse officier die uit de auto stapte was de woedende en schreeuwende S.D.-commandant Fritz Habener, Hij greep plotseling een mitrailleur en vermoordde de mannen die tegen de wal van de kaarkhof stonden. Koop Westerhof overleefde als door een wonder deze wrede moordaanslag.

De tekst van het doodsprentje luidt als volgt:
Jezus, Maria, Joseph.
Ter godvruchtige nagedachtenis van Antonius Maria Gerardus Janssens, geboren 26 mei 1926 te Tilburg en van Jozef Cornelis Maria Janssens, geboren 10 october 1930 te Berkel, gevallen voor het vuurpeloton 10 april 1945.
Plotseling en wreed stond de dood voor deze beide jonge menschen, die nog aan ’t begin, aan de lente stonden van hun leven.
Maar toch roept onze Moeder de Heilige Kerk, ook bij deze wreede sterfgevallen ons toe om niet te blijven treuren, maar om te denken aan de opstanding en ’t eeuwig leven, dat deze jongens tegemoet gaan.
Beste ouders, broers en zusjes weent niet over ons. Eens zullen we allen weer in blijdschap vereenigd zijn.
Mijn Jezus, barmhartigheid !

Een doodsprentje werd vaak van een passende bijbeltekst voorzien. En niet te vergeten voorzien van een aanwijzing voor een aflaat. Een aflaat is de vermindering van tijdelijke straffen die de overledene in het vagevuur moet ondergaan. Deze straffen kunnen worden verminderd door het uitspreken van gebedjes voor de overledene, zoals bijvoorbeeld op dit doodsprentje het gebed ‘Mijn Jezus, barmhartigheid’. Dit leverde voor de gestorvenen per gebed 100 dagen aflaat op.
De term ‘Cum approbatione ecclesia’ betekent in het Nederlands ‘Met goedkeuring van de kerk’.
Het prentje van de religieuze scène is getekend door Augustin Müller-Warth (1864-1943). Het is bij de redactie niet bekend of ook een kleuren-versie van dit doodsprentje is uitgegeven.

Abracadabra-1255Abracadabra-1256Abracadabra-1258Abracadabra-1257

Posted in 10 april 1945, Bidplètie, Deever, Oorlogsgraf, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Grote bosch- en heidebraand op Zorgvliet en Woater’n

In het Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s courant van 5 augustus 1905 verschenen de volgende drie berichten over een grote bos- en heidebrand te Zorgvlied en Wateren.

Grote Bosch en Heidebrand te Zorgvlied en Wateren
ZORGVLIED, 2 augustus.
Hedenmorgen omstreeks 10 uur zag men in westelijke richting een zware rookwolk opstijgen. Aanvankelijk dacht men aan een gewoon heidebrandje, doch weldra zag men over een groote oppervlakte een vuurgloed, die zich ernstig liet aanzien.
Door den wind meer en meer voortgedreven, bereikten de vlammen weldra de dennenbosschen, deels toebehoorende aan de Maatschappij van Weldadigheid, deels aan Mr. L.G. Verwer alhier, zoodat men vreesde dat ook huizen en op het veld staande granen door het felle vuur aangetast zouden worden. Dit zou ongetwijfeld zijn gebeurd, wanneer niet krachtige hulp was toegesneld. Een paar afdeelingen soldaten, onder leiding van officieren, kwamen uit het kamp te Diever met schoppen en bijlen te hulp en aan hen is het blusschingswerk hoofdzakelijk te danken. Op verschillende punten werden loopgraven aangebracht en op sommige plaatsen werden gangen door de bosschen gehakt. Ook werden door de Maatschappij van Weldadigheid met een met vijf ossen bespannen groote ploeg groote geulen geploegd om het vuur binnen zekeren kring te houden.
Vele boeren en arbeiders brachten hun have en goed zoo goed mogelijk in veiligheid. Een akker aardappelen verschroeide en ook een partijtje nog op ’t veld staande rogge werd aangetast. Eene woning, welke vuur vatte, wist men nog te behouden. Een militair bekwam ernstige brandwonden aan het been. Hij werd voorloopig alhier verbonden en is daarna per rijtuig naar het kamp teruggevoerd.
Het is nu 10 uur ’s avonds. Ik word weer opgeroepen. Men zegt, dat het vuur opnieuw is uitgebroken.
(Tot op zeer verren afstand is deze brand te zien geweest. Midden over dag kon men op het vrije veld bij Heerenveen en zelfs tusschen Grouw en Wartena ver in het Oosten en Zuidoosten dikke rookwolken zien opstijgen. Redactie)

Later bericht
ZORGVLIED, 3 augustus
Nog altijd is het gevaar voor ons dorp niet geheel geweken. Den geheelen nacht en ook hedenmiddag woedde het vuur nog door, hoewel men ijverig met het blusschingswerk door gaat, terwijl het terrein voortdurend bewaakt wordt door militairen en birgers.
De militairen, die gisteren zoo vlug en vaardig loopgraven maakten, waardoor Wateren voor verder vuur bevrijd bleef, waren onder bevel van Kapitein Thomson.
In sommige huizen blijft nog de inboedel etc. gepakt. Voor Zorgvlied is heden de wind gunstiger geworden. Over een uitgetrektheid bosch en heideveld van minstens een half uur lengte en breedte heeft het vuur zich brandende en smeulende nu reeds verbreid. Veel schoons gaat verloren. Men hoopt echter door waken en werken ons dorp vrij te houden.
Naar men mededeelt is de brand ontstaan door onvoorzichtigheid van twee personen, die in het waren te plaggensteken en de slechte gewoonte volgden om in het open veld hunne koffie te koken. Door den Rijksveldwachter Dijkermans moeten ze reeds in verhoor zijn genomen en, naar we vernemen, hebben ze erkend, dat op boven omschreven wijze de brand was ontstaan.
Uit Frederiksoord schrijft men ons, dat ongeveer 40 H.A. is afgebrand en dat voor de Maatschappij van Weldadigheid de schade geschat wordt op f. 4000.

Wat een soldaat ons van den boschbrand vertelde.
LEEUWARDEN, 3 Augustus.
Uit het kamp tusschen Wapse en Diever zijn heden morgen alhier gearriveerd met een extra trein van Steenwijk een 700 man soldaten, na een verblijf van 10 dagen aldaar. Opgewacht dooreen breede schare nieuwsgierigen, ging het met de muziek voorop in optocht naar de kazerne, waar een welverdiende rust werd gevonden. Vierdehalf uur toch hadden de manschappen van morgen moeten marcheeren om aan hot station Steenwijk te komen, terwijl de meesten ook gisteren een zwaren werkdag hadden gehad, ’t Was de verjaardag van H.M. de Koningin-Moeder, die met het houden van volksspelen gevierd zou worden, doch om middag kwam de tijding van een geweldigen heide- en boschbrand onder Zorgvlied en Wateren en kapitein Thomson verzocht zijn bataillon hulp te verleenen, waaraan eenparig bereidwillig gevolg werd gegeven. Een der manschappen deelde ons dienaangaande het volgende mede.
Om halftien moet onder Frederiksoord de brand zijn ontstaan tengevolge van een koffievuurtje van een paar arbeiders, werkzaam in het veld. Aangewakkerd door den stevigen wind, verbreidde zich het vuur met een verbazende snelheid. Aller gemoederen in wijden omtrek vervuld van angst en zorg. De gevolgen waren niet te overzien en het volk stond machteloos. Zo werd der soldaten hulp ingeroepen en trok het gehele bataillon van Thomson, onder diens leiding derwaarts. Gewapend met schoppen, kwamen na een geforceerden marsch van ongeveer vijf kwartier ter plaatse bij de vlammenzee, die pas een groot dennenbosch, geschat op wel 40 hectare, had aangetast, dat met zijn hooge, droge heide onder de stammen, dan ook totaal is verloren gegaan. Het was niet meer te behouden en voor den wind lagen weer andere uitgestrekte bosschen en er stonden huizen die bedreigd werden, evenals Zorgvlied met zijn omgeving, eigen aan de familie Verwer.
Al een paar uur gaans had de brand zich uitgestrekt en groote schade aangericht. Fluks begonnen we met man en macht in goede orde een geul te graven, een paar honderd meter vóór de snel naderende vlammen, die zich ook zijwaarts voortplantte. Bij ’t graven der geul, werd naar de zijde van den te bekampen vijand de heide in brand gestoken, zoodat de vlammen tegen elkander ingingen en het vuur geen voedsel meer vond, om vóór den wind verder te gaan.
Wel ging het zijwaarts af, en wat daar in de verte gedaan werd door burgers, weet ik niet, doch ons gelukte het na een inspannenden arbeid van eenige uren den voortgang van den brand te stuiten. Een uitgestrekt bosch voor ons en wat daarachter lag werd door ons behouden. Naar mijne berekening hebben we met ons bataillon van klein 400 man van ’s middags goed twee uur tot ’s avonds bijna zeven, een geul gegraven van pl.m. 20 minuten gaans.
Toen was het gevaar zoo goed als geweken en hebben manschappen van het andere bataillon nog dienst gedaan. Ook heb ik een ploeg met vier ossen aan het reddingswerk zien deelnemen.
Heden in de kazerne werd ons medegedeeld, dat een gift, van f 100 was ingekomen, waarvan ik 29 cnt als mijn rechtmatig deel heb ontvangen. Dat is betrekkelijk weinig, doch om geld was het niet begonnen alleen de attentie mag worden gewaardeerd. Een der soldaten heeft zijn voeten gebrand en zou in het kamp zijn achtergebleven.
Van het kamp zelf hoorden we dat het veel grooter is en beter drinkwater heeft, dan dat te Mildam en dat het direct weer in orde wordt gemaakt voor de ontvangst van een 1500 manschappen in September.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie heeft vooralsnog geen opmerkingen bij dit bericht.




Posted in de Kaamp op de Oeren, Lodewijk Guillaume Verwer, Maatschappij van Weldadigheid, Wapse, Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

Seu’m Fraanse parachutist’n op ut kaarkhof

In het bericht Seu’m Fraanse parachutist’n noa viètug joar wièr in Deever is een bericht uit de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 6 mei 1985 overgenomen over de herdenking van de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog en de viering van veertig jaar bevrijding van de Duitse bezetter in de provincie Drente.
In 1985 stond de viering van de bevrijding en de herdenking van de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog in de provincie Drente voor een belangrijk deel in het teken van de Franse parachutisten, die zeer nadrukkelijk bij de bevrijding van Drente betrokken zijn geweest.
In Deever werden zeven leden van de uit vijftien parachutisten bestaande stick 49, die destijds onder aanvoering van Edgard Thomé stond, ontvangen op het gemeentehuis an de brink van Deever. Dat gebeurde op 4 mei 1985. Overdag maakten de Franse gasten eerst een stille tocht naar de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Daar werden een krans en bloemen gelegd op de graven van de oorlogsslachtoffers.
Dorpsfotograaf en dorpsfiguur en boer Harm (Haarm) Hessels is de maker van de hier afgebeelde foto. Deze foto is destijds helaas niet geplaatst bij zijn andere foto in het bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 6 mei 1985. Op de hier afgebeelde foto zijn deelnemers aan de stille tocht over de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever te zien.
De redactie heeft gegevens over de vijftien Franse parachutisten, die in de nacht van 7 op 8 april 1945 onbedoeld bee ut het Aar’mhuus an de Grönnegerweg bee Deever landden gebundeld in het bericht De vieftien Fraanse parachutist’n van stick 49. Van deze stick staan zeven commando’s op de hier afgebeelde foto.
Aan de linkerkant lopen met baret twee Franse parachutisten, waarvan de redactie de naam niet weet.
Op de voorgrond loopt aan de linkerkant met baret René Gaston Giguelay.
Voor hem loopt met baret en met de jas los over de schouders René Pier Jean Mendiondo.
Tussen en achter deze twee parachutisten loopt een man met baret, waarvan de redactie de naam niet weet.
Recht naast René Pier Jean Mendiondo loopt een man met baret, waarvan de redactie de naam niet weet.
Aan de rechterkant loopt naast Geesje (Geese) Jantina Schoemaker met baret Edgard Alphonse Thupët (Edgard Thomé).
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief herkent de vier niet door de redactie herkende parachutisten ?  Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief herkent andere personen ?

Posted in Fraanse parachutist, Haarm Hessels, Kaarkhof an de Grönnegerweg | Leave a comment

Dorpskragt’n sneujt struweel en bossies

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 21 februari 2011 verscheen het volgende zeer opmerkelijke bericht over het snoeien van gemeentelijke struiken en gemeentelijke bosschages langs toeristische fietspaden in de gemeente Deever.

Diever. Vrijwilligers aan het snoeien
Een groep vrijwilligers in Diever is iedere maandag druk doende om struiken en bosschages langs de fietspaden in de voormalige gemeente gemeente Diever te snoeien. Vorige maandag is de Groningerweg behoorlijk aangepakt en vandaag zijn de fietspaden bij de molen en Steenwijkerweg onder handen genomen. Vooral het fietspad langs de molen -opgenomen in de knooppuntenroute- was aan een grondige opknapbeurt toe.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het beheer en onderhoud van het groen langs de lange Grönnegerweg bee Deever, langs de zo genoemde Molenweg en langs de lange Stienwiekerweg is van belang, want deze wegen worden bereden door veel toeristen. De toeristeneconomie brengt toeristenbelasting in het laatje van de kassier van de Hoge Dametjes En Heertjes Van De Winstgevende Exploitatie Van De Gemeente Westenveld In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan In Deever.
 Die inkomstenbron mag onder geen beding in gevaar komen, zeker niet door slecht onderhouden groen.
Het uurtariefje van een ijverige en gemotiveerde dorpskracht uut de gemiente Deever zou voor de gedachtenvorming kunnen worden gesteld op € 10,-. Dat is een laag tarief en is bepaald geen tarief dat commerciële bedrijven in rekening brengen.

De ijverige, gemotiveerde en mondige dorpskrachten uut de gemiente Deever zullen aan het beheer en onderhoud van het groen langs de lange Grönnegerweg bee Deever, langs de zo genoemde Molenweg en langs de lange Stienwiekerweg bij benadering ongeveer 1.000 uur hebben besteed, Wellicht gratis of voor een habbekratsje of voor een kopje koffie en een plakje cake, een borreltje en een toespraakje en een schouderklopje van de dienstdoende wethouder, echter de dorpskrachten hadden op basis van het genoemde tariefje een rekening van € 10.000,- naar de voorkant van het gelijk kunnen sturen.
Als de voorkant van het gelijk het beheer en onderhoud van het groen langs de lange Grönnegerweg bee Deever, langs de zo genoemde Molenweg en langs de lange Stienwiekerwegvolgens volgens de wettelijke aanbestedingsregels openbaar, niet-openbaar, meervoudig onderhands of handjeklap aan een in de markt opererend commercieel groenbedrijf had aanbesteed, dan zouden de kosten voorzichtig geschat zeker ongeveer drie keer zo hoog zijn geweest, zeg voor de gedachtenvorming ongeveer € 30,000,-.
Nota bene, diezelfde ijverige, gemotiveerde en mondige dorpskrachten maken veelal ook vaak gebruik van het in verregaande staat van verval verkerende maar voor de Deeverse gemeenschap onmisbare Dingspilhuus.
Het advies aan de ijverige, gemotiveerde en mondige dorpskrachten uut de gemiente Deever is zich zo snel mogelijk te verenigen in een Stichting Dorpskrachten en in verhouding tot de voorkant van het gelijk alleen nog maar te werken op basis van werkelijke contracten en werkelijke
betaling.
Dan had de voorkant van het gelijk in dit voorbeeld mooi € 20.000,- publieksgeld bespaard en had een Stichting Dorpskrachten die € 10.000,- opbrengst uit eigen arbeid in bijvoorbeeld een Fonds Behoud Dingspilhuus kunnen stoppen.
Mondige Deeverse dorpskrachten let op de Deeverse zaak ! Arbeid is geld ! Tientallen van dit soort arbeidsintensieve opdrachten kunnen worden ondergebracht bij Deeverse dorpskrachten in een op te richten Stichting Behoud Dingspilhuus.
Dus het mes snijdt dan zelfs aan drie kanten. De ijverige, gemotiveerde en mondige Deeverse dorpskrachten werken voor een zeer laag uurtarief een Dingspilhuus bij elkaar, de voorkant van het gelijk hoeft bijvoorbeeld de WOZ-belasting niet te verhogen (zou zelfs verlaagd kunnen worden) en het aantal ambtenaren van de gemeente Westenveld kan wezenlijk worden ingekrompen (de gemiente Deever ligt toch al in een krimpgebied en moet so wie so krimpen), want de Stichting Dorpskrachten kan het beheer en onderhoud van heel veel objecten overnemen.
De redactie heeft de kleurenfoto van de zandweg aachter de Meule in Oldendeever over de Westeresch op 2 januari 2017 gemaakt. De Hoge Dametjes En Heertjes Van Het Systematisch Vernielen Van Het Deeverse Zandwegen Erfgoed
 konden het niet nalaten met publieksgeld toch een stukje van deze kostbare en cultuurhistorisch waardevolle zandweg te vernielen met straatstenen en trottoirbanden en nota bene ook een straatkolk met bijbehorende riolering aan te brengen. Aan het andere einde van deze zandweg hebben die Dametjes En Heertjes het zandoppervlak zelfs vernield met een halfverharding om boze en gemakzuchtige autorijdende moeders van de lagere school met de naam Singelier bij het halen en brengen van hun kinderen te behagen. Erg duur, maar niet erg duurzaam. 

Abracadabra-578 Abracadabra-579

 

Posted in Deever, Dorpskracht, Gemeente Westenveld, Oll'ndeever, Saandweg | Leave a comment

Sukersakkie van café-restaurant Johan Blok

In de vijftiger jaren en ook nog wel in de zestiger jaren van de vorige eeuw lag het café-restaurant Johan Blok an de Deeverbrogge an de deurgoande drokke Riekseweg langs de voat. De autosnelweg A28 van Meppel via Hoogeveen en Beilen naar Assen en Groningen bestond in die tijd nog niet.
Het was toen een druk beklant café-restaurant. Het café-restaurant had net zoals zoveel andere cafés en restaurants ‘eigen’ sukersakkies. Eén van die sukersakkies – aanwezig in de verzameling van ut Deevers Archief – is te zien in de donkere afbeelding met witte tekst en een wit afgebeelde brug, zie afbeelding 1. Met de tegenwoordige bewerkingsprogramma’s voor digitaal opgeslagen foto’s is het erg eenvoudig de minstens zo mooie inverse van de donkere afbeelding te maken, zie afbeelding 2.
De maker van de tekening op ut sukersakkie zal zijn tekening ongetwijfeld niet zelf -zittend an de voat– hebben gemaakt, maar zal deze hebben nagetekend van een foto.
De grote historische vragen zijn natuurlijk wie is de maker van de tekening op ut sukersakkie en in welk jaar dit sukersakkie is uitgebracht.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Café-restaurant Blok, Deeverse brogge, Deeverse prullaria, Sukersakkie, Tiekening | Leave a comment

Ut boer’ncafé van Haarm Hummel an de brink in 1903

Drukkerij en Boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld in januari 1975 uitgegeven. De Deeverse boerenzoon Arend Mulder is de schrjjver/samensteller van dit boek. In het boek is op bladzijde 99 is een afbeelding van een ansichtkaart uit 1904/1905 te zien. Onder de afgebeelde ansichtkaart staat de volgende tekst.

Café Brinkzicht
Alleen de ouden van dagen uit Diever zullen zich dit oude boerencafé nog herinneren. Staande achter tafeltje links is de vroegere eigenaar Harm Pieter Hummelen met naast hem z’n vrouw Anna List, die haar eerste zoon Pieter op schoot heeft. De dame naast de fiets is mej. Maria Hillegonda Mulder, aan wier nagedachtenis nog het gedenkraam in het koor van de Ned. Hervormde Kerk te zien is. De drie dames aan het tafeltje rechts zijn mij onbekend, evenals het oude echtpaar om het hoekje, dat schijnbaar niet op de foto wil, maar wel nieuwsgierig is naar wat gaat gebeuren. In plm. 1910 werd Harm Hummel boer in de Peperstraat en werd Jan Barelds eigenaar van het café. Deze verkocht het plm. 1925 weer aan Harm Smit van “Berkenheuvel”, die het liet afbreken en vernieuwen tot het hedendaagse hotel. Zijn dochter Siena, pas gehuwd met Klaas Balsma, plaatste hij er in. Toen na april 1945 Balsma als N.S.B.’er werd opgepakt, werd het hotel beheerd door H. Figelant. Enige jaren geleden ging dit over aan de tegenwoordige hotelhouder A. Benthem van Kalteren.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In een aantal akten van de burgerlijke stand van de gemiente Deever wordt bij Harm Pieter Hummelen – toen hij aan de brink woonde – als beroep vermeld kastelein en logementhouder, later – toen hij an de Peperstroate woonde – wordt als beroep landbouwer vermeld.
Arend Mulder geeft in zijn tekst aan dat het poppie op de schoot van Anna List haar eerste zoon Pieter is.
Deze zoon Pieter is Pieter Hendrikus Hummelen, hij is geboren op 19 april 1903 in Deever en is helaas overleden op 12 april 1904 in Deever.
Arend Mulder geeft in zijn tekst aan dat de vrouw links naast de boom Maria Hildegonda Mulder is.
Maria Hildegonda Mulder is Maria Hillegiena Mulder. Zij is geboren op 23 januari 1879 in Oldendiever als dochter van boer Willem Mulder en Anna Catrina Seinen. Ze is geboren in de boerderij die nu als adres heeft Kastanjelaan 18. Maria Hillegiena Mulder was een tante van Arend Mulder. De vader van Arend Mulder was Jan Mulder en die was een broer van Maria Hillegiena Mulder.
Over het gebrandschilderde gedenkraam in het kerkgebouw aan de brink van Deever is een en ander te vinden op het internet.
In 1906 (dus niet in 1910) verhuisden Harm Pieter Hummelen en zijn gezin naar de Peperstraat, naar de boerderij op de plek die nu als adres heeft Peperstraat 13
.
Het boerencafé werd voortgezet door Jan Barelds. Burgemeester en Wethouders verleenden hem daartoe met ingang van 6 mei 1906 een vergunning voor de grote voorkamer aan de westkant, dat wil zeggen voor de kamer aan de kant van de Hoofdstraat.
De redactie heeft in het bericht in ut Deevers Archief aandacht besteed aan het boerencafé van Jan Barelds.
In 1927 werd de bouw van een nieuw café met concertzaal ter plekke van het afgebroken boerencafé aanbesteed. Het was, zoals Arend Mulder beschrijft. Harm Smit, de verbazingwekkend kapitaalkrachtige bosbaas van Berkenheuvel, kocht het oude boerencafé en financierde de bouw van het nieuwe café met concertzaal ten faveure van zijn dochter Siene en haar man, de in de Tweede Wereldoorlog zo beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma.
De bewindvoerder van de bezittingen van de beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma verpachtte café Brinkzicht na de Tweede Wereldoorlog, toen Klaas Marcus Balsma in de strafgevangenis Veenhuizen vast zat, aan Hendrik Figeland.
In 1958 ging de pacht van café Brinkzicht over op mevrouw Jantje (Jannie) Strampel.
Zij trouwde later met de van Kalteren afkomstige Lambertus (Bertus) Benthem.
De grote vraag is natuurlijk wanneer het café Brinkzicht van de beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma werd verkocht ?
Was dat nadat hij vrij kwam uit gevangenschap in de vijftiger jaren van de vorige eeuw ?
Of was mevrouw Jantje (Jannie) Strampel niet de pachtster, maar de koopster van café Brinkzicht geworden ?
Of werd café Brinkzicht pas verkocht na het overlijden van de beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma op 12 maart 1970 ?

Posted in Alle Deeversen, Café Balsma, Café Brinkzicht, Café Haarm Hummel, Café Jan Barelds, Publicatie | Leave a comment

Foto uut 1918 van hunnebedde D52 in de Stienakkers

De weledelgestrenge hooggeleerde en hoogdoorgeleerde professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffen schreef in 1925 in de atlas bij zijn lijvige opus magnum ‘De Hunebedden in Nederland’:
Het hunebed verkeert in geheel vervallen staat, zoodat zelfs enkele hoofdbijzonderheden nauwelijks herkenbaar zijn; het geheel is dan ook zonder meer niet reconstrueerbaar.
In gewoon begrijpelijk Nederlands schreef hij: het hunnebed bij Deever is een grote onherstelbare in elkaar gevallen hoop stenen.
Van Giffen telde in 1918 in totaal 22 stenen, maar moest bij meer dan de helft van de stenen vraagtekens over de aard en de plaats zetten.
Kortom aan hunnebed D52 an de Grönnegerweg bee’j Deever had hij nooit moeten willen knutselen.
Maar wat de grote hordes beterweters, natuurknutselaars, oerknutselaars, stenenknutselaars, stenenknuffelaars, histerielogen en spitterties wel al lang hadden moeten doen, is alle, maar dan ook echt alle begroeiing rond het hunnebed radicaal en voor altijd te verwijderen en te blijven verwijderen.
Als voorbeeld mag de foto van hunnebed D52 uit 1918 van professor dr. Albert Egges van Giffen dienen. Het hunnebed D52 lag in 1918 toch maar mooi ontzettend mooi en prachtig te wezen in de Stienakkers an de Grönnegerweg bee Deever. Mooier kö’j ut neet krieg’n. Aubut Egges haar ut mit sien fikk’n of muut’n blie’m.

Posted in Aarfgood, Albert Egges van Giffen, Grönnegerweg, Hunnebedde D52 | Leave a comment

Stön ur een pothokke bee Oarend van der Helm ?

Arend (Oarend) van der Helm (hij is geboren op 13 augustus 1880 in Oll’ndeever, hij is overleden op 22 februari 1949 in Möppel) en Lummigje (Lummegie) Hofman (zij is geboren op 23 augustus 1886 in Dwingel, zij is overleden op 12 mei 1950 in Möppel) trouwden op 20 maart 1909. Arend van der Helm was toen 28 jaar oud. Hij was een zoon van Jan van der Helm en Albertje Winters. Lummigje Hofman was wat jonger. Ze was 22 jaar toen ze trouwde. Zij was een dochter van Arend Hofman en Margje Kerssies. Zij gingen na hun huwelijk eerst wonen op een huurplaatsje an de Wittelerbrogge.
Later bewoonden zij vóór de Tweede Wereldoorlog un eig’n boerdereegie an de Wittelerweg in Oll’ndeever. Zie de afgebeelde zwart-wit foto van het huisje met bijbehorende rietgedekte schuur.
In 1994 stond alleen nog de schuur, toen bedekt met dakpannen, een beetje overeind. Zie de kleurenfoto.
De redactie van ut Deevers Archief weet niet precies wanneer het huisje is afgebroken. Het moet volgens zijn benadering in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw zijn geweest. Toen verhuisden de leden van de familie Oostra, de laatste bewoners van het huisje, naar een nieuwe woning an de Binnenesch in Deever.
De redactie heeft gelukkig op 26 augustus 2004 de bijgaande -vanuit geschiedkundig oogpunt toch wel een beetje belangrijke- vier laatste kleurenfoto’s van de toen al jaren ingevallen schuur tussen de mais gemaakt. De puinhoop is een paar jaar later in alle stilte opgeruimd.
De redactie heeft de vijfde kleurenfoto van de akker zonder de resten van de schuur gemaakt op woensdag 6 november 2019.
In een webstee op het internet zijn op een luchtfoto an de Oll’ndeeverse kaante van ut pièrdespul van Hein Peters nog behoorlijk goed de sporen van het keuterijtje en de schuur en het weggetje naar het keuterijtje in het land te zien.
De redactie vraag zich wel af: Stön ur een pothokke bee ut huus van Oarend van der Helm en Lummegie Hofman ? De redactie heeft het vermoeden van niet, maar deze vraag kan vast en zeker stellig worden beantwoord door de Hoge Heren Pothokkologische Deskundigen Van De Heemkunduge Vurening Uut Deever.
De zwart-wit foto en de kleurenfoto uit 1994 zijn voor publicatie in ut Deevers Archief ter beschikking gesteld door mevrouw Klazien van der Helm. De redactie is haar voor het beschikbaar stellen van deze twee foto’s bijzonder erkentelijk.

 

Posted in Alle Deeversen, Boerdereeje, Keutereegie, Oll'ndeever, Verdwenen object | Leave a comment

Eup’mlochtspul mit de titel Keuning van de Vlakte

In 1954 wödde in ut theater in de eup’m locht in de bos bee de Shakespearebrink (vrogger de Bolderbrink) in ut Grünedal ut eup’mlochtspul mit de titel ‘Keuning van de Vlakte’ van Sjakie uut Spier opuvoerd.
De redactie van ut Deevers Archief hef hiel lange eseugt noar de betiekenis van ‘King Lear’. Want wat was ut geval. Lear is gien Engelse veurnème, mor is un Duutse veurnème van un jonge, ut betiekent ‘van de Vlakte’, dus ‘King Lear’ betiekent ‘Keuning van de Vlakte’.
Mor hoe meuk’n ser in die tied reclame veur ut nog neet so bekende eup’mlochtspul ? De tonielvurening uut Deever swömde toe nog ee’m neet in ut geld en haar dus nog gien geld veur dure reclame. Ur was in die tied gelokkug nog gien internet.
Woar see wel wat reclame mit meuk’n, dat was mit kleine plakplèèties. In 1954 was dat un blauw platplèètie, kiek mor noar ut plèètie in dit bericht. Ie könn’n an de aachterkaante van ut plèètie likk’n, net as bee un postzegel, en dan ut plèètie an un lantièrnpoal of op un deure of op een roete plakk’n. Ut plakplèètie was ien van de eerste oprispings van de beruchte Deeverse Shakespearitis.
Let op: An de toeter van de kièrl op ut pièrd op ut plèètie hangt un vlaggie mit ut woap’m van de gemiente Deever.
Let op: Ut huus mit adres Heufdstroate 4 was de gratis gemientewoning veur de burgemeister. Ie könn’n doar anbell’n en dan gaaf Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altied ome Kees wödde enuumt) of sien frau Nell Veldmann (die in de Deeverse volksmond altied tante Nel wödde enuumt) uutleg an de deure.
In 1954 kwaa’m hoast alle speulers en hoast alle mitwaarkers gelokkug nog uut de gemiente Deever. Dat kö’j sien op de lieste in ut tweede plèètie in dit bericht. Disse lieste steet in ut standaardwaark ‘Openluchtspel Diever – Medewerkers 1946-1970′ van de Tonielvurening Deever. Dit standaardwaark kö’j vien’n in ut Drentsch Archief in Assen.
De redactie van ut Deevers Archief wet nog neet of Frans Amesz, E. Waldus en W. Schaasma ok uut Deever kwaa’m. Wie kan de redactie wat verder help’m ?
De redactie wet agin neet van alle meins’n op de lieste wie is overleed’n of wie nog leeft. Wie kan de redactie doar wat verder in help’m ?

1.  Albertus Andreae
Hij was de bovenmeester van de openbare lagere school Deever
Hij is geboren op 18 maart 1908. Hij is overleden op 27 maart 1988.
Hij werd in de Deeverse volksmond altijd Bart Eulie genoemd.

2.  Frans Amesz
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

3.  R. Siems
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

4.  Minne Pieter de Raaf
Hij is geboren op 19 maart 1924. Hij is overleden op 18 april 1992. Hij was dameskapper.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

5.  Pieter Zijlstra
Hoofd van de ULO-skoele in Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

6.  Pieter Boelens
Hij is geboren op ….  Hij is overleden op 6 april 2009 in Meppel.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

7.  J.G. Bakker
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

8.  Otte Franke van Elselo
Hij is geboren op 3 april 1908 in Hindeloopen. Hij is overleden op 11 september 1987 in Bergum.
Hij was commies ter secretarie van de gemiente Deever.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

9.  A.H. van den Bosch
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

10.  Marry Bijker
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

11.  Sietske Hatzmann
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

12.  E. Waldus
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

13.  Jan Oostenbrink
Hij is geboren op 5 februari 1913 an de Deeverbrogge. Hij is overleden op 11 september 1979 in Deever. Hij was timmerman.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

14.  Hendrik Broer
Hij was hoofd van de Witteler skoele.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

15.  R. Bijker
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

16.  Jan Jurjen de Boer
Hij is geboren op 30 oktober 1907. Hij is overleden op 24 oktober 1992. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Hij was kapper en gemeentearbeider.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

17.  Albert Davids

18.  Wouterus Albertus Meiboom
geboren op …., overleden op 30 oktober 2015 in Dedemsvaart
Hij werd huisarts in Dedemsvaart.
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

19.  Annaeus Theodorus Andreae
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

20.  A.G. Pril
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

21.  A.D.M. van der Eijk-Gouda
vrouw van de veearts, geboren op ….,  overleden op ….

22.  Engeltje (Engelt) Anje Broer-van Delden
Zij is geboren op 12 mei 1923. Zij is overleden op 10 april 2014.
Zij was getrouwd met Luite (Lu) Wolter Broer.
Ze was schooljuffrouw.
Zij woonde an de Kloosterstroate in Deever.
Het echtpaar is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zie de grafsteen.

23.  Jantien (Jantina) Figeland
Zij geboren op 13 september 1928 in Meppel. Zij is overleden op 20 december 2016 in Lochem.

24.  Catharina Kannegieter
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

25.  Willie Zoer
Zij is geboren op 2 februari 1940. Zij is overleden op 23 maart 1974. Zij was getrouwd met Ties Kuik.

26.  Jansje Zoer
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

27.  Hennie Nijzingh
Zij was getrouwd met Martinus Hummel.

28.  Alie Smit
Zij was getrouwd met meester Roel Hendriks.
Zij woonde in het enige huis aan de betonweg.

29.  Elsebé Meiboom

30.  Bertha Kamp

31.  Nicolaas Houwer

32.  Wolter Folkerts

33.  Hendrikus Noorman

34.  Hendrik Jan Warries

35.  Hilbert Houwer

36.  Albert Wanningen
Hij geboren op 7 maart 1937. Hij is overleden op 1 december 1964.
Hij woonde aan de Wapserveenseweg in Wittelte. Hij was boer.

37.  Frederik (Freek) Klok

38.  Johannes van Nijen

39.  Chr. J. Klok

40.  L. Houwer

41.  W. Grit.

Posted in Alle Deeversen, Deevers, Eup’mlogtspel, Shakespearitis | Leave a comment

Ie kunt ok buut’n op ut turras van ut Ruterhuus sitt’n

De redactie van ut Deevers Archief toont graag zijn aanwinsten in de verzameling aan de trouwe bezoekers van ut Deevers Archief. De redactie was al heel lang zoek naar een exemplaar van de hier afgebeelde zeldzaam geworden ansichtkaart (een zo genoemd vijfluik), dat is uiteindelijk gelukt.
De eigenaar, zijnde de familie Dijkstra, van ut Ruterhuus (ut Aar’mhuus) an de Grönnegerweg bee Deever heeft deze kaart in maart 1969 uitgegeven, Dat is alweer bijna een halve eeuw geleden. De familie Dijkstra had voordat ze aan ut Ruterhuus begonnen een pièrdespul in Oll’ndeever.
Op de achterkant van de ansichtkaart staat vermeld: Hotel Restaurant Manege ’t Ruterhuus, Diever (Dr.), telefoon 05219-1680. Gelegenheid voor buiten zitten en paardenboxen beschikbaar.
Op de hier afgebeelde ansichtkaart is geen gelegenheid voor buiten zitten te zien, echter deze gelegenheid is wel te zien op een andere in het Deevers Archief afgebeelde kleuren-ansichtkaart (even naar beneden scrollen). Op de hier afgebeelde ansichtkaart is wel een afbeelding van enige paardenboxen te zien.
De familie Dijkstra maakte voor ut Ruterhuus veel reclame in de landelijke en regionale kranten, zie als voorbeeld de hier afgebeelde advertentie uit de Leeuwarder Courant van 26 februari 1969.

Abracadabra-1259Abracadabra-1260

 

Posted in Aar'mhuus, Ansigtkoate, Grönnegerweg, Neringdoende, Toeristenindustrie | Leave a comment

De Venus van Leggel wödde evunn’n in Deever

In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant verscheen op 4 juni 1847 het navolgende bericht over de vondst van een vrouwenbeeldje uit de Romeinse tijd.

Te Leggeloo, in Drenthe, werd onlangs door een arbeider van den landman Tissing te Diever, bij gelegenheid van het graven naar veldsteenen, in het veen, ter diepte van ruim 11/2 Nederlandsche el, een romp van een Romeinsch vrouwenbeeldje opgegraven, zijnde van kalksteen en op de helft van levensgrootte bewerkt. Het stelt eene liggende Venus of nimf voor, naakt tot op het midden, waar de vouwen van het nedergedaalde sluijergewaad gezien worden, terwijl de haren achterwaarts over de schouders vallen, tot omstreeks op de helft van de rug, en één der lokken ook den linker boezem bedekt. Zij schijnt zich oorspronkelijk op den regter arm gestut te hebben; de houding is bevallig en de bewerking vrij goed. Dit, vooral wegens de localiteit, waar het ontdekt is, belangrijke overblijfsel, lag te Diever tusschen een hoop opgegraven veldsteenen, bij de schuur van voormelden Tissing, om eerlang met de steenen verkocht en stuk geslagen te worden, waar het echter nog tijdig genoeg door den heer Janssen, conservator bij ’s Rijks museum voor oudheden te Leijden, ontdekt en voor de Leijdsche verzameling verworven werd.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden bevindt zich daadwerkelijk de Romeinse Venus van Leggel. Uit de informatie in de webstee van dit museum is de exacte vindplaats in het veen niet direct af te leiden. Ook is niet bekend waar de genoemde Tissing in de gemiente Deever woonde.
Veldstenen werden in die tijd in de streek gewoon opgegraven en verkocht om bijvoorbeeld toegepast te worden als bekleding en bescherming van de Friese zeedijken. Maar waarom veldstenen opgraven uit het veen ? Het kan best zo zijn geweest dat boeren, die hun land geschikt maakten voor landbouw, de veldstenen die ze tegen kwamen en in de weg lagen in een nabij hun akkers liggend veentje dumpten.
Bijgaande foto is afkomstig van de webstee van het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden.

 

Posted in Deever, Oudheid | Leave a comment

Fotobookie ‘Diever in oude ansichten’ van Bart Eulie

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) verscheen op woensdag 14 oktober 1981 het volgende berichtje over het verschijnen van het fotoboekje ‘Diever in oude ansichten’.

Boekje van A. Andreae aangeboden
Diever in oude ansichten
Diever. In het gemeentehuis in Diever werd dinsdagmiddag het boekje ‘Diever in oude ansichten’ door de samensteller A. Andreae officieel aangeboden aan burgemeester H.G. Overweg.
Bij de overhandiging merkte burgemeester Overweg op dat er nog steeds ruimte is voor een gedegener studie over de rijke historie van het aloude Diever. Oud-schoolhoofd Andreae antwoordde hierop: ‘Ik hoop dat u me niet kwalijk neemt dat ik niets beloof’.
Het boekje (uitgave Europese Bibliotheek Zaltbommel) ligt al een maand in de winkel, dus de plechtigheid was rijkelijk laat, maar zoals Andreae opmerkte: ‘Beter laat dan nooit’. Hij vertelde dat zijn eerstvolgende activiteiten op het terrein van de historie indien mogelijk een uitgave met oude Drentse volksverhalen zou zijn. ‘Welke uitgever gaat dat echter accepteren’, vroeg hij zich af.
Burgemeester Overweg zegde toe dat het boekje een goed plaatsje in de ‘Drenthe-bibliotheek’ van de gemeente zou krijgen. De bibliotheek waar meer dan duizend werken die iets met Drenthe te maken hebben in verzameld zijn.

Het onderschrift bij de afbeelding luidt als volgt:
Burgemeester Overweg (rechts) neemt het boekje in ontvangst en feliciteerde samensteller A. Andreae met het fraaie produkt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Tegenwoordig is van elke al dan niet gepensioneerde al dan niet nog levende al dan niet belangrijke burgemeester wel een bladzijde met enige gegevens in de online encyclopedie Wikipedia te vinden. Zo ook van burgemeester Hermen Gerrit Overweg.
De samensteller van het fotoboekje A. Andreae is Albertus Andreae (die al van jongs af aan in de Deeverse volksmond Bart Eulie werd genoemd, omdat zijn vader pietereulieboer was). Albertus Andreae was op dinsdag 13 oktober 1981 al gepensioneerd hoofdmeester van de openbare lagere school an de Tusschendarp in Deever.
Albertus Andreae is geboren op 18 maart 1908 an ’t Meul’nende in Deever en is overleden op 27 maart 1988 in Deever.
De openbare lagere school an de Tusschendarp in Deever heeft vanaf de pensionering van hoofdmeester Albertus Andreae tot aan de afbraak van deze school de naam ‘meester Andreaschool’ gehad.
Het fotoboekje ‘Diever in oude ansichten’
 is niet meer als nieuw exemplaar te bestellen.
De maker van de hier afgebeelde zwart-wit foto is de bekende Deeverse dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels. 

Posted in Alle Deeversen, Haarm Hessels, Publicatie | Leave a comment

Woar was ok a wièr ut Bultie

De heer Jaap Koning stuurde op 1 februari 2014 de volgende in ut Deevers gestelde vraag in:
Woar was ok a wièr ut Bultie ? Bin ’t eem hielemoale kwiet !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De heer Jaap Koning is een zoon van Lambertus Koning (Battus Keuning) (geboren op 15 maart 1918, overleden op 7 december 1987) en Deeltje van der Helm (geboren op 6 maart 1921, overleden op 1 maart 2016).
Wijlen sier- en hoefsmid, schrijver, geitenfokker, doe-het-echt-zelver en dorpscriticaster Klaas Kleine noemde Lambertus Koning (Battus Keuning) de lochtkièrl (doe ’t locht ies an, ’t wödt a donker), omdat Lambertus Koning (Battus Keuning) ook opnemer van de electriciteitmeters was. De familie Koning woonde an de Veentiesweg in Deever. De heer Jaap Koning heeft ook een eigen webstee, te weten www.jaapkoning.nl.
Wie van de bezoekers van ut Deevers Archief kan de prangende vraag van de heer Jaap Koning, geboren en getogen Deeverse, voorzien van het juiste antwoord ?
Woar was ok a weer ’t Bultie ? Woar was ok a weer ’t olde Bultie ?
Misschien zou Rikus Kloeze, de veldnamenexpert en voorvechter van de lokale politieke partij Dorpsbelangen, daar uitsluitsel over kunnen geven ? Want in november 2012 (zie ook het bericht van 9 novemer 2012 in de webstee van de Olde Möppeler) smeedde hij vrolijk lachend en eigenhandig het Swatte Pattie om tot Bultie, het nieuwe Bultie. Deever had eindelijk zijn nieuwe Bultie. Rikus had een jarenlange zware strijd tegen de ambtelijke windmolens, tegen De Lagere Dames En Heertjes Van De Voorkant Van Het Grote Straatnamen Gelijk Van De Gemeente Westenveld, eindelijk beloond zien worden.
Maar daarmee is nog niet de cultuurhistorische vraag beantwoord over de ligging van ’t Bultie. Daarvoor moeten we zoeken op de kaart met de Deeverse veldnamen en dan blijkt er een akker met de naam Scholten’s Bultie te zijn geweest, tussen wat nu de Vlasstraat is en wat nu de Veentjesweg is, dus eigenlijk zou de Kloosterstraat –het is nooit bewezen dat in Deever een klooster heeft gestaan- tussen de Vlasstraat en de Veentjesweg de naam Scholten’s Bultie moeten hebben. Dus het Swatte Pattie, nu bij vergissing Bultie genoemd, het zij Rikus Kloeze, Nico Pook en Zwanie Zantinge vergeven, was de verbinding tussen de Hoofdstraat en ut saandpad over ut Scholten’s Bultie hen Oldendeever. Het laat zich raden dat dit voor de Afgescheidenen uit Oll’ndeever en Wittelte in de tijd van de onverharde wegen op zondag hun kaarkepad naar hun Offescheid’n kaarke aan hun Kruisstraat moet zijn geweest.

Posted in Bultie, Deever, Kloosterstroate, Kruusstroate, Veentiesweg, Veldnème | Leave a comment

Ut fototoestel van Hansie Kuper uut Noordwolde

De op Zorgvliet wonende heer Hans Salverda heeft van het fototoestel van de in Deever geboren en in Noordwolde woonachtige alleskunner, caféhouder, winkelier, huisschilder, decoratieschilder, kunstschilder en fotograaf Hans Kuiper (1855-1937) bijgaand afgebeelde serie kleurenfoto’s gemaakt.
Fotograaf Hans Kuiper heeft met dit toestel ook veel foto’s in de gemiente Deever gemaakt. Bijvoorbeeld een foto uit 1904 van zondagschoolkinderen in de kerkhof van de kerk aan de brink van Deever.
Het fototoestel was in het bezit van Andries Meijer. Hij is geboren op 25 juli 1930 in Noordwolde. Hij is overleden op 25 maart 2020 in Noordwolde. De nabestaanden van Andries Meijer hebben het fototoestel met bewaard gebleven toebehoren geschonken aan het Dorpsarchief Noordwolde. Maar wat gaat het Dorpsarchief Noordwolde met het toestel doen ?
Zie ook het bericht in de digitale krant Stellingwerf.

Afbeelding 1
Het fototoestel was in ingeklapte stand gemakkelijk vervoerbaar, bijvoorbeeld achter op de fiets.

Afbeelding 2
De camera was van het merk Emil Wünsche uit Dresden.


Afbeelding 3

Afbeelding 4

Afbeelding 5


Afbeelding 6
Doos met bijbehorende lenzen.

Posted in Hans Kuiper | Leave a comment

De commesoarus leut hum deur Deever ried’n

In 1924 is in de provincie Drente een film gemaakt. Een filmploeg trok dat jaar de hele provincie door om het leven in de provincie in beeld te brengen. De film betreft de oudste film uit de verzameling van het Drents Archief in Assen.

De redactie van ut Deevers Archief toont in dit bericht drie video-frames, die hij heeft overgenomen uit de gerestaureerde hiervoor genoemde film uit 1924. De naam van deze gerestaureerde film is ‘De Nederlandse provincie Drente in kleur in 1924 – deel 2’, in het Engels  ‘The Dutch province of Drente in color in 1924, part 2)’. Deze film is vrij te gebruiken onder de voorwaarden van Creative Commons. Het bedrijf RicksFilmRestoration.heeft de oorspronkelijke zwart-wit film met behulp van kunstmatige intelligentie verbeterd en heeft deze film kunstmatig ingekleurd. Voorwaar een respectabele prestatie.

Afbeelding 1 – Video-frame 1
De automobiel met het bijzondere kenteken D1 komt aanrijden vanaf ut Kleine Brinkie in Deever. De automobiel rijdt in de Heufdstroate van Deever. Dit was de automobiel van het merk Daimler Benz van mr. Jan Tijmen Linthorst Homan, de commissaris van de koningin in de provincie Drente.
In de boerderij aan de rechterkant woonden Roelof Hendrik Wesseling en Annigje Smidt. Aan de linkerkant staat bij het hek van de boerderij van Kornelis Kerssies een paard met een tweewielige bakkerskar. Let vooral op de zijkant van de bestrating van de Heufdstroate, die bestond uit veldkeitjes.


Afbeelding 2 – Video-frame 2
De automobiel met het bijzondere kenteken D1 rijdt in de Heufdstroate van Deever in de richting van Wapse..
Aan de linkerkant staat bij het hek van de boerderij van Kornelis Kerssies een paard met een tweewielige bakkerskar. De in het zwart geklede bakker of bakkersknecht loopt naast de boerderij van Kornelis Kerssies.


Afbeelding 3 – Video-frame 3
De automobiel met het bijzondere kenteken D1 is bijna voorbij de positie van de filmer gereden.
Aan de linkerkant staat bij het hek van de boerderij van Kornelis Kerssies een paard met een tweewielige bakkerskar. De bakker of de bakkersknecht staat nu bij de bakkerskar. De bakker of bakkersknecht wil net de klep van de bakkerskar openen. Was het de bakkerskar van de Coöperatie Samenwerking U.A. Diever (bakkerij en kruidenierswinkel en brandstoffenhandel) an de Heufdstroate, die in de Deeverse volksmond altijd de koeperasie werd genoemd ?

Posted in Heufdstroate, Olde auto | Leave a comment

De kiep’m leup’m lös op de brink bee de braandkoele

De redactie van ut Deevers Archief heeft een video-frame overgenomen uit de gerestaureerde film ‘The Dutch province of Drente in color in 1924, part 2)’ oftewel ‘De Nederlandse provincie Drente in kleur in 1924 – deel 2’. Deze film is vrij te gebruiken onder de voorwaarden van Creative Commons.
De oorspronkelijke zwart-wit film is met behulp van kunstmatige intelligentie verbeterd en kunstmatig ingekleurd door het bedrijf RicksFilmRestoration.
Op het hier afgebeelde kunstmatige ingekleurde video-frame is de brink van Deever in 1924 te zien. Zie afbeelding 1.
Achter de vele bomen op de brink is het schultehuis van vóór de grote ganadeloze vernieling in de dertiger jaren van de vorige eeuw te zien. Het schultehuis zat aan de achterkant vast aan de schulteboerderij. Het schultehuis grensde aan één kant direct zonder tussenruimte aan de daarnaast staande bebouwing.
In de brink is een braandkoele gegraven. Was dat nog maar zo. In het dorp Deever was op meer plekken een braandkoele gegraven. Om de braandkoele op de brink staan witte glint’n, opdat kleine kinderen niet zo maar in het water in de braandkoele konden geraken. Aan de rechterkant van het video-frame zijn bij een boom twee kippen te zien. Aan de linkerkant van het video-frame is een richtingaanwijzer te zien. De twee rode beuken aan de brinkkant van de voortuin van de boerderij aan de linkerkant van het hier afgebeelde video-frame zijn in 1924 nog maar een paar jaren oud. Deze twee rode beuken zijn gedoemd omstreeks hun 100-ste verjaardag genadeloos te worden vergiftigd. Zie het bericht Wie vumoodde twee.beuk’n an de brink van Deever ?.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto (afbeelding 2) gemaakt op vrijdag 30 november 2018.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Brink, Skultehuus | Leave a comment

Deur de haand van de vijaand vusmölt’n tot geweld

In de Nieuwe Drentse Volksalmanak: jaarboek voor geschiedenis en archeologie, uitgave 2008, was opgenomen het artikel Drentse kerkklokken in Duitse smeltkroezen van H.M. Luning. In het artikel is op bladzijde 64 van de volksalmanak de volgende tekst (afbeelding 1) over de kerkklokken in de gemiente Deever tijdens de Tweede Wereldoorlog te lezen. 

Diever.
In de hervormde dorpskerk hingen voor de oorlog twee klokken, de mannenklok van 428 kg en de vrouwenklok van 290 kg. Beiden waren in 1764 na een blikseminslag hergoten door Johannes Borchhard, een klokkengieter uit Noord-Duitsland, die zich in Groningen had gevestigd. Beide klokken werden op 16 februari 1943 uit de toren gehaald. Een klok uit Nijhuizum (Fr.) werd alarmklok voor Diever.
De mannenklok van Diever kwam uit Hamburg via Groningen terug en werd op 15 augustus 1946 weer opgehangen in de toren. De vrouwenklok bleef vermist. Dit was min of meer voorgeprogrammeerd, omdat deze klok op de eerste smeltlijst stond en de mannenklok op de vijfde lijst. Het was één van de moeilijke keuzes die Westra van Holthe heeft moeten maken.
Pas in 1956 werd de verdwenen klok van Diever vervangen. In de toelichting die Eijsbouts bij de offerte va 3december 1955 geeft, lezen we: “De stemming van de aanwezige klok stemt overeen met de diameter, dat wil zeggen een lage B of een hoge Ais, echter dichter bij de Ais komende. De hierbij in diameter bijkomende nieuwe klok zal een lage Cis of een hoge C moeten worden, derhalve min of meer tussen de C en de Cis gelegen. Het gewicht hiervan zal ongeveer 260 moeten zijn. Nu de gelegenheid daartoe aanwezig is, zouden wij U willen voorstellen de nieuwe klok te stemmen in aanwezigheid van de oude klok, die dan tevens een goede en wenselijke schoonmaakbeurt krijgt door zandstralen. Tegelijk kan dan de nieuwe luidas en klepel precies passend worden gemaakt en daarmede dan tevens het luidtempo goed passend met de nieuwe klok geregeld worden.” En zo gebeurde het dat de grote klok werd vervoerd naar de fabriek in Asten. De nieuwe klok kreeg een C/Cis toon. Het opschrift luidt: In 1943 door ’s vijands hand versmolten tot geweld, werd ik in 1956 opnieuw gevormd. Nu roep ik de levenden wanneer zij God zoeken en begeleid de doden, opdat zij hem vinden. Gegoten door de Nederlandse Klokkengieterij B. Eijsbouts te Asten voor de Gemeente Diever.” ’s Morgens op bevrijdingsdag 1957 werden de klokken in de juist gerestaureerde toren voor het geluid.
De 40 kg zware van de vroegere katholieke kapel te Zorgvlied, gegoten in 1897 door Petit en Fritsen, was in de later aldaar gebouwde hervormde kerk gehangen en is bewaard gebleven, omdat ze ter plaatse voor alarmdoeleinden gebruikt zou worden. Burgemeester Meiboom had namelijk geprotesteerd, omdat de klok van Diever niet te horen was in het verre Zorgvlied. In de nieuwe katholieke te Zorgvlied werd in 1924 een grotere klok gehangen, die op de lijst voor vordering ontbreekt.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De toren en de klokken in de toren aan de brink van Deever waren van de burgerlijke gemiente Diever en niet van de hervormde gemiente Deever. De grote vraag is dus wat J. Westra van Holthe te Assen, secretaris van het College van Toezicht op de Hervormde Gemeenten in Drente van doen had met het vorderen van de klokken in de toren aan de brink door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.

Afbeelding 1

Posted in Toor'n an de brink | Leave a comment

Ut kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever

In de Drentsche Courant, No. 55 van Dinsdag, den 12 Julij 1842 verscheen in het Verslag van den Gouverneur en Gedeputeerde Staten aan de Staten van Drenthe het volgende bericht over de ingebruikname van de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.

Bedraafplaatsen. 
In geene der gemeenten dezer provincie vielen afwijkingen plaats van de bestaande verordeningen op den aanleg van burgerlijke begraafplaatsen. In de gemeente Diever, alwaar tot hiertoe de oude begraafplaats, schoon binnen de bebouwde kom der gemeente gelegen, was behouden gebleven, omdat de bevolking dier gemeente nog geen 1000 zielen beliep, is thans, nadat die bevolking tot boven dat getal geklommen was, op de daartoe door ons gedane aanschrijving, mede eene begraafplaats buiten de kom der gemeente aangelegd.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie moet nog uitzoeken wat de inhoud is van de ‘verordeningen op den aanleg van burgerlijke begraafplaatsen’. Duidelijk is wel dat deze verordeningen vóór 1842 van kracht zijn geworden.
Met de aanleg en de ingebruikname van de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever, op korte afstand van het hunnebed, was een einde gekomen aan het begraven van de doden in de kaarkhof bee de kaarke an de brink van Deever.
Het begraven van de doden begon in de loop van 1842 in wat nu ‘perk A’ wordt genoemd. De eerst begravene moet een persoon uit de bijgevoegde lijst van overleden personen in het jaar 1842 in de gemiente Deever zijn geweest. Zie afbeelding 2.
Wellicht was het Roelof Jacobs Vos of Gerrit Willems Schoenmaker of Albert Jans Kiers of Jochem Jacobs Grit. Achternamen die een eeuw later nog steeds onder de inwoners van de gemiente Deever voorkwamen.
De redactie heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto van perk A op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever gemaakt op zaterdag 16 juni 2018.
De redactie heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto van het toegangshek van de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever gemaakt op vrijdag 19 april 2024.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Posted in Kaarkhof an de Grönnegerweg | Leave a comment

Willem Mulder vukog sien welbeklaante meule

In de Drentsche Courant, N° 105, van Dingsdag den 31 December 1850 verscheen het volgende korte bericht over de verkoop van een welbeklante windkorenmolen.

Op vrijdag den 3 Januarij 1851, des voormiddags te elf uren, ten huize van den kastelein Kok te Diever, verkoop bij inzate van den welbeklanten windkorenmolen te Diever, nog onlangs voorzien van nieuwe as en roeden, toebehoorende aan W. Mulder, landeigenaar te Diever, ten overstaan van den Notaris
Mr. H.H.A. Sluis.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Mr. H.H.A. Sluis was mr. Herman Hendrik Adriaan Sluis, notaris te Vledder.
Voorlopig heeft de redactie een aantal vragen bij dit bericht. 
Wie was kastelein Kok ?
Waar stond de herberg van kastelein Kok ?
Waar stond de welbeklanten windkorenmolen ?
Was het de molen in Oll’ndeever ?

Was het de molen aan het Katteneinde ?
Was het de molen bij het marktterrein ?
Wie was Willem Mulder ?
Waar stond de boerderij van Willem Mulder ?
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan antwoord op deze vragen ?

Posted in Meule | Leave a comment

Arbeider vön un hiele urne bee ut hunnebedde

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 7 april 1905 het volgende korte  bericht over de vondst van een volkomen ongeschonden urn in de buurt van het hunebed.

Diever, 6 april. In de nabijheid van het hunnebed bij ons dorp vond een arbeider op ongeveer 1 meter diepte een urn, die volkomen ongeschonden is gebleven.
De hoogte is 18 cm, de halswijdte bedraagt 49 cm, de buikwijdte 66 cm. De inhoud bestaat uit asch en gedeeltelijk verbrande beenderen. Op ongeveer anderhalven meter afstand vond men op dezelfde diepte overblijfsels van een vuur.
Het is te hopen, dat de urn voor het Drentsch museum worde aangekocht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De vraag is wat die arbeider bewoog om in de Stienakkers een gat met een oppervlakte van een paar vierkante meters en zeker 1 meter diepte te graven. Was hij een amateur-archeoloog of deed hij werkzaamheden in opdracht van een archeoloog ? Zeker is wel dat de kleine Albert Egges van Giffen in die tijd in Deever woonde, zijn vader was dominee van de hervormde kerkgemeente van Deever en woonde in de pastorie aan de Brink. Stond hij bij het gat naar de opgraving te kijken ? Is de urn inderdaad in het Drents Museum in Assen terecht gekomen ?
Op de ansichtkaart is het hunnebed te zien, dat door professor doctor Albert Egges van Giffen in de vijftiger jaren van de vorige eeuw met veel ‘deskundige fantasie’ is ‘gerestaureerd’.

Posted in Albert Egges van Giffen, Ansigtkoate, Hunnebedde D52, Oudheidkunde | Leave a comment

Woar is de greinsstien bee ut Schultehuus eblee’m ?

De redactie van ut Deevers Archief hef de kleur’nfoto, woarop ai könt seen un greinsstien van de gemiente Deever bee’j ut Schultehuus an de brink van Deever, emeuk’n op 13 november 1998.
De redactie hef de kleur’nfoto woarop ai de hiele veurgevel van ut Schultehuus könt seen, toevallug ok emeuk’n op 13 november, moar dan in ut joar 2014. Op disse foto is de greinsstien van de gemiente Deever jammer genog neet mièr te seen.
Sul ut wat te maek’n hem’m mit de edwöng’n fusie van de freeje gemiente Diever mit de noabergemient’n Dwingel, Vledder en Oavelte op 1 janneworie 1998 ? Op die dag möss’n gemientearbeiders mit geswinde hoast alle greinsstien’n van de gemiente Deever bee’j de greinse mit de noabergemienten weghael’n en aachter ut gemientehuus van de gemiente Deever vursèmel’n um lèter hen un puunbreker offevoert te wödd’n. Is disse greinsstien toe veilig estelt deur un echte Deeverse en lèter toe de kust veilig was bee’j ut Schultehuus neer ezet ?
De grote vroag’n bint now:
– Wie drukte de greinsstien aachterover en woar is disse greinsstien eblee’m ?
– Wie ut wet, die mag ut de redactie mel’n !

Posted in Skultehuus, Woap'm van Deever | Leave a comment

Ut begun van de toerist’nindustrie noa de oorlog

De Vereniging Voor Verschrikkelijk Veel Vreemdelingen Verkeer (V.V.V.)² in Diever publiceerde in 1955 in het programmaboekje van het openluchtspel in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever een lijst van hotels, pensions met gemeubileerde kamers, kampeerboerderijen, enzovoort, ten behoeve van met name bezoekers van het openluchtspel in het openluchttheater. Zie de bijgaande lijst. Deze wellicht niet begrensde lijst geeft een mooi beeld van de opkomende, nog kleinschalige, nog vakantiehuisjesvrije, nog vakantieparkenvrije toeristenindustrie ten tijde van de naoorlogse armoede in de gemiente Deever. In het naoorlogse Deever hadden nog niet veel hotels, pensions, verhuurders van gemeubileerde, enzovoort, een telefoon.
Het secretariaat van de Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer was in 1955 gevestigd aan de Brinkstraat 7 in Deever, dat adres is op 1 oktober 1976 gewijzigd in Brinkstraat 15.


01.  C…. Boers
Adres in 1955: Zorgvlied 3a
Adres vanaf 1 oktober 1976: Dorpsstraat 15 en 15 b op Zorgvliet.
Pensionhouder en verhuurder van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
In ut Deevers Archief is een afbeelding van een ansichtkaart van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over C… Boers ?

02.  Jan Boers Hzn.
Adres in 1955: Kalteren 17a op Kalter’n bee Deever.
Adres vanaf  1 oktober 1976: Kalteren 23 op Kalter’n bee Deever.
Boer, pensionhouder en verhuurder van gemeubileerde kamers en verhuurder van een boerenschuur voor kampeerders.
In ut Deevers Archief is geen recente afbeelding van de boerderij opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Jan Boers Hzn. ?

03.  Piet Bos
Adres in 1955: Wateren 11, post Zorgvlied
Adres vanaf 1 oktober 1976: Keukenlaan 6 op Woater’n.
Pensionhouder en verhuurder van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is geen oude afbeelding van het pand opgenomen.
In ut Deevers Archief is geen recente afbeelding van de boerderij opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Piet Bos ?

04.  Gijsbert (Gijs) van den Broek
Adres in 1955: Oldendiever 2a
Adres vanaf 1 oktober 1976: Kastanjelaan 7 in Oll’ndeever.
Pensionhouder en verhuurder van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is een afbeelding van een ansichtkaart van het pand opgenomen.
In ut Deevers Archief is geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Gijsbert van den Broek is geboren op 12 november 1920. Hij is overleden op 21 augustus 1962. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij was getrouwd met Margaretha (Griet) Sidonia de Leeuw
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Gijsbert (Gijs) van den Broek ?

05.  R…. Brouwer
Adres in 1955: Kloosterstraat 13 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Kloosterstraat 24 in Deever.
R… Brouwer was badmeester in zwembad Dieverzand an de Bosweg bee Deever.
Pensionhouder en verhuurder van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over R…. Brouwer ?

06.  Klaas Doorten
Adres in 1955: Kruisstraat 3 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Kruisstraat 5 in Deever.
Pensionhouder, caféhouder en hotelhouder met garage.
Hij is geboren op 7 september 1912. Hij is overleden op 23 augustus 1983. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij was getrouwd met Alberdina Slagter.
In ut Deevers Archief zijn oude afbeeldingen van het pand opgenomen.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Klaas Doorten ?

07.  Hendrik Figeland
Adres in 1955: Hotel Brinkzicht, Brink 13 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Hoofdstraat 43 an de brink in Deever.
Pensionhouder en hotelhouder met garage.
In ut Deevers Archief zijn oude afbeeldingen van het pand opgenomen.
In ut Deevers Archief zijn recente afbeeldingen van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Hendrik Figeland ?

08.  Hendrik Grit
Adres in 1955: Oldendiever 42 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Kastanjelaan 14 in Oll’ndeever.
Hij is geboren op 6 december 1908. Hij is overleden op 7 oktober 1971. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij was getrouwd met Lammigje de Vries.
Hij verhuurde de zitkamer en een slaapkamer voor twee personen.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Hendrik Grit ?

09.  J…. van Hensbergen
Adres in 1955: Zorgvlied 16.
Adres vanaf 1 oktober 1976: De Ruijter de Wildtlaan 4 op Zorgvliet.
Pensionhouder en verhuurder van gemeubileerde kamers en verhuurder van een boerenschuur voor kampeerders.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over J…. van Hensbergen ?

10.  J…. Hessels J Tzn.
Adres in 1955: Hoofdstraat 26 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Hoofdstraat 55 in Deever.
Hij had een boerderij en verhuurde een schuur voor groepen tot 25 personen.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over J…. Hessels J.Tzn. ?

11.  J…. Heuvelman
Adres in 1955: Veentjesweg 7 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Veentjesweg 13 in Deever.
Pensionhouder, twee slaapkamers met elk een tweepersoons bed.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over J…. Heuvelman ?

12.  Wed. A…. Jonkers
Adres in 1955: Dieverbrug 14.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Dieverbrug 27 an de Deeverbrogge.
Pensionhouder en verhuurder van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over de wed. A…. Jonkers ?

13.  J…. Kiers
Adres in 1955: Kalteren 1, Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Kalteren 1, Deever.
Hij had een boerderij, pensionhouder en verhuurder van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over J…. Kiers ?

14.  Cornelis Klok
Adres in 1955:  Oldendiever 41
Adres vanaf 1 oktober 1976: Kastanjelaan 16 in Deever.
Cornelis Klok is geboren op 13 juni 1912. Hij is overleden op 8 augustus 1975. Hij was getrouwd met Margje Westerhof.
Hij had een boerderij en verhuurde een schuur, voor twee groepen; jongens en meisjes apart; met kookgelegenheid.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Cornelis Klok ?

15.  Harmanna Cornelia Koster-Coster
Adres in 1955: Brink 9 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Brinkstraat 2 in Deever.
Pensionhouder en verhuurder van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is een oude foto van het huis met de naam Iemenhof aanwezig.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Harmanna Cornelis Koster-Coster ?

16.  Jan Krans
Adres in 1955: Zorgvlied 31.
Ardes vanaf 1 oktober 1976: Dorpsstraat 38 op Zorgvliet.
De familie Jan Krans was bewoner van de villa Villa Nova.
Pensionhouder en verhuurder van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief zijn verschillende afbeeldingen van de villa Villa Nova opgenomen (klik op onderwerp: Villa Nova).
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Jan Krans ?

17.  H…. Kruid
Adres in 1955: Moleneinde 23a, Diever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Moleneinde 12 in Deever.
Pension, verhuur van gemeubileerde kamers en verhuur van een schuur voor kampeerders.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over H…. Kruid ?
Verhuisde de familie H. Kruid in de zestiger jaren van de vorige eeuw naar Meppel ?

18.  Jan Moes Hzn. 
Adres in 1955: Moleneinde 11 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Moleneinde 29 in Deever.
Jan Moes was melkcontroleur op de melkfabriek aan het Moleneinde.
Pension, verhuur van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Jan Moes Hzn ?

19.  Jan Monsieur
Adres in 1955: Binnenes 11 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Binnenes 13 in Deever.
Pension, verhuur van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Jan Monsieur ?

20.  Johannes Nijboer
Adres in 1955: Oldendiever 41 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Kastanjelaan 10 in Oll’ndeever, naast de ijsbaan.
Pension, verhuur van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Johannes Nijboer ?
Johannes Nijboer was botermaker op de melkfabriek aan het Moleneinde in Deever.

21.  Harm Pol
Adres in 1955: Wateren 40, Zorgvlied
Adres vanaf 1 oktober 1976: Wateren 20 op Woater’n.
Boerderij, verhuur van een schuur voor kampeerders.
Harm Pol is geboren op 21 augustus 1896. Hij is overleden op 9 september 1964. Hij trouwde met Klaasje Schreuder. Hij is begraven op de neeje kaarkhof aagter Obadja an de aandere kaante van de weg.
In ut Deevers Archief is een afbeelding van kampeerboerderij Pol opgenomen.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Harm Pol ?

22.  Jan Pot Gzn.
Adres in 1955: Wittelte 18, post Dieverbrug.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Wittelterweg 33 in Wittelte.
Boer, verhuurder van gemeubileerde kamers, verhuurder van schuur voor kampeerders.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Jan Pot Gzn ?

23.  Jacobus (Kobus) Reinbergen
Adres in 1955: Wateren 300, Zorgvliet of Doldersum 1, Post Zorgvlied
Adres vanaf 1 oktober 1976: de Ruijter de Wildtlaan 7 op Zorgvliet.
Hij is geboren op 29 oktober 1933 in Buil. Hij is overleden op 2 oktober 2019 in Vledder.
Boer, pensionhouder, verhuurder van gemeubileerde kamers, verhuurder van schuur voor kampeerders.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over de familie Reinbergen ?
Geke Hummel, dochter van Martinus Hummel en Hennie Nijzingh, zette de redactie op het spoor van het volgende waardevolle citaat uit het boekje ‘Historisch wandelen in Zorgvlied’, dat is samengesteld door Carolien Reinbergen en Margret Eijbergen:
In 1951 kocht Reinbergen de boerderij om er met zijn twee zoons te gaan boeren. In 1956 vroeg een groep padvinders of ze hier op het land hun tenten op mochten slaan. Toen in de jaren 60 het fietspadennet in Drenthe werd aangelegd en de toeristen het kamperen gingen ontdekken, werd door een van de broers besloten om het boerenbedrijf langzaam te veranderen in camping. In 1973 werd de laatste koe verkocht en in 1980 werd ook het laatste land ingericht als camping. Inmiddels ontvangt de tweede generatie Reinbergen de toeristen.

24.  Jentje Seinen
Adres in 1955: Kruisstraat 4 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Kruisstraat 7 in Deever.
Hotel, café, pension, met autostalling.
Jentje Seinen is geboren op 20 mei 1904. Zij is overleden op 25 december 2000. Zij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
In ut Deevers Archief is een oudere afbeelding van een ansichtkaart van het pand opgenomen.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Jentje Seinen ?

25.  R…. Siems
Adres in 1955: Brinkstraat 1 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Brinkstraat 3 in Deever.
Pensionhouder, verhuurder van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is nog geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over R…. Siems ?

26.  H…. Timmerman
Adres in 1955: Peperstraat 12 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Peperstraat 11 in Deever.
Het pand is afgebroken ten behoeve van de bouw van de nieuwe Boerenleenbank.
Boer, pensionhouder.
In ut Deevers Archief is een afbeelding van het oude boerderijtje opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over H…. Timmerman ?

27.  Kornelis (Knelus) Vierhoven
Adres is 1955: Bosweg 8 bee Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Bosweg 19 bee Deever.
Hotel- en pensionhouder.
Kornelis (Knelus) Vierhoven is geboren op 11 februari 1915. Hij is overleden op 10 februari 1972. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij was getrouwd met Grietje Enting.
In ut Deevers Archief is een oude afbeelding van pension Vierhoven opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Kornelis (Knelus) Vierhoven ?

28.  H…. Vos
Adres in 1955: Wapse 102 in Wapse.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Ten Darperweg 66 in Wapse.
Pensionhouder, verhuurder van gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over H…. Vos ?

29.  Andries Wieldraaijer
Adres in 1955: Wateren 21, post Zorgvlied.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Schurerslaan 3 op Woater’n.
Boer, verhuurder van een schuur voor kampeerders.
Hij is geboren op 8 december 1906. Hij is overleden op 30 oktober 1976. Hij is begraven op de neeje kaarkhof aagter Obadja an de aandere kaante van de weg. Hij was getrouwd met Jantje Moes.
In ut Deevers Archief is geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Andries Wieldraaier ?

30.  Paulus (Paul) Wiersma
Adres in 1955: Hoofdstraat 56 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Hoofdstraat 32 in Deever.
Paulus Wiersma had een manufacturenzaak aan ut Brinkie, die hij eind 1955 verkocht aan de firma H. de Vries. De familie Wiersma emigreerde in het voorjaar van 1956 naar Canada.
Hij verhuurde gemeubileerde kamers.
In ut Deevers Archief is geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Paulus (Paul) Wiersma ?

31.  Jan Albert Udinga
Adres in 1955: Kalteren 13 op Kalter’n bee Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Kalteren 15 op Kalter’n bee Deever.
Hij was keuterboer en werkte als bosarbeider op het landgoed Berkenheuvel.
Hij verhuurde een boerenschuur voor kampeerders.
Jan Albert Udinga is geboren op 9 oktober 1911. Hij is overleden op 7 mei 1996. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Hij was getrouwd met Annigje Dolsma.
In ut Deevers Archief is geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Jan Albert Udinga ?

32.  Pieter (Pietie) Doggen
Adres in 1955: Burgemeester Van Oslaan 9 in Deever.
Adres vanaf 1 oktober 1976: Kasteel 19 in Deever.
Hij was boer. Hij verhuurde een boerenschuur voor kampeerders.
In ut Deevers Archief is geen recente afbeelding van het pand opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Pieter (Pietie) Doggen ?

33.  Albert van Gijssel
Adres in 1955: Groningerweg 3 bee Deever.
Adres vanaf 1 october 1976: Groningerweg 6 bee Deever.
Hij was de laatste boer in ut Aar’mhuus.
Hij verhuurde een boerenschuur voor kampeerders.
In ut Deevers Archief zijn afbeeldingen van ut Aar’mhuus opgenomen.
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief heeft gegevens over Albert van Gijssel ?

Posted in Alle Deeversen, Toeristenindustrie | Leave a comment

Wee woond’n noast Appie Kiep in de Peperstroate

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 24 november 2014 naar aanleiding van het bericht Wie kent de familie Baaiman uit de Peperstraat nog ?, dat is gepubliceerd in ut Deevers Archief, de volgende reactie van Theo Baaiman, un olde Deeverse. De redactie heeft het bericht van Theo een beetje geredigeerd.

Ik vind het heel leuk om dit te lezen
Vooral die oude klassefoto uit Wittelte.
Ik kan mij nog heel goed herinneren dat ik in de Peperstraat heb gewoond.  Er zijn mij wel wat namen ontschoten, maar ik kan mij toch nog wel een paar herinneren.
Ik weet dat we naast Appie Kiep hebben gewoond.
Ik kom zo nog af en toe nog wel in Diever.
Oh ja, voordat ik het vergeet. Mijn vader was ijscoboer. Hij stond ook heel vaak bij het openluchtspel.
Ik herinner mij ook Jan van de Berg en zijn vrouw Reinderdina Winters nog.
Ik hoop dat ik het aankomende jaar wat vaker mijn oude woonplaats kan gaan opzoeken.
Groeten,
Theo Baaiman

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Theo doelt op het bericht Wie kent de familie Baaiman uit de Peperstraat nog ?, dat in ut Deevers Archief is gepubliceerd.. Theo doelt met de oude klassefoto op een klassefoto van de Wittelter skoele, waar hij en enige broers en zusters ook op staan.
Theo bedoelt gemeente-arbeider Jan van den Berg en zijn vrouw Reinderdina Winters, die aan de Vlasstraat in Deever woonden. Het is de redactie bekend dat zijn broer Albert (Appie) daar vaak kwam.
De familie Baaiman woonde in Deever in het achterste deel van het huis op de hoek van de Peperstraat en de Kleine Peperstraat. Burgemeester Jan Cornelis Meiboom (die in de Deeverse volksmond altijd respectvol en met de pet in de hand ome Kees werd genoemd) verbande de familie Hendrik Baaiman naar een woning aan de Wapserveenseweg in Wittelte, omdat hij het snode plan had de olde kouwe an de Pepestroate onbewoonbaar te verklaren en omdat de familie Baaiman met de vele kinderen het bestaan van de Witteler skoele voor een bepaalde tijd veilig kon stellen. 

Posted in Alle Deeversen, Peperstroate, Verdwenen object | Leave a comment

De koate van Geese Schoemaker saat ur ok tuss’n

De heer Ferdi Wolthuis van de Smilde vond in oktober 2018 met behulp van een metaaldetector een oude zwaar verroeste melkbus met kapotte bodem en met deksel in de buurt van het Onderduikershol in de Deeverse bos. In de melkbus vond hij half vergane kaarten. Het bleek een deel van het bevolkingsregister van de gemiente Deever uit de Tweede Wereldoorlog te zijn.

In de nacht van 9 op 10 november 1943 ontvreemde gemeenteambtenaar en verzetsman Thijs Gerardus Drupsteen het bevolkingsregister uit het gemeentehuis en begroef het in de buurt van het Onderduikershol. Voor het verzet in de gemiente Deever was het buitmaken van het bevolkingsregister van groot belang, opdat de Duitse bezetter geen misbruik van het register kon maken. Veel jonge mannen bleven zo buiten het zicht van de Duitse bezetter en werden niet opgepakt voor de arbeidsdienst. Het bevolkingsregister is ondanks aandringen van de Duitsers in de oorlog nooit hersteld.

De heer Ferdi Wolthuis heeft zijn historisch waardevolle vondst geschonken aan het Drents Archief in Assen. De vraag is echter of de half vergane documenten, na 75 jaar vochtig en begraven te zijn geweest, kunnen worden geconserveerd. Op een paar bladzijden na lijkt de informatie uit het bevolkingsregister niet meer te redden, dus ook niet meer te restaureren. Het Drents Archief is wel van plan om de bijzondere vondst als postuum eerbetoon aan het Deeverse verzet op film en foto voor het nageslacht vast te leggen.

Bijgaand afgebeelde kleurenfoto (© Drents Archief) geeft een beeld van de door vocht aangetaste en half vergane kaarten van het bevolkingsregister. Onder aan de foto is op één van de kaarten duidelijk een naam te lezen: Geesje Jantina Schoemaker, geboren op 1 september 1920 in Deever. Ook leesbaar is dat zij een dochter van postkantoorhouder Lambertus Schoemaker en Hilligje van Es was.

Geesje Jantina Schoemaker trouwde op 30 januari 1947 met Jan van der Werf. Zij is overleden op zondag 11 augustus 2013 op 92-jarige leeftijd in haar woonplaats Den Helder. Zij is op donderdag 15 augustus 2013 vanuit het oude kerkgebouw an de brink van Deever bij haar echtgenoot Jan van der Werf op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever begraven.
Geesje Jantina Schoemaker was in de Tweede Wereldoorlog vooral actief als koerierster van het Deeverse verzet. Zie de diverse berichten waarin ze wordt genoemd in ut Deevers Archief.
Geesje Jantina Schoemaker liet zichzelf Gees noemen. Haar roepnaam was dus Gees. In ut Deevers: Geese.

Posted in Geese Schoemaker, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Huus mit starke draank vurgunning in de Saandhook

In de Olde Möppeler (Meppeler Courant) van 18 januari 1896 verscheen de volgende belangwekkende advertentie over de verkoop van onroerend goed voor de erven Roelof Bennen in Deever en voor Klaas Jans Haveman en kinderen in Deever.

Mr. J. Beckeringh van Loenen, notaris te Dwingelo, zal op vrijdag 24 januari 1896, des namiddags 2 uur, ten huize van de erven Roelof Bennen te Diever, publiek bij palmslag verkoopen:

Voor de erven Bennen,
Een huis, waarin vergunning, met erf en bijgelegen hof in de Zandhoek te Diever, bij verkoopers in gebruik;
Een daarachter staand huis, bij Koendert Keizer in gebruik;
Een huis, erf en tuin aan de Hoofdstraat te Diever, in huur bij Idema.
Hooiland: 
Vroomskamp;
Het Maatje over de vaart, ook de helft van K.J. Haveman;
Twee perceelen in het Kibbelstuk, het Wapserland en de Wapserkamp.
Weiland:
Ebbenkamp;
Bouwland:
Groote Akker achter Geertskamp;
het Kleine Akkertje;
de Zeven Schepelland met grashoek;
de Schipper;
Tusschendarp;
De Groote Volmolenakker;
Arend Rooboschje;
Giere;
Steenakker;
Kloosterveen.
Veld:
Achter ’t Zand;
Wapserveld;
Veld op Kalteren.
Zand:
het Zandslag;
een gedeelte in de ongescheidene markte van Diever;
een perceel Veld in huur bij de weduwe Geerts.

Voor Klaas Jans Haveman en kinderen,
eenige perceelen veld en zand onder Diever.
Zullende na afloop worden verkocht, het op de perceelen staande houtgewas.

Aantekeningen van de redactie van het Deevers Archief
In de advertentie in de Olde Möppeler werd Dwingel gelukkig nog geschreven met één o !
Roelof Bennen is geboren op 28 augustus 1821 in Deever. Hij is overleden op 18 februari 1895.
De grote vraag is natuurlijk welke -waarschijnlijk onverharde- weg in de gemiente Deever had in 1896 de naam Zandhoek ? Is de naam van deze weg nu misschien de Achterstraat ?
De redactie heeft uitgezocht of de in de advertentie genoemde namen van hooiland, weiland, bouwland, veld en zand wel of niet voorkomen in de publicatie Veldnamen Gemeente Diever Omstreeks 1832, hierna verder publicatie Veldnamen genoemd.
De heemkundige vereniging in de gemiente Deever heeft de publicatie Veldnamen Gemeente Diever Omstreeks 1832 in februari 2013 in een beperkte oplage uitgegeven.
De redactie heeft het hooiland met de naam Vroomskamp niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie heeft de hooilanden met de naam Kibbelstuk, Het Wapserland en De Wapserkamp niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie veronderstelt dat het hooiland met de naam Het Maatje over de Vaart in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie D2 genaamd Wittelte onder nummer 115 met de naam Het Maatje over de Vaart.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Groote Akker achter Geertskamp in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 76 met de naam De Groote Akker of in sectie C2 genaamd Diever onder nummer 143 met de naam De Groote Akker.
De redactie heeft de akker met de naam Geertskamp niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie heeft de akker met de naam Het Kleine Akkertje niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie heeft de akker met de naam De Zeven Schepelland niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam De Schipper in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie C1 genaamd Diever onder nummer 15 met de naam De Schipper.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Tusschendarp in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie C1 genaamd Diever onder nummer 117 met de naam Tusschendarp.
De redactie heeft de akker met de naam De Groote Volmolenakker niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen. De redactie veronderstelt dat de akker met de naam De Groote Volmolenakker behoort tot de akkers die in de publicatie Veldnamen worden genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 49 met de naam Vulmeulakkers.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Arend Rooboschje in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 40 met de naam Arendrooboschje.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Giere behoort tot de akkers die in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 123 met de naam Gieren.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Steenakker in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 156 met de naam Steenakkers.
De redactie veronderstelt dat de akker met de naam Kloosterveen in de publicatie Veldnamen wordt genoemd in sectie B4 genaamd Kalteren onder nummer 86 met de naam Bij Kloosterveen.
De redactie heeft de velden met de naam Achter ’t Zand, Wapserveld en Veld op Kalteren niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie heeft het zand met de naam Het Zandslag niet kunnen vinden in de publicatie Veldnamen.
De redactie is van mening dat óf de publicatie Veldnamen fouten bevat, óf de publicatie Veldnamen niet álle in 1832 bestaande veldnamen bevat, óf dat de naamgeving van akkers na het peiljaar 1832 aan veranderingen onderhevig is geweest, óf een combinatie van de drie hiervoor genoemde factoren.

Posted in Boermarke, Boermarke van Deever, Landbouw, Veldnème | Leave a comment

Vurbou van tabak, hop en cichorei op Woater’n

In de krant Het Nieuws van den Dag verscheen op 12 oktober 1895 het navolgende bericht over landbouwactiviteiten van de Friese ondernemer mr. Lodewijk Guillaume Verwer op Wateren en Zorgvlied.

Te Wateren, in Drenthe, heeft de tabaksbouw dit jaar gunstige uitkomsten opgeleverd, uitgezonderd op een stukje van ongeveer 1/4 hectare te Zorgvlied, dat in het voorjaar met gaskalk was bestrooid.
De pluk is geëindigd, en met den napluk zijn enige jongens bezig. De bladeren zijn van uitmuntende hoedanigheid, waarom zij aan de sigarenfabriek te Zorgvlied worden gebruikt voor dekbladeren (onderdek). Aan deze fabriek werken ruim twintig jongens die voor het maken van 100 sigaren 13 à 14 cents ontvangen.
De fabriek wordt thans gedreven door de heeren Langemeier, De Vries en Van der Zee, de twee eersten wonen op “Villa Cornelia”, te Zorgvlied, de laatste te Leeuwarden.
De hopbouw heeft te Wateren nog niet veel te beteekenen. De grond is daarvoor echter, bij voldoende bemesting, niet ongeschikt, zoodat de Heer Verwer wil trachten nog twee of drie gezinnen uit Limburg of uit Noord-Brabant te doen overkomen, uitsluitend voor den hopbouw.
De proeven met den verbouw van cichorei kunnen aldaar als mislukt beschouwd worden. De grond is licht en eischt eene te zware bemesting, om met eenig voordeel cichoreiwortels te kunnen telen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven papieren Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is het hier opgenomen artikel uit de krant Nieuws van den Dag in zijn geheel opgenomen op de bladzijden 182 en 183.

Posted in Lodewijk Guillaume Verwer, Tabak, Woater’n, Zorgvliet | Leave a comment

Ut huus veur de boo’mmeister van de Wapser skoele

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 29 december 1884 verscheen de volgende advertentie over de aanbesteding van de bouw van de woning voor de bovenmeester van de Wapse skoele.

Aanbesteding
Burgemeester en wethouders van Diever zullen op vrijdag 9 januari 1885 ’s namiddags twee uur, ten gemeentehuize te Diever, in het openbaar aanbesteden:
Het bouwen van eene onderwijzerswoning te Wapse, met bijlevering van materialen, enzovoort.
Bestek met teekening liggen ter inzage bij R. Seinen te Diever en zijn op franco aanvraag tegen betaling van f. 0,75 verkrijgbaar ten gemeentehuize te Diever.
Aanwijzing in loco heeft plaats op den dag der aanbesteding, ’s voormiddags 10 uur.
Diever, 26 december 1884.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
L.W. van Os, burgemeester.
K.H. Smidt, wethouder.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het oude gemeentehuis aan de brink van Deever werd op 2 mei 1876 in gebruik genomen.
Roelof Seinen was de uitbater van het café-logement an de Heufdstroate. Hij s geboren op 23 november 1842. Hij is overleden op 21 september 1925. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
Burgmeester L.H. van Os is Leonard Willem van Os. Hij is geboren op 8 juli 1844 in Sneek. Hij is overleden op 28 mei 1900 in Deever.
Wethouder K.H. Smidt is Klaas Hummelen Smidt. Hij is geboren op 22 mei 1824 in Deevee. Hij is overleden op 28 maart 1895 in Deever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie zal te gelegener tijd een recente afbeelding van het nog steeds bestaande bijna honderd jaar oude woning voor de bovenmeester naast de Wapser skoele aan dit bericht toevoegen.

Posted in Wapser skoele | Leave a comment

Un hiele lange optogt op un skiere logtfoto

Let bij het bekijken van de hier afgebeelde luchtfoto vooral op de hele lange optocht van groepen mensen, die door de Kloosterstroate, door de Vlasstroate en door de Brinkstroate naar het nieuwe gemeentehuis an de brink van Deever lopen. De redactie van ut Deevers Archief breekt zich al dagen lang het hoofd over de reden van deze hele lange optocht van mensen.
De redactie is niet bekend met de naam van de maker van deze toch zeker wel interessante luchtfoto. Was huisdokter Ludolf Dirk Broekema de maker ? Of was boer en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels de maker ?
De redactie weet ook niet of de fotograaf voor het maken van deze luchtfoto boven in de gemeentelijke toren stond of in een vliegtuigje zat. In een vliegtuigje ?
Het dateren van deze luchtfoto biedt enige aanknopingspunten. De foto is gemaakt vóórdat het noodgemeentehuis bee ut Bultie was afgebroken. De foto is gemaakt ná de opening van het Groene-Kruis-gebouw op ut Bultie an de Vlasstroate. De burgerwoning van huisschilder en verzetsman Geert Koster, tussen de woning van de familie Van Elselo en de woning van de dominee van de hervormde kerkgemeente, an de Vlasstroate moest nog worden gebouwd. De huizen an de Kloosterstroate achter het Zonnehoekje waren nog niet gebouwd. Politiebureau 2.0 an de Kloosterstroate was nog niet gebouwd. Gelet op de nieuwe bestrating aan de rechterkant van de luchtfoto is het nieuwe gemeentehuis al gebouwd.
De redactie schat in dat de luchtfoto ná september 1961, maar vóór februari 1965 is gemaakt. De redactie houdt zich ten zeerste aanbevolen voor een betere, het liefs exacte, datering van deze luchtfoto.

Posted in Deever, Logtfoto | Leave a comment

De seu’m lange staarke ieser’n balk’n van Oere Chris

YDe redactie van ut Deevers Archief heeft het navolgende door hem gehouden interview met aannemer Albert Schipper ook in het papieren blad Opraekelen 07/1, nummer 1 van het jaar 2007, gepubliceerd. Opraekelen is nog steeds het papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Albert Schipper was ten tijde van het interview 93 jaar. Hij is geboren op 7 augustus 1913 in Leggel. Hij is overleden op 1 december 2007 in Dwingel. Hij is begraven op de kaarkhof an de Drift in Dwingel. Zie zijn overlijdensbericht aan het einde van dit bericht.

Noodbrug draagt zware tanks dankzij de zeven ijzeren balken van Oere Chris
Albert Schipper vertelt over de bouw van de noodbrug an de Deeverbrogge

Aannemer Albert Schipper uit Leggel (was een van de drie Dwingeler timmermannen die in de nacht van 11 op 12 april 1945 an de Deeverbrogge meebouwde aan de noodbrug over de Drentse Hoofdvaart. Het was dank zij Albert Schipper, die zeven lange ijzeren balken wist te liggen op de Molenstad, dat ze de noodbrug uiteindelijk voldoende sterk konden maken voor de opmars van de derde Canadeze Infanterie Divisie, via Deever en Steenwijk naar Leeuwarden. Hij stemde in met het publiceren van zijn verhaal in het streekdialect: “Ik viene ut wè good d’ai ut in oense toal opskrieft.” Hij en zijn twee overleden collega-timmermannen hebben zich er altijd over verwonderd, waarom zij in Deever nooit een blijk van waardering hebben gegeven voor hun daad. ”As wee ut neet edoane haad’n, wie wet wat ur dan in Deever ebeurt was.”

Die dag in ut begun van de oorlog, dat mien vè overleed
Ik ware 27 joar, toe mie vè overleed, ut was in ut begun van de oorlog. Doar he’k ’t wè ontzettend moeilijk mit ehad. Ut was op un soaterdag. Wee waarkt’n op soaterdag. ’s Mön’s kwaamp mie vè hiel vrog bee mee. Hee see teeg’n mee: ”As ie now ies ee’m hen Suudwolde goat.” Wee möss’n doar nog un klein keweigie kloar mèèk’n, ut was wat skilderwaark. Dat kön tot an die dag nog neet of ewaarkt wödd’n. Mie vè see: ”As ie dat now is ee’m kloar mèèkt. Kan weed’n, d’ai mit de middag d’r mit kloar bint. Ik see: “Now ja, ik kan ut allicht probiè’n.” Ik gung op de fietse hen Suudwolde. ’s Mön’s um zes ure.
Toe ak weer kwaam van Suudwolde, mös ik eerst nog ee’m bee de olde van der Laan langes. Die saat woar Klaas van der Laan ok eseet’n hef en doar woar die jonge vent now ok zit. Ik mösse bee de olde van der Laan wat betonieser mitneem’n. We möss’n nog een betonplèète stött’n op ut kaarkhof. Die plèète was veur ut graf van Hendrik Jonkers van de Gow’nbrogge, van ut café, die was overleed’n. Mie vè haar mee esegd: “Dan goa ik wè ee’m hen de Concordia. Dan könt die nog wat grind en saand en portlaand hen ut kaarkhof breng’n. Dan kö’w noamedag ee’m die betonplèète stött’n.” Now dat was good. Afijn, ik kwaam wièr uut Suudwolde. Ik gung bee van der Laan an. In name ut betonieser mit. En wie komp doar an mit pièd en wèg’n ? Willem Fledderus van Jan Fledderus, die kwaamp van Leggel en die wol hen Lhee, hen sien vè. Hee see: ”Ho, pièd.”, en toen: ”Albert !” Ik see: ”Wat hei ?” Hee see: ”Hei al hen huus ewest ?” Ik see: ”Nee, ik bin d’r net weer van Suudwolde, wat is d’r dan?” Toe see hee: “Ie mag ’t wel mèèk’n d’ai hen huus koompt, want oe vè is dood!” Hee see ut ok moar so teeg’n mee. Ik see: ”Loop now toch gauw hen ! Wat hei veur proaties ? Wat hei ? Bee neet good ?” Hee see: ”Nee, nee, hee is harstikke dood.” Ik bin so bee de olde van der Laan weg efietst, hen huus, doar kwaam ik an, Ut was zo, mie vè was dood.
Hee was bee de Corcordia, bee Jan Kannegieter um materioal te bestell’n. Bee Jan Kannegieter haar’n see ut d’r over ehad. Over de oorlog. Jan Kannegieter was ok so teeg’n de Duutsers. Moar mie vè, oh mien God, die was so fel teeg’n de Duutsers. Ik see seins teeg’n hum: ”Man, ut komp wè weer terechte. Ut komp allemoale wè weer good. Ie moot geduld hebb’n. Kan weed’n dat alles wè wièr good komp.” Moar dat kön volg’s hum neet so weed’n.
Wie komp doar bee Jan Kannegieter binn’n ? Ut was un boer van ’t Strovledder. Veur die boer haare we vlak veur de oorlog een neje boerdereeje eset. Hee was N.S.B.’er. En woar krie’t in de oorlog over ? Over de oorlog ! En so ok mit die boer. Mie vè kwaamp oarig an ut bekvecht’n mit hum. ”Donder ie toch dood”, haar mien vè teeg’n hum esegd. Jan Kannegieter heft mee lèèter dat allemoale wè vurteld. Mie vè leup mit de gekke kop bee Concordia weg. Bee de Deeverbrogge gunk hee over de leuning hang’n. Doar kwaamp die boer van ut Strovledder ok an. Hee vreug: ”Wat hei Schipper ?” Mie vè haar teeg’n hum esegd: ”Ie moot deur goan, want aans bin ik in stoat um oe in de voat te drokk’n !”. ”Now”, haar die boer esegd, ”mee in de voat drokk’n kö’j now neet, doar bin ie veul te minnig veur. Wat ai hebt dat weer ik neet, moar dat kreeg ie now neet kloar. Ik daachte da’k oe moar mit neme, d’ai hen huus kwaa’m, d’ai bee Greetie kwaa’m.” Dat hef hee ok edoane. He hef mien vè hen huus ebraacht. Dat meut ik hum noagee’m, dat hee dat veur mie vè edoane hef.
Mie mow haar esegd: ”De dokter möt koo’m.” ”Now”, see die boer, ”dan zal ’k wè ee’m bee de dokter angoan en teeg’n hum zegg’n dat hee möt koo’m. De dokter hef ur ewest. Hee see teeg’n mie mow: ”Ik zal hum un spuitie gee’m, dan is hee over een half uurtie wè wièr de man.” Hee hef hum un spuitie gee’m. Toe haar mie vè teeg’n mie mow esegd: ”Mèèk ut eet’n moar kloar, dan koon’k d’r dommiet wè of.” Eempies lèèter gunk mie mow hen kiek’n, moar toe was hee al dood. Mie mow hef ok neet bee hum ewest. Hee was nog moar 57 joar.

Ik mösse as annemer alles nog leer’n
In de oorlog hare wee prakties gien waark. Moar d’r gung wel ies wat kapot, wat emeuk’n mös wödd’n. Neebouw was d’r hielemoale neet. Ok drekt noa de oorlog neet. Pas in de viefteger joar’n wödde ‘t wat beter. As d’r wat te reek’n was of so sowat, dan zee mien vae: ”Tieken ie moar. Waark ie de tiekenings en de details moar uut.” Ik haar een paer joar tiekenles ehad bee ’n architect in Assen. Mien vae zee: ”Ik reek’n wè, ie könt nog reek’n genog doon, mien jonge. Ut zal oe de strötte nog wè goan uuthang’n. Ik bin ’t amit ok wè zat, moar ie muut wat um oen waark te holl’n. En so sowat meer. Ik zee teeg’n hum: ”Ik weere neet hoe ai rekent en so.” Hee zee: ”Dat komp wè jonge, ie muut oe neet so naer maek’n. Mien vae was d’r al neet meer, toe kwaamp d’r iene bee mee, die wol ’n nee aachterhuus, ’t olde aachterhuus was in mekaer eweit mit ’n storm. Hee vreug mee: ”Kö’j ’n nee aachterhuus veur mee zett’n. Ik zee: “Oh, joawè, dat kan ‘k wè.” Ik mösse toe uutreek’n wat ‘t kostte, moar ik wösse neet hoe a’k mös reek’n. Dat hef me toe geld ekost. Mien mow mös beespring’n, want ik kunt neet betaelen. Teeg’n de man hek ’t ok ezegd: “Ie hebt een goedkoop aachterhuus.” Ik haare beter de papier’n en rekens van mien vae noa mött’n kiek’n.

De Canadezen kwaa’m uut de bos de Drift deur
Ik was zölf op de fietse hen de Brink egoane, umdat wee eheurd haad’n dat de Canadezen in Dwingel kwaa’m. Ik zee: ” Now, ik wil ies ee’m hen kiek’n wat er is.” Toe ’k op de Brink ware, stön’n doar Johannes Noorman en Albert Noorman ok. Doar bin’k toe bee goan stoan. We stön’n posie op de Brink, toe kwaa’m de tanks binn’n ried’n. De Canadezen kwaa’m uut de bos, de Drift deur. Zee bint van Rune koo’m, de bos deur. Zee wödd’n opevöng’n bee Wesseling.

De Deeverbrogge möt gauw weer kloar, aans bee’w te laete
Wee stönn’n doar mit sien dree’n te proat’n, Johannes Noorman, Albert Noorman en ikke. Wee haad’n ’t over de Canadezen en so sowat. Zo ieniens kwaamp Koers, de opzichter van de Riekswaeterstoat, bee oens. Koers woonde an de Deeverbrogge. Die zee teeg’n oens: ”Jonges, ik bin oe alle dree neudig. Ik kan oe alle dree wè gebruuk’n. Wee moot de Deeverbrogge weer kloar hemm’n.” We vreug’n hum: ”Hoe weer ie dan, dat dat möt gebeur’n. Hee zee: ”Ik heb Bart Schoemaker bee mee ehad.” Bart haar ezegd: ”De Duutsers koomt weer hen Deever.” Die haar’n doar ja zo huus ehöll’n. Bart Schoemaker haar ’t mit Koers d’r over ehad. Bart haar ezegd: ”D’r möt wat gebeur’n. We muut zeen dai’w de Canadezen over de brogge kreegt. Zee muut oens help’m, aans binne wee ’t te laete. Koers haa’r overlegd mit de Canadeze commandant. Die haa’r ja ezegd. Wee zeed’n: ”Hoe murre wee dat dan doon ?” Hee zee: ”Ik heb al ’t materioal al, doar he’k wè veur ezörgd. En ik heb ’m praeme weg estopt in ’t Voartie. En holt lig ’r zat op de löswal. Dan zie’w wè, dai’w ’t spullegien an de brogge weer bee mekaer kreegt.” So gebeurde ’t dan.

Op weg hen de Deeverbrogge
Teeg’n de oam’d gunge wee hen de brogge. We gung’n bee Wesseling weg mit twee tanks. En mit ’n dikke zestig man. Alleman wol mit op die dikke tanks. Wee waar’n de Stroombrogge nog neet over, toe waar’n wee de helfte van de mann’n al kwiet. Woar now de holtzaegereeje van Ten Oever is, doar binne wee estopt. Albert Santing woonde d’r toen, ’t was een boerdereeje, hee is laeter hen de Voshaere egoane. Toe zee de Canadeze commandant: ”Hier stopp’m, d’r kan van de Gowenbrogge ok onroad koo’m. Wee moot van dizze kaante eerst de zaeke verkenn’n.” No ja, dat gebeurde, moar d’r kwaamp niks. Dus wee könn’n deur goan. Bee Santing was weer ’n diel van de mann’n vöt. Op ’t laeste kwaa’m wee mit acht man bee de brogge an. Het waar’n jonge kerels, net so as ikke. Wee hebt mit sien achten ewaarkt. De Noormannen en ikke, wee waar’n mit sien dree’n de tummerlui. Wee deud’n ’t tummerwaark. Wie die aandere mann’n waar’n, dat wee ’k neet meer. Van de Deeverse kaante waar’n d’r gien helpers, d’r hef gien meinse uut Deever bee ewest. Ie gaa’m d’r gien acht op, ie waar’n drok an ’t waark, ’t mös ee’m gebeur’n. De Canadeze soldoat’n hebt ok mit ehölp’n. Iene Canadeze soldoat zee drekt al onder ’t waark dat ’t niks wödde. Dat verstönne wee dan neet, moar dat heurd’n wee wè van Koers. Moar wee hebt stiekem deur edoane. We waar’n gewaer ewödd’n dat die mann’n bee ’t kaarkhof in Deever waar’n dood eskeut’n, dat Hendrik Zoer neer escheut’n was en dat Jan Keuning esneuvelt was. We daacht’n toe teminn’n: “Now möt ee’m gebeur’n.” In huus waar’n zee d’r neet zo drok op, da’k hen de brogge egoane ware. Mien vrouw hef wel ’n benauwde naacht ehaad, dèènk erumme.

Wee hebt de noodbrogge ’s naachts ebouwd
Wee haad’n d’r gien locht bee, wee hebt in ’t donker ewaarkt, moar ’t was wel helder weer. ’t Was een heldere naacht, we könn’n alles beste zeen. ’s Naachts was ’r gien volk bee te kiek’n, niks gien volk. De mein’s die an de brogge woond’n, die leut’n heur ok neet zeen. Gien meinse leut heur zeen. Misschien dat d’r laeter wel goent’n ewest bint .Doar geef ie gien acht op. Die he’k neet ezeene. Wee waar’n mit de brogge bezig.

An materioal was er an de Deeverbrogge gien gebrek
Materioal laag er zat op de löswal. Spiekers en so sowat, alles laag er zat op de löswal. Bult’n holt stön d’r. Bee de brogge stön een klein holten gebougie. Doar zaat’n spiekers in, hiele grote spiekers en haemers en gereedschap. Er was zat. We könn’n pakk’n wai ’w woll’n. De Deeverbrogge was ien van de eerste brogg’n over de voart, die op en daele gung. Zee haad’n de brogge opebloas’n. Hee was zo daele ezakt. De brogge was gedieltelijk in mekeaere zakt. Die laag mit deale, doar so. Die lag dwars an Blok zien kaante. We möss’n eerst wat opruu’m bee de brogge. Doar hew eerst ies mit an ewest, zodat de praeme onder de brogge deur kon. Dat kreeg’n we dan ok kloar. We hebt holt eheul’n en hen de brogge esleept. Ja, hoe mörre wee dat doon. We wöss’n neet hoe zwoar zo’n tank was. An dizze kaante van de brogge, over ’t remmingwaark, hei ’w de holt’n balkens en so so wat elegd. Dat hei ’w edoane. Doar is de noodbrogge toe ekoo’m. An dizze kaante van de brogge mösse wee balk’n legg’n over ‘t remmingwaark. Tot de brogge kloar was. Now toe möst ’t moar ies ee’m gebeur’n mit de lichte tank. Die möst ’t eerst ies probeer’n. Hee was nog moar good en wel halfweg de brogge, doar kraekte de zaeke hen. Dat kleine lichte tankie, die zakte halfweg deur de noodbrogge, die stön mit de snoete in ’t waeter. Van ’t iene remmingwaark hen ’t aandere remmingwaark, dat was ’n hiele ofstaand. De lichte tank was veul te zwoar. Die tank is neet in ’t water evöll’n. Hee stön op de kop in de brogge, moar de zwoare tank trök’’m er mit de kettens so weer uut. Die trök ‘m zo de wal op. Nee dat kön neet, nee de brogge was lange neet staark genog. Opzichter Koers stön er toe ok bee. We begreep’m toe ok wè dat de brogge lang neet staark genog was. D’r mös aans wat gebeur’n. D’r mös veele meer holt koo’m. We weer an ’t holt sleep’m. En ondertied, so opiens zee ik: ”Blikstiender, jonges. Ik weere seum lange iezern balkens te liggen!” Zee vreug’n an mee: ”Seum iezern balkens ? Woar dan ? Ik zee: “Bee Oere Chris op de Meulestad!” Dat vertelde ik an Koers, de opzichter. Ik zee teeg’n hum: “Ik weere iezern balkens ligg’n, moar dan muu’w hen de Meulestad.” Hee hef mit de Canadeze commandant eproat en so so wat. Die zee: “Loa alles moar ligg’n, goa moar hen iezern balkens haelen.” Het waar’n seum lange iezern balkens.

Die seum iezern balkens van Oere Chris hebt de noodbrogge ered
Veur de oorlog was Chris d’r ok al, ok nog in de oorlog. Ik heb Chris good ekend. Oere Chris hef joaren oere ekart, joar’n lang. D’r wödde vaeke Oere Chris ezegd. We zeer’n ok wel ies Chris Kraak. Ik weere sien echte achternème al neet eens meer. Ik zitte al de hiele tied te prakkezeer’n hoe hee hedde. Hee heul allemoale oere mit van die kiepkarr’n bee de Stroom weg. Over de Stroom laag’n dan lange iezern balkens. Hee kochte bee de boer’n in ’t laand de oere op. Hee haa’r doar als ies epolst of epunt. Hee wös dan: hier zit oere, doar zit oere. Dan gunk hee de boere’n en zee: ”Ie hebt oere onder oen laand zitt’n, woi’t mee verkoop’m?” De boeren woll’n dat vaeke wè. Dan könn’n zee weer paer cent’n beur’n. ’t Was ’n slechte tied. Dan wödde de oere verkocht. Hee haar oeregraevers an ’t waark. Dat waar’n vaaste waarklui. Die gung’n van ’t iene stuk laand hen ’t aandere. De oere wödde verkard hen ’t schip an de Deeverbrogge. Ik weere neet woar de oere hen gunk. Ik daachte dat de oere hen ’t Westen gung. Die mann’n haad’n die iezern balkens over de Stroom ligg’n, veur ’t gleis (redactie: smalspoor). Doar wödde mit de oerekarr’n over hen ereed’n. Dat waar’n kiepkarr’n. Het gleis gung tot halfweg de Deeverbrogge en de Gowenbrogge. An de stille kaante van de voart. Doar net teeg’nover Klaas Fledderus, doar die zaat, moar dan an de aandere kaante van de voart. Doar wödde al die oere hen ekard. En doar laag’n de scheep’m. Doar wödde de oere ’t schip in ekiept. Er kwaam ok wel oere uut Lheebroek. Dat gung allemoale hen de voart. Die zeum lange iezern balkens laag’n toe allemoale bee Oere Chris bee huus, halfweg de Meulestad. Zee laag’n buut’n. Bee Harm Koers en Jannegie Wiechers, net an de aandere kaante van de weg. Die iezern balkens laag’n in de baarm van de weg. Toevallig da’k er toe pas iens langes ekoo’m ware, da’k daachte wat een mooie iezern balkens. Die naacht an de Deeverbrogge scheut mee dat toevallig in ’t zin. Oere was zwoar, gleis was zwoar, kiepkarr’n waar’n zwoar. Die zeum iezern balkens möss’n hiel wat gewichte kön’n till’n as zee over de remmingswaark’n bee de brogge laag’n.

Mit de lichte en de zwoare tank hen de Meulestad
We möss’n van de Canadeze commandant mit de beide tanks die zeum iezern balkens haelen, van die lange iezern balkens. Wee hebt veere op de zwoare tank elegd en dreee an de lichte tank vaast emeuk’n. Dat was ok nog zo mooi. Toe wee die iezeren balkens opheul’n. An dizze kaante van Roelof Koops, doar mösse we over ’n tankval hen. Die tankval laag doar deur de stroate hen, doar mös’n wee toe over een holt’n brogge hen. Het daegelijkse verkeer gung ’r ok over, boerenwaegens en alles gung ’r over hen. Hen gung ’t wel mit de tanks, moar toe wee weer kwaa’m gebeurde ’t. De lichte tank was ’r net good en wel over, toe mit de zwoare tank de holt’n brogge over de tankval in mekaer zakte Dat kwaamp deur die zwoare iezern balkens. Wee zeed’n: ”Now moe wee hier ok nog mit de brogge an.” Moar die grote zwoare tank, die klum soo dwars deur de tankval hen, mit iezern balkens en alles teeg’n de wal op. Die tankval waarkte neet, die was niks eweerd, die hebt de Duutsers veur niks loat’n egrae’m.

De verstaarking van de noodbrogge mit iezern balkens
Mit weer hen de Deeverbrogge. ‘t Holt wödde wat op eruumpt en toe de iezern balkens over de remmingwaark’n en doar weer holt overhen. Van de wal hen ‘t remmingwaark dat kön wel, dat gung wel mit holten balkens. Van ’t iene remmingwaark hen ’t aandere, dat gung neet mit holten balkens, die overspanning was veul te groot. Die praeme mös aachter dat remmingwaark langes. Doar haare wee nog wel moeilijk mit. Aans könne wee d’r neet met de iezern balkens an ’t waark. Wee möss’n eerst al best wat grind in de praeme sleep’m, want hee mös zakken’n, want hee mös onder de brogge deur. Die praeme hei wee tussen de remmingwaark’n  elegt. Toe hei wee al ’t grind d’r weer uut eschöpt, want de praem mös weer hen boo’m koo’m. En toe die iezeren balkens d’r over. Die iezern balkens möss’n vlak ligg’n, die kö’j neet rond legg’n. En toe hei wee d’r weer grind in esleept, want de balkens möss’n zakk’n um op de plekke te koo’m. Dwars over de iezern balkens kwaam een holten dek. Zo hei’w de noodbrogge emeuk’n. Eerst gung’n de lichte tank de brogge op en toe die an de aandere kaaant kwaam gung ’r een hoera op. Toe mös die grote tank ok, die was helder weg zwoarder. Doar stönne wee dan te kiek’n Moar die gung ’r ok wel over, heur. Die lange iezern balkens höll’n ’t wel, D’r laag’n d’r zeum onder.

We möss’n ok nog veur’n ’n bepoalde tied kloar weed’n
Bart Schoemaeker kwaamp allenig op de fietse uut Deever. Twee moal hef hee bee oens ewest. an de brogge. Bart was toe kantoorhouder in Deever. Hee wös dat de Duutsers in Wapse waar’n. Hee zee: ” Ie muut gauw anmaek’n, want zee bint in Wapse.” D’r bint die naacht wel goent’n over schut van Deever hen Dwingel evlucht. De Duutsers haad’n ezegd, dat zee weer kwaa’m. Zee zöll’n grote opruuming holl’n. We möss’n ok nog veur’n ’n bepoalde tied kloar weed’n. Bart Schoemaeker haar doar bericht van ekreeg’n, dat zee in Wapse waar’n. Bart kwam toe ondertied nog weer bee oens. Hee zee: ”Jonges ie muut anmaek’n, want aans bee ’w te laete. Dan pakt zee alles op. Wie wet wat zee dan uuthaelt.” Ik miene dat de Duutsers um zes uure al weer in Deever woll’n weed’n. We waar’n gelokkeg wel op tied kloar mit de noodbrogge. In ’t laeste toe wee bijna kloar waar’n, gung’n ’r meer militairen over de brogge. Toen gunk ’r een militair in de richting van Möppel, Assen en Deever. Die soldoat die bee de Concordia stön, skeut een keer per ongeluk. Ie möss’n iens zeen hoe rap wee van de brogge of waar’n en plat op de grond laag’n. Dat hebt de Duutsers ok eheurd. Toe bin ’t de Duutsers weerum egoane hen Stienwiek. Zee hebt eheurd dat ’r escheut’n wödde. Dat möt de Duutsers ok eheurd hebb’m. Ze möt edaacht hebb’m dat de Canadezen al in Deever waar’n, moar zee waar’n nog moar an de Deeverbrogge. De Duutsers bint neet verder egoane dan Wapse.

De Canadeze commandant hef oens wel bedaankt
Die hef oens mit eneu’m hen Dwingel, toe de noodbrogge kloar was en so sowat. Die hef oens mit eneu’m hen Wesseling We hebt doar lekker eten heur. Zee haad’n de spull’n allemoal bee heur. Doar kön Wesseling van kook’n. Een veuroadwaegen kwaamp laeter aachter heur an. Die was ok mit ekoo’m. Die stön doar bee Wesseling op de Brink. Doar hei’w lekker eet’n ehad, potverdorie. Hei jong, hei jong, dat hare wee ’n schoft neet ehad (redactie: Albert Schipper geniet zichtbaar en lacht, terwijl zijn ogen bij deze herinnering glimmen).

De Canadezen bint hen Stienwiek egoane
Wee waar’n ’s mörns um zesse uur mit de brogge kloar. De Canadezen bint over Deever en Wapse hen Frederiksoord en verder egoane. We waar’n d’r neet bee, ik weere neet wat d’r die mör’n allemoale over de noodbrogge egoane is. Toe waar’n wee bee Wesseling an ’t eet’n. See bint deur egoane hen Deever en van Deever hen Stienwiek. Aans was Deever d’r neet best of ekoo’m. Vaaste neet.

Wie hef mien fietse eliend ?
Ik bin toe de Canadezen d’r an kwaa’m op mien fietse hen Dwingel egoane. Mien fietse haar ’k bee Wesseling teeg’n de mure anezet. Toe ’k de aandere mörn terogge ware in Dwingel was mien fietse weg. Die hef iene eliend en nooit weer terogge ebraacht. Ik heb een aandere fietse weer moot’n koop’m.

Ik heb mien verhael over de noodbrogge in de kaarke verteld
Ik heb laeter nooit ies wat van de Canadezen eheurd. Misschien Koers wel, dat weer ’k neet. We zeed’n onder mekaer: ”Wee hebt ’r nooit weer wat van eheurd, da’w de brogge weer kloar emeuk’n haar’n Van Deever hei’w niks eheurd, in Dwingel is ’r nooit meer over eproat. We hebt ’r laeter nooit weer wat van eheurd Koers hef ok gien contact meer ehad mit die Canadezen. Ik heb ok nooit gien contact meer ehad mit Koers, hee is toe ok nog al gauw noar de oorlog ’n keer weg egoane. Koers was een paer joar older dan ikke. Ik hebt d’r laeter mit de Noormannen nog wel ies over ehad. Die zee’n ok: Gek hè, Deever zeg niks, Dwingel zeg ok niks, d’r wödt nooit over eproat. As wee dit neet edoane haar’n, dan was ’t in Deever neet best ofeloop’m. D’r wödt nooit over prakkezeerd, as wee ’t neet edoane haad’n, wat d’r dan in Deever gebeurd was. Wee hebt d’r nooit weer wat van eheurd. Wee hebt d’r nog wè ’n paer moal over ehad onder mekaer (redactie: Albert Schipper doelt op de drie timmermannen Johannes Noorman, Albert Noorman en hij zelf) Een joar of veere, viefe eleed’n he’k ’t nog ies mit Johannes Noorman over de noodbrogge ehad. Hee begun d’r zölf over. Hee zee: ”Ie könt oe wel dood waark’n veur de meins’n, zee waardeert ’t toch nooit.” Ik zee: ”Wat hei dan te dood waark’n.” Hee zee toe: “Mit de oorlog ok, hei’w doar die noodbrogge emeak’n. Wat heur ie d’r van ! Gien meinse hei’w d’r ooit ies weer over eheurd!” Dan zegt Albert Schipper: “Verleed’n joar he’k hier (redactie: in Dwingelo) in de kaarke een lezing höll’n over de noodbrogge. Ik heb ’t neet meer op papier stoan, mien papiertie is vöt. Moar ie könt ja so oen koptillefoon op zett’n en dan mien verhael opskrie’m.”

Noot van de interviewer
Het moet hem een goed gevoel hebben gegeven, dat hij vorig jaar eindelijk werd uitgenodigd zijn verhaal over de bouw van de noodbrug in aanwezigheid van publiek te vertellen. En prachtig en aandoenlijk is dan hoe Albert Schipper, 93 jaar oud, maar levenswijs en bijzonder helder van geest, de interviewer zacht pratend wijst op het betrekkelijke van herinneringen uit een alweer lang verleden oorlogstijd: D’r is altied nog el ies wat ai vergeet, dat zö’j wel ontdekt hem’m. Zo now en dan schöt mee weer wat te bin’n. Ondertied komp mee weer van alles in ’t zin.” En hij lacht zachtjes. Er schoot hem heel wat te binnen. Maar geschiedenis is niet meer dan wat een geheugen in een paar uur prijs kan geven.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op de navolgende afbeelding van een luchtfoto is te zien de oude opgeknapte Dieverbrug, zoals deze er in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw bij lag. De noodbrug lag aan de kant van de Geeuwenbrug over de remmingwerken. 
Op de navolgende kleurenafbeelding is het schild van de Royal Canadion Dragoons te zien
In het Dagblad van het Noorden van 2 december 2007 stond het bijgevoegde overlijdensbericht van Albert Schipper.



Posted in An de Deeverbrogge, Canadees’n, Operatie Amherst, Opraekelen, Overlijdensbericht, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Van de keuning mög Obadja sien kaarkie bau’n

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 17 juni 1904 het volgende bericht over de publicatie van de statuten van de Vereeniging Ter Behartiging Van Godsdienstige Belangen Te Zorgvlied-Wateren in de Staatscourant, nummer 139

De Staatscourant bevat de statuten der Vereeniging ter behartiging van godsdienstige belangen te Zorgvlied-Wateren, gemeente Diever. Het doel der vereeniging is de bevordering van het godsdienstig leven onder de Protestanten. Zij tracht dit doel te bereiken door het oprichten en in stand houden van een gebouw voor godsdienstoefeningen en godsdienstonderwijs.

Afbeelding 1

In de krant Het Vaderland verscheen op 18 juni 1904 het volgende korte bericht over de publicatie van de statuten van de Vereeniging Ter Behartiging Van Godsdienstige Belangen te Zorgvlied-Wateren in de bijlagen van de Staatscourant, nummer 139.

Met nummer 139 van de Staatscourant worden verzonden afdrukken der statuten van de navolgende verenigingen: Vereeniging ter behartiging van godsdienstige belangen, te Zorgvlied-Wateren, gemeente Diever; ……………..

Afbeelding 2

Op donderdag 22 september 1904 schreef architect Oene Melles Meek uit Donkerbroek de volgende brief naar het college van burgemeester en wethouders van de gemiente Deever.

Donkerbroek 22 september 1904
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Diever.
Verzoekt ondergeteekende namens de heer F. Houwing in zijne hoedanigheid van Voorzitter der ‘Vereniging tot behartiging van godsdienstige belangen, gevestigd te Zorgvlied-Wateren, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van den 10 mei 1904, beleefd vergunning tot den bouw van een kerkje aldaar, waarvan calque en korte beschrijving hiermee gaan.
Wanneer daartegen geene bezwaren mochten bestaan, zal terugzending van de calque op prijs worden gesteld.
Met hoogachting inmiddels van Uwedelachtbaren, de dienstwillige dienaar,
O.M. Meek

Afbeelding 3 en 4

Bij de brief van 22 september 1904 van architect Oene Melles Meek uit Donkerbroek was ook een korte beschrijving van het kerkje gevoegd.

Korte beschrijving van een te bouwen kerkje voor de Hervormden te Zorgvlied van architect O.M. Meek
Het gebouw zal worden opgericht op een terrein tegenover Laanzicht aan de buurtweg te Zorgvlied, liggend op meer dan 00 m afstand van de R.C. Kerk.
Zoals op bijgaande calque is aangeduid zal het gebouw de volgende afmetingen bekomen, als:
lengte 9,25 m, breedte 5,80 m, hoogte der wanden 3,10 m, van het plafond 4,10 m boven de vloer, die op 0,25 m boven den omringenden grond wordt aangebracht.
Boven eene grondmuur worden de wanden samengesteld uit hout, dat inwendig met een laag drijfsteen wordt beklampt en gepleisterd.
De afdekking van plankhout en verglaasde muldenpannen.
De buitendeuren zullen naar buiten opendraaien.
Ten behoeve van de verwarming wordt een schoorsteentje gemaakt.
De vloer bestaat uit plankhout.
Donkerbroek, 22 september 1904.
O.M. Meek
arcitect.

Afbeelding 5 en 6

In de krant Het Nieuws Van Den Dag verscheen al op 20 december 1904 het volgende korte bericht over het in gebruik stellen van het kerkje der Vereeniging Ter Behartiging Van Godsdienstige Belangen op Zorgvliet-Woater’n, gemiente Deever

Te Zorgvlied (Dr.) is met eenige plechtigheid het nieuwe kerkje der ‘Vereeniging ter behartiging van godsdienstige belangen’ aldaar ingewijd door dr. Kan, uit Boijl.

Afbeelding 7

Afbeelding 8
Bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart van de nog niet verlengde kapel van Obadja an de Dorpsstroate op Zorgvliet was vanaf maart 1969 te koop bij het levensmiddelenbedrijf A. van der Heide an de Dorpsstroate op Zorgvliet.

Posted in Obadja, Zorgvliet | Leave a comment

De kaarke en de toor’n an de brink van Deever

De foto voor de hier afgebeelde ansichtkaart van de gemeentelijke toren en de kerk in de kaarketuun an de brink van Deever is in 1925 gemaakt. Let vooral ook op de groep kinderen bij de ingang van de kerk.

De maker van deze foto is Willem Egbert Mulder. Hij is een zoon van Jan Mulder en Roelofje Tissingh. Hij is geboren op 30 maart 1904 in de boerderij van de familie Jan Mulder in Oll’ndeever, tegenwoordig in het bezit van Roelof van Wester. De familie Mulder verhuisde omstreeks 1910 naar een nieuwe boerderij aan de Hoofdstraat in Deever, tegenwoordig Hoofdstraat 78, in Deever. Hij is overleden op 30 december 1965. Hij trouwde op 15 juni 1934 op 30-jarige leeftijd in Giethoorn met de 35-jarige Trijntje Steenbeek. Zij is geboren op 8 augustus 1898 en overleden in maart 1985. Willem Egbert Mulder was veeboer in Giethoorn.

Hij maakte in 1925 bij het fotograferen gebruik van 9×12 glasplaatnegatieven. De glasplaten waren van het merk Gevaert, type orthochrom anti halo. Willem Egbert Mulder moet een voor die tijd moderne camera hebben gehad, waarin de glasplaten konden worden geplaatst. Van hem is bekend dat hij de kelder van zijn buurman en boer-caféhouder Teunis Wesseling aan de Hoofdstraat, op de plaats waar tegenwoordig een zelfbedieningswinkel wordt uitgebaat, gebruikte als donkere kamer voor zijn fotohobby.

Willem Egbert Mulder heeft zijn glasplaat blijkbaar beschikbaar gesteld voor de productie van de hier afgebeelde ansichtkaart. Deze is geproduceerd en uitgegeven door Heinrich Walter Hartmann, fotograaf te Steenwijk.

Posted in Ansigtkoate, Kaarke an de brink | Leave a comment

Elfenkeuneginne Titania döt ut mit Spoel de Wever

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 21 april 1999 stond het volgende schokkende berichtje over een uitvoering van het toneelstukje Midzomernachtdroom van William Shakespeare uit Stratford-upon-Avon. Dit schokkende berichtje is als afbeelding 1 in dit bericht opgenomen.

Midzomernachtdroom
De Royal Shakespeare Company heeft 165 Britse scholen met plannen voor een bezoek aan Shakespeare’s ‘Midzomernachtdroom’ gewaarschuwd voor de expliciete seksscènes, die op het toneel in Stratford-upon-Avon te zien zijn. Dat gebeurde nadat een docent uit Coventry zich genoodzaakt voelde met zijn leerlingen van tien en elf jaar inderhaast het theater te verlaten, omdat de kinderen geheel overstuur waren geraakt, toen ze zagen hoe de elfenkoningin Titania de liefde bedrijft met Bottom, als ezel vermomd.
Leraar Stephen Mc.Graw van een katholieke school ui Coventry zei dat zijn uitstapje was veranderd in een nachtmerrie. “De dag was een complete ramp. Ik had het gevoel dat al mijn positieve verhalen over Shakespeare bij de voorbereiding helemaal voor niets waren.” Na zijn klacht gaf de toneelgroep toe dat het stuk niet zo geschikt is voor kinderen. McGraw kreeg het geld voor de kaartjes terug.
Maar de Royal Shakespeare Company wijst het verwijt van de hand dat het stuk opzettelijk is volgepropt met seksseènes.
Bij het ter perse gaan van dit nummer was de programmering van het Shakespeare openluchtspel in Diever nog niet bekend.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de kaarketuun (kaarkhof) an de neet-orisineel-saksische verinnewiède brinQ van Deever staat nog steeds het bronzen beeld Titania en Spoel de Wever in een seks-scene uit het toneelspel Midzomernachtdroom van William Shakespeare.
De in het bericht gebezigde naam Bottom wordt in de Nederlandse versie van het toneelstuk veelal vertaald met Spoel.  

Arie Teeuwisse heeft het beeld in 1971 gemaakt. Een foto van het beeld is te vinden in de webstee wikipedia.org.
Dezelfde foto is in de webstee wikipedia.org ook te vinden op de pagina met de lijst van beelden in de gemeente Westenveld (de gemiente Deever is helaas gedwongen opgegaan in de gemeente Westenveld).
In de webstee drenthekunstbreed.nl is een andere foto van het beeld van de elfenkoningin Titania en de ezel Spoel de Wever te vinden.
In de webstee wikipedia.org is ook een pagina met gegevens over Arie Teeuwisse (geboren op 9 mei 1919 in Amsterdam, overleden op 21 augustus 1993 te Uffelte) te vinden.
De redactie heeft de in dit bericht afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 13 november 2014.
De Toneelvereniging Diever moet nog tot 2049 wachten. Dan denkt en hoopt de vereniging 100 jaar te worden. Dus nog even volhouden. Dan krijgt de vereniging het zo vurig begeerde predikaat koninklijk opgespeld van de dan bijna 90-jarige koning Willem IV, die zichzelf Willem-Alexander noemt. Dan zal de naam van Toneelvereniging Diever met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden gewijzigd in Koninklijk Shakespeare Gezelschap. Het Deeverse filiaaltje van de Royal Shakespeare Company uit Stratford-upon-Avon.
In 1999 voerde het nog-niet-koninklijke Shakespeare Gezelschap het toneelstukje The Tempest in het openluchttheater an de Heezeresch op.

De Nederlandse vertaling van de Deeverse titel van dit bericht is:
Elfenkoningin Titania doet het met Spoel de Wever.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Beeld, Kuunst, William Shakespeare | Leave a comment

Ut lusefasdösie van de resterasie van de kaarke

De restauratie-commissie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw in de kaarketuin an de brink van Deever verkocht in de periode 1956-1959 lucifers in doosjes voorzien van een plaatje (ook wel merk of etiket genoemd) met een tekening van de toren en het kerkgebouw. Zie de bijgaande afbeelding.
De inkomsten uit de verkoop van deze lucifers kwamen ten goede aan de grote restauratie van de toren en het kerkgebouw. Alle beetjes helpen moet de restauratie-commissie hebben gedacht. Wie de magere inkomsten niet eert, is de vette subsidies niet weert.
De lucifers werden geproduceerd in de Nationale Luciferfabriek in Weert onder het merk Weerterlucifers.
De redactie is wel bijzonder benieuwd wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief in het bezit is van Deeverse lusefasdösies. De redactie wil bijzonder graag een afbeelding van het merk van deze doosjes tonen in ut Deevers Archief.
Zelf smaakt de redactie het niet onverdeelde genoegen een lucifersdoosje met reclame voor molen De Vlijt in Oll’ndeever in zijn bezit te hebben.

Posted in Kaarke an de brink, Lusefasdösie, Toor'n an de brink | Leave a comment

Skiere olde ansichtkoate van swömbad Deeversaand

Van het openluchtzwembad Dieverzand an de Bosweg op Berkenheuvel in Deever is in de loop van de jaren van het bestaan van dit zwembad in de open lucht een aardig aantal mooie zwart-wit ansichtkaarten uitgegeven. Stel jij je eens voor dat jij deze allemaal in jouw mooie luxueus uitgevoerde verzamelalbum zou hebben.
De redactie van ut Deevers Archief wil de zeer gewaardeerde trouwe bezoekers van ut Deevers Archief bijgaand afgebeelde ansichtkaart, die vlak na de Tweede Wereldoorlog is uitgegeven, niet onthouden.
Let vooral op de primitieve lage houten duikplank aan de linker kant en de hoge houten duikplank in het midden, die later is vervangen door un stoal’n duuktoor’n (duiktoren).
De bezoekers van ut Deevers Archief worden opgeroepen van ansichtkaarten en foto’s die zij in hun bezit hebben een goede scan te maken en deze naar de redactie van ut Deevers Archief te sturen. De redactie zal deze met heel veel plezier publiceren.

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 18 mei 1951 het volgende korte bericht over verbeteringen aan het openluchtzwembad Dieverzand.

Diever. Het zwembad Dieverzand alhier heeft een belangrijke verbetering ondergaan. Om het gehele bassin is een betonrand aangebracht, wat aan het uiterlijk zeer ten goede komt. Verder is de oude houten springplank vervangen door een stalen springtoren, zodat de duikers straks ook hun hart kunnen ophalen. Het diepe bassin is bovendien vergroot. Het bad zal aanstaande zaterdag voor het publiek opengesteld worden.

abracadabra-129

Posted in Ansigtkoate, Bosweg, Swömbad Deeverse Saand | Leave a comment

Ut hüsie woar mien opa en oepoe hept ewoont

De in Amsterdam wonende, maar in Deever geboren en getogen Jacob (Jaap, Japie) Koning stuurde op 22 mei 2016 de volgende reactie naar ut Deevers Archief. Het betreft een reactie op het bericht De olde kouwe van Oaltie Keuning-Hoaveman. De redactie is Jacob (Jaap, Japie) Koning zeer erkentelijk voor deze reactie. 

Volgens mij wordt het woord ‘kouwe’ hier gebruikt in de denigrerende betekenis van ‘kooi’. Een aanduiding voor een in elkaar getimmerd schuurtje, waarvan het dak lekt en waar de wind doorheen blaast door de kieren tussen de planken.
Het was het huisje waar mijn grootouders hebben gewoond. Ik kwam er als kind vaak.
Het dak lekte niet en de wind kwam niet binnen, maar verder was het behoorlijk primitief. De vloer bestond nog uit leem en stromend water of een pomp was er niet. De laatste jaren woonde mijn grootmoeder daar alleen en ik haalde als jongetje een paar keer per week een grote emmer water bij de buren en zette die dan in een halletje neer, zodat opoe Koning altijd water in huis had.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het woord ‘kouwe’ heeft in ut Deeverse dialect – voor zover de redactie zich dat kan herinneren – drie betekenissen, te weten: kooi, huis en snee.
Wijken alleskunner Klaas Kleine (dertien of meer ambachten en absoluut geen twaalf ongelukken) – van nature wel kritisch en een beetje cynisch – heeft het woord ‘kouwe’ hier vast en zeker in de betekenis van ‘huis’ gebruikt. 

Posted in Deever, Deevers, Klaas Kleine, Peperstroate | Leave a comment

Un olde automobiel in de Deeverse bos

Op 10 oktober 1940 stuurde Marie Donker bijgaand afgebeelde ansichtkaart aan haar man Klaas van der Veen.

De kaart was geadresseerd aan:
Den Heer K. van der Veen
Militair Hospitaal Zaal 75
Springweg 21
Utrecht

Het schrijfgedeelte van de ansichtkaart bevat de volgende tekst:
Lieve Man,
Ik ben goed overgekomen.
Was om 11 uur thuis.
Trijntje en Grietje Haanstra hebben mij kort bij Steenwijk weg gehaald.
Nu dat vond ik fijn.
Hier alles nog bij het oude eindig ik.
Groeten Marie
Iekje en Tante
Tot Ziens

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is bekend met tientallen zwart-wit ansichtkaarten van de Deeverse bos, maar kent slecht één ansichtkaart, waarop een oude automobiel is te zien en dat is de bijgaand afgebeelde ansichtkaart. Nu was het niet zo dat iedereen maar in het landgoed Berkenheuvel van mr. Albertus Christiaan van Daalen of in de bossen van de Nederlandse belastingbetaler met de automobiel mocht rondrijden. Dat was op het landgoed Berkenheuvel voorbehouden aan mr. A.C., zijn familie en zijn vrindjes.
De redactie herinnert zich dat hij met Albertus Christiaan Doorman, de eerste kleinzoon van mr. A.C. met zijn voornamen, in een oude Landrover door de bossen van Berkenheuvel crosste. Die bossen waren toen al eigendom van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten Uit Het Verre ’s Graveland geworden. Albertus Christiaan Doorman werd toen aangehouden door een jong kwaad kijkend boswachtertje van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten Uit Het Verre ’s Graveland. Het boswachtertje dacht een vette uitbrander en een vette bekeuring uit te kunnen delen: ‘U weet toch dat dit bosgebied verboden is voor auto’s ?’ Maar Albertus Christiaan Doorman toonde een speciaal papperasje, waarop stond dat hij tot aan zijn dood met zijn auto vrij toegang had tot het landgoed Berkenheuvel van zijn grootvader mr. A.C.. Dat hadden de nazaten van mr. A.C. zo bedongen bij de verkoop van het landgoed Berkenheuvel aan de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten Uit Het Verre ’s Graveland. Het boswachtertje vond dat uiteraard absoluut onacceptabel, maar kon zijn vette uitbrander en zijn vette bekeuring niet uitdelen.
De redactie zou van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief wel graag willen weten wáár in de Deeverse bos de foto voor de hier afgebeelde ansichtkaart is gemaakt.
De afzender van de ansichtkaart is Marie Donker. Zij is geboren op 2 juli 1909 op Woater’n. Zij is overleden op 4 januari 1977. 

De ontvanger van de ansichtkaart is Klaas van der Veen. Hij is geboren op 29 juni 1907. Hij is 50-jarige leeftijd overleden op 30 juni 1957.
Marie Donker was getrouwd met Klaas van der Veen. Klaas van der Veen en Marie Donker liggen op Zorgvliet begraven op de neeje kaarkhof aagter Obadja an de aandere kante van de weg.
Klaas van der Veen was als soldaat zwaar gewond geraakt bij oorlogshandelingen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Vandaar dat hij in oktober 1940 nog in het militaire ziekenhuis in Utrecht lag. Hij herstelde niet van de verwondingen. Hij was oorlogsinvalide tot zijn vroege overlijden.
De heer Th. Broekema kocht in 1957 het boerderijtje/keuterijtje van Marie Donker, de weduwe van Klaas van der Veen, op Woater’n en begon in het boerderijtje een wilde-zwijnen-farm.
De weduwe Marie Donker verhuisde van Woater’n naar ut Kastiel in Deever, waar ze tijdelijk ging inwonen bij Pieter Doggen en Anke Goettsch. Daarna 
kocht ze het huis op de hoek van de Kloosterstraat en de Binnenesch van Abel Kamer. Haar laatste levensjaren woonde ze in een bejaardenwoning in de Weier in Deever.
Trijntje Haanstra is te zien op een foto van de leerlingen van de skoele op Woater’n uit 1925.
Grietje Haanstra is te zien op een foto van de leerlingen van de griffemiède skoele in Deever uit 1934.
De redactie weet nog niet wie Iekje is en wie Tante is.


Posted in Ansigtkoate, Woater’n | Leave a comment

De villa Villa Cornelia is publiek bee insate eveilt

Op 15 april 1892 verscheen in de krant het Nieuws van den dag de volgende advertentie over de publieke verkoop van Villa Cornelia op Zorgvliet.

Publieke Verkoop “Villa Cornelia”, (naaste station Peperga).
Op donderdag 20 april eerst komende des middags te 12 uur, zal ten huize van Rudolphus, te Zorgvlied, gemeente Diever, publiek bij inzate worden geveild, ten verzoeke van den weledelgeboren heer Du Crocq, te Amsterdam:
De ‘Villa Cornelia”, staande te Zorgvlied, gemeente Diever, nieuwgebouwd en zeer doelmatig ingericht woonhuis; beneden: 3 geplafonneerde kamers met gang, keuken en kelder; boven: twee logeerkamers, meidenkamer en zolder. Flinke bak voor regenwater en een pomp met welwater.
Het terrein is ongeveer 50 aren groot, met opgaand hout, vijver en vruchtbaren moestuin.
Aanvaarding dadelijk na den palmslag, begin mei eerst komende.
Inlichtingen te bekomen bij mr. L.G. Verwer, te Zorgvlied, gemeente Diever, en ten kantore van
mr. J. Beckeringh van Loenen,
notaris te Dwingelo.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Toch wel een enigszins belangwekkende advertentie. Naast villa Villa Nova en villa Villa Aurora liet mr. Lodewijk Guillaume Verwer blijkbaar ook villa Villa Cornelia bouwen.
De architect van deze villa zal de heer H.G. du Crocq uit Amsterdam zijn geweest, die was ook de architect van villa Villa Nova en villa Villa Aurora en zal als bouwmeester van het werk zijn opgetreden.
Waarom verzocht de heer du Crocq om de verkoop van de villa ? Was hij gevolmachtigde van mr. Lodewijk Guillaume Verwer en was hij ook de eigenaar of mede-eigenaar van villa Villa Cornelia ? En wanneer is villa Villa Cornelia gebouwd ? En wat was de reden van de verkoop van het pas gebouwde huis ?
Was Rudolphus in die tijd de plaatselijke kroegbaas, zo ja waar stond dan zijn kroeg ?
Het zou best een zo kunnen zijn dat villa Villa Cornelia is gekocht door de eigenaren van het sigarenfabriekje op Zorgvliet, want in 1895 werd deze villa bewoond door Langemeier en de Vries, twee van de drie eigenaren van het sigarenfabriekje.
Als dit soort vragen zouden mooi uitgezocht kunnen worden door de plaatselijke dorpskrachten, die lid zijn van de dependance Zorgvliet-Woater’n-Olde Willem van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de bijgevoegde kleurenfoto van villa Villa Cornelia gemaakt op 21 november 2014.
In het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven Magnus Opus Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever is in het hoofdstuk Zorgvlied op bladzijde 206 een afbeelding van het hier afgebeelde krantenbericht.

Reactie van de heer G.J. van Opzeeland van 1 september 2017
De getoonde woning is later aan de Rooms Katholieke kerk geschonken en is bewoond geweest door de familie Theo van Opzeeland.

Posted in Dorpskracht, Lodewijk Guillaume Verwer, Villa Cornelia, Zorgvliet | Leave a comment

Greinspoaltie 74 stiet ok bee de vurropte Tilgröppe

De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto (afbeelding 1) van greinspoaltie LXXIV (greinspoaltie 74) gemaakt op 21 november 2014. Dit greinspoaltie stond op de genoemde datum bij de toen nog bestaande Tilgröppe in de Olde Willem. Het greinspoaltie staat nog steeds op zijn oorspronkelijke plaats.
De redactie heeft de kleurenfoto voor afbeeldingen 2, 3, 4 en 5 van greinspoaltie LXXIV (greinspoaltie 74) gemaakt op donderdag 22 november 2019.
Greinspoaltie LXXIV (greinspoaltie 74) staat op de grens van de gemiente Deever in de provincie Drente en de gemeente Ooststellingwerf in de provincie Friesland en staat nu bij de vernielde Tilgröppe, daar waar de grens tussen greinspoaltie LXXIII (greinspoaltie 73) en greinspoaltie LXXIV (greinspoaltie 74) de vernielde Tilgröppe kruist. Zie afbeelding 2, waarop greinspoaltie LXXIII (greinspoaltie 73) op de achtergrond en greinspoaltie LXXIV (greinspoaltie74) op de voorgrond is te zien.
Dus greinspoaltie LXXIV (greinspoaltie 74) staat aan de Drentse kant van de vernielde Tilgröppe.
Ook dit roestgevoelige gietijzeren greinspoaltie bevindt zich in een uitstekende staat van onderhoud. Dit greinspoaltie is tegenwoordig alleen te voet met lieslaarsen aan te bereiken

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Afbeelding 5

Posted in Aarfgood, de Olde Willem, Greinse, Greinspoal, Tillegröppe | Leave a comment

Greinspoaltie 55 stiet an de Appelsgascheweg

De redactie van ut Deevers Archief heeft in een apart bericht een lijst van negenendertig grenspaaltjes op de grens van de gemiente Deever die tevens grens is tussen de provincie Drente en de provincie Friesland opgenomen.
Greinspoaltie LV (greinspoaltie 55) staat iets ten westen van de Appelschaseweg-Canada.
De redactie heeft de eerste hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op woensdag 19 september 2018.
De redactie heeft de hier afgebeelde tweede, derde, vierde en vijfde kleurenfoto met de herfstkleuren gemaakt op donderdag 22 november 2019.
In google.nl/maps zijn ook afbeeldingen van greinspoal LV (greinspoal 55) te vinden, waaronder bijgaande afbeelding uit maart 2019.
De redactie toont hier een stukje van een topografische kaart uit omstreeks 1932. Op dit stukje kaart zijn de nummers van enige Drents-Friese greinspoalties aangegeven, waaronder greinspoaltie LV (greinspoaltie 55).
De Hoge Heren Van De Voorkant Van Het Grote Gelijk Van De Gemeente Ooststellingwerf hebben helaas pal naast het fraaie goed onderhouden gietijzeren greinspoaltie een vreselijk storend en schreeuwerig propagandabord neergezet. Het bord staat nog net niet in de gemiente Deever. Maar zou wel moeten worden geëlimineerd.
Gelukkig is de tekst op het bord niet in het Fries weergegeven, dat zou niet zo aardig zijn voor de bewoners van de gemeente Ooststellingwerf die ut Stellingwaarfs (het Stellingwerfs) nog spreken. Ut Stellingwaarfs (het Stellingwerfs) is geen Nederlands dialect maar een Nedersaksisch dialect dat alleen nog door ouderen wordt gesproken in met name de kleine kernen van de gemeenten Oost- en Weststellingwerf.
De redactie is vast besloten van elk van de nog aanwezige greinspoalties op de Dreins-Freese greinse in de gemiente Deever een afbeelding in ut Deevers Archief opnemen. Ech wè.
De redactie nodigt de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief graag uit te reageren met foto’s van greinspoalties en een juiste beschrijving van hun standplaats.

Posted in Aarfgood, Greinse, Greinspoal, Woater’n | Leave a comment

Schildereeje ut ‘Binn’nhuus Deever (Drente)’

De Rijswijkse kunstschilder Adrianus (Arie) Johannes Zwart (geboren op 30 augustus 1903 in Rijswijk, overleden op 27 augustus 1981 in Laren) maakte een schilderij met de titel Binnenhuis Diever (Drenthe). Zie de bijgaande afbeelding.
Het schilderij is met olieverf op een doek aangebracht en is voorzien van een handtekening van de schilder. Het schilderij is in december 2018 via een veiling van eigenaar verwisseld.
De grote vraag is natuurlijk of Arie Zwart dit schilderij daadwerkelijk binnen de grenzen van de gemiente Deever in een binnenhuis heeft geschilderd. Feit is wel dat de schilder en zijn gezin in de Tweede Wereldoorlog in een woonbootje in Meppel woonden. Het zou best wel eens zo kunnen zijn dat Arie Zwart de gemiente Deever in die tijd wel een keer heeft bezocht.
De redactie van het Deevers Archief is echter van mening dat Arie Zwart het schilderij wel de titel Binnenhuis Diever (Drente) heeft gegeven, maar dat dit schilderij niet in een binnenhuis in de gemiente Deever is geschilderd, ondanks het feit dat de dorpen en gehuchten en boerderijen in de gemiente Deever vóór en in de Tweede Wereldoorlog nog zeer pittoresk (mooi om te zien en met de uitstraling dat het leven er rustig en prettig is) waren en dat kunstenaars daardoor werden aangetrokken.
Arie Zwart was een zeer productief schilder en heeft veel schilderijen van binnenhuizen gemaakt, erg sterk gelijkend op het schilderij met de titel Binnenhuis Diever (Drente), maar met titels, zoals Binnenhuis Wierden en Oud Brabants binnenhuis te Lage Mierde.
Maar wellicht is Arie Zwart wél in de gemiente Deever geweest en vond hij wél een schilderswaardig binnenhuis. Dat binnenhuis was dan zo te zien niet de steriele kille voorkamer of steriele kille opkamer in de boerderij van een dikke naast de klompen lopende boer, die bijvoorbeeld an de brink van Deever woonde. Het zou eerder het binnenhuis van een keuterboerderijtje op ’t Kastiel of op Kalter’n kunnen zijn geweest, want in keuterboerderijtjes werd in het voorhuis wél echt geleefd.
Het vroege werk van Arie Zwart is vrij donker van toon, pas omstreeks 1940 gaat hij over op een lichter palet. Het schilderij met de titel Binnenhuis Diever (Drente) is daarom met schier aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ná 1940 gemaakt. Het binnenhuis is impressionistisch, romantisch en nostalgisch geschilderd, zo zagen binnenhuizen in de gemiente Deever er na 1940 zeker niet meer uit. Kortom Arie Zwart heeft bij het schilderen op zijn woonbootje in Meppel ten zeerste zijn overschilderfantasie gebruikt.

Posted in Kuunst, Skildereeje | Leave a comment

In de tuun aachter ut huus van de boo’mmeister

Bijgaand afgebeelde zwart-wit foto is gemaakt op 18 juni 1934. De redactie van ut Deevers Archief wil bijzonder graag de naam van de maker van de hier afgebeelde foto in dit bericht vermelden, maar weet helaas niet wie de maker is. De redactie heeft wel het vermoeden dat de maker van deze foto dezelfde is als de maker van twee schoolfoto’s op 18 juni 1934.
De redactie heeft omstreeks 2006 bij Johannes (Hans) Hendrik van Eisden, zoon van Hendrikus (Henk) Andries van Eisen, die toen in de wijk Oosterboer van Meppel woonde, een scan gemaakt van het bij hem aanwezige exemplaar van de hier afgebeelde foto.
Op deze foto zijn – voor zover bij de redactie bekend – de volgende personen te zien.
Bovenmeester Hendrikus (Henk) Andries van Eisden zit aan de rechterkant in een rieten tuinstoel. Hij is geboren op 5 mei 1899 in Steenwijkerwold. Hij is overleden op 13 oktober 1987 op 88-jarige leeftijd in Meppel. Hij is gecremeerd in Meppel. Hij was van 1 april 1930 tot 1 april 1936 hoofd van de openbare lagere school an de Heufdstroate in Deever. In Meppel was hij hoofd van de Vledderschool. Let op de witte schoenen van Hendrikus (Henk) Andries van Eisden.
Hendrik (Henk) Andries van Eisden was de oprichter van het Hervormde Kerkkoor en van de gymnastiekvereniging. Hij was propagandist van de de afdeling Drente van de Bond voor Staatspensionering. Hij was voorzitter van het Centraal Genootschap. Van hem was bekend dat hij ’s avonds bijna nooit thuis was. Hij was altijd op pad voor ‘zijn’ school en voor dorpsactiviteiten.
Bij bovenmeester Hendrikus (Henk) Andries van Eisden staat zijn zoon Johannes (Hans) Hendrik. Hij is geboren op 8 januari 1930 in Meppel. Hij is overleden op 18 oktober 2013 in Meppel.
De bij het tafeltje zittende vrouw is Pietronella (Pietje) Hoek. Zij is de echtgenote van Hendrikus (Henk) van Eisden. Zij is geboren op 23 november 1900 in Steenwijkerwold. Zij is overleden op 27 november 1982 in Meppel, zij was toen 82 jaar oud. Let vooral ook op de witte schoenen van Pietronella (Pietje) Hoek.
De op het tafeltje zittende vrouw is juffrouw Johanna Philippina Hatzmann. Zij is geboren op 24 mei 1886 in Hoogersmilde. Zij is overleden op 16 februari 1949 in Dwingel. Zij was toen 62 jaar oud. Zij was getrouwd met caféhouder Harm Janssen, die een café op de Smilde had.
De op de grond zittende vrouw is juffrouw Rigtje Johanna van der Land. Zij is geboren op 1 november 1909 in Steenwijkerwold. De redactie weet nog niet wanneer zij is overleden.
Het meisje naast juffrouw Rigtje Johanna van der Land is Klazina (Ina) Theodora, dochter van Hendrikus (Henk) Andries van Eisden en Pietronella Hoek. Zij is geboren op 5 mei 1925 in Meppel. Zij is overleden op 15 augustus 1974 in Amsterdam
Het meisje in de tent is Trijntje (Trijn) Figeland, een vriendinnetje van Ina van Eisden. Trijntje (Trijn) Figeland is geboren op 16 juni 1923. De redactie weet nog niet wanneer zij is overleden. Zij was een dochter van de fabrieksmolenaar Hendrik Figeland en Jantje Dekker.
De op de grond zittende jongen aan de linkerkant is Willem (Wim) Frederik, zoon van Hendrikus (Henk) van Eisden en Pietronella Hoek. Hij is geboren op 25 maart 1927 in Meppel. Hij is overleden op 18 februari 1958 in Hilversum, hij was toen 30 jaar oud.
De redactie van ut Deevers Archief heeft nog niet kunnen achterhalen wie die sagrijnig en arrogant kijkende tamelijk jonge man is, die in de rieten tuinstoel aan de linkerkant van de foto hangt. Hij is gekleed in een deftig driedelig pak en draagt glimmende kalfsleren schoenen. Let vooral ook op de scherpe plooi in zijn broek. Was hij een soort van opperhoofdinspecteur van het lager onderwijs uit het verre Den Haag, die na zijn inspectie van de openbare lagere school van Deever een kopje thee kwam drinken in de bepaald niet kleine tuin van het huis van de bovenmeester tegenover de openbare lagere school aan de Hoofdstraat ? Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief zijn naam weet, die moet het vooral melden.
De redactie van ut Deevers Archief heeft in een detail van een topografische kaart uit 1930 met een zwarte pijl de plaats van de woning van de bovenmeester an de Heufdstroate in Deever aangegeven.
De redactie heeft de bijgaand afgebeelde kleurenfoto gemaakt op vrijdag 15 december 2023. Het Bloemenhuis Hofman was toen niet meer fysiek gevestigd in de oude bovenmeesterswoning.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Posted in Juffrouw Van der Land, Legere skoele in Deever | Leave a comment

De ingang tot het weiland ‘de Helprichskaampe’

De redactie van ut Deevers Archief kreeg in de jaren 2000-2008 bij zijn bezoeken aan wijlen Anne Mulder – un echte Deeverse uut de Aachterstroate – die eerst an de Kloosterstroate in Deever, daarna in Gasselte en later in Assen woonde – steeds van hem verhalen, schrijfsels, artikelen, krantenknipsels en documenten over Deever ter hand gesteld met de bedoeling deze voor hem al dan niet in geredigeerde vorm te publiceren.
Het is de redactie bij het leven van Anne Mulder helaas niet gelukt al zijn Deeverse documenten in het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever, te publiceren, dan maar postuum – en met alle respect – en beetje bij beetje opnemen in ut Deevers Archief.
Tussen de documenten zat ook een kleurenfoto, die Anne Mulder omstreeks 1970 heeft gemaakt. Het betreft een foto van het toegangsweggetje naar het weiland met de veldnaam de Helprichskaampe an de Hoarweg in de bos van Deever. Deze tijdloos lijkende foto is het zeker waard uitgegeven te worden als ansichtkaart.
De redactie vermoedt dat de veldnaam de Helprichskaampe niet is vermeld in het voor Deever onvolprezen en uiterst belangrijke cultuurhistorische standaardwerk ‘Veldnamen gemeente Diever omstreeks 1832’, dat de heemkunduge vurening uut Deever in 2013 in een te beperkte oplage heeft uitgegeven. In dit standaardwerk zijn de veldnamen van alle percelen in de gemiente Deever op de kadastrale atlas van 1832 verzameld en in kaart gebracht.
Het zou best eens zo kunnen zijn dat het perceel land met de naam de Helprichskaampe na 1832 via vererving of verkoop is ontstaan uit een opdeling van een groter perceel land met een veldnaam, die wél in het genoemde standaardwerk is vermeld en dat het nieuwe perceel pas (ver) na 1832 de naam de Helprichskaampe (het stuk land van Helprich …..) heeft gekregen. De redactie heeft de veldnaam de Helprichskaampe toegevoegd aan de Deeverse erfgoedlijst.
De redactie nodigt bij deze de Heren Veldnamenexperts Van De Heemkunduge Uut Deever uit te reageren op dit bericht.

Posted in Aarfgood, Veldnème | Leave a comment

Jacobus Franciscus lig bee de kaarke in Buil

Op de hof van de kerk van Buil (Boijl) in de buurt van Zorgvliet ligt landbouwondernemer Jacobus Franciscus de Ruiter de Wildt (geboren in Nieuwer Amstel, 20 december 1800, overleden in Deever (op Woater’n), den 25 november 1870) en stichter van Zorgvliet al meer dan honderd en vijftig jaar in de buurt van de kerk en de apart staande houten klokkestoel onder een grote brede deksteen begraven. Ruimte voor twee personen zou je zo zeggen. Echter zijn echtgenote jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfeldt ligt niet onder de grote brede deksteen, die hebben ze ergens in Arnhem begraven.
De muurtjes die de deksteen dragen zijn nog niet zo heel lang geleden opnieuw opgemetseld (door wie en voor wiens rekening ?). Op de hof van de kerk in Buil (Boijl) worden nog steeds mensen begraven. Zo hoort het ook. Dat kom je niet veel meer tegen. De redactie van ut Deevers Archief heeft beide hier afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op 11 april 2013.

Posted in de Ruiter de Wildt, Zorgvliet | Leave a comment

Greinspoaltie 49 an de Mond’n op Zorgvliet

In de webstee www.lc.nl van de Leeuwarder Courant verscheen op 22 september 2011 het volgende bericht:
Grenspaaltjes Friesland-Drenthe gerestaureerd
ZORGVLIED – Met de herplaatsing van grenspaal 49 op de Fries-Drentse grens bij Zorgvlied is een restauratieproject van de provincie Fryslân voltooid. Van de 148 gietijzeren palen die de grens sinds 1894 afbakenden, waren nog 51 over. Deze zijn allemaal opgeknapt. Beide provinciewapens zijn op de paaltjes te zien.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Greinspoaltie IL (je mag blijkbaar ook XLIX of XXXXVIIII of XXXXIX noteren) (dat wil zeggen greinspoaltie 49) op de grens van de provincie Friesland en de provincie Drente staat op Zorgvliet in de gemiente Deever bij camping De Twee Provinciën.
Bij dit greinspoaltie staat een paaltje waaraan het straatnaambordje ‘De Monden’ is bevestigd. Het gegalvaniseerde paaltje staat op kosten van de gemeente Westenveld in het gebied van de gemiente Deever op ongeveer 20 cm van de grens. Daar komt de gemeente Ooststellingwerf mooi mee weg.
Het  roestgevoelige gietijzeren greinspoaltie IL (greinspoaltie 49) bevond zich op 11 december 2019 nog in een goede staat van onderhoud. Dit greinspoaltie is helaas wel kwetsbaar voor diefstal, want gemakkelijk bereikbaar met een auto met aanhanger.
De redactie heeft de eerste kleurenfoto gemaakt op 21 november 2014. De redactie heeft de tweede en de derde kleurenfoto, waarop een stukje van de weg met de naam ‘de Monden’ is te zien, gemaakt op woensdag 11 december 2019.
In google.nl/maps zijn ook afbeeldingen van greinspoaltie IL (greinspoaltie 49) te vinden, waaronder een afbeelding uit maart 2019.

Posted in Aarfgood, Greinse, Greinspoal, Zorgvliet | Leave a comment

Greinspoaltie 45 stiet an de Verwersweg op Zorgvliet

In 1886 werden de gemeenten op de grens van Friesland en Drente gevraagd het tracé en de markering van de grens te controleren. In 1894 zijn 147 gietijzeren palen op de grens van de provincie Drente en de provincie Friesland geplaatst.
De zwart-witte paaltjes staan ongeveer 60 cm boven het maaiveld en een even groot deel van het paaltje zit onder de grond. De paaltjes stonden gemiddeld 500 meter uit elkaar en staan op oude kaarten als GP met een getal aangegeven.
Op een grenspaaltje staat het wapen van de provincie Friesland aan de Friese kant van het paaltje en staat het wapen van de provincie Drente aan de Drentse kant van het paaltje. Zo te zien is dat bij grenspaaltje XLV (grenspaaltje 45) wel in orde.
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaande kleurenfoto vroeg in het voorjaar op 9 april 2013 gemaakt.
Op de foto is greinspoaltie XLV (grenspoaltie 45) in de berm aan de zuidzijde van de Verwersweg op Zorgvliet te zien.
In google.nl/maps zijn ook afbeeldingen van greinspoaltie 45 (greinspoaltie 55) te vinden, waaronder bijgaande afbeelding uit maart 2019.

Posted in Greinse, Greinspoal, Zorgvliet | Leave a comment

Ut anplakbiljet van ut eup’mlogtspel Hamlet

Mensen kunnen van sommige posters van het openluchtspel in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever menen dat het kunst is of in de buurt van kunst komt of kitsch is. Dat is hun goede recht. De redactie van ut Deevers Archief vindt het in elk geval geen kitsch.
De 2011-poster, waarop de opvoering van het stuk Hamlet van William Shakespeare wordt aangekondigd, lijkt zo eentje te zijn. Kunst of geen kunst, dat is de subjectieve vraag.
De redactie van ut Deevers Archief vindt de afgebeelde poster geen kunst, maar een kunstig gemaakt object.
De vraag rijst of een absolute definitie van kunst bestaat ? Een definitie die objectief bepaalt: Het is kunst of het is geen kunst. Het antwoord is natuurlijk nee.

Posted in Deever, Eup’mlogtspel, Kuunst | Leave a comment

Aan den Jongeheer Dirk de Wit Dz. in Bovenkarspel

Naast zwart-wit ansichtkaarten met dorpsbeelden waren in 1917 op Zorgvliet ook kaarten, zoals de hier afgebeelde verkrijgbaar. Een uitgever kon dit soort kaarten in grotere goedkopere hoeveelheden drukken, dan ansichtkaarten. Als hij in een stad, dorp of gehucht een klant voor 100 of 200 of wat voor ander aantal exemplaren dan ook had gevonden, dan kon hij in de witte rechthoek de naam van de plaats stempelen, in dit geval Zorgvliet in Drente (an de aandere kaante van de Deeverse bos).

De kaart is gestuurd aan den Jongeheer Dirk de Wit dz., p/a den D. de Wit, Bovenkarspel, Noord-Holland.

De tekst op de achterkant van de kaart luidt als volgt.
Wateren, 15 juni 1917,
Beste Vriend,
Hiermede bericht ik je dat ik verleden week goed en gezond ben gearriveert (redactie: gearriveerd).
En het eerste waar men hier over klaagde was over de droogte en ook dat er geen gras wilde groeien.
Meer nieuws was hier ook niet.
Schrijft u ook eens hoe het bij jullie er bij staat.
Ontvangt allen de hartelijke groeten van uw vriend.
Hein

Op 15 juni 1917 zat Zorgvliet in het midden van een unieke hittegolf, namelijk eentje van 10 dagen achter elkaar, en dat nog wel in deze periode van het jaar! Van 10 tot en met 19 juni 1917 had De Bilt 10 zomerse dagen op rij, en van 16 tot en met 18 juni 1917 zouden de vereiste 3 tropische dagen ook komen. En dat dus juist in de tweede helft van juni, wanneer het gemiddeld genomen 2 van de 3 jaren wisselvallig is.

Het gedicht op de prentkant van de kaart luidt als volgt.
Zij heeft zelf haar op de post gedaan,
Uit angst dat iemand ’t zou vergeten.
Want al, wat in die brief moog’ staan,
Zou zij voor niemand willen weten.
Zij beschreef haar liefde en ook haar groeten,
Met de wensch hem spoedig te ontmoeten.

Uit de tekst is op te maken dat vriend Hein zeker geen toerist was.
De grote vraag is dan natuurlijk wat deed toch die vriend Hein in Zorgvliet ?

Posted in Ansigtkoate, De aandere kaante van de Deeverse bos, Zorgvliet | Leave a comment

Bakkereeje en kruudenierswinkel van Alle Brouwer

Op deze zonnige zomerdag in 1930 ligt de brood-, koek- en banketbakkerij en kruidenierswinkel van Alle Brouwer aan de Dorpsstraat op Zorgvliet er rustig en gezellig bij. Het is een echte dorpswinkel geweest. Op de geëmailleerde reclameborden staan wervende teksten voor Ster tabak (pruimtabak, de boerenbevolking van Wateren en Zorgvliet pruimde) en Douwe Egberts koffie. Een houten fietsrek met reclame voor koffie, thee en tabak van Van Nelle staat bij de ingang. Links naast het pand van de familie Brouwer woonde de familie Schwering. Rechts staat het oude café De Harmonie met het karakteristieke overstekende dak van Jan van Opzeeland.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie stelde in 2003 ten behoeve van de leden van de plaatselijke heemkundige vereniging de zo genoemde ‘historische kalender’ (hoe kan een kalender historisch zijn ?) voor het jaar 2004 samen.
Deze foto stond afgebeeld op het kalenderblad voor de maand juni 2004.
De redactie herinnert zich het samenstellen van deze kalender als een bijzonder leerzame wandeling op de wegen der vrijheid.


Posted in Bedrief, Dorpsstroate, Neringdoende, Topstuk, Zorgvliet | Leave a comment

De brons’n vuurpot uut de Vledder Oa

In de krant ‘de Grondwet’ verscheen op 3 augustus 1937 het volgende korte bericht over de vondst van een bronzen vuurpot in de Vledder Aa.

Diever. Bij de graafwerken voor het maken van een nieuwe brug over de Vledder Aa kwam op een diepte van ongeveer 1 meter beneden den bodem van het stroompje een bronzen vuurpot te voorschijn.
Het voorwerp kon geheel gaaf geborgen worden, alleen het hengsel werd beschadigd.
Naar we vernemen is de vuurpot afgestaan aan dr. van Giffen, de bekende archeoloog.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is bezig met pogingen te achterhalen waar deze vuurpot, een zo genoemde Spaanse legerpot, is gebleven.

Op 21 oktober 2015 verstuurde de redactie het volgende e-mail bericht naar het Drents Museum in Assen:
Geachte heer/mevrouw,
In de krant ‘de Grondwet’ verscheen op 3 augustus 1937 het bijgevoegde korte bericht over de vondst van een bronzen vuurpot in de Vledder Aa bij Diever.
Is het Drentsch Museum in het bezit van deze vuurpot ? Zo nee, weet u waar deze vuurpot is gebleven ? Wanneer werden in Drenthe bronzen vuurpotten gebruikt ?

Al direct op 22 oktober 2015 ontving de redactie het volgende antwoord van de conservator archeologie drs. Vincent van Vilsteren van het Drents Museum in Assen
Geachte heer,
Hartelijk dank voor uw bericht over de bronzen pot uit de Vledder Aa.
Mij is de vondst van deze pot niet bekend. En ik heb toch al verschillende malen over bronzen potten in Drenthe gepubliceerd. Ik ben daarom heel blij met deze nieuwe pot. Nog blijer zou ik zijn als ik wist waar die gebleven is. Hij is in ieder geval niet in de collectie van het Drents Museum terecht gekomen.
Ik zal eens proberen iets te achterhalen via de dagboekjes van professor doctor Albert Egges van Giffen, maar mijn hoop is niet groot. Mocht U nog meer informatie tegenkomen, dan houd ik mij aanbevolen.

Als U meer wilt weten over dergelijke bronzen potten, dan verwijs ik naar twee van mijn artikelen gepubliceerd in de Nieuwe Drentse Volksalmanak van respectievelijk 1998 en 2000.

In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 115 van 1998 verscheen op de bladzijden 142 tot en met 170 het artikel Voor hutspot en de duivel – over de betekenis der zoogenaamde Spaansche legerpotten.
In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 117 van 2000 verscheen op de bladzijden 169 tot en met 187 het artikel Die potten in deze ruwe veenen’; aanvullende vondsten van zgn. Spaansche legerpotten.

Abracadabra-1403

Posted in Aarfgood, Albert Egges van Giffen, Oudheidkunde, Vledder Oa, Wapse | Leave a comment

Is de Deeverse kaarke in 830 ebaut op un hunnebed ?

In het Dagblad van het Noorden verscheen op 1 maart 2004 in de rubriek Drentsigheden het volgende geschrijfsel, beschrijfsel en verschrijfsel van wijlen Lammert Huizing over onder meer het ontstaan van de naam van het dorp Deever.

Diever afkomstig van De Ever ?
Tot het jaar 830 stond er in Diever een heidense tempel. Daaromheen was een steenkring met een gemiddelde straal van negen meter naar de kern. Op die plaats is later de Pancratiuskerk gebouwd, de huidige Nederlands Hervomde Kerk, die wel eens de kathedraal van Drenthe wordt genoemd. Diever was de hoofdplaats van het vroegere Westenveld. Dat was toen Drenthe nog in drieën was verdeeld, namelijk Noordenveld, Zuidenveld en Westenveld. Nog vóór het jaar 1000 is het Westenveld gesplitst in twee rechtsgebieden, het Beiler en het Dieverder dingspil.
Er zijn naamkundigen die beweren dat de naam Diever te maken heeft met ‘beduven’, wat ‘bedekt met water’ betekent. Maar Diever is nooit een waterrijk gebied geweest. In de Middeleeuwen sprak men van Devere, waarin sommigen een Keltische naam zien, een afleiding van ‘diavara’, wat ‘de goddelijke’ betekent. Maar de geleerden zeggen dat er in Drenthe geen Kelten hebben gewoond.
Of moeten we denken aan een heel simpele verklaring, namelijk aan een samenvoeging van ‘de’ en ‘ever’. De Ever, wat in de loop der eeuwen tot Diever is vervormd.
Het is leuk om je met speculaties over de vroegste geschiedenis van Diever bezig te houden. Het enige concrete punt in het vorenstaande is het jaartal 830. Maar je vindt dit in geen enkel geschiedenisboek. Bij opgravingen onder de vloer van de hervormde kerk zijn wel sporen ontdekt van een ‘heidense tempel’.
Het jaartal 830 is afkomstig van de bekende en omstreden historicus en publicist Wigholt Vleer, die jarenlang in Norg heeft gewoond. Met de wichelroede stelde hij de exacte plaats van de ’tempel’ vast en ontdekte hij ook de steenkrans daaromheen. Langs paranormale weg kreeg hij daarbij het jaartal 830 door.
Wigholt Vleer schreef in 1992 een boek over tweehonderd heilige plaatsen in Nederland en Vlaardingen. Die heilige plaatsen beschreef hij aan de hand van leylijnen die hij ontdekte via de wichelroede. Leylijnen zijn energiebanen in de bodem. Leycentra zijn plaatsen van samengebalde energie, waarop de hunebedden, heidense tempels en de oude kerken zijn gebouwd.
Zowel de leylijnen als het lopen met een wichelroede behoren tot de taboes van de wetenschap. Ook Tjerk Vermaning had als praktijkarcheoloog daarmee te maken toen hij zijn visioenen wereldkundig maakte over nederzettingen uit de oude Steentijd.
Prana, tijdschrift voor spiritualiteit en wetenschappelijke randgebieden, zorgde voor een themanummer over taboes in de wetenschap. Het gaat over mensen bij wie iets doorklinkt van genialiteit in hun werk, die het aandurven een lawine van kritiek te trotseren, mensen die misschien een beetje gek zijn. Het eeuwenoude wichelroede lopen wordt besproken en ook de stelling van een gereformeerd theoloog dat bepaalde elementen in het christendom al dateren van ver vóór de christelijke jaartelling, dus uit het heidendom.
Wetenschappers kiezen vrijwel altijd partij en weinig onderzoekers hebben in de gaten dat meer benaderingen tegelijk mogelijk zijn. Dat geldt voor het lopen met de wichelroede en veel andere taboe-onderwerpen. Daarom is het goed dat dwarsliggers als Wigholt Vleer en anderen de samenleving wakker houden en de wetenschap prikkelen tot aandacht voor zaken die eingelijk niet kunnen bestaan.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie moet het in het Nederlands geschreven artikel van de Hoogevener Lammert Huizing nog vertalen in ut Deevers. 

Het door wichelroede-loper-fantast Wigholt Vleer bedachte jaar van 830 na Christus, als jaar waarin de eerste rooms katholieke kerk in Deever is gesticht, komt desalniettemin nochthans evenwel als ernstig en bijzonder geloofwaardig over.
Dat de fanatieke verspreiders van het rooms katholieke geloof daarbij de tactiek van de totaal verschroeide aarde, casu quo het vernielen van oude heiligdommen, ook in Drente toepasten, wekt bij de redactie geenszins enige verbazing, dat mag van de katholieken gevoeglijk worden aangenomen, het zou merkwaardig zijn als dat niet zou zijn gebeurd, dat deden de fanatieke verspreiders van het rooms katholieke geloof overal in de wereld.
Zo staat zelfs in Colan, in de kustwoestijn in het noorden van Perú, de Sint Lucas kerk, de eerste en oudste rooms-katholieke kerk van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, die is 1535 is gebouwd, op een grondig vernield heiligdom van een plaatselijke indianenstam.

De sporen die onder de vloer van de eerste rooms katholieke kerk van Deever zijn gevonden, zijn wellicht en bijzonder hopelijk afkomstig van een zeer groot hunnebed. Dat zou dan in de nummering van professor doctor in de oudheidkunde Albert Egges van Giffen het hunnebed D52-b zijn geweest.
De redactie is van mening dat de foutieve naam van de gemeente Westerveld nu al gewijzigd kan worden in gemeente Westenveld. Daarmee wordt de naam duurzaam en toekomstbestendig, want dan kan na samenvoeging van de gemeente Westenveld met de gemeente Meppel de naam gemeente Westenveld gehandhaafd blijven.
In de nabije toekomt is in Drente slechts ten hoogste plaats voor vijf gemeenten: Noordenveld (hoofdplaats Assen), Middenveld (hoofdplaats Beilen), Westenveld (een gedwongen samenvoeging van de gemeenten Meppel en Westenveld, met als hoofdplaats Meppel), Oostenveld (hoofdplaats Emmen) en Zuidenveld (hoofdplaats Hoogeveen). Deever, wen er alvast maar aan dat het luxe Raadhuis aan de Gemeentehuislaan slechts een tijdelijk raadhuis is. Ech wè.
In het bericht van Lammert Huizing is een afbeelding van een zwart-wit ansichtkaart van een deel van de Heufdstroate van Deever opgenomen.
De redactie heeft een afbeelding van een in 1909 verstuurd origineel exemplaar van deze fraaie ansichtkaart aan dit bericht toegevoegd.
Aan de rechterkant is te zien het boerderijtje van Hendrik Moes, hij was kuiper, dat wil zeggen maker van boterkuipjes. Daarnaast staat de woning van de gezusters Oostenbrink (de Pluumpies). Aan de linkerkant van de hier afgebeelde ansichtkaart is een stukje van het huis van het echtpaar Jan ter Heide en Wilhelmina (Mine) Merk te zien.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op zaterdag 16 juni 2018.


 

Posted in Ansigtkoate, Brink, Heufdstroate, Kaarke an de brink, Oudheidkunde, Topstuk | Leave a comment

Roggemiete sett’n an de Grönnegerweg bee de Belt

Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw zetten de boeren de rogge an de miete, liefst van zoveel mogelijk boeren dicht bij elkaar, waarna een loonbedrijf de rogge döste mit sien döskaaste.
De Grönnegerweg bee Deever was toen tot aan het gesticht Armenwerkhuis gelukkig nog een zandweg. Naast de zandweg lag gescheiden door betonnen paaltjes het schelpenpad voor de fietsers en de wandelaars. Was dat nu nog maar zo.
Het voorstel aan de Hoge Dametjes En Heertjes Van Het Grote Zandwegen Ongelijk In Het Raadhuis Aan De Gemeentehuislaan in Deever is de bestaande verharding te verwijderen en de situatie, zoals te zien op de hier afgebeelde foto, met geschwinde spoed en in gestrekte draf te herstellen. Toen ome Kees nog de burgervader van de gemiente Deever was, werd  niet zo zuinig omgesprongen met die paar nog overgebleven zandwegen.
Op de hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart is aan de rechter kant de toegang tot de Belt (de vuilnisbelt) te zien (lekker fikkie stook’n op de Belt, om dan vanwege de rook weggejaagd te worden door Giene Bijker, die daarom in de volksmond Giene de Belthekse werd genoemd).
Op de achtergrond is links naast de roggemiete in opbouw het boerderijgedeelte van het gesticht Armenwerkhuis te zien.
Wie zijn bezig met het zetten van de rogge an de miete ?
Wie van de bezoekers van ut Deevers Archief heeft foto’s van dit boer’nwaark ?
Lag het bouwland rechts van de Grönnegerweg op de Heezenesch ? Zo nee, tot welke esch behoorde deze akker dan ? En wie was de eigenaar van dat bouwland ?
De hier afgebeelde ansichtkaart is tussen 1962 en 1964 verkocht door Roelof (Roef) van Goor’s Kantoorboekhandel an de Kruusstroate in Deever. Deever mag Roelof (Roef) van Goor postuum wel bijzonder dankbaar zijn, dat hij zoveel mooie dorpsbeelden op ansichtkaarten op de markt heeft gebracht.

Posted in Ansigtkoate, Boer'nwaark, Grönnegerweg, Heezeresch, Saandweg | Leave a comment

Heiug sigt op ut dörp Deever en de Noorderesch

Nu winterse perioden met sneeuw en ijs vanwege de opwarming van de aarde ook in de gemiente Deever steeds minder vaak voorkomen en die perioden bovendien korter worden, vaak niet langer dan een dag duren, is het een goede zaak veel foto’s van winterlandschappen in de gemiente Deever te maken en te tonen. Vandaag is morgen alweer verleden tijd.
De redactie van ut Deevers Archief maakte deze foto van de Noorderesch met schapen en met een heiig zicht op ut dörp Deever op 21 januari 2016. De punt van de gemeentelijke toren aan de niet-oorspronkelijk Saksische brink van Deever is nog net in het midden van de hier afgebeelde kleurenfoto te zien.
De zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief zijn bij deze uitgenodigd hun mooiste winterfoto’s voor publicatie in ut Deevers Archief ter beschikking te stellen.

Posted in Deever, Landschap, Noorderesch, Winter | Leave a comment

Greinspoaltie 44 steet vlak bee de Verwersweg

In 1886 werden de gemeenten op de grens van Friesland en Drente gevraagd het tracé en de markering van de grens te controleren. In 1894 zijn 147 gietijzeren grenspaaltjes geplaatst. Veertig van deze provinciale grenspaaltjes staan op de grens van de gemiente Deever en de gemiente Ooststellingwaarf.
De zwart-wit geverfde grenspaaltjes staan ongeveer 60 cm boven het maaiveld en een even groot deel van het paaltje zit onder de grond. De paaltjes stonden gemiddeld 500 meter uit elkaar en staan op oude kaarten als GP (grenspaal) met een getal aangegeven.
Greinspoaltie XLIV (greinspoaltie 44) staat bij een sloot (een grensslootje) een paar honderd meter ten zuiden van de Verwersweg op Zorgvliet bij een knik in de grens. Dit gietijzeren en roestgevoelige paaltje zat in april 2013 keurig in de verf, het lijkt alsof het paaltje in 2012 of 2013 een verfbeurtje heeft gehad. In september 2018 vertoonde de bovenkant van het paaltje al weer enige roeststrepen.
Het is wel zaak ut Deeverse aarfgood blijvend goed te onderhouden !
Op de twee hier afgebeelde kleurenfoto’s is op de achtergrond de Verwersweg op Zorgvliet te zien. De grens loopt aan de linkerkant van de sloot.
Het kan zijn dat de grens tussen de twee provincies van invloed is op de inrichting van het cultuurlandschap, zeg maar het aanharken van de uithoeken van de gemiente Deever.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto (Afbeelding 1) gemaakt op 9 april 2013, in het vroege voorjaar, met water in de sloot, met bomen zonder bladeren.
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto (Afbeelding 2) gemaakt op woensdag 19 september 2018, in de late zomer, zonder water in de sloot, met bomen met bladeren.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Aarfgood, Greinse, Greinspoal, Zorgvliet | Leave a comment

STAKO-meubelen: STApelbaar en KOppelbaar

Meer dan twintig jaar (vanaf 1942 ?) was N.V. Meubelfabriek ‘de Toekomst’ gevestigd an de Deeverbrogge,
In het najaar van 1966 ging de fabriek failliet, verloren 18 medewerkers hun baan en werd de inventaris geveild.
Een bekend product van deze fabriek was de stapelbare en koppelbare stoel, die onder het merk STAKO (STApelbaar en KOppelbaar) op de markt werd gebracht.
In de krant Het Vrije Volk (democratisch-socialistisch dagblad) verscheen op 10 augustus 1963 bijgaand afgebeelde personeelsadvertentie.
Het kan voorkomen dat STAKO-stoelen heden ten dage nog via internet te koop worden aangeboden of worden geveild. Wees er dan snel bij. Het zijn degelijke stoelen. Ut bint Deeverbrogse aarfstukk’n. De op de foto’s zichtbare stoelen waren zo te zien wel STApelbaar, maar niet KOppelbaar.
De stoelen moeten een flink aantal jaren vóór 1963 zijn gemaakt, want het abonnee-nummer van de telefoon is in de personeelsadvertentie 1415 en op het metalen merkplaatje op de stoel 15.
De redactie van ut Deevers Archief is op zoek naar foto’s van meubelfabriek ‘de Toekomst’, in het bijzonder foto’s van het interieur van de fabriek.

De heer Willem Jan Kruyt stuurde op 3, 6, 7 en 11 december 2018 enige reacties die zijn samengevoegd tot de volgende reactie;
De redactie is hem daar bijzonder erkentelijk voor.
Mijn vader Jan Kruyt heeft bij de meubelfabriek ‘de Toekomst’ van Brilman gewerkt van 1942 tot ongeveer juni 1949. Als jonge jongen nam mijn vader mij wel eens mee naar de fabriek.
Het kan zijn dat mijn vader destijds heeft gereageerd op een soortgelijke als hier afgebeelde advertentie voor de functie van bedrijfsleider bij ‘de Toekomst’ in Dieverbrug. Na de Toekomst-periode is mijn vader vertegenwoordiger geworden voor meubelfabriek Kuiper in Almelo
De heer en mevrouw Brilman waren joodse mensen. Zij hadden één zoon Jan, die is verongelukt in de fabriek. Dat gebeurde na de Toekomst-periode van mijn vader. Ik ben op de hoogte van de details van het ongeluk van Jan Brilman. Het is zo gegaan. In de fabriek zat bovenin een drijfwerk van wielen met leren riemen die de machines aandreven. Zo’n riem kon je ook verplaatsen naar een ander wiel. Wat deed Jan ? Hij gebruikte een lange lat om zo’n riem te verplaatsen naar een ander wiel. Die lat raakte een spaak van zo’n wiel en is met kracht teruggestoten in het lichaam van Jan. Ik dacht in zijn lies. Hij was zeer zwaar gewond en is aan de gevolgen van het ongeluk overleden. Dit verhaal heeft mijn vader mij zo verteld. Wij waren heel erg onder de indruk, toen we dat bij ons thuis hoorden.
Zelf was ik 2 jaar oud toen we in de mooie provincie Drenthe kwamen wonen. Het was in 1942, dus tijdens de Tweede Wereldoorlog. We woonden in Leggeloo in het huis wat nu als adres Leggeloo 37 heeft. Mijn ouders vertelden mij dat bij de bevrijding in 1945 Canadese tanks al schietend Duitse soldaten achtervolgden. Ik was toen een jochie van 5 jaar. Ik werd snel naar binnen gehaald.
De familie Brilman woonde in het mooie statige huis in Dieverbrug, waar vroeger de burgemeester van Dwingeloo heeft gewoond. Dat huis stond naast het huis waar Jan Oostenbrink woonde. Die had een café, waar mijn vader mij wel eens op die indertijd lekkere priklimonade trakteerde. Jan Oostenbrink was ook kolenboer. Hij bracht bij ons regelmatig een nieuwe voorraad kolen. Het kan zijn dat de familie Brilman voor onze tijd in het het huis met adres Leggeloo 37 woonde en toen mijn vader in de meubelfabriek ging werken, zij in Dieverbrug is gaan wonen. .
Mijn vader was vóór de oorlog gemobiliseerd als soldaat en heeft aan het begin van de oorlog dicht bij Den Haag daadwerkelijk aan de strijd deelgenomen. Op het vliegveld Iepenburg hebben ze een behoorlijk aantal Duitse vliegtuigen neer kunnen halen met de luchtartillerie. Ik denk dat in 1942 de grond te heet onder zijn voeten werd en dat wij daarom zijn verhuisd naar Leggeloo.
In de Tweede Wereldoorlog was de gewoonte van de Duitsers om in veel fabrieken in Nederland een Duitse officier neer te zetten. Dat waren wat oudere officieren, die niet meer in staat waren om te vechten. Dat was ook het geval bij ‘de Toekomst”, daar zat ook een oudere Duitse officier. De fabriek kon in de Tweede Wereldoorlog ‘normaal’ doorgaan met de productie. Op een keer moesten ze bij ‘de Toekomst’ echter houten paaltjes zagen voor de bouw van Duitse (zand)bunkers. Mijn vader had wel door, dat die bunkers totaal geen strategische betekenis hadden. Het was een moeilijke situatie natuurlijk.

Mijn vader was gespecialiseerd in het buigen van hout met stoom. Hij had in Amsterdam een fabriek waar houten speelgoed en ook kleine meubelen, zoals naaidozen, werden gemaakt.
Ik heb nog een foto van mijn vader, een foto van mijn vader met Bram Haasjes en een foto van een jonge jongen met de achternaam Pieper.
De bij dit bericht gevoegde zwart-wit foto van mijn vader is genomen bij een houten bijgebouw van de fabriek. Dat bijgebouw stond vanaf de weg gezien aan de rechterkant van de fabriek.  

Bram Haasjes werkte ook bij Brilman. Hij woonde aan de Juliana Bernhardweg in Leggeloo. Hij slachtte in de Tweede Wereldoorlog ook ons varken illegaal, hij kon ook riet dekken. Zijn dochter Ginie zat bij mij in de klas op de lagere school in Leggeloo.
Op de hoek van de Dwingelderdijk en de Juliana Bernhardweg woonde een zekere Scholten, die werkte ook bij ‘de Toekomst’; hij was een vriendelijke man.
Aan de Molenstad in Leggeloo woonde een zekere Bel, die werkte ook bij Brilman. We hebben nog regelmatig contact met zijn kleindochter Jannie Bel, die woont in de nieuwbouwwijk bij de voormalige melkfabriek van Dwingeloo, waar nu meubelzaak Wiechers is gevestigd.

Mijn vader had in de fabriek, waar hij zelf het buigwerk deed met het hout, hulp van een jongen van ongeveer 14 jaar oud. Die jongen had als achternaam Pieper, hij woonde in een boerderijtje aan het Keizerspattie. Als ik het goed heb woont hij nu in Dieverbrug aan de de Drentsche Hoofdvaart. Hij zal nu ongeveer 80 jaar oud zijn.
Ook Geert Schute uit Diever heeft voor Brilman gewerkt.

Zelf komen ik en mijn vrouw Coby regelmatig met vakantie in ‘Landgoed ’t Wildryck’ bij Dieverbrug. Ik zelf heb ongeveer zeven jaar in Leggeloo gewoond en ben nogal gehecht aan de omgeving daar.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 25 juli 1949 verschenen twee berichten over het overlijden van Jan Harmen IJsbrand Brilman, zoon van Jan Herman Brilman en Elisabeth Haringman. Zie de bijgevoegde berichten
De familie Brilman-Haringman woonde eerst enige tijd op het adres Leggeloo 49a, nu Leggeloo 37.
De Joodse Elisabeth Haringman (geboren op 16 juni 1899 in Amsterdam, dochter van Marcus Haringman en Sara Pool) huwde op 9 maart 1938 in Amsterdam met de niet-joodse handelsagent Jan Herman Brilman (geboren op 28 januari 1900 in Deventer, zoon van Jan Harmen Brilman en Fennechien Koops).
De niet-joodse Jan Harmen Brilman en zijn joodse echtgenote Elisabeth Haringman hebben de Tweede Wereldoorlog overleefd.

Abracadabra-1415

 

 

 

 

 

 

 

 

Abracadabra-1416

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Abracadabra-1418

 

 

 

 

 

Abracadabra-1417

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Posted in An de Deeverbrogge, Bedrief, Meubelfabriek 'de Toekomst', STAKO-meubel | Leave a comment

De melkkarre mit Appe Noorman op de Veentiesweg

Van Leer’s Fotodrukindustrie N.V. uit Amsterdam was de uitgever van de bijgaand afgebeelde zwart-wit ansichtkaart. Bij de redactie van ut Deevers Archief is alleen de eerste uitgave van juli 1960 bekend. Het is mogelijk dat de kaart later is herdrukt.
De ansichtkaart was te koop in het Wiba-dorpswarenhuis van Jan Brugging en Griet Oost an de Heufdstroate in Deever.
De hier afgebeelde ansichtkaart toont aan de rechterkant twee van de drie dubbele in 1951 opgeleverde arbeiderswoningen an de Veentiesweg in Deever. De redactie weet helaas nog niet wie toen in die twee dubbele arbeiderswoningen woonden. Wie kan de redactie hierover gegevens verschaffen ?
Links is op de Veentjesweg de melkkarre van de suvelfubriek an ut Meul’nende in Deever te zien. In de tijd was Albert (Appe) Noorman de melkventer. Hij staat bij de melkkar. Hij is geboren op 29 april 1928 en is overleden op 13 maart 1989.
Let op de vuilnisemmers langs de weg. De gemiente Deever haalde in die jaren één keer per week de vuilnis op en stortte die op de vuilnisbelt an de Grönnegerweg bee Deever.
De redactie heeft de twee bijgaande afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op vrijdag 15 december 2023.

Posted in Ansigtkoate, Veentiesweg | Leave a comment

Un neemoedse traplift in ut olde Amsterdamse huus

In het Goettsch Journaal, jaargang 1, nummer 2, 1998 verscheen het volgende bericht over het Amsterdamse huis aan de Dorpsstraat op Zorgvliet en zijn bewoner Gerard Goettsch. De heer Ruud Goettsch, de initiatiefnemer van het Goettsch Journaal, heeft dit bericht geschreven na een bezoek aan Gerard Goettsch. Dat prachtige initiatief heeft helaas maar zes jaren bestaan. De grootvader van Gerard Goettsch is de overovergrootvader van de heer Ruud Goettsch. De heer Ruud Goettsch gaf de redactie van ut Deevers Archief toestemming zijn bericht op te nemen in ut Deevers Archief. De redactie is de heer Ruud Goettsch bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.

Het Amsterdamse huis in Zorgvlied
Als je door de Dorpsstraat in Zorgvlied (in het noordwesten van Drente) rijdt, valt je op nummer 21 meteen een huis op met een bijzonder inpandig balkon met daaronder een houten plank met de tekst: ’t Amsterdamse huis.
In de voorkamer beneden zit achter de planten meestal een oudere man: Gerard Goettsch, geboren 1903 te Putten, zoon van Johan Frederik Goettsch (geboren in 1863 in Utrecht, overleden in 1943 in Boijl) en Anna Francina Dorresteijn (geboren in 1865 in Zeist, overleden in 1941 in Assen).
De foto geeft aan dat het een vreemd gebouwd huis is. De benedenverdieping is nogal aan de lage kant, terwijl de bovenverdieping extra hoog is. De heer L.G. Verwer, die in 1879 het meer dan tweeduizend hectaren grote landgoed Groot en Klein Wateren aankocht en het land ervan ontgon, heeft rond die tijd opdracht gegeven het huis uit Amsterdam te verplaatsen naar Zorgvlied. Het waarom van deze kostbare verplaatsing is nog steeds onbekend.
Vanaf 1956 heeft Gerard het huis gehuurd en vervolgens later gekocht voor minder dan f. 10.000,- Volgens zijn zeggen heeft hij al meerdere aanbiedingen ontvangen het huis voor het twintigvoudige te verlaten. Maar ja, Gerard kan ondanks zijn hoge leeftijd nog goed voor zichzelf te zorgen en een bejaardenhuis is niets voor hem.
Bij een bezoek aan hem, eind februari 1998, heette hij mijn vrouw en mij hartelijk welkom.
Het tientje voor een abonnement op het Goettsch Journaal had hij al klaar liggen. Hoewel hij de nodige waardering voor het initiatief kon opbrengen, vond hij het spijtig dat hij er niet in voorkwam. Bij deze is dit manco verholpen.
Hij praatte – al pruimend – honderd uit over het verleden en heden. De rondleiding door het huis was een bijzondere ervaring. Hoewel het huis al oud is, beschikt Gerard wegens zijn zwakke rug over een moderne traplift, zodat hij naar de bovenverdieping kan, die hij overigens maar beperkt gebruikt.
Een bijzonder huis en een markant mens deze oudste Goettsch.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Dorpsfiguur Gerard Goettsch is geboren op 18 september 1903 in Putten in Gelderland en is overleden op 13 juni 2000 in het Amsterdamse huis an de Dorpsstroate op Zorgvliet. Hee is begreu’m op de neeje kaarkhof aagter Obadja an de aandere kaante van de weg. Zie de grafsteen.
Zorgvlied ligt niet in het noordwesten, maar is het zuidwesten van Drente.

Posted in Amsterdamse huus, Dorpsfiguur, Gerard Goettsch, Zorgvliet | Leave a comment

Slimme Kees hef Deever opeknapt mit un dreeloek

In het christelijke weekblad De Spiegel verscheen op 6 juni 1956 het volgende door Koen Kappenburg geschreven artikel over het omstreden drieluik van kunstenares Dieuwke Aalbers-Kollewijn in het kerkgebouw van de hervormde gemeente an de brink van Deever. Een afbeelding van het drieluik is niet te vinden in het fotoalbum van de hervormde kerkgemeente van Deever/Dwingel.

Over het drieluik in de Nederlands Hervormde Kerk
De kunstenares Dieuwke Aalbers-Kollewijn maakte in opdracht van een kunstminnaar een schilderstuk, dat aan de kerk van Voorburg werd geschonken. De kerkvoogdij accepteerde het ‘drieluik’ niet. Het kreeg zolang een andere plaats, totdat de kerkvoogdij van Diever er wèl belangstelling voor toonde. Nu hangt het kunstwerk in de oude Drentse kerk en onwillekeurig vraagt men zich af:

Waarom accepteerde Diever het door Voorburg verstoten drieluik ?
Op opzienbarende wijze heeft de Hervormde Gemeente van Voorburg rond Kerstfeest 1957 een drieluik, geschilderd door de kunstenares Dieuwke Aalbers-Kollewijn verstoten. De kerkvoogdij heeft het werk (3 x 5 m) zelfs eigenhandig op straat gezet, omdat het een storend element tijdens de eredienst zou vormen.
Op minder opzienbarende wijze is datzelfde drieluik, vervaardigd in opdracht van een anonieme schenker, enkele maanden geleden in het Drentse dorp Diever terechtgekomen en opgehangen in de oude Hervormde Dingspilkerk, die de afgelopen jaren is gerestaureerd, maar sinds Pinksteren weer is geopend.
Vond de president-kerkvoogd van Voorburg, mr. H.L. ‘s Jacobs de oud-minister van oorlog, het schilderij een “afschuwelijk en onchristelijk onding”. Zijn Dieverse ambtsbroeder R. Fransen (Roelof Fransen, redactie), landbouwer van beroep, schreef zijn mede-kerkvoogden in het Drentse brinkdorp een briefje, waarin hij zei er “verrukt” over te zijn. Twee broeders in het ambt, twee mannen met geheel verschillende achtergronden, hielden er een geheel verschillende mening op na. Gevolg: Voorburg stootte een kunstwerk af, Diever accepteerde het. Waarom ?

Diever kreeg naam
Burgemeester J.C. Meyboom van Diever is een man, die in zijn pittoreske dorp al heel wat stof heeft doen opwaaien. “Een actief man, waaraan we veel te danken hebben”, zegt een deel van de circa 3500 zielen tellende bevolking. “Een doordrijver, die altijd wat nieuws aanhaalt”, zegt een ander deel. Maar hoe het ook zij, Diever, bezijden de rijksweg Meppel-Assen, dat eeuwenlang in een zoete rust sluimerde, heeft dankzij burgemeester Meyboom naam gekregen. Het heeft en indrukwekkende ontwikkeling doorgemaakt. Het kreeg een fraai gemeentehuis (“veel te duur”, menen de boeren uit de omtrek), het werd bekend door zijn openluchtspelen (Shakespeare), die jaarlijks duizenden belangstellenden trekken, het heeft thans een bijzonder fraaie Hervormde Kerk (anno 1400) met een sober, maar rustgevend interieur en een paar opmerkelijke kunstwerken.
“Ik zie deze kerk als Godshuis én als toeristisch trefpunt”, vertelde ons burgemeester Meyboom, terwijl hij ons de gerestaureerde kerk liet zien. “De toerist, die behoefte heeft aan rust en inkeer zal hier (als tenminste de kerkvoogden akkoord gaan met het plan om de deur van het kerkgebouw alle dagen open te zetten) terecht kunnen” is de mening van Dievers eerste burger. “Ik heb onze Rooms Katholieke broeders er altijd om benijd, dat ze in hun kerk terecht kunnen, wanneer ze daar behoefte aan hebben en niet, zoals bij ons protestanten, uitsluitend als de dominee er is.” Met deze uitspraak van burgemeester Meyboom is veel verklaard waarom het omstreden drieluik thans toch een plaats in een kerk heeft gekregen.

Wat stelt het drieluik voor ?
De geschiedenis begon in de zomer van 1956 toen de Voorburgse kunstenares Dieuwke Aalbers-Kollewijn van een anonieme schenker opdracht kreeg om voor de Hervormde Kerk in Voorburg een schilderstuk te maken. Kort tevoren, tijdens een reis naar Italië, had ze haar man al profetisch verteld, “Ik voel dat we binnenkort een grote opdracht krijgen.” Twee jaar lang werkte Dieuwke, die haar man, de schilder B.J. Aalbers, op de kunstacademie leerde kennen, aan het grote werk.
Op drie panelen (vandaar dat het de naam drieluik kreeg) vertelde ze in beelden en kleuren wat ze te vertellen had. Op het middenpaneel schilderde ze God de Vader, van boven gezien, Zijn handen uitgespreid over “de wereld en die daarin wonen”. Op het linker paneel werd in de loop van de twee jaren dat Dieuwke aan haar grote opdracht werkte, Christus zichtbaar, opgebouwd
uit mensen van alle rassen, “Christus is het hoofd, gij zijt de leden”. Hij laat de duivel, “de verstandige, die alles wil verklaren”, achter zich. Hij legt Zijn hand beschermend op allen, die zich opgesloten voelen in hokjes: de zieken, de armen, de gevangenen, de eenzamen. Op het rechterpaneel kreeg men de Heilige Geest (als duif) te zien. Uit de Vader, de Zoon en de Heilige Geest straalt het licht neder op de wereld, waaruit de gelovigen hand in hand opgaan. Uit Gods handen bruist de genade als een bergstroom neer.
In het drieluik verwerkte de kunstenares voorts vele symbolen en bijbelse voorstellingen. Langzamerhand ontstond een bont geheel dat de ene mens tot diep in zijn binnenste treft, waarop hij niet uitgekeken raakt, en de andere mens opstandig maakt, waardoor deze het werk gaat verafschuwen.

Uit de kerk ermee
In Voorburg, waar de kunstenares overleg pleegde met predikant en kerkeraad, maar waar een verkeerde procedure werd gevolgd, waardoor de kerkvoogdij niet officieel op de hoogte werd gesteld van de schenking, werd het schilderstuk in de kerk voltooid. Toen het klaar was, kreeg het echtpaar Aalbers van de kerkvoogdij evenwel de aanzegging, dat het werk moest verdwijnen. Nu berg je een paneel (het geheel bestaat uit zes platen) van vijf meter breedte en drie meter hoogte niet zo maar in  een kast weg. Het drieluik bleef dus nog enige tijd in het kerkgebouw staan, totdat de heer Aalbers in februari 1958 ontdekte, dat het werk uit het kerkgebouw was verdwenen. De president-kerkvoogd had het eigenhandig buiten de kerk gezet. De kerkvoogdij was van mening, dat het grote schilderstuk een storend element was tijdens de eredienst. Daarom verhuisde het drieluik (het werd in drie panelen geschilderd om de beide zijvlakken wat naar voren te kunnen draaien, opdat het wat vriendelijker zou aandoen, en het heeft dus, aldus de kunstenares, niets gemeen met een drieluik, zoals men dat wel in Rooms Katholieke kerken ziet) van Voorburg naar Leidschendam, waar het werd opgehangen in de kerkzaal van ‘Hulp en heil’, een inrichting voor geesteszieken. De patiënten daar bleken het werk best te kunnen waarderen.

In Diever enthousiast
Eind 1958 brak voor het drieluik een nieuwe periode aan, waarover burgemeester Meyboom ons meer kon vertellen. Hij kwam in die periode opnieuw in contact met het echtpaar Aalbers, dat vroeger al eens een wandkleed voor het gemeentehuis van Diever heeft gemaakt. Het gesprek kwam op het omstreden drieluik. De burgemeester kreeg te horen, dat het als het ware nog steeds te geef was.
Nu was burgemeester Meyboom voorzitter van de restauratiecommissie van de Hervormde Kerk van Diever. Met die restauratie is men in 1955 begonnen, toen de kerk bijna op instorten stond. Sindsdien is de kerk drastisch verbouwd en verfraaid, waarbij deskundigen zochten naar de oude vormen van het godshuis (dat uit rond 1400 dateert, daarvóór stonden op dezelfde plaats evenwel andere kerken, zo is uit een bodemkundig onderzoek gebleken).
Burgemeester Meyboom, die kwam praten over kunstwerken in de kerk had uiteraard wel oren naar het grote drieluik, vooral toen de anonieme opdrachtgever bereid bleek het ook wel aan Diever, dat hij wel kende vanwege de openluchtspelen, te willen schenken. Kort na het bezoek aan Voorburg reisde de burgemeester met de plaatselijke predikant, Ds. C. Smit (geboren 1922, in Diever sinds 1951) en de president-kerkvoogd R. Fransen naar Leidschendam. Het drietal bestudeerde het schilderstuk nog eens en kwam onder de bekoring ervan door de uitleg van de kunstenares en reisde enthousiast terug naar Drenthe om de anderen er warm voor te maken. Ze namen foto’s mee. Opdat de kerkeraad zich ook een mening kon vormen.

“Ik vind er niks aan”
“Het zat meteen goed”, aldus de burgemeester. Ds. Smit vertelde ons voorts, dat zijn kerkeraad ook met het plan ingenomen was (bovendien: men kreeg het immers gratis!). Kerkvoogd Fransen wist zijn enthousiasme over te brengen op zijn mede-kerkvoogden, zodat besloten werd het drieluik te accepteren. Men trok lering uit de les van Voorburg: het drieluik kwam niet op een in het oog vallende plaats te hangen, maar in een zijbeuk. Men moet er speciaal naar toe wandelen om het te kunnen zien. Door deze manoeuvre wist men eventuele georganiseerde tegenstand te omzeilen. Wie het stuk niet wil zien, behoeft het niet te zien. Al is burgemeester Meyboom er van overtuigd dat Hervormd Diever, als het aan het kunstwerk gewend is geraakt door af en toe eens op een bank in een der wandnissen te gaan zitten om naar het kunstwerk te kijken, het stellig zal accepteren.
Dominee Smit vertelde ons ervan overtuigd te zijn, dat de bevolking het werk beslist wel zal waarderen. Het merendeel van de bevolking is eerst door het openluchtspel met de kunst in aanraking gekomen. Men is er nog niet al te kritisch ingesteld, men is er nog open en onbevangen, al zal het nog wel geruimde tijd duren voordat de lof voor Dieuwke’s drieluik in Diever algemeen is.
De opvatting van een caféhoudster, toen ze ons koffie inschonk: “Ik snap er niets van en ik vind er niets aan”, is waarschijnlijk nog de opvatting van velen. Maar de Drent is een bedachtzaam en voorzichtig mens. Hij loopt niet gauw ergens warm voor, maar keert zich ook niet gauw ergens zonder meer van af. “’t Moet nog wat wennen”, vertelde ons een rechtgeaarde Drent, die met een onbegrijpende blik naar het (wel wat erg hoog opgehangen) schilderstuk tuurde. Daarna pakte hij een bezem en begon de kerkvloer aan te vegen, want de officiële opening stond als het ware voor de deur. Zo is men in Diever. Anders dan in Voorburg.

Afbeelding 1
Het door Voorburg afgewezen drieluik van Dieuwke Aalbers-Kollewijn is ongeveer vijf meter breed en ruim drie meter hoog. De beide zijpanelen zijn iets naar voren gedraaid. Op het linkerpaneel ziet men Christus. Naast hem het hoofd van de intelligentie zonder liefde: de duivel. De mensen, jong en oud, blank en bruin, vormen de ledematen van het lichaam van Christus. Het middenpaneel omvat tal van symbolische en bijbelse voorstellingen. Op het middenpaneel buigt God de Vader Zijn handen zegenend uit over de wereld (“Mijn genade is u genoeg”). Uit de handen Gods bruist een strooom van genade neder. Op het rechterpaneel ziet men de Heilige Geest afgebeeld als duif. Langs de hemelweg gaan velen, hand in hand, op naar het Licht.

Afbeelding 2
Aan de brink in Diever staat de fraai gerestaureerde hervormde kerk. Een bodemonderzoek heeft aangetoond dat op dezelfde plaats reeds kort na de eerste verkondiging van het Evangelie in Drente een kerkje werd gebouwd. Dat kerkje, zo is gebleken, is door vele andere gevolgd. De huidige toren dateert van 1100, de kerk zelf van omstreeks 1400. Het is nadien in 1621 door een grote brand zwaar beschadigd. De kerk werd evenwel hersteld, totdat in 1955 een nieuwe restauratie dringend noodzakelijk was. Men heeft de kerk toen zijn oude vorm teruggeven. Het houten plafond bijvoorbeeld werd vervangen door gotische gewelven. In de kerk van Diever is in een zijbreuk een kinderhoek ingericht. Jongens en meisjes kunnen daar het liturgische gedeelte van de kerkdienst volgen. Als de preek begint mogen ze een boek pakken en wat gaan zitten lezen of tekenen. De kinderhoek wordt ook gebruikt als zondagschool.

Afbeelding 3
“Ik vindt dat onze kerk maar wat mooi geworden is door de restauratie. Het schilderij stond me direct al aan. Ik was meteen enthousiast. Maar dat kwam ook door de verklaring die mevrouw Aalbers ons er bij gaf. Er komen straks op een oude kist boekjes met een verklaring van het schilderij te liggen. Nee, tegenstand hebben we hier niet ondervonden. Waarom ook. Het hangt niet te veel in het gezicht. Wie ‘t niet wil zien, ziet het niet. Wat me het meeste heeft getroffen ? De Christusfiguur, het lichaam opgebouwd uit mensen. Toen de burgemeester ons het schilderij in Leidschendam had laten zien en we naar huis terug gingen, waren we het er over eens dat het drieluik uitstekend in onze gerestaureerde kerk zou passen”. Aldus president kerkvoogd Fransen.

Afbeelding 4
Burgemeester Meyboom is van mening dat de kerk van Diever zowel Godshuis is als trefpunt voor toeristen, die behoefte hebben aan sfeer en inkeer. Daarom heeft hij er naar gestreefd, dat er over de Avondmaaltafel, die midden in het koor recht tegenover de gemeente staat opgesteld, een loper ligt met de symbolen van de periode van het kerkelijk jaar. Zo kwam er een loper voor de Adventstijd, voor Kerstfeest, voor de Lijdenstijd, voor Pinksteren en voor de “gewone” zondagen. Ook deze lopers werden vervaardigd door het echtpaar Aalbers-Kollewijn. “In het drieluik, dat ik zelf wel geslaagd vind, (misschien is er schilderkunstig wel wat op aan te merken, maar een preek beoordeel je ook niet op zijn literaire waarde en dit werk is een preek), heeft vooral de boog van de armen me getroffen.”

Afbeelding 5
Op dit gedeelte van het rechterluik ziet men de verlosten langs de hemelweg opgaan. Hun pad is omgeven door de bloemen en sterren. Een vrouwenfiguur houdt hen, die langs een ander pad willen gaan, tegen en wijst hen op hun zondig verleden.

Afbeelding 6
Ook van de heer Aalbers bevindt zich in de kerk van Diever een kunstwerk. Hij ontwierp namelijk een tapijt, dat een plaatsje kreeg in de trouwkapel. Het tapijt heeft een warm groene kleur en ligt op donkerrode tegels. De stoelen van bruid en bruidegom zijn op het tapijt geplaatst ter weerzijden van een daarin verwerkte vis, het oudste Christelijke symbool. Het tafeltje, waarop een door de heer Aalbers in zwijnsleer gebonden bijbel staat, is nagemaakt van een 18e eeuws model. Het is een geschenk van het Anjerfonds. Op tafel ligt een loper met huwelijkssymbolen.

Afbeelding 7
Het tapijt voor de huwelijkskapel werd naar het onderwerp van de heer Aalbers met de hand geknoopt door vrouwelijke gemeenteleden. Ze hebben er slechts zeven weken over gedaan. De dames werkten in ploegen, acht uur per dag.

Afbeelding 8

Vlak voor de restauratie heeft de kunstenares haar grote drieluik in Dievers kerk gevernist. Zij heeft twee jaar aan het schilderstuk gewerkt. In het midden ziet men Maria met het Kindeke Jezus. Het kind draagt de appel door Eva geplukt (rechts) en geeft de druiventros door.

Afbeelding 9
Evenals vroeger heeft de 84-jarige Geert Dekker (meer dan 45 jaar klokkeluider, nu op non-actief, omdat de geluidinstallatie elektrisch werkt) nu ook in de gerestaureerde kerk zijn eigen stoel. Hij voelt zich een beetje eigenaar van de kerk en is erg trots op zijn koninklijke onderscheiding, die hij vanwege zijn 40-jarig klokkeluidersjubileum heeft gekregen. “Wat ik van het schilderij denk ?” Geert kijkt nog eens even naar het grote werk en zegt dan resoluut: “Het is wel mooi, maar je moet er verstand van hebben. Maar er zullen vast wel veel kijkers komen”. Waarschijnlijk hoopt Geert van die kijkers een kleinigheid te ontvangen …

Afbeelding 10
In Diever bezochten we ook de bekende Friese schrijver Abe Brouwer (De Gouden Zweep, Marijke, de Nijboer van Lyclema-State), die hier stratenmaker is. “Voor mijn gevoel is het schilderij niet geworden wat het had moeten zijn. Het maakt de indruk van een gamma van kleuren. Ik kan er ook niet uitkomen. Het had zo moeten worden dat het direct aansprak. Bovendien vind ik dat een werk als dit niet in de kerk thuis hoort. Men komt er binnen met een open hart en een open geest. Een schilderij, dat een uitleg behoeft, werkt dan alleen maar storend. In een kerk moet alles waar zijn. Ik heb de indruk, dat men de kerk hier te kaal vond. Dat er versiering nodig was. Nee, mij ligt dit drieluik beslist niet.”

Afbeelding 11
Diever vindt het maar wat interessant om een zo veelbesproken schilderij is het kerkgebouw te hebben. Leden van de vrouwenverenigingen, die de kerk voor de officiële opening schoon maakten, luisterden geïnteresseerd naar de uitleg van Dieuwke Aalbers-Kollewijn. (redactie: maar wie herkent de dames en de heer op deze foto ?

Afbeelding 12
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto van het drieluik gemaakt op 28 juli 2016.

Posted in Abe Brouwer, Alle Deeversen, Geert Dekker, Kaarke an de brink, Kuunst | Leave a comment

Ie hept an ien stuk deur honger

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op dinsdag 8 mei 2001 het volgende bericht over de joden in de rijkswerkkampen Diever A en Diever B an de Woaterseweg bee Hoeve aan den Weg in 1942 in de Tweede Wereldoorlog.

Werkkampen als voorportaal van de dood
Kamp Westerbork heeft in de annalen een even treurige als bekende klank gekregen. Van hieruit werden talloze joden gedeporteerd naar de vernietigingskampen. Op 15 juli 1942 vertrok de eerste trein. Aan boord 1137 slachtoffers, bestemming Birkenau. Minder bekend is wellicht dat daarvóór ook al vele joden in Drenthe waren. In 1941 besloten den Duitsers joden uit Amsterdam naar zogeheten rijkswerkkampen in Diever, Geesbrug, Gijsselte, Kremboong (bij Hoogeveen), Mantinge, Orvelte, Stuifzand en Vledder te sturen. Aan dit deel van de joodse geschiedenis is vrijwel het gehele jongste nummer van Opraekelen, het orgaan van de Historische Vereniging Gemeente Diever, gewijd. Er is een schat aan informatie bijeen gebracht in dit nummer.

Wij concentreren ons voor dit verhaal op de persoon van Philip Wertheim. Van hem is een aantal brieven uit de periode van mei tot juli 1942 bewaard gebleven, dat nu is opgenomen in het historisch tijdschrift. Daaruit blijkt hoe hij en zijn mede-kampbewoners zich al snel grote zorgen maken voor de toekomst. Philip stuurde de brieven naar zijn in Amsterdam achtergebleven familie. Ze zijn nu in het bezit van zijn neef Nathan Wertheim, die destijds 14 jaar was.

Philip Wertheim was 34 toen hij omstreeks 1 mei 1942 naar het werkkamp Diever moest vertrekken. Van zijn vak was hij vertegenwoordiger bij een Amsterdamse firma in textiel. Direct na aankomst in Diever zette hij zich aan het schrijven van brieven, onder anderen aan zijn vrouw Ina, maar ook aan zijn broer Willem, diens vrouw Ali en hun kinderen. Uit de eerste brief blijkt dat het werk op de heide zwaar is. De werkdagen zijn lang: van 7.00 uur tot 17.30 uur. Het eten is op zich wel goed, maar de portie zijn klein. “Je hebt voortdurend honger.” Wertheim vindt dat hij wel op een gezellige kamer terecht is gekomen: dat is tenminste een lichtpunt. Spoedig daarna beraamt hij een list om terug naar Amsterdam te kunnen. Hij grijpt zijn slechte gebit aan om vreselijke maag- en hoofdpijn voor te wenden. Zijn broer moet bij hun huisarts in Amsterdam een attest proberen te bemachtigen, waarin dit ongemak bevestigd wordt. Philip hoopt dat hij op grond van zo ’n document terug naar huis mag. In latere brieven komt hij er steeds op terug. Het was, zoals later zou blijken, vergeefse hoop… Ondertussen worden de mannen in Drenthe zoveel mogelijk gesteund door de familie in Amsterdam, die zaken zoals voedsel en boeken naar de werkkampen stuurt.

Wertheim blijft in zekere zin de moed erin houden, maar in juli verandert de toonzetting van zijn brieven dramatisch. In de kampen is bekend geworden dat de Nederlandse joden worden afgevoerd naar Duitsland. Ook in het werkkamp waarin Wertheim zit, hebben velen hun aanstaande vertrek aangekondigd gekregen. Wertheim zelf heeft goede hoop dat hij ‘er buiten kan blijven’. In de paar brieven die nog volgen wordt de stemming echter voelbaar wanhopiger. Philip Wertheim begint te beseffen dat ook hij naar Duitsland moet. Wat hem daar te wachten staat weet hij nog niet, getuige zijn opmerking blij te zijn dat zijn vrouw Ina – die nog in Amsterdam is – met hem mee zal gaan. De brief waarin dit staat, dateert van 14 juli 1942. Tien dagen later maakt Philip Wertheim deel uit van een groep joden die in de nacht te voet moeten vertrekken naar het inmiddels ingerichte kamp Westerbork. Daar zal hij inderdaad zijn Ina terug zien. Op 26 oktober van hetzelfde jaar gaan Philip en Ina op transport naar Polen. Ina werd drie dagen later al vergast in Auschwitz. Philip ondergaat 1 december 1942 hetzelfde lot, ook in Auschwitz. Zo blijkt uit de geschiedschrijving in Opraekelen dat de rijkswerkkampen van Drenthe voor vele Nederlandse joden het voorportaal waren voor de dood.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Met het in het artikel genoemde blad Opraekelen wordt Opraekelen 01/1 (maart 2001) bedoeld. Opraekelen is het nog steeds uitgegeven papieren blad van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.
De in het bericht opgenomen afbeelding van de barak, waarin de kantine was gevestigd, is te zien op een vierluiks-ansichtkaart van rijkswerkkamp Diever A.

Posted in Tweede Wereldoorlog, Werkkampen Diever A en B | Leave a comment

Ut skiere logo op ut breefpupier van Japie van Goor

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het steeds verder digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassies scannen en vervolgens die papperrassies in de container voor het oude papier gooien), dat vooral bestond uit veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, zo nu en dan een door hem voor ut Deevers Archief belangwekkend geacht voorwerpje.
In dit geval gaat het om een brief met het logo van Van Goor uut de Kruusstroate in Deever. Zie de bijgaande afbeelding. De redactie heeft deze brief met het fraaie logo uiteraard niet in de blauwe oud-papier-container gegooid, maar met geschwinde spoed en in gestrekte draf toegevoegd aan zijn verzameling Deeverse prullaria.

De redactie van ut Deevers Archief is al tientallen jaren een verwoed verzamelaar van briefpapier met een mooi eigen logo van bedrijven, ondernemingen, neringdoenden, particulieren en zo voort uut de gemiente Deever.
De redactie wil de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief het schitterende blauw-rood-kleurige logo op het briefpapier van boek- en kantoorboekhandel, drukkerij en copieerbedrijf Van Goor, Kruisstraat 10 in Deever niet onthouden.
Jacob (Jaap, Japie) van Goor, zoon van Roelof (Roef) van Goor, gebruikte dit briefpapier met het prachtige logo in elk geval nog op 22 december 1995, toen de redactie van ut Deevers Archief een briefje van Japie van Goor mocht ontvangen.

Ut Deevers Archief toont heel veel afbeeldingen van ansichtkaarten, die te koop waren in de winkel van Van Goor an de Kruusstroate in Deever. De Deeversen zijn Roef en Japie van Goor heel veel dank verschuldigd voor het laten vastleggen van al die fotografische fragmentjes uit het verleden in de gemiente Deever.
Als voorbeeld is te zien in ut Deevers Archief een al in 1935 door Roelof (Roef) van Goor zelf uitgegeven ansichtkaart van de ingang van rijkswerkkamp Diever A.

Posted in Deeverse prullaria, Kruusstroate, Neringdoende | Leave a comment

Ut lei’n dak hef ut vie’msestug joar ut ehöll’n

De redactie van ut Deevers Archief kreeg in de jaren 2000-2008 bij zijn bezoeken aan wijlen Anne Mulder – een echte Deeverse uut de Aagterstroate (iene van Lamme Bas) – die eerst an de Kloosterstroate in Deever woonde, daarna in Gasselte woonde, na zijn pensionering in Assen woonde, en is overleden bij zijn dochter in Voorburg, steeds van hem verhalen, schrijfsels, artikelen, krantenknipsels en documenten over Deever ter hand gesteld met de bedoeling deze voor hem al dan niet in geredigeerde vorm te publiceren. De redactie mocht ook veel documenten van hem scannen. Dat zouden meer Deeversen moeten doen.
Het is de redactie bij het leven van Anne Mulder helaas niet gelukt de belangrijkste van zijn Deeverse documenten in het papieren blad Opraekelen van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar heemkunduge vurening uut Deever, te publiceren, dan maar postuum – en met alle respect – en beetje bij beetje opnemen in ut Deevers Archief.
Wijlen Anne Mulder was in de vijftiger jaren van de vorige eeuw de zeer consciëntieuze secretaris van de commissie voor de restauratie van de gemeentelijke toren en het kerkgebouw van de hervormde gemeente in Deever. De redactie mocht destijds ook de uitnodiging voor de officiële overdracht van het gerestaureerde kerkgebouw aan het college van kerkvoogden scannen (zie afbeelding 3) en een foto van de restauratie van het dak aan de noordzijde van het kerkgebouw (zie afbeelding 1)..

Op donderdag 14 mei 1959 zal de overdracht plaatsvinden van het gerestaureerde kerkgebouw der Hervormde Gemeente te Diever aan het College van Kerkvoogden. Zeer zullen wij het op prijs stellen, indien U daarbij tegenwoordig zult willen zijn, eventueel vergezeld van Uw echtgenote.
Wij nodigen U hierbij uit op genoemde dag om 2.30 uur des namiddags in de hal van het Gemeentehuis aanwezig te zijn en om 6 uur ’s middags deel te nemen aan een koffiemaaltijd. Gaarne zullen wij uiterlijk 9 mei a.s. door middel van bijgesloten antwoordkaart vernemen of wij op Uw aanwezigheid mogen rekenen.
Namens de restauratie-commissie:
J.C. Meyboom, voorzitter
A. Mulder, secretaris
Diever, 1 mei 1959

Afbeelding 1
De gemeentelijke toren en het kerkgebouw van de hervormde gemeente van Deever tijdens de restauratie in de periode 1956-1958. Foto uit de verzameling van wijlen Anne Mulder.

Afbeelding 2
De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op woensdag 17 mei 2023 tijdens het vervangen van de leien op het dak aan de noordzijde van het kerkgebouw van de hervormde gemeente van Deever.

Afbeelding 3

Posted in Kaarke an de brink, Toor'n an de brink | Leave a comment

N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma such un deenstmeid

In  het Drentsch dagblad (officieel orgaan voor de provincie Drenthe), jaargang 1, nummer 176, van 22 december 1942 verscheen het navolgende bericht, waaruit blijkt de N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma op zoek was naar een dienstbode.

Gevraagd: een dienstbode voor de dag of voor dag en nacht of een werkster, 3 dagen per week. K.M. Balsma, café, Diever.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma was weduwnaar. Zijn vrouw Gezina Catharina Smit, geboren op 7 april 1895, overleed op 27 september 1938. Haar graf met grafsteen is te vinden op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever .
Klaas Marcus Balsma is geboren op 28 april 1892 in Eernewoude (Tietjerksteradeel).
De overlijdensadvertentie in de Leeuwarder Courant van 13 maart 1970 vermeldt dat hij op 12 maart 1970 op 77-jarige leeftijd is overleden in Appelscha (Ooststellingwerf) en op 16 maart 1970 is verbrand in Groningen.
Klaas Marcus Balsma was de uitbater van café Brinkzicht an de brink van Deever.

Posted in Café Balsma, Café Brinkzicht, Deever, Klaas Marcus Balsma, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Ut dak van de toor’n kö’j mooi boo’m de boo’m seen

De redactie van ut Deevers Archief heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 7 juli 2015. Op de hier afgebeelde kleurenfoto is tussen de bomen door het mooie dak van de gemeentelijke toren an de brink van Deever te zien. Let op de nog net te onderscheiden vlaggestok !
Een uitsnede van de hier afgebeelde kleurenfoto is als kopafbeelding te zien geweest van 29 mei 2017 tot en met 28 september 2017.
De redactie van ut Deevers Archief vervangt zo nu en dan voor de broodnodige variatie de kopafbeelding van ut Deevers Archief.
Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht deze echt wel geschikt als kopafbeelding van deze webstee, aarzel dan niet deze afbeelding naar de redactie te sturen. Het formaat van een kopafbeelding is 940 x 198 puntjes (200 dpi).
Als jij de hier afgebeelde kopafbeelding lelijk vind als kopafbeelding van ut Deevers Archief, aarzel dan niet jouw mening luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.
Als jij de hier afgebeelde reeds getoonde kopafbeelding graag nog een keer als kopafbeelding van ut Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit luid en duidelijk aan de redactie kenbaar te maken.

Posted in Deever, Kopplètie, Toor'n an de brink | Leave a comment

See hept Keuning Kimbelijn in 2002 espeult

De toneelvereniging Deever voerde in 2002 in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever het openluchtspel Keuning Kimbelijn op. Het is van enig geschiedkundig belang te vermelden dat niemand minder dan de meer dan vierhonderd jaar geleden overleden William Shakespeare uit Stratford upon Avon het stuk omstreeks 1611 heeft geschreven.
In het tragische blijspel, komische tragedie, tragikomische tragedie of dramatische romance Keuning Kimbelijn zijn de twee belangrijkste thema’s onschuld en jaloezie.
In 1981 was de toneelvereniging Deever nog niet toe aan Keuning Kimbelijn, ze was een beetje huiverig geworden voor het spelen van tragedies, want het was al eens voorgekomen dat de toeschouwers tijdens een sterfscène onbedaarlijk hadden zitten lachen. Ja, dat heb je met die tragikomische tragedies.
Bij de redactie van ut Deevers Archief zijn van de openluchtspelen in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever slechts twee ansichtkaarten in kleuren bekend.
Helaas is van het in 1949 gespeelde toneelstuk Peer Gynt van Henrik Ibsen geen ansichtkaart uitgegeven.
Op de bijgaand afgebeelde ansichtkaart in kleuren zijn toneelspelers in het openluchtspel Keuning Kimbelijn te zien. De redactie weet nog niet welke toneelspelers op deze ansichtkaart zijn te zien, maar zou het uiteraard wel graag willen weten. Deze ansichtkaart is in 2002 op de markt gebracht door uitgeverij Van der Meulen uit Sneek.
Een afbeelding van de andere ansichtkaart in kleuren is ten zeerste te bewonderen in ut Deevers Archief.

De redactie meent dat het openluchtspel van 2002 de volgende rolverdeling had.
Cymbeline, koning van Brittanië – Wim Smits;
Koningin, tweede vrouw van de koning – Coby van Muijen;
Posthumes, echtgenoot van Imogen – Berend Vrielink;
Cloten, zoon van de koning – Berend Bijker;
Arviragus, zoon van de koning – Gosse Eefting;
Guiderius, zoon van de koning – Paul Weijers;
Pisanio, knecht van Posthumes – Rob Jongepier;
Hofdames – Els Oosterloo, Ester Zwaan;
Philario, vriend van Posthumes – Gied Donkers;
Jachimo, Romeinse edelman – Gert-Jan van Muijen;
Fransman, edelman in Rome – Matthias Smits;
Belarius, verbannen edelman – Bert Kroon;
Kamermeisje, helpster van Imogen – Yvonnen van Ginneken;
Edelmannen – Henk Kerstholt, Evert Brugging, Jans Tabak, Floris Albrecht, Cees de Vries, Rino Romijn, Harrie van Dijk;
Caius Lucius, bevelhebber Romeinse troepen – Harrie van Dijk;
Jupiter, god van de Romeinen – Floris Albrecht;
Cipier -Rino Romein.

De grote vraag aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief is vanzelfsprekend de volgende.
Wie herkent wie van de toneelspelers op de hier afgebeelde ansichtkaart ?
Het komt de redactie voor dat de man met de Asterix-en-Obelix-helm en de grote Asterix-en-Obelix-hangsnor de hoofdrolspeler is, te weten Wim Smits in de rol van Keuning Kimbelijn van Brittanië.

Posted in Ansigtkoate, Eup’mlogtspel, Henrik Ibsen, Peer Gynt, Shakespearitis | Leave a comment

De leste skoeldag van de Witteler skoele in juli 1967

De Witteler skoele is aan het einde van het schooljaar 1966-1967 opgeheven. Luite (Lu) Wolter Broer, de echtgenoot van schooljuffrouw Engeltje (Engel) Broer-van Delden heeft bijgaand afgebeelde zwart-wit foto op de laatste schooldag in juli 1967 gemaakt. Op de hier afgebeelde schoolfoto zijn – voor zover bij de redactie van ut Deevers Archief bekend – alle leerlingen buiten bij de school te zien. Maar waarom staat meester Broer niet op de foto ?
De redactie is zich bewust van het feit dat de gegevens van de leerlingen enigszins gedateerd zijn. De redactie roept de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief op fouten, veranderingen, aanvullingen, ontbrekende gegevens, enzovoort door te geven aan de redactie.



1.  Lidia Berends
Zij is geboren op 24 januari 1955. Zij is getrouwd met Lambertus Tiemes.
Zij woont in Havelte.

2.  Jan Tabak
Hij is geboren op 7 oktober 1954. Hij is getrouwd met Siska Benniks.
Hij woont in Grönning.
Hij is een zoon van Hendrik Jan Tabak en Trijntje Greveling.

3.  Jan Herman Kok
Hij is geboren op 20 februari 957. Hij is getrouwd met Rita Anneveldt.
Hij woont in Grönning.

4.  Cobie Boerhof
Zij is geboren op 13 juli 1954. Zij is overleden op 23 mei 1989.
Zij was getrouwd met Henk Schra.
Zij woonde in Möppel.

5.  Dinie Oosterhof
Zij is geboren op 24 december 1954. Zij is getrouwd met Hilbert Zoer.
Zij woont in Dwingel.
Hilbert Zoer is geboren op 18 maart 1949 in Dwingel. Hij is overleden op 22 augustus 2023 in Emst (Duitsland).

6.  Engeltje (Engel) Anje Broer-van Delden
Zij is de schooljuffrouw.
Zij is geboren op 12 mei 1923. Zij is overleden op 10 april 2014.
Zij was getrouwd met Luite (Lu) Wolter Broer.
Zij woonde an de Kloosterstroate in Deever.
Het echtpaar is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever. Zie de grafsteen.

7.  Jan Westerveen
Hij is geboren op 29 oktober 1957. Hij is getrouwd met Sita Karsten.
Hij woont in Appelscha.

8.  Janneke Berends
Zij is geboren op 5 juni 1957. Zij is getrouwd met  Paul Hogerheyde.
Zij woont in Dwingel

9.  Johan Kok
Hij is geboren op 17 juni 1958. Hij is getrouwd met Trijntje Kroes.
Hij woont in Dwingel.

10.  Jan Krol
Hij is geboren op 26 maart 1957. Hij trouwde met Aly Meinders.
Hij woont in Beilen.

11.  Albertje Lensen
Zij is geboren op 1 mei 1959. Zij is getrouwd met Dirk Benning.
Zij woont in Wittelte.

12.  Wemmie Berends
Zij is geboren op 18 december 1957. Zij is getrouwd met André van Eisden.
Zij woont in Möppel.

13.  Jacob Oost
Hij is geboren op 18 maart 1958. Hij is getrouwd met Lammigje (Lammie) van Wester.
Hij woont in Hoogeveen.

14.  Annie Vrielink
Zij is geboren op 9 juni 1957. Zij is getrouwd met Geert Jaspers.
Zij woont in Kallenkote.

15.  Egbert van der Berg
Hij is geboren op 17 maart 1954. Hij is overleden op -…. Hij was niet getrouwd.
Hij woonde in de boerderij van zijn ouders aan de Wapserveenseweg in Wittelte.

16.  Henk Boer
Hij is geboren op 15 september 1958. Hij is niet getrouwd.
Hij woont in het ouderlijk huis aan de Wittelterweg in Oll’ndeever.

17.  Luminus Tabak
Hij is geboren op 16 augustus 1960. Hij is getrouwd met Anna Scholtens.
Hij woont in Deever.

18.  Jan Berends
Hij is geboren op 24 januari 1959. Hij is getrouwd met Jacqueline Strijker.
Hij woont in Möppel.

19.  Aaltina ten Buur
Zij is geboren op 4maart 1960. Zij is getrouwd met Jan Kwint.
Zij woont in Hoogersmilde.

20.  Arjan Berends
Hij is geboren op 13 augustus 1960. Hij is getrouwd met Herriët Roo.
Hij woont in De Wijk.

21.  Berend Jongebloed
Hij is geboren op 12 maart 1960. Hij is getrouwd met Carolien Lassche.
Hij woont in Sint Jansklooster.

22.  Jan van de Berg
Hij is geboren op 5 augustus 1960. Hij is getrouwd met Alie Mulder.
Hij woont in Wittelte.

23.  Lambert Vrieling
Hij is geboren op 16 augustus 1960. Hij is getrouwd met Marian Hogenkamp.
Hij woont in Deever.

24.  Arend Jan Boerhof
Hij is geboren op 26 januari 1960. Hij is getrouwd met Jannika Luten.
Zij woont op Wapservene.

25.  Bert Boer
Hij is geboren op 17 maart 1960. Hij is getrouwd met Wilma Kuik.
Hij woont in Uffelte.

Posted in Alle Wittelers, Witteler skoele | Leave a comment

Ut lusefasdösie van hotel-café-restaurant Blok

De redactie van ut Deevers Archief vindt bij het steeds verder digitaliseren van zijn papieren archief (papperrassies scannen en vervolgens die papperrassies in de container voor het oude papier gooien), dat vooral bestond uit veel dozen en veel mappen en veel ordners met veel foto’s, kranten- en tijdschriftenknipsels, reclamemateriaal, folders uut de gemiente Deever, en zo voort, en zo voort, en zo voort, zo nu en dan een door hem voor ut Deevers Archief belangwekkend geacht objectje.
In dit geval gaat het om de reclame op een lusefasdösie van hotel-café-restaurant Blok an de Deeverbrogge. Zie de bijgaande afbeelding. De redactie heeft dit lusefasdösie uiteraard niet in de blauwe oud-papier-container gegooid, maar met geschwinde spoed en in gestrekte draf toegevoegd aan zijn verzameling Deeverse prullaria.

In de vijftiger, zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw had elk zichzelf respecterend hotel, café of restaurant wel zijn eigen sukersakkie. Het openluchtspel an de Heezeresch bee Deever had zelfs tot het begin van de negentiger jaren eigen sukersakkies.
De redactie van ut Deevers Archief heeft van de Deeverse sukersakkies afbeeldingen opgenomen in ut Deevers Archief. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief klikke voor het bekijken van deze afbeeldingen aan de rechterkant van het scherm op het onderwerp sukersakkie. Of bekijk bijvoorbeeld un sukersakkie van hotel-café-restaurant Blok.
Eigenaren van hotels, cafés en restaurants maakten in de vijftiger, zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw nauwelijks eigen reclame voor hun bedrijf op lucifersdoosjes. Gelukkig heeft de redactie wel een beetje smoezelig lucifersdoosje met daarop reclame voor hotel-café-restaurant Blok an de Deeverbrogge bewaard. Zie de bijgaande afbeelding. De redactie schat in dat Johan Blok dit lucifersdoosje in de zestiger jaren van de vorige eeuw weggaf aan zijn klanten.
De redactie is bijzonder benieuwd wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief in het bezit is van Deeverse lusefasdösies. De redactie wil bijzonder graag een afbeelding van de reclamekant van deze doosjes tonen in ut Deevers Archief.
Zelf smaakt de redactie het niet onverdeelde genoegen een lucifersdoosje met reclame voor molen De Vlijt in Oll’ndeever in zijn bezit te hebben.

Posted in An de Deeverbrogge, Deeverse prullaria, Hotel Blok, Lusefasdösie | Leave a comment

De olde boerdereeje van Jan Tabak stön an de weg

Jans Tabak, 36 jaar oud, trouwde op 29 april 1922 in Ruinen met de minderjarige Johanna Lammina (Lammegie) Luten, 17 jaar oud. Jans Tabak en Johanna Lammina (Lammegie) Luten vestigden zich op 1 juni 1922 komende vanuit Ruinerwold, in Wittelte, in de oude boerderij van zijn ouders, die in de lengte langs de straat stond, adres Wittelte 8, later Wittelte 11, later Wittelte 51, nu Wapserveensweg 9 . Zie in afbeelding 2 de gegevens uit het Deeverse bevolkingsregister. Op de topografische kaart uit 1924 is de plaats van de oude boerderij van Jan Tabak langs de straat te zien (zie afbeelding 3).
Jan Tabak, de vader van Jans Tabak, vestigde zich 22 juni 1922, komende vanuit Havelte, in Wittelte, ook in zijn oude boerderij. Zie in afbeelding 2 de gegevens uit het Deeverse bevolkingsregister.
In de oude boerderij, toen adres Wittelte 8, werden drie kinderen geboren. Jan Tabak is daar op 8 maart 1923 geboren. Klaas Tabak is daar op 9 september 1924 geboren. Hendrik Jan Tabak is daar op 6 september 1926 geboren. Zie in afbeelding 2 de gegevens uit het Deeverse bevolkingsregister.
Klaas de Boer vermeldt in zijn onvolprezen boek Wittelte – De geschiedenis van de boerderijen vanaf 1770 tot heden dat in de oude boerderij ook de dochters Hendrikje en Aaltje zijn geboren, maar hun gegevens staan niet bij de andere gegevens in het Deeverse bevolkingsregister (afbeelding 2).
Het lijkt er meer op dat Aaltje en Hendrikje Tabak dochters zijn van Jacob Tabak en Aaltien (Aaltje) Heuvelman, die in een (huur?) boerderij met adres Wittelte 33a (?), later Wittelte 47, nu Wapserveenseweg 1, woonden. Aaltje Tabak is daar op 13 januari 1915 geboren.  Hendrikje Tabak is daar op 5 oktober 1918 geboren.
Op 20 maart 1929 kreeg Jans Tabak een bouwvergunning voor de bouw van de boerderij, die op de hier afgebeelde kleurenfoto (zie afbeelding 1) is te zien. Deze boerderij was de vervanger van een boerderij die dichter bij de straat en in de lengte lang de straat stond. Zie afbeelding 3.
Wellicht is bij de nazaten van het echtpaar Jans Tabak en Johanna Lammina (Lammegie) Luten een foto van de oude boerderij, die in de lengte langs de straat stond, bewaard gebleven. Die oude boerderij was vast wel een saksische boerderij. De redactie van ut Deevers Archief, zou  bijzonder graag een afbeelding van deze oude boerderij in ut Deevers Archief tonen.
Hendrik Jan Tabak en Trijntje Greveling namen de boerderij van zijn vader Jans Tabak over in 1953. Het leveranciersnummer op de melkbussen van Hendrik Jan Tabak was 170. Hendrik Jan Tabak is op 14 juni 1990 overleden. De boerderij is omstreeks 1992 verkocht.

Afbeelding 1
De toen in Amsterdam wonende mevrouw Hendrikje Momber-Tabak heeft deze kleurenfoto gemaakt op 1 augustus 1986.


Afbeelding 2
Gegevens van het echtpaar Jans Tabak en Johanna Lammina (Lammegie) Luten uit het bevolkingsregister van de gemiente Deever,

Afbeelding 3
Detail van de topografische kaart uit 1924. De oude boerderij van Jan Tabak stond in de lengte vlak langs de weg.


Afbeelding 4
De nieuwe boerderij van Jan Tabak werd verder van de weg gebouwd.

© https://www.google.com/maps, deze opname van de meer dan honderdjarige boerderij is gemaakt in mei 2023.

Posted in Boerdereeje, Wittelte | Leave a comment

Un olde ansichtkoate van ut mr. A.C. monement

Mr. Albertus Christiaan van Daalen uit het verre Bennekom bij Ede, de uitvinder van het Landgoed Berkenheuvel, liet ter gelegenheid van zijn zogenaamde voltooiing van de bebossing van de door hem en zijn voorgangers gekochte woeste gronden van de boermarke van Deever en de boermarke van Wapse in 1925 -vooral voor zichzelf- een monument aan de Haarweg oprichten.
Dit monument bestaat nog steeds en is nog steeds ten zeerste te bezichtigen. Het monument staat op bosgrond die nog steeds eigendom is van de vele honderden nazaten van mr. Albertus Christiaan van Daalen, die zich hebben verenigd in Berkenheuvel b.v.. Zie het blauw gemarkeerde oppervlak in afbeelding 3.
De onthulling van het monument op Berkenheuvel gebeurde op 5 september 1925. Dus bij het 100-jarige bestaan van het monument op Berkenheuvel op 5 september 2025 kan het niet anders zo zijn dan dat het vast groot feest bij de aandeelhouders van Berkenheuvel b.v. zal zijn ! Dan zal de dag van het verteren van de grote pot aanbreken !
De redactie van ut Deevers Archief stelt voor dat de vele honderden nazaten van mr. Albertus Christiaan van Daalen zich dan bij het monument verzamelen voor een groepsfoto. Want die passen niet allemaal in het landhuis Berkenheuvel.

Op het internet zijn zo nu en dan ansichtkaarten met afbeeldingen van het monument op Berkenheuvel te koop. Waaronder de bijgaand afgebeelde ansichtkaart uit de zestiger jaren van de vorige eeuw. De redactie viste op 16/17 februari 2024 achter het net bij het achterbakse nachtelijke bieden op deze ansichtkaart. Dus het enige dat de redactie van ut Deevers Archief nog kon doen, was pijlsnel het digitale bestand van die hier afgebeelde zwart-wit ansichtkaart (afbeelding 1) veilig te stellen, teneinde deze toch aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief te kunnen tonen. Want de redactie wil aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief liefst een afbeelding van alle ooit uitgegeven ansichtkaarten uit de gemiente Deever tonen.

Want het verzamelaartje en kopertje van de hier afgebeelde ansichtkaart stopt zijn nieuwe aanwinst ogenblikkelijk in een heel duur en dik en zuurvrij plastic mapje, die vervolgens ogenblikkelijk bij al die andere ansichtkaarten van het monument op Berkenheuvel in een super-de-luxe ansichtkaarten-album verdwijnt. En al die super-de-luxe ansichtkaarten-albums met al die kostelijke ansichtkaarten zijn ergens ver weggestopt op de zolder, waarschijnlijk in een super-de-luxe ansichtkaarten-album-kast. Want niemand mag en zal die ansichtkaarten ooit zien. Want die bint van mee. 

Afbeelding 1

Afbeelding 2
De redactie van ut Deevers Archief heeft toestemming van Herman Posthumus de door hem op 27 december 2023 gemaakte mooie kleurenfoto van het monument op Berkenheuvel in ut Deevers Archief te tonen. De redactie is hem bijzonder erkentelijk voor deze toestemming. (© Herman Posthumus, 27-12-2023).

Afbeelding 3
Het blauw gemarkeerde gebied is in het bezit van Berkenheuvel b.v..

Posted in Albertus Christiaan van Daalen, Ansigtkoate, Monement op Baark'nheuvel | Leave a comment

Was ut jongeskaamp an de Gowe wè so ideaal ?

In de Dragtster Courant van 14 juli 1950 verscheen het volgende bericht over het jongenskamp voor sociale jeugdzorg an de Gowe in de gemiente Deever.

Een ideaalkamp voor ‘moeilijke jongens’ – Ze leren er ‘goudzoeker’ te zijn

“En nou ga ik u de kippen van de commandant nog even laten zien”, zei het twaalfjarige jochie uit Rotterdam, dat sinds een week, vanwege ons onbekende delicten, was opgenomen in het kamp voor sociale jeugdzorg onder Diever. Hij was met ons door ‘zijn’ kamp gedwaald, langs de barakken, de fontein, de eendenvijver en alles hadden we grondig bekeken. Overal liep dat mannetje met ons in en uit: werkzalen, slaapzalen, douchecellen, bergplaatsen. Floep ! Vlug een knopje van het elektrisch licht omgedraaid en de bezoeker beleefd de voorrang latend, had hij als een even gezellige als consequente gids ons in de geheimen van dit kamp ingewijd. Met de tamme torenkraaien die, zittend op zijn schouder, soms een eindje druk kopjes gevend mee ‘opliepen’, waren ook wij al haast goede maatjes; met ontzetting keken ook wij naar het doodgeboren konijntje door ‘meneer’ op sterk water gezet, en we waren zo goed niet of we moesten langs hele rijen zelf getimmerde duiven- en konijnenhokken wandelen.
Onder Diever ligt dit kamp, dat officieel Geeuwenbrug heet. Dat ‘onder’ betekent in dit geval, dat men het, na een prachtige wandeling van ongeveer een uur door echt Zuidwest Drents natuurschoon kan bereiken. Midden in die verlaten wereld daar staat een groepje barakken, donkerros geverfd, oorspronkelijk gebouwd voor de nu al weer vergeten Arbeidsdienst.

Ouders moeten meewerken
Vierenzestig ‘moeilijke’ jongens herbergt dit kamp. Jongens tussen de twaalf en veertien jaar uit wat men gemeenlijk sociaal zwakke gezinnen noemt. Jongens met een abnormaal grote voorliefde voor baldadigheid zijn er bij, en principiële spijbelaars, die met geen stok naar school zijn te krijgen. Die daarom een jaar lang hier op Geeuwenbrug aan de hoede van de kampcommandant en zijn helpers worden toevertrouwd, op verzoek en met medewerking (zo mogelijk ook financiële steun) van de ouders. Vierentwintig dergelijke kampen zijn er in totaal in ons land. Rijkskampen zijn het, maar ze ressorteren niet onder het departement van Justitie (de jongens die hier opgenomen worden, zijn niet veroordeeld door een kinderrechter !), doch onder het departement van Onderwijs, afdeling vorming buiten schoolverband.
In de eetzaal, waar kampcommandant, groepsleiders en jongens samen aan tafel zaten (met een aantal journalisten her en der tussen hen in verspreid) maakten wij kennis met drie van die knapen. Met een overrompelende hoffelijkheid voorzag de een ons van brood op ons bord. Een ander houdt de botervloot bij, een derde presenteert beleg. En toen samen praten. Aan alles was te merken, dat deze stadsjongens het hier uitstekend naar hun zin hebben. Ze leren er wat. Algemene ontwikkeling, handenarbeid, wellevendheid en er wordt heel veel aan hun karaktervorming gedaan. Als het jaar om is, moeten deze boefjes-in-de-dop klaar zijn voor de vrijheid. Gelukkig staat dan meteen de jeugdbeweging klaar om de klantjes op te vangen.

Karaktervorming nr. 1
Een grote mate van vrijheid genieten de jongens hier. Natuurlijk, zouden wij haast zeggen. Het gaat hier immers om preventieve jeugdzorg. Daarom is het schoolonderwijs in het kamp minder uitgebreid dan de gewone jongens op die leeftijd krijgen. Daarom wordt er zoveel mogelijk gedaan om hun drang tot zelfwerkzaamheid in een goede richting te sturen en wordt het onderwijs aangepast aan hun persoonlijke belangstelling.
Maar in de eerste plaats komt: de karaktervorming. Geen paedagogische preken krijgen ze te horen, dat zou waarschijnlijk weinig baten. Wat deze jongens nodig hebben aan romantiek, aan spanning en avontuur laat zich niet onderdrukken. Zij krijgen het ook, in de vorm van …. het goudzoekersverhaal. Dat verhaal vertelde ons een een kampbewonertje van twaalf jaar. Een pracht van een stripverhaal is het. Over Bill, de goudzoeker, en over rovers, cowboys en revolvers, over wilde avonturen in Alaska. De jongens in het kamp kennen het uit hun hoofd. En zij kennen ook de mooie moraal van het verhaal: dat je niet moet zoeken naar het goud van een ander, maar …. naar het goud in je eigen hart.
Een jaar lang heb je in het kamp gelegenheid te tonen, dat je zulk een goed goudzoeker wilt zijn. Je begint, als je pas komt, als ‘manschap’. Je krijgt een gewoon insigne met de kleur van de barak waar je bent ondergebracht (en die barakken zijn genoemd naar de plaatsen waar goud wordt gevonden: Klondike, Perú, Transvaal en Alaska ….). Als je in een bepaalde tijd de opgelegde taken (op het gebied van handenarbeid bijvoorbeeld, maar ook ‘morele’ opgaven) hebt volbracht, wordt je ‘vriend’ en je insigne krijgt er een ringetje bij. Weer een taak en je wordt ‘delver’ – weer één (en dan kun je haast naar huis !), dan ben bevorderd tot de hoogste rang: ‘gouddelver’, een heuse helper van de commandant !
Maar dat is dan ook eigenlijk het enige militaire aan dit opvoedingskamp. Maar dat had u, lezer, in de eerste alinea al door. Want als een kampbewoner de gepaste vrijmoedigheid neemt (en dat mag hij !) om op het erf van de kampcommandant te dwalen en er u trots diens kakelende leghorns te tonen, dan is dat alles toch weinig traditioneel-model ! Weet u, wat óók zo’n goed teken is ? Dat de jongens na dit kampjaar heel vaak niet meer in hun vroege zonden vervallen !

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie verwijst voor een breder beeld van het nut van het jongenkamp ‘de Eikenhorst’ an de Gowe naar de vele berichten van voormalige kampbewoners in ut Deevers Archief.
A
ndere aantekeningen moeten nog worden toegevoegd.

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Henduk Jan Noord vön twee potties op de Oosteresch

De redactie van ut Deevers Archief moet met het schaamrood op de kaken en de wangen en het voorhoofd toegeven dat hij in ut Deevers Archief veel meer aandacht moet besteden aan de vele honderden oudheidkundige vondsten in de bodem binnen de grenzen van de gemiente Deever. De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die is geïnteresseerd in oudheidkunde klikke aan de rechterkant van het scherm onder Onderwerpen op het onderwerp Oudheidkunde. De redactie wil ook bijzonder graag particuliere oudheidkundige vondsten uit de gemiente Deever tonen. De redactie nodigt de zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief graag uit foto’s van zijn vondsten met het bijbehorende verhaal voor publicatie in ut Deevers Archief ter beschikking te stellen. 

Het Noordelijk Archeologisch Depot (NAD) is het gezamenlijke archeologische depot voor archeologische vondsten en onderzoeksdocumentatie van en uit de provincies Groningen, Fryslân en Drente. De vondsten worden opgeslagen in Nuis, waar het depot is gevestigd. Het in stand houden van een provinciaal archeologisch depot is een wettelijke taak die belegd is bij de Gedeputeerde Staten van een provincie. De provincies Groningen, Fryslân en Drente hebben door middel van een bestuursovereenkomst afgesproken deze taak gezamenlijk uit te voeren via het depot in Nuis.

In de deelcollectie ‘Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Drente’ van het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis bevinden zich twee handgevormde aardewerken potjes uit de Vroege tot Midden IJzertijd. De IJzertijd kent drie periodes: Vroege IJzertijd (800-500 jaar voor Christus), Midden IJzertijd (500-250 jaar voor Christus) en Late IJzertijd (250-50 jaar voor Christus). De twee potjes zijn geregistreerd onder de nummers D 2015-I.2 en D 2015-I.3.

Beschrijving aardewerken potje met inventarisnummer : D 2015-I.2

Wijdmondig halsloos potje, geplakt en aangevuld. Gladwandig grijsbruin en oker. Relatief dik baksel. Bodem relatief breed; bolle vorm ervan en matige afwerking binnen wijzen op Vroege tot Midden IJzertijd. Gevonden met D 2015-I.3. Randdiameter 13 centimeter. Zie afbeelding 1.

Beschrijving aardewerken potje met inventarisnummer : D 2015-I.3
Wijdmondig halsloos potje, zwak biconisch; geplakt en flink aangevuld. Gladwandig grijsbruin. Bodem relatief breed; bolle vorm ervan en matige afwerking binnen wijzen op Vroege tot Midden IJzertijd. Gevonden met D 2015-I.2. Randdiameter 10 centimeter. Zie afbeelding 2.

De heer Hendrik Jan Noord, boer aan de Wittelterweg, heeft de twee potjes in de negentiger jaren van de vorige eeuw gevonden bij het plaatsen van een afrastering op de Oosteresch van Wittelte in de buurt van zijn boerderij. De twee potjes zijn in 2015 afgestaan aan het Drents Museum.
De X-coördinaat van de twee potjes is 217400. De Y-coördinaat van de twee potjes is 538900.
Dat wil zeggen dat de twee potjes zijn gevonden op 52.83371 graden noorderbreedte en 6.31316 graden oosterlengte. Zie afbeelding 3.

Afbeelding 1 – Inventarisnummer D 2015-I.2                   Afbeelding 2 – D 2015-I.3
Afbeelding 3

Posted in Oudheidkunde, Wittelte | Leave a comment

Ut nutuurmuseum op Woater’n hef ut ok neet ered

Het natuurmuseum Het Drents-Friese Woud is op 21 maart 1997 geopend. Het museum was gevestigd in de voormalige openbare lagere school op Woater’n an de aandere kaante van de Deeverse bos. In de voormalige multifunctionele ruimte van de school waren de vier seizoenen (voorjaar, zomer, herfst, winter) uitgebeeld. In het museum waren honderden dieren, voornamelijk vogels en zoogdieren, in allerlei soorten en maten te zien. Het museum was zeer professioneel ingericht.
Eigenaar en beroepsdierenpreparateur J. van der Vooren heeft het natuurmuseum Het Drents-Friese Woud in juli 2003 te koop gezet. Het openen van een natuurmuseum in de nabijheid van een nationaal parkje was natuurlijk toch wel een beetje de kat op het spek binden. Wie wilde gaan kijken naar opgezette dode dieren in een museum in een gebied waar je deze dieren ook levend in de bos kon zien rondlopen ?
De redactie van ut Deevers Archief moet met het schaamrood op de kaken melden dat hij nog niet weet wanneer het natuurmuseum Het Drents-Friese Woud is verkocht en wanneer het de laatste dag was dat het museum kon worden bezocht.
Een verzameling van 200 opgezette dieren van natuurmuseum Het Drents-Friese Wold is verkocht aan natuurmuseum Rheezer-marke nabij Hardenberg in Overijssel.
De redactie prijst zich wel bijzonder gelukkig na een bezoek aan het natuurmuseum een kleurenfolder van het natuurmuseum veilig te hebben gesteld, teneinde een afbeelding van die folder te kunnen tonen aan de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief. Zie de afbeeldingen 1 en 2.
En weer sloot in de gemiente Deever een met veel enthousiasme geopend museum de deuren. Andere museums die in het verleden hun deuren sloten waren De Oudheidkamer Schultehuis, De Museumboerderij, Het Glasmuseum, Het Radiomuseum, De Koetsenman en Het Oldtimermuseum. De Rotterdamse dichter Jules Deelder schreef het al: alles blijft, alles gaat voorbij, alles blijft voorbijgaan.
Weliswaar is in het schultehuis aan de brink van Deever het zo nodig zo genoemde Oermuseum gevestigd, maar dat is geen museum, dat is eigenlijk meer een soort van bezigheidstherapiecentrum voor vrijwilligers en zich stierlijk vervelende vakantiegangers.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Museum, Toeristenindustrie, Woater’n | Leave a comment

Nog un foto van de vragtwèg’n mit kentiek’n D-14361

Cornelis (Kees) de Graaf, kleinzoon van expediteur Cornelis de Graaf, stelde bijgaand afgebeelde zwart-wit foto van zijn vader Klaas de Graaf bij de Dodge vrachtwagen met kenteken D-14361 met 5-tons DAF-aanhanger welwillend voor publicatie in ut Deevers Archief ter beschikking. De redactie is Cornelis (Kees) de Graaf bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.

De provinciale griffie van Drente gaf het kentekenbewijs D-14361 op 27 september 1945 af aan Cornelis de Graaf. Hij woonde in 1945 in het huis met adres Kruisstraat 5 in Deever. Het kentekenbewijs was bestemd voor een vrachtwagen van het merk Dodge. Cornelis de Graaf was, zoals uit de tekst op de geopende deur van de vrachtwagen is op te maken, expediteur, zeg maar vervoerder van goederen, zeg maar vrachtrijder. De hier afgebeelde foto is gemaakt aan het begin van ut Kastiel in Deever. Zo te zien is de 5-tons DAF-aanhanger geschikt voor het vervoeren van vee.

De redactie heeft het vermoeden dat Cornelis de Graaf  de vrachtwagen zo vlak na de Tweede Wereldoorlog niet nieuw is gekocht. De redactie heeft ook het vermoeden dat hij – net zoals dorpsgenoot en wegtransporteur Albert Strik an de Brinkstroate in Deever – een Amerikaanse legervrachtwagen heeft kunnen kopen en geschikt heeft laten maken voor het vervoeren van vee.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde foto van de vrachtwagen met kenteken D-14361 ten zeerste bewonderen op bladzijde 68 van het in 2004 uitgegeven boek Wittelte na Witto van de Wittelter Dorpsvereniging. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien, of dat papieren boek in een bibliotheek kunnen lenen.
En die foto van de Dodge-vrachtwagen met kenteken D-14361 is ook ten zeerste te bewonderen in ut Deevers Archief.

De redactie citeert het volgende stukje tekst op bladzijde 69 van het boek Wittelte na Witto:
De slacht- en melkkoeien werden donderdags op de markt in Zwolle verkocht. De vrachtrijder was de hele nacht bezig koeien te laden, want de markt ging meestal om zes uur open. Bekende veevervoerders waren Leffert Klok (Dieverbrug), Klaas de Graaf (Diever), Lammert Vierhoven (Dieverbrug) en Jan Haveman (Uffelte).

Het kenteken D-14361 is ook opgenomen in de lijst Kentiek’nplèèt’n mit ut D-nummer in Deever

Enige vragen die toch zeker nog wel beantwoord moeten worden zijn.
– Is de vrachtwagen een Amerikaanse legervrachtwagen ?
– Hoeveel ton vracht kon de vrachtwagen vervoeren ?
– Werd de vrachtwagen alleen maar gebruikt voor het vervoeren van vee ?
– In welk jaar is de foto gemaakt ?

Posted in D-nummer, Olde vrachtwèg'n | Leave a comment

De Chevrolet automobiel mit kentiek’nplète D-832

Het bij kentekenplaat D-832 behorende kentekenbewijs is op 9 mei 1919 afgegeven aan Nanne Brandenburg. Het kentekenbewijs was bestemd voor zijn automobiel van het merk Chevrolet. In 1919 was hij rijksveearts (dierenarts) in de gemiente Deever.
Veearts Nanne Brandenburg heeft de Chevrolet met kenteken D-843 tot in 1923 gehad, want op 9 oktober 1923 werd voor een andere automobiel kentekenplaat D-3143 met bijbehorend kentekenbewijs aan hem afgegeven.
Nanne Brandenburg is geboren op 11 november 1887 in Oldeholtwolde. Hij trouwde op 16 april 1918 in Dwingel met Grietje Dolfing uut Dwingel. Hij is overleden op 24 mei 1968 in Groningen. Zie het bijgaand afgebeelde bericht van zijn overlijden, dat op 27 mei 1968 in het Nieuwsblad van het Noorden is gepubliceerd.
Op 13 mei 1914 ging rijksveearts Nanne Brandenburg wonen in het huis dat daarvoor was bewoond door rijksveearts Frederik Boerhave. Hij woonde later in de voormalige Villa Laanzicht an de Deeverbrogge.
In ut Deevers Archief is nog een afbeelding van een foto van de Chevrolet met kenteken D-832 aanwezig.
Wellicht beschikken de nazaten van Nanne Brandenburg en Grietje Dolfing over andere foto’s van de automobielen met kenteken D-832 en D-3142 ? Wie brengt de redactie in contact met deze nazaten ? De redactie wil bijzonder graag een goede scan van die foto’s in ut Deevers Archief opnemen.

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 19 december 1925 het volgende bericht dat veearts Nanne Brandenburg bij een ongeluk met zijn auto op het ijs was beland.

Dieverbrug, 18 december.  De heer Brandenburg, veearts alhier, overkwam gisteravond een vrij ernstig ongeluk.
Terwijl hij met zijn auto van Assen kwam, moest hij bij de gasfabriek aldaar een andere auto passeeren. Door de verblindende verlichting van deze laatste geraakte hij van den weg en kwam in de Drentsche Hoofdvaart terecht. De auto sloeg over den kop, doch bleef gelukkig op het ijs liggen. B., die bewusteloos was, zou stellig verdronken zijn, zoo de wagen door het ijs gezakt was. Door behulpzame lieden werd de heer B. op den wal gebracht en kon hij, nadat hij weer bij kennis gekomen was, naar huis terugkeeren. De auto bleek erg beschadigd.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Op 18 december 1925 reed veearts Nanne Brandenburg in een automobiel met het kenteken D-3132 , dus niet in het automobiel met het kenteken D-832.

Afbeelding 1
Foto uit de verzameling van huisarts Jan Brandenburg, zoon van veearts Nanne Brandenburg.

Afbeelding 2
Bericht in het Nieuwsblad van het Noorden van 19 december 1925.


Afbeelding 3
Bericht van overlijden, dat op 27 mei 1968 in het Nieuwsblad van het Noorden is gepubliceerd.

Posted in D-nummer, Olde auto, Overlijdensbericht | Leave a comment

Bromdozems in de Heufdstroate van Deever

In de Friese-Koerier van 18 september 1964 verscheen een kort verslag van de dag daarvoor gehouden vergadering van de raad van de gemiente Deever. In dit verslag stond ook het volgende voorstel van het PvdA-raadslid mevrouw Wilhelmina (Mina) Zoer-Vos.

Ook in deze gemeente zijn de bromnozems lastig. Mevrouw Zoer (PvdA) vroeg om op zaterdag- en zondagavond de Hoofdstraat, Peperstraat en Kruisstraat af te sluiten voor bromfietsen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief

Mevrouw Zoer is mevrouw Wilhelmina (Mina) Vos, echtgenote van gemeente-arbeider en straatmaker Hendrik Zoer. Wilhelmina (Mina) Vos is geboren in 1913 in Dwingel. Zij is overleden in 2002 in Deever. Zij trouwde op 27 augustus 1932 met Hendrik Zoer. Hij is geboren op 11 februari 1909 in Dwingel. Hij is overleden op 5 juni 2002 in Deever.

Het echtpaar Zoer-Vos woonde in het oude kubusvormige postkantoor in Deever. Het oude kubusvormige postkantoor met aanbouw stond an de Heufdstroate. De tuin achter de aanbouw van het oude postkantoor grensde an de Peperstroate.

Dus de bromnozems zullen in die jaren op hun brommers van vooral het merk Kreidler, Zündapp, Eysink, Puch, Tomos en zelfs Yamaha in de weekeinden en vooral des avonds door het hard rijden deur de Heufdstroate en de Peperstroate nogal lawaaierig zijn geweest voor mevrouw Wilhelmina (Mina) Zoer-Vos. En vaak deden de bromnozems ter verhoging van de rijsnelheid en het rijgenot ook een scheutje slaolie in de benzine. Een bromnozem werd op een gegeven moment brozem genoemd.

En mevrouw Wilhelmina (Mina) Zoer-Vos zal blijkbaar de pest aan lawaaierige en stinkerige bromfietsen hebben gehad. Daarom zal ze op het lumineuze idee zijn gekomen in die raadsvergadering voor te stellen in de weekeinden een bromfietsverbod voor de Hoofdstraat, de Peperstraat en de Kruisstraat in te stellen. Mevrouw Wilhelmina (Mina) Zoer-Vos deed even niet aan slimme socialistische arbeidersverheffende dorpspolitiek, maar aan domme eigenbelang politiek.

Maar waarom wilde zij de Kruisstraat ook op zaterdagavond en zondagavond voor brommende bromfietsen afsluiten ? 

Een nozem was zeg maar een Nederlands Onderdaan Zonder Enige Manieren. Een dozem was zeg maar een Deeverse Onderdaan Zonder Enige Manieren. Een bromnozem was een nozem op een brommer. Een bromdozem was een dozem op een brommer. Dozems waren in de zestiger jaren van de vorige eeuw in Deever jongeren die zich afzetten tegen de burgerlijke naoorlogse normen en waarden van hun ouders en de toen heersende tijdsgeest. Ze droegen steeds meer een spijkerbroek en een spijkerjack. Vaak hadden ze een vetkuif en met de opkomst van de roll-‘n-rock muziek ook steeds vaker langer haar. Als een  dozem op een brommende bromfiets door Deever scheurde, dan was hij een drozem.

En met de naoorlogse economische rugwind hadden ook de Deeverse arbeiderskinderen steeds vaker een – al dan niet opgevoerde – brommer in hun bezit. Als de dozem eigenaar van een brommer werd, dan werd hij gepromoveerd tot bromdozem. Dus het socialistische raadslid mevrouw Wilhelmina (Mina) Zoer-Vos zou eigenlijk ontzettend blij moeten zijn geweest met de voor en achter haar kubushuis voorbij knetterende en stinkende brommers. Want het toenemende aantal knetterende en stinkende brommers was toen te beschouwen als een graadmeter voor de welvaart van de arbeidersklasse, als een graadmeter voor vrij te besteden geld van de arbeidersklasse.

Maar was Jan Albert Zoer (die in de Deeverse volksmond altijd Flap Zoer werd genoemd), zoon van Hendrik Zoer en Wilhelmina (Mina) Vos, een nozem, een dozem, een bromnozem, een bromdozem, een brozem of een drozem ?

Posted in Bestuur, Heufdstroate, Verkeer en vervoer | Leave a comment

Iene knolle steel’n is net so aarg as 100 gull’n steel’n

De Stichting Openbare Bibliotheek Diever en de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever hebben in november 1998 het onvolprezen boekwerkje ‘Dievers Geschrief II’ in eigen beheer uitgegeven. Het boekje is gedrukt door Drukkerij Roelf (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever. Het was een boekwerkje voor en door inwoners van Diever en omgeving.
In het boekwerkje staat op de bladzijden 10, 11 en 12 een nogal ingekorte en daardoor onvolledige versie (zie afbeelding 2) van het navolgende artikel van Klaas Hessels over zijn jeugd op ’t Noave. Het volledige artikel is ook gepubliceerd in het papieren blad Opraekelen 01/2 (juni 2001) van de Historische Vereniging Voormalige Gemeente Diever.
De in 1917 geboren Klaas Hessels heeft zijn hele leven op ’t Noave gewoond en gewerkt. Hij is van 1962 tot 1968 lid van de gemeenteraad van Diever geweest voor het CVG en van 1978 tot 1986 voor het CDA. Van 1978 tot 1986 was hij tevens wethouder. 

Jeugdherinneringen

Het was op 27 september van het jaar 1917 dat ik ben geboren in een eeuwenoude boerderij in de buurtschap Ten Have.
Buiten onze landsgrenzen woedde in die tijd een vreselijke oorlog. Nederland zelf bleef gelukkig buiten deze oorlog en stelde zich zogenaamd neutraal op. Het gevolg van deze oorlog was wel dat de Nederlandse soldaten waren gemobiliseerd en dat er verschillende artikelen op de bon waren. Vooral van over zee aangevoerde goederen waren schaars.
Ik ben vernoemd naar mijn grootvader. Dat was in die tijd nog de gewoonte. De burgemeester was in het begin van de vorige eeuw niet alleen hoofd van de gemeente, maar ook secretaris en ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij moest mij als jonggeborene inschrijven en hij moest in de eerste wereldoorlog ook zorgen voor de nodige voedselbonnen. Het is in deze tijd bijna ondenkbaar dat nog geen eeuw geleden slechts één persoon alle taken van de gemeente uitvoerde.
Mijn vader was koopman en handelde in paarden, koeien, varkens, schapen en geiten. Hij was dus veel de boer op of naar de markt. Mijn toen nog ongetrouwde oom Berend nam het meeste werk op de boerderij voor zijn rekening.
In die tijd was er in Ten Have nog geen straatweg. Alles werd per paard en wagen over de zandwegen vervoerd. Wel was er een onverhard fietspad langs de weg, want het rijwiel was toen sterk in opkomst. Een fiets was een groot bezit, dat voor lang niet iedereen was weggelegd omdat het onbetaalbaar was.

De oude boerderijen in Wapse waren, zoals ook in Diever, met riet gedekt en dus brandgevaarlijk. Bovendien ontbrak een goede brandspuit. Toen Diever een nieuwe kreeg, mocht Wapse de oude brandspuit hebben. In onze schooljaren is er brand gekomen in één boerderij, maar omdat er niet op tijd een goede brandspuit was, ging de tweede boerderij ook in vlammen op. Dat laatste speet ons erg. Omdat het dak in slechte staat was, gingen wij met de ladder het hooi op, kropen door het dak en gingen dan over het dak, als over een glijbaan naar beneden.

Men was in Ten Have ook verstoken van elektriciteit. Voor verlichting werden petroleumlampen gebruikt, waarin elke avond ongeveer één liter petroleum werd verstookt. Als de lamp uitging, dan zocht men de bedsteden op, die keurig op een rij achter de deuren in de wand waren aangebracht.
Auto’s werden toen zelden gezien.

Toen ik er de leeftijd voor had, werd ik naar de christelijke school in Diever gestuurd. De schoolstrijd, die zoveel teweeg had gebracht, was nog maar amper ten einde. De vrijheid van onderwijs was juist verwezenlijkt met gelijkheid voor openbaar en bijzonder onderwijs! Om in Diever te komen was er voor de scholieren maar één manier: lopen ! Toch denk ik dat het elke dag lopen van tien kilometer door weer en wind zeer gezond is geweest, het gaf je meer weerstand, temeer omdat wij op school nog geen gymnastiek hadden. De dokter in die tijd onderkende dat klaarblijkelijk ook, gezien zijn woorden: Alle kinderen waggelen als ganzen, maar die van Wapse kunnen lopen.

Tussen Wapse en Diever was een tolhek, een paal dwars over de weg met het opschrift: rijwielen 1 cent.

Het schoolgebouw bestond uit twee lokalen. In de gang lagen gewone straatklinkers en daar waren ook de ouderwetse wc’s. Wij kregen allemaal een lei en een griffel om mee te schrijven, we deden de eerste dag niets anders dan streepjes zetten. In ons lokaal stond meester Strating voor de klas in het andere meester Roosjen. Meester Strating kon goed met kinderen omgaan. Hij wist de bijbelse geschiedenis dusdanig te vertellen dat wij ademloos zaten te luisteren. Vooral de geschiedenis van Jozef kostte ons tranen. Wij zagen als het ware dat Daniël in de leeuwenkuil werd geworpen en wij haalden opgelucht adem toen er een antwoord kwam op de bange vraag: “Daniël, leef je nog ?” Het lezen werd ons op een aparte manier bijgebracht, zodat wij al vrij snel “Oom eet een ei” konden lezen. Wij kregen een leesboekje met mooie plaatjes van bijvoorbeeld Aap, Kees en Jet.

Er waren ook minder leuke dingen op school. Zo mochten enkelen, meestal dezelfde kinderen, op het bord schrijven en schriften uitdelen, wat door de andere leerlingen onrechtvaardig werd gevonden. Ik vind het achteraf ook raar dat toen geen rapporten werden gegeven en dat zo maar op het bord werd gezet wie er in klas 1, 2, 3, enz. werden geplaatst! Bijkomend gevolg was dat iemand die boven aan de lijst werd geschreven, meende dat hij of zij meer in zijn mars had dan de anderen, terwijl de onder aan de lijst geplaatsten het om die reden vertikten beter hun best te doen !

Als het koud was en wij kwamen ’s morgens aan, dan schaarden wij ons rond de kolenkachel. Eén van de jongens deed een keer de pook in de kachel en toen deze rood was geworden, deed hij de prullenmand leeg in de kolenkit, om vervolgens de hete pook in het papier te steken. Het resultaat was verbluffend. Het papier ging branden en de school zat vol rook. Tot onze schrik kwam meester Roosjen toen binnen. “Wat gebeurt hier”, zei hij. “Wie heeft dat gedaan ?” Maar niemand heeft hem dat verteld.
In Ten Have was intussen veel veranderd.

Ik doe een poging de namen van mijn klasgenoten van toen op te sommen: Mina Bult, Dirk Haveman, Aaltje Hessels, Hilligje Hessels, Klaas Hessels, Michiel Kiers, Jantje Mos, Johannes Oenema, Grietje Pot, Lize Strating en Pieter Timmerman.

De spelletjes die wij speelden waren: knikkeren, bokspringen, laatst in de ban met schere, tollen en petje ballen. Bij het laatstgenoemde spel dat door de jongens werd  gespeeld, legden ze hun pet, iedereen droeg in die tijd een pet, op een rij met de kleppen naar voren. Getracht werd een bal in één van de petten te gooien. De jongen in wiens pet de bal bleef liggen was af. Kringspelen waren: in Holland staat een huis en zakdoekje leggen. Bij herder laat je schaapjes gaan zongen wij:
Herder laat je schaapjes gaan
Ik durf niet. Waarom niet ?
Om de boze wolf niet.
De boze wolf die zit gevangen,
Tussen twee ijzeren stangen,
Tussen de zon en de maan,
Herder laat je schaapjes gaan.
Midden op het schoolplein werd een terrein afgebakend. De boze wolf bevond zich binnen de afbakening. Hij moest de overstekende schaapjes grijpen. Een gevangen schaap veranderde in een wolf en hielp schapen te vangen. Zo kwamen er steeds meer wolven die het uitgedunde aantal schapen moesten vangen. Telkens werd er weer een ander spel gespeeld. Niemand wist wie er het eerst mee begon en waar het vandaan kwam.

Langs de weg tussen Wapse en Diever, die toen nog van klinkers was, stonden telefoonpalen. De draden waren bevestigd aan porseleinen potjes. Dat was een uitstekende gelegenheid om goed met steentjes te leren gooien. In korte tijd was er bijna geen potje meer heel. Uiteindelijk verscheen de politie op school om ons te waarschuwen !

De tijd schreed voort en ik werd bevorderd naar klas twee. Ik bleef bij meester Strating in hetzelfde lokaal en wij keken meewarig neer op de nieuwe leerlingen van de eerste klas. Het totaal aantal leerlingen nam toe met als gevolg dat er een derde lokaal bij de school werd aangebouwd. Tegelijkertijd kregen we nieuwe banken en werden de leien afgeschaft. Vanaf dat moment werd geschreven met een potlood of een pen. Als er geen punt meer aan het potlood zat, dan kon je gebruik maken van een potloodslijper voor in de klas. Zo werden de potloden heel snel korter.

Er werd ook een begin gemaakt met het vak aardrijkskunde. De meester tekende een plattegrond van de school en het schoolplein op het bord. ‘Klaas, ga jij even naar de pomp om water te halen.’ Ik moest dan een streep trekken op de plattegrond, beginnend bij het lokaal, door de gang naar de pomp. Vervolgens moest Pieter bijvoorbeeld naar de eerste boom op het schoolplein. In die tijd stond er namelijk een rij populieren langs de straatweg op het schoolplein. Later zijn deze bomen gehakt door de gebroeders Harm, Jaap en Hendrik Mulder. Die hadden als bijnaam de Bakkers jong’n. Het was voor ons natuurlijk mooi om daar naar te kijken. Ze maakten eerst de bomen boven vast met een touw waaraan zich een katrol bevond. Door met behulp van de katrol het touw strak te trekken, konden ze de valrichting bepalen, zodat de bomen niet op de school terecht zouden komen.

In die tijd woonde er ook een man in Diever die wij Aebeltie Smok noemden. Als die man op het schoolplein kwam, dan kwam iedereen in beweging. De meisjes raakten volledig in paniek en stoven alle kanten op. Abel had maar één doel: zoveel mogelijk meisjes te smokk’n, dat wil zeggen zoenen. Wonderlijk genoeg hielpen de jongens Abel door de meisjes te vangen en voor hem vast te houden.

Omstreeks diezelfde tijd was er sprake van nog een attractie. Als de naam Rademaker werd genoemd, wist iedereen wie hiermee werd bedoeld. De luchtvaart stond toen nog in de kinderschoenen. Het was een zeldzaamheid dat er een vliegmachine overvloog. Rademaker was een militaire vliegenier wiens verloofde in Diever woonde. Blijkbaar wilde hij haar laten zien wat hij in zijn mars had en dat was in onze ogen beslist adembenemend. Van grote hoogte liet hij zijn toestel naar beneden vallen om het vervolgens weer pijlsnel de hoogte in te trekken. Hij ging met zijn machine over de kop en liet hem om zijn as draaien. Als in de klas het vreselijke gebrul van de vliegmachine werd gehoord, dan gingen vingers naar boven: Meester, alstublieft naar achteren. Werd dit verzoek ingewilligd, dan werd de blik snel naar boven gericht om Rademaker zijn halsbrekende toeren te kunnen zien uitvoeren. Toen er berichten in de krant verschenen met als kop Rademaker was weer boven Diever …, was het opeens gedaan met de pret. Waarschijnlijk is Rademaker door zijn superieuren op het matje geroepen en zij zullen hem duidelijk hebben gemaakt dat dit stuntwerk niet tot de taak van een militaire vliegenier behoorde.

In de loop der jaren is er in Ten Have veel veranderd. Zoals ik reeds eerder noemde, bestond Ten Have uit een zandweg met een fietspad er naast. Vooral in de buurt van F. Otten, nu Ten Have 7, zakten de ouderwetse wagens tot aan de assen in de modder. Als de boeren kunstmest moesten hebben, haalden ze dat met paard en wagen uit Dieverbrug, waar het per schip werd aangevoerd. Meestal had men dan twee wagens achter elkaar gekoppeld. Aan het begin van de Groeneweg, een weg over de es vanaf het huidige Ten Have 15 naar het huidige Ten Darperweg 47, werden de wagens ontkoppeld en werd elke wagen apart door het zand getrokken, wat dikwijls veel moeite kostte. Kunstmest, kalizout en slakkenmeel, zat toen verpakt in zakken van 100 kg.

Omstreeks 1925 werd begonnen met de aanleg van een straatweg. Dat ging echter niet zo eenvoudig. De gemeente zat niet zo goed bij kas. De boermarke van Wapse moest het eigendom van de weg en het aanliggende bos afstaan aan de gemeente. Bovendien moesten de boeren om de beurt een paard afstaan voor het trekken van de kipkarren voor het vervoeren van het zand voor de aanleg van de aardebaan. Het zand werd halverwege de Heugendijk gehaald uit de zogenoemde Ekkelkaamp, dat eigendom was van Geert Muggen. De straatweg werd niet in één keer aangelegd, maar in fasen, omdat er onvoldoende geld was. Ik herinner mij dat de aanleg van de straatweg Soerte-Ten Have jaren heeft geduurd. Het gedeelte van het huidige Ten Have, tussen Soerte en de boerschap Ten Have, heette toen nog Heugendijk. Het ergste was echter dat men uit zuinigheid afgekeurde kromme stenen in de weg had gelegd. Dat was zo erg dat de boeren er de voorkeur aan gaven om met hun wagens met ijzeren hoepels om de wielen, over de berm te rijden. Het is zelfs zo ver gekomen dat men van gemeentewege geulen in de berm ging graven om het onmogelijk te maken door de berm te rijden. Een voorbeeld van het feit dat zuinigheid niet altijd wijsheid is. Verkeerde zuinigheid dus, want na jarenlang klagen moest men uiteindelijk tot het besluit komen de weg te herstraten met andere, kwalitatief betere klinkers. Toen de Heugendijk uiteindelijk van een goede bestrating was voorzien, waren we uit ons isolement verlost.

Een volgende grote vooruitgang was de aanleg van een bovengronds elektriciteitsnet. Ik herinner me nog heel goed dat men de palen langs de weg plaatste met daaraan een bordje met de tekst: “Aanraking der draden is levensgevaarlijk”. Wij vonden het een prachtig gezicht dat de mensen met behulp van de zogenoemde klimschaatsen boven in de paal klommen om daar hun werk te doen. Na enkele jaren gingen de palen onderaan rotten. Daar had men wel een oplossing voor. De palen werden voorzien van betonnen onderstukken. In het begin werd elektriciteit alleen gebruikt voor verlichting. Veel mensen meenden veel stroomkosten te besparen door een spaarlampje aan de zolder te gebruiken. Dat niet alleen verbruikskosten moesten worden betaald, maar ook vast recht, daar kwam men pas later achter. Na verloop van tijd werden meer elektrische apparaten aangeschaft. Dat leidde er uiteindelijk toe dat het net overbelast raakte. Achter ons huis werd toen een ‘stroomopjager’ geplaatst. Dit bleek echter niet afdoende. Uiteindelijk is men er toe overgegaan een ondergronds net aan te leggen. Met de bovenleidingen verdwenen ook de bliksemafleiders, die op veel palen waren geplaatst en waar dikwijls de bliksem op insloeg. Na de aanleg van eerst het waterleidingnet en later het aardgasnet werd het wonen heel wat geriefelijker.

Toen ik naar de derde klas ging, moest mijn zusje Margje ook naar school. Zij moest een fiets hebben om de dagelijkse tocht van Wapse naar Diever en terug goed te kunnen volbrengen, omdat zij moeilijk liep. Zoals gezegd was een fiets in die tijd nog een ongekende luxe. Het bleef niet alleen bij de kostbare aanschaf. Jaarlijks moest fietsbelasting, ik herinner mij een rijksdaalder, worden betaald. Na betaling verkreeg men een plaatje dat aan de fiets bevestigd moest worden, zodat men de betaling kon controleren. Het kwam regelmatig voor dat buren of familieleden gezamenlijk zo’n belastingplaatje betaalden. Het plaatje werd met een touwtje aan de fiets gebonden en was dus uitwisselbaar. Aan mensen die deze fietsbelasting niet konden betalen en toch een fiets nodig hadden, werd een gratis plaatje verstrekt. Hierin was echter een gat geponst, zodat deze ‘armoede’ aan het fietsplaatje kon worden afgelezen. Aangezien de Drent niet graag met zijn armoede te koop loopt, werd door menigeen die feitelijk in aanmerking kwam voor een gratis fietsplaatje, botje bij botje gelegd om toch een normaal exemplaar aan te kunnen schaffen. Onze Margje moest het er maar zonder belastingplaatje op wagen. Er kwam natuurlijk een dag waarop ze, tot haar grote schrik, een politieagent tegemoet reed. Margje handelde snel. Ze ging met haar fietsje achter een boom staan en hing haar schortje over het stuur, waar het bewuste plaatje ontbrak. Het is mij niet bekend wat de goede man van deze vreemde handelswijze heeft gedacht. Ik weet wel dat Margje opgetogen thuis kwam met de mededeling dat zij de politieagent te slim was af geweest !

Naast Margje, had ook Michiel Kiers een fiets. Op een dag gebeurde het dat ze met elkaar in botsing kwamen. Mijn vader was kwaad en meende dat de schuld wel bij Michiel Kiers moest liggen, omdat die als een woeste rijder bekend stond. Hij ging op hoge poten naar de pleegvader van Michiel, Jan Pot Kiers, om verhaal te halen. Dat viel echter bij Jan in verkeerde aarde, omdat Michiel in zijn ogen geen kwaad kon doen. Wat er precies gezegd is, dat is niet meer te achterhalen, maar een plezierig gesprek was het beslist niet. Het is en het zal altijd wel zo blijven dat als gevolg van ruziënde kinderen, de ouders ook strijd hebben.

Zo’n vier keer per jaar was er Dievermarkt. Dat was voor ons telkens weer een evenement. Er werden paarden, koeien, varkens, schapen, geiten en konijnen aangevoerd. Het voornaamste voor ons was echter wel de kraampjesmarkt. Na veel gezeur lukte het ons meestal wel een dubbeltje of een paar centen mee te krijgen. Het werd dan al snel duidelijk dat je meer problemen kunt hebben met geld dan zonder geld. De grote vraag was dan ook: wat ga ik kopen? Eerst werd de uitstalling op alle kramen aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. Noga, zoethout, sprot (gebakken kleine visjes), chocolade of molentjes, die tegen de wind in konden draaien. Je kon ook gokken bij de grabbelton of door aan een touwtje trekken, waarbij je maar af moest wachten wat er aan het andere eind van het touwtje aangebracht was. Je kon natuurlijk geluk hebben, maar het risico vonden wij meestal te groot. Je kon je dubbeltje maar één keer uitgeven en door schade en schande werden wij wijzer.
Op een keer was ik er getuige van dat een vrouw haar dronken man uit het café haalde. Eenmaal buiten kwamen er een paar kameraden aan die haar man weer mee naar binnen namen, de vrouw schreiend achterlatend. Dat maakte op mij zoveel indruk, dat ik mij toen voornam dit mijn toekomstige vrouw nooit aan te doen. Naast de markt maakte ook de komst van een circus veel indruk op ons. De vreemde dieren en de vreemde gewoonten van het kermisvolk was iets wat ons aantrok

Tenslotte nog twee opmerkingen. Ondanks alles hebben wij op school veel geleerd. In de eerste plaats onder andere eerbied voor gezag en in de tweede plaats geen knollen stelen, want zoals meester Roosjen zei: “Als je één knol steelt, dan is dat net zo erg als honderd gulden stelen.”

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De naam van de buurtschap Ten Have is in ut Deeverse dialect: ’t Noave. Klaas Hessels is geboren op 27 september 1917 op ’t Noave. Hij is overleden op ….. Hij trouwde op 29 april 1944 in Deever met Hendrikje Moes.

In zijn verhaal ‘ Mensen die rond 1900 in Wapse woonden’ schrijft Harm van Goor over die eeuwenoude boerderij en over de grootvader van Klaas Hessels het volgende. Een eindje verder stond de boerderij van Klaas Hessels met het achtereind naar de weg en een klein eindje daarvan verwijderd. Klaas heeft al heel wat meegemaakt in zijn leven. Hij is getrouwd geweest met Hendrikje Bennen. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren: Hilligje, Berend, Jan en Jans. Hendrikje kwam te overlijden en Klaas trad later in het huwelijk met Hilligje Haveman, een weduwe, wier eerste man ook Hessels heette. Zij had een zoon, Roelof genaamd. Samen werden hun twee zonen geboren: Fokke en Hessel. Ook Hilligje kwam te sterven. Na enkele jaren trad Klaas voor de derde maal in het huwelijk, met Hendrikje Stevens, die weduwe was van Albert Vording. Ze bewoonde eertijds met man en kinderen een boerderij in Hijken. Daar brak destijds een tyfus-epidemie uit. Ook het gezin Vording werd door de ziekte getroffen en nam Albert Vording en twee kinderen weg. Hendrikje bleef nu met haar twee kinderen Derk en Roelofje achter, terwijl nog een baby verwacht werd. Toen deze werd geboren werd hij naar zijn vader Albert genoemd. In Ten Have hebben ze nog enige rustige jaren mogen doorbrengen.

Klaas Hessels heeft de volgende aanvullingen op het verhaal van Harm van Goor. De boerderij is voor 1830 gebouwd. Klaas Hessels was mijn grootvader. Ik ben naar hem vernoemd. Hendrikje Bennen was afkomstig uit Nijensleek. Ik weet niet wanneer Hendrikje Bennen en Hilligje Haveman zijn gestorven is. Albert Vording en Hendrikje Stevens hielden drie kinderen over: Derk, Roelofje en Albert. Derk Vording was gehuwd met Bartha Manden. Zij woonden in Diever (nu Hoofdstraat 76) en hadden één zoon: Albert Jan. Roelofje is geëmigreerd naar Canada. Albert Vording huwde met Aaltje Wever uit Diever. Zij hadden één zoon: Klaas. Het huis is daarna eerst bewoond door Berend en Jan Hessels. Daarna woonden hier Berend Hessels en Willempje Mulder. Zij kwam uit Dwingeloo. Berend en Willempje hadden twee zonen: Klaas en Pieter. Pieter heeft vervolgens dit huis bewoond met Geesje Gruppen en hun kinderen Willempje, Klaas, Berend, Hendrik, Alex en Petra. Pieter heeft de boerderij in 1984 verkocht. Deze wordt momenteel bewoond door Hans Buys en Barbara Plugge. Zij zijn in het bezit van een schilderij van de oude boerderij.

De redactie moet nog uitzoeken wanneer de straatweg over ’t Noave in aangelegd en de Heugendijk is bestraat.
Diever en Wapse zijn in 1924/1925 aangesloten op het elektriciteitsnet, dus toen Klaas Hessels zo’n zeven of acht jaar oud was.
In 1917 had in Wapse nog niemand een motorvoertuig. In de gemiente Deever waren in 1917 de volgende motorvoertuigen geregistreerd: D-230, D-256, D-421, D-458, D-531, D-544 en D-553.

Op 31 mei 1904 werd aan de Hoofdstraat in Deever ‘De school met den bijbel’ geopend. Christelijke boerenkinderen uit Wapse gingen toen niet meer naar de openbare Wapser skoele, maar naar ‘De school met den bijbel’ an de Heufdstroate in Deever. Deze school werd in de Deeverse volkmond veelal de ‘offeskeid’n skoele’ of de ‘griffemiède skoele’ genoemd. Zo moest Klaas Hessels dus ‘s ochtends bijna 5 kilometer van de boerderij op ‘t Noave naar de gereformeerde school in Deever lopen en ‘s middags na schooltijd bijna 5 kilometer naar huis. Dus blijkbaar bleef Klaas Hessels in de middagpauze ergens in Deever. Wellicht in de school. Of misschien wel bij familie in Deever.

Tussen Deever en Wapse stond weliswaar in de schooljaren van Klaas Hessels nog een tolhek, maar Klaas Hessels liep over ‘t Noave en liep dan binnendoor over Kalteren naar de school.

De redactie moet met het schaamrood op de kaken bekennen dat hij in ut Deevers Archief geen afbeelding van de tweeklassige gereformeerde school heeft opgenomen. Maar wat niet is, dat zal zeker komen. Op 1 oktober 1929 is het derde lokaal in gebruik genomen. Als Klaas Hessels acht klassen heeft doorlopen op de lagere school, dan heeft hij de ingebruikname van het derde lokaal nog meegemaakt. Misschien heeft nog wel in het derde lokaal gezeten.

Piloot Wilhelmus Adrianus Rademaker was verloofd met Gesiena Katharina Folkerts. Zij was een dochter van timmerman Wolter Folkerts en Maria Smit. Zij trouwden op 27 augustus 1930 in Deever.

Abel Wijkstra werd in de Deeverse volksmond Abeltie Smok (smok = kus) of Abeltie Allen of De Smorre (= ondeugend persoon) genoemd. Wijlen Anne Mulder schreef over Abel Wijkstra: Abel had het altijd te doen met de vrouwen. Als hij ergens was, dan zegde hij als er meisjes in de buurt waren het volgende versje op: “Wie slaap’rig is, wie gaap’rig is, wat doet die bij de bruid. Kan er nog geen klein zoentje af, dan is de vriendschap uit.” Dan vroeg hij aan de meisjes: “Mag ik er nu ook één ?” Maar die waren daar niet van gediend. Abel werd daarom ook vaak Abeltie Smok (smok = kus) genoemd.

Afbeelding 1
Jan Hessels, de vader van Klaas Hessels, liet deze boerderij (met het huidige adres Ten Have 17) in 1920 bouwen. Klaas Hessels heeft hier bijna zijn hele leven gewoond. In de schaduw bij de voordeur zitten Klaas Hessels en zijn vrouw Hendrikje Moes te genieten van een mooie zomermiddag. (© 18 augustus 2000, Coen Broekema, Diever)

Afbeelding 2
Links achter de bomen staat de in 1830 gebouwde boerderij. Rechts staat de in 1920 gebouwde boerderij.
© https://www.google.com/maps, deze opname is gemaakt in oktober 2010.

Afbeelding 3

Posted in Boerdereeje, ut Noave, Wapse | Leave a comment

Ut mislukte monementie veur ome Piet bee de U.L.O.

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 19 september 2022 verscheen een bericht -zie afbeelding 3- over de viering van 75 jaar voortgezet lager onderwijs in Deever. Dat voortgezette lager onderwijs werd eerst gegeven in de vorm van uitgebreid lager onderwijs, later middelbaar algemeen vormend onderwijs en hoger algemeen vormend onderwijs.

Ter gelegenheid van de viering van 75 jaar voortgezet lager onderwijs in Deever vond de directie van scholenmoloch Stad & Esch uut ut verre Möppel het nodig bij het krimpfiliaaltje van deze scholenmoloch op de Westeresch van Deever een merkwaardig monumentje ter nagedachtenis aan Pieter Zijlstra, de man die de basis heeft gelegd voor het uitgebreid lager onderwijs in Deever in gebruik te nemen. Hij werd in 1947 van hoofd van de lagere school in Deever gepromoveerd naar hoofd van de uitgebreide lagere school in Deever. Pieter Zijlstra is geboren op 28 januari 1910 in de gemeente Dantumadeel. Hij is overleden op 2 april 1983. Hij trouwde met Hillegina Martha de Vries. Zij is overleden op 25 september 1994

De immer strenge en immer rechtvaardige en immer dikke bolknaks (een sigaar die bij de kop dikker is dan aan het andere eind) rokende Pieter Zijlstra was zeer geliefd bij de U.L.O.-leerlingen, want hij werd door elke leerling uiterst respectvol ome Piet genoemd. Dat dan weer wel. Wat wil je nou nog meer ?

De directie van scholenmoloch Stad & Esch uut ut verre Möppel had zich bij het opdracht geven voor het maken van het ontwerp voor het Pieter Zijlstra monumentje toch wel wat meer en beter moeten verdiepen in de Deeverse monumententraditie. Ze had eerlijke en echte belangstelling voor Deever moeten tonen en had een keer een rondje langs alle monumenten in de gemiente Deever moeten maken. Dan had die zeer gerespecteerde directie van scholenmoloch Stad & Esch uut ut verre Möppel het op afbeelding 1 zichtbare monumentje nooit zo laten maken.

Want in de gemiente Deever is de traditie dat een gedenkplaatje met een daarin gegraveerde tekst altijd wordt vastgeschroefd aan een forse Deeverse zwerfsteen. En zeker niet aan een veel te hoog minkukel sokkeltje van wat goedkope gemetselde niet-duurzame bakstenen uit een bouwmarkt an de Deeverbrogge. Een forse Deeverse zwerfsteen is uiterst duurzaam, want die heeft de ijstijd en 250.000 jaren daarna overleeft.

Het zwerfsteentje, eigenlijk een wat groter formaat zwerfkei, op het veel te hoge minkukel sokkeltje van goedkope gemetselde niet-duurzame bakstenen is ooit bij de opening van het nieuwe schoolgebouw in 1965 geschonken aan het bestuur van de U.L.O.-school en bij de ingang van het schoolgebouw geplaatst. Bij vergissing is toen niet de naam Pieter Zijlstra in het zwerfsteentje gebeiteld, maar de naam Erwin Zijlstra. En Erwin Zijlstra is de jongste van de zes kinderen van Pieter Zijlstra. En waarom niet Ria Zijlstra, de oudste van de zes kinderen van Pieter Zijlstra ?  Het zwerfsteentje met de naam Erwin Zijlstra heeft de laatste vijftien jaren bij het huis van Erwin Zijlstra gelegen. Voor de bouw van het mislukte monumentje heeft Erwin Zijlstra het zwerfsteentje in de kattebak van zijn auto gegooid en naar de bouwers van het monumentje op de Westeresch gebracht.

De gebroeders Siebrand, Pieter, Hilmar en Erwin Zijlstra mochten ter afsluiting van de onthullingsceremonie op 17 september 2022 de vlag van de gemeente Westenveld van het Pieter Zijlstra monumentje trekken. Wat een eer ! De gezusters Ria en Dorien Zijlstra mochten blijkbaar niet meedoen aan deze vrolijke ceremonie.

De redactie van ut Deevers Archief heeft de twee hier afgebeelde kleurenfoto’s gemaakt op vrijdag 15 december 2023.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Posted in Onderwies, U.L.O.-skoele, Westeresch | Leave a comment

Digitaal skildereeje van un huus an de Grönnegerweg

De redactie van ut Deevers Archief toont bijzonder graag afbeeldingen van schilderijen en tekeningen en etsen van objecten in de gemiente Deever. De redactie heeft al heel wat afbeeldingen van schilderijen en tekeningen en etsen opgenomen in ut Deevers Archief. Maar hoe meer afbeeldingen van schilderijen, tekeningen en etsen van objecten in de gemiente Deever de redactie in ut Deevers Archief kan tonen, hoe liever het hem is.

De kunstenaar Hans van Leuven heeft een uitgebreide eigen webstee Hans’blog. In zijn eigen webstee zijn gegevens van hem te vinden. En bekijk ook vooral zijn webshop. Een exemplaar van het in dit bericht afgebeelde digitale schilderij is te koop via een externe partij.
De redactie is bijzonder verguld met de toestemming van kunstenaar Hans van Leuven enige Deeverse werken van hem te mogen tonen in ut Deevers Archief. Het betreft een digitaal schilderij (afbeelding 1), een aquarel (afbeelding 2) en een pentekening (afbeelding 3) van hetzelfde object, te weten de woonboerderij met adres Grönnegerweg 2 bee Deever. En nota bene mét de foto (afbeelding 4), die als voorbeeld voor deze werken heeft gediend.

Afbeelding 1
Kunstenaar Hans van Leuven heeft dit digitale schilderij van een boerderij an de Grönnegerweg bee Deever in 2023 gemaakt, met als voorbeeld de in afbeelding 4 opgenomen foto.
Het is een zogenaamd digitaal schilderij. Dat is een schilderij dat met behulp van digitale technologie is gemaakt, bijvoorbeeld met behulp van een computer of getekend en gescand worden met behulp van een muis. Dit is de eerste afbeelding van een digitaal schilderij in ut Deevers Archief. (© Hans van Leuven, 2023)

Afbeelding 2
Kunstenaar Hans van Leuven heeft dit aquarel van een boerderij an de Grönnegerweg bee Deever op 21-10-2023 gesigneerd, met als voorbeeld de in afbeelding 4 opgenomen foto. (© Hans van Leuven, 2023).

Afbeelding 3
Kunstenaar Hans van Leuven heeft deze pentekening van een boerderij an de Grönnegerweg bee Deever op 2 januari 2023 gemaakt, met als voorbeeld de in afbeelding 4 opgenomen foto. (© Hans van Leuven, 2 januari 2023).

Afbeelding 4
Deze foto van de boerderij staat aan de Groningerweg bij Diever, adres Groningerweg 2
Kunstenaar Hans van Leuven heeft deze foto gemaakt op 2 januari 2023, toen hij en zijn vrouw op vakantie waren in het mooie Drentse land. (© Hans van Leuven, 2 januari 2023).

Posted in Grönnegerweg, Kuunst, Skildereeje, Tiekening, Wètervaarfskildereeje | Leave a comment

De moter mit nummer D-431 van dokter Miedema

De niet meer bestaande uitgeverij Europese Bibliotheek in Zaltbommel heeft het fotoboekje Kent u ze nog… die van Diever in 1987 uitgegeven. Het fotoboekje is samengesteld door Albertus Andree (André ?, Andrea ?, Andreae ?). Hij werd in de Deeverse volksmond altijd Bart Eulie genoemd.
In dit fotoboekje is als afbeelding 26 bijgaande afbeelding van een foto van het gezin van dokter Miedema opgenomen. De redactie van ut Deevers Archief beschikt helaas niet over een goede scherpe scan van een afdruk van de originele foto.

De kentekenplaat D-431 met bijbehorend kentekenbewijs is op 8 december 1914 afgegeven aan Eduard Johannes Miedema. Het kentekenbewijs was bestemd voor zijn motorrijwiel, zoals op de hier afgebeelde foto is te zien. Hij was van 12 augustus 1912 tot en met 31 december 1917 gemeentelijk geneesheer (arts) in de gemiente Deever. Na zijn vertrek uit Deever was hij gemeentelijk geneesheer in de gemeente Havelte.

Naast de afbeelding in het hiervoor genoemde fotoboekje is de volgende tekst opgenomen.
Hiernaast treft u een foto van de familie Miedema aan. Vele jongeren zal dit misschien niets of weinig zeggen. Wanneer we echter praten over het oude Diever, mag de herinnering aan deze familie toch ook niet ontbreken. We zien hier staande bij de motorfiets met leren pak dokter Miedema voor zijn praktijk te Havelte. Voordien was hij echter dokter in Diever en woonde toen in het rechter deel van het oude gemeentehuis. Hij was de voorganger van dokter Van Eldik. We praten nu over de tijd direct volgend op de eeuwwisseling. Let u eens op het nummerbord van de motorfiets D-431. Alle motorvoertuigen in Drente droegen toen de letter D. Het nummer was uiteraard toen ook aan de lage kant. 
De andere personen moeten dan zijn: mevrouw Miedema met op de arm Elisabeth (Lies), het jongetje is dan zoon Jan, het kleine meisje achter de motorfiets is Lien (gehuwd met dokter Landweer sr. uit Havelte). Tegen de hoofdingang moet dan staan de hulp of een pleegdochter.

Eduard Johannes Miedema is geboren op geboren op 21 december 1882 in Zwartsluis.
Mevrouw Miedema is Jantje Martha Johanna van der Woude. Zij is geboren op 30 april 1877 in Sneek. Zij was verpleegster in het Christelijke Sanatorium ‘Sonnevanck’ in Lexmond, toen zij met Eduard Johannes Miedema trouwde
Eduard Johannes Miedema en Jantje Martha Johanna van der Woude trouwden op 31 juli 1912 in Lexmond. Zij gingen dus direct na hun huwelijk is Deever wonen.
Het kleine meisje achter de motorfiets is Hillechiena (Lien) Johanna Miedema. Zij is geboren in 1915 in Deever. Zij is overleden op 6 november 1959 op 54-jarige leeftijd in Meppel. Zij trouwde op 17 januari 1942 in Havelte met huisarts Lammert Jacob Landeweer in Havelte.
Als de dochter Lien, die niet op de arm van haar moeder, maar op een soort van paal staat, op de foto ongeveer 4 jaar oud is, dan moet de hier afgebeelde foto ongeveer in 1919 zijn gemaakt.

Posted in D-nummer, Olde moter | Leave a comment

De bau van ut Deeverse skut an de Deeverse brogge

In het ‘Verslag van Gedeputeerde Staten aan de Staten der Provincie Drente uitgebragt in hunne zomervergadering van julij 1880’ verscheen op de bladzijden 118 en 119 het volgende verslag van de bouw van het nieuwe Deeverse skut an de Deeverse brogge. Zie het afgebeelde bericht in afbeelding 9.

Ter vervanging van de bestaande houten Dieverschutsluis werd, op ongeveer 235 meter benedenwaarts daarvan en nadat daarvoor de noodige gronden door het rijk waren aangekocht, eene steenen schutsluis gebouwd en eene ten behoeve daarvan afgegraven afsnijding van het kanaal, welk boven de nieuwe sluis 234,50 meter en daar beneden 174 meter lang is.
De nieuwe sluis is wijd in doorvaart  6 meter; de bovenslagdrempel ligt op 2 meter, de benedenslagdrempel op 2.72 meter beneden de tegenwoordige kanaalpeilen; de schutlengte bedraagt 27,50 meter. De sluis bestaat uit een gemetseld boven- en benedenhoofd, onderling vereenigd door schutkolkmuren van bazalt.
Door den bouw dezer sluis is het peil op het pand Haar-Dieversluis reeds dadelijk 0,33 meter verlaagd, terwijl de benedenslagdrempel 0,72 meter lager is gelegd dan naar het bestaande beneden kanaalpeil gevorderd wordt, opdat na verdieping van het pand beneden de sluis de volgende of Witteltersluis kan vervallen en de beide kanaalpanden Diever-Witteltersluis en Witteltersluis-Uffeltersluis tot één pand Dieversluis-Uffeltersluis kunnen vereenigd worden. Behalve de vermindering van het getal sluizen, die hiervan het gevolg zijn, zal dan ook het verval tusschen de verschillende panden ongeveer hetzelfde kunnen worden. Bij de nieuwe sluis bedraagt het dan 2,05 meter.
Bij de sluis is eene woning voor den sluiswachter gebouwd. Voorts is boven de sluis eene ruime lig- en losplaats voor schepen en een opslagplaats gemaakt, waartoe het verlaten deel van het kanaal gedeeltelijk werd gedempt, terwijl dit overigens werd ingerigt tot afleiding van hoog oppervlakwater door een gemetselde duiker met een schuif aan het boveneind en een brug met steenen landhoofden en ijzeren liggers over het benedeneind te bouwen.
De oude Dieversluis werd voor het laatst op 9 Augustus tot schutten gebruikt en vervolgens, terwijl de scheepvaart tijdelijk gesloten was, geheel afgebroken en opgeruimd. Van de afbraak werd eene beschoeijing langs de losplaats gemaakt.
Den 4 October werd met de nieuwe sluis het eerst geschut en deze voor de scheepvaart in gebruik gesteld.
De uitvoering der voormelde werken werd aanbesteed voor fl. 91.700,-; de onteigeningen vorderden eene uitgaaf van ruim fl. 1.481,-

De commissaris des Konings in de provincie Drenthe schreef op 5 oktober 1879 aan de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid:
Ik heb de eer ter kennis van Uwe Excellentie te brengen dat de Drentsche Hoofdvaart is heropend en reeds op zaterdag 4 dezen voor ’t eerst door de nieuwe Dieversluis is geschut

De fotograaf Freiherr Friedrich Julius von Kolkow uit De Stad Groningen heeft tijdens de bouw van ut Deeverse skut an de Deeverbrogge in 1879-1880 in opdracht van de Rijkswaterstaat een serie fraaie foto’s gemaakt . De fotograaf was zo verstandig bij elke foto de opnamedatum te vermelden. De hier afgebeelde serie foto’s (afbeeldingen 1 tot en met 9 is aanwezig in de fotocollectie Rijkswaterstaat van het Nationaal Archief in ‘s Gravenhage.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde negen foto’s ook ten zeerste bewonderen op de bladzijden 305 tot en met 307 van het boek ‘Fragmenten uit het verleden van de vroegere gemeente Diever’ van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat kilo’s zware papieren boekwerk zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde negen foto’s ook ten zeerste bewonderen op de bladzijden 188 tot en met 193 van het boek ‘An de Brogge – Geschiedenis van Dieverbrug in woord en beeld’ van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever, zeg maar de heemkunduge vurening uut Deever. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat kilo’s zware papieren boekwerk zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien.

Afbeelding 1
Freiherr Friedrich Julius von Kolkow, photograaf van Zijne Majesteit de Koning, heeft de hier afgebeelde foto van het heiwerk ten behoeve van de bouw van de nieuwe Deeverse sluus gemaakt op 31 mei 1879.

Afbeelding 2
Freiherr Freiherr Julius von Kolkow, photograaf van Zijne Majesteit de Koning, heeft de hier afgebeelde foto van de bouw van de Deeverse sluus gemaakt op 28 juni 1879. De grote vraag is waar de machine, die rechts boven op de hier afgebeelde foto voor werd gebruikt.

Afbeelding 3
Freiherr Friedrich Julius von Kolkow, photograaf van Zijne Majesteit de Koning, heeft de hier afgebeelde foto van de bouw van de nieuwe Deeverse sluus gemaakt op 28 juni 1879

Afbeelding 4
Freiherr Friedrich Julius von Kolkow, photograaf van Zijne Majesteit de Koning, heeft de hier afgebeelde foto van de bouw van de nieuwe Deeverse sluus gemaakt op 25 juli 1879.

Afbeelding 5
Freiherr Friedrich Julius von Kolkow, photograaf van Zijne Majesteit de Koning, heeft de hier afgebeelde foto gemaakt op 3 oktober 1879. . De aannemer is bezig met het inhangen van de houten sluisdeuren. 

Afbeelding 6
Freiherr Friedrich Julius von Kolkow, photograaf van Zijne Majesteit de Koning, heeft de hier afgebeelde foto gemaakt op 3 oktober 1879. De aannemer is bezig met het inhangen van de houten sluisdeuren. Aan de linkerkant van de foto is de in aanbouw zijnde opslagplaats te zien.


Afbeelding 7
Freiherr Friedrich Julius von Kolkow, photograaf van Zijne Majesteit de Koning, heeft de hier afgebeelde foto gemaakt op 23 juni 1880.
Op de foto is de Deeverse sluus in de richting van de Deeverse brogge te zien. Aan de linkerkant is de woning van de sluiswachter te zien. Achter de sluiswachterswoning is een opslagloods te zien. In de verte is de Deeverse brogge waar te nemen.


Afbeelding 8
Freiherr Friedrich Julius von Kolkow, photograaf van Zijne Majesteit de Koning, heeft de hier afgebeelde foto gemaakt op 23 juni 1880.
Op de foto is de Deeverse sluus in de richting van de Oll’ndeeverse brogge te zien.
Aan de rechterkant van de foto is de opslagloods te zien. Links achter deze opslagloods is de woning van de sluiswachter te zien.
Volgens het verslag werd op 4 oktober 1880 voor het eerst met de nieuwe sluis geschut en werd deze voor de scheepvaart in gebruik gesteld. Maar fotograaf Freiherr Friedrich Julius von Kolkow fotografeerde reeds op 23 juni 1880 het binnenzeilen van een dekschiptjalkje vanuit het benedenpand in de sluis.
Dus ergens klopt iets niet in het vastleggen van datums.
De redactie denkt wel dat de door Friedrich Julius von Kolkow vermelde datum van 23 juni 1880 juist is, want op die dag maakte hij ook twee foto’s van het slopen van de Witteler sluis.
Maar hoe kan een vrachtschip via het benedenpand naar de Deeverse sluis zijn gevaren, terwijl de doorvaart vanwege het slopen van de Witteler sluis was gestremd ?
Wellicht is het dekschiptjalkje eerst van het bovenpand naar het benedenpand geschut en vervolgens van het benedenpand naar het bovenpand. Dus het wel zal zo zijn geweest dat eerst een paar proefschutten zijn gedaan, waarna pas op 4 oktober 1880 de sluis officieel in gebruik is gesteld, waarna de genodigden in een genoeglijk samenzijn in het café-logement an de Deeverbrogge een hapje aten, een paar stevige kejakkies dronken, dikke sigaren rookten of een pruim tabak kauwden..


Afbeelding 9
Bladzijde 118 en 119 van het ‘Verslag van Gedeputeerde Staten aan de Staten der Provincie Drente uitgebragt in hunne zomervergadering van julij 1880’

Posted in An de Deeverbrogge, An de Deeverse sluus, Deeverse brogge, Deeverse sluus | Leave a comment

Vrachtauto mit nummer D-14361 van Knelus de Graaf

De redactie van ut Deevers Archief kwam op het internet de hier afgebeelde foto van een vrachtwagen met kenteken D-14361 van Expeditie C. de Graaf uit Diever tegen. Via telefonisch contact met de familie De Graaf kreeg de redactie toestemming de foto te tonen in ut Deevers Archief. De redactie is de familie De Graaf bijzonder erkentelijk voor deze toestemming.

De provinciale griffie van Drente gaf het kentekenbewijs D-14361 op 27 september 1945 af aan Cornelis de Graaf. Hij woonde in 1945 in het huis met adres Kruisstraat 5 in Deever. Het kentekenbewijs was bestemd voor een vrachtwagen. Cornelis de Graaf was expediteur, zeg maar vervoerder van goederen, zeg maar vrachtrijder. De redactie heeft nog niet uitgezocht van welk merk de vrachtwagen was.

De redactie heeft het vermoeden dat Cornelis de Graaf  de vrachtwagen zo vlak na de Tweede Wereldoorlog niet nieuw is gekocht. De redactie heeft ook het vermoeden dat hij – net zoals dorpsgenoot en wegtransporteur Albert Strik an de Brinkstroate in Deever – een Amerikaanse legervrachtwagen heeft kunnen kopen en geschikt heeft laten maken voor het vervoeren van vee.

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds een verstokte liefhebber van afbeeldingen op papier is, kan de hier afgebeelde foto van de vrachtwagen met kenteken D-14361 ten zeerste bewonderen op bladzijde 68 van het in 2004 uitgegeven boek Wittelte na Witto van de Wittelter Dorpsvereniging. Maar ja, dan moet je wel in het bezit van dat papieren boek zijn of dat papieren boek bij iemand in kunnen zien, of dat papieren boek in een bibliotheek kunnen lenen.

De redactie citeert het volgende stukje tekst op bladzijde 69 van het boek Wittelte na Witto:
De slacht- en melkkoeien werden donderdags op de markt in Zwolle verkocht. De vrachtrijder was de hele nacht bezig koeien te laden, want de markt ging meestal om zes uur open. Bekende veevervoerders waren Leffert Klok (Dieverbrug), Klaas de Graaf (Diever), Lammert Vierhoven (Dieverbrug) en Jan Haveman (Uffelte).

Het kenteken D-14361 is ook opgenomen in de lijst Kentiek’nplèèt’n mit ut D-nummer in Deever

Enige vragen die toch zeker nog wel beantwoord moeten worden zijn.
– Staat Cornelis de Graaf bij de vrachtwagen ?
– Is de vrachtwagen een Amerikaanse legervrachtwagen ?
– Van welk merk is de vrachtwagen ?
– Hoeveel ton vracht kon de vrachtwagen vervoeren ?
– Werd de vrachtwagen alleen maar gebruikt voor het vervoeren van vee ?
– In welk jaar is de foto gemaakt ?
– Waar is de foto gemaakt ?

Posted in D-nummer, Olde vrachtwèg'n, Vervoer | Leave a comment

Plèètie van de boerdereeje van Van Wester’s jongen

Arend Mulder is de samensteller van het boek De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld. Drukkerij en Boekhandel Roelof (Roef) van Goor an de Kruusstroate in Deever heeft het boek in januari 1975 uitgegeven. In de digitale Drentse encyclopedie ‘Geheugen van Drenthe’ is aandacht besteed aan Arend Mulder.

Op de voorkant van het hiervoor genoemde boek van Arend Mulder is een tekening van een boerderij te zien.

Een niet zo’n moeilijke vraag is de volgende. Welke boerderij in de gemiente Deever is op de tekening te zien ?
De redactie van ut Deevers Archief zag al in 1975 dat op de tekening de boerdereeje van de Van Wester’s jongen in ut laand in Oll’ndeever is te zien.

Een wat moeilijker vraag is: waarom staat de boerdereeje van de Van Wester’s jongen in ut laand in Oll’ndeever op de voorkant van het boek ‘De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld’ ?
De hiervoor genoemde Arend Mulder is een zoon van boer Jan Mulder (Jan Boatie) en Roelofje Tissingh. Hij is op 25 april 1906 geboren in de nieuwe boerderij van zijn ouders an de Heufdstroate in Deever. Op een zwarte stenen plaat aan de voorgevel, rechts naast de voordeur van de nieuwe boerderij, stond de datum van het leggen van de eerste steen: 3 maart 1903. Dus Arend Mulder is niet geboren in de boerdereeje van de Mulders in ut laand in Oll’ndeever, van waaruit zijn ouders in 1903 of 1904 naar de Hoofdstraat verhuisden.
Toch heeft Arend Mulder gemeend niet een tekening van de boerderij van zijn ouders aan de Hoofdstraat op de voorkant van zijn boek te moeten zetten, maar wel een tekening van de olde saksische boerdereeje in ut laand in Oll’ndeever, waar de familie Mulder lang heeft gewoond, wellicht eeuwen heeft gewoond, wellicht al in de pre-historie van Deever.

Jan Mulder verhuurde de boerderij na 1903 aan Roelof van Wester. Boer en wethouder Roelof van Wester is geboren op 13 januari 1873 in Wittelte en is op 5 juli 1943 overleden in Oll’ndeever. Hij is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee Deever
De familie Jan Mulder verkocht de boerderij in april 1970 op een veiling aan de gebroeders Hendrik, Jan-Willem en Lucas van Wester.

Nog moeilijker vragen zijn de volgende. Wie heeft de tekening (afbeelding 1) van de boerdereeje van de Van Wester’s jongen in ut laand in Oll’ndeever gemaakt ? En wanneer ? En is de tekening van deze boerderij ter plekke gemaakt of is de tekening overgetekend van een foto ? En is de originele tekening nog aanwezig in de familie van Arend Mulder ? De redactie heeft vooralsnog geen antwoord op deze vragen.

In het Drents Archief in Assen is in de Collectie Provinciale Monumentenzorg een foto van de boerdereeje van Van Wester’s jongen in ut laand in Oll’ndeever aanwezig. Zie afbeelding 2.  Deze foto is gemaakt op 12 november 1976. De tekening lijkt te zijn overgetekend van de hier afgebeeld zwart-wit foto van 12 november 1976, maar dat is niet het geval, want het boek van Arend Mulder is al in januari 1975 uitgegeven, dus de tekening moet al in december 1974 of eerder zijn gemaakt.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Posted in Boerdereeje, Kuunst, Oll'ndeever, Tiekening | Leave a comment

Ansichtkoate van un gesicht op de Deeverbrogge

De uit Wanneperveen afkomstige caféhouder Hendrik Benthem Szn. overleed op 17 februari 1906. Zijn zoon Sjoert nam toen het café-logement van zijn vader over.
Tussen de houten schuur, die gebruikt werd als opslagplaats, wagenschuur en paardestal, en het witte logement bevond zich een kruidenierswinkeltje. Daar konden de schippers inkopen doen.
De Drentsche Hoofdvaart werd in die jaren nog druk bevaren. Dieverbrug was door zijn centrale ligging een belangrijke laad- en losplaats. Vrachtschepen werden in die jaren nog gezeild, let daarbij op het zeilende schip in de vaart op de achtergrond.
Sjoert Benthem was ook schipper. Hij en Johannes (Hans) Warries voeren met de trekschuit wekelijks op woensdag van Dieverbrug naar Assen en weer terug.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De zwart-wit ansichtkaart van de löswal met café-logement Dieverbrug is in 1906 verstuurd. De ansichtkaart is uitgegeven door Sjoert Benthem.
De plaatselijke dorpskrachten van de heemkundige vereniging uut Deever die gewerkt hebben aan het in 2014 verschenen boek ‘An de Brogge in woord en beeld’ mogen Sjoert Benthem wel erg dankbaar zijn dat hij in die tijd het lef had zoveel mooie ansichtkaarten te laten maken en te verkopen..Van deze kaarten kan nu iedereen gratis en voor niks mooie sier maken, zo ook de redactie van ut Deevers Archief..
Al die mooie Sjoert-Benthem-ansichtkaarten horen thuis in dat mooie album van de fanatieke verzamelaar van ansichtkaarten uit de gemiente Deever. Je moet er echt niet aan denken dat eentje aan zijn verzameling zou ontbreken. 

De redactie heeft de hier afgebeelde zwart-wit foto van het Chinese restaurant Hui Moa an de Deeverbrogge op 15 mei 2002 gemaakt. Die foto is al bijna een kwart eeuw geleden gemaakt en heeft ondertussen ook al historische waarde.

Posted in An de Deeverbrogge, Ansigtkoate, Boek An de Brogge, Café-Logement Sjoert Benthem, de Voat, Scheepvaart | Leave a comment

Is de DNA-boom bee ut Roathuus in Deever kuunst ?

In de webstee van de gemeente Westenveld was een tijdlang een bericht te vinden over de kunst bij en in het raadhuis van de gemeente Westenveld an de Gemeentehuislaan in Deever, maar is niet meer te vinden. Dit bericht luidde als volgt.

Kunst – De DNA-boom van Westerveld
Het is gebruikelijk om een percentage van de bouwsom te bestemmen voor een kunstwerk. Ook de gemeente Westerveld heeft een kunstwerk laten ontwerpen en maken ter gelegenheid van de bouw van het nieuwe gemeentehuis in Diever. Op donderdag 16 april 2009 werd het kunstwerk als een van de openingshandelingen onthuld.
Het kunstwerk is een ontwerp van kunstenaar Merijn Bolink uit Amsterdam. Hij werd in 2008 door het college van burgemeester & wethouders gekozen voor deze opdracht, na een voordracht door de commissie beeldende kunst nieuwe gemeentehuis. In deze commissie hadden zitting: de wethouder Cultuur van Westerveld, de architect van het nieuwe gemeentehuis, een vertegenwoordiger vanuit het cultuurfonds Westerveld en een adviseur van het Centrum Beeldende Kunst Drenthe.
Het kunstwerk is een sculptuur, bestaande uit twee bronzen boomstammen die zo met elkaar vergroeid zijn, dat ze een fragment van een DNA-molecule vormen. Maar sommige mensen zien er een wokkel in, of de Jacobsladder die naar de hemel reikt. De huid van beide ‘stammen’ laten twee verschillende soorten boomschors zien. Het kunstwerk is rechts voor de hoofdingang van het gemeentehuis geplaatst, dichtbij een poel op de ‘kademuur’. Aan de andere zijde van de poel groeit een levende DNA-boom. Anders gezegd: twee levende bomen die zo gegroeid én vergroeid moeten raken, dat ze samen een DNA-structuur vormen. Het is nog ‘even’ afwachten of dit experiment zal slagen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Opvallend aan dit bericht is dat de gewone man in de Westenvelder straten en stegen geen deel uitmaakte van de Commissie Beeldende Kunst Nieuwe Raadhuis. Verder lijkt het deze commissie te zijn ontgaan dat de bouw van het raadhuis het gevolg is geweest van de gedwongen samenvoeging van de vier gemeenten Oavelte, Vledder, Dwingel en Deever en dat dit echt wel gesymboliseerd had kunnen zijn geweest geworden door een object van vier boomstammen, die om elkaar heen kronkelen, dus zeg maar een dubbele DNA-structuur, zeg maar een dubbele wokkel. Wat een gemiste kans.
Nu zit de gewone man in het dorp Deever voor erg lange tijd (totdat de gemeente Westenveld gedwongen wordt samen te gaan met de gemeente Meppel en het raadhuis van de fusiegemeente in Meppel komt te staan) opgescheept met een smakeloze wokkel bij een megalomanistisch R
aadhuis aan de Gemeentehuislaan in Deever.

Posted in Beeld, Deever, Gemientehuus, Kuunst | Leave a comment

De kaarke an de brink in jannewoarie 1963

Zo rond het jaar 2000 mocht de redactie van ut Deevers Archief van de veel te jong gestorven Jan Hessels bij hem thuis in zijn boerderij an de Kruusstroate in Deever heel veel foto’s van zijn veel te jong gestorven broer Harm (Haarm) Hessels scannen. Dat waren dozen vol met foto’s. De redactie is wijlen Jan Hessels daar postuum nog steeds bijzonder dankbaar voor.
Heel veel foto’s van dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels zijn geplaatst bij Deeverse berichten in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant). En misschien ook wel in andere kranten. Deever mag zich daarmee zeer gelukkig prijzen, want veel foto’s van Harm (Haarm) Hessels hebben geschiedkundige waarde.
Bijgaand afgebeelde – door Harm (Haarm) Hessels in januari 1963 gemaakte – prachtige zwart-wit foto van de brink en het kerkgebouw van de Nederlands Hervormde gemeente aan de brink heeft niet bij een bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) gestaan, maar heeft zeker wel geschiedkundige waarde.
De redactie probeert beetje bij beetje door middel van het tonen van afbeeldingen van foto’s, enzovoort, uit de periode 1880 tot heden de veranderingen aan de zeker niet-origineel-saksische brink van Deever en de bebouwing om de brink in beeld te brengen.
De redactie heeft de hier afgebeelde kleurenfoto gemaakt op vrijdag 29 november 2019.
De redactie roept de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief ten zeerste op goede scherpe scans van foto’s, enzovoort, uit de periode 1880 tot heden, ter beschikking te stellen voor publicatie in ut Deevers Archief.

Posted in Brink, Haarm Hessels, Kaarke an de brink | Leave a comment

Geöffnet durch Gericht des Marinebefehlshabers

De redactie van het Deevers Archief ontving bijgaande afbeelding van een verzamelaar (zijn naam is bekend bij de redactie) van poststukken uit de Tweede Wereldoorlog. De redactie is deze verzamelaar bijzonder erkentelijk voor het beschikbaar stellen van deze afbeelding van de voorkant van een envelop.
De envelop -met daarin waarschijnlijk een brief of kaart- is op 7 oktober 1941 verstuurd aan den weledelen heer Keimpe Roosjen, Tijdelijke Strafgevangenis (cel 728), Pompstationsweg 14 of 48, Scheveningen. De afzender van de envelop was Banketbakkerij G.H. Hoogenkamp jr., Weimarstraat 385, ‘s-Gravenhage.
De redactie heeft al enige keren aandacht besteed aan de in Deever geboren en getogen Keimpe Roosjen.
Zie het bericht Keimpe Roosjen in het Oranjehotel in Scheveningen. Zie ook het bericht De hartelijke groeten voor de familie Keimpe Roosjen.
Wie was toch banketbakker G.H. Hoogenkamp jr. in de Weimarstraat 385 in ‘s-Gravenhage ?
Was hij een buurman van Keimpe Roosjen ? Of was hij familie ? Of was hij een vriend ? Of was hij gewoon de bakker waar Keimpe Roosjen zo nu en dan banket kocht ?
Misschien was G.H. Hoogenkamp jr. familie van juffrouw Hilligje Hoogenkamp die in Deever aan de Brink woonde en die is begraven op de kaarkhof an de Grönnegerweg bee’j Deever ?
De envelop is geopend door het Gericht des Marinebefehlshabers in den Niederlanden. Vanwege censuur. Er is sprake van een tijdelijke strafgevangenis aan de Pompstationsweg 14 of 48 in Scheveningen !
Dus is hij later verplaatst naar de Deutsche Polizei Gefängnis aan de Van Alkemadelaan 850 in Scheveningen?
Maar het celnummer in beide gevangenissen was 728 !
De Pompstationsweg is een zijstraat van de Van Alkemadelaan in Scheveningen.
Wie heeft een passend antwoord op al deze onduidelijkheden ?

De redactie ontving op 19 februari 2024 de volgende zeer gewaardeerde reactie van de heer Bob Smiet
Goedendag, hierbij een reactie van een echte Hagenees, die twee straten verder woonde.
De Pompstationsweg is een weg die haaks op de Van Alkemadelaan staat en uiteindelijk uitkomt bij de grote watertoren op de Waalsdorpervlakte. Aan de Pompstationsweg stond een grote gevangenis met een een zeer imposante poort, met zeg maar twee torens. Het hele complex werd begrensd door de van Alkemadelaan, de grote baan naar Scheveningen, waar toen ook nog de  trein van Rotterdam via Den Haag naar Scheveningen bad reed.
Aan de Van Alkemadelaan was een een kleine deur, dat was de deur waardoor de mensen vanuit het Oranje Hotel naar de Waalsdorpervlakte werden gebracht om te worden gefusilleerd. Hoogstwaarschijnlijk was dat nummer 850 in de jaren 1940-1945, nu natuurlijk niet meer.

En het was geen tijdelijke strafgevangenis. Het verblijf van de genoemde persoon in cel 728 was hoogstwaarschijnlijk tijdelijk.
Graag gedaan.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief van 19 februari 2024
De conclusie van de heer Bob Smiet is juist. Gelukkig zat de heer Keimpe Roosjen maar tijdelijk vast in de polizeigefängnis in Scheveningen. De redactie verwijst de heer Bob Smiet daartoe naar het bericht  Keimpe Roosjen in ut Oranjehotel in Scheveningen.

Posted in Alle Deeversen, Tweede Wereldoorlog | Leave a comment

Jacobus Franciscus bedaagt de nème Zorgvliet

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 15 juni 2015 verscheen het bericht ‘ Nazaat Michiel de Ruyter is naamgever Zorgvlied’, geschreven door Lourens Loyenga.

Nazaat Michiel de Ruyter is naamgever Zorgvlied
Zorgvlied – Michiel de Ruyter was een tijdgenoot van de Stellingwerfse beroemdheid Peter Stuyvesant uit Peperga, De Engelse vloot dwong gouverneur Peter Stuyvesant in 1664 tot capitulatie van ‘zijn’ Nieuw Amsterdam. Het gebied werd in bezit genomen voor de hertog van York. De naam werd veranderd in New York. De Ruyter had dat weer ongedaan kunnen maken. De Ruyter slaagde er wel in gebieden in West-Afrika te heroveren. Het lukte hem niet om de bezittingen in Noord-Amerika te ontzetten, waardoor ‘Nieuw Amsterdam’ voortaan ‘New York’ heette.
Bij de première van de film werd onlangs actie gevoerd. Volgens de betogers was De Ruyter geen held, maar ‘de beschermheer van de Nederlandse slavenhandel’ en daarmee een koloniale ‘zeeschurk’. Dat was Stuyvesant dan in feite ook. Toen Stuyvesant de macht had verloren, mocht hij van de Britten uiteindelijk gedurende de oorlog met de Engelsen ruim zes jaar in rust en vrede leven in New York. Hij woonde op zijn boerderij van 25 hectare even buiten de snel groeiende nederzetting, bijgestaan door niet minder dan vijftig negerslaven. Het heeft nooit een smet op zijn naam opgeleverd of het oprichten van een standbeeld in de weg gestaan. Ook niet dat hij Luthersen, Baptisten, Joden en Quakers zonder genade vervolgde.

Handel in suiker
Nederland verdiende in die tijd heel veel geld met de handel in suiker. Om suiker te maken had je heel veel arbeiders in het veld nodig. Daar werden slaven voor gebruikt. Deze dirty business past niet in het geromantiseerde en geïdealiseerde (film)beeld van De Ruyter en dus ook van Peter Stuyvesant. Overigens, toen De Ruyter in 1644 met Nederlandse slaven werd geconfronteerd, aarzelde hij niet hen vrij te kopen.
Eén van die nazaten van de beroemde admiraal, en nu ook filmheld. Michiel de Ruyter was de in Boyl begraven achter-achter-achter-achterkleinzoon Jacobus Franciscus de Ruyter de Wildt. Hij is een zoon van de gewezen priester en wijnkoper Jacobus de Wildt. De naam De Ruyter liep na drie huwelijken verder via de vrouwelijke lijn van zijn drie kleindochters, Jacobus is via Neeltje Engels, de tweede echtgenote van Michiel de Ruyter, een nazaat van hem.
Op 23 september 1817 werd bij Koninklijk Besluit van Willem I toestemming verleend om ‘De Ruyter’ toe te voegen aan de familienaam ‘De Wildt’. Ook De Ruyter’s wapen werd toegevoegd aan dat familiewapen.
Deze Amsterdammer Jacobus Franciscus de Ruyter de Wildt (1809-1870) was tientallen jaren als ambtenaar op Java werkzaam (employé bij het agentschap van de factorij te Semarang van de Nederlandse Handelsmaatschappij). Hij ontmoette daar ook Henriette Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt, met wie hij in 1837 trouwde. Hij had een broer, Johan Willem de Ruyter de Wildt (1812-1894) die -geheel in de familietraditie- schout-bij-nacht was. De broers zetten zich in 1841 samen in voor de oprichting van een standbeeld voor Michiel de Ruyter.
In 1860 kocht Jacobus Franciscus 860 bunder land in Klein Wateren van de Maatschappij van Weldadigheid, die in geldzorgen verkeerde. De Maatschappij had tussen 1823 en 1859 in Wateren het instituut voor de landbouw, één van de eerste landbouwscholen van ons land, bedoeld als een interne ‘kweekschool’. Het landbouwinstituut werd ook door De Ruyter de Wildt gekocht.
Op de nieuw aangekochte grond liet De Ruyter de Wildt een huis bouwen. Daarvoor werden 250.000 stenen van Willemsoord naar Zorgvlied gebracht, met paard en wagen over deels bijna onbegaanbare zandpaden. Niet alle paarden overleefden de krachtinspanning. De gronden rond de villa werden in 1862 door De Ruyter de Wildt in een advertentie al aangeduid met Landgoed Zorgvliet, zoals blijkt uit een advertentie in de Leeuwarder Courant van 18 september 1862.
Er kan dus geen discussie meer zijn over wie de naam Zorgvlied heeft ingevoerd. In 1862 betrok de familie ook nog een huize Zorgvliet bij Noordwolde. Dat imposante herenhuis werd slechts acht jaar door De Ruyter de Wildt bewoond. In die periode werd veel heide van zijn landgoed ontgonnen. Zelfs de Maatschappij van Weldadigheid was in het jaarverslag van 1866 diep onder de indruk over wat er in Zorgvlied ‘in weinigen jaren’ gepresteerd was en schreef over grasrijke weiden, vruchtbare akkers, aangename dreven en weelderige bossen op de plek waar eerst alleen heide was.

Ondernemingsgeest
Drenthe mocht volgens de Maatschappij trots zijn op de ondernemingsgeest van De Ruyter de Wildt, die kosten noch moeite had gespaard. Dat landgoed was volgens de Drentse en Asser Courant in 1869 nog zo’n 500 hectare: 70 hectare bos, 13 hectare bouwland, 30 hectare weidegrond en de rest heide. Volgens ditzelfde artikel waren in de villa ‘onderscheidende voorwerpen te zien die aan de admiraal hadden toebehoord’. Jacobus de Ruyter de Wildt bezat inderdaad familiepapieren, documenten, portretten, schilderijen, andere roerende goederen van de zeeheld Michiel de Ruyter, want die werden na zijn overlijden op 25 november 1870 door de notaris en erfgenamen toegewezen aan zijn broer Johan Willem. Die besloot schilderijen en portretten aan het rijk te verkopen vanwege de hoge kosten voor berging en restauratie.
De villa en de landgoederen Zorgvliet en Groot-Wateren werden door de familie voor samen zo’n 169.000 gulden op 14 september 1871 verkocht aan Gerardus Frederik Enger, geboren in 1830 in Semarang Oost-Indië, toen woonachtig in Arnhem. Deze was actief als landverhuurder. Het landgoed Zorgvlied (in de advertentie gespeld met een ‘d’) was 500 hectare groot en lag in de gemeenten Diever en Vledder. In april 1879 meldde de Javabode de terugkeer van Enger, die in 1880 op Java de suikerfabriek Tjebogan stichtte. Hij overleed in 1908 in Den Haag.

Lodewijk Guillaume Verwer
Op 1 juni 1879 kochten de rijke idealistische Leeuwarder advocaten Julius en Lodewijk Guillaume Verwer het landgoed Groot en Klein Wateren, alsmede Zorgvliet. Het is vooral Lodewijk Guillaume Verwer die het dorp van maar negen gezinnen (vijftig gezinsleden) onder de naam Zorgvlied verder ontwikkelde. Verwer haalde arme katholieken, speciaal uit Brabant en Limburg, over om  een beter bestaan op te bouwen in Zorgvlied. Een Roomse versie van het werk van de Maatschappij van Weldadigheid met vanaf 1880 kerkdiensten in een kapel in de villa. Daarom werd ook in 1884 de parochie door de aartsbisschop van Utrecht gesticht en een bijgebouw van de villa omgebouwd tot kerk. [De echte kerk komt er pas in 1923.] In 1887 volgende een Noordelijke Hypotheekbank (pand Aurora Dorpsstraat), een sigarenfabriek en stoomzuivelfabrieken in Elsloo en Steggerda.
Het liep echter allemaal anders dan de ondernemende Verwer zich had voorgesteld. Alleen wat kleine boeren toonden interesse. Friese boeren braken hun woningen in Friesland af en bouwden deze weer op in Zorgvlied en Wateren. Na een sukkelend bestaan vertrokken ze dan meestal weer na enige jaren. Met de industrie lukte het al evenmin. Hij zocht tabaksplanters met kinderrijke gezinnen. De sigaren- en klompenindustrie maakten een korte opgang en een snelle neergang mee. Er stond een veel te grote kerk en een veel te grote school. Tijd om van Zorgvlied een bloeiende parochie te maken, kreeg Verwer niet. Hij overleed op 8 november 1910. In de rouwadvertentie stond overigens weer ‘Zorgvliet’. Verwer liet een gehalveerd landgoed van 250 hectare na met drie villa’s, diverse boerderijen en huizen erop, weides en bouwlanden en wandelbossen.

Brand
In 1905 ging bij een enorme brand 40 hectare bos verloren en wisten soldaten nog net het dorp te redden. Van 1913 tot 1919 was ‘Castra Vetera’ onbewoond. Frederik Wilhelm Ackermann kocht het landgoed in 1919. In 1938 – na de dood van de echtgenote van Ackermann – werd het landgoed van nog maar 40 hectare (was dus ooit 860 hectare) onder de nieuwe naam ‘Castra Vetera’ voor ruim 17.000 gulden doorverkocht aan de familie Pasman uit Den Haag. Deze familie sloopte het vervallen herenhuis. Ackermann werd opzichter rijks werkverschaffing. De inboedel van Castra Vetera werd door Ackermann in 1942 geveild. Ackermann verkocht niettemin in 1952 nog hout uit ‘de bossen van Castra Vetera’.
De impact van Jacobus de Ruyter de Wildt als naamgever van het dorp Zorgvlied is dus relatief groot. En was de zeeheld Michiel Adriaanszoon de Ruyter nooit geboren, dan had het dorp Zorgvlied met die naam vermoedelijk nooit bestaan. Er is een laan naar Jacobus de Ruyter de Wildt vernoemd.
De vraag waarom hij in Boijl begraven ligt, is historisch gezien nog nooit beantwoord. Zorgvlied viel immers onder Diever. Misschien ging hij in Boijl naar de kerk. Zijn (jonk)vrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth is na haar overlijden in 1886 in Arnhem niet bijgezet in het imposante deels dus lege graf vlabbij de klokkenstoel. Ze lieten drie zonen na: Jacobus Nicolaas, Willem Jan en Alexander, de latere burgemeester van Smilde.
De twaalfde generatie na Michiel de Ruyter, marineofficier Frits de Ruyter de Wildt, hielp actief mee aan de speelfilm. Zo heeft hij vol trots georganiseerd, dat in de rouwstoet ruim 30 nazaten figureerden. Hij is voorzitter van de Stichting Michiel de Ruyter, die waakt over de nagedachtenis van de zeeheld. Het archief De Ruyter is via hem in 2013 in zijn geheel ondergebracht bij het Nationaal Archief, dat ook al het deel had dat eerder door de familie was verkocht.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
In het artikel van Lourens Loyenga is sprake van een speelfilm.
De grote vraag is natuurlijk om welke speelfilm het gaat.
In de paragraaf ‘Brand’ staat de zin: Van 1913 tot 1919 was ‘Castra Vetera’ onbewoond.
De naam ‘Castra Vetera’ is niet juist, dit moet zijn ‘Huize Zorgvliet’. De nieuwe bewoner Frederik Wilhelm Ackermann gaf de villa de naam ‘Castra Vetera’.
De in het bericht getoonde afbeelding van Huize Zorgvlied/Castra Vetera is gekopieerd van een ansichtkaart die in het begin van de twintiger jaren van de vorige eeuw is uitgegeven

De zeer gewaardeerde bezoeker van ut Deevers Archief, die nog steeds graag artikelen uut de gemiente Deever op papier leest, kan het hier opgenomen artikel ook ten zeerste lezen in hoofdstuk 4 Zorgvlied op de bladzijden 178, 179, 180 en 182 van het op vrijdag 9 juli 2021 uitgegeven boek Fragmenten Uit Het Verleden Van De Vroegere Gemeente Diever, het Magnum Opus van de Historische Vereniging Vroegere Gemeente Diever.

De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto van het graf van Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt op de kaarkhof van Boijl (Buil) gemaakt op 4 april 2013.

Posted in de Ruiter de Wildt, Landgoed Groot en Klein Wateren, Landgoed Zorgvliet, Lodewijk Guillaume Verwer, Maatschappij van Weldadigheid | Leave a comment

De ièste kampjongen bint now allemoale tachtugers

De redactie van ut Deevers Archief ontving op 8 februari 2024 de volgende zeer gewaardeerde korte reactie van de heer Fritz Hendriks uit Den Haag. De heer Fritz Hendriks roept mede-kampbewoners op te reageren. 

Beste mensen, ik Fritz Hendriks
Ik ben zelf van 1942.
Ik heb in 1954-1955 in de Eikenhorst gezeten.
En ik heb daar 12 maanden gezeten.
Zijn er nog mensen uit die tijd ?

Aantekeningen van de reactie van ut Deevers Archief
De heer Fritz Hendriks heeft al een keer eerder een reactie naar ut Deevers Archief gestuurd.
Hij wil nog steeds graag in contact komen met mede-kampgenoten, met mensen uit die tijd ! 
Hij was in de periode 1954-1955 een jongen van zo’n twaalf of dertien jaren oud, een kind van vlak na de oorlog.
Alle levende mede-kampbewoners uit de beginjaren van De Eikenhorst zijn nu allemaal tachtigers.
Maar hopelijk zijn ze nog wel actief op het internet en hopelijk weten ze de webstee van ut Deevers Archief te vinden en hopelijk willen ze reageren.

Posted in de Gowe, Jongenskamp de Eikenhorst | Leave a comment

Ut Witteler skut wödde in de somer van 1880 esloopt

In het in 1999 verschenen Deeverse fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ is een afbeelding van één van de twee oudst bekende zwart-wit foto’s van de streek Wittelte uit 1880 opgenomen. Die twee foto’s zijn gemaakt tijdens het slopen van de Wittelter schutsluis, De tekst bij de afgebeelde foto van het Witteler skut in het fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’   is te lezen in het bericht De sloop van ut Witteler skut in 1880.
De redactie van ut Deevers Archief geeft in het volgende bericht de eerste versie van de tekst in het  fotoboekje ‘Diever, ie bint ’t wel …’ weer. De ruimte bij de afgebeelde foto in het fotoboekje was te klein voor deze eerste versie.

Ut Witteler skut wödde in de somer van 1880 esloopt

De besturen van de veenschappen Molenwijk en aanhorigheden en De Zeven Blokken te Smilde, het bestuur van de Drentse Stoombootmaatschappij en G. Lamberts c.s. te Emmen waren tegen het opruimen van de sluis in de zomer van 1880.

In een verzoek aan de Minister van Waterstaat stelden zij voor om ‘de opruiming der Witteltersluis op de Drentse Hoofdvaart niet in den zomer, maar gedurende de wintermaanden December, January en February te doen verrigten’.

De Waterstaat was van mening dat ‘het winterseizoen met zijne korte dagen en slechte weersgesteldheid zich daartoe niet leent’ en dat ‘het onverantwoord zou zijn om de vaart af te dammen en den geregelden afvoer van het water te versperren op een tijd dat aan een goeden afvoer de grootste behoefte kan bestaan’.

Op 17 december 1879 schrijft de minister aan de Commissaris des Konings in Drente dat ‘aan hun verzoek niet kan worden voldaan, doch dat, met het oog op de belangen der veenderijen en der scheepvaart, het tijdstip voor de afsluiting zal worden bepaald tusschen 1 July en 15 Augustus, gedurende welke tijd voor de vaart door het bovenpand naar zee toch nog altijd de weg langs de Kolonievaart open staat’.

Na de opruiming van de sluis zou het waterpeil in het pand Dieverbrug-Wittelte lager worden, waardoor Witteler en Uffelter boeren geen gebruik meer konden maken van de overlaten boven de sluis voor het bevloeien van hun hooilanden. Op verzoek van de eigenaren van de hooilanden in de Wittelermoa en de Uffelter hooilanden ten zuidoosten van de Drentse Hoofdvaart en ten zuidwesten van de Wittelermoa werden daartoe duikers in de kanaaldijk aangelegd.

Afbeelding 1
De stenen sluis werd in de zomer van 1880 opgeruimd, nadat het pand tussen deze sluis en de Deeverse sluus an de Deeverbrogge op zijn nieuwe diepte was gebracht. De foto is genomen vlak voor het opruimen van de sluis.
Achter de bomen is het huis van de sluiswachter te zien. In het rechter gedeelte van het voorhuis was een café gevestigd.
De sluiswachter was ook een beetje boer, want achter tegen het huis is een kleine schuur aangebouwd.
In de berm voor het huis staat een koets.
Langs het kanaal loopt ‘s-Rijks Grooten Weg van Meppel naar Assen.
Niet zichtbaar, maar rechts achter de schepen bevindt zich de Witteler draaibrug.
De Duitse fotograaf Freiherr Friedrich Julius von Kolkow heeft de hier afgebeelde foto gemaakt op 23 juni 1880.


Afbeelding 2
De foto is genomen vlak voor het opruimen van de sluis.
Ging de familie Pot  in de
In de berm voor het sluiswachtershuis staat een koets.
Langs de vaart loopt de smal ogende ‘s-Rijks Grooten Weg van Assen naar Meppel
In de verte is de Stienbaarge bochte in de vaart waar te nemen.
De Duitse fotograaf Freiherr Friedrich Julius von Kolkow heeft de hier afgebeelde foto gemaakt op 23 juni 1880.

Posted in de Voat, Witteler skut, Wittelte | Leave a comment

Woap’mstien bee de boerdereeje an de brink is vot

De redactie van ut Deevers Archief schreef in een eerder bericht dat op het erf van de voormalige museumboerderij Dieverza an de Brink in Deever een keurig exemplaar van un woap’mstien van de gemiente Deever stond. Deze woap’mstien stond achter een soort van rieten afscheiding. Latere eigenaren van de boerderij an de brink van Deever verplaatsten de woap’mstien naar de hoek van de achtergevel en de zijgevel aan de kant van ut gemientehuus van de gemiente Deever.
De redactie ontdekte op maandag 22 april 2021 tot zijn grote schrik dat deze woap’mstien was verdwenen.
Van de narrige en nukkige en chagrijnige nieuwe eigenaar van de boerdereeje van Knelus Seinen an de Brink van Deever mocht de redactie helaas niet een foto maken van de laatste standplaats van de woap’mstien.
De grote vraag is wel: waar is deze onmisbare woap’mstien gebleven ?
Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie informeren over de verblijfplaats van dit te behouden echte stukje Deevers aarfgood.
De redactie van ut Deevers Archief heeft bijgaand afgebeelde kleurenfoto gemaakt op 22 april 2021. De boerderij met de scheefhangende zijmuur is nog net achter een woud van peperduur gemeentelijk straatmeubilair te zien.

Posted in Aarfgood, Gemiente Deever, Woap'm van Deever | Leave a comment

See woll’n de duvel van Deever leem’slange gee’m

In het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 17 april 1947 het navolgende bericht over het Bijzonder Gerechtshof te Assen, inzake het proces tegen de beruchte N.S.B.’er Klaas Marcus Balsma uut Deever.

Duivel van Diever veroordeeld tot levenslang
Het Bijzonder Gerechtshof te Assen veroordeelde heden den 64-jarigen caféhouder Klaas Marcus Balsma te Diever, den ‘duivel van Diever’ tot levenslange gevangenisstraf, ontzetting uit de kiesrechten en uit het recht het beroep van caféhouder uit te oefenen. Eisch was doodstraf met ontzetting uit de rechten. Het recht van cassatie werd Balsma toegekend.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het recht van cassatie is het recht beroep aan te tekenen bij het hoogste rechtsprekende orgaan van het land tegen het vonnis van een lagere rechter. Het is bij de redactie van ut Deevers Archief niet bekend of Klaas Marcus Balsma van dat recht gebruik heeft gemaakt. Klaas Marcus Balsma heeft de uiteindelijk opgelegde straf uitgezeten in de strafgevangenis in Veenhuizen.

Posted in Brink, Café Balsma, Café Brinkzicht, Deever, Klaas Marcus Balsma, N.S.B., N.S.B.'er | Leave a comment

Foto van kiender van de skoele op Woater’n uut 1970

Het echtpaar Martinus Hummel en Hendrikje (Hennie) Nijzingh verhuisde na hun trouwen in 1959 naar Zorgvliet. Ze bleven tot in 1976 op Zorgvliet wonen. Hun kinderen Erik en Geke Hummel zaten in 1974 op de skoele op Woater’n.
De hier afgebeelde schoolfoto, die in het schooljaar 1969-1970 is gemaakt, is afkomstig uit de verzameling van mevrouw Geke Hummel. Zij wist zich ook de naam van de leerlingen en onderwijzers op deze schoolfoto te herinneren. De redactie van ut Deevers Archief is mevrouw Geke Hummel bijzonder erkentelijk voor het beschikbaar stellen van een goede scan van de hier afgebeelde schoolfoto en de lijst met namen.
De redactie nodigt de op deze foto staande kinderen en onderwijzers te reageren op deze schoolfoto in kleuren.
De redactie nodigt de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief en ex-leerlingen van de Woaterse skoele uiteraard uit een goede scan van hun schoolfoto’s voor opname in ut Deevers Archief ter beschikking te stellen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie moet de lijst met namen van de leerlingen en de onderwijzers nog toevoegen aan dit bericht.

De bovenste rij is van links naar rechts als volgt samengesteld.

01.  Wiepke Wieldraaijer
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

02.  Alida Jansen
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

03.  Nellie Wheda
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

04.  Hennie van de Bos
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

05.  Jantje Haveman
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

06.  Meester J.P. Koning
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

07.  Andries Wieldraaijer
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

08.  Bertus Post
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

09.  Berend Haveman
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

10.  Froukje Betten
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

11.  Ellie van Opzeeland
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

12.  Carolien Reinbergen
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

13.  Juffrouw Ans Posthumus
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

De rij in het midden is van links naar rechts als volgt samengesteld.

14.  Inge Koning
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

15.  Jannie Betten
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

16.  Aaltje Jansen
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

17.  Geke Hummel
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

18.  Hanneke Klaver
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

19.  Liesbeth Smit
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van haar.

20.  Lambertha Nijland
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

21.  Bertus Smit
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

22.  Aaldert Post
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

23.  Bert Eijbergen
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

24.  Bé Goettsch
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

De onderste rij is van links naar rechts als volgt samengesteld.

25.  Gezinus Haveman
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

26.  Sake Post
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

27.  Andries Haveman
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

28.  Sander Wieldraaijer
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

29.  Bennie van Opzeeland
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

30.  Egbert Urff
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

31.  Arno Goettsch
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

32.  Erik Hummel
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

33.  Hans van der Heide
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

34.  Kees Eijbergen
De redactie moet in de openbare bronnen nog op zoek naar gegevens van hem.

Posted in Woaterse skoele | Leave a comment

De ièste boer op ut laandgood Zorgvliet op Woater’n

In de Leeuwarder Courant verscheen op 19 september 1862 de volgende advertentie (afbeelding 1).

Bedrijf-boer
Op zeer voordeelige voorwaarden wordt op het Landgoed Zorgvliet, te Wateren, gemeente Diever gevraagd: Een bedrijf-boer gevraagd, gehuwd, liefst zonder kinderen, van de P.G., geschikt om aan het hoofd eener aanzienlijke boerderij te staan en tevens bekwaam in al het werk, Landbouw, Veefokking en Melkerij betreffende, en de Vrouw de Zuivelbereiding ten volle verstaande, en zulks op zeer aannemelijke voorwaarden. Die hierop gading maken, gelieven zich, zoo spoedig mogelijk, liefst in persoon of wel bij vrachtvrije brieven, aan te melden, met overlegging der noodige bewijzen van eerlijkheid, vlijt en geschiktheid, bij den ondergeteekende eigenaar van bovengenoemd Landgoed, J.F. de Ruijter de Wildt.

In het Nieuw Dagblad van ‘s-Gravenhage verscheen op 1 oktober 1862 het volgende bericht (afbeelding 2)

Uit Diever, (Drenthe), berigt men ons, van 29 dezer:
Op het landgoed Zorgvliet, te Wateren, onder deze gemeente, werd door den eigenaar, den heer J.F. de Ruijter de Wildt, een bedrijf-boer gevraagd, gehuwd, liefst zonder kinderen, geschikt om aan het hoofd eener aanzienlijke boerderij te staan en tevens bekwaam in al het werk, landbouw, veeteelt en melkerij betreffende, de vrouw dei zuivelbereiding ten volle verstaande, en zulks op zeer aannemelijke voorwaarden. Er hebben zich hiervoor 134 sollicitanten (gehuwde paren) aangegeven, waaruit een 20tal is geformeerd, om daaruit eene keuze te doen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het mag duidelijk zijn dat voor de vacature van bedrijf-boer-en-boerin grote belangstelling was.
Wat de naam is van de eerste boer en de boerin op de eerste boerderij van het landgoed Zorgvliet is bij de redactie nog niet bekend. En waar de betreffende boerderij staat of stond, dat is bij de redactie ook nog niet bekend.
Het mag duidelijk dat Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt de bedenker is van de naam Zorgvliet. Of heeft hij de naam Zorgvliet overgenomen van Jacob Cats, die tweehonderd jaar eerder het Catshuis liet bouwen ? Of heeft mevrouw de hoogwelgeboren jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt de naam Zorgvliet bedacht ?
De naam Zorgvliet is later in gebruik geraakt als naam voor het deel van Wateren, dat nu het dorp Zorgvliet is.
Dus om Jacobus Franciscus de Ruijter de Wildt of mevrouw de hoogwelgeboren jonkvrouw Henriëtte Ottoline Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt niets te kort te doen, is de juiste schrijfwijze Zorgvliet en niet Zorgvlied.  

Afbeelding 1
In de Leeuwarder Courant verscheen op 19 september 1862 de volgende advertentie.

Afbeelding 2
In het Nieuw Dagblad van ‘s-Gravenhage verscheen op 1 oktober 1862 het volgende bericht.

Posted in de Ruiter de Wildt, Landgoed Zorgvliet | Leave a comment

De Maatschappij vurkog ut gestigt mit 1300 bunder

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant verscheen op 22 september 1860 de navolgende advertentie over de verkoop van goederen van de in geldzorgen verkerende Maatschappij van Weldadigheid in de gemiente Deever, in de gemeente Vledder en in de gemeente Smilde.

Vaste Goederen
De Maatschappij van Weldadigheid is voornemen, ten overstaan der H.H. Notarissen Servatius te Dwingelo en Tellegen te Smilde, publiek aan den meestbiedende te verkoopen:
1°  Het Gesticht te Wateren,
met al de daarbij behoorende gebouwen en gronden, gelegen onder de gemeenten Diever en Vledder, te zamen eene oppervlakte beslaande van ongeveer 1300 bunders, als:
109 bunders bouwland,
65 bunders weideland,
31 bunders opgaand bosch,
17 bunders hakhout,
83 bunders broekgrond,
72 bunders boekweitveen,
940 bunders heidegrond.
een en ander verdeeld in zeven percelen, zodanig gelegen, dat ieder op zich zelf eene volledige boerderij, met het noodige bouwland en weideland en heideveld tot schapenweide, uitmaakt.
2º  Een gedeelte van het zoogenaamde Appelsche Veld, gelegen tegen de Smilde, onder de gemeente Ooststellingwerf, bestaande voor het grootste gedeelte uit best boekweitveen, en verdeeld in vier en veertig perdeelen, ter grootte van 613 bunders.
3º  Een boerenplaatsje gelegen te Smilde, ter grootte van ongeveer 30 bunders bouw- en weideland en heide verdeeld in 13 perceelen.
4º  Verschillende perceelen heidegrond, in het Dieverveld.

De inzate van Wateren en van de onder Diever gelegene perceelen heide, zal plaats hebben op woensdag den 24sten october, de finale toewijzing op woensdag den 14den november, in het logement te Frederiksoord.
De inzate van den verkoop van het Appelscheveld en het boerenplaatsje te Smilde op vrijdag den 26sten october, de finale toeslag op vrijdag den 16den november, in de Oude Veenhoop te Smilde.

De verdeeling der perceelen is nader omschreven in de verkoopboekjes, waarin de kaarten der te verkoopen perceelen voorkomen en die op franco aanvrage, na den 24sten september, verkrijgbaar zijn bij Heeren Notarissen voornoemd en den Directeur.

De aanwijzing dezer uitgebreide goederen, die uitmuntende schapenweide, een wildrijk jagtveld opleveren, en zeer geschikt zijn om als rentegevend landgoed ontgonnen en met bosch beplant te worden, zal plaats hebben door A. Casper te Groot-Wateren.
Informatiën zijn, behalve bij H.H. Notarissen, te bekomen bij de heer Geraets te Wateren en bij den ondergeteekende.
Frederiksoord, 19 september 1860,
De Directeur der Maatschappij van Weldadigheid,
C.J.M. Jongkindt Coninck

Posted in Maatschappij van Weldadigheid | Leave a comment

De gemiente kog de boerdereeje van Swatte Gièt

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 10 augustus 1984 verscheen een kort bericht over de verkoop van de boerderij an de Aagterstroate in Deever, waar boer Geert Dolsma tot zijn dood woonde, aan de gemiente Deever.  

Diever koopt hoeve
De gemeente Diever heeft de negentiende-eeuwse boerderij aan de Achterstaat 14 aangekocht. De hoeve staat op één van de mooiste plekjes van Diever, namelijk bij de eendenvijver. De boerderij stond al een behoorlijke tijd leeg en raakte de laatste tijd behoorlijk in verval. Het ligt in de bedoeling het pand zo te verbouwen, dat er vier wooneenheden voor bejaarden en vier wooneenheden voor alleenstaanden of tweepersoonshuishoudens in kunnen worden gevestigd. Het plan wordt één dezer dagen behandeld door de Provinciale Planologische Dienst.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De boerderij was eigendom van boer Geert Dolsma, die in de Deeverse volksmond Swatte Gièt werd genoemd.
De redactie verwijst voor enige gegevens over Swatte Gièt naar het bericht Bee toer’n höl ik eem un natte lappe um mien kop.
De maker van de hier afgebeelde zwart-wit foto van de boerderij van Swatte Gièt is de Deeverse boer en dorpsfiguur en dorpsfotograaf Harm (Haarm) Hessels.
Harm (Haarm) Hessels heeft in de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw in de gemiente Deever heel veel foto’s van geschiedkundig bijzonder waardevolle dorpsbeelden gemaakt. De redactie is hem daar postuum bijzonder erkentelijk voor. 


Posted in Aagterstroate, Boerdereeje, Haarm Hessels | Leave a comment

Is dit ut lèèste skildereeje van Hans Kuper ?

De heer Hans Salverda, woonachtig op het mooie Zorgvliet, an de aandere kaante van de Deeverse bos, attendeerde de redactie van ut Deevers Archief op de nieuwsbrief van de Stichting ‘Et Karkien Blesdieke’ in Blesdijke van september 2023. Daarin wordt melding gemaakt van een tot nu toe niet bekend schilderij van de in Deever geboren schilder Hans Kuiper.

Onlangs ontving ‘et Karkien’ een schilderij van het kerkje uit Ter Idzard. Een oplettende collega herkende het kunstwerk van H. Kuiper als zijnde ons dorpsgezicht uit 1937. Enig naspeurwerk op internet levert een bijzonder verhaal op ….
Hans Kuiper – Noordwolde. Fotograaf en schilder, geboren in 1855 te Diever, overleden in 1937 door een ongeval in Blesdijke.
In het ‘Deevers Archief’ vinden we flink wat achtergrondinformatie over de regionaal bekende kunstenaar. http://www.dieversarchief.nl/hans-kuiper-schilder-en-fotograaf-te-Noordwolde.
Het schilderij (gesigneerd H. Kuiper, 1937) laat het kerkaanzicht zien. Destijds stond er een houten toegangshek en de eikenbomen waren nog een stuk kleiner dan nu, 85 later.
Is dit een echte Hans Kuiper en …… zou dit schilderij zijn laatste kunstwerk zijn geweest ?

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie is bijzonder verguld, dat de Stichting ‘Et Karkien Blesdieke’ in haar nieuwsbrief van september 2023 verwijst naar een bericht in ut Deevers Archief.
De redactie denkt dat – mede gelet op de stijl – Hans Kuiper de maker van het schilderij is.
De redactie wil zelf met name graag verwijzen naar het bericht van de achterkleinzoon van Hans Kuiper: Aagterkleinseune skref over Hans Kuper
.
Het café Winter, waar Hans Kuiper in de laatste jaren van zijn leven een kamer huurde, staat pal tegenover ‘ut Karkien van Blesdieke’, aan de andere kant.van de Markeweg.
De redactie acht het nogal waarschijnlijk dat het schilderij van ‘ut Karkien van Blesdieke’ het laatste schilderij is van Hans Kuiper. Hans Kuiper signeerde op het schilderij ‘ut Karkien van Blesdieke’ het jaartal 1937. Hij bleef blijkbaar tot vlak voor zijn overlijden in maart 1937 schilderen.

Afbeelding 1

Afbeelding 2
Ut kaarkie an de Markeweg in Blesdieke. © Hans Salverda – 20 januari 2024.

Afbeelding 3
Zelfportret van Hans Kuiper, geschilderd in 1932.

Afbeelding 4
Bericht in de Leeuwarder Courant van 3 maart 1937.

Posted in Hans Kuiper | Leave a comment

Un mooi uutsigt over un bauakker op de Noorderesch

De redactie van ut Deevers Archief is een groot liefhebber van mooie foto’s van landschappen in de gemiente Deever. De redactie vond bijgaand afgebeelde prachtige kleurenfoto in het wandelblog https://wandelmaara.com. De wandelblogster en maakster van deze op 11 mei 2020 gemaakte kleurenfoto gaf de redactie toestemming voor het tonen van deze foto in ut Deevers Archief. De redactie is haar voor deze toestemming bijzonder erkentelijk. De redactie nodigt de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief goede scans van mooie foto’s van Deeverse landschappen ter beschikking te stellen.

De wandelblogster heeft in haar wandelblog https://wandelmaara.com  de door haar gelopen 8 kilometer lange wandelroute over het Landgoed Berkenheuvel mooi beschreven; de redactie citeert daaruit het volgende stukje tekst:
Er is een grote parkeerplaats tegenover het Tourist Info Point van waaruit een aantal verschillende wandelroutes starten. Op deze prachtige vrijdagochtend kies ik voor de 8 kilometer lange route over het Landgoed Berkenheuvel. Het zijn de kleine gele pijltjes van Natuurmonumenten die ik moet volgen, ze leiden mij het dorp uit, een zandpad op langs een akker vol met ruggen voor de aardappelen. Het uitzicht schetst een idyllisch plaatje met de kerktoren die duidelijk zichtbaar is.

De redactie vervangt zo nu en dan voor de verandering ut kopplètie van ut Deevers Archief.
Als jij in het bezit bent van een mooie afbeelding uut de gemiente Deever en jij acht een uitsnede van deze afbeelding wel geschikt als kopplètie voor deze webstee, aarzel dan niet een goede scan van deze afbeelding naar de redactie te sturen.
Als jij een reeds getoond kopplètie graag nog een keer als kopplètie van ut Deevers Archief wilt zien, aarzel dan niet dit aan de redactie kenbaar te maken.

De redactie heeft de hier afgebeelde uitsnede van de hier afgebeelde kleurenfoto van het zicht op de gemeentelijke toren over de bouwakkers op de Noorderesch bee Deever voor het eerst op 1 februari 2024 geplaatst als kopplètie an ut Deevers Archief.

Posted in Kopplètie, Landschap, Noorderesch | Leave a comment

Un skier wètervaarfskildereegie van De Grüne Vrou

De Deeverse huisdokter Ludolf Dirk Broekema koos als op te voeren toneelstuk in het openluchttheater an de Heezeresch bee Deever voor de voorstellingen op 7, 16, 23 en 27 juli 1949 het toneelstuk Peer Gynt van de Noorse schrijver Hendrik Ibsen. Dat was een gedurfde beslissing, maar leidde in de jaren daarna niet tot een steeds andere keuze uit de zeer grote biodiversiteit in toneelstukken van beroemde toneelstukkenschrijvers.
Dokter Broekema bleef vanaf 1950 jaar na jaar helaas alleen maar kiezen voor monotonie, voor uitgekauwde toneelstukjes van die eeuwen geleden gestorven Sjakie uut Spier. De conclusie is te trekken dat huisdokter Ludolf Dirk Broekema een belangrijke medeveroorzaker is van de tot op de dag van vandaag niet uit te roeien, want commercieel aangewakkerde sheakespearitis in Deever. De shakespearitus neemt daardoor in Deever steeds ernstiger vormen aan.
Het spel van Peer Gynt werd in 1949 gedragen door twee topspelers, te weten de zeer getalenteerde hervormde dominee Dirk Theodorus (Theo) Rutgers in de rol van Peer Gynt (spreek uit: Pèr Guunt) en het toptalent mejuffrouw Jantien (Jantina) Figeland in de rol van De Groene Vrouw.
Van het ontwerp van de jurk van De Groene Vrouw is gelukkig een fraai waterverfschilderijtje bewaard gebleven. De redactie van ut Deevers Archief wil de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief een afbeelding van dit fraaie aquarelletje van de jurk van de groene koboldvrouw uiteraard niet onthouden. Zie afbeelding 1. De redactie wil wel bijzonder graag de naam van de maker van dit waterverfschilderijtje in dit bericht vermelden. Wie van de zeer gewaardeerde bezoekers van ut Deevers Archief kan de redactie hierover informeren ?
En de jurk van De Groene Vrouw is ook bewaard gebleven. Mevrouw Jantien (Jantina) Figeland heeft deze jurk tot aan haar dood op 20 december 2016 toe bewaard. Wie anders dan zij kon deze jurk hebben ? Ze moet hele goede herinneringen aan deze jurk hebben gehad. Zie in afbeelding 2 het bericht ‘Executeur ontdekt historische jurk’, dat op 22 maart 2017 in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) verscheen. De niet door enige toneelstukkenkennis gehinderde plaatselijke verslaggever schrijft dat Jantien (Jantina) Figeland de jurk mogelijkerwijs bij één van de Shakespearevoorstellingen heeft gedragen. Laat dat nou net niet het geval zijn geweest.

Op 1 februari 2024 stuurde de redactie het volgende bericht naar de secretaris van de toneelvereniging Diever
Ik heb een vraag over de jurk van de groene vrouw uit het toneelstuk Peer Gynt van Hendrik Ibsen.
Ter informatie verwijs ik eerst naar het bericht ‘Un skier wètervaarfskildereegie van De Grüne Vrou’ in ut Deevers Archief.
Mijn vraag/verzoeken zijn de volgende:
Is de in het hiervoor vermelde bericht vermelde jurk (kostuum) in het bezit gekomen van de toneelvereniging Diever ?
Zo ja, dan zou ik graag een kleurenfoto van deze jurk (kostuum) bij het hiervoor vermelde bericht plaatsen.
Als uw vereniging zelf een foto van deze jurk (kostuum) heeft gemaakt, dan zou ik graag een jpg-bestand van deze foto willen ontvangen en met uw toestemming en met bronvermelding en verwijzing naar uw webstee bij het hiervoor vermelde bericht plaatsen.
A
ls uw vereniging niet een foto van deze jurk (kostuum) heeft gemaakt, dan zou ik graag in de gelegenheid worden gesteld zelf een foto van deze jurk (kostuum) te maken.
Ik ben u bij voorbaat bijzonder erkentelijk voor de te nemen moeite.
Ik wacht uw reactie met belangstelling af.

Op 13 maart 2024 ontving de redactie de volgende zeer gewaardeerde reactie van secretaris Henk Postma van de toneelvereniging Diever
Een poos geleden informeerde u naar de jurk van de groene vrouw, die Jantina Figeland ooit gedragen heeft.
Helaas hebben wij die jurk niet kunnen vinden.
In onze opslag hebben wij honderden kostuums en door de jaren heen zijn er steeds weer nieuwe kostuums bijgekomen, waardoor met enige regelmaat ruimte gemaakt moest worden.
Meerdere keren zijn kostuum-verkopen georganiseerd, waardoor vele kostuums bij andere verenigingen en particulieren zijn terechtgekomen.
Het is daardoor onbekend waar deze jurk is gebleven.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
De redactie zal trachten bij de executeur testamentair gegevens in te winnen over de overdracht van dit culturele erfgoed aan de toneelvereniging..

Afbeelding 1
Aquarel van de jurk van ‘de groene vrouw’. De redactie is nog niet bekend met de naam van de maker van deze aquarel. 

Afbeelding 2
Bericht in de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 22 maart 2017.

Posted in Eup’mlogtspel, Henrik Ibsen, Jantina Figeland, Kuunst, Peer Gynt, Wètervaarfskildereeje | Leave a comment

Wie hef un foto van de moter mit kentiek’n D-5051

In de Olde Möppeler (Möppeler Kraante, Meppeler Courant) van 25 maart 1927 staat het volgende korte bericht over een ongeluk an de Deeverbrogge, waarbij timmerman Hendrik Nijzingh met zijn motorrijwiel in de Drentse Hoofdvaart terecht kwam.

Dieverbrug, 22 maart.
Hedenavond omstreeks zeven uur kwam de timmerman H. Nijzingh van Diever op een motorrijwiel hier langs om naar Dwingeloo te gaan. Daar een schipper in aantocht was, werd de brug afgedraaid. Nijzingh die te veel acht gaf op de tram, die juist was gearriveerd, had de afgedraaide brug niet gezien. Hij werd door enige personen nog toe geschreeuwd, zoodat hij nog uit alle macht begon te remmen. Door de snelle vaart echter vergeefs. Hij reed met den motor in de vaart. Spoedig ware rappe handen aanwezig om de drenkelingen op ’t droge te brengen. Nijzingh had een paar hoofdwonden opgeloopen. De motor bleek er tamelijk goed afgekomen te zijn. Nijzingh kon zich nog loopende naar zij woning te Diever begeven. Toch klaagde hij over zijn hoofd. Het mag echter een wonder heeten, dat een en ander zoo goed is afgeloopen.

Aantekeningen van de redactie van ut Deevers Archief
Het motorrijwiel van Hendrik Nijzingh had kentekenplaat D-5051. Het bijbehorende kentekenbewijs is afgegeven op 25 oktober 1926 aan Hendrik Nijzingh. Hij woonde in 1927 in Deever. Hij was in 1927 timmerman. De redactie weet niet wanneer hij aannemer is geworden. Als aannemer heeft hij in Deever veel gebouwen gemaakt, bijvoorbeeld het huis met de naam De Iemenhof an ut begun van de Brinkstroate in Deever en de Boer’nlienbaank an de Peperstroate in Deever.
Hendrik Nijzingh is geboren op 18 juli 1901 in Deever. Hij is overleden op 12 mei 1969 in Deever. Hij trouwde op 4 mei 1929 op 27-jarige leeftijd in Deever met Jentje Boelens. Zij gingen op 7 juli 1929 wonen in het huisje dat tegenwoordig als adres Hoofdstraat 64 in Deever heeft. De redactie weet niet waar hij vóór die datum woonde. De redactie weet ook niet wanneer Hendrik Nijzingh, Jentje Boelens en kinderen in hun nieuwe huis an de Brinkstroate in Deever gingen wonen.
Hij was in maart 1927, op de dag van het ongeluk, 26 jaren oud. Hij heeft het motorrijwiel welk lang gehad, want pas op 2 oktober 1947 is het kenteken op een andere naam geschreven.
In 1927 reed de stoomtram van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij nog langs de Drentse Hoofdvaart. An de Deeverbrogge was bij het hotel-logement een halte. Opvallend is dat in de tijd de weg bij een afgedraaide Deeverbrogge niet werd versperd door slagbomen !
De redactie is een liefhebber van afbeeldingen van motorrijtuigen met een D-nummer uut de gemiente Deever. Die afbeeldingen toont hij bijzonder graag in ut Deevers Archief. Derhalve is de redactie bijzonder geïnteresseerd in een goede scan van een foto van Hendrik Nijzingh op of bij zijn motorrijwiel met kentekenplaat D-5051.

Op 17 januari 2024 ontving de redactie de volgende zeer gewaardeerde reactie van mevrouw Geke Hummel
Het huisje aan de Hoofdstraat in Diever noemde mijn moeder altijd De Reddingsboei of De Reddingsboot, omdat in dat huisje  diverse mensen tijdelijk hebben gewoond..

Posted in Alle Deeversen, D-nummer, Olde moter | Leave a comment